Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek , juni 2011 Marjolein Holla

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek. 2011215, juni 2011 Marjolein Holla"

Transcriptie

1 Aanbevelingen bij het efficiënt en effectief behandelen van patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie met behulp van Diamant 2 Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek , juni 2011 Marjolein Holla

2

3 Aanbevelingen bij het efficiënt en effectief behandelen van patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie met behulp van Diamant 2 Auteur M. Holla Leksmondhof GA Amsterdam marjolein.holla@hva.nl Afstudeerproject Praktijkbegeleider Dianet Dialysecentrum Utrecht Ellen Sikkes Brennerbaan BN Utrecht e.sikkes@dianet.nl Docentbegeleider Hogeschool van Amsterdam, Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek Halime Ozturk Dokter Meurerlaan SM Amsterdam h.ozturk@hva.nl Copyright 2011, Dianet Dialysecentrum Utrecht Niets uit deze scriptie mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of op enige manier, zonder voorafgaande toestemming van de eigenaar. 1

4 Voorwoord Deze afstudeerscriptie is het eindproduct van mijn bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Gedurende 20 weken heb ik hard gewerkt aan het literatuuronderzoek om aanbevelingen te kunnen doen om in Diamant de efficiëntie en effectiviteit te vergroten voor wat betreft het opstellen van een volledig diëtistische diagnose, behandelplan en evaluatie voor patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie door de diëtist. Deze opdracht is uitgevoerd in opdracht van Dianet Dialysecentrum in Utrecht. Graag wil ik mijn docentbegeleider Halime Ozturk bedanken voor haar begeleiding, goede feedback en haar enthousiaste en motiverende gesprekken tijdens mijn afstudeerperiode. Tevens wil ik mijn praktijkbegeleider Ellen Sikkes van Dianet Dialysecentrum in Utrecht bedanken voor haar kritische blik, haar goede feedback en haar stimulerende evaluaties tijdens mijn afstudeerperiode. Ten slotte wil ik ook mijn familie en vrienden bedanken voor de steun en motiverende woorden tijdens deze periode. Amsterdam, juni Marjolein Holla 2

5 Samenvatting Doel Dianet Dialysecentrum in Utrecht adviseren hoe voor de diëtist in het elektronisch patiëntendossier Diamant 2 de efficiëntie en effectiviteit vergroot kan worden voor wat betreft het opstellen van een volledig diëtistische diagnose, behandelplan en evaluatie voor patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie. Methoden Er is een evidence-based literatuurstudie uitgevoerd naar de benodigde gegevens voor het opstellen van een volledig diëtistische diagnose, behandelplan en evaluatie voor patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie. De wetenschappelijke artikelen zijn op een systematische wijze beoordeeld op evidence. De gevonden referentiewaarden in de literatuur zijn vergeleken met de op 4 april 2011 verschenen richtlijnen voor het dieet bij hemodialyse van de Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN). Hiernaast is veldonderzoek uitgevoerd, waarbij zes diëtisten uit het werkveld betrokken zijn geweest. Resultaten De referentiewaarden binnen de vier belangrijkste groepen behandelonderwerpen zijn weergegeven in tabelvorm, waarbij onderstaande gegevens naar voren zijn gekomen. Voedingstoestand, Protein Energy Wasting (PEW) Ureum, kreatinine, cholesterol, HDL, LDL, albumine, Kt/V, npna/pcr, BMI, gewicht(sverlies), spiermassa(verlies), CRP, Hb, triglyceriden, prealbumine, leeftijd, Diabetes Mellitus (DM), Hart en vaatziekten (HVZ), Subjective Global Assessment (SGA), anorexie, cachexie, energie-inname en eiwitinname. Serum waarden natrium, vochtinname, gewichtstoename tussen 2 dialyses, bloeddruk, natrium inname, Serum waarden fosfaat, Ca x P, serum waarden calcium, serum waarde PTH, vitamine D, inname fosfaatbinders, gebruik Mimpara en fosfaat inname. Zout, vocht huishouding, salt, sodium, fluid Calcium, fosfaat huishouding, calcium, phosphate Kaliumhuishouding, Serum waarden kalium, soort dialysaat, serum waarden bicarbonaat en kalium potassium inname. Uit de vergelijking met de richtlijnen van de DNN (2011) is gebleken dat veel resultaten overeen komen. Er zijn echter ook enkele verschillende waarden gevonden, met name voor kreatinine, vitamine D, LDL, bloeddruk, BMI en het bepalen van de voedingstoestand. Daarnaast zijn de met het literatuuronderzoek gevonden gegevens ondergebracht in het ICF schema, welke door alle medische disciplines nationaal en internationaal gebruikt wordt ter voorbereiding van een diagnose, zoals ook de diëtistische diagnose. Binnen Diamant 2 zijn de meeste van deze gegevens wel terug te vinden, maar zijn op diverse plaatsen vastgelegd. In Diamant 2 ontbreekt de reden van verwijzing (indien deze geen medische diagnose bevat), stem en spraak, spiermassa in % en eventueel verlies en functies van het bewegingssysteem. Voor de precieze invulling van de diëtistische diagnose zijn afspraken, maar in de praktijk wordt dit vaak ingevuld aan de hand van de kennis, inzicht en ervaring van de diëtist zelf. Vanuit de literatuur komt vooral het belang van het gebruik van een standaardtaal naar voren. De genoemde redenen hiervoor zijn dat dit het elektronisch vastleggen van gegevens makkelijker maakt en het kan het multidisciplinair werken bevorderen. Discussie Voor dit literatuuronderzoek is gebruik gemaakt van betrouwbare bronnen (voornamelijk niveau A1, A2 en B), welke gevonden zijn via diverse zoekmethoden, waardoor de onderwerpen niet eenzijdig belicht zijn. Er is gebruik gemaakt van een bestaand schema (ICF), welke nationaal en internationaal gebruikt wordt. Dit literatuuronderzoek bevat echter veel subonderwerpen, waardoor het niet mogelijk was alle gegevens mee te nemen, zoals over anemie en andere ziektebeelden. Verder is dit ICF schema vrij recent opgezet, waardoor het voor diëtisten niet altijd duidelijk is welke onderwerpen in welke kaders vallen. 3

6 Uit de vergelijking met de nieuwste DNN richtlijnen (2011) zijn een aantal verschillen naar voren gekomen, zoals de referentiewaarden voor kreatinine, vitamine D, BMI, bloeddruk, LDL gehalte en het bepalen van de voedingstoestand. Een mogelijke verklaring voor deze verschillen kan zijn dat een deel van de referentiewaarden gebaseerd is op behandelaarperspectief, waarbij geen directe bron aangegeven kan worden. Ook kunnen de verschillen veroorzaakt zijn door het gebruik van verschillende bronnen. Aanbevelingen Het op één plaats registreren van de benodigde gegevens in het elektronisch patiëntendossier Diamant 2, waardoor de gegevens snel terug te vinden zijn en er minder snel gegevens over het hoofd worden gezien. Een format dat hiervoor gebruikt kan worden is het ICF schema, welke landelijk door diëtisten wordt gebruikt ter voorbereiding van de diëtistische diagnose. Hierbij is het van belang dat er gebruik wordt gemaakt van één standaardtaal en er landelijke afspraken komen over de invulling van het ICF schema. Voor de uit de vergelijking naar voren gekomen verschillen is de aanbeveling de volgende referentiewaarden aan te houden. Kreatinine micromol/l, waarbij vooral het verloop van kreatinine van belang is, LDL < 3,37 mmol/l waarbij verder literatuuronderzoek uitgevoerd moet worden en voor de bloeddruk 130/80 mmhg. BMI > 20 en voor het bepalen van de voedingstoestand een combinatie van verschillende screeningsmethoden en parameters. Trefwoorden: dialyse, ICF, diëtistische diagnose, Diamant 2, elektronisch patiëntendossier, landelijke richtlijn DNN 4

7 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Samenvatting.. 3 Inhoudsopgave Inleiding Methoden. 9 3 Resultaten Referentiewaarden binnen behandelonderwerpen Praktische toepassing binnen ICF schema Gegevens binnen Diamant Behandeling van de patiënt 32 4 Discussie Aanbevelingen 35 Bronnenlijst 37 Bijlagen. 41 Bijlage I: Onderbouwing plaats gegevens in ICF schema en plaats in Diamant Bijlage II: Overzicht meest gebruikte medicatie 51 5

8 6

9 1 Inleiding In Nederland komen steeds meer patiënten met nierinsufficiëntie 1 voor. Dit kan leiden tot terminale nierinsufficiëntie. In 2009 zijn er zo n 2000 nieuwe patiënten geregistreerd in Renine (Registratie nierfunctievervanging Nederland), dit zijn de meest recente getallen. In 2005 waren dit er ongeveer 1700 per jaar 2. Van nierinsufficiëntie wordt gesproken wanneer de nieren onvoldoende werken 2. Er zijn vijf verschillende stadia van nierinsufficiëntie die worden bepaald aan de hand van de glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) en de Modification of Diet in Renal Disease Study Equation (MDRD), welke de nierfunctie weergeven. Hoe lager de GFR en MDRD, hoe minder nierfunctie er is 3. Wanneer patiënten in stadium 5 komen kan een nierfunctievervangende therapie noodzakelijk zijn. In Nederland groeit dit aantal de laatste jaren. In 2009 moesten 6045 patiënten dialyseren en in 2010 waren dit er 6292, een toename van 4%. Hiervan ondergaat 82% hemodialyse (HD) en 18% peritoneaal dialyse (PD). In 2010 hadden ongeveer 8400 patiënten een functionerende donornier 2. Patiënten kunnen zowel thuis als in verschillende ziekenhuizen en dialysecentra in Nederland dialyseren. Het behandelen van deze patiënten gaat op geleide van de medische en persoonlijke gegevens, waarbij laboratoriumwaarden en bloeddruk een belangrijke rol spelen. Om patiënten met nierinsufficiëntie goed te kunnen behandelen is bijvoorbeeld het ureum en fosfaat gehalte belangrijk, evenals het natrium, calcium en kalium gehalte in het bloed. Bij nierinsufficiëntie worden deze producten onvoldoende uitgescheiden, waardoor deze kunnen opstapelen in het bloed. Als gevolg hiervan kunnen lichamelijke klachten ontstaan, zoals algehele malaise en jeuk 4-5. Om deze patiënten als diëtist goed te kunnen begeleiden is het van belang om een betrouwbaar en volledig patiëntendossier te gebruiken. In veel dialysecentra in Nederland wordt gebruik gemaakt van het programma Diamant 2 (Sun Microsystems Inc. Versie 3.2, Revisie 117. Dianet Dialyse centrum Utrecht). Dit is een elektronisch patiëntendossier (EPD), speciaal voor dialysecentra. Alle medische en persoonlijke gegevens van patiënten worden hierin digitaal opgeslagen. Hier maken niet alleen artsen en verpleegkundigen gebruik van, maar ook maatschappelijk werkers en diëtisten. De Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN) heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verder optimaliseren van de diëtistenmodule binnen het computerprogramma Diamant 2 6. Hiervoor is de werkgroep automatisering van de DNN verantwoordelijk. Binnen Dianet wordt als knelpunt ervaren dat de gegevens die zij gebruiken ter voorbereiding van bijvoorbeeld een MDO of een consult bij de patiënt op allemaal verschillende plaatsen in Diamant 2 opgeslagen staan. De laboratoriumwaarden staan bijvoorbeeld genoemd onder het kopje lab, maar de persoonlijke gegevens van de patiënten zijn weer terug te vinden bij verpleegkundige anamnese. Voor de diëtist neemt het voorbereiden van een consult met een patiënt of een multidisciplinair overleg (MDO) hierdoor veel tijd in beslag en worden gegevens snel over het hoofd gezien. Om het voorbereiden van een consult bij de patiënt of een MDO door de diëtist te vereenvoudigen is het aan te bevelen de benodigde gegevens op een efficiënte manier te groeperen en koppelen in het huidige programma Diamant 2. Het doel van de werkgroep automatisering hierin meegenomen betekent dit dat een zo volledig mogelijk overzicht van gegevens gevormd dient te worden om een volledige diëtistische diagnose (DD), een gestructureerd behandelplan en een evaluatie op te kunnen stellen. Dit echter wel binnen de huidige mogelijkheden van Diamant 2. Eveneens ontstaat hierdoor een uniforme manier van werken voor de diëtisten die werken met Diamant 2, wat de efficiëntie ten goede komt. 7

10 Deze afstudeeropdracht heeft als doel een goed onderbouwd overzicht op te stellen van de gegevens die de diëtist nodig heeft om de patiënt te kunnen behandelen. Daarnaast is het doel advies te geven over de wijze waarop deze gegevens het meest efficiënt vastgelegd kunnen worden in Diamant 2. Probleemstelling Met de bovenstaande doelen wordt de probleemstelling dan ook als volgt geformuleerd: Wat zijn de aanbevelingen ten aanzien van de vastlegging van gegevens in Diamant 2 om de efficiëntie en effectiviteit te vergroten betreffende het opstellen van een volledig diëtistische diagnose, behandelplan en evaluatie voor patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie door de diëtist? De probleemstelling wordt beantwoord met behulp van onderstaande deelvragen. Deelvragen - Wat zijn de meest geschikte bronnen voor het vinden van wetenschappelijke literatuur? - Welke gegevens zijn van belang om een volledige diëtistische diagnose, behandelplan en evaluatie op te kunnen stellen bij patiënten met nierinsufficiëntie en/of nierfunctievervangende therapie voor de volgende 4 groepen behandelonderwerpen? o Voedingstoestand, Protein Energy Wasting (PEW) o Zout, vocht huishouding, salt, sodium, fluid o Calcium, fosfaat huishouding, calcium, phosphate o Kaliumhuishouding, potassium - Hoe kun je effectiviteit waarborgen? En hoe is dit in te passen binnen het ICF schema dat gebruikt wordt ter voorbereiding van de diëtistische diagnose, bij de volgende onderwerpen?: o Aandoening, letsel, medische ingreep o Functies en anatomische eigenschappen (stoornissen) o Activiteiten (beperkingen) o Participatie (participatieproblemen) o Externe factoren (positief/negatief) o Persoonlijke factoren (positief/negatief) - Welke van de benodigde gegevens zijn te vinden in Diamant 2 en welke van de benodigde gegevens ontbreken? Deze scriptie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 (Methoden) wordt beschreven hoe het literatuuronderzoek is uitgevoerd. Hierna komen in hoofdstuk 3 (Resultaten) de benodigde gegevens aan bod, welke uit de literatuurstudie naar voren zijn gekomen. Deze worden per onderwerp weergegeven. Vervolgens wordt aangegeven hoe deze gegevens in de praktijk gebruikt kunnen worden en wordt aangegeven hoe deze gegevens op dit moment in Diamant 2 zijn vastgelegd. In hoofdstuk 4 (Discussie) wordt de conclusie en de discussie van dit onderzoek aangegeven. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 (Aanbevelingen) de diverse aanbevelingen voor Dianet benoemd. 8

11 2 Methoden Bij het zoeken naar literatuur is het hoofdonderwerp verdeeld in vier groepen behandelonderwerpen. Dit om zo gericht mogelijk te kunnen zoeken en de informatie goed te kunnen plaatsen. Het betreft de volgende vier onderwerpen: 1. Voedingstoestand, Protein Energy Wasting (PEW) 2. Zout, vocht huishouding, salt, sodium, fluid 3. Calcium, fosfaat huishouding, calcium, phosphate 4. Kaliumhuishouding, potassium Het literatuuronderzoek is als volgt uitgevoerd. Allereerst zijn de bij Dianet beschikbare informatiebronnen (interne informatiebronnen) bekeken. Dit zijn onder andere Journal of Renal Nutrition (JRN) (digitaal beschikbaar), Seminars in Dialysis (tot 2005), Kidney International en Nephrology Dialysis Transplantation. Daarnaast zijn richtlijn en producten van scholingen intern beschikbaar gesteld. De artikelen van JRN hebben een vrij hoge Impact factor (1,949), wordt nationaal en internationaal gebruikt als belangrijke informatiebron en is digitaal beschikbaar 7. Deze artikelen en de intern beschikbaar gestelde artikelen en richtlijnen zijn voornamelijk van niveau A1, A2 of B. De kwaliteit van de artikelen is beoordeeld aan de hand van de indeling van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO 8, weergegeven in tabel 2.1. Er is met name gebruik gemaakt van artikelen van niveau A1, A2 en B. Tabel 2.1 Bewijskracht artikelen volgens CBO 8 Interventie Diagnostisch accuratesse onderzoek Schade of bijwerkingen, etiologie, prognose* A1 Systematische review van tenminste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van A2-niveau A2 Gerandomiseerd dubbelblind vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit van voldoende omvang B Vergelijkend onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 (hieronder valt ook patiënt-controle onderzoek, cohort-onderzoek) C D Onderzoek ten opzichte van een referentietest (een gouden standaard ) met tevoren gedefinieerde afkapwaarden en onafhankelijke beoordeling van de resultaten van test en gouden standaard, betreffende een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten die allen de index- en referentietest hebben gehad. Onderzoek ten opzichte van een referentietest, maar niet met alle kenmerken die onder A2 zijn genoemd. Niet-vergelijkend onderzoek Mening van deskundigen Prospectief cohort onderzoek van voldoende omvang en follow-up, waarbij adequaat gecontroleerd is voor confounding en selectieve follow-up voldoende is uitgesloten. Prospectief cohort onderzoek, maar niet met alle kenmerken als genoemd onder A2 of retrospectief cohort onderzoek of patiënt-controle onderzoek. *Deze classificatie is alleen van toepassing in situaties waarin om ethische of andere redenen gecontroleerde trials niet mogelijk zijn. Zijn die wel mogelijk dan geldt de classificatie voor interventies. Voor de volledigheid van de literatuurstudie is er naast JRN voor de onderwerpen met nog onvoldoende onderbouwing gebruik gemaakt van de database Pubmed 9. 9

12 De volgende inclusiecriteria zijn hierbij gebruikt: - Gepubliceerd in de afgelopen vijf jaar; - Uitgevoerd op mensen; - Voor hemodialyse (HD) en/of peritoneaaldialyse (PD); - Waarbij referentiewaarden genoemd zijn; - Onderwerp valt binnen de geselecteerde vier onderwerpen. - Uitgevoerd in landen die regelmatig betrouwbare artikelen produceren, zoals bv. Amerika; De periode van vijf jaar is gekozen, aangezien deze scriptie de laatste inzichten moet weergeven en als basis de Elsevier richtlijnen van augustus 2005 worden gebruikt 10. Per onderwerp zijn de volgende zoektermen gebruikt. 1. Voedingstoestand, Protein Energy Wasting (PEW) Aantal artikelen beschikbaar gesteld door praktijkbegeleider 2 (waarvan 1 algemeen) JRN: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Nutrition status dialysis Malnutrition dialysis PEW dialysis 17 3 PEW HD 8 0 PEW PD 2 0 urea serum dialysis (waarvan 1 voor ca/p) BUN dialysis urea 27 0 BUN mmol/l dialysis 5 0 BUN reference dialysis 9 0 Serum kreatinine target values 1 1 dialysis Serum kreatinine dialysis 86 2 (waarvan 1 voor ca/p) Kt/V week 68 0 Kt/V week efficiency 6 2 (waarvan 1 algemeen) Kt/V week reference 26 0 Kt/V efficiency dialysis 7 0 Kt/V hemodialysis week 66 0 Kt/V clearance hemodialysis 36 0 Pubmed: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Serum urea dialysis 350 Zoektermen verder gespecificeerd Serum urea reference dialysis 13 0 BUN mmol/l dialysis 8 0 Nutrition status serum urea 88 1 Blood urea nitrogen dialysis 11 reviews, 55 free full text 0 Target values serum urea 4 0 dialysis Target values BUN dialysis 0 0 Kt/V week clearance

13 hemodialysis Kt/V week adequacy hemodialysis Clearance adequacy hemodialysis Zout, vocht huishouding, salt, sodium, fluid Aantal artikelen beschikbaar gesteld door praktijkbegeleider 1 Ook is nog 1 artikel naar voren gekomen tijdens het zoeken naar literatuur voor één van de andere onderwerpen. JRN: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Sodium intake dialysis 81 3 Sodium intake CKD 45 1 Salt intake dialysis 40 0 Serum sodium dialysis 74 0 Sodium fluid dialysis 43 1 Pubmed: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Salt dialysis sodium 167, 33 review, 45 full text 1 review IDWG dialysis sodium Calcium, fosfaat huishouding, calcium, phosphate Aantal artikelen beschikbaar gesteld door praktijkbegeleider 1 (KDIGO) Ook zijn nog 2 artikelen naar voren gekomen tijdens het zoeken naar literatuur voor één van de andere onderwerpen. JRN: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Calcium phosphate dialysis* 40 1 Pth dialysis* 21 2 Calcium dialysis* 74 0 Phosphate* 61 0 * Aangepaste zoekdatum, namelijk verschenen in de afgelopen 2 jaar, aangezien de KDIGO een review is t/m Voor formule calcium adjusted voor albumine JRN: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Albumin calcium adjusted 34 1 Pubmed: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Vitamin D levels dialysis

14 4. Kaliumhuishouding, potassium Aantal artikelen beschikbaar gesteld door praktijkbegeleider 0 JRN: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Potassium dialysis 98 1 Potassium intake dialysis 83 0 Serum potassium dialysis 73 0 Prednison potassium dialysis 0 0 Prednison potassium 0 0 Pubmed: Zoektermen Aantal hits Aantal bruikbare artikelen Potassium dialysis 419 Zoektermen verder gespecificeerd Potassium intake dialysis 40 1 Hyperkalemia dialysis Prednison potassium dialysis 0 0 Van het aantal bruikbare artikelen zijn alle 42 artikelen gebruikt. Als basis voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de Elsevier Richtlijnen van augustus Daarnaast zijn de richtlijnen in de NKF Pocket guide 4th edition gelegd, omdat dit in Amerika de meest recente richtlijnen zijn 4. Deze zijn vergeleken met de inzichten uit de meest recente artikelen die gevonden zijn volgens de beschreven methode. Deze vergelijking van diverse bronnen geeft een overzicht van alle benodigde gegevens, inclusief referentiewaarden. Dit overzicht is weergegeven in hoofdstuk 3 (Resultaten). De referentiewaarden die uiteindelijk aangehouden gaan worden, zijn op meerdere wetenschappelijke bronnen gebaseerd die door de diëtist van Dianet aangehouden worden. Tevens zijn de referentiewaarden welke genoemd worden in de nieuwste richtlijn voor het dieet bij hemodialyse van de Diëtisten Nierziekten Nederland (DNN), gepubliceerd op 4 april , 12, vergeleken met de referentiewaarden die uit dit literatuuronderzoek naar voren komen. Ook dit is weergegeven in hoofdstuk 3 (Resultaten). Werkwijze in praktijk Om de theorie goed te kunnen vertalen naar de praktijk en de adviezen ook praktisch en uitvoerbaar te maken, is tijdens de gehele afstudeerperiode meegelopen met de diëtist van Dianet. Ook dit meelopen gebeurde aan de hand van de vier geselecteerde onderwerpen. Toepassing in praktijk binnen ICF schema In 2008 heeft een landelijke scholing plaatsgevonden over het opstellen van de diëtistische diagnose 13, welke ook in 2009 en 2010 aangeboden is. Tijdens deze scholing zijn de nieuwste inzichten voor het opstellen van de diëtistische diagnose behandeld. Voor de uitwerking van de gegevens van dit afstudeeronderzoek is gebruik gemaakt van de Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health 14, het ICF schema, welke tijdens de scholing in 2008 is behandeld. Dit schema komt oorspronkelijk vanuit de fysiotherapie. Doel van de ICF is om door middel van het in kaart brengen van begrippen op dat terrein een basis te leggen voor een gemeenschappelijke standaardtaal

15 De praktijkbegeleider bij Dianet heeft deze scholing en het ICF-schema beschikbaar gesteld 13. Hierbij wordt uitgegaan van de volgende categorieën van gegevens van de patiënt: - Aandoening, letsel, medische ingreep; - Functies en anatomische eigenschappen (stoornissen); - Activiteiten (beperkingen); - Participatie (participatieproblemen); - Externe factoren (positief/negatief); - Persoonlijke factoren (positief/negatief). Er is gekozen om het ICF schema uit deze scholing te gebruiken, omdat dit de nieuwste inzichten zijn op het gebied van de diëtistische diagnose. Toepassing ICF schema binnen Dianet Omdat het gekozen schema niet specifiek aangeeft welke gegevens er binnen welke categorie vallen, is hiervoor mondeling overleg geweest met de praktijkbegeleider. Hierbij is een eerste versie van de invulling van deze categorieën opgesteld. Dit is gedaan aan de hand van de gegevens van de scholing voor de diëtistische diagnose uit Uit dit cursusmateriaal is voor een deel al naar voren gekomen welke gegevens in welke categorie vallen. Hierna is via een feedback gevraagd op deze eerste versie van de invulling van de categorieën. De feedback is gevraagd aan in totaal elf diëtisten uit het werkveld, die ofwel actief zijn met de diëtistische diagnose binnen de Nederlandse Vereniging voor Diëtisten (NVD), ofwel binnen de nefrologie werkzaam zijn. Uiteindelijk hebben zes van deze diëtisten feedback gestuurd. Deze feedback is meegenomen in het overleg met de praktijkbegeleider voor de uiteindelijke invulling van de categorieën in het schema. De onderbouwing is tot stand gekomen door de ICF codelijsten voor de diëtetiek, waarna ook de feedback van bovenstaande diëtisten is meegenomen 15. In bijlage I is een overzicht weergegeven van de onderbouwing van de keuzes welke gegevens in welke categorie vallen. 13

16 3 Resultaten 3.1 Referentiewaarden binnen behandelonderwerpen Per onderwerp zijn aan de hand van literatuuronderzoek de volgende resultaten gevonden. Een enkel resultaat overlapt de vier onderwerpen, dit resultaat wordt daarom als laatst genoemd, na de resultaten per onderwerp. In de literatuur wordt aangegeven dat therapeutische beslissingen beter genomen kunnen worden op basis van trends dan op basis van enkele labwaarden Voedingstoestand, Protein Energy Wasting (PEW) Tabel Overzicht benodigde gegevens Voedingstoestand, Protein Energy Wasting (PEW) Gegevens en Gegevens en referentiewaarden referentiewaarden aangegeven in aangegeven in overige Elsevier 10 literatuur Ureum mmol/l* Kreatinine micromol/l * Gegevens en referentiewaarden aangegeven in NKF Pocket guide 4th edition 4 21,4 28,6 mmol/l (bij: niet uremisch, goed dialyserend en adequate eiwitinname) 2-15 mg/dl (= micromol/l) ± 38,2 mmol/l = determinant lage morbiditeit 16 < 10 mg/dl (= 884 micromol/l) = risico PEW 17 Daling 1 mg/dl (88,4 micromol/l) = risico overlijden 18 Referentiewaard en die aangehouden worden binnen Dianet Utrecht (HD: bij 3x per week dialyse) Referentiewaar den volgens nieuwe richtlijn voor het dieet bij hemodialyse 11, 12 DNN mmol/l 4, 10 HD: mmol/l PD: mmol/l micromol/l, wel kijkend naar 4, 10, 18 verloop. Tot 1500 micromol/l Cholesterol 3,0-5,0 mmol/l* HDL > 1,0 mmol/l* LDL < 3,5 mmol/l* Albumine g/l* < 5,2 mmol/l < 100 mg/dl (= 2,6 mmol/l) =indicator PEW > 0,75 mmol/l (man) > 0,91 mmol/l (vrouw) < 3,37 mmol/l g/l > 40 g/l = ideaal Bij donkere huidskleur significant hogere waardes dan blanke huidskleur. 19 Laag serum gehalte risico PEW (geen ref. waardes) 20 < 100 mg / dl (=2,6 mmol/l) risico PEW , 21 3,0-5,2 mmol/l 4, 10 > 0,75 mmol/l (man) 4 > 0,91 mmol/l (vrouw) 4 < 3,37 mmol/l > 40 g/l volgens BCG g/l 4 > de minimumwaard e (3,7 mmol/l) en < 5 mmol/l > 1 mmol/l < 2,5 mmol/l > 40 g/l = ideaal 4 > 40 mmol/l 14

17 < 3.8 g/dl (= < 38 g/l) volgens Bromcresol Green (BCG) =indicator PEW < 3,8 g/dl (=38 g/l) risico overlijden 23, 24 en risico PEW 17, 21, zelfs 2x zo grote kans op overlijden bij g/l en 20x zo grote kans op overlijden bij < 25 g/l. 16 Daling 0.3 g/dl (=3 g/l) = risico overlijden 15 HD patiënten bij intensieve dieet + counseling: serum levels met 0,06 g/dl (=0,6 g/l) per maand. Bij alleen dieetsupplement met 0,04 g/dl per maand. 22 Kt/V HD 1.2 bij 3x/week dialyse (=3,6 per week) PD 1.7 npna 1.2* Bij HD niet duidelijk terug te vinden PD 1,7 HD: > 1,3 bij 3x/week 23 PD < 1,7 risico overlijden Bij gebruik ideaal lichaamsgewicht voor Kt/V worden uitkomsten verzwakt. 24 > 1,0 g/kg ideaal lichaamsgewicht / dag bij 13, 19 stabiele HD patiënt npcr 1,0-1,4 g/kg/dag 25 Overlevingskans alleen verlaagd wanneer eiwit inname onder 0,9 g/kg/dag komt 25 HD 1.2 bij 3x/week dialyse (=3,6 per week) 4, 10 PD 1.7 > 1,0 g/kg huidig lichaamsgewicht/ dag bij stabiele 13, 19, 25 HD patiënt met een stabiele stikstofbalans. HD: 1,2 per dialyse PD: 1,7 per week 1 g/kg BMI < 18,5 = BMI < 23 ondervoed 29 (=indicator PEW) Total body fat of < 10% (=indicator PEM) Daling 0,1 g/kg/dag = risico overlijden 15 < 23 kg/m2 risico PEW 14, 18 > 23,0 risico overlijden en morbiditeit (niet voor < 45 jaar) risico overlijden 27 vergeleken met normal range normal range = 18, > < 30 i.v.m. transplantatie > 23 BMI < 20 geassocieerd met 15

18 hoogste overlijdensrisico 19 BMI verlies 3,5% risico overlijden 19 5 kg/m2 lager = risico overlijden 15 Ongewenst afvallen > 10% in 6 mnd of 5% in laatste mnd. Ongewenst gewichtsverlies (5% in 3 mnd of 10% in 6 mnd) (=indicator PEW) >10% gedurende laatste 3-6 maanden 19 5%-niet oedeem in 3 maand en 10% niet oedeem in 6 maanden moet overwogen worden als indicator voor PEW 21 Ongewenst gewichtsverlies > 10% in 6 mnd of 5% in laatste maand is verhoogd risico PEW 4 5% in 6 maanden voor de start van de studie risico overlijden 24 Spiermassa Verlies spiermassa > 5% 3 mnd of > 10% 6mnd (=indicator PEW) Vermindering midarm spieromvang (vermindering > 10% in vergelijking met 50th percentiel referentie populatie) (=indicator PEW) CRP < 0,8 mg/dl = < 80 mg / l Hb g/dl = 6, mmol/l Triglyceriden < 200 mg/dl = 2,26 mmol/l Prealbumine Leeftijd 30 mg/dl < = indicator PEW Verlies in spiermassa >5% in 3 maanden of >10% in 6 maanden risico PEW 21 Vermindering mid-arm spieromvang (vermindering >10% in vergelijking met 50th percentiel referentie populatie) 21 Verlies spiermassa > 5% 3 mnd of > 10% 6mnd is verhoogd risico PEW 4 < 10 mg / l 30 < 10 mg / l 30 6, mmol/l 4 < 2,26 mmol/l 4 < 30 mg/dl risico PEW mg/dl 4, 21, 22 en risico overlijden 22 In praktijk kijkt men hier nog niet naar. > 65 jaar risico overlijden 23, 31 Bij gebruik van EPO: 6,8 7,4 mmol/l en in ieder geval < 8,0 mmol/l > 50 jaar en > 65 jaar 16

19 hebben lagere inname En en E en lager serum albumine en npcr vergeleken met < 50 jaar. 22 Diabetes Mellitus (DM) Risico overlijden 23 Hart en vaatziekten (HVZ) Risico overlijden 23 Subjective Global Assessment (SGA ) 2-5 risico overlijden 23 < 6 risico PEW 17 Gebruiken om ernstige ondervoeding bij HD patiënten te vinden. 22 Wordt op dit moment niet gebruikt binnen Dianet Utrecht. Energie-inname kcal / kg (actueel gewicht) / dag > 60 jaar = 30 kcal / kg (actueel gewicht) / dag Ondervoeding = 45 kcal / kg (actueel gewicht) / dag Ongewenst lage energie inname < 25 kcal/kg > 2 months (=indicator PEW) < 25 kcal/kg/dag voor min. 2 maanden risico PEW 21 Aanbeveling stabiele HD kcal/kg IBW / dag, aangepast voor leeftijd, geslacht en het activiteiten level kcal / kg (actueel gewicht) / dag voor stabiele HD patiënt, aangepast voor leeftijd, geslacht en het activiteitenpatroo 4, 10, 22 n. > 60 jaar = 30 kcal / kg (actueel gewicht) / dag Ondervoeding = 45 kcal / kg (actueel gewicht) 4, 10 / dag Eiwitinname 0,9 1,1 g / kg (actueel gewicht) / dag Bij overgewicht uitgaan van BMI 27. Bij ondervoeding 1,5 g / kg (actueel gewicht) / dag Ongewenst lage eiwit inname < 0.8 g/kg/d dialysis > 2 mnd (= indicator PEW) < 0,80 g eiwit /kg/dag voor min 2 maanden risico PEW 21 Min 1,1 g eiwit/kg ideaal lichaamsgewicht / dag 22 0,9 1,1 g / kg (actueel gewicht) / dag Bij ondervoeding 1,5 g / kg (actueel gewicht) / dag 10 Bij overgewicht uitgaan van BMI 27. Anorexie (verminderde eetlust) = risico PEW en risico overlijden 21 * Bron: tabel Elsevier 10, oorspronkelijke bron: Pocket guide to nutrition assessment of the renal patient, derde editie 2002, hoofdstuk 2, waarden zijn teruggerekend naar de in Nederland gebruikte eenheden 17

20 Extra Naast bovenstaande referentiewaarden en risico s op ondervoeding en overlijden kunnen de volgende punten ook mogelijke oorzaak van ondervoeding (Protein energy wasting) zijn 21 : - Inadequaat dieet; - Ontsteking (cachexie); - Oxidatieve stress; - Acidose; - Nutriënt verliezen in het dialysaat; - Veranderde respons van anabolische hormonen; - Verhoogde waardes van niet uitgescheiden toxines; - Bloedverlies. Anorexie is, zoals in tabel al genoemd, een factor voor ondervoeding. 21 Hierop zijn veel factoren van invloed. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de factoren die van invloed zijn op de eetlust 25, 33 : - Dialyse dosis (hoger = betere eetlust); - Smaakverandering/afwijkingen; - Gebitsproblemen; - Depressie; - Verminderde reuk; - Gastrointestinale ongemakken; o Opgeblazen gevoel o Obstipatie o Motiliteitsproblemen o Verminderde maaglediging - Vaak voor het eten al vol gevoel; - Langzaam eten (langzaam = snellere verzadiging); - Samenstelling van maaltijd; - Maaltijdvolume; - Verzadiging (vaker bij PD dan bij HD); - Algemeen gevoel van gezondheid (hoe beter, hoe beter eetlust); - Beperkingen op dieet (hoe minder, hoe beter voedselinname); - Dosis medicatie (hoe lager, hoe beter eetlust). 2. Zout, vocht huishouding, salt, sodium, fluid Tabel Overzicht benodigde gegevens Zout / vocht huishouding / Salt, sodium, fluid Gegevens en Gegevens en referentiewaarden referentiewaarden aangegeven in aangegeven in overige Elsevier 10 literatuur Natrium intake: mg = max. Gegevens en referentiewaarden aangegeven in NKF Pocket guide 4th edition 4 2 g Na/dag 2-3 g /zout p. dag (= , mg Na) 5-6 g zout / dag (= 1800 Referentiewaard en die aangehouden worden binnen Dianet Utrecht (HD: bij 3x per week dialyse) mg Na / dag = max. 4, 10, 22, 35, 36 Referentiewaar den volgens nieuwe richtlijn voor het dieet bij hemodialyse 11, 12 DNN mg Na of 5-6 gram NaCl per 18

21 22, mg Na) dag WHO g zout/dag (= mg Na) 35 6 g zout / dag ( = 2160 mg 35, 36 Na) European Consensus Expert Working Group Report = 2000 mg 35 De fysiologische behoefte aan Na = mg/dag (3 20 mmol/dag) 35 Serum waardes Natrium = mmol/l* meq/l = mmol/l mmol/l mmol/l Vocht: 1,3 liter (waarvan 500 ml uit vaste voeding en 800 ml drinkvoeding) + diurese / dag (afhankelijk van BMI, diurese en hartfunctie) Output cc 1,3 liter (waarvan 500 ml uit vaste voeding en 800 ml drinkvoeding) + diurese / dag (afhankelijk van BMI, diurese en hartfunctie) 10 All-in: 1300 ml + diurese/dag Drinkvocht: 800 ml + diurese per dag Gewichtstoename tussen 2 dialyses (Interdialytic weight gain = IDWG) 1,5 2 kg Limit ID wt gain Max. 2-2,5 kg OF max van 4-4,5% van streefgewicht 22 IDWG is positief gecorreleerd aan het serum albumine gehalte in HD patiënten. 37 Max. 2-2,5 kg OF max van 4-4,5% van streefgewicht bij stabiele patiënten zonder hartfalen 22 Max. 4 4,5 % van het droog lichaamsgewich t bij stabiele patiënten zonder hartfalen 2 g/dag lagere intake zout = verlaging van IDWG (over 2 dagen) van 0,5 kg. 38 Bij < 6 g zout/dag, dan IDWG < 0,8 kg / dag 38 Bloeddruk IDWG moet gebaseerd worden op drooggewicht (na dialyse). 22 Streven naar 140/90 bij normale populatie en 130/80 39 Bovendruk 130 mmhg 19

22 130/80 bij hoger risico op hypertensie, zoals DM en proteïnurie) 39 * Bron: tabel Elsevier 10, oorspronkelijke bron: Pocket guide to nutrition assessment of the renal patient, derde editie 2002, hoofdstuk 2, waarden zijn teruggerekend naar de in Nederland gebruikte eenheden Extra De volgende punten zijn ook van belang voor de diëtist om de gewichtstoename en de oorzaak hiervan te kunnen beoordelen: - Elke 8 g zout heeft 1000 ml vocht nodig voor een normaal serum natrium gehalte 35, 38 ; - 75% van zoutinname komt uit kant en klaarmaaltijden en kant en klare kruidenmixen. Bij vervanging van zout moet wel gelet worden op het gebruik van kaliumzouten als vervanging 35 ; - Bij patiënten met een hogere leeftijd is de eigen zouttoevoeging, maar het gebruik van kant en klaar maaltijden met veel zout 34 ; - Bij patiënten met een hoger opleidingsniveau is de eigen zouttoevoeging, maar het gebruik van kant en klaar maaltijden met veel zout 34 ; - Meer zout = hogere IDWG 34, 40 ; - Industriële toevoegingen van zout kan ook als 35 : o Mono Sodium Glutaminaat (MSG) (conserveren, ook in Thaise, Chinese en Japanse keuken) (E621); o Natriumcaseïne; o Natriumnitraat (E251); o Natrium bicarbonaat. - Belangrijke punten van houden aan zoutrestrictie 34, 41 : o Psychologisch: Motivatie, sociale netwerken, familie en vrienden; o Eigen effectiviteit (verwachting of je het wel/niet kan). - Medicatie met zout 35 : o natriumbicarbonaat voor metabole acidose; o maagzuurremmers; o laxeermiddelen; o pijnstillers. - Meer zout = meer drinken = hogere bloeddruk = meer uitfilteren. Dit kan leiden tot hypotensie en kramp Calcium, fosfaat huishouding, calcium, phosphate Tabel Overzicht benodigde gegevens Calcium / fosfaat huishouding / Calcium / phosphate Gegevens en Gegevens en referentiewaarden referentiewaarden aangegeven in aangegeven in overige Elsevier 10 literatuur Gegevens en referentiewaarden aangegeven in NKF Pocket guide 4th edition 4 Referentiewaarde n die aangehouden worden binnen Dianet Utrecht (HD: bij 3x per week dialyse) Referentiewaar den volgens nieuwe richtlijn voor het dieet bij hemodialyse 11, 12 DNN Fosfaat serum: Streven naar KDIGO beveelt aan Streven richting normal < 1,8 mmol/l < 1,8 mmol/l en 20

23 waarde < 1,8 mmol/l 1,1 1,8 mmol/l* richting normal (=0,97-1,45 mmol/l) mmol/l range 5 Normal range = 0, mmol/l Streven naar normal (= 1,0-1,5 mmol/l) 4, 5 Fosfaat inname mg 22 Op geleide van laboratoriumwaar den. Ca x P 4,4 of < 5,0 Calcium serum: 2,2 2,9 mmol / l* 2,25 2,75 mmol/l (lage kant aanhouden) Calcium inname PTH: Intact pmol/l* Biointact 9-17 pmol/l* pg/ml (=16,0 31,9 pmol/l) tussen 2-9 x normal levels, voorkom extremen Geen Ca x P meer, maar de afzonderlijke waarden beoordelen. 5 binnen normal range houden. normal range is 2,1-2,5 / 2,6 mmol/l (verschilt per lab) 5 > 2.38, > 2,53, > 2,6, > 2,63 en > 2,85 mmol/l geven in diverse studies significant overlijdens risico. 5 adjusted calcium voor laag albumine = calcium + (4.0- serum 42, 43 albumin) * 0.8 Max mg/dag (incl. uit fosfaatbinders) 22 ipth tussen 2-9x de bovenste normale grens 42 Normal range = pmol/l (= pg/ml) 5 High = > 6,9 pmol/l (= > 65 pg/ml) 5 Low = < 1,6 pmol/l (= < 15 Geen Ca x P meer, maar de afzonderlijke waarden beoordelen. 5 2,1 2,5 mmol/l (lage kant aanhouden) 5 Wel aanpassen indien laag albumine met de volgende formule: adjusted calcium voor laag albumine = calcium + (4.0- serum albumin) * 42, Op geleide van laboratoriumwaar den. tussen 2-9 x normal levels, voorkom extremen 4 Normal range = pmol/l 5 zo mogelijk streven naar normaalwaarde Op geleide van laboratoriumwa arden. Bij serum fosfaat > 1,5 mmol/l: fosfaat mg (mag adequate eiwitinname niet in de weg staan) (gecorrigeerd voor albumine) Streven naar normaalwaarde (2,10 2,55 mmol/l) < 2000 mg elementair calcium, incl. uit fosfaatbinders 2 9 x bovennormaalw aarde (normaal: 1,3 6,8 pmol/l) 21

24 pg/ml) 5 target range pg/ml (16,5 33,0 pmol/l) geeft beste 44, 45 overlevingskans Vitamine D normale populatie = < 65 pg/ml (< 17,5 pmol/l) 44 Aanbeveling van actieve vit D en/of calcimimetica (bv. mimpara) bij PTH < 150 pg/ml (< 16,5 pmol/l) 44 Deficiëntie = < 30 ng/ml = 46, nmol/l Low level = < 20 ng/ml = 50 nmol/l nmol/l is geassocieerd met optimale bot turnover (één studie genoemd in dit artikel) 48 Deficiëntie = < 30 ng/ml = 75 nmol/l 46, 47 Low level = < 20 ng/ml = 50 nmol/l 47 Let op moment inname actieve vitamine D. (Indien ingenomen bij maaltijd wordt Ca en P beter opgenomen) > 80 nmol/l voor botstofwisseling > 100 nmol/l voor pleiotrope effecten Ergocalciferol (D2) en cholecalciferol (D3) supplementering bij HD patiënten laten een verbetering in het vitamine D level zien, met weinig of geen effect op het serum calcium en fosfaat gehalte. 48 Er zijn geen richtlijnen voor de behandeling met vitamine D bij patiënten met CKD stage 5, maar het lijkt erop dat er een directe actie te zien is van vitamine D. 48 Vitamine D suppletie met ergocalciferol (D2) of cholecalciferol (D3) is aan te bevelen om een adequate vitamine D status te verkrijgen en te onderhouding bij CKD

25 Gebruik actief vitamine D (intraveneus) geassocieerd met grotere hoeveelheid spiermassa en spierkracht bij HD. 49 * Bron: tabel Elsevier 10, oorspronkelijke bron: Pocket guide to nutrition assessment of the renal patient, derde editie 2002, hoofdstuk 2, waarden zijn teruggerekend naar de in Nederland gebruikte eenheden Extra Fosfaatbinders en vitamine D: In de Elsevier richtlijn 10 wordt aangegeven dat er aandacht moet zijn voor fosfaatbinders. In de literatuur wordt tevens benoemd dat bij hypercalciëmie, arteriële calcificatie en/of bij adynamische botziekten of wanneer de serum PTH gehaltes persistent laag zijn, het gebruik van calciumbevattende fosfaatbinders en/of de dosis van calcitriol (actieve vorm vitamine D) of vitamine D beperkt moeten worden 5. Verder wordt aangegeven dat het gebruik van aluminiumbevattende fosfaatbinders vermeden moet worden om aluminium intoxificatie te voorkomen 5. PTH: Bij verhoogde of stijgende gehaltes van PTH kan gebruik worden gemaakt van calcitriol, vitamine D analogen of calcimimetics (Mimpara) of een combinatie hiervan om PTH te verlagen 5. Bij de volgende punten kan het gebruik van calcitriol of een andere vitamine D sterol verlaagd of gestopt worden 5. - Bij hypercalciëmie 5 ; - Bij hyperfosfatemie 5 ; - Wanneer serum intact PTH gehaltes beneden 2x de bovenste grens van de normaalwaarden komt 5. Bij hypocalciëmie is het verlagen of stoppen van calcimimetics aanbevolen, wat wel afhankelijk is van de dosis medicijnen, klinische signalen en symptomen 5. Andere factoren geassocieerd met lage serum PTH gehaltes 45 : - calcium bevattende fosfaatbinders; - calciumrijke diëten; - hogere calcium concentraties in dialysaat; - metabool syndroom; - diabetes; - oxidatieve stress; - PD; - hogere leeftijd; - Aziatisch ras. 23

26 4. Kaliumhuishouding, potassium Tabel Overzicht benodigde gegevens Kaliumhuishouding / potassium Gegevens en Gegevens en referentiewaarden referentiewaarden aangegeven in aangegeven in overige Elsevier 10 literatuur Kalium: Normaal = 3,5 5,0 mmol/l Dialyse = 3,5 6,0 mmol/l Afwijkend = > 5,5 mmol/l Soort dialysaat (lager K, bv K-1, K-2 etc.) Intake kalium bij > 5,5 mmol/l = mg K (51-61 mmol K) Gegevens en referentiewaarden aangegeven in NKF Pocket guide 4th edition 4 3,5 6,0 mmol/l 3,5 6,0 mmol/l Serum bicarbonaat 22 mmol/l Normaal =3,5 6,0 50, 51 mmol/l Dialyse =3,5 6,0 mmol/l 50, 51 Afwijkend = > 6,5 mmol/l 50, 51 Indien kalium > 6 mmol/l, dan intake naar mg/dag. 22 Referentiewaarde n die aangehouden worden binnen Dianet Utrecht (HD: bij 3x per week dialyse) Normaal = 3,5 5,0 mmol/l Dialyse = 3,5 6,0 mmol/l Afwijkend = > 5,5 4, 10, 50, 51 mmol/l 10, 51 Soort dialysaat 51 Soort dialysaat K 1 = 1,0 mmol/l K2 = 2,0 mmol/l K 3 = 3,0 mmol/l Bij K > 5,5 mmol/l 2-3 g ( mg) of naar 8-17 mg/kg mmol/l = risico overlijden en morbiditeiten en serum albumine en eiwit katabolisme. 22 bij > 5,5 mmol/l = mg K (51-61 mmol K) 10, 51 Of aanpassing dialysaat. 4, mmol/l < 29 mmol/l na dialyse i.v.m. risico op verkalkingen. 30 Referentiewaar den volgens nieuwe richtlijn voor het dieet bij hemodialyse 11, 12 DNN < 5,5 mmol/l Op geleide van laboratoriumwa arden. Bij serum kalium > 5,5 mmol/l: mg HD: mmol/l Gebruik natriumbicarbonaat voor metabole acidose heeft geen invloed op IDWG, plasma Na en bloeddruk. Verlaagt eiwit katabolisme bij HD patiënten met ontstekingen of ontstekingen in mindere mate. Verhoogt serum Alb alleen bij patiënten zonder ontstekingen. 52 * Bron: tabel Elsevier 10, oorspronkelijke bron: Pocket guide to nutrition assessment of the renal patient, derde editie. 2002, hoofdstuk 2, waarden zijn teruggerekend naar de in Nederland gebruikte eenheden 24

27 Extra Mogelijke oorzaken voor een verhoogd serum kalium zijn: - Hoge intake 51, 53 ; - Slechte filtratie / inadequate dialyse 4, 51 ; - Invloed van medicatie 4, 51 ; o Kaliumsparende diuretica, zoals spironolacton; o ACE remmers (alleen fosinopril verlagend effect kalium); o Angiotensine-receptor blokkers; o Heparine; o Nonsteroidale antiontsteking medicijnen. - Acidose: elke 0,1 verlaging van ph verhoogt het kaliumgehalte met 0,6 tot 1,0 mmol/l 4 ; - Hoog serum glucose: dit zorgt voor een verschuiving van kalium tussen cel en serum 4 ; - Insuline deficiëntie 4 ; - Kaliumgehalte dialysaat te hoog 4, 53. Mogelijkheden lager kalium: - Hoge frequentie en duur van HD 53 ; - Restfunctie nier 53 ; - Gastrointestinale problemen (diarree) 53. Dialyseduur Bij HD is de dialyseduur is ook van belang. In de literatuur wordt het volgende aangegeven: - Verhoging van aantal/duur van dialyses verhoogt voedselinname 25, Betere eetlust en voedingstoestand bij nocturnal long home hemodialysis (NHHD) (6 x 8 uur per week). Zowel intake van eiwit als mineralen (kalium, calcium en fosfaat) verbeterden significant binnen 3 maanden na start van de behandeling (i.p.v. 3x 4-5 uur/week conventional HD (CHD)) Dialyseduur van 8 uur verwijdert significant meer fosfaat dan bij 4 of 6 uur Dialyseduur van long conventional hemodialysis (LHD) (3x/week 6 uur +/- 1 uur 15 min) laat adequate fosfaat balans zien en een lagere incidentie van hyperparathyroïdisme dan bij CHD (3x/week 4 uur +/- 30 min), ondanks verlaging van de fosfaat binders x/week LHD (6 uur) en long nocturnal daily hemodialysis (LNDHD) (8 uur) laat een adequate controle van bot mineraal metabolisme zien en een verlaging van de noodzaak van fosfaat binders Verhoging van dialyse tijd of frequentie verbetert de eetlust en bij LHD verzorgt het een stabiele voedingstoestand. Het is onduidelijk waarom er geen consistente verbetering in voedingsparameters te zien Behandeling van 7 uur per sessie (3x/week) heeft betere overlevingskansen dan patiënten die < 7 uur dialyseren (3x/week) Overlijdensrisico is 19% hoger bij patiënten die min dialyseren en 34% hoger wanneer < 211 min in vergelijking met > 240 min per week, verdeeld over 3 sessies 55. Ondanks dat een langere dialyseduur betere resultaten laat zien, zijn er in de literatuur in Amerika ook barrières genoemd voor het invoeren van deze langere dialyseduur e : (Grootste) Nog geen randomized controlled trial die de voordelen laat zien boven CHD; - 2 e : De wil en compliance van de patiënten. 44% van de patiënten zouden de mogelijkheid om van CHD naar SDHD te gaan afwijzen; - 3 e : Verstoort de organisatie van dialyse units en/of verstoort de personeelsbezetting en economische lasten van de units; - 4 e : Economisch voordeel van alternatieve strategieën zijn nog niet duidelijk geanalyseerd door de wetenschappelijke gemeenschap of de gezondheidszorg autoriteiten. 25

28 3.2 Praktische toepassing binnen ICF schema Om de benodigde gegevens toe te passen in de werksituatie is gekozen voor een ICF schema ter voorbereiding van de diëtistische diagnose 15. Dit is een internationaal gebruikt schema, welke in aangepaste vorm voor de Nederlandse situatie binnen Dietetiek is aangeboden bij de scholing diëtistische diagnose in Hieronder wordt een overzicht gegeven van de invulling van het schema ICF 13, 15. Dit schema dient ter voorbereiding van een consult met of een MDO over een patiënt. Aan de hand van deze gegevens wordt een diëtistische diagnose opgesteld, waarna besloten wordt om deze patiënt wel of niet te behandelen en wat de behandeldoelen zijn. In dit ICF schema wordt onderscheid gemaakt in de onderstaande onderdelen. Voor alle onderdelen geldt dat deze op dit moment van invloed zijn Aandoening, letsel, medische ingreep: De medische gegevens, door de arts of medische discipline gesteld, die van invloed zijn op het huidige functioneren van de patiënt. De volgende onderdelen geven het functioneren van de patiënt aan (Het gezondheidsprobleem) Functies en anatomische eigenschappen (stoornissen): Hierbij gaat het over de mens als organisme, de onderdelen van het lichaam, zoals lichaamsdelen (armen, benen etc.), orgaanstelsels (ademhalings- of spijsverteringsstelsel en het afweersysteem), organen (lever, nieren) en onderdelen van organen (longkwab, hartklep). Zowel de functies als anatomische eigenschappen Activiteiten (beperkingen): Is onderdeel van iemands handelen, de daadwerkelijke actie die de patiënt uitvoert inclusief de beperkingen hierbij Participatie (participatieproblemen): Mate van deelname aan sociaal-maatschappelijk leven 15. Heeft de patiënt wisselwerking met zijn of haar omgeving 53? De volgende onderdelen zijn factoren die invloed hebben op het functioneren van de patiënt Externe factoren (positief/negatief): Invloeden op functioneren van de patiënt van buitenaf. Fysieke en sociale omgeving Persoonlijke factoren (positief/negatief): Invloeden op het functioneren van de patiënt vanuit de patiënt zelf 56. Aandoening, letsel, medische ingreep Onderwerp: Actuele medische diagnose Reden van verwijzing Medische voorgeschiedenis Toelichting: Ziekte door de arts vastgesteld. Vanuit medische disciplines. Bevat diagnose. Nu van invloed, actueel. Functies en anatomische eigenschappen (stoornissen) (Kopjes komen overeen met kopjes ICF Diëtetiek 15 ) Onderwerp: Reden van verwijzing Toelichting: Vanuit medische disciplines. Het is een stoornis in functie of wijziging in anatomische eigenschap(pen). Fi 1. Mentale functies Onderwerp: Mentaal Toelichting: Geheugen, eetlust, motivatie, bewustzijnstoornissen, slaapstoornis, mate van aandacht, depressie, angst, 26

29 Fi 2. Sensorische functies en pijn Onderwerp: Sensorisch aversies, lichaamsbeeld etc. Toelichting: Gehoor, zicht, reuk, smaak, inclusief stoornissen hiervan en pijn Fi 3. Stem en spraak Onderwerp: Stem en spraak Toelichting: Stem, articulatie, vloeiend en ritme van spreken etc. Fi 4. Functies van hart en bloedvatenstelsel, hematologische systeem, afweersysteem en ademhalingsstelsel Onderwerp: Functies van hart en bloedvatenstelsel Hematologisch systeem Afweersysteem Toelichting: Bloeddruk, hartfuncties etc. Serum Ureum, kreatinine, cholesterol, HDL, LDL, Albumine, npna/pcr, Prealbumine, CRP, PTH, vit. D, Ca, P, Na, Bic, Gluc, Hb, HbA1c, Kt/V Werking immuunrespons incl. overgevoeligheid en allergie (NIET voeding gerelateerd), inspanningstolerantie etc. Fi 5. Functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel Onderwerp: Toelichting: Opname van voedsel Kauwen (prothese ja / nee?), slikken, speekselvorming, braken, aspiratie etc. Vertering Motiliteitsproblemen, maaglediging (o.a. vol gevoel), absorptie, allergische en niet-allergische voedselovergevoeligheid. Defecatie Consistentie, hoeveelheid, frequentie etc. Handhaving lichaamsgewicht Lichaamsgewicht (+ verloop en verlies in 1, 3 en 6 mnd), voedingstoestand Screening op risico Uitkomst van bv SGA / SNAQ // SNAQ rc / MUST: ondervoeding (ondervoeding: onwaarschijnlijk, niet uitgesloten of zeer wel mogelijk) Beoordeling voedingstoestand ondervoed / niet ondervoed door diëtist IDWG Interdialytic weight gain, gewichtstoename tussen 2 dialyses in kg of % BMI Spiermassa in % + evt. verlies Gewaarwordingen verband houdend met spijsverteringsstelsel Misselijkheid, zuurbranden, buikkramp, aandrang. Algemene metabole functies Energiebehoefte, behoefte aan specifieke voedingsstoffen, 27

Inhoud Presentatie. Femke Mensen, diëtist. Definitie voedingstoestand

Inhoud Presentatie. Femke Mensen, diëtist. Definitie voedingstoestand Inhoud Presentatie ingebouwd in Epic Femke Mensen Diëtist nefrologie Wie ben ik? Voedingstoestand Aanleiding Wat is de? in Elektronisch dossier Epic inbouwen, hoe ziet dat eruit? Disclosure belangen spreker

Nadere informatie

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts Topics in Chronic Disease Chronische Nierschade en de huisarts Toets Nierinsufficiëntie Casus Metabole stoornissen Vervolg casus Nabespreking toets Nierinsufficiëntie komt bij ruim 10% van de Nederlandse

Nadere informatie

Consequenties voor de voeding

Consequenties voor de voeding Alleen Diabetes? Chronische Nierschade Diabetes Mellitustype 2 wat betekent dat voor de voeding? DieGo, diëtisten Gooi en Omstreken Mariëtte Hoogers, diëtist te Hilversum Bron: DieGo Caresharing Nevendiagnoses

Nadere informatie

Normaal- en streefwaarden, formules

Normaal- en streefwaarden, formules Achtergrond richtlijn chronische nierinsufficiëntie Normaal- en streefwaarden, formules Inhoud 1. Normaalwaarden bloedparameters 2. Normaalwaarden urineparameters 3. Indeling stadia nierschade 4. Streefwaarden

Nadere informatie

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015 Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:

Nadere informatie

Interdialytic Weight Gain (IDWG)

Interdialytic Weight Gain (IDWG) Position Paper hemodialyse Interdialytic Weight Gain (IDWG) Inhoud 1. Inleiding 2. IDWG, vocht en natrium 3. IDWG en voedingstoestand 4. IDWG, UFR en mortaliteit 5. Overwegingen 6. Conclusie en aanbevelingen

Nadere informatie

ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I

ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I BABYLONISCHE SPRAAKVERWARRING? EENHEID van TAAL! WELKE TAAL / TERMINOLOGIE? ICD Al heel lang behoefte aan gestructureerd vastleggen van gegevens: ca. 1880: ICD, International

Nadere informatie

Dieet bij peritoneale dialyse

Dieet bij peritoneale dialyse Dieetbehandelingsrichtlijn Dieet bij peritoneale dialyse Doelgroep: Volwassen patiënten. Deze richtlijn vervangt: Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaaldialyse - DNN 2004 Dieetbehandelingsrichtlijn

Nadere informatie

Samenvatting (Hoofdstuk 2) (Hoofdstuk 3)

Samenvatting (Hoofdstuk 2) (Hoofdstuk 3) Samenvatting 144 SAMENVATTING 145 Samenvatting Een veel voorkomend probleem bij hemodialyse patiënten is ondervoeding hetgeen leidt tot verlies van spiermassa en verminderd lichamelijk functioneren. Ondervoeding

Nadere informatie

GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN

GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN Publiekslezing door Prof.dr. Ron T. Gansevoort Hoogleraar Interne Geneeskunde, UMC Groningen in het bijzonder preventie van chronische nierschade. Martinikerk Groningen, 14

Nadere informatie

CNE vasculaire zorg, 18 maart 2014 Dieetadviezen bij chronische nierschade

CNE vasculaire zorg, 18 maart 2014 Dieetadviezen bij chronische nierschade CNE vasculaire zorg, 18 maart 2014 Dieetadviezen bij chronische nierschade Sanne Huisman, diëtist Inhoud Dieetadviezen bij nierfunctiestoornissen: Verwijzen Doelstelling behandeling diëtist Dieetkenmerken

Nadere informatie

Nierfalen en pallia+eve zorg: wat is de rela+e?

Nierfalen en pallia+eve zorg: wat is de rela+e? Nierfalen en pallia+eve zorg: wat is de rela+e? Workshop 1 Be,e Hoekstra, Verpleegkundig specialist Maasstad Ziekenhuis (potentiële) Belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie

Voedingsmanagement in de Psychiatrie Voedingsmanagement in de Psychiatrie Anneke van Hellemond, diëtist Anneke Wijtsma, diëtist 1 Inhoud presentatie Voedingsproblemen Overgewicht Metabool syndroom Verwijzen naar gespecialiseerd diëtist Behandelwijze

Nadere informatie

HHS Workshop Ondervoeding en chronische nierschade. Verminderen Chronische Nierschade. Leerdoelen

HHS Workshop Ondervoeding en chronische nierschade. Verminderen Chronische Nierschade. Leerdoelen 8-0-00 Workshop Ondervoeding en chronische nierschade Verminderen Chronische Nierschade Hans van Overbeeke, specialist ouderengeneeskunde Maria Lutke Schipholt Pouderoijen, dietiste Ton v.d. Maas, internist-nefroloog

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten Parkinson en voeding Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten Wie ben ik? Diëtist Norschoten te Barneveld / Meander Medisch Centrum te Amersfoort Sinds 2012 aangesloten

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Diabetes en. Vitamine D deficiëntie. ntie. Vitamine D is een hormoon! Klinische presentatie vit. D deficiëntie. Interpretatie 25 (OH)2 spiegel?

Diabetes en. Vitamine D deficiëntie. ntie. Vitamine D is een hormoon! Klinische presentatie vit. D deficiëntie. Interpretatie 25 (OH)2 spiegel? Vitamine D is een hormoon! Diabetes en vitamine D deficiëntie Dr. Yvo Sijpkens, internist-nefroloog nefroloog Bronovo, Den Haag Derde Landelijk Symposium Diabetes en Nierziekten Klinische presentatie vit.

Nadere informatie

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring MDRD vs kreatinine klaring Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine Dr. Wim JC de Grauw Huisarts Afd. Eerstelijnsgeneeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Diabetes Huisartsen Adviesgroep (DiHAG) Lid

Nadere informatie

Belangrijk is om te beseffen dat deficiënties soms ontstaan ondanks het feit dat patiënten gesuppleerd worden.

Belangrijk is om te beseffen dat deficiënties soms ontstaan ondanks het feit dat patiënten gesuppleerd worden. Voedingsdeficiënties Er zijn een aantal zaken die meespelen bij het ontstaan van de tekorten na bariatrische chirurgie. Ten eerste is bekend dat morbide obese patiënten vaker voedingsdeficiënties hebben

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie Inhoud Inleiding a. Rode bloedcellen b. Witte bloedcellen c. Bloedplaatjes d. Hematocriet e. Hemoglobine

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66121 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voskamp, P.W.M. Title: Prepare; before starting dialysis : outcomes in patients

Nadere informatie

Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006

Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006 RICHTLIJN LABORATORIUMBEPALINGEN EN PERIODIEK ONDERZOEK BIJ STABIELE CHRONISCHE HD EN PD PATIËNTEN Wijzigingen laboratoriumbepalingen ten opzichte van de richtlijn 2006 - Bepaling van de aluminiumspiegel

Nadere informatie

Dieet bij hemodialyse

Dieet bij hemodialyse Dieetbehandelingsrichtlijn Dieet bij hemodialyse Doelgroep: Volwassen patiënten. Deze richtlijn vervangt: Richtlijnen voor het dieet bij hemodialyse - DNN 2004 Dieetbehandelingsrichtlijn Terminale nierinsufficiëntie:

Nadere informatie

Normaal- en streefwaarden, formules

Normaal- en streefwaarden, formules Achtergrond richtlijn chronisch nierfalen (volwassenen) Normaal- en streefwaarden, formules De belangrijkste wijzigingen t.o.v. versie 2, 01/2013 zijn: Verdere uitwerking micro- en macro-albuminurie Nieuwe

Nadere informatie

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN 03 Rode bloedcellen 03 Witte bloedcellen 04 Bloedplaatjes 04 Hematocriet 04 Hemoglobine 04 Ureum 05 Creatinine 05 Urinezuur 05 Natrium

Nadere informatie

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn?

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade Wanneer verwijzen en wanneer telenefrologie En natuurlijk: wat zelf doen. Michiel Bleeker, internist-nefroloog Bernhoven Ellen van Ommen, internist-nefroloog Bernhoven Wim de Grauw,

Nadere informatie

DIABETISCHE NEFROPATHIE

DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE Onderdeel van de micro-angiopathie bij diabetes mellitus. Insuline-afhankelijke DM 30% vd ptn krijgt nefropathie Niet-insuline-dependente DM 5% vd ptn Pathogenese: Meerdere factoren

Nadere informatie

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Lichaamswater Bij mannen 60%; vrouwen 50% ECV: iets minder dan de helft ICV: iets meer dan de helft Intravasculair (plasma): onderdeel van

Nadere informatie

Kick-off symposium Transmuraal zorgpad longaanval COPD Voeding en beweging

Kick-off symposium Transmuraal zorgpad longaanval COPD Voeding en beweging Kick-off symposium Transmuraal zorgpad longaanval COPD Voeding en beweging H. de Blank, diëtist MCH I. Zuliani, diëtist MCH L. Albeda, fysiotherapeut HagaZiekenhuis Disclosure belangen sprekers (potentiële)

Nadere informatie

Casus oudere vrouw met COPD

Casus oudere vrouw met COPD Casus oudere vrouw met COPD Een casus: Mevrouw de Wit 73 jarige vrouw 2003 tot 2005 herhaalde heupfracturen, kunstheup links Osteoporose Sinds een aantal jaren COPD gold 3, matige ziektelast Echtgenoot

Nadere informatie

Laboratoriumafwijkingen en suppletieadviezen

Laboratoriumafwijkingen en suppletieadviezen Laboratoriumafwijkingen en suppletieadviezen Voedingsdeficiënties Er zijn een aantal zaken die meespelen bij het ontstaan van de tekorten na bariatrische chirurgie. Ten eerste is bekend dat morbide obese

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Goeij, Moniek Cornelia Maria de Title: Disease progression in pre-dialysis patients:

Nadere informatie

Figuur 1. Componenten binnen de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF).

Figuur 1. Componenten binnen de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). Het functioneren van patiënten na een stamceltransplantatie weergegeven met de International Classification of Functioning, Disability and Health: een Delphi studie Mijn naam is Janet Bloemhof - Haasjes.

Nadere informatie

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten 2015 Agenda Historie Ondervoeding en oncologie Refeeding Casus tijdens de presentatie 1ste lijn Refeeding? Historie Belegeringen

Nadere informatie

Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013. S. Lonterman; Klinisch Geriater

Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013. S. Lonterman; Klinisch Geriater Ondervoeding bij Ouderen 14/11/2013 Inhoud Presentatie Definitie Ondervoeding Verschillende schalen Ouderen Centrum & Ondervoeding HagaZiekenhuis & Ondervoeding Eigen Onderzoek Voedingsgebied Supplementen

Nadere informatie

Chronische nierinsufficiëntie

Chronische nierinsufficiëntie Chronische nierinsufficiëntie 15 april 2013 Sadie van Esch, internist-nefroloog St. Elisabeth ziekenhuis, Tilburg Consequenties late verwijzing nefroloog Verschil in overleving tussen vroeg en laat naar

Nadere informatie

Protocol vochtbeleid kinderen < 40 kg IC kinderen

Protocol vochtbeleid kinderen < 40 kg IC kinderen Protocol vochtbeleid kinderen < 40 kg IC kinderen Datum vaststelling: 15 okt 2015 Auteurs Kinder IC Versie: 1.1 Datum revisie: 15 okt 2018 Verantwoording: Medische protocollencommissie Kinder IC Brondocument:

Nadere informatie

Relatie voeding en valpreventie

Relatie voeding en valpreventie Relatie voeding en valpreventie Donderdag 10 oktober 2018 Suzan Bijleveld, diëtist Doel van deze presentatie Signaleren van factoren die de kans op vallen vergroten Voedings- en beweegtips om dit tegen

Nadere informatie

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken?

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken? Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken? Nierfunctie en nierfunctievervangende therapie J. Lips, nefroloog 27-4-2011 1 27-4-2011 2 Inhoud Anatomie normale nieren Functie nieren Wat als

Nadere informatie

Ondervoeding bij ouderen

Ondervoeding bij ouderen Ondervoeding bij ouderen Caroline Boomkamp Klinisch geriater Bernhoven Inhoud Definities Screening en assessment Prevalentie Oorzaken Gevolgen Behandeling van ondervoeding Definitie geriatrische patiënt

Nadere informatie

Voedingskundige ondersteuning bij ALS

Voedingskundige ondersteuning bij ALS Voedingskundige ondersteuning bij ALS Post-HBO cursus Voeding bij Spierziekten 4 juni 2009 Nicole Broekman-Peters, diëtist UMCU en De Hoogstraat Contact: n.broekman-peters@umcutrecht.nl Inhoud Diëtistisch/methodisch

Nadere informatie

Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF)

Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) FUNCTIES Hoofdstuk 1 Mentale functies Algemene mentale functies. Bewustzijn Oriëntatie Intellectuele functies Globale

Nadere informatie

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist?

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist? Voorstellen COPD Nut van goede voeding Aafke Hermsen, diëtist Karin Janssen-van Hemmen, kaderhuisarts astma/copd i.o. Agenda owanneer naar de diëtist? olichaamssamenstelling ogewichtsverandering onut van

Nadere informatie

Preventieve zorg in de pre-dialyse de verpleegkundige rol

Preventieve zorg in de pre-dialyse de verpleegkundige rol Preventieve zorg in de pre-dialyse de verpleegkundige rol ADRY BAKKER DIEPENBROEK Nurse Practitioner Nefrologie Meander Medisch Centrum & MAAIKE HENGST Nurse Practitioner Nefrologie Knowing is not enough;

Nadere informatie

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout

Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen. Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout Dieetadvies tijdens en na oncologische behandelingen Tinne Roodhooft- Onco- diëtiste AZ Herentals Lies Schrauwen Onco diëtiste AZ Turnhout Overzicht Taak oncodiëtiste Ondervoeding bij kanker Voedingsadvies

Nadere informatie

Chronische nierschade

Chronische nierschade Chronische nierschade Pauline Heijstee Kaderhuisarts diabetes Nierfunctie n Afvalstoffen klaren n Vochtbalans handhaven n Electrolytenbalans handhaven Nierschade n Verlies van stoffen die we niet willen

Nadere informatie

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen Samenvatting Chronische nierschade (CNS) en de complicaties daarvan, veroorzaken, naast de grote persoonlijke impact, veel druk op gezondheidszorg voorzieningen. Door de vergrijzing en de toename van suikerziekte

Nadere informatie

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie Ingrid de Vries, dialyseverpleegkundige Casper Franssen, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Inhoud Hypoglycemie Verschillende

Nadere informatie

Tabel: Overzicht van de studieresultaten.

Tabel: Overzicht van de studieresultaten. 1 Educatieve interventies om de therapietrouw bij diabetes mellitus type 2 te verbeteren Subanalyse van een systematische review van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken Tabel: Overzicht van de studieresultaten.

Nadere informatie

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Chronische Nierschade Wim de Grauw Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Wie moet ik extra in de gaten houden? DiHAG sterrencursus 11 juni 2009 2 Omvang

Nadere informatie

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Hoeveel water heeft een mens en waar zit het? Vulling Lichaamswater Bij mannen 60%; vrouwen 50% ECV: iets minder dan de helft ICV: iets meer dan de helft Intravasculair (plasma): onderdeel van

Nadere informatie

Samenvatting voor de niet medisch onderlegde lezer

Samenvatting voor de niet medisch onderlegde lezer Etnische verschillen in overleving bij dialysepatiënten in Europa. De rol van demografische, klinische en psychosociale factoren. Nieren hebben de belangrijke taak om afvalproducten en vocht uit het lichaam

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Uitgebreide antropometrie in de praktijk: meten is, goed kunnen adviseren in, weten wat te eten! Cora Jonkers Academisch Medisch Centrum Nutritional assessment

Nadere informatie

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006)

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006) Nierschade Samenvatting van de lezing door dr. A.G.Lieverse, als specialist interne geneeskunde verbonden aan het Máxima Medisch Centrum, op maandag 22 september 2014 voor de DVN Regio Peel & Kempen. door

Nadere informatie

Voeding bij kanker. Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige. Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken. Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014

Voeding bij kanker. Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige. Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken. Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014 Voeding bij kanker Rolverdeling diëtist, patiënt en verpleegkundige Multidisciplinaire Zorg: Samen Werken Liesbeth Haverkort MSc - 10 januari 2014 Rolverdeling en interactie patiënt - diëtist - verpleegkundige

Nadere informatie

Dieet bij hartfalen. Een kwestie van smaak. Marjon Achterberg- Budding, diëtist 4 e Nationale Voedingscongres 8 februari 2011

Dieet bij hartfalen. Een kwestie van smaak. Marjon Achterberg- Budding, diëtist 4 e Nationale Voedingscongres 8 februari 2011 Dieet bij hartfalen Een kwestie van smaak Marjon Achterberg- Budding, diëtist 4 e Nationale Voedingscongres 8 februari 2011 Wat komt aan de orde? Achtergronden bij de nieuwe Multidisciplinaire Richtlijn

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen Ann Gryp, Hoofdverpleegkundige geriatrie Frailty Frailty heeft te maken met kwetsbaarheid. Frailty zegt iets over de ernst

Nadere informatie

Bariatrische Chirurgie: een gewichtige ingreep

Bariatrische Chirurgie: een gewichtige ingreep Bariatrische Chirurgie: een gewichtige ingreep 1 Mellody Cooiman Arts-onderzoeker/PhD-student Disclosure belangen spreker Geen 2 3 Evolutie 4 Overgewicht? Dit zijn de risico s 5 Medicatie switch of behandeling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Diabetes mellitus. Victoza en voeding Diabetes mellitus Victoza en voeding In het kort Wat is diabetes? Diabetes mellitus wordt in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd. Bij Diabetes mellitus is er geen of onvoldoende insuline beschikbaar

Nadere informatie

Info ICF. International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren

Info ICF. International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren Info ICF ICF? o o International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren Ontstaan ICF ICF is een classificatiesysteem, ontwikkeld

Nadere informatie

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans

Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans 1 Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren dat de kans vergoot op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen,opname

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Dieet bij chronisch nierfalen

Dieet bij chronisch nierfalen Dieetbehandelingsrichtlijn Dieet bij chronisch nierfalen Doelgroep: Volwassen patiënten zonder nierfunctievervangende therapie Deze richtlijn vervangt: Dieetbehandelingsrichtlijn Chronische nierinsufficiëntie

Nadere informatie

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging Praktijk voor Fysiotherapie Altijd in beweging In samenwerking met. Viola Gijzen, diëtist Mieke Verschuren/Marijke Sligchers, fysiotherapeuten Inhoud Inleiding Wat is COPD? COPD en dan? COPD en voeding

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Feiten en fabels over voeding, medicatie en diabetes

Feiten en fabels over voeding, medicatie en diabetes Feiten en fabels over voeding, medicatie en diabetes Heleen Berkelmans, diëtist, DITO Paul van den Broek, medisch coördinator Diabetes Inhoud Diëten en medicatie aanpassen? Wat te doen na een gastric bypass?

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie

Nadere informatie

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen

Nadere informatie

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová Fosfaat 4/10/2014 Aegida Neradová Indeling fosfaat fosfaat en het menselijk lichaam nierfunctie(s) chronische nierschade dieet fosfaatbinders Fosfaat Fosfaat EU-verbod op fosfaten in wasmiddelen 14 dec

Nadere informatie

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Er gaat niets boven Groningen! Inhoud Behandeling van NAFLD 1. Rol van

Nadere informatie

Voedingstoestand meten met SGA. Hans Brandts

Voedingstoestand meten met SGA. Hans Brandts Voedingstoestand meten met SGA Hans Brandts Ondervoeding bij Dialyse Patienten Prevelentie bij Subjective Global Assessment (SGA) Studies N % Ondervoed Young, 1991 Kawaguchi,1996 Cianciaruso,1995 Enia,

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Angela Fleming en Yvonne Verhulst, Ter Gooi Diëtistendagen 2016 4 De meerwaarde van de diëtist bij de behandeling van de klinische COPD patiënt. Angela

Nadere informatie

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen?

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen? Chronisch Hartfalen Wat is chronisch hartfalen? Omschrijving Hartfalen Hartfalen is een aandoening van het hart waarbij het hart niet meer in staat is om voldoende bloed uit te pompen en rond te pompen.

Nadere informatie

Functionele anamnese op basis van de ICF

Functionele anamnese op basis van de ICF Functionele anamnese op basis van de ICF Een herstelgerichte benadering vraagt om een herstelgerichte anamnese. Hiervoor is het van belang om niet alleen psychische kwetsbaarheden in kaart te brengen maar

Nadere informatie

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE

Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE Vroege herkenning en behandeling van ondervoeding in Nederlandse Verpleegen Verzorgingshuizen ACHTERGRONDINFORMATIE December 2008 INLEIDING Uit de LPZ meting van 2007 blijkt dat in verpleeg- en verzorgingshuizen

Nadere informatie

LET OP: Als er meer dan 500 mg/mmol eiwit is, dan wordt de uitslag een * en wordt het totaal eiwitverlies berekend!

LET OP: Als er meer dan 500 mg/mmol eiwit is, dan wordt de uitslag een * en wordt het totaal eiwitverlies berekend! Praktische leidraad voor huisarts en praktijkondersteuner m.b.t. interpretatie en behandeling van chronische nierschade (Gebaseerd op de NHG standaard Chronische Nierschade 2018 ) Er is sprake van chronische

Nadere informatie

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa. METING TANITA INNERSCAN NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V DATUM DATUM DATUM DATUM Gewicht Vetpercentage Watergehalte % Spiermassa Lichaamsbouwtype Basismetabolisme Metabolische leeftijd Botmassa

Nadere informatie

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen! Nierschade April 2013 Leonie Tromp huisarts te Tilburg Kaderarts Hart- en Vaatziekten Kernboodschap Nierfunctiestoornissen en albuminurie Hart- en vaatziekten Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Nadere informatie

Ondervoeding. 1.1 Begrippen

Ondervoeding. 1.1 Begrippen 1 Ondervoeding Wanneer is er sprake van ondervoeding? Welke soorten ondervoeding zijn er? En wat is eraan te doen? Voor een antwoord op deze en andere vragen volgt eerst een uiteenzetting van de diverse

Nadere informatie

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Tips en trics voor de nefrologie anno 2015 Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Disclosures Dr. I.C. van Riemsdijk None Drs. M. Wabbijn None Inleiding Algemeen: wat is nierfunctie

Nadere informatie

Benchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland

Benchmark Diabetes 2016 SEZ Zaanstreek-Waterland SEZ Zaanstreek-Waterland Waterland Mvr. M.E.M. Nota Dhr. R.T. Swart Kenniscentrum voor Ketenzorg Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 Populatiegegevens... 4 Populatiegegevens gespiegelde patiënten... 5 Proces-

Nadere informatie

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Nierschade: erger voorkomen.... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Inleiding Begrippen Indeling en voorkomen van chronische nierschade (CNS) Proteinurie en GFR als risicofactoren voor progressie nierschade

Nadere informatie

ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES. Gebracht door Nadieh Verhoest

ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES. Gebracht door Nadieh Verhoest ROL VAN DE DIËTISTE IN HET ONCOLOGISCH PROCES Gebracht door Nadieh Verhoest Programma Nationaal kankerplan Kankercachexie Voedingsplan bij cachexie Andere voedingsrichtlijnen Nationaal kankerplan L. Onkelinx

Nadere informatie