Ergotherapie in ontwikkeling. Sint Maartenskliniek afdeling kinderergotherapie Pauline Aarts, ergotherapeut MSc, Coördinator Education

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ergotherapie in ontwikkeling. Sint Maartenskliniek afdeling kinderergotherapie Pauline Aarts, ergotherapeut MSc, Coördinator Education"

Transcriptie

1 Ergotherapie in ontwikkeling Junior adviseurs Jannet Meester Marleen ter Haar Opdrachtgever Sint Maartenskliniek afdeling kinderergotherapie Pauline Aarts, ergotherapeut MSc, Coördinator Education Senior adviseur Eric Tigchelaar Contactpersoon Lidwien Draaisma, ergotherapeut September 2006

2 Afbeelding voorzijde: 'GROWTH' Spiritual development. De spirituele ontwikkeling van de mens door een leven heen. Door verschillende lagen van inwijding zijn wij allen op weg naar het centrum ofwel de bron waarin wij oplossen. ( Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 2

3 Voorwoord Dit is het afstudeerproject Ergotherapie in ontwikkeling. Het eindproduct van dit afstudeerproject is een cursus op het internet voor de ergotherapeuten van de Sint Maartenskliniek (SMK). De titel is ontstaan tijdens de ontwikkeling van het project. Het project bestaat uit de laatste ontwikkelingen op het gebied van modellen en theorieën in de ergotherapie. Ten eerste staat het beroep ergotherapie nooit stil in zijn ontwikkeling. Ten tweede worden de huidige ontwikkelingen in dit project op een rij gezet en zijn er mogelijkheden om deze up to date te houden. Daarom vonden wij deze naam goed bij het project aansluiten. De cursus is ontwikkeld door twee studenten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) gedurende een periode van twintig weken. De opdrachtgever van dit project is Pauline Aarst, ergotherapeut Msc, hoofd peuterrevalidatie en coördinator Education in de SMK te Nijmegen. Ons contactpersoon gedurende de twintig weken was Lidwien Draaisma, ergotherapeut kinderrevalidatie in de SMK. Wij willen hen beide bedanken voor de bijdrage die zij geleverd hebben aan het project. Ook onze senior adviseur, Eric Tigchelaar, ergotherapeut, docent HvA, willen wij bedanken voor de begeleiding en sturing. Daarnaast zijn er nog een aantal mensen die wij willen bedanken voor hun bijdrage:? Drs. Astrid Kinebanian, ergotherapeut? Marion ten Velden, ergotherapeut? Familie en vrienden voor het nakijken van de documenten en de steun tijdens deze twintig weken. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 3

4 Inhoud Inleiding 5 Deel I: 6-8 Samenvatting Aanbevelingen Deel II: 9-70 Uitwerkingen van de cursusonderdelen Deel III Achtergrondinformatie Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 4

5 Inleiding Voor u ligt het product van het afstudeerproject Ergotherapie in ontwikkeling. Dit product is opgebouwd uit drie delen. Iedere voorpagina van een deel heeft de kleur lichtblauw. Elk deel begint met een inhoudsopgave en een inleiding. Daarna volgen de hoofdstukken die ieder met een korte inleiding beginnen. De drie delen bestaan uit: Deel I In het eerste deel vindt u een samenvatting van het gehele product. Hierin wordt het proces en de inhoud kort samengevat. Na de samenvatting staan de aanbevelingen voor verdere uitbreiding en behoud van de kwaliteit van dit project. Deel II In het tweede deel vindt u de uitwerkingen van de cursusonderdelen. Deze cursusonderdelen zijn de uitgewerkte modellen en theorieën die ook op het internet te vinden zijn. Dit deel wordt afgesloten met een literatuurlijst. Deel III In het derde tevens laatste deel hebben wij de achtergrondinformatie geschreven om u te laten zien hoe wij tot ons eindproduct zijn gekomen, een cursus op internet. Hier komt het proces dat wij hebben doorlopen duidelijk naar voren. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 5

6 Deel I Samenvatting Aanbevelingen Inhoud Samenvatting 7 Aanbevelingen 8 Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 6

7 Samenvatting Dit afstudeerproject is een cursus op het internet van de Sint Maartenskliniek (SMK) met als onderwerp het beroep ergotherapie in ontwikkeling. Voornamelijk wordt er aandacht besteed aan de laatste ontwikkelingen in de modellen en theorieën die in het beroep ergotherapie gebruikt worden. Ter verbetering van de patiëntenzorg investeert de SMK in onderzoek en productvernieuwing, opleiding en onderwijs. De SMK wil dat de medewerkers hun leven lang leren. Veel ergotherapeuten op de revalidatieafdeling van de SMK die al wat langer zijn afgestudeerd willen beter op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen binnen de ergotherapie op het gebied van modellen en theorieën. Op dit moment is het voor stagiaires of net afgestudeerden soms moeilijk een goede aansluiting te vinden in de praktijk. De prioriteiten van de ergotherapeuten op de kinderafdeling van de SMK worden in het afstudeerproject als uitgangspunt genomen. Om dit te bereiken heeft het adviesteam een literatuurstudie gedaan om achter de ontwikkelingen te komen in het beroep ergotherapie. Deze ontwikkelingen hebben we voorgelegd aan de ergotherapeuten in de SMK om op die manier zo goed mogelijk aan te sluiten bij hun prioriteiten. Na de uitkomsten van de gesprekken met de ergotherapeuten ontstond er een definitieve lijst met ontwikkelingen die we door middel van een uitgebreide literatuurstudie per model en theorie hebben uitgewerkt. Hier hebben we gebruik gemaakt van zowel nationale als internationale literatuur. De gebruikte informatie uit de internationale literatuur hebben we op een toegankelijke wijze vertaald en op papier gezet. We hebben een vertaalslag gemaakt naar de praktijk. Tussentijds is er een tweede gesprek geweest met de ergotherapeuten en het adviesteam om aan te blijven sluiten bij de prioriteiten van de ergotherapeuten in de SMK. De uitgewerkte modellen en theorieën zijn in de vorm van een cursus op de internetsite van de SMK gezet door het adviesteam. Zo kunnen de ergotherapeuten in de SMK de laatste ontwikkelingen bijhouden door zelf de cursus te volgen en in de toekomst aan te vullen met nieuwe ontwikkelingen in het beroep ergotherapie. Hierdoor wordt de kwaliteit behouden. De uiteindelijke resultaten zijn omgezet in twee eindproducten: Ten eerste is er een cursus op het internet van de SMK, welke reële en relevante informatie geeft over de inhoud en laatste ontwikkelingen van de modellen en theorieën binnen het beroep ergotherapie. De volgende modellen en theorieën hebben we uitgewerkt: De kern van de ergotherapie, Modellen en theorieën, Canadian Model of Occupational Performance, Canadian Occupational Performance Measure, Occupational Performance Process Model, Person, Environment, Occupation model, Model of Human Occupation, Het KAWA (river) model, Occupational Performance Model Australia, Cognitive Orientation to daily Occupational Performance approach, Evidence Based practice, Client-centred practice, Family-centred practice, Spiritualiteit, Top-down approach en International Classification of Functioning, Disability and Health. Ten tweede een schriftelijk naslagwerk dat bestaat uit drie delen. Deel I: een samenvatting en aanbevelingen voor verdere uitbreiding en behoud van de kwaliteit van dit project. Deel II: de uitwerkingen van de cursusonderdelen en deel III: de achtergrondinformatie. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 7

8 Aanbevelingen Voor verdere uitbreiding van dit project. Aanbeveling 1 In het maandelijkse professionele uur de onderdelen van de cursus bespreken. Zo kan de diepgang van de cursus worden behouden en kan de kennis eigen gemaakt worden. Dit kan door middel van discussies en uitwisselen van ervaring om de informatie goed te kunnen begrijpen. Aanbeveling 2 Het bespreken van cursussen, symposia of congressen die een collega heeft gevolgd en deze nieuwe informatie vervolgens toevoegen in de cursus. Op deze manier blijft ergotherapie in ontwikkeling en blijven al je collega s op de hoogte. De kwaliteit van de cursus blijft op deze manier behouden. Aanbeveling 3 Het toevoegen van de instrumenten bij de modellen. De bekendste instrumenten zijn al toegevoegd. Daarnaast kunnen de instrumenten die op de afdeling worden gebruikt, toegevoegd worden. Aanbeveling 4 Het uitbreiden en/of vernieuwen van literatuur op de afdeling, om het voor de collega s aantrekkelijker te maken en om aan te sluiten bij het doel van dit project. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 8

9 Deel II Uitwerkingen van de cursusonderdelen Inhoud 1. Inleiding De kern van de ergotherapie Modellen en theorieën Canadian Model of Occupational Performance CMOP Canadian Occupational Performance Measure COPM Occupational Performance Process Model OPPM Person, Environment, Occupation model PEO Model of Human Occupation MOHO Het KAWA (river) model Occupational Performance Model Australia OPMA Cognitive Orientation to daily Occupational Performance approach - CO-OP Evidence Based practice EBP Client-centred practice CCP Family-centred practice Spiritualiteit Top-down approach International Classification of Functioning, Disability and Health ICF Literatuurlijst Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 9

10 1. Inleiding In deel II, de uitwerkingen van de cursusonderdelen, zijn de modellen en theorieën die in de cursus naar voren komen uitgewerkt. De volgorde is hetzelfde als in de cursus op internet. Hieronder volgt het welkomswoord, zoals deze te lezen is op internet. Welkom Welkom bij de cursus "ergotherapie in ontwikkeling"! De cursus bestaat uit de laatste ontwikkelingen op het gebied van modellen en theorieën in de ergotherapie. In de Sint Maartenskliniek (SMK) wil men dat de medewerkers hun leven lang leren, hiervoor hebben ze e-learning ontwikkeld. Elk vakgebied heeft zijn eigen prioriteit. Veel ergotherapeuten in de SMK die al wat langer zijn afgestudeerd zijn onvoldoende op de hoogte van de laatste ontwikkelingen binnen de ergotherapie op het gebied van modellen en theorieën. Hierdoor is het voor stagiaires of net afgestudeerden soms moeilijk een goede aansluiting te vinden in de praktijk. Door de bovengenoemde aanleiding zie je het volgende terug in de cursus: de ontwikkelingen op het gebied van modellen en theorieën van de afgelopen vijf jaar en de nabije toekomst binnen het vakgebied ergotherapie. Deze ontwikkelingen zijn van essentieel belang voor het werk in de praktijk, aansluitend bij de behoefte van de ergotherapeuten in de SMK. De cursus begint met een korte uitleg over het gebruik. Na de uitleg wijst het zich vanzelf. Succes met het volgen van de cursus. Groeten, Junior adviseurs Marleen en Jannet Hogeschool van Amsterdam (HvA) Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 10

11 Inhoud Inleiding Paradigma De kern van de ergotherapie Omschrijving van de drie kernelementen Doorverwijzing Bronvermelding 2. De kern van de ergotherapie Inleiding De ontwikkelingen in het beroep ergotherapie staan niet stil. Er ontwikkelen zich in hoog tempo nieuwe ideeën, thema s en modellen en deze worden toegepast. De eerste publicaties over ergotherapie gaven aan dat het beroep zich met name op ervaring berustte, tegenwoordig is het beroep zowel bezig met enerzijds (kosten)effectiviteitstudies en anderzijds met het begrijpen en beschrijven van de betekenis van het handelen voor een individu en hoe mensen hun handelen aanpassen (Kuiper & Satink, 2006). Paradigma Wat een belangrijke verschuiving in het beroep is geworden, is dat de zorgverleners hun handelen moeten, maar ook kunnen verantwoorden. Cliëntorganisaties, zorgverzekeraars, de overheid en de individuele cliënt zijn steeds beter geïnformeerd door o.a. het gebruik van internet en verwachten dat hun zorgverleners beschikken over de meest recente informatie en hun behandeling hierop baseren. Evidencebased practice (het nemen van klinische beslissingen op basis van het best beschikbare bewijs, de kennis en ervaring van de paramedicus en de waarde(n) en voorkeur van de individuele cliënt) kan daarbij dienen als hulpmiddel. Dit paradigma biedt veel mogelijkheden voor verdere beroepsontwikkeling en is de kern van het beroep. Er ontstaan nieuwe praktijkmodellen en bekende praktijkmodellen zullen verfijnd worden of verdwijnen. Ergotherapieonderzoek zou zich kunnen richten op het ontwikkelen van deze praktijkmodellen. In het beroepsparadigma wordt de visie aangegeven van de ergotherapie. Er worden verschillende betekenissen voor het woord paradigma gebruikt. Daarom gebruiken we in dit project de betekenis volgens Kuiper, 2006, het paradigma is een beroepsparadigma; het is het algemeen, gezamenlijke kader, voor de theorievorming en de beroepsuitoefening van de ergotherapie in een bepaalde periode. Het bestaat uit de, door de leden van de beroepsgroep, in een bepaalde tijd aangenomen overtuigingen. De functie van het beroepsparadigma is: Het bindende van de ergotherapie definiëren; het geeft het wezen en de doelstelling van de ergotherapie aan. Het voorkomt daardoor verwarring en geeft politieke en maatschappelijke herkenbaarheid en stabiliteit. Ook levert het een gemeenschappelijke basis voor ergotherapeuten zelf, ongeacht hun werksituatie of specialisatie. Bovendien geeft het richting aan de curricula van de opleidingen en onderzoek. (Kuiper, 2006) Kern van de ergotherapie Handelen staat binnen de ergotherapie centraal. Voor deze term gaan we uit van de definitie van Kuiper, 2006, handelen is de betekenisvolle, doelgerichte uitvoering van dagelijkse handelingen, die contextgebonden zijn en gerelateerd aan het persoonlijke leven. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 11

12 Rolgebonden handelen: handelen is meestal rolgebonden, wat dan met zich meebrengt dat het handelen wordt beïnvloed door normen en waarden. De invulling van een rol vindt plaats door verschillende taken uit te voeren, en binnen deze taken kunnen mensen verschillende activiteiten en (deel)handelingen uitvoeren. In het PEO-model van Law 1996, wordt de dynamische interactie tussen de drie kernelementen van het handelen, de persoon, de omgeving en het handelen, goed weergegeven. De therapeut moet er rekening mee houden dat de omgeving het handelen ook beïnvloedt. De therapeut kan het handelen niet begrijpen als de omgeving niet geanalyseerd is. Deze drie kernelementen vormen het zogenaamde construct van het uitvoeren van handelen (Kuiper, 2006). Omschrijving van de drie kernelementen persoon, de omgeving en het handelen Persoon Wij gaan er vanuit, dat:? Mensen handelende wezens zijn? Elk persoon uniek is? Elk persoon innerlijke waardigheid heeft en waarde? Elk persoon zijn eigen keuzes kan maken over zijn leven? Elk persoon een bepaalde capaciteit heeft voor besluitvaardigheid? Elk persoon de mogelijkheid heeft om te participeren in activiteiten? Personen vormen en worden gevormd door hun omgeving (naar: Law, Polatajko, Baptiste & Townsend, 2002) Elke persoon is een uniek individu. Een cliënt neemt de werkelijkheid waar in individuele context en geeft daar een eigen betekenis aan. Voor de zorg betekent dit dat je respect voor ieders ideeën moet hebben, hoe vreemd ze ook in de oren van de ander klinken. Mensen zijn in essentie sociale wezens. Een mens is een spiritueel wezen. De mens heeft een innerlijke drang om de omgeving te leren kennen en onder controle te krijgen. (Kuiper, 2006) De omgeving Wij gaan er vanuit, dat:? Omgeving een overkoepelend begrip is, dat cultuur, instituten, fysieke en sociale componenten bevat? Uitvoering, organisatie, keus en tevredenheid over het handelen worden bepaald door de relatie tussen personen en hun omgeving (naar: Law, et al., 2002) De handelingsomgeving is te onderscheiden in verschillende aspecten, waarvan de socioculturele en fysieke de meest duidelijke zijn. Wanneer een omgeving betekenis heeft voor de persoon, kan dit de persoon aanzetten tot handelen. Tijdens het uitvoeren van taken in een betekenisvolle omgeving doet die persoon ervaringen op. Het streven van de ergotherapie is om de omgeving zodanig in te richten dat deze aansluit bij de persoon en in principe positieve ervaringen geeft. (Kuiper, 2006) Het handelen Wij gaan er vanuit, dat het handelen:? Betekenis geeft aan het leven Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 12

13 ? Een belangrijk determinant van gezondheid en welzijn is? Gedrag organiseert? Zich ontwikkelt en verandert in een leven? Vormt en is gevormd door de omgeving? Therapeutische effectiviteit heeft (naar: Law, et al., 2002) Handelen is het uitvoeren van taken, het daadwerkelijke doen. Handelen is betekenisvol en doelgericht. Een balans in het handelen is bevorderlijk voor het ervaren van gezondheid, tevredenheid en welbevinden. Door te handelen doet een mens nieuwe ervaringen op en tijdens het handelen in een handelingsomgeving komt de mens tot iets nieuws, het geeft de mogelijkheid tot creativiteit en tot veranderingen. Mensen zijn van nature handelende wezens. Het handelen geeft betekenis aan het leven en is essentieel voor spiritualiteit, fysiek en psychosociaal welbevinden. Mensen kunnen verstoringen in het handelen ervaren. Daarmee wordt bedoeld dat mensen zich niet naar tevredenheid kunnen aanpassen aan de verandering van zichzelf of de omgeving. Het handelen kan gebruikt worden als therapeutisch middel tot verandering. (Kuiper, 2006) Wanneer sprake is van therapeutisch handelen komt er naast de drie kernelementen nog een vierde bij: de ergotherapeut. De ergotherapeut en cliënt maken samen beslissingen: cliënten kunnen een duidelijke rol spelen in hun eigen zorgproces door bij te dragen aan de diagnostische fase, het kiezen van de interventie in partnerschap met hun behandelaar en in het zelf managen van hun gezondheid en handelingscompetenties. Normen en waarden: de ergotherapeut respecteert de eigenheid en uniciteit van cliënten en biedt cliëntgerichte zorg. (Kuiper, 2006) Gezondheid Wij gaan er vanuit, dat:? Gezondheid meer is dan de afwezigheid van ziekte.? Gezondheid sterk beïnvloed is door het hebben van keuzemogelijkheden en controle over het dagelijks handelen.? Gezondheid persoonlijke aspecten heeft welke geassocieerd wordt met spirituele waarden en levensbevrediging in de activiteiten. En sociale aspecten welke geassocieerd worden met eerlijkheid en gelijke mogelijkheden in activiteiten. (naar: Law, et al., 2002) Doorverwijzingen Hier kunt u meer informatie vinden. Kuiper, C. & Satink, T. (2006). Het kennisdomein van de ergotherapie. In: Kinébanian, A. & Granse, M., le. Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Law, M., Polatajko, H., Baptiste, S. & Townsend, E. (2002). Core concepts of occupational therapy. Canadian Association of Occupational Therapists. Enabling Occupation: an Occupational Therapy Perspective. Ottawa: CAOT Publications ACE. Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie. (1999). Beroepsprofiel ergotherapeut. Utrecht: NVE/Uitgeverij LEMMA. Bronvermelding Kuiper, C. & Satink, T. (2006). Het kennisdomein van de ergotherapie. In: Kinébanian, A. & Granse, M., le. Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 13

14 Law, M., Polatajko, H., Baptiste, S. & Townsend, E. (2002). Core concepts of occupational therapy. Canadian Association of Occupational Therapists. Enabling Occupation: an Occupational Therapy Perspective. Ottawa: CAOT Publications ACE. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 14

15 Inhoud Theorie Model Inhoudsmodel Praktijkmodel Procesmodel Waarom modellen gebruiken? Doorverwijzingen Bronvermelding 3. Modellen en theorieën Theorie: Theorieën zijn uitsprakenstelsels die dienen om beschrijvingen, voorspellingen en verklaringen van de werkelijkheid mogelijk te maken. (Kinébanian, 2006). Een theorie geeft inspiratie, geeft richting aan het handelen van mensen (dus ook de inhoud van de therapie) en geeft richting aan wetenschappelijk onderzoek. (Kinébanian, 2006). Theorievorming vindt dus plaats door verbanden te leggen tussen verschijnselen en concepten en deze te beschrijven, verklaren, voorspellen en vooral ook te communiceren en te gebruiken in verschillende situaties. Binnen een beroep zijn er theorieën om kennis te ontwikkelen en kennis te delen. Door theorieontwikkeling wordt een taal en ideeën of verklaringen ontwikkeld. Hoe verder de theorie zich ontwikkelt wat betreft structuur, doel en complexiteit, hoe verfijnder de (beroeps)taal zal worden. (Kinébanian, 2006) Model: Een model is een vereenvoudigde weergave van een theorie, waarin de verbanden tussen de elementen visueel in een schema worden weergegeven. In een model komen dus richtlijnen voor die de toepassing van de theorie richting geven. (Kinébanian, 2006) Inhoudsmodel: Dit model geeft een rationale over de inhoud, geeft verbanden aan tussen verschillende elementen, geeft mensen houvast over de inhoud. (Kinébanian, 2006) Praktijkmodel: Ergotherapeutisch inhoudsmodel Procesmodel: Een model dat structuur geeft bij het doorlopen van een proces. Een procesmodel geeft weer hoe een veranderingsproces volgens een bepaalde fasering kan verlopen. Procesmodellen zijn algemeen van aard en niet specifiek ontwikkeld voor de ergotherapie. (Kinébanian, 2006) Waarom modellen gebruiken? Waarom praktijkmodellen gebruiken? Praktijkmodellen geven handvaten voor om de verbanden tussen handelen-gezondheid-welzijn en participatie te leggen. En zoals in de beschrijving van een inhoudsmodel al wordt beschreven: ze geven houvast over de inhoud. (Dit geldt dus automatisch ook voor een praktijkmodel.) (Kinébanian, 2006) Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 15

16 Een praktijkmodel biedt theorie om praktijk en onderzoek te leiden in de ergotherapie. De theoretische argumenten van modellen verwijzen gewoonlijk naar drie praktische zaken. 1. Het eerste punt is het verklaren van de organisatie en functie van de aspecten van het handelen waar het betrokken model zich op richt. 2. Het tweede punt is het beeld vormen van wat er gebeurd als er een probleem ontstaat. Omdat ergotherapeuten werken met mensen welke belemmeringen ervaren, is het nodig om te begrijpen welke soort problemen geassocieerd kunnen worden met belemmeringen. 3. Het derde punt is om te voorzien in theoretische verklaringen over hoe therapie het voor mensen mogelijk maakt om zich te begeven in handelingen die zij betekenisvol en bevredigend vinden en welke het fysieke en emotionele welzijn ondersteunen. (Naar: Kielhofner, 2002) Waarom procesmodellen gebruiken in de praktijk? Wat betreft procesmodellen blijkt dat men vaak denkt dat het logisch te nemen stappen zijn, door gewoon gezond verstand te gebruiken. Dit blijkt een valkuil te kunnen zijn. In de praktijk blijkt het vaak moeilijk om zorgvuldig de fasen van een procesmodel te doorlopen. Men is snel geneigd naar oplossingen te grijpen, waar later blijkt dat dit toch niet de echte oplossing is. Vervolgens moet men weer terug naar wat ook al weer de vraag of het probleem was. (Kinébanian, 2006) Doorverwijzingen Hier kunt u meer informatie vinden.? Literatuur Kielhofner, G. (2002). Introduction tot the Model of Human Occupation. In: Kielhofner, G. Model of Human Occupation: Theory and Application. Baltimore: Lippincott Williams & Wilkins. p.3. Kielhofner, G. (2004). Conceptual foundations of occupational therapy. Philadelphia: F.A. Davis company. Kinébanian, A.(2006). De achtergrond van inhouds- en procesmodellen in de ergotherapie. In: Kinébanian, A, Granse, M., le. Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier.? Op de afdeling Kinébanian, Thomas, C., Bakker, J. (1998). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier/ De Tijdstroom (Er is een nieuwe versie, zie bronvermelding) (WB555, plaatscode: 98069) Bronvermelding Kielhofner, G. (2002). Introduction tot the Model of Human Occupation. In: Kielhofner, G. (2002). Model of Human Occupation: Theory and Application. Baltimore: Lippincott Williams & Wilkins. p.3. Kinébanian, A.(2006). De achtergrond van inhouds- en procesmodellen in de ergotherapie. In: Kinébanian, A, Granse, M., le. Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 16

17 4. Canadian Model Occupational Performance - CMOP Ontwikkeld door de Canadian Association of Occupational Therapists (CAOT) in 1981 Inhoud Achtergrondinformatie Visie Structuur Toepassing Casus Meetinstrumenten Doorverwijzingen Bronvermelding Achtergrondinformatie Ergotherapeuten van de Canadian Association of Occupational Therapists (CAOT) en de Canadian Department of National Health en Welfare hebben in 1981 een model ontwikkeld dat uitgaat van de client-centred benadering. Oorspronkelijk werd dit model de Canadian Guidelines for Client-Centred Practice genoemd. Het model is gebaseerd op het werk van Reed&Sanderson en gaat uit van het individu. Het model is in 1997 vernieuwd, de naam is veranderd van Canadian Guidelines for Client- Centred Practice in Canadian Model Occupational Performance. Ook het concept veranderde: CMOP is a social model that places the person in a social/environmental context rather than locating the environment outside of the person (Sumsion 1999, p.7). De nieuwe presentatie van het model is een interactief model dat de relatie weergeeft tussen de persoon, omgeving en handelen. (naar: Law, Polatajko, Baptiste & Townsend, 2002) De aandacht in de ergotherapie verschoof van het benadrukken van het vergroten van de capaciteiten van de cliënt, naar de cliënt in staat stellen zijn handelen in de maatschappij te optimaliseren, waarbij de interventies zich nadrukkelijk ook richten op de omgeving. (naar: Law, et al., 2002) Visie De ergotherapeut moet zich realiseren dat de omgeving, de persoon en het handelen elkaar beïnvloeden en dat de omgeving belangrijk is om rekening mee te houden in de therapie. Het CMOP presenteert een persoon vanuit een holistisch kader. Hierin worden spirituele, sociale en culturele ervaringen en waarneembare capaciteiten als een geheel geïntegreerd. (naar: Law, et al., 2002) Het CMOP is een client-centred model voor het gebruik bij ergotherapeutische interventies voor mensen met een beperking. Het model kijkt bij elk individu naar de cognitieve, emotionele en fysieke mogelijkheden in zijn eigen omgeving. De individualiteit en spiritualiteit van elk persoon komen in alle aspecten van het model terug. (naar: Sumsion & Blank, 2006) Structuur Het CMOP illustreert de ergotherapeutische visie van de dynamische interactie tussen persoon, handelen en omgeving. Veranderingen die in één van de concepten optreden zullen altijd de andere concepten beïnvloeden. Door de cliënt in het midden van het model te plaatsen wordt het client-centred werken benadrukt. Hoewel spiritualiteit geplaatst is in het centrum van de persoon, relateert het zowel aan de persoon, het handelen en de omgeving. Spiritualiteit is gevestigd in een persoon, wordt gevormd door de omgeving en geeft betekenis aan het handelen (naar: Law, et al., 2002). De componenten van het handelen in het model zijn zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 17

18 De componenten van de uitvoering in het model zijn affectiviteit, emoties/gevoel; fysiek, het doen; cognitief, het denken. De meeste ergotherapeuten zijn bekend met deze uitvoeringscomponenten. Echter de spiritualiteit, welke centraal staat in het model, is nog onvoldoende gedefinieerd. Hier ligt nog een uitdaging. Het CMOP handhaaft de culturele, fysieke en sociale omgeving. Daarnaast omvat het model economische, rechtelijke en de politieke omgeving. Samengevat staat de spiritualiteit centraal in het model, daar omheen als een driehoek de uitvoeringscomponenten van de persoon, in de cirkel daar omheen staan de componenten van het handelen en als buitenste cirkel de omgevingscomponenten. (zie: Figuur 1) De omgeving is een weinig gebruikte bron, daarom is het wel belangrijk deze te evalueren en als aangrijpingspunt te nemen voor verandering, zodat de cliënt het best kan functioneren binnen zijn mogelijkheden. (naar: Sumsion, 2006) Environment Occupation Person Figuur 1: Enabling Occupation: An Occupational Therapy Perspective, 2002 Toepassing Zie de uitwerking van het Occupational Performance Process Model (OPPM). Het OPPM ondersteunt de samenwerking tussen therapeut en cliënt. Het is geen regel voor ergotherapeutische interventies, maar een richtlijn voor client-centred practice werken (CCP) en occupation-based practice. Casus Zie de OPPM. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 18

19 Meetinstrumenten Het Canadian Occupational Performance Measure (COPM) is in eerste instantie ontwikkeld om veranderingen in het handelen te evalueren, maar is ook bruikbaar voor het inventariseren van problemen. In een semi-gestructureerd interview worden de problemen geïnventariseerd die de cliënt ervaart in zijn handelen. De COPM is gebaseerd op het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP). Dit model is ontwikkeld vanuit het client-centred perspectief. Kennis over deze achtergrond en de bereidheid om client-centred werken te werken (CCP) zijn voorwaarden voor een juist gebruik van de COPM. (Dedding, Duijn & Niezen, 2000) Doorverwijzingen Hier kunt u meer informatie vinden.? Literatuur Carswell, A., Polatajko, H., Law, M., Baptiste, S., McColl, M.A., Pollock, N., et al. (1996). A self-instructional Programme for the Canadian Occupational Performance Measure. Ottawa: CAOT Publications ACE. Dedding, C. Duijn, van, M. Niezen, A. (2000). Beleving is nu meetbaar. Nederlands tijdschrift voor Ergotherapie; 28(2):9-13 Law, M. Polatajko, H., Baptiste, S., Townsend, E. (2002). Core Concepts of Occupational Therapy. In: Canadian Association Occupational Therapists. Enabling occupation: an occupational therapy perspective. Ottawa: CAOT Publications ACE. Piskur, B. & Daniels, R. (2006). Canadian Model of Occupational Performance (CMOP) en Occupational Performance Process (OPPM) In: Kinébanian, A. & Granse, M., le. (2006). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Sumsion, T. (1999). Client-centred practice in occupational therapy. New York: Churchill Livingstone. Sumsion, T. & Blank, A. (2006). The Canadian Model of Occupational Performance. In: Duncan, E.A.S. Foundation for practice in Occupational Therapy. London: Elsevier Churchill Livingstone.? Op de afdeling De rode COPM-map in de kast.? Websites Canadian Association of Occupation Therapy (2006). Geraadpleegd op 20 juni Dit is de site van de Canadese vereniging voor ergotherapie Bronvermelding Dedding, C. Duijn, van, M. Niezen, A. (2000). Beleving is nu meetbaar. Nederlands tijdschrift voor Ergotherapie; 28(2):9-13 Law, M. Polatajko, H., Baptiste, S., Townsend, E. (2002). Core Concepts of Occupational Therapy. In: Canadian Association Occupational Therapists. Enabling occupation: an occupational therapy perspective. Ottawa: CAOT Publications ACE. Piskur, B. & Daniels, R. (2006). Canadian Model of Occupational Performance (CMOP) en Occupational Performance Process (OPPM) In: Kinébanian, A. & Granse, M., le. (2006). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Sumsion, T. (1999). Client-centred practice in occupational therapy. New York: Churchill Livingstone. Sumsion, T. & Blank, A. (2006). The Canadian Model of Occupational Performance. In: Duncan, E.A.S. Foundation for practice in Occupational Therapy. London: Elsevier Churchill Livingstone. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 19

20 5. Canadian Occupational Performance Measure - COPM Ontwikkeld door de Canadian Association of Occupational Therapists (CAOT) in 1994 Inhoud Achtergrondinformatie Visie Structuur Toepassing Casus Doorverwijzingen Bronvermelding Achtergrondinformatie Het COPM is aanvankelijk ontwikkeld om veranderingen in het handelen te evalueren, maar blijkt ook bruikbaar voor het inventariseren van problemen. Door middel van een semigestructureerd interview worden de problemen geïnventariseerd die de cliënt ervaart in zijn handelen. De COPM bevordert het client-centred werken en het geeft inzicht voor zowel de cliënt als de therapeut. Doordat je aan de cliënt vraagt om te scoren, stimuleer je hem of haar om na te denken over beleving en belangrijkheid van de ervaren problemen. Ook wordt de betrokkenheid bij de behandeling bevorderd. Door middel van het COPM worden de prioriteiten vastgesteld en concreet gemaakt. Hier kunnen de therapeut en de cliënt zich samen op gaan richten in de behandeling. De prioriteiten van de cliënt liggen soms heel anders dan de therapeut op basis van zijn kennis en ervaring had ingeschat. (Dedding, Duijn & Niezen, 2000) Visie Het COPM is gebaseerd op het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP). Dit model is ontwikkeld vanuit het client-centred perspectief. Kennis over de CMOP en de bereidheid te werken met client-centred practice (CCP), zijn voorwaarden voor een juist gebruik van het COPM. (Dedding, et al., 2000) Structuur Het stencil is op de afdeling aanwezig. Toepassing Het COPM wordt door de therapeut afgenomen aan het begin van de behandeling. De cliënt geeft op drie verschillende gebieden aan welke problemen hij op die gebieden ervaart. Dit gaat om de gebieden zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning. Alleen die activiteiten die de cliënt als probleem ervaart komen in aanmerking voor behandeling. Nadat de problemen op de verschillende gebieden zijn aangegeven, geeft de cliënt aan door middel van een cijfer, hoe belangrijk deze problemen voor hem zijn. Dit gebeurd door middel van een scorekaart waarop de cijfers 1 tot en met 10 worden getoond (1: helemaal niet belangrijk - 10 erg belangrijk ). Vervolgens kiest de cliënt uit deze problemen de voor hem 5 belangrijkste. Bij deze vijf problemen geeft de cliënt een cijfer voor uitvoering en voor tevredenheid over de uitvoering, weer van De gemiddelde score voor uitvoering en tevredenheid wordt berekend. De behandeling wordt vorm gegeven aan de hand van de vijf problemen. Het probleem dat staat aangegeven op de eerste plek, onafhankelijk van de score, heeft de hoogste prioriteit. Dit rijtje kan van boven naar beneden worden opgenomen in de behandeling. Er kan desgewenst aan meerdere problemen tegelijk gewerkt worden. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 20

21 Nadat er een verandering heeft plaatsgevonden in de situatie is er de mogelijkheid om nogmaals de scores op te nemen van de vijf problemen. Zo kunnen de cijfers met elkaar worden vergeleken en is de verandering zichtbaar in cijfers.(naar: Canadian Association of Occupational Therapists, 1994) Casus Marieke is een meisje van 6 jaar met een aangeboren afwijking aan beide heupen. Ze gaat billenschuivend de trap op en af. De ouders denken dat zij dit niet als een probleem ervaart, omdat zij dit altijd al zo gedaan heeft en er nooit over heeft geklaagd. Volgens de ouders ondervindt het meisje problemen bij het verplaatsten buiten en bij het spelen met andere kinderen. Wanneer het COPM bij haar wordt afgenomen geeft zij nadrukkelijk aan dat ze het niet gewoon de trap op en af lopen als een belangrijk probleem ervaart, ze scoort voor uitvoering een 5 en voor tevredenheid over de uitvoering een 2. Doorverwijzingen Hier kunt u meer informatie vinden.? Literatuur Canadian Association Occupational Therapy. (1994). Canadees meetinstrument voor handelingen en vaardigheden. Dedding, C. Duijn, van, M. Niezen, A. (2000). Beleving is nu meetbaar. Nederlands tijdschrift voor Ergotherapie; 28(2):9-13? Op de afdeling De rode COPM-map in de kast. Hierin zitten verzamelde artikelen uit de cursus COPM. Video: Ik zou alles wel een 10 willen geven. Deze video laat het gebruik van de COPM in de praktijk zien. COPM is een standaard training in de SMK die nieuwe collega s moeten volgen.? Websites Canadian Association of Occupation Therapy (2006). Geraadpleegd op 20 juni Dit is de site van de Canadese vereniging voor ergotherapie Canadian Association of Occupation Therapy (2006). Geraadpleegd op 20 juni Hierop kun je de beschrijving van het COPM lezen, informatie bestellen, vragen en antwoorden bekijken en er worden adressen van een aantal belangrijke auteurs weergegeven. Bronvermelding Canadian Association of Occupational Therapists. (1994). Canadees meetinstrument voor handelingen en vaardigheden. Dedding, C. Duijn, van, M. Niezen, A. (2000). Beleving is nu meetbaar. Nederlands tijdschrift voor Ergotherapie; 28(2):9-13 Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 21

22 6. Occupational Performance Process Model OPPM Het procesmodel voor ergotherapeutisch handelen, ontwikkeld door de CAOT in Inhoud Achtergrondinformatie Visie Structuur Toepassing Casus Meetinstrumenten Doorverwijzingen Bronvermelding Achtergrondinformatie Het model is in 1997 ontwikkeld in Canada. De Canadese auteurs van het Canadian Model of Occupational Performance (CMOP) realiseerden zich in het midden van de jaren tachtig dat binnen de ergotherapie ook behoefte was aan een procesmodel, waarbij het methodisch handelen zou aansluiten op het gedachtegoed van het CMOP. Een dergelijk procesmodel zou ergotherapeuten laten beseffen dat het ergotherapeutische proces start met het begrijpen van de cliënt als een persoon (en niet met het snel overgaan tot probleemoplossing). Tevens zou het procesmodel ergotherapeuten ondersteunen hun samenwerking met de cliënt vorm te geven. (Fearing, Law & Clark, 1997) Het OPPM is geen regel voor ergotherapeutische interventies, maar het is een richtlijn waarin Client-centred practice (CCP) en Evidence Based Practice (EBP) geïntegreerd kunnen worden in een top-down approach. (Kampstra, 2005) Kenmerkend voor het OPPM is dat het actiegericht is en praktische richtlijnen geeft voor een samenwerking tussen therapeut en cliënt. Het model maakt behandelprocessen inzichtelijk en kan gebruikt worden bij allerlei soorten vraagstellingen zowel in de algemene gezondheidszorg als in de geestelijke gezondheidszorg. Binnen de werkwijze van het OPPM is de cliënt de persoon die uiteindelijk beslist wat er met hem gebeurt. Client-centred practice is zeker niet zo gemakkelijk als het op het eerste gezicht lijkt. Het partnerschap tussen cliënt en ergotherapeut is essentieel voor het Occupational Performance Process. Elk onderdeel vereist andere expertise van het proces en de deelnemers. Om het niveau aan te passen zijn ze afhankelijk van omstandigheden, keuzes of de situatie. (naar: Stanton, Thompson-Franson & Kramer, 2002) Het OPPM kan een belangrijke aanvulling zijn voor therapeuten die client-centred practice in hun behandeling nader vorm willen geven. Samenvattend zijn dit de voordelen van het OPPM: 1. Het model is zeer toegankelijk in het gebruik. 2. De stappen zijn geformuleerd in termen van acties die noodzaken tot een werkelijke samenwerking. Zowel de te nemen stappen als de taakverdeling van cliënt en therapeuten worden expliciet genoemd. 3. Het behandelproces wordt inzichtelijk waardoor keuzes verantwoord worden naar de cliënt en de overige leden van het behandelteam. 4. Het OPPM is niet alleen gericht op beperkingen van de cliënt, maar ook op sterke punten van de cliënt. 5. Het OPPM maakt duidelijk dat iedere behandeling uniek is en dat een instituut of een bepaalde benaderingswijze (bv. NDT) niet de inhoud van de therapie kan bepalen. (Dedding & Cardol, 2001) Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 22

23 Visie De achtergrond wordt beschreven volgens het CMOP aan de hand van de concepten persoon, handelen, omgeving en levensloop. Structuur van het model Het model bestaat uit zeven fasen. Het OPPM wordt geïllustreerd als een cyclisch proces. Figuur 1: Fearing, Law & Clark (1997). Canadian Journal of Occupational Therapy, 64(1):11 Toepassing Korte beschrijving van de 7 fasen.(naar: Dedding & Cardol, 2001) Fase 1. Benoemen, valideren en prioriteren van onderwerpen op het gebied van zelfverzorging, productiviteit en ontspanning met de cliënt. Wanneer de cliënt geen onderwerpen aandraagt stopt de behandeling. Fase 2. Selecteren van één theoretische benadering. De therapeut selecteert met inbreng van de cliënt één of meerdere theoretische benaderingen. Fase 3 Inventariseren van handelingscomponenten en omgevingsfactoren. De therapeut en de cliënt identificeren de handelingscomponenten en omgevingsfactoren die van invloed zijn op de bij stap 1 genoemde onderwerpen. Fase 4 Inventariseren van sterke kanten en hulpbronnen. De sterke punten en hulpbronnen van cliënt en ergotherapeut die een bijdrage kunnen leveren aan het proces worden geïnventariseerd. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 23

24 Fase 5 Onderhandelen over einddoelen, ontwikkelen van een actieplan. De cliënt en de therapeut onderhandelen over de einddoelen die de cliënt wil behalen en ontwikkelen samen een actieplan. In het plan wordt gespecificeerd wat de cliënt en de ergotherapeut zullen doen om de opgestelde einddoelen te bereiken. Fase 6 Implementeren van plannen. Plannen worden geïmplementeerd, continu herzien en aangepast. Fase 7 Evaluatie; de uitkomsten van het proces worden geïnventariseerd. Wanneer de gestelde einddoelen zijn bereikt wordt de behandeling afgesloten. Wanneer continueren van de therapie als zinvol wordt ervaren door de cliënt, worden delen van het proces herhaald. Casus Marieke is een meisje van 6 jaar met een aangeboren afwijking aan beide heupen. Ze gaat billenschuivend de trap op en af. De ouders denken dat zij dit niet als een probleem ervaart, omdat zij dit altijd al zo gedaan heeft en er nooit over heeft geklaagd. Volgens de ouders ondervindt het meisje problemen bij het verplaatsten buiten en bij het spelen met andere kinderen. Fase 1: De ergotherapeut neemt een open interview af met de ouders en verzamelt gegevens over Marieke, haar familie, de omgeving en de betekenisvolle handelingen. De ergotherapeut neemt met Marieke het COPM af. Hieruit komt naar voren dat Marieke niet gewoon de trap op en af kan lopen, en dit als een probleem ervaart. De ouders geven aan dat Marieke problemen ondervindt bij het verplaatsen buiten en bij het spelen met andere kinderen. Fase 2: De therapeut selecteert met Marieke en haar ouders één of meerdere theoretische benaderingen. Person Environment Occupation-model (PEO-model), de overlap van de drie elementen beïnvloed het handelen. Het model gaat er vanuit dat de drie elementen constant interactie hebben met elkaar. Fase 3: In de thuissituatie wordt Marieke geobserveerd bij het traplopen. De ergotherapeut observeert welke handelingscomponenten naar voren komen en welke omgevingsfactoren van invloed zijn. (b.v. geen leuning, te steile trap, gladde traptreden, etc.). De ergotherapeut gaat te werk volgens de Top-down approach. De hulpvraag wordt door middel van een gesprek en de voorgaande observaties verduidelijkt. Daarbij worden ook de functies van de heup geïnventariseerd. Fase 4: Inventariseren van sterke kanten (marieke,ouders,therapeut) en hulpbronnen (omgeving). Marieke heeft inzicht in haar mogelijkheden en beperkingen. Ouders willen Marieke graag helpen. Therapeut heeft goede gesprekstechnieken en kennis en ervaring met kinderen met een aangeboren afwijking aan de heupen. School geeft aan dat het opvalt dat Marieke niet de trap op kan lopen in de school, buiten en tijdens gymlessen, maar dat zij dit wel graag wil. Fase 5: Het samen opstellen van doelen, het maken van een behandelplan. (EBP) Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 24

25 Fase 6: Uitvoeren van de behandeling volgens het vooraf opgestelde behandelplan. Ook de samenwerking tussen de ergotherapeut met Marieke en ouders wordt geëvalueerd. Dit geldt ook voor de vooruitgang van Marieke. Fase 7: Het effect evalueren en betekenisvol handelen toegenomen? Ja/nee. Meetinstrumenten In fase 1 en 3 van het OPPM is er een mogelijkheid om verscheidene instrumenten te gebruiken. In fase 1 ga je het verhaal na van de cliënt, de ouders, cliëntsysteem. Dit zou kunnen door middel van een intakegesprek in combinatie met het COPM. In fase 3 gaat de ergotherapeut inventariseren van handelingscomponenten en omgevingsfactoren, dit kan door middel van verschillende schrijfinstrumenten zoals de SOESSS of de Childhood Health Assesment Questionaire (CHAQ). In fase 2 van het OPPM kan je bij kinderen met DCD de CO-OP toepassen. Doorverwijzingen Hier kunt u meer informatie vinden.? Literatuur Dedding, C. & Cardol, M. (2001). Eigenwijs of op eigen wijze? OPPM; een stappenplan voor client-centred practice. Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie; 29(2): 57-9 Fearing, V., Law, M. & Clark, J. (1997). An Occupational Performance Process Model: Fostering client and therapist alliances. Canadian Journal of Occupational Therapy, 64(1):11 Kampstra, T. (2005). Kinderergotherapie, waar te beginnen? Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie; 33(1):12-5 Piskur, B. & Daniels, R. (2006). Canadian Model of Occupational Performance (CMOP) en Occupational Performance Process (OPPM) In: Kinébanian, A. & Granse, M., le. (2006). Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Stanton, S., Thompson-Franson, T. & Kramer, C. (2002). Linking concept to a process for working with clients. In: Canadian Association of Occupation Therapists. Enabling occupation: an occupational therapy perspective. Ottawa: CAOT publications ACE.? Op de afdeling Afstudeerproject OPPM in de rode bak. Sambeek, van, E., Lukassen, M., (2004). Cliënt gericht werken met behulp van de OPPM, bewust samenwerken!. Heerlen: Hogeschool Zuyd.? Websites Canadian Association of Occupation Therapy (2006). Geraadpleegd op 20 juni Dit is de site van de Canadese vereniging voor ergotherapie. Bronvermelding Dedding, C. & Cardol, M. (2001). Eigenwijs of op eigen wijze? OPPM; een stappenplan voor client-centred practice. Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie; 29(2): 57-9 Fearing, V., Law, M. & Clark, J. (1997). An Occupational Performance Process Model: Fostering client and therapist alliances. Canadian Journal of Occupational Therapy, 64(1):11 Kampstra, T. (2005). Kinderergotherapie, waar te beginnen? Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie; 33(1):12-5 Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 25

26 Piskur, B. & Daniels, R. (2006). Canadian Model of Occupational Performance (CMOP) en Occupational Performance Process (OPPM) In: Kinébanian, A. & Granse, M., le. Grondslagen van de ergotherapie. Maarssen: Elsevier. Stanton, S., Thompson-Franson, T. & Kramer, C. (2002). Linking concept to a process for working with clients. In: Canadian Association of Occupational Therapists. Enabling occupation: an occupational therapy perspective. Ottawa: CAOT publications ACE. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 26

27 Inhoud Achtergrondinformatie Visie Structuur Casus Toepassing Meetinstrumenten Doorverwijzingen Bronvermelding 7. Person Environment Occupation model - PEO Het PEO model van Mary Law 1996 Achtergrondinformatie The Person-Environment-Occupation (PEO) was developed to facilitate occupational therapists understanding of the dynamic nature of occupational performance (Stewart et al., 2003). Het PEO-model beschrijft het handelen als de uitkomst van de relatie tussen de personen, hun taak/activiteit en de omgeving waar zij leven, werken en spelen (naar: Law et al., 1996). Deze relatie tussen deze drie elementen verandert telkens en hebben invloed op elkaar. Het handelen verandert dan ook je hele leven. (naar: Stewart et al., 2003) Het PEO-model is geïnspireerd door de Canadian Guidelines for client-centred practice. Daarnaast komt het model overeen met de gezondheid modellen van nu, zoals het herziende International Classification of Functioning, Disability, and Health (ICF), die ook de interactie tussen de persoon en omgeving integreert in het proces van gezondheid en welzijn. Dus het PEO-model is een samenvatting van multidisciplinaire benaderingen van de relatie tussen persoon, omgevingen en de unieke kijk op het handelen. Het PEO-model stuurt de therapeut in het herkennen van hindernissen en stimuleert in de ergotherapie het analyseren van de drie grote elementen persoon, omgeving en taak/activiteit in relatie tot het handelen. Daarnaast de relatie tussen de persoon en omgeving, persoon en taak en omgeving en taak helpt de therapeut om het mogelijk te maken de invloed op het handelen volledig te begrijpen. (naar: Stewart et al., 2003) De overlap van de drie elementen beïnvloedt het handelen (zie figuur 1). Het model gaat er vanuit dat de drie elementen constant interactie hebben met elkaar. PEO-fit is het doel van de ergotherapie. Maximizes fit (figuur 2) geeft het maximale handelen aan en een nauwe overlap van de drie elementen. Een minimizes fit (figuur 2) geeft het minimale handelen aan. Er is bijna geen overlap tussen de drie elementen, de persoon is dan minder in staat betekenis aan zijn handelen te geven. (Law et al., 1996; Aarts 2005) Dat het model simpel is kan een gebrek zijn in sommige situaties, omdat het geen antwoord geeft op vragen die therapeuten hebben over bepaalde evaluatiemethodes en interventietechnieken. Aan de andere kant kan het een sterk punt zijn dat het een simpel model is, het model kan in alle settings worden gebruikt, met personen van alle leeftijden en met alle soorten cliënten, het stuurt het denken en het maken van beslissingen van een ergotherapeut. (naar: Stewart et al., 2003) Er is nog geen onderzoek gestart naar de validiteit van dit model. Wel zijn er aanbevelingen om dit onderzoek uit te voeren (Law et al., 1996). Opmerking: dit PEO-model zie je ook terug komen in het MOHO, OPMA en CMOP. De drie hoofdcomponenten komen ook in deze modellen naar voren. Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 27

28 Visie De visie van dit model richt zich op de drie grote componenten en hun relatie. - Een persoon is dynamisch, gemotiveerd, altijd in ontwikkeling en in interactie met de omgeving. Het gedrag kan niet gescheiden worden van de invloed van de omgeving en het karakter van de persoon. - De omgeving is altijd aan het veranderen, als de omgeving verandert zal de persoon zijn gedrag en het te behalen doel moeten veranderen. - De omgeving heeft een effect op het handelen. De omgeving maakt het handelen mogelijk en dwingt een persoon tot het handelen. - De omgeving is meer in staat te veranderen dan de persoon. - Taken zijn complex en nodig voor de kwaliteit van leven en welzijn. De taak behoort tot de intrinsieke behoefte van een persoon voor de zelfredzaamheid, expressie en voor de voldoening in de rollen en omgeving van de persoon. - De relatie tussen de drie componenten persoon, omgeving en taak is een interactie die moeilijk gescheiden kan worden. De uitkomst van deze interactie is het handelen. De kern van de visie van het PEO-model is dat interactie van de persoon, omgeving en de taak constant over de tijd en plaats stijgen en dalen in hun overeenstemming: hoe kleiner de fit, hoe groter de overlap van het handelen. - Gedurende het leven verandert, verandert het handelen en het individu past constant zijn kijk op zijn rollen en zijn mening op het handelen en zijn omgeving aan. (naar: Stewart et al., 2003) Structuur Het PEO-model is doelbewust en flexibel en gelijk aan andere omgeving-gedrag benaderingen. De elementen van het model zijn uitgebreid beschreven voor de adaptatie en specifiek voor in de praktijk. (naar: Stewart et al., 2003) De relatie van de cirkels geven de invloed weer die ze hebben op het handelen. De persoon, de persoon wordt gezien als een uniek wezen die gelijktijdig verschillende rollen kan aannemen. Deze rollen zijn dynamisch en kunnen variëren over de tijd en hun belangrijkheid. De persoon wordt gezien vanuit een holistische kijk. De omgeving, het PEO-model definieert in dit model de omgeving uitgebreid, zoals de meeste persoon-omgeving modellen doen.(naar: Law et al., 1996) De omgeving wordt gezien als de context waar het gedrag van een persoon plaatsvindt, en verleent antwoord aan een individu over wat er te doen is en wat er verwacht wordt. Bijvoorbeeld een gemeenschapshal kan gebruikt worden als klaslokaal, een feestruimte of een publieke ruimte. Het is belangrijk de omgeving van een persoon te begrijpen, zowel de hindernissen als de stimulans, wanneer je de omgeving analyseert in dit model. De taak/activiteit, hieronder verstaat men de zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning. Activiteiten worden gezien als de basis van een taak, taken zijn betekenisvol en gerelateerd aan activiteiten. Dus een taak bestaat uit meerdere activiteiten. En het handelen bestaat uit functionele taken en activiteiten die beslag nemen op het leven van een persoon. Het PEOmodel herkent dat de taken/activiteiten betekenis geven aan het leven van een persoon. Het handelen, is de uitkomst van de interactie van de persoon, de omgeving en de taak/activiteit. Het handelen is dynamisch, veranderd de beleving van de persoon in betekenisvolle activiteiten en de taken in een omgeving. (naar: Stewart et al., 2003) Marleen ter Haar & Jannet Meester, Hogeschool van Amsterdam 28

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Stof doen opwaaien Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Deel A:Theoretische onderbouwing Deel B: Ergotherapie en huishouden Deel C: Implementatie en profilering

Nadere informatie

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Ank Eijkelkamp, ergotherapeut MSc, ArteveldehogeschoolGent Studiedag De ergotherapeut

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

Aanleiding. Het Foto-interview. DCD diagnose en interventie Leeds Conference Statement

Aanleiding. Het Foto-interview. DCD diagnose en interventie Leeds Conference Statement Het Foto-interview Revalidatie Centrum Leijpark Mytylschool Tilburg REC Midden Brabant Aanleiding Meer dan 15 jaar ambulante begeleiding Diagnose DCD: 20 % van de kinderen in Ambulante begeleiding Annelies

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

13/03/2014. Even kennismaken. Activiteiten van het dagelijkse leven. Identificatie van betekenisvolle activiteiten voor bewoners van een WZC

13/03/2014. Even kennismaken. Activiteiten van het dagelijkse leven. Identificatie van betekenisvolle activiteiten voor bewoners van een WZC Patricia De Vriendt Dominique Van de Velde Elise Cornelis Activiteiten van het dagelijkse leven Identificatie van betekenisvolle activiteiten voor bewoners van een WZC Even kennismaken Prof Dr Patricia

Nadere informatie

PEO in de praktijk. Een advies aan de NVE over de toepassing van het Person-Environment-Occupation model bij kinderen en verstandelijk gehandicapten.

PEO in de praktijk. Een advies aan de NVE over de toepassing van het Person-Environment-Occupation model bij kinderen en verstandelijk gehandicapten. PEO in de praktijk Een advies aan de NVE over de toepassing van het Person-Environment-Occupation model bij kinderen en verstandelijk gehandicapten. Marije Bakkum Angelique van der Helm Nienke Invernizzi

Nadere informatie

MOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam

MOHO EN DE MOHOST. Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam MOHO EN DE MOHOST Robbert Kruijne Docent/onderzoeker Lectoraat Ergotherapie, participatie en omgeving Hogeschool van Amsterdam EEN MODEL is een vereenvoudigde weergave van een theorie - verbanden worden

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

INHOUD WORKSHOP. Introductie Korte informatie over interventies. Interactieve discussie

INHOUD WORKSHOP. Introductie Korte informatie over interventies. Interactieve discussie INHOUD WORKSHOP Introductie Korte informatie over interventies Pathways and Resources for Engagement and Participation (PREP), Partnering 4 Change (P4C), Children s Meaningful Activities and Participation

Nadere informatie

12:45 13:30 14:00 15:00 16:30 16:45

12:45 13:30 14:00 15:00 16:30 16:45 Ochtendvoorzitter: Theone Kampstra Middagvoorzitter: Eelke van Haeften 9:15 9:45 Ontvangst Welkom door ochtendvoorzitter 12:45 Lunch 9:50 Inleiding - Patricia Kannegieter 13:30 Occupation based-werken

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Action over Inertia. Jaarcongres Ergotherapie. 22 maart 2019

Action over Inertia. Jaarcongres Ergotherapie. 22 maart 2019 Action over Inertia Jaarcongres Ergotherapie 22 maart 2019 Recovery In a last, desperate attempt to protect ourselves we gave up. We gave up trying to get well. Giving up was a solution for us. It numbed

Nadere informatie

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 Inhoud Inhoud 5 Introductie 9 1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 2 Historisch perspectief 21 3 Handelen

Nadere informatie

Inhoud Deel I Plaatsbepaling van de ergotherapie Verhaal van de praktijk 1 - Hoe een eendje een lost case redde!

Inhoud Deel I Plaatsbepaling van de ergotherapie Verhaal van de praktijk 1 - Hoe een eendje een lost case redde! Deel I Plaatsbepaling van de ergotherapie Verhaal van de praktijk 1 - Hoe een eendje een lost case redde! Astrid Kinébanian en Linda Walgemoet 1 De beroepsvorming van de ergotherapie.... 5 Astrid Kinébanian,

Nadere informatie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie Het implementeren van een cliëntgerichte benadering in de gezondheidszorg heeft in toenemende mate de aandacht gekregen van patiënten, hulpverleners en beleidsmakers.

Nadere informatie

Intervisieprogramma cliëntgericht werken

Intervisieprogramma cliëntgericht werken Intervisieprogramma cliëntgericht werken voor ergotherapeuten ter bevordering van kwaliteit van cliëntgericht werken Theoretische onderbouwing Junior adviseurs: Senior adviseur: Ruth Boxum Krista Kok Chantal

Nadere informatie

Beoordelen toegankelijkheid en aanpasbaarheid van bestaande huurwoningen

Beoordelen toegankelijkheid en aanpasbaarheid van bestaande huurwoningen Implementatieplan Beoordelen toegankelijkheid en aanpasbaarheid van bestaande huurwoningen In opdracht van: Gemeente Wijk bij Duurstede Woningstichting Volksbelang Implementatieplan Beoordelen toegankelijkheid

Nadere informatie

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma De toepassing van de richtlijn Ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers Post - HBO cursus 2012

Nadere informatie

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase In het kader van: Toegepast Onderzoek Kwaliteitszorg en Ondernemen Realisatiefase 18 december

Nadere informatie

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Visie op verpleegkundige professionaliteit Visie op verpleegkundige professionaliteit Verpleegkundige professionaliteit en trots Verpleegkundigen zijn van cruciaal belang voor het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg in het MCL. De afgelopen

Nadere informatie

Informatie boekje CO-OP benadering

Informatie boekje CO-OP benadering Informatie boekje CO-OP benadering Cognitive Orientation to daily Occupational Performance Heerlen, 2013 Dit informatieboekje is tot stand gekomen op vraag van therapeuten, ouders, partners en andere betrokkenen.

Nadere informatie

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA Kind aan het woord 21 april 2016 Marjon ten Velden MSc OT Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA 1 Luisteren naar Kinderen..zorgt voor succesvolle interventies hoe vaak bepaalt het kind de interventiedoelen?

Nadere informatie

Adviesrapport Met stip op één

Adviesrapport Met stip op één Adviesrapport Met stip op één Opdrachtgever: Junioradviseurs: E. de Haan J. Betjes L. J. van der Bie Senioradviseur: J.J. van der Toorn Hogeschool van Amsterdam Opleiding Ergotherapie 5 Juni 2012 Inhoud

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Pediatric Volitional Questionnaire (PVQ) December 2013 Review: 1) G. Hodenius, J. Issel, J. Ohl 2) J.B.Grondal Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Stof doen opwaaien Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Deel A:Theoretische onderbouwing Deel B: Ergotherapie en huishouden Deel C: Implementatie en profilering

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

Op weg naar het goede verhaal

Op weg naar het goede verhaal Op weg naar het goede verhaal Aan de slag met betere wijkverpleegkundige informatie Vanessa Schroer & Jerry Fortuin Zorg en ICT beurs 18 en 19 april 2018 Op weg naar het goede verhaal Aan de slag met betere

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

Eigen regie in de palliatieve fase

Eigen regie in de palliatieve fase Verwante begrippen Eigen regie in de palliatieve fase zelfmanagement Hanke Timmermans Opdracht film ZM Er volgt zo meteen een korte film van ca. 6 minuten, waarin zes mensen met een chronische ziekte aan

Nadere informatie

ONDERZOEK & WETENSCHAP

ONDERZOEK & WETENSCHAP ONDERZOEK & WETENSCHAP Het gebruik van richtlijnen door ergotherapeuten in Nederland Jaarcongres Ergotherapie 22 maart 2019 GEBRUIK VAN RICHTIJNEN DOOR ERGOTHERAPEUTEN IN NEDERLAND Dr Joan Verhoef, Hoofddocent

Nadere informatie

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL SCHOLINGEN PEDI-NL De PEDI-NL is de Nederlandse vertaling en bewerking van Pediatric Evaluation of Disability Inventory. Met de PEDI kan de mate van zelfstandigheid in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten

Nadere informatie

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN

COGNITIEVE REVALIDATIE THERAPIE VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN VOOR KINDEREN, ADOLESCENTEN EN VOLWASSENEN CURSUS VOOR ERGOTHERAPEUTEN OPLEIDING TOT CPCRT-GECERTIFICEERD THERAPEUT De cursus richt zich op de ergotherapeutische diagnostiek, benadering en behandeling

Nadere informatie

Annelies de Hoop, ergotherapeut

Annelies de Hoop, ergotherapeut Annelies de Hoop, ergotherapeut a.de.hoop@mytylschooltilburg.nl De behandeling van kinderen met DCD dient: (www.eacd.org) activiteiten te omvatten die functioneel zijn en gebaseerd op activiteiten die

Nadere informatie

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek Welkom Het keukentafelgesprek De ontwikkeling van een

Nadere informatie

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra

Gastles 17 september 2009. van Theorie naar Praktijk. Door Theone Kampstra Gastles 17 september 2009 van Theorie naar Praktijk De SI-behandeling Door Theone Kampstra Wie is Theone Bewegingswetenschappen 1992-1997 Ergotherapie 1997-1999 Sensorische Integratie opleiding 2000 Werkzaam

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

PERSPECTIEF OP POTENTIES. Juul Koene lectoraat GGZ Hogeschool Leiden

PERSPECTIEF OP POTENTIES. Juul Koene lectoraat GGZ Hogeschool Leiden PERSPECTIEF OP POTENTIES Juul Koene lectoraat GGZ Hogeschool Leiden HERSTEL Herstel omvat vier componenten Functioneel herstel krijgt weinig expliciete aandacht FUNCTIONEEL HERSTEL Leerprocessen Nadruk

Nadere informatie

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE Annemarie Waal & Greet Gevers Hogeschool van Amsterdam, Opleiding tot Oefentherapeut m.h.gevers@hva.nl a.p.waal@hva.nl Uitnodiging tot het kiezen van een plaatje Als

Nadere informatie

ERGOTHERAPEUTEN: (RE)INTEGREER IN ARBEID!

ERGOTHERAPEUTEN: (RE)INTEGREER IN ARBEID! ERGOTHERAPEUTEN: (RE)INTEGREER IN ARBEID! De waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. STUDENTEN : Inge Berkhout - 0529695 Preventie & Advies Manon Jansen - 0541732 Preventie & Advies

Nadere informatie

Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland

Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Ergotherapie Nederland, november 2014. Hieronder volgt het voorstel van Ergotherapie Nederland voor een aanpassing

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BESLUITVORMING EEN EVIDENCE BASED BENADERING

GEZAMENLIJKE BESLUITVORMING EEN EVIDENCE BASED BENADERING CURSUS GEZAMENLIJKE BESLUITVORMING EEN EVIDENCE BASED BENADERING Loopbaancoaching en training van fysiotherapeuten VIAPERSPECTIEF Doet mijn wijze van communiceren met cliënten ertoe? Heeft mijn wijze van

Nadere informatie

OPBOUW VOORSTELLEN GEZOND ACTIEF OUDER WORDEN HET PROGRAMMA EN DE POST-HBO CURSUS

OPBOUW VOORSTELLEN GEZOND ACTIEF OUDER WORDEN HET PROGRAMMA EN DE POST-HBO CURSUS GEZOND ACTIEF OUDER WORDEN HET PROGRAMMA EN DE POST-HBO CURSUS Anke Heijsman, docent / onderzoeker Hogeschool van Amsterdam Rob Mulder, senior, deelnemer post-hbo GAOW 8 september 2016 OPBOUW 1. Voorstellen:

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha

Nadere informatie

Opleidingen voor P&O-ers in de zorg: Serious Game Training duurzame inzetbaarheid Leergang duurzame inzetbaarheid

Opleidingen voor P&O-ers in de zorg: Serious Game Training duurzame inzetbaarheid Leergang duurzame inzetbaarheid Opleidingen voor P&O-ers in de zorg: Serious Game Training duurzame inzetbaarheid Leergang duurzame inzetbaarheid 1 Adres: Welnalaan 5, 7523 NG, Enschede Telefoon: 053-4776614 Website: www.fitform.nl Opleidingsaanbod;

Nadere informatie

Workshops en cursussen H E R S E N W E R K. Scholing en advies op het gebied van hersenletsel

Workshops en cursussen H E R S E N W E R K. Scholing en advies op het gebied van hersenletsel Workshops en cursussen H E R S E N W E R K Scholing en advies op het gebied van hersenletsel 2016 Hersenwerk Hersenwerk is een organisatie die kennis en wetenschap verzamelt en verspreidt op het gebied

Nadere informatie

De sociale omgeving van kinderen Afstudeerscriptie

De sociale omgeving van kinderen Afstudeerscriptie De sociale omgeving van kinderen Afstudeerscriptie Een onderzoek naar het beste assessment dat de sociale omgeving van kinderen van 0-12 jaar in kaart brengt. Junior adviseurs: Anne-Marlijn Snaterse Laura

Nadere informatie

De ACLs in de praktijk. Margreet Heuvelman, Msc Wieneke van Doorn, Cognitief Revalidatie Therapeut

De ACLs in de praktijk. Margreet Heuvelman, Msc Wieneke van Doorn, Cognitief Revalidatie Therapeut De ACLs in de praktijk Margreet Heuvelman, Msc Wieneke van Doorn, Cognitief Revalidatie Therapeut Aanleiding en Missie Opbouw Introductie Het model Onderzoek De biecht Knelpunten Cognitive Disabilities

Nadere informatie

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1

Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014. Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Dr. Hilde Verbeek 15 april 2014 Department of Health Services Research Focusing on Chronic Care and Ageing 1 Doelstelling Nurses on the Move Bijdragen aan verbetering kwaliteit van zorg in verpleeg- en

Nadere informatie

Samenhang Zelfzorg Ondersteund, Persoonsgerichte Zorg en Positieve Gezondheid NvL, 2019

Samenhang Zelfzorg Ondersteund, Persoonsgerichte Zorg en Positieve Gezondheid NvL, 2019 Samenhang Zelfzorg Ondersteund, Persoonsgerichte Zorg en Positieve Gezondheid NvL, 2019 Waarom dit document? Positieve Gezondheid, persoonsgerichte zorg en ondersteunde zelfzorg zijn initiatieven die vanuit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Ergotherapie en oncologische revalidatie

Ergotherapie en oncologische revalidatie 1620 november juni 20092011 Ergotherapie en oncologische revalidatie 16 november 2011 Ergotherapeute Margot van Melick 1620 november juni 20092011 Inleiding Inleiding casus Mevr. Janssen Ergotherapie:

Nadere informatie

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING Inhoudsopgave Inleiding Stap 1: Identificeren van doelgroepen en hun behoeften Stap 2: Samenstellen multidisciplinaire projectgroep

Nadere informatie

Vraagje. Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd?

Vraagje. Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd? Vraagje Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd? Voorstellen Marike Hendriks Erica Baarends Achtergrond:

Nadere informatie

Technologie en kinderrevalidatie een goede combinatie?

Technologie en kinderrevalidatie een goede combinatie? Technologie en kinderrevalidatie een goede combinatie? J.S. (Hans) Rietman, MD, PhD Professor in Rehabilitation Medicine and Technology University of Twente / Roessingh Research and Development President

Nadere informatie

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

Organisatiescan persoonsgerichte zorg Organisatiescan persoonsgerichte zorg Doel organisatiescan: bijdragen aan implementatie (-bereidheid) van persoonsgerichte zorg en gezamenlijke besluitvorming in de organisatie. Insteek is op organisatieniveau.

Nadere informatie

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans

SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN. Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans SOCIALE VEERKRACHT OUDEREN Jenneke van Pijpen Tot stand gekomen met Ben Sajetcentrum en Vilans EVEN VOORSTELLEN JENNEKE VAN PIJPEN v In veel verschillende rollen betrokken bij de ouderenzorg. v Tot 1 januari

Nadere informatie

Workshop: Aandacht voor de mantelzorger

Workshop: Aandacht voor de mantelzorger Workshop: Aandacht voor de mantelzorger Dr. Maud Graff, Radboudumc afdeling revalidatie & IQ healthcare, Senioronderzoeker & docent EDOMAH Gera Lambrechts, docent EDOMAH en praktijkhouder 1 e lijns praktijk

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08 Scriptiegroep Bijeenkomst 08 Inhoudselementen van een scriptie Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Bronnenonderzoek Afstudeerproject Conclusie Samenvatting Literatuurlijst Bijlagen Inhoudsopgave Routekaart

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Canadian Occupational Performance Measure (COPM)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Canadian Occupational Performance Measure (COPM) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Canadian Occupational Performance Measure (COPM) 27 februari 2011 Review: Marion Wirth Anna Staehler Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Intervisieprogramma cliëntgericht werken

Intervisieprogramma cliëntgericht werken Intervisieprogramma cliëntgericht werken voor ergotherapeuten ter bevordering van kwaliteit van cliëntgericht werken Junior adviseurs: Senior adviseur: Ruth Boxum Krista Kok Chantal Langerak Annemiek Rozendaal

Nadere informatie

Signaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering

Signaleren, volgen en verdiepen. Werk in uitvoering Signaleren, volgen en verdiepen Werk in uitvoering Everlien de Graaf Verpleegkundige, Verplegingswetenschapper, Promovenda Hospicezorg & Symptomen en klachten van patiënten Expertise centrum Palliatieve

Nadere informatie

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG

Visie Dimence Groep op VerpleGinG en VerzorGinG Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging Visie Dimence Groep op verpleging en verzorging De zorg verandert en vindt zoveel mogelijk thuis of dichtbij huis plaats. Er worden minder mensen opgenomen

Nadere informatie

Raamwerk analyse HEZO: combinatie ICF en Waardekadermodel

Raamwerk analyse HEZO: combinatie ICF en Waardekadermodel Raamwerk analyse HEZO: combinatie ICF en Waardekadermodel dr.ir. Joost van Hoof Eur Ing Lectoraat Vraaggestuude Zorg, Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening, Hogeschool Utrecht Amersfoort, 13 december

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: David Dol, Kurt Kerkaert, Tina van de Loo, Sigrid Appeltans, Johan Neyt en Els Peters Verontschuldigd: Rik Loenders, Sara Kadering project Verduidelijking van de rol

Nadere informatie

KEEK OP DE WEEK 20 mei 2019 Workshop. Jordi van Heeswijk en Pauline Aarts

KEEK OP DE WEEK 20 mei 2019 Workshop. Jordi van Heeswijk en Pauline Aarts KEEK OP DE WEEK 20 mei 2019 Workshop Jordi van Heeswijk en Pauline Aarts Effectiveness of paediatric occupational therapy for children with disabilities Novak, 2019 2 Bouwdorp Doelgroep Doelgroep: Kinderen

Nadere informatie

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet

Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau. Riekie de Vet Gebruik van PROMs individueel versus groepsniveau Riekie de Vet Klinimetrie: meten in de geneeskunde Het meten van symptomen, diagnostiek, uitkomsten van behandelingen, gezondheidsstatus en bijvoorbeeld

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid

Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Ergotherapeutische Energiemanagement interventies en de effecten op vermoeidheid Resultaten van een systematisch review en een toepassing voor de praktijk Lyan Blikman, MSc. Bewegingswetenschapper PhD

Nadere informatie

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische

Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische Rehabilitatie in de forensische psychiatrie, een schijnbare tegenstrijdigheid een zicht op de visie van een forensischpsychiatrische PVT Steven Degrauwe U.P.C. Sint- FRT, een visie gebaseerd op rehabilitatie

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Photovoice. Een visueel middel voor onderzoek (PAR) Ook een bruikbaar middel in. de ergotherapie?

Photovoice. Een visueel middel voor onderzoek (PAR) Ook een bruikbaar middel in. de ergotherapie? Photovoice Een visueel middel voor onderzoek (PAR) Ook een bruikbaar middel in de ergotherapie? Een voorbeeld. Ik maakte deze foto toen ik alleen een dagje naar zee ging. De dame op het dekentje deed mij

Nadere informatie

Het goede verhaal vertellen

Het goede verhaal vertellen Het goede verhaal vertellen Leidraad wijkverpleegkundig dossier, op weg naar een (nieuwe) professionele omgeving Inès van Beek & Jerry Fortuin Zorg en ICT beurs 14 maart 2019 Het goede verhaal vertellen

Nadere informatie

Is een hulpmiddel voor een (CVA) patiënt een laatste redmiddel?

Is een hulpmiddel voor een (CVA) patiënt een laatste redmiddel? Is een hulpmiddel voor een (CVA) patiënt een laatste redmiddel? Ellen Giesen, Docent Zuyd Hogeschool, opleiding ergotherapie, Ergotherapeut, gecertificeerd handtherapeut CHT-NL Inhoud workshop: Wat is

Nadere informatie

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN Patiënten en cliënten hebben het recht om kwalitatief goede zorg te ontvangen. Daarom stimuleert V&VN verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig

Nadere informatie

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage. Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,

Nadere informatie

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1

Voorwoord 1 0. Inleiding 1 1 Inhoud Voorwoord 1 0 Inleiding 1 1 1 Evidence-based diëtetiek: principes en werkwijze 1 3 Inleiding 1 3 1.1 Evidence-based diëtetiek 1 3 1.2 Het ontstaan van evidence-based handelen 1 5 1.3 Evidence-based

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie

Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam, Expertise Centrum Ergotherapie 7 De Nederlandse samenvattende handleiding van de OPHI-II (versie 2.1) Occupational Performance History Interview-II NL Rosa Baaijen Junioradviseur

Nadere informatie

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk Visie Verpleging & Verzorging VUmc 2015 Preventie Zorg plannen Pro-actief State-of-the-art zorg Samen Zorg uitvoeren Gezamenlijk verant wo or de lijk Screening & diagnostiek Efficiënt Zinvolle ontmoeting

Nadere informatie

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH)

Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan huis (EDOMAH) VitaDem-studie: vitaal blijven en meedoen, ondersteuning op maat voor mensen met dementie en hun naasten VitaDem interventies Protocol 1: Ergotherapie voor mensen met dementie en hun mantelzorgers aan

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

ICHOM en het belang voor de patiënt

ICHOM en het belang voor de patiënt DE PATIENT CENTRAAL Maarten de Wit Lent 12 oktober 2017 ICHOM en het belang voor de patiënt T2T Overarching principle B. The primary goal of treating patients with rheumatoid arthritis is to maximize long-term

Nadere informatie

Richtlijn Cognitie en Ergotherapie'

Richtlijn Cognitie en Ergotherapie' Richtlijn Cognitie en Ergotherapie' Optimalisering van de ergotherapeutische diagnostiek en behandeling bij cognitieve stoornissen ten gevolge van CVA of contusio cerebri op Groot Klimmendaal. Richtlijn

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans

Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen HET LEVEN. Dr. Ruth Dalemans Ruth Dalemans Kenniskring Autonomie en Participatie van chronisch zieken en kwetsbare ouderen IMPACT VAN AFASIE OP HET LEVEN Dr. Ruth Dalemans Onderzoek en onderwijs Promotietraject Rol van de student

Nadere informatie

Aanleiding van de studiedag

Aanleiding van de studiedag Assessment en gebruikvan meetinstrumenten in de WZC Taak van de ergotherapeut Aanleiding van de studiedag Onderzoek naar gebruik van meetinstrumenten in de Gerontologieen Geriatriedoor ergotherapeuten

Nadere informatie

PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH

PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH PROLOOP NR 1 2015 HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH 56 TIPS & TRICKS Elke hardloper heeft zijn eigen doelstelling: waar de één zich bijvoorbeeld focust op het verbeteren van zijn looptechniek,

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Advies- en implementatierapport. Evidence-based ergotherapeutische groepsbehandeling voor cliënten met chronische a-specifieke rugklachten

Advies- en implementatierapport. Evidence-based ergotherapeutische groepsbehandeling voor cliënten met chronische a-specifieke rugklachten Advies- en implementatierapport Evidence-based ergotherapeutische voor cliënten met chronische a-specifieke rugklachten Nijmegen, April 2012 Junior-adviseurs: Iris Pothoven Marlon Haarhuis Jacob Lodewijks

Nadere informatie

50 reacties. Overzicht Complete reacties bekijken. Ergo & ik kinderergotherapie

50 reacties. Overzicht Complete reacties bekijken. Ergo & ik kinderergotherapie 50 reacties Overzicht Complete reacties bekijken Selecteer de maand waarin deze enquette is ingevuld Mei 2011 2 4% Juni 2011 1 2% Juli 2011 4 8% Augustus 2011 5 10% September 2011 3 6% Oktober 2011 4 8%

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Activiteitenprofiel ENG: Activity Record (ACTRE) 31 januari 2019 Review en invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

Bas Smeets page 1

Bas Smeets  page 1 Bas Smeets www.bsmeets.com page 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen idee wat hoe hun ideale

Nadere informatie

De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering

De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering De mogelijkheden en grenzen van empowerment in de Nederlandse preventie en gezondheidsbevordering Dr. Gerard Molleman NIGZ-Centrum Kennis & Kwaliteit 9 november 2007 Wilma Rouwenhorst (1915-2000) Pionier

Nadere informatie