Gemeentebestuur Spuiboulevard 300

Transcriptie

1 Dordrecht Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard GR Dordrecht Datum 17 oktober 2008 Ons kenmerk Begrotingsprogramma Sociale Infrastructuur en -thema Vrijetijdsvoorzieningen 1. Aanleiding Het Overlegorgaan Nationaal Park De Biesbosch heeft een beleidsplan voor recreatie en toerisme voor de Biesboschregio opgesteld en vastgesteld. Naast de gemeente Dordrecht participeren in het overlegorgaan: provincie Noord Brabant, provincie Zuid-Holland, Staatsbosbeheer, Natuur- en Recreatieschap de Hollandse Biesbosch, Natuur en recreatieschap de Brabantse Biesbosch en de gemeenten Drimmelen en Werkendam. Het beleidsplan heeft de titel "Ondergedompeld in de Biesbosch 11. De reikwijdte van het plan is groter dan het "mandaat" van het overlegorgaan, omdat het plan de hele Biesbosch-regio betreft. Dit is het gebied van het Nationaal Park en haar omgeving binnen een straal van 5 tot maximaal 15 kilometer 1. Aangezien het beleidsplan verder reikt dan het nationaal park heeft het Overlegorgaan het beleidsplan aan de participerende partijen, c.q. partijen die in het beleidsplan worden aangesproken, voorgelegd om ten aanzien van het beleidsplan een standpunt in te nemen. Dit betreft ook de gemeente Dordrecht. In voorliggende notitie gaan wij in op de inhoud van het beleidsplan, de beoogde structuur en de financiën resulterend in een gemeentelijk standpunt. Voorgesteld wordt om in te stemmen met dit standpunt en dit vervolgens via bijgevoegde brief door het college aan het Overlegorgaan kenbaar te maken. 2. Achtergrond In 1987 heeft een flink deel van de Biesbosch-regio op grond van de bijzondere ecologische waarden als zoetwatergetijdengebied, de status van Nationaal Park in oprichting gekregen. Betrokken organisaties zijn toen gestart met het opstellen van een beheer- en inrichtingsplan (BIP). Bij het gereed komen van het BIP in 1994 is het Nationaal Park de Biesbosch formeel opgericht. Net als in andere nationale parken is de hoofddoelstelling om natuurbehoud, natuurontwikkeling, recreatief medegebruik, voorlichting en educatie te behartigen. In 2004 is opnieuw een BIP opgesteld. Voor de recreatieve functies zijn daarin de volgende doelstellingen opgenomen: Het versterken en benutten van de specifieke mogelijkheden die het zoetwatergetijdenmoeras van het Nationaal Park biedt voor vormen van natuurgerichte recreatie. Het handhaven van de toegankelijkheid van de Biesbosch, waarbij een zoneringsbeleid van meer (aan de randen) naar minder (in de kern) natuurgerichte recreatieactiviteiten wordt gehanteerd. Het positioneren van het Nationaal Park als natuurgericht recreatiegebied in combinatie met of in aanvulling op recreatieve mogelijkheden in de omgeving. 1 Het gebied kent geen harde grenzen; er wordt gewerkt vanuit een logische focus op de Biesbosch-regio. Pagina 1/8

2 Eén van de projecten in het kader van deze doelstellingen was om een gezamenlijk beleidsplan recreatie en toerisme op te stellen om kansen en mogelijkheden op het gebied van natuurgerichte recreatie beter te benutten, met respect voor de aanwezige en beoogde natuur- en landschapswaarden. Het beleidsplan "Ondergedompeld in de Biesbosch" is hiervan het resultaat (zie bijlage). 3. Het beleidsplan "Ondergedompeld in de Biesbosch" In dit hoofdstuk gaan wij nader in op het beleidsplan en de meerwaarde voor de gemeente Dordrecht. Dit levert de ingrediënten op voor het gemeentelijk standpunt. 3.1 Algemeen Het doel van het beleidsplan is: het formuleren van beleid voor (natuurgerichte) recreatie in het plangebied, gericht op het creëren en beheren van voldoende en goede mogelijkheden voor verschillende soorten recreanten (motiefgroepen), zodat zij op een aantrekkelijke manier kunnen recreëren met respect voor de aanwezige en beoogde natuur- en landschapswaarden. Het beleidsplan richt zich op de Biesbosch-regio. In de bijlage treft u een kaartje van het betreffende gebied. Door beleid te formuleren voor recreatie en toerisme voor een gebied dat het Nationaal Park omvat maar ook het omliggende gebied ontstaan nieuwe kansen en mogelijkheden voor het totale gebied en de afzonderlijke delen. De meerwaarde zien wij vooral ten aanzien van: - onderlinge afstemming tussen belanghebbende organisaties en tussen deelgebieden over het aanbod, waardoor mogelijkheden worden gecreëerd om te komen tot een aanbod dat meer complementair is in plaats van meer van hetzelfde; - gezamenlijke promotie van het gebied waar ook de deelgebieden profijt van kunnen hebben; - leggen van nieuwe ontsluitingsroutes tussen deelgebieden; - zonering van het gebied van intensief naar extensief recreatief gebruik rekening houdend met verschillende motieven van recreëren en verschillende soorten recreanten met respect voor de aanwezige en beoogde natuur- en landschapswaarden; - duurzaamheid als uitgangspunt voor de ontwikkeling van het gebied. 3.2 Relatie met lokale ontwikkelingen In het beleidsplan staan de huidige lokale ontwikkelingen op het gebied van recreatie in Dordrecht. Met name het SGP/Nieuwe Dordtse Biesbosch is een belangrijke lokale recreatieve ontwikkeling met een bovenlokale functie. Hetgeen we daarmee als gemeente voorstaan is als input gebruikt voor en meegenomen in de visie. Dit leidt derhalve op hoofdlijnen niet tot "tegenstrijdigheden". Wel missen wij ten aanzien van De Hollandse Biesbosch de lokale ambitie om hier meer het accent op wellness en buitensport te leggen. Ook lijkt de landrecreatie meer aandacht te krijgen dan de waterrecreatie. In het plan ontbreekt de ambitie van de gemeente Dordrecht (structuurvisie 2020) om van 't Wantij een waterboulevard te maken. 3.3 Het beleidsplan op onderdelen In hoofdstuk 3 en 4 van het beleidsplan staan respectievelijk de beleidsvisie en het uitvoeringsprogramma opgenomen. Op onderdelen zullen wij hierop ingaan. Pagina 2/8

3 Identiteit De identiteit vormt de basis voor het positioneren, ontwikkelen en promoten van de Biesbosch-regio. In de beleidsvisie is de identiteit van de Biesbosch-regio als volgt omschreven: Een uniek en dynamisch zoetwatergetijdengebied, een mysterieus en avontuurlijk Nationaal Park vol historie van strijd tussen mens en water. De beschreven identiteit sluit goed aan bij wat het gebied in feite is. Gevoelsmatig ligt de nadruk op natuur, maar de geformuleerde identiteitsbeschrijving biedt voldoende ruimte en mogelijkheden voor recreatieve invulling. Het zal dan in hoofdzaak wel gaan om natuurgebonden recreatie, hetgeen logisch is gezien de aard van het gebied. Ambitie In het beleidsplan wordt aangegeven dat de ambitie hoog is. Er wordt gesproken over het aantrekken van meer en nieuwe (inter)nationale doelgroepen. In de beoogde doelgroepen staat de bevolking in de nabije regio (0-10km) opgenomen als belangrijkste doelgroep. Wij vinden de keuze voor primair de bevolking uit de nabije regio een logische. Tevens kenmerkt het gebied zich vooral als een natuurgebied. "Het gebied is en blijft primair bestemd voor de rust- en natuurzoekende recreant" (p.31). Wij onderschrijven dat dit de kern is voor huidig en toekomstig handelen en dat in het gebied niet allerlei hoogdravende activiteiten worden neergezet; dat de beleidsvisie de ruimte biedt om toch iets met een publiekstrekkende activiteit te doen (waar mogelijk ook mensen van buiten de regio op af komen) juichen wij toe. Al lopende ontwikkelingen binnen de deelgebieden vormen belangrijke ingrediënten van het beleidsplan. Al langere tijd wordt geroepen om het totale gebied meer in samenhang te beschouwen; met het beleidsplan is dit nu gebeurd hetgeen op zich al een flinke stap voorwaarts is, waarbij het logisch dat niet voorbij wordt gegaan aan al lopende ontwikkelingen ten aanzien van recreatie in deelgebieden. De ambitie zou in onze optiek in het uitvoeringsprogramma nog meer tot uiting kunnen komen. In het uitvoeringsprogramma staan 16 acties opgenomen. De acties die daarin staan opgenomen hebben veelal een onderzoeksmatig karakter. Dit zou meer getrechterd kunnen worden door voor een aantal thema's "echt te gaan". Branding en het daadwerkelijk realiseren van fysieke verbindingen zijn wat ons betreft thema's om op door te pakken. De eerste omdat dit het gebied en de samenhang tussen deelgebieden meer op de kaart zet en de tweede omdat dit de deelgebieden fysiek nog meer verbindt. Beiden zullen de aantrekkelijkheid van het gebied vergroten. Duurzaamheid: proeftuin duurzaam toerisme De beleidsvisie gaat uit van duurzaamheid voor de ontwikkeling van de Biesbosch-regio. Dit vinden wij positief. Duurzaamheid streven wij als gemeente ook na in Knoop in 't Land. Het toepassen op de gehele Biesbosch-regio gaat in onze ogen wat ver. Te meer daar ook gestreefd wordt naar de ontwikkeling en realisatie van hoogwaardige (horeca)accommodaties en nieuw toeristisch-recreatief aanbod (p.37), hetgeen zich niet altijd zal vereenzelvigen met duurzaamheid. Het uitwerken van het duurzaamheidsconcept is een van de acties uit het uitvoeringsprogramma. De navolgende gedachte zullen wij het overlegorgaan meegeven: koppel de toepassing van duurzame materialen aan de zonering; in de overgang van intensief naar extensief gebruik wordt duurzaamheid steeds belangrijker. Pagina 3/8

4 Ontsluiting en toegankelijkheid De ontsluiting over land en via water is een van de hoofdpunten van beleid. Dit vinden wij positief. De verschillende deelgebieden binnen de Biesbosch-regio herbergen reeds mooie recreatieve functies. Door de deelgebieden fysiek meer met elkaar te verbinden ontstaat al een meerwaarde in de recreatieve mogelijkheden van het totale gebied. Hierboven hebben wij al aangegeven dat de ambitie in het uitvoeringsprogramma op dit onderwerp in onze optiek hoger zou mogen zijn. Doelgroepen, motiefgroepen en zonering In het beleidsplan wordt geredeneerd vanuit verschillende typen recreanten gekoppeld aan een bepaalde zonering van het gebied. Het denken vanuit motiefgroepen vinden wij positief. Lokaal streven we naar diversiteit in het recreatieaanbod om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de diversiteit in de vraag van de bevolking naar recreatie. Het denken vanuit motiefgroepen sluit hierbij aan. Het vervolgens "wegzetten" van motiefgroepen in een zonering van het gebied van intensieve recreatie naar extensieve recreatie vinden wij ook positief. Een zo goed mogelijke 'match' kan doordoor tot stand worden gebracht tussen enerzijds gebied (en de functie van dat gebied) en anderzijds het type gebruiker van dat gebied. Wel willen wij ervoor waken dat de indeling van de zonering niet botst met lopende lokale ontwikkelingen waarbij bestaande recreatieknooppunten en nog te ontwikkelen knooppunten zijn voorzien voor bepaalde doelgroepen. Uit de zoneringsplaatjes uit de beleidsvisie maken wij op dat dit op elkaar aansluit. De belangrijkste doelgroep voor de Biesbosch-regio is de bevolking uit de nabije regio (0-10km). Deze groep vormt nu ook al het grootste aandeel in de bezoekersaantallen en vinden wij een logische keuze. De aandacht voor bezoekers van buiten de regio achten wij eveneens van belang om tot meer bezoekers te komen en daarmee als totale gebied aantrekkelijker te worden voor ondernemers om in het gebied iets neer te zetten. Branding en positionering Een meer centrale aanpak van communicatie over het totale gebied vinden wij positief. Een gemeenschappelijke uitstraling is nodig om het gebied en daarmee de deelgebieden meer op de kaart te zetten. Eén website, één logo, etc. zijn daarvan voorbeelden. Wel vinden wij het van belang dat er mogelijkheden zijn om ook het lokale gezicht zichtbaar te houden en in stand te houden. In de verdere uitwerking van de branding en positionering vinden wij dat een voorwaarde. Monitoring Het cijfermatig volgen van het beleid is van belang om te kunnen bepalen of het beleid en de uitvoering naar wens verloopt. Tevens kan hierdoor cijfermatig in beeld worden gebracht in welke mate natuurwaarden enerzijds en recreatie en toerisme anderzijds hand in hand kunnen met elkaar. De aandacht hiervoor in het beleidsplan is positief. Meerjaren uitvoeringsprogramma Het uitvoeringsprogramma is langs 5 lijnen ingestoken: - zonering; - identiteit, branding, promotie; - aanbodontwikkeling; - voorlichting, educatie, toezicht en monitoring; - organisatie en samenwerking. Pagina 4/8

5 Deze 5 lijnen zijn in onze optiek de inhoudelijke speerpunten waarop de meerwaarde voor het totale gebied als ook de deelgebieden het meest zal renderen. De opgenomen acties voor de korte termijn zijn logisch. Onze opmerkingen ten aanzien van het ambitieniveau in de acties hebben wij hiervoor al aangegeven. 4. Structuur en organisatie 4.1 Korte termijn Om uitvoering en sturing te geven aan het beleidsplan en de opgenomen acties is in het beleidsplan opgenomen om een tijdelijke organisatie in te richten voor de duur van 1,5 jaar. De tijdelijke organisatiestructuur bestaat uit een bestuurscommissie en een programmabureau. In de bestuurscommissie participeren, onder leiding van de voorzitter van het Overlegorgaan, de deelnemende gemeenten en de beide provincies. Het programmabureau gaat in opdracht van de bestuurscommissie het uitvoeringsprogramma concreet uitvoeren. Het overlegorgaan vraagt de deelnemende partijen om de bestuurscommissie uitvoeringsmandaat te geven. Dit heeft vooral betrekking op de uitvoering van de 16 acties/projecten uit het uitvoeringsprogramma, vastgestelde beleidsplannen, verordeningen en beheer- en inrichtingsplannen. De keuze voor een tijdelijke constructie vinden wij een logische keuze. Samenvoeging leidt altijd tot inleveren van autonomie van de afzonderlijke delen. In de tijdelijke constructie is het inleveren van mandaat beperkt, aangezien het gevraagde uitvoeringsmandaat primair betrekking heeft op de 16 acties uit het uitvoeringsprogramma en huidige taken van de schappen. De tijdelijke constructie biedt de mogelijkheid om aan elkaar te wennen en creëert tijd om een meer permanente vorm op te zetten. Bij positieve ervaringen van het gezamenlijk oppakken van de acties uit het uitvoeringsprogramma kan dit een positieve impuls betekenen voor een structurele organisatiestructuur op het niveau van de Biesboschregio (zie 4.2). 4.2 Lange termijn Gedachten over een Nationaal Parkschap op termijn, waarin de huidige partijen opgaan, is als zienswijze op de toekomstige organisatorische opzet naar voren gebracht. Dit zou een logische permanente opvolger kunnen zijn van de nu voorgestelde tijdelijke organisatie. Gestreefd wordt om deze vorm vanaf l juli 2010 te realiseren. In de periode naar l juli 2010 zal de tijdelijke bestuurlijke commissie een integratieplan opstellen. De ontwikkeling naar een nationaal parkschap vinden wij een positieve ontwikkeling. Dit komt de integrale ontwikkeling van het gebied, inclusief Dordrecht, ten goede. Meer dan nu het geval is bij de tijdelijke organisatie, zullen dan overheveling van autonomie en bevoegdheden aan de orde zijn. Op dit moment is nog niet aan te geven wat dit precies inhoud en wat hiervan de consequenties zijn. 5. Financiën 5.1 Korte termijn (2009 en 2010) Kosten In het beleidsplan wordt begroot dat voor de uitvoering van de 16 acties uit het uitvoeringsprogramma en de tijdelijke organisatie in totaal een bedrag van ,-- benodigd is (p.56 beleidsplan). Hiervan is circa , bedoeld voor de uitvoering van de acties Pagina 5/8

6 en , voor het programmabureau. De inzet van individuele partijen en de kosten daarvan zijn hierin niet opgenomen. Voor de dekking van het bedrag van , wordt door het Overlegorgaan voorgesteld om dit te verdelen over de deelnemende gemeenten, staatsbosbeheer, het nationaal park en de twee provincies. Voor Dordrecht komt dit neer op een eenmalig bedrag van ,. Eind september 2008 heeft het Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch aan ons college aangegeven dat het schap tijdelijk versterkt zou moeten worden. Zoals aangegeven is de inzet van individuele partijen niet meegenomen in het bedrag van ,. Het schap zal een grote rol hebben in de uitvoering; het schap is gevraagd de leiding te nemen. Het uitvoeringsprogramma sec vraagt ,-; leiding en ondersteuning zit daar niet in. Om hieraan invulling te geven heeft het schap eenmalig een bedrag van , nodig tot 01/07/ Dekking gemeentelijke bijdrage De gemeente Dordrecht wordt gevraagd eenmalig een bedrag van , bij te dragen. Dit bedrag kan in 2009 voor , gedekt worden uit de post onvoorzien (concern). Voor het restant van , is nog geen dekking; dit zal worden ingebracht bij de kadernota Ten aanzien van de versterking van het natuur- en recreatieschap kan in 2009 een bedrag van , beschikbaar worden gesteld ten laste van de post onvoorzien (concern). Het restant van , zal worden ingebracht bij de kadernota Kosten - bijdrage uitvoering beleidsvisie - bijdrage Hollands schap Totaal Dekking - Post onvoorzien - Kadernota 2010 Totaal Totaal Consequenties bij niet honoreren De inhoudelijke meerwaarde hebben wij in voorgaande aangegeven. Het is zaak dat alle participerende partijen, waaronder de gemeente Dordrecht, nu meegaan. Dit betekent niet alleen de inhoudelijke ondersteuning van het beleidsplan, maar dat tevens wordt voorzien in de gevraagde financiële bijdrage. De tijd is nu rijp. Al geruime tijd wordt gesproken over integraal beleid en centrale aansturing van het gebied. De betrokken partijen (inclusief de gemeente Dordrecht) hebben binnen het verband van het overlegorgaan de inhoudelijke visie vastgesteld en staan inhoudelijk op één lijn. Indien de financiële ondersteuning niet wordt gegeven zal dit ertoe kunnen leiden dat de uitvoering van het beleidsplan geen doorgang vindt, waardoor de inhoudelijke meerwaarde en de kansen die het beleidsplan biedt verloren gaan. Tevens zal dit de ontwikkeling naar een Nationaal Parkschap, dat is voorzien medio 2010, ernstig kunnen vertragen of mogelijk zelfs helemaal belemmeren. Zeker indien meerdere partijen het beleidsplan financieel niet ondersteunen. De tijd is nu rijp om de integrale beleidsvoering en aansturing op te pakken, daarom kan met de start van de uitvoering niet gewacht worden tot Pagina 6/8

7 5.2 Lange termijn In het beleidsplan staan ook acties/projecten opgenomen voor de middellange termijn (na 2010). De financiële bijdragen betreffen vooralsnog de jaren 2009 en Rekening moet worden gehouden dat na 2010 een nieuwe financiële bijdrage benodigd zal zijn zodra de middellange termijn acties uitgevoerd gaan worden of doordat uitvoering gegeven moet worden aan acties voortkomend uit de korte termijn projecten. Op dit moment is nog niet duidelijk om welke kosten het precies gaat. In dit verband speelt mee dat het programmabureau tot taak heeft subsidies en fondsen te werven buiten de participerende partijen om. 6. Gemeentelijk standpunt Wij stellen voor het gemeentelijk standpunt te richten op de inhoud van het beleidsplan, de tijdelijke organisatie (met een doorkijkje naar een permanente organisatie) en de financiële bijdrage. Inhoud beleidsplan Uit voorgaande mag blijken dat wij een positief oordeel hebben over het beleidsplan. Wij stellen voor dat we een positief standpunt ten aanzien van de beleidsvisie "Ondergedompeld in de Biesbosch 11 richting het Overlegorgaan communiceren waarin de gemeente aangeeft in te stemmen met de geschetste visie en de opgenomen acties voor de korte termijn. Hierbij benoemen we wel de onderstaande constateringen met bijbehorende aanbeveling of voorwaarde: - We constateren dat veel acties uit het uitvoeringsprogramma een onderzoeksmatig karakter hebben. We bevelen aan om op een aantal thema's in te zetten die er echt toe doen (zichtbaar resultaat en een recreatieve meerwaarde): het daadwerkelijk realiseren van nieuwe fysieke verbindingen en de promotie/branding. - We constateren dat in het beleidsplan onze ambities ten aanzien van de Hollandse Biesbosch (accent leggen op wellness en buitensport) en 't Wantij (waterboulevard) niet zijn opgenomen. Dit laten we bij alleen de constatering omdat hetgeen we voor ogen hebben goed samen kan gaan met hetgeen in het beleidsplan wordt voorgestaan (qua zonering en doelgroepen). - We constateren dat duurzaamheid voor de hele Biesbosch-regio wordt nagestreefd. We bevelen aan om dit te koppelen aan de zonering, waarbij duurzaamheid steeds belangrijker wordt in de overgang van intensief naar extensief gebruik. We bevelen aan deze koppeling aan de zonering mee te nemen in de verdere uitwerking van het duurzaamheidsconcept. - We constateren dat ingezet wordt op gemeenschappelijke branding. Dit vinden we zeer positief. Als voorwaarde stellen we dat er ook ruimte moet zijn om het lokale gezicht (naast het regionale gezicht) zichtbaar te houden en dit mee te nemen in de verdere uitwerking. Tijdelijke uitvoeringsstructuur Wij stellen voor dat we instemmen met de voorgestelde tijdelijke uitvoeringsstructuur, bestaande uit een bestuurscommissie, waarin de gemeente is vertegenwoordigd, en een programmabureau. Hierbij geven we aan dat we kennis hebben genomen van de zienswijzen ten aanzien van een verdere organisatorische samensmelting in de toekomst via bijvoorbeeld een Nationaal Parkschap. Ten aanzien van de definitieve besluitvorming over het toekomstige organisatorische model doen wij nu nog geen uitspraken anders dan dat Pagina 7/8

8 wij de ontwikkeling naar een Nationaal Parkschap een positieve ontwikkeling vinden en ondersteunen. Definitieve besluitvorming hieromtrent stellen we afhankelijk van wat dit precies betekent in de sfeer van inhoudelijke ambities, overdracht van bevoegdheden, financiën, etc.. De voorgestane samenwerking in de tijdelijke uitvoeringsstructuur beschouwen wij als een mooie testcase en opstap naar een meer permanente structuur. Wij stellen voor dat we in de reactie opnemen dat we een stappenplan op papier willen zien, waarin beschreven staat via welke stappen wordt toegewerkt naar een nationaal parkschap. Financiën Wij stellen voor dat wij in de reactie naar het overlegorgaan aangeven dat wij kennis hebben genomen van de kosten voor 2009 en 2010 van in totaal , en de verdeling over de participanten, wat voor de gemeente neerkomt op een bedrag van ,. Wij stellen voor om in de reactie op te nemen dat de gemeente een bedrag van , beschikbaar stelt, ook al dient het bedrag van , nog gevonden te worden (kadernota 2010). Om de beoogde integrale aanpak te kunnen realiseren dienen alle partijen nu mee te gaan. Het bedrag van , zal worden ingebracht bij de kadernota De gevraagde bijdrage door het schap behoeft in de reactie naar het Overlegorgaan niet te worden meegenomen. Dit zal separaat door de sector MO richting schap worden gecommuniceerd. In bijgevoegde brief aan het overlegorgaan is het gemeentelijk standpunt in uitgebreidere vorm neergezet. Na positieve besluitvorming in de gemeenteraad zullen wij deze brief versturen naar het overlegorgaan. Voorstel Samengevat stellen wij u voor 1. in te stemmen met het geformuleerde gemeentelijk standpunt ten aanzien van het beleidsplan "Ondergedompeld in de Biesbosch" en de bijgevoegde brief als formele reactie aan het overlegorgaan Nationaal Park de Biesbosch te versturen; 2. kennis te nemen van de eenmalige kosten van , ten behoeve van het programmabureau en , ten behoeve van het Natuur- en Recreatieschap de Hollandse Biesbosch; 3. een bedrag van , beschikbaar te stellen en het restantbedrag van , van dekking te voorzien in het kadernota proces 2010 ten behoeve van het programmabureau; 4. eenmalig een bedrag van , beschikbaar te stellen en het restantbedrag van , van dekking te voorzien in het kadernota proces 2010 ten behoeve van het Natuur- en Recreatieschap de Hollandse Biesbosch. rgemeester en Wethoupers van Dordrecht retaris de roco-burgemei - ontwerp besluit - Pagina 8/8