ERGOTHERAPEUTEN: (RE)INTEGREER IN ARBEID!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ERGOTHERAPEUTEN: (RE)INTEGREER IN ARBEID!"

Transcriptie

1 ERGOTHERAPEUTEN: (RE)INTEGREER IN ARBEID! De waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. STUDENTEN : Inge Berkhout Preventie & Advies Manon Jansen Preventie & Advies Sanne Schepens Preventie & Advies Marjoke Slagter Preventie & Advies Bianca Zilverschoon Behandelen & Begeleiden OPLEIDING : Ergotherapie, 4 e jaar, Paramedisch Cluster HOGESCHOOL : Hogeschool Rotterdam BEGELEIDEND DOCENT : Kim Bisschop DATUM : Juni 2006

2 VOORWOORD Kent u de term Arbeidstherapie nog?! Het begrip Ergotherapie is hiervoor in de plaats gekomen. Arbeid maakt nog steeds deel uit van de ergotherapie, maar hier is de afgelopen jaren in mindere mate aandacht aan besteed. Door de toenemende vraag naar arbeid is het nu tijd voor een comeback Arbeidsreïntegratie!!! Voor u ligt de afstudeerscriptie waarin de waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie wordt besproken. Het leek ons erg interessant om dit te doen door ons te verdiepen in het reïntegratieproces dat de ergotherapeut doorloopt. Deze scriptie is tot stand gekomen gedurende de twaalf weken waarin wij intensief met dit onderwerp bezig zijn geweest. Wij willen de volgende ergotherapeuten bedanken voor de feedback die zij vanuit hun praktijkervaring hebben gegeven op onze uitwerking van het Adviesfasenmodel: Ine Gerrits, Anke Heijsman, Minjou Lemette en Chris Kuiper. Dankzij hun bijdrage hebben wij de mogelijkheid gehad om meer inhoud aan deze scriptie te geven. Tevens is op deze manier getracht de kans op onnauwkeurigheden zo klein mogelijk te maken, door het Adviesfasenmodel te laten beoordelen door bovengenoemde professionals. Tot slot willen wij Kim Bisschop bedanken voor haar begeleiding bij deze scriptie. Wij wensen u veel leesplezier, in de verwachting dat menig ergotherapeut zich zal herkennen in de geschetste kwaliteiten en zich door deze scriptie gesteund voelt om zich te profileren binnen het werkgebied arbeid. Deze scriptie is gebaseerd op onze interpretaties. Wij dragen de volledige verantwoordelijkheid voor eventuele onvolkomenheden. Inge Berkhout Manon Jansen Sanne Schepens Marjoke Slagter Bianca Zilverschoon Rotterdam, juni Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 2

3 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 4 INLEIDING 5 Vraagstelling 5 Relatie met individuele projecten 6 Leeswijzer 6 HOOFDSTUK 1: KEUZEVERANTWOORDING 7 Inleiding Keuze voor beschrijving proces Keuze procesmodel Keuze ergotherapeutische praktijkmodellen Conclusie 10 HOOFDSTUK 2: ERGOTHERAPIE & ARBEIDSREÏNTEGRATIE 11 Inleiding Ergotherapie Competenties van de ergotherapeut Waarde ergotherapeut binnen arbeidsreïntegratie Conclusie 14 HOOFDSTUK 3: ADVIESFASENMODEL 15 Inleiding Fase 1: Verhelderen van de vraag Fase 2: Analyseren van de hulpvraag Fase 3: Typeren Fase 4: Selecteren Fase 5: Implementeren Fase 6: Beheren Fase 7: Evalueren Conclusie 23 BESCHOUWING 24 Vraagstelling 24 Conclusie 24 Discussie 24 Aanbevelingen 25 LITERATUURLIJST 26 BEGRIPPENLIJST 29 Afkortingen 29 Begrippen 29 BIJLAGEN 35 Bijlage 1: Begripsomschrijving arbeidsreïntegratie 36 Bijlage 2: Vergelijking procesmodellen 37 Bijlage 3: Beoordeling praktijkmodellen 40 Bijlage 4: Beschrijving competenties 42 Bijlage 5: Wet- en regelgeving 43 Bijlage 6: Werknemersrol Interview 52 Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 3

4 SAMENVATTING In het kader van het afstuderen van vijf studenten ergotherapie is in 2006 onderzocht welke waarde de ergotherapeut heeft binnen de arbeidsreïntegratie. De aanleiding voor deze scriptie is gelegen in de huidige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, waarbij arbeidsreïntegratie in opkomst is als mogelijk werkveld voor ergotherapeuten. Dit vraagt om eenduidigheid over de mogelijkheden van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. De vraagstelling die centraal staat in deze scriptie luidt: Wat is de waarde van de ergotherapeut bij het vormgeven van een reïntegratieproces van cliënten met arbeidshulpvragen? Eerst is gezocht naar een procesmodel dat geschikt is om te hanteren bij het vormgeven van het reïntegratieproces van cliënten met een arbeidshulpvraag. In deze scriptie is het Adviesfasenmodel van Driessen & Heijsman (2005) geselecteerd om het reïntegratieproces vorm te gegeven. Vervolgens zijn verschillende ergotherapeutische praktijkmodellen vergeleken om de meest geschikte modellen voor gebruik binnen de arbeidsreïntegratie te selecteren. Het Model Of Human Occupation en het Canadian Model of Occupational Performance zijn hieruit naar voren gekomen. De methodische aanpak maakt dat de ergotherapeut bewust, doelgericht, systematisch en procesmatig werkt aan het oplossen van de hulpvraag. Hij begeleidt/coacht de cliënt tijdens alle fasen van het reïntegratieproces. Het leggen van verbanden tussen alle aspecten van het handelen van de cliënt en de invloed daarvan op het functioneren van de cliënt, vindt zijn weerslag in het huidige, derde paradigma, waarin het handelen centraal staat. Concluderend kan worden gesteld dat de ergotherapeut een belangrijke plaats kan innemen in het reïntegratieproces van cliënten met arbeidshulpvragen. Dit wordt eveneens ondersteund vanuit de literatuur. Het resultaat van het onderzoek is de beschrijving van de specifieke competenties en de kennis, vaardigheden en attitude die een ergotherapeut kan hanteren binnen een reïntegratieproces van een cliënt. Dit wordt aan de hand van een casus verduidelijkt. Om een duidelijk overzicht te geven van de waarde die de ergotherapeut heeft in iedere fase van het proces, wordt in de scriptie per fase deze waarde beschreven. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 4

5 INLEIDING Arbeidsreïntegratie is een opkomend werkgebied binnen de ergotherapie (Kuiper et al. 2005), waardoor mogelijkheden open liggen voor de ergotherapeut om in dit werkgebied aan de slag te gaan. Op basis van de praktijkervaring van de auteurs, wordt verondersteld dat er weinig ergotherapeuten werkzaam zijn binnen de arbeidsreïntegratie. Bovendien is nog weinig informatie op internet 1 te vinden over de mogelijkheden van een ergotherapeut binnen het werkgebied arbeid. Het werkgebied arbeidsreïntegratie is bovendien in ontwikkeling. Op de internetsite van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (2000) staat: De markt voor de reïntegratie van uitkeringsgerechtigden is sterk in beweging. Er komen nieuwe reïntegratiebedrijven bij en bestaande fuseren. De reïntegratiemarkt is duidelijk nog in ontwikkeling. Binnen de arbeidsreïntegratie is nog onduidelijk welke waarde de verschillende professionals hebben. Hieruit blijkt dat er zowel vanuit de maatschappij als vanuit het beroep ergotherapie behoefte is naar eenduidigheid over de waarde van de ergotherapeut binnen een arbeidsreïntegratieproces. Dit heeft geleid tot onderstaande vraagstelling. VRAAGSTELLING Wat is de waarde van de ergotherapeut bij het vormgeven van een reïntegratieproces van cliënten met arbeidshulpvragen? Hieronder worden enkele termen uit de vraagstelling besproken. Ergotherapeut: De ergotherapeut biedt de cliënt mogelijkheden een optimale wijze van uitvoeren van dagelijkse activiteiten te bereiken in de eigen omgeving, waarbij het concrete, voor de cliënt betekenisvolle handelen op de gebieden zelfredzaamheid, arbeid (productiviteit) en vrije tijd, onderwerp is van therapie. Cliënten: (Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie (NVE) 1999:28). In deze scriptie zal gesproken worden over cliënten. Hiermee worden degenen bedoeld die belemmeringen en/of participatieproblemen ervaren op het gebied van arbeid. Reïntegratieproces: Het proces dat de cliënt doorloopt teneinde te reïntegreren in arbeid. Arbeidshulpvragen: Onder arbeidshulpvragen worden in deze scriptie alleen de hulpvragen op het gebied van reïntegratie verstaan. De definitie van arbeidsreïntegratie die gehanteerd wordt is: alle activiteiten die gericht zijn om het ondersteunen van cliënten met een lichamelijke en/of geestelijke beperking bij het vinden van passende arbeid, al dan niet bij de oude werkgever. Deze definitie is afgeleid van een combinatie van verschillende definities, die zijn opgenomen in bijlage 1. De auteurs kiezen ervoor om in deze scriptie de waarde van de ergotherapeut te bepalen. Er wordt gekozen om hierbij geen verbanden te leggen tussen ergotherapie en andere disciplines die zich ook met arbeidsreïntegratie bezighouden, vanwege verschillende redenen. Als eerste is het een persoonlijke keuze van de auteurs, welke allen interesse hebben in de kwaliteiten van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie en minder in de rol van andere disciplines. Naar de mening van de auteurs geeft juist een beschrijving van de kwaliteiten diepgang aan deze scriptie. Daarnaast zijn er veel verschillende disciplines werkzaam binnen de arbeidsreïntegratie. Het uitwerken van elke discipline zou een grote tijdsinvestering vragen, welke de diepgang van de waarde mogelijk kan beperken. Om deze waarde aan te tonen wordt gezocht naar een procesmodel en praktijkmodellen die bruikbaar zijn bij het beantwoorden van de vraagstelling. Vervolgens wordt een analyse gemaakt vanuit literatuur, met als doel te beschrijven wat reeds bekend is over ergotherapie en arbeidsreïntegratie. Aan de hand van een casus wordt de waarde van de ergotherapeut bij het begeleiden van een reïntegratieproces van een cliënt verduidelijkt. 1 Onder andere op en Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 5

6 Eindresultaat Met deze afstudeerscriptie worden ergotherapeuten en studenten ergotherapie geïnformeerd over de waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. Het resultaat van deze scriptie is de beschrijving van de specifieke competenties en de kennis, vaardigheden en attitudes die een ergotherapeut kan gebruiken binnen een reïntegratieproces van een cliënt. Om dit resultaat zo toegankelijk mogelijk te maken voor geïnteresseerden, hebben de auteurs van deze scriptie een informatieve internetsite opgezet: RELATIE MET INDIVIDUELE PROJECTEN Naast dit project dat gezamenlijk tot stand is gekomen, hebben de individuele groepsleden zich verdiept in onderwerpen die samenhangen met het onderwerp arbeidsreïntegratie. Inge Berkhout (2006) houdt zich bezig met opstellen van een implementatieplan voor een observatie instrument wat binnen Emergis (instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Zeeland) ontwikkeld is en wat gebruikt zal gaan worden binnen de arbeidsreïntegratie van cliënten van Emergis. In de scriptie van Manon Jansen (2006) wordt onderzocht óf en op welke manier ergotherapie ingezet kan worden bij de begeleiding van mensen met een eetstoornis. Daarbij wordt ook onderzocht of zingevingsvraagstukken en keuzeproblematiek binnen de kaders/het werkgebied van de ergotherapie vallen. Als hieruit blijkt dat er voldoende onderbouwing is voor de inzet van ergotherapie zal een effectief ergotherapeutisch begeleidingsprogramma worden opgesteld om mensen met een eetstoornis te ondersteunen bij het verkrijgen van antwoord(en)op zingevingsvraagstukken, waardoor zij gerichter kunnen kiezen op het gebied van zowel werk als leven. Sanne Schepens (2006) vergelijkt in haar scriptie de individuele behandeling met de groepsbehandeling. Deze scriptie is gericht op de ergotherapeut werkzaam in de arbeidsreïntegratie. In de scriptie van Marjoke Slagter (2006) wordt ingegaan op maatschappelijke participatie van jongeren met een psychische stoornis, waarbij arbeid een onderdeel is van het gehele begeleidingsaanbod op het gebied van maatschappelijke participatie binnen GGZ Buitenamstel. Bianca Zilverschoon (2006) beschrijft een onderzoek naar diagnostische-instrumenten die geschikt zijn om te gebruiken bij cliënten met CANS (Complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) waarbij ondersteuning van arbeidsreïntegratie gewenst is. LEESWIJZER In hoofdstuk 1 worden de keuzes verantwoord die gemaakt zijn gedurende het schrijven van deze scriptie. Onder andere het gekozen procesmodel en de gekozen praktijkmodellen zijn beschreven. Hoofdstuk 2 beschrijft het literatuuronderzoek naar de waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie, gekeken naar de ergotherapie, competenties van de ergotherapeut en de arbeidsreïntegratie. In hoofdstuk 3 wordt het reïntegratieproces uitgewerkt en verduidelijkt door middel van een casus. De specifieke competenties, nader toegelicht aan de hand van kennis, vaardigheden en attitude, worden per fase van het begeleidingsproces beschreven. Op deze drie hoofdstukken volgt de beschouwing, waarin conclusies, discussiepunten en aanbevelingen omtrent de scriptie worden beschreven. De literatuurlijst geeft een overzicht van de gebruikte literatuur in dit project. Vervolgens is een begrippenlijst opgenomen om gehanteerde termen en begrippen te verduidelijken. Aan het einde van het verslag zijn een aantal bijlagen toegevoegd die achtergrond informatie bevatten over de scriptie. Waar in deze scriptie gesproken wordt van hij kan ook zij gelezen worden. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 6

7 HOOFDSTUK 1: KEUZEVERANTWOORDING INLEIDING In dit hoofdstuk wordt een verantwoording gegeven van de gemaakte keuzes tijdens de uitwerking van deze scriptie. Deze keuzes hebben betrekking op de deelvraag: Hoe kan door de ergotherapeut het reïntegratieproces vormgegeven worden bij cliënten met arbeidshulpvragen? Om een antwoord te geven op deze vraag zal als eerste de keuze verantwoord worden waarom er gekozen is voor de beschrijving van een proces. Vervolgens zal beschreven worden welk procesmodel geschikt is om dit reïntegratieproces vorm te geven. Tot slot wordt antwoord gegeven op de vraag welke ergotherapeutische praktijkmodellen toepasbaar zijn binnen de arbeidsreïntegratie. 1.1 KEUZE VOOR BESCHRIJVING PROCES De waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie kan via verschillende invalshoeken benaderd worden. In deze scriptie is gekozen om dit middels het proces te doen, dat de ergotherapeut doorloopt binnen de arbeidsreïntegratie. Door het gebruik van een proces wordt een duidelijke koppeling gemaakt naar de praktijk. De ergotherapie wordt in twee gebieden onderscheiden; het paradigma en het toepassingsgebied (Kinébanian & Thomas 1999). Het derde beroepsparadigma van de ergotherapie is het huidige paradigma. De uitgangspunten hiervan zijn (NVE 1999): - Mensen zijn van nature handelende wezens. - Mensen kunnen verstoringen en beperkingen in hun handelen ervaren. - Het handelen kan gebruikt worden als aangrijpingspunt tot verandering. - De omgeving kan gebruikt worden als aangrijpingspunt tot verandering. In het toepassingsgebied wordt de uitoefening van het beroep in de praktijk beschreven door middel van verschillende modellen. Hieronder wordt ingegaan op diverse procesmodellen en praktijkmodellen binnen het beroep ergotherapie. Om de ergotherapeutische begeleiding van het reïntegratieproces van de cliënt inzichtelijk te maken is ervoor gekozen om een procesmodel te gebruiken. Deze keuze is gebaseerd op het feit dat een procesmodel een gestructureerd kader biedt, wat de inhoud van een ergotherapeutisch proces inzichtelijk maakt. Onder een procesmodel wordt verstaan: een model dat het proces van informatie verzamelen inventariseren van de veranderingsbehoefte tot en met de evaluatie leidt; het methodisch handelen van de ergotherapeut. (Kinébanian & Thomas 1999:135). Een kenmerk van een proces is dat het altijd cyclisch is. Driessen & Heijsman (2005) beschrijven dat een cyclisch proces verloopt van probleem of vraag naar oplossing. Zij geven aan dat als het probleem opgelost is en de vraag beantwoord, het proces stopt. Bij complexe vragen en problemen worden meestal meerdere cycli doorlopen en er wordt dus niet rechtstreeks van de eerste fase naar de laatste fase gewerkt. Om een voor deze scriptie geschikt procesmodel te kiezen, zijn er door de auteurs criteria opgesteld waar het procesmodel aan moet voldoen: 1. Het model moet ergotherapeutisch zijn. 2. Het model moet toepasbaar zijn binnen de arbeidsreïntegratie. 3. De mogelijkheid moet open gehouden worden om andere modellen, theorieën en methodieken te verwerken. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 7

8 Procesmodellen Er is gekozen om in deze scriptie alleen onderstaande procesmodellen te beoordelen op toepasbaarheid. Er is getracht de meest gebruikte procesmodellen binnen de ergotherapie te achterhalen. Dit is gedaan door verschillende literatuur bronnen te raadplegen, zoals Kinébanian & Le Grange (2006), Kuiper et al. (2005), Wilken & Den Hollander (2000), Kinébanian & Thomas (1999) en NVE (1999; 2001). Naar de mening van de auteurs worden onderstaande procesmodellen het meest gebruikt binnen de ergotherapie: - Zesstappenmodel gedragsverandering, volgens Balm (2000). - Adviesmodel, volgens Heijsman, Kuiper & Lemette (1999). - Adviesfasenmodel, volgens Driessen & Heijsman (2005). - Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH), volgens Wilken & Den Hollander (2000). - Adviesfasen beroepsprofiel, volgens de Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie (NVE) (1999). - Occupational Performance Proces Model (OPPM), volgens Canadian Association of Occupational Therapy (1997) in NVE (2001). Een korte beschrijving van deze modellen is opgenomen in bijlage 2. In deze bijlage is eveneens een tabel opgenomen met de voor- en nadelen van deze modellen, naar aanleiding van de opgestelde criteria. Deze vergelijking heeft geholpen bij het selecteren van het meest geschikte procesmodel. Uit de selectie is naar voren gekomen dat het Adviesfasenmodel (Driessen & Heijsman 2005) het meest geschikt is om te hanteren in deze scriptie. Dit model is het meest recent en zowel toepasbaar binnen de ergotherapie als binnen de arbeidsreïntegratie. Tevens wordt de mogelijkheid open gehouden om andere modellen, theorieën en methoden toe te passen. Vanuit dit adviesfasenmodel kan voor elke adviesvraag (input), gekoppeld aan een specifieke fase de processtap gevisualiseerd en geconcretiseerd worden door er het specifieke doel (output) aan te verbinden. (Driessen & Heijsman 2005:30). Dit model wordt onderverdeeld in de volgende fasen: 1. verhelderen van de vraag 2. analyseren hulpvraag 3. typeren 4. selecteren 5. implementeren 6. beheren 7. evalueren Dit procesmodel laat veel ruimte voor eigen invulling door de ergotherapeut. Praktijkmodellen kunnen hierbinnen gehanteerd worden. 1.3 KEUZE ERGOTHERAPEUTISCHE PRAKTIJKMODELLEN Een ergotherapeutisch praktijkmodel is een openbare (gepubliceerde), systematische manier van het organiseren en toepassen van ergotherapeutische kennis, met als uiteindelijk doel een verandering in het menselijk systeem te bewerkstelligen. (Kinébanian & Thomas 1999:135). Kinébanian en Thomas (1999) beschrijven dat de praktijkmodellen de brug vormen tussen het paradigma en de praktijk van alledag. Een ergotherapeut kiest op basis van de gegeven situatie voor een praktijkmodel, dat aangeeft hoe gedacht kan worden over mensen, hun handelen en therapie. In deze paragraaf worden enkel de ergotherapeutische praktijkmodellen beschreven die toepasbaar zijn binnen de arbeidsreïntegratie en voldoen aan het derde paradigma van de ergotherapie. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 8

9 Kinébanian & Thomas (1999) en de NVE (1999) beschrijven de volgende modellen die vanuit de ergotherapie zijn ontwikkeld: - Adaptation through Occupation, volgens Reed & Sanderson (1980). - Model of Human Occupation (MOHO), volgens Kielhofner (1985). - Canadian Model of Occupational Performance (CMOP), volgens Canadian Association of Occupational Therapist (1974). - Adaptive Skills Model, volgens Mosey (1970). - Cognitive Disability Model, volgens Allen (1985). - Activity Health Model, volgens Cynkin (1980). Om tot een keuze te komen welk praktijkmodel bruikbaar is binnen de arbeidsreïntegratie, is het van belang om criteria op te stellen. Omdat het praktijkmodel ergotherapeutisch moet zijn en bruikbaar binnen de arbeidsreïntegratie, zijn de volgende criteria opgesteld waaraan de modellen getoetst worden. Deze criteria zijn ontleend aan Van den Bogert et al. (2004). 1. Het praktijkmodel moet geïntegreerd zijn in de Nederlandse ergotherapiepraktijk. Het praktijkmodel is daardoor direct bruikbaar voor ergotherapeuten. 2. Het praktijkmodel moet zich richten op het fysieke, psychische en sociale functioneren van de beroepsbevolking (mensen tussen jaar). De beroepsbevolking vormt de doelgroep van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. 3. In het praktijkmodel moet het functioneren op het gebied van productiviteit te herleiden zijn. Arbeid is hier een onderdeel van productiviteit. 4. In de praktijkmodellen moeten de rollen van de mens te herleiden zijn, zodat onderzocht kan worden wat de rol(len) van de cliënt zijn/waren en hoe deze gedurende en na de arbeidsreïntegratie vervuld kunnen worden. 5. In de praktijkmodellen moeten de normen en waarden van de cliënt gericht op arbeid te herleiden zijn om veranderingen naar tevredenheid te kunnen bewerkstelligen. De motivatie van de cliënt ten aanzien van werk zal hierdoor vergroot worden. De ergotherapeutische praktijkmodellen zijn getoetst aan bovengenoemde criteria. In een schema (bijlage 3) is aangegeven of de modellen aan de criteria voldoen. Uit de vergelijking van de modellen blijkt dat het Model of Human Occupation en het Canadian Model of Occupational Performance voldoen aan de criteria die gesteld zijn. Deze modellen zijn daardoor het meest geschikt om toegepast te worden door ergotherapeuten binnen de arbeidsreïntegratie. In deze scriptie zijn daarom enkel deze modellen aangehouden. Model Of Human Occupation (MOHO) Het MOHO onderscheidt in het handelen van de mens drie subsystemen: wil-subsysteem, gewenning-subsysteem en het geest-brein-lichaam-uitvoering-subsysteem. Deze drie subsystemen zijn met elkaar verbonden, omdat er sprake is van onderlinge beïnvloeding. (Kinébanian & Thomas 1999). Als ergotherapeut werkzaam binnen de arbeidsreïntegratie, is het van belang om rekening te houden met deze onderlinge beïnvloeding van subsystemen. Zo kan bijvoorbeeld een gewoonte van een cliënt van invloed zijn op de motivatie (wil) om aan een taak deel te nemen. Naast de theorie zijn vanuit het MOHO enkele instrumenten ontwikkeld voor het verzamelen van gegevens, behandelen en evalueren. Het Worker Role Interview (WRI) (Thomas & Kinébanian 1998) is hier een voorbeeld van. Dit interview is specifiek gericht op arbeid. Canadian Model of Occupational Performance (CMOP) Het model beschrijft de samenhang tussen mentale, fysieke, spirituele en sociale aspecten in relatie tot de omgeving. Het benadrukt het verband tussen betekenisvolle activiteiten en gezondheid. (Kinébanian & Thomas 1999:225). Het CMOP biedt een handvat bij het verzamelen en ordenen van gegevens, bijvoorbeeld door het gebruik van het (meet)instrument: Canadian Occupation Performance Measure (COPM) (NVE 2001). Hierbij worden de wensen en behoeften van de cliënt op verschillende handelingsgebieden in kaart gebracht en gemeten. Het model is geschikt om op systematische wijze de mogelijkheden en beperkingen te inventariseren die iemand ervaart bij het vinden en/of uitvoeren van arbeid. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 9

10 Andere modellen Uiteraard zijn er naast ergotherapeutische praktijkmodellen ook andere praktijkmodellen die (mogelijk) geschikt zijn om toe te passen bij de arbeidsreïntegratie. Bij het toepassen van modellen binnen de arbeidsreïntegratie, zoals in hoofdstuk 3 het geval is, zal nader bepaald worden of modellen buiten de ergotherapie gewenst zijn. Hier zal in dit hoofdstuk niet verder op in worden gegaan, vanwege de grote verscheidenheid aan modellen en beperkte tijd. 1.4 CONCLUSIE De ergotherapeutische begeleiding tijdens het reïntegratieproces van de cliënt kan in deze scriptie het best vormgegeven worden door middel van het Adviesfasenmodel van Driessen & Heijsman (2005). Dit ergotherapeutische model is toepasbaar binnen de arbeidsreïntegratie en biedt ruimte voor invulling door andere modellen, theorieën en methodieken. De ergotherapeutische praktijkmodellen die geschikt zijn om te gebruiken binnen de arbeidsreïntegratie zijn het Model Of Human Occupation en het Canadian Model of Occupational Performance. Indien ergotherapeutische praktijkmodellen onvoldoende diepgang en/of invulling geven aan de behandeling middels het Adviesfasenmodel, zal gezocht worden naar een geschikt praktijkmodel buiten de ergotherapie. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 10

11 HOOFDSTUK 2: ERGOTHERAPIE & ARBEIDSREÏNTEGRATIE INLEIDING In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de volgende vraag: Wat is vanuit de literatuur de waarde van een ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, komen het beroep ergotherapie en de specifieke competenties van de ergotherapeut aan bod. Tevens wordt gezocht in literatuur naar de waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. 2.1 ERGOTHERAPIE Het derde beroepsparadigma van de ergotherapie is het huidige paradigma. Dit paradigma hanteert uitgangspunten ten aanzien van het handelen, zoals beschreven in hoofdstuk 1. De uitgangspunten vanuit de ergotherapie bieden een goede basis om binnen de arbeidsreïntegratie aan de slag te gaan. Vooral het handelen, wat de ergotherapeut centraal stelt in zijn therapie, is een kwaliteit waarmee hij zich kan onderscheiden van anderen. Een kenmerkende handelingswijze van de ergotherapeut is zijn methodische werkwijze. Het werken op methodische wijze komt verder naar voren in hoofdstuk 3. Domein Uit de definitie van ergotherapie blijkt dat zelfredzaamheid, arbeid (productiviteit) en ontspanning onderdelen zijn van therapie. Specifiek richt de therapie zich op het handelen van de cliënt. (NVE 1999:27). Arbeidsreïntegratie valt onder het domein arbeid (productiviteit). Hierbij kan arbeid niet los gezien worden van de andere handelingsgebieden. Vandaar dat de ergotherapeut de (arbeids)hulpvraag van de cliënt vanuit de holistische mensvisie benadert. Dit houdt in dat de cliënt als fysiek, emotioneel, cognitief, sociaal en cultureel geheel wordt gezien (Kielhofner 1992:121). De cliënt als geheel benaderen is dan ook een belangrijk uitgangspunt van de ergotherapeut bij arbeidsreïntegratie. Beroepsrollen In de ergotherapie wordt momenteel onderscheid gemaakt in drie beroepsrollen: behandelaar, adviseur en onderzoeker (NVE 1999). Deze scheiding in de beroepsrollen staat de laatste jaren veelal ter discussie, zoals blijkt uit herschrijving van Grondslagen van de Ergotherapie (Kinébanian & Le Grange 2006) en de notitie van Heijsman (2005). Om die reden wordt er in deze scriptie geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende beroepsrollen. 2.2 COMPETENTIES VAN DE ERGOTHERAPEUT Een ergotherapeut beschikt over verschillende competenties, waarin de waarde van de ergotherapeut naar voren komt bij het vormgeven van het reïntegratieproces van cliënten. In deze paragraaf zal dieper ingegaan worden op de competenties waarover een ergotherapeut beschikt. Er is gekozen voor de beschrijving van competenties, omdat deze recent ontwikkeld zijn én allesomvattend zijn. De competenties zullen in dit hoofdstuk worden beschreven, de praktische toepassing volgt in hoofdstuk 3. Competenties In het voorjaar van 2001 werd de werkgroep competenties ergotherapie (WCE) ingesteld. Het doel van deze werkgroep was om de eindtermen van de ergotherapie om te zetten in competenties. De eindtermen waren niet overzichtelijk. De vraag om met competenties te gaan werken ligt er sinds het beroepsprofiel (NVE 1999) geschreven is en komt vanuit het studierichtingsoverleg (SRO). Het beroepsprofiel is aanleiding voor het schrijven van de competenties. De competenties komen niet in de plaats van het beroepsprofiel maar zijn een aanvulling hierop en worden gebruikt binnen de opleidingen ergotherapie. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 11

12 Van het begrip competentie zijn tientallen definities in omloop 2. Vrijwel alle definities bevatten termen als kennis, vaardigheden en gedrag of attitude en daarnaast het effectief toepassen hiervan door een individu of een organisatie. (Cornelissen & Bogman 2003:63). De definitie die in deze scriptie gehanteerd wordt is: Een competentie is een combinatie van specifieke, geïntegreerde, gecoördineerde en toegepaste kennis, vaardigheden en persoonlijkheid/attitude (afgeleid van Gorter 1994; Mulder & Pals 1998). Er is gekozen voor een samenvoeging van definities. In de definitie door Gorter (1994) komt heel duidelijk naar voren dat competenties een complex geheel is. De termen specifiek, geïntegreerd, gecoördineerd en toegepast wijzen dit aan. De definitie van Mulder & Pals (1998) legt de nadruk sterk op de combinatie tussen kennis, vaardigheden en persoonlijkheid. De competenties worden in verschillende segmenten verdeeld. De competenties waarover een ergotherapeut beschikt zijn omschreven door de Werkgroep Competenties Ergotherapie (WCE). Een duidelijke bron hiervan is niet te achterhalen, waardoor de beschrijving door Bijpost et al. (2005) gehanteerd wordt: - Segment I: werken met en voor cliënten (diagnosticeren, behandelen en begeleiden, adviseren). - Segment II: werken in en vanuit een arbeidsorganisatie (samenwerken, beheren en beleid maken, begeleiden, ondernemen, kwaliteit borgen). - Segment III: werken aan de ontwikkeling van het beroep (innoveren, deskundigheid bevorderen). Een uitwerking van deze competenties is opgenomen in bijlage 4. Volgens de auteurs geven de competenties een algemeen beeld van de taakgebieden van de ergotherapeut. Terwijl de termen kennis, vaardigheden en attitude meer diepgang kunnen geven, omdat deze concreter zijn en daardoor makkelijker toepasbaar in de praktijk. Competenties zijn allesomvattende termen, maar zeggen in mindere mate iets over de specifieke waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie. Naast deze mening is er het feit dat ergotherapeuten, die al langer werkzaam zijn binnen de arbeidsreïntegratie, opgeleid zijn met de eerder gehanteerde indeling volgens kennis, vaardigheden en attitude. Om studenten, pas afgestudeerden en langer werkzame ergotherapeuten aan te spreken, is gekozen om zowel de competenties, als de indeling volgens kennis, vaardigheden en attitude binnen deze scriptie te hanteren. Bovendien blijkt uit de definitie (Cornelissen & Bogman 2003), dat de competenties gebaseerd zijn op kennis, vaardigheden en attitude. Kernkwaliteiten De auteurs van deze scriptie kiezen voor de term kernkwaliteiten van de ergotherapeut om kennis, vaardigheden en attitude aan te duiden. De volgende definitie van kernkwaliteiten wordt gehanteerd: het potentieel aan persoonlijke mogelijkheden van de ergotherapeut, opgesplitst in kennis, vaardigheden en attitude. Kennis Onder kennis wordt in deze scriptie de theoretische achtergrond verstaan die een ergotherapeut nodig heeft om het beroep te kunnen uitvoeren. De ergotherapeut die cliënten begeleidt naar werk, beschikt over de volgende kennis (gebaseerd op Heijsman, Kuiper & Lemette 1999:128): - Direct aan de zorgvrager gerelateerde kennis, zoals arbeidsgerelateerde kennis. - Beroepsspecifieke kennis, hieronder valt medische kennis (bijvoorbeeld over ziektebeelden), kennis van modellen en methoden, kennis over wet- en regelgeving en ervaring in de verschillende settings. Een korte beschrijving van de wet- en regelgeving is opgenomen in bijlage 5. Wegens tijdgebrek zal hier geen diepgang in volgen. - Overige kennis, zoals ergonomische, bouwkundige en product kennis. 2 Geraadpleegd zijn Boyatzis (1982), Brugman (1994), Nordhaug & Grønhaug (1994) en Van der Sluijs & Hoekstra (1999). Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 12

13 Vaardigheden Onder vaardigheden wordt in deze scriptie de behendigheid en/of bekwaamheid verstaan die een ergotherapeut nodig heeft om het beroep uit te kunnen voeren. Als basis voor de beschrijving van de verschillende aspecten van vaardigheden is de indeling en beschrijving van Heijsman, Kuiper & Lemette (1999: ) gebruikt. Vaardigheden die onderscheiden worden zijn: - Instrumenteel technische vaardigheden: Analytische vaardigheden; testen en observeren. Intellectuele vaardigheden; analytisch vermogen, verbaal vermogen en inventiviteit. Adviesvaardigheden. - Communicatieve vaardigheden: Communicatieve of (advies)gespreksvaardigheden. Actief luisteren. Samenvatten. Vragen stellen. Concretiseren. Meningen. Omgaan met gevoelens. Feedback. Assertief reageren. - Methodische vaardigheden: Affectieve vaardigheden; contactvaardigheden, zelfstandigheid, initiatief, ambitie, flexibiliteit, relativeren en ondernemend-/markgerichtheid. Sociale vaardigheden; organisatorisch inzicht, projectmanagementvaardigheden, vermogen tot samenwerken, overtuigingskracht, commercieel/zakelijk inzicht, service-/klachtgericht, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid en adviesvaardigheid. Attitude Ajzen & Fishbein (1980) omschrijven attitude als een geheel van opvattingen, gevoelens en genegenheid tot handelen ten opzichte van de cliënt. De auteurs vullen deze omschrijving aan met de houding en benadering ten opzichte van de cliënt. Binnen het reïntegratieproces stemt de ergotherapeut de attitude steeds af op de cliënt. Attitude heeft als doel om het proces te sturen door het plegen van interventies gericht op de cliënt en diens omgeving. De ergotherapeut beschikt over de onderstaande attitude. - Benaderingswijzen (NVE 1999:32): Congruent/paradoxaal. Direct/indirect. Concreet/metafoor. Adviseren. Onderhandelen. Diagnose-receptbenaderingswijze. Coach-participatiebenaderingswijze. - Methodische Interventies (Slooff et al.1994), hierbij kan gedacht worden aan verbale instructie, visuele of auditieve instructie, zelfspraak, positieve bekrachtiging en context manipulatie - Houding (gebaseerd op de uitwerking door Hogeschool Rotterdam): Werkhouding. Beroepshouding. Eigen professionaliteit. Aangezien er vele verschillende opsommingen worden gemaakt in boeken, kunnen er overlappingen bestaan tussen de verschillende aspecten. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 13

14 In deze paragraaf zijn alle competenties, kennis, vaardigheden en attitude van de ergotherapeut beschreven. In hoofdstuk 3 zal de specifieke waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie beschreven worden. Voordat de ergotherapeut kan beginnen met het begeleiden en/of adviseren van de cliënt, is acquisitie belangrijk. De ergotherapeut moet onder andere zelf een netwerk opbouwen van contacten met bedrijfsartsen (profilering van het beroep), contacten met (mogelijke) werkgevers en inlezen in relevante wet- en regelgeving. 2.3 WAARDE ERGOTHERAPEUT BINNEN ARBEIDSREÏNTEGRATIE Vanuit de literatuur zijn verschillende artikelen beschikbaar waarin de waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie beschreven wordt. Deze waarde vanuit de literatuur geeft aan dat de ergotherapeut zich binnen arbeidsreïntegratie kan vestigen. Voorbeelden hiervan zijn: een reïntegratiebedrijf, de gezondheidszorg (revalidatiecentrum en Geestelijke GezonheidsZorg) en in een eerstelijns praktijk. Om de waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie zo breed mogelijke toepasbaar te maken, zal niet voor een specifiek werkgebied gekozen worden, maar gesproken worden van de term arbeidsreïntegratie. Een groot aantal ergotherapeuten wordt hierdoor aangesproken. Joss (2002) beschrijft dat ergotherapeuten een unieke rol spelen in het begeleiden van cliënten bij de terugkeer naar werk. Hij geeft aan dat ergotherapie een van de weinige disciplines is die de relatie tussen de medische conditie van de werknemer, de psychosociale status en de werkzaamheden begrijpt. Wright (1997) beschrijft dat ergotherapeuten uitstekend geschikt zijn om het traject van de terugkeer naar werk te begeleiden. Brewin & Hazell (2004) geven aan dat de rol van de ergotherapeut waardevol is voor het geven van advies aan zowel werkgevers en werknemers over de beperkingen van de cliënt en in het doen van aanbevelingen over de terugkeer naar werk. Van Riet (2004) schrijft in het Nederlands Tijdschrift voor de Ergotherapie met als doel ergotherapeuten op de hoogte te brengen van de activiteiten van een jobcoach. Daarnaast worden vaardigheden beschreven die nodig zijn om als ergotherapeut jobcoach-activiteiten te ontplooien. Uit bovenstaande beschrijvingen is op te maken dat een ergotherapeut op het gebied van arbeid zowel een begeleidende als een adviserende taak kan hebben. Het reïntegratieproces is dynamisch waarbij taken als adviseren, trainen/behandelen en coachen elkaar regelmatig afwisselen. 2.4 CONCLUSIE Vanuit de literatuur zijn in dit hoofdstuk diverse opvattingen beschreven die de waarde van de ergotherapeut weergeven. Uit deze literatuur blijkt dat de ergotherapeut een relatie legt tussen medische conditie, psychosociale status en werkzaamheden van de cliënt. Verder komen uit de literatuur zowel adviserende als behandelende/begeleidende kwaliteiten van de ergotherapeut naar voren. De ergotherapeut werkt vanuit het huidige, derde paradigma van de ergotherapie, waarin het handelen centraal staat. Het leggen van verbanden tussen alle aspecten van het handelen van de cliënt en de invloed daarvan op het functioneren van de cliënt, komt ook terug in dit paradigma. Hierbij benadert de ergotherapeut alle handelingsgebieden binnen het domein van de ergotherapie vanuit de holistische mensvisie. De competenties bieden een breed kader waarin de waarde van de ergotherapeut bepaald kan worden. Een verdere onderverdeling in kennis, vaardigheden en attitude vormen een concretisering hierin. De waarde van de ergotherapeut binnen de arbeidsreïntegratie wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 3, aan de hand van competenties, kennis, vaardigheden en attitude. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 14

15 HOOFDSTUK 3: ADVIESFASENMODEL INLEIDING Zoals in hoofdstuk 1 beschreven is zal middels het Adviesfasenmodel (Driessen & Heijsman 2005) antwoord gegeven worden op de volgende vraag: Wat is de waarde van de ergotherapeut bij het vormgeven van een reïntegratieproces van cliënten met arbeidshulpvragen? De doelen die per fase beschreven staan komen voort uit dit Adviesfasenmodel. Het model vormt ook de basis voor de beschrijving onder de doelen, waarbij door de auteurs van deze scriptie een koppeling is gemaakt naar arbeidsreïntegratie. Aan de hand van de doelen per fase, zijn de benodigde competenties beschreven. Hierbij is gebruik gemaakt van de competenties zoals opgenomen in bijlage 4. Om deze reden is er geen bronvermelding bij de uitwerking van de competenties terug te vinden. Kennis, vaardigheden en attitude zijn afgeleid van de benoemde competenties. Het geheel is kritisch bekeken en van feedback voorzien door Ine Gerrits, Anke Heijsman, Minjou Lemette en Chris Kuiper. Dit zijn allen ergotherapeuten die werkzaam zijn binnen de arbeidsreïntegratie. In dit hoofdstuk wordt de beschreven theorie ondersteund door middel van een casus, welke beschreven staat in de kaders bij elke fase. In deze casus worden alle fasen doorlopen, waarbij een beeld geschetst wordt van mogelijke (advies)taken van de ergotherapeut bij een cliënt met een arbeidsrelevante hulpvraag. De ergotherapeut is in deze situatiebeschrijving werkzaam bij een reïntegratiebedrijf. 3.1 FASE 1: VERHELDEREN VAN DE VRAAG De ergotherapeut ontvangt van de bedrijfsarts een verwijzing voor arbeidsreïntegratie ten behoeve van mevrouw de Boer. In deze verwijzing staat dat mevrouw de Boer 35 jaar is en sinds 9 weken onder de Wet Uitkering Loondoorbetaling Bij Ziekte (WULBZ) 3 valt. Mevrouw werkt als verzorgende bij een verpleeghuis te Rotterdam. Na het telefonisch verhelderen van de vraag bij de bedrijfsarts blijkt dat mevrouw sinds haar 29 ste jaar rugklachten is gaan ontwikkelen, waardoor ze regelmatig langere periodes in de WULBZ zit. De diagnose aspecifieke chronische lage rugklachten is enkele weken geleden gesteld door een medisch specialist. De vraagstelling van de bedrijfsarts is Op welke manier is werkhervatting mogelijk voor mevrouw de Boer?. Op grond van de verkregen informatie besluit de ergotherapeut dat mevrouw wordt uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Doelen - Aanleiding van de vraagstelling verduidelijken. 3 - (Hulp)vraag/probleem dat de cliënt inbrengt verhelderen. Om deze doelen te bereiken wordt achterhaald wie verwijzer, opdrachtgever, belanghebbende(n) en andere betrokkenen van de cliënt zijn. Vervolgens wordt de vraagstelling of het probleem van alle betrokkenen geïnventariseerd. Cliënt, verwijzer, opdrachtgever en/of andere betrokkenen kunnen één of meerdere arbeidsrelevante (hulp)vragen/problemen hebben, waarvoor een ergotherapeutisch advies gewenst is. Aan de hand van de verkregen informatie wordt beoordeeld welke verdere acties in gang worden gezet, zoals het uitnodigen of doorverwijzen van de cliënt. Competentie(s) Diagnosticeren: interpreteren van de gegevens en beoordelen of het handelingsprobleem van de cliënt(systeem) op te heffen, te verminderen of te voorkomen is door middel van ergotherapie, en signaleren of samenwerking met andere disciplines nodig is, en zo ja met welke disciplines. 3 Informatie over de WULBZ is te vinden in bijlage 5. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 15

16 De ergotherapeut beoordeelt of hij een aandeel kan hebben in het beantwoorden van de hulpvraag. Samenwerken: doelbewust en doelgericht beoordelen of samenwerking complementair, supplementair of overbodig is. Bekend zijn met de eigen persoonlijke en beroepsidentiteit, en de beroepsidentiteit van een ander waarmee hij samenwerkt of kan samenwerken. Initiëren of opzetten van nieuwe samenwerkingsverbanden. De ergotherapeut werkt in deze fase samen met de verwijzer, opdrachtgever en/ of andere betrokkenen. Innoveren: maken van zorgvuldige afwegingen ten aanzien van: - relevantie van actuele maatschappelijke ontwikkelingen voor het beroep; - de consequenties van de ontwikkeling(en) voor het eigen beroep; De ergotherapeut maakt gebruik van het in 2005 ontwikkelde Adviesfasenmodel. Kernkwaliteiten De ergotherapeut heeft medische kennis om een beeld te vormen van de diagnose en de mogelijke prognose/verloop. Hij verbindt hieraan nog geen conclusies over de consequenties voor het handelen van de cliënt. Ook heeft de ergotherapeut kennis om te beoordelen of de verwijzing op de juiste plaats is. Daarnaast heeft de ergotherapeut kennis over wetten en regelgeving om inzicht te krijgen in de wettelijke verplichtingen van de cliënt, de werkgever en zichzelf. De ergotherapeut heeft kennis over andere disciplines, zodat de cliënt doorverwezen kan worden indien nodig. De ergotherapeut heeft de vaardigheid om de hulpvraag analytisch te beoordelen. Dit houdt in dat de ergotherapeut de hulpvraag vanuit verschillende invalshoeken bekijkt om zich een algemeen beeld te vormen van de context waarin de hulpvraag zich afspeelt. Hierbij is te denken aan het en vaststellen wie de betrokkenen zijn en wat hun verantwoordelijkheden zijn, door het maken van een contextanalyse. De attitude is in deze fase gericht op het onderzoeken en beoordelen of de eigen deskundigheid toereikend is bij de beantwoording van de betreffende hulpvraag. 3.2 FASE 2: ANALYSEREN VAN DE HULPVRAAG 4 Tijdens een kennismakingsgesprek maakt de ergotherapeut kennis met mevrouw de Boer. De Na ergotherapeut het interview analyseert besluit de de ergotherapeut hulpvraag middels om een het werk(plek)analyse Werknemersrol Interview uit voeren 4, wat aan afkomstig de hand is van het PEO-model Model Of Human (Law Occupation et al. 1996). (MOHO). Dit model Er gaat wordt in op gebruik Person gemaakt (persoon), van Environment deze lijst omdat die heel (omgeving) duidelijk en ingaat Occupation op alle (handelen). aspecten van De arbeidsreïntegratie analyse vindt plaats en in expliciet de ochtend, op de tussen terugkeer 8 uur naar en 10 werk. uur, waneer alle bewoners gewassen en aangekleed worden. De belangrijkste gegevens die hieruit de analyse naar voren naar komen voren zijn: komen zijn: - Gevolgen Person: mevrouw van het belast letsel: haar mevrouw rug onverantwoord ervaart met name bij iedere tijdens handeling en vlak na (onder het werk andere lage bij het rugklachten. verplaatsen en Mevrouw wassen is van daardoor bewoners), niet in door staat geen haar tilprincipes werk als verzorgende toe te passen. uit Bovendien te voeren; het werkt wassen, zij graag kleden door, zodat en tillen/verplaatsen iedereen voor 10 van uur de geholpen bewoners is. is niet meer uitvoerbaar, mede door de - ervaren Environment: tijdsdruk. er is een hoge tijdsdruk op de werkplek. - Activiteiten Occupation: buiten mevrouw de arbeidssfeer: maakt minimaal mevrouw gebruik heeft van niet een alleen tillift voor klachten het begeleiden tijdens haar van werk, maar transfers, ook in doordat haar thuissituatie. zij het ingewikkeld De klachten vindt en thuis het zijn te lang voortgekomen duurt voordat uit de iets klachten lukt. op haar Tijdens werk. de Als nabespreking gevolg hiervan merkt is de mevrouw relatie op met dat haar zij man al onder minder behandeling goed dan is voorheen. geweest bij Zij een heeft fysiotherapeut weinig energie adviezen en ervaart heeft ook gekregen pijn bij het om doen een van andere ontspannende werkhouding activiteiten. aan te nemen Het huishouden tijdens het tillen. en Het de lukt zorg mevrouw voor haar niet driejarige om de adviezen dochtertje in wordt de praktijk bovendien uit te steeds voeren, zwaarder. vanwege de hoge - tijdsdruk, Huidige met betrekking: als gevolg mevrouw dat de lage werkt rugklachten sinds twaalf blijven jaar voortduren. fulltime in het verpleeghuis als verzorgende. Mevrouw heeft goed contact met haar collega s, ook buiten het werk, hier hecht zij veel waarde aan. - Eerdere werkkringen: geen bijzonderheden. - Weer aan het werk: mevrouw heeft geen duidelijk beeld van wat er veranderd moet worden. Zij wil graag in het verpleeghuis blijven werken als dat mogelijk is. Doelen: - Analyse van het probleem, de vraag of de klacht door onderzoek en observatie. 4 Een uitwerking van het Werknemersrol Interview (Thomas & Kinébanian 1998) is te vinden in bijlage 6. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 16

17 - Beschrijven van diagnose en prognose. - Beoordelen of de vraag van de belanghebbende kan worden beantwoord. Om deze doelen te bereiken verzamelt de ergotherapeut informatie over het ziektebeeld, de stoornissen en beperkingen die de cliënt ervaart in activiteiten. Daarnaast worden de mogelijkheden en beperkingen van persoon-, taak- en omgevingsfactoren in kaart gebracht. Daarbij wordt geanalyseerd welke prioriteit werk heeft voor de cliënt. In deze fase besteedt de ergotherapeut ook aandacht aan het opbouwen van een vertrouwensband met de cliënt. Aan het eind van deze fase zijn de (on)mogelijkheden en wensen van de cliënt verhelderd. Wanneer na de analyse blijkt dat ergotherapie geen waarde heeft bij het beantwoorden van de hulpvraag, verwijst de ergotherapeut de cliënt alsnog door naar een andere discipline. Als er multidisciplinaire hulpvragen zijn, waarin de ergotherapeut een aandeel kan hebben, werkt de ergotherapeut samen met andere disciplines. In deze fase wordt uitleg gegeven over wat de ergotherapeut kan betekenen voor cliënten en overige betrokkenen met vragen over arbeidsreïntegratie. Aan het eind van deze fase wordt in samenspraak met de cliënt besloten of verdere samenwerking in de betreffende situatie wenselijk is. Competentie(s) Diagnosticeren: Analyseren van het ontstaan en voortbestaan van het door de cliënt(systeem) ervaren handelingsprobleem en wat de invloed is van de wisselwerking tussen de persoon (cliënt), zijn rollen en taken en de omgeving waar het handelen plaatsvindt. Interpreteren van de gegevens en beoordelen of het handelingsprobleem van de cliënt(systeem) op te heffen, te verminderen of te voorkomen is door middel van ergotherapie. De ergotherapeut brengt het handelingsprobleem en de factoren die invloed hebben op dit probleem in kaart. Kernkwaliteiten Een ergotherapeut gebruikt kennis van modellen (CMOP, MOHO, PEO-model) en methoden (bijvoorbeeld 4 A s en 5 W s) om relevante gegevens van de cliënt te verkrijgen en te ordenen. Hierdoor wordt inzichtelijk wat de hulpvraag is en welke factoren hierbij een rol spelen, zoals ziektebeeld en de fysieke en sociale omgeving waarin het probleem zich voordoet. Eventueel maakt de ergotherapeut gebruik van (gestandaardiseerde) instrumenten, dit kunnen testen, observaties en interviews zijn. In deze fase komen verschillende vaardigheden van de ergotherapeut aan bod. De ergotherapeut gebruikt communicatieve vaardigheden om in een intakegesprek de hulpvraag en het door de cliënt ervaren probleem duidelijk te krijgen. Bovendien worden communicatieve vaardigheden gebruikt om een vertrouwensband op te bouwen met de cliënt. Daarnaast zijn met name analytische vaardigheden van belang om op systematische en methodische wijze alle gegevens in kaart te brengen en te ordenen. De attitude die gehanteerd wordt, richt zich op benaderingswijze en methodische interventies. De ergotherapeut werkt vanuit het coach-participatiemodel en kan gebruik maken van verschillende benaderingswijzen. Dit wordt afgestemd op de cliënt. 3.3 FASE 3: TYPEREN Aan de hand van de analyse stelt de ergotherapeut, samen met mevrouw de Boer, het volgende hoofddoel op: Mevrouw de Boer werkt over 6 maanden naar eigen tevredenheid in haar huidige functie als verzorgende in het verpleeghuis, waarbij de pijn in haar lage rug niet boven VAS-schaal 2 komt. De ergotherapeut heeft samen met mevrouw en de werkgever het doel opgesteld aan de hand van het Pakket van Eisen (PvE). De belangrijkste punten uit het pakket van eisen zijn: - Mevrouw belast haar rug op een verantwoorde manier, daarbij gebruik makend van tilprincipes. - Mevrouw maakt gebruik van de huidige (hulp)middelen in het verpleeghuis. - Er is een balans tussen activiteiten en rust, zowel op het werk als in de thuissituatie (belasting-belastbaarheid). - Mevrouw werkt naar eigen tevredenheid. - Het doel moet haalbaar zijn met minimale financiële ondersteuning vanuit het verpleeghuis. - Mevrouw vervult in haar Ergotherapeuten: fulltime baan 75% (Re)integreer van het takenpakket in arbeid! wat ze had. 17

18 Doelen De doelen van deze fase zijn: - Opstellen van de doelen. - Opstellen van de eisen vanuit het doel, functies en anatomische eigenschappen, activiteiten en omgeving en vanuit externe en persoonlijke factoren. - De opstelde eisen in een hiërarchie zetten. - Een vertaling van alle eisen naar eigenschappen van de oplossing en de wijze waarop de meest adequate oplossing uitgevoerd moet worden. Deze fase begint met het bepalen van de verantwoordelijkheden van de betrokkenen en uitleg over het verloop van het proces. Aan de hand van de in de vorige fase verkregen informatie worden doelen opgesteld die bijdragen aan het beantwoorden van de hulpvraag. Aansluitend vindt een inventarisatie plaats van de persoonlijke eisen en wensen van de cliënt ten aanzien van werk(hervatting). Dit kunnen bijvoorbeeld eisen zijn wat betreft fulltime of parttime dienstverband en staand of zittend werk. Hieraan worden de eisen ten aanzien van de werksituatie gekoppeld, bij de huidige of bij een nieuwe werkgever, al dan niet in een andere functie. Onder de werksituatie worden de omgeving (fysiek, sociaal en cultureel) en de werkzaamheden verstaan. Tot slot worden, indien van toepassing, de eisen opgesteld vanuit de huidige werkgever. Deze fase begint met de uitgewerkte probleemanalyse en eindigt met een Pakket van Eisen dat bijdraagt aan de beantwoording van de hulpvraag. Competentie(s) Behandelen/begeleiden: doelen bepalen in samenspraak met de cliënt, gericht op participatie in de handelingsgebieden zelfredzaamheid, productiviteit en ontspanning. De ergotherapeut begeleidt de cliënt bij het formuleren van de doelen en het pakket van eisen. Diagnosticeren: om een beroepsspecifiek oordeel te formuleren over het door de cliënt en/of cliëntsysteem ervaren handelingsprobleem en de beïnvloedbaarheid daarvan, analyseert de ergotherapeut dit op methodische wijze. De ergotherapeut bepaalt in samenspraak met de cliënt en/of cliëntsysteem de meest effectieve en efficiënte pakket van eisen om de handelingscompetentie en participatie van de cliënt te bevorderen en te behouden. Kernkwaliteiten De ergotherapeut heeft kennis om de factoren die de arbeid beïnvloeden op methodische wijze in kaart te brengen, met behulp van de 4 A s of 5 W s. Daarnaast heeft de ergotherapeut kennis over wet- en regelgeving, om het pakket van eisen zo realistisch en haalbaar mogelijk op te stellen binnen bestaande wettelijke kaders/ verplichtingen. De ergotherapeut is in staat om een doel op te stellen aan de hand van de SMART-eisen: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden (Wikipedia 2006). De ergotherapeut maakt in deze fase gebruik van communicatieve vaardigheden. Het gaat dan voornamelijk om verbaal vermogen, actief luisteren, vragen stellen en concretiseren. Daarnaast spelen schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden een rol in deze fase, bij het opstellen van het pakket van eisen. De attitude omvat in deze fase het aanspreken van de cliënt op zijn eigen inbreng en verantwoordelijkheid bij het opstellen van doelen en eisen. Vanuit de coachparticipatiebenaderingswijze stuurt de ergotherapeut de cliënt aan bij het opstellen van doelen en eisen. Samen beoordelen zij of de gestelde doelen praktisch toepasbaar en realistisch zijn. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 18

19 3.4 FASE 4: SELECTEREN De ergotherapeut stelt samen met mevrouw de Boer en haar werkgever een reïntegratieplan op. Hierbij treedt de ergotherapeut als bemiddelaar op tussen de verschillende partijen. De ergotherapeut stelt voor dat mevrouw begint met het aanleren van tilprincipes. Daarna kan zij op therapeutische basis gaan werken, waarbij rekening gehouden wordt met de tijdsdruk. De werkgever en mevrouw gaan hiermee akkoord. Mevrouw start met twee dagen per week 2 uur te werken, waarbij de ochtend en avond vermeden worden, vanwege de zware fysieke belasting en tijdsdruk. Mevrouw kan dan de aangeleerde tilprincipes op een rustig moment leren toepassen. In die periode leert mevrouw ook om grenzen te stellen en op tijd rust te nemen. Er is een schema opgesteld waarin de werkdagen en -tijden geleidelijk worden opgebouwd, in principe tot een fulltime werkweek. Door de geleidelijke opbouw zal mevrouw de tilprincipes in haar gewoonten opnemen, zodat zij ze ook op drukkere momenten kan gebruiken. Wanneer mevrouw meer dagen gaat werken, zal blijken of zij in staat is om deze manier van werken vol te houden. Doelen - Het selecteren van de meest passende oplossing die voldoet aan het opgestelde pakket van eisen. - Het afstemmen van de keuze en wijze van uitvoeren tussen de betrokken partijen. - Het op schrift zetten van het (totale of gedeeltelijke) plan en de totstandkoming ervan; dit kan alle fasen van het proces betreffen, zoals het proces en de (gewenste) uitkomst. Het keuzeproces staat in deze fase centraal. Aan de hand van het opgestelde pakket van eisen worden mogelijke werksituaties geselecteerd. Bij het zoeken naar oplossingsmogelijkheden, houdt de ergotherapeut rekening met de implementeerbaarheid van de oplossing. De keuze om (indien mogelijk) bij de oude werkgever te reïntegreren of om in een nieuwe werksituatie te starten, bepaalt het verdere verloop van het proces. Wanneer de keuze gemaakt is voor een werksituatie en de werkzaamheden die de cliënt gaat uitvoeren moet overeenstemming met de toekomstige werkgever worden bereikt. De ergotherapeut ondersteunt de cliënt, indien nodig, bij het zoeken van vacatures en bij de sollicitatieprocedure. Deze fase eindigt wanneer er overeenstemming is bereikt tussen de betrokken partijen. Competentie(s) Behandelen en begeleiden: om de handelingscompetentie en participatie van de cliënt te bevorderen en te behouden behandelt, begeleidt en adviseert de ergotherapeut op methodische wijze de cliënt, zodat de cliënt naar vermogen de regie over zijn leven (weer) kan voeren en de rollen en taken vervult die hij verkiest en die bijdragen aan zijn gezondheid en welzijn. De ergotherapeut begeleidt de cliënt bij het zoeken naar de juiste oplossing. Adviseren: Opstellen van een advies aan de opdrachtgever, met daarin de analyse van de adviesvraag of het probleem en de voorgestelde oplossing gericht op het handelen van de (groep) cliënt(en). De ergotherapeut geeft adviezen aan zowel cliënt als werkgever omtrent de inhoud en uitvoering van de oplossingsmogelijkheden. Kernkwaliteiten De ergotherapeut heeft kennis over het begeleiden van de cliënt bij zijn zoektocht naar mogelijkheden op de arbeidsmarkt en het zoeken naar eventuele bij-, om- of nascholingsmogelijkheden. Daarnaast heeft de ergotherapeut kennis over wet- en regelgeving, zodat deze de cliënt van adviezen hieromtrent kan dienen. Ook heeft de ergotherapeut kennis van de aspecten van gedragsverandering (Zes stappenmodel gedragsverandering, Balm 2000). Hierdoor is de ergotherapeut in staat om samen met de cliënt gedragsverandering te bewerkstelligen. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 19

20 De ergotherapeut maakt in deze fase gebruik van de communicatieve vaardigheden. Het gaat dan voornamelijk om verbaal vermogen, actief luisteren, vragen stellen en concretiseren. De ergotherapeut is vooral bemiddelaar en gaat na of er eventueel aanpassingen plaats moeten vinden, hierin spelen sociale vaardigheden een rol. Analytische vaardigheden worden ingezet om na te gaan over welke (bestaande of nieuwe) vaardigheden de cliënt moet beschikken om succesvol aan de slag te kunnen gaan in de (nieuwe) werksituatie. De ergotherapeut gebruikt adviesvaardigheden om zowel de cliënt als de werkgever te adviseren over de oplossingsmogelijkheden en de gevolgen hiervan. De attitude van de ergotherapeut berust tijdens het begeleiden van de cliënt op het gebruik van de coach-participatie benaderingswijze. Dit stimuleert de cliënt om keuzes te maken vanuit eigen voorkeuren en wensen ten aanzien van arbeid. De ergotherapeut ondersteunt de cliënt daar waar nodig. Wanneer de ergotherapeut de cliënt of werkgever adviseert, maakt deze gebruik van de diagnose-recept benaderingswijze en doet daarmee een beroep op zijn eigen deskundigheid. Bij deze benadering is wel de ruimte om over de oplossingsmogelijkheden te overleggen. 3.5 FASE 5: IMPLEMENTEREN De ergotherapeut gaat samen met mevrouw de Boer beginnen met de uitvoering van het opgestelde plan van aanpak. Hierbij wordt specifieke aandacht besteed aan de tilprincipes, het gebruik van de aanwezige hulpmiddelen, rekening houden met belastbaarheid en het stellen van grenzen. Aanwijzingen en demonstraties worden, indien nodig, gegeven door de ergotherapeut. Na 4 maanden blijkt dat het doel niet haalbaar is, omdat de klachten in stand blijven. Het lukt mevrouw niet om de tilprincipes in haar gewoontes op te nemen. Bovendien ziet mevrouw het niet zitten om in deze functie verder te gaan. Dit vanwege voortdurende pijnklachten, waarbij de pijn regelmatig uitkomt op VAS-schaal 7. Daarom besluit de ergotherapeut terug te gaan naar fase 2, waarbij het nieuwe probleem geanalyseerd wordt. De daarop volgende fasen worden ook opnieuw doorlopen. Uit de analysefase blijkt dat de situatie vrijwel hetzelfde is gebleven. Mevrouw geeft aan dat het werk als verzorgende een blijvende mentale en fysieke belasting oplevert. Zij ervaart dit als dermate belemmerend dat zij open staat voor andere functies binnen het verpleeghuis waar zij werkzaam is. Tijdens het typeren wordt het volgende doel opgesteld: Mevrouw de Boer werkt over 9 maanden fulltime in het verpleeghuis in een andere functie, waarbij de pijn in haar lage rug niet boven VAS-schaal 2 komt. De eerder opgestelde eisen blijven hetzelfde. Tijdens het selecteren van een passende functie, wordt gekeken welke vacatures beschikbaar zijn binnen het verpleeghuis. Op grond van de interesses van mevrouw de Boer is de keuze gevallen op de vacature voor receptioniste/ gastvrouw. Er wordt opnieuw een reïntegratieplan opgesteld. Hierin staan de werktaken, werkplekinrichting, scholingsmogelijkheden, opbouw van werktijden en werkdagen beschreven. Bij het implementeren reïntegreert mevrouw de Boer in haar nieuwe functie als receptioniste/ gastvrouw. De activiteiten, zoals in het reïntegratieplan opgesteld, worden uitgevoerd. Na een maand geeft mevrouw aan dat het aanzienlijk beter gaat met haar rugklachten. Aan het eind van deze fase is het aangepaste doel behaald. Doelen - Uitleg geven bij implementatie. - Training geven in het gebruik van/ omgaan met de oplossing. Om deze doelen te bereiken wordt de geselecteerde oplossing in de praktijk gebracht. Dit houdt in dat eventuele aanpassingen, zowel gerelateerd aan de capaciteit van de cliënt, als aan de werkplek, in gereedheid worden gebracht. Aan het eind van deze fase is voldaan aan het gestelde doel. Ergotherapeuten: (Re)integreer in arbeid! 20

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat

Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat 2013 Re. Entry is samenwerkingspartner binnen FIT Return (zie www.fit-return.nl) 1 Arbeid en Belastbaarheid Intake Fysiek (Arbeids- Bedrijfsfysiotherapeut) De

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan

Slaagt erin om met de verschillende rollen van de IPS-trajectbegeleider binnen de IPS-praktijk om te gaan De Meetlat IPS Met dit instrument waardeert u de competenties voor uzelf op een meetlat. In feite gaat u na welke competenties u reeds verworven hebt en welke u nog moet ontwikkelen om een bekwaam IPS

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking Het doel van deze beschrijving is om enerzijds houvast te geven voor het borgen van de unieke expertise van de cliëntondersteuner voor

Nadere informatie

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk

PAS. Handleiding. Deel B. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren. Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk PAS Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk Handleiding Deel B Handleiding Adviesgroep ErgoJob Auteurs: Senioradviseur: In opdracht van: Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha

Nadere informatie

Inhoud. deel i het domein arbeid en gezondheid 31. Voorwoord 1 0

Inhoud. deel i het domein arbeid en gezondheid 31. Voorwoord 1 0 Voorwoord 1 0 1 Inleiding 1 2 1.1 Aanleiding en doelstelling 1 5 1.2 Doelstelling 2 4 1.3 Leeswijzer 2 6 deel i het domein arbeid en gezondheid 31 2 Wat is arbeid, wat is gezondheid? 3 3 2.1 Wat is arbeid?

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde

Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek. Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek aan de keukentafel: Een methodiek Seminar tijdens Supportbeurs - 10 mei 2012 door Bart van den Eijnde Het gekantelde gesprek Welkom Het keukentafelgesprek De ontwikkeling van een

Nadere informatie

Competentieprofiel voor coaches

Competentieprofiel voor coaches Competentieprofiel voor coaches I. Visie op coaching Kwaliteit in coaching wordt in hoge mate bepaald door de bijdrage die de coach biedt aan: 1. Het leerproces van de klant in relatie tot diens werkcontext.

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project

Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: Verontschuldigd: Kadering project Verslag 9 januari 2013 Aanwezigen: David Dol, Kurt Kerkaert, Tina van de Loo, Sigrid Appeltans, Johan Neyt en Els Peters Verontschuldigd: Rik Loenders, Sara Kadering project Verduidelijking van de rol

Nadere informatie

Functieprofiel: Studentenconsultant Functiecode: 0402

Functieprofiel: Studentenconsultant Functiecode: 0402 Functieprofiel: Studentenconsultant Functiecode: 0402 Doel Voorlichten, adviseren, begeleiden, testen en trainen van studenten, alsmede waarborgen van de volledigheid, toegankelijkheid en actualiteit van

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten

Stof doen opwaaien. Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Stof doen opwaaien Ergotherapie bij mensen met een verstandelijke beperking & Huishoudelijke activiteiten Deel A:Theoretische onderbouwing Deel B: Ergotherapie en huishouden Deel C: Implementatie en profilering

Nadere informatie

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie.

Hieronder vindt u de reactie van de BSMR op het concept beleidsplan tegenprestatie. Doesburg, 16 november 2015 Aan: Onderwerp: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Doesburg BSMR-advies nr. 2015-003 inzake concept beleidsplan tegenprestatie Gemeente Doesburg, november

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

Algemeen: - Twee collega s worden aan elkaar gekoppeld en bezoeken éénmaal elkaars werkplek.

Algemeen: - Twee collega s worden aan elkaar gekoppeld en bezoeken éénmaal elkaars werkplek. IKB Inleiding: In juli 2005 is de Nederlandse Vereniging van Fysiotherapeuten voor Verstandelijk Gehandicapten opgericht met als doel het verbeteren van de kwaliteit van de fysiotherapeutische ondersteuning

Nadere informatie

Integrale lichaamsmassage

Integrale lichaamsmassage Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling

Nadere informatie

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ...

klantgerichtheid... ... klanteninzicht... ... groepsdynamica... ... omgaan met diversiteit... ... stemgebruik... ... taalvaardigheid... ... P1 VOORBEELD OBSERVATIE-INSTRUMENT GROEP klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit PRESENTATIE stemgebruik taalvaardigheid non-verbaal communiceren professionele houding PERSOON

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA

Competentieprofiel Afstudeerscriptiebegeleider Praktijkopleiding RA Competentieprofiel Praktijkopleiding RA rapport Competentieprofiel. pagina 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 Leeswijzer... 5 2. Competentieprofiel... 6 Colofon... 6 Beroepsbeschrijving... 6 Beschrijving

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Langdurig ziekteverzuim is een erkend sociaal-economisch en sociaal-geneeskundig probleem op nationaal en internationaal niveau. Verschillende landen hebben wettelijke maatregelen genomen

Nadere informatie

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs.

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs. Afstudeerproject - Master Pedagogiek School of Health, Hogeschool Inholland C.C.A (Claudine)

Nadere informatie

Kerncompetenties psychotherapeut

Kerncompetenties psychotherapeut Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie programma s

Poliklinische revalidatie programma s Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijn van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s. Er is meer

Nadere informatie

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake 1 Intake A CLIENTSYSTEEM De arts oriënteert zich op (claim-aan)vragen, weet vraagstellingen te formuleren, kan adequaat verwijzen en weet op hoofdlijn consequenties te schetsen binnen verschillende verzekeringssystemen.

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase

Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase Ergotherapeutische conceptrichtlijn voor de individuele behandeling van borstkankerpatiënten in de nazorgfase In het kader van: Toegepast Onderzoek Kwaliteitszorg en Ondernemen Realisatiefase 18 december

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Aanbod Persoonlijke Vaardigheden

Aanbod Persoonlijke Vaardigheden Aanbod Persoonlijke Vaardigheden Naast de huidige in-house trainingen is er ook op individuele basis een aanbod van trainingen waaraan oio-medewerkers kunnen deelnemen. Deze trainingen zijn gericht op

Nadere informatie

Poliklinische revalidatie programma s

Poliklinische revalidatie programma s Poliklinische revalidatie programma s Mensen met chronische pijnklachten van het bewegingsapparaat (rug, nek, schouder, knie) kunnen revalideren met behulp van gespecialiseerde revalidatieprogramma s.

Nadere informatie

1 Inleiding 9 1.1 Doel van deze uitgave 9 1.2 Uitgangspunten 9. 2 Het belang van werk voor mensen 11

1 Inleiding 9 1.1 Doel van deze uitgave 9 1.2 Uitgangspunten 9. 2 Het belang van werk voor mensen 11 Inhoud 1 Inleiding 9 1.1 Doel van deze uitgave 9 1.2 Uitgangspunten 9 2 Het belang van werk voor mensen 11 3 Het belang van werk voor de maatschappij 15 3.1 Vergrijzing en ontgroening 16 3.2 Werken met

Nadere informatie

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1 Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Werktrajectbegeleider

Werktrajectbegeleider Werktrajectbegeleider Functiebeschrijving naar aanleiding van CAO-tekst Trajectbegeleider Vastgesteld door: Directeurbestuurder Datum: December 2005 Algemene kenmerken De werktrajectbegeleider richt zich

Nadere informatie

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere Arbeidsrevalidatie Huizen en Almere Arbeidstraining bij De Trappenberg is voor werknemers met chronische pijnklachten aan het houdings- en bewegingsapparaat zonder duidelijke oorzaak, al dan niet gecombineerd

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Datum 23-07- 2012 Versie: 1.0 Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit Inleiding: De personal coach wordt ingezet om deelnemers van WelSlagen Diversiteit met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Professionele bachelor in de Ergotherapie

Professionele bachelor in de Ergotherapie Professionele bachelor in de Ergotherapie 2012 2013 Beknopte beschrijving van de opleidingsonderdelen Modeltraject eerste jaar Semester 1 Inleiding ergotherapie Je zal de geschiedenis en de specifieke

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting

Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting Deel 1 Afstemmen van behandeling en werkhervatting Samenwerking, durft u het aan? Noks Nauta en Joost van der Gulden Wanneer je een wat serieuzer gezondheidsprobleem hebt, krijg je al vlug met verschillende

Nadere informatie

BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE

BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE BEVRAGING WERKVELD ERGOTHERAPIE IN DE PSYCHIATRIE Geachte, Beste, Voor u ligt een bevraging m.b.t. uw werk als ergotherapie in de psychiatrie. Met deze bevraging willen wij graag meer zicht krijgen op

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

VERMOEIDHEID na een CVA

VERMOEIDHEID na een CVA Vermoeidheidsrichtlijn in CVA-richtlijn 2 voorbeelden na een CVA De richtlijn Vermoeidheid in de praktijk Ernst Evenhuis & Isaline Eijssen Werk, p 100 Effectieve behandelmethoden voor het omgaan met de

Nadere informatie

Opleiding tot Ergocoach Zorg

Opleiding tot Ergocoach Zorg Opleiding tot Ergocoach Zorg In de 6-daagse (=12 dagdelen) opleiding tot Ergocoach Zorg worden de kennis en vaardigheden aangereikt om teams op de werkplek te kunnen coachen op een ergonomische én haptonomische

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 De raad van de gemeente Castricum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer]; gelet op

Nadere informatie

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Gezondheidszorg Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde

Nadere informatie

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon* adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek

Identificatiegegevens kandidaat. Identificatiegegevens onderneming. Naam* Adres* Telefoon*  adres* Naam. Ondernemingsnummer* Datum van onderzoek Screening van de individuele dienstverlener in de pijler advies / advies Internationaal ondernemen / strategisch advies in het kader van de maatregel kmo-portefeuille Sjabloon van het onderzoeksverslag

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving

Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Vanuit het perspectief van de cliënt Het afnemen van de COPM bij hulpbehoevende ouderen en anderen in hun omgeving Ank Eijkelkamp, ergotherapeut MSc, ArteveldehogeschoolGent Studiedag De ergotherapeut

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19

1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 Inhoud Inhoud 5 Introductie 9 1 Ergotherapie 15 Uitgangspunten van de ergotherapie 15 De rechten van de mens op handelen en participatie 17 Casus Geertje en Roel 19 2 Historisch perspectief 21 3 Handelen

Nadere informatie

Specifieke doelgroepen DA

Specifieke doelgroepen DA Keuzedeel mbo Specifieke doelgroepen DA gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0101 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op:

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Intakegesprek psycholoog

Intakegesprek psycholoog Intakegesprek psycholoog Wanneer u een psycholoog bezoekt is het belangrijk dat u uw relevante problematiek goed kunt bespreken. Het is daarom belangrijk om tijdens een intakegesprek voldoende informatie

Nadere informatie

ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving

ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving ZO dichtbij Zorg & Onderwijs passend in de reguliere leeromgeving Informatiegids voor ouders Wat kan ZO dichtbij voor u betekenen? Adelante ZO dichtbij versterkt het regulier onderwijs en ondersteunt leerlingen

Nadere informatie

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma De toepassing van de richtlijn Ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers Post - HBO cursus 2012

Nadere informatie

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek

Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Gespreksdocument Handleiding Eindgesprek Opleiding tot radiodiagnostisch/radiotherapeutisch laborant Datum Maart 2017 Versie 1 Versie 1 maart 2017 Handleiding Eindgesprek Radiodiagnostisch Therapeutisch

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4)

Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) Trajectlijn keuzedeel Zorginnovaties en technologie Code K0138 480 SBU - niveau 4 Gekoppeld aan MBO - Verpleegkundige (4) en Maatschappelijke Zorg (4) D1 K1 Multidisciplinair samenwerken m.b.t. de inzet

Nadere informatie

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Lid en Nederlandse vertegenwoordiger van de European Union of Supported Employment De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Competenties van de jobcoach NVS/EUSE bestaan uit de integratie van Kennis,

Nadere informatie

Samenvatting. Welk type zorg is PDL?

Samenvatting. Welk type zorg is PDL? Samenvatting In dit proefschrift is de zorgverlening volgens Passiviteiten Dagelijks Leven (PDL) beschreven. PDL wordt in toenemende mate toegepast in de Nederlandse en Vlaamse ouderenzorg en men ervaart

Nadere informatie

Stap voor stap weer aan het werk

Stap voor stap weer aan het werk Stap voor stap weer aan het werk Re-integratie en diagnose van arbeidsbelastbaarheid Volwassenenrevalidatie Kinderrevalidatie Arbeidsrevalidatie Rijndam Rijndam is hét medisch geneeskundig revalidatiecentrum

Nadere informatie

Manual: handleiding opstarten Skills Lab

Manual: handleiding opstarten Skills Lab Manual: handleiding opstarten Skills Lab Dit is een handleiding voor professionals die zelf een Skills Lab willen starten. Skills Lab wil de werkmogelijkheden voor mensen met ASS vergroten door hen te

Nadere informatie

Behandelprogramma. Pijnrevalidatie

Behandelprogramma. Pijnrevalidatie Behandelprogramma Pijnrevalidatie Iedereen is anders. Elke situatie is anders en elk herstelproces verloopt anders. Dat realiseren wij ons heel goed. Om u voorafgaand aan uw opname en/of behandeling bij

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

Zo draagt Zitwerk bij aan uw gezondheid en welzijn. En dat van uw medewerkers.

Zo draagt Zitwerk bij aan uw gezondheid en welzijn. En dat van uw medewerkers. Veel mensen krijgen in hun leven met rugklachten te maken. Rugpijn wordt vooral veroorzaakt door onvoldoende beweging en langdurig zitten. Vooral tijdens zittend werk kan rugpijn hinderlijk zijn. Soms

Nadere informatie

Informatie, data en contactgegevens opleiding tot Ergocoach Zorg startdatum 24 januari 2017

Informatie, data en contactgegevens opleiding tot Ergocoach Zorg startdatum 24 januari 2017 Informatie Algemeen Informatie, data en contactgegevens opleiding tot Ergocoach Zorg startdatum 24 januari 2017 Deze informatie is bedoeld voor de deelnemers die de opleiding tot Ergocoach Zorg gaan volgen

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen

Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen Richtlijnen aanpak verzuim om psychische redenen HR&O november 2014 Opgesteld door: Asja Gruijters, adviseur HR&O 1 1. Inleiding Om te komen tot een integraal PSA-beleid is het belangrijk richtlijnen op

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Duurzaam aan het werk

Duurzaam aan het werk Visio Zicht op Werk Duurzaam aan het werk Bent u zelf slechtziend of blind en wilt u graag zo goed mogelijk (blijven) functioneren op uw werk? Heeft u een slechtziende of blinde werknemer? Begeleidt u

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Rapport over de functie van Dirk Demo

Rapport over de functie van Dirk Demo Rapport over de functie van Dirk Demo Publicatiedatum: 14 februari 2014 Leeswijzer Dit rapport omschrijft de functie van 'Dirk Demo' zoals die door The PeopleFactory - Demo omgeving is vastgesteld en geeft

Nadere informatie

Plannen van zorg Niveau 4

Plannen van zorg Niveau 4 Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Organiseren van zorg Niveau 3

Organiseren van zorg Niveau 3 Antwoorden stellingen Organiseren van zorg Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Het zorgproces 1. De holistische mensvisie gaat uit van de hele mens. Lichamelijke, psychische en sociale aspecten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

ONDERZOEK & WETENSCHAP

ONDERZOEK & WETENSCHAP ONDERZOEK & WETENSCHAP Het gebruik van richtlijnen door ergotherapeuten in Nederland Jaarcongres Ergotherapie 22 maart 2019 GEBRUIK VAN RICHTIJNEN DOOR ERGOTHERAPEUTEN IN NEDERLAND Dr Joan Verhoef, Hoofddocent

Nadere informatie

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek voor toegepaste psychologie

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek voor toegepaste psychologie Kwantitatief en kwalitatief onderzoek voor toegepaste psychologie Kwantitatief en kwalitatief onderzoek voor toegepaste psychologie Laurens Ekkel Tweede druk Boom Lemma uitgevers Amsterdam 2015 Voorwoord

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 8. Inleiding 10

Inhoud. Voorwoord 8. Inleiding 10 Inhoud Voorwoord 8 Inleiding 10 1 Inleiding in de methodiek SPH 15 Levi van Dam, Mel Hoogendijk 1.1 Inleiding 15 1.2 Beroepsmethodiek versus instellingsmethodiek 15 1.3 Opbouw van beroepsmethodiek en instellingsmethodiek

Nadere informatie

4 Segment 3: werken aan ontwikkeling van het beroep 51 4.1 Competentie 9: innoveren 51 4.2 Competentie 10: deskundigheid bevorderen 55

4 Segment 3: werken aan ontwikkeling van het beroep 51 4.1 Competentie 9: innoveren 51 4.2 Competentie 10: deskundigheid bevorderen 55 Inhoud 1 Het ontwerpproces 9 1.1 Aanleiding 9 1.2 De opdrachtformulering 10 1.3 Beroepscompetenties: het ontwerpproces 10 1.4 Tijdpad 13 1.5 Indeling en opbouw van segmenten 14 2 Segment 1: werken met

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 Artikel 1. Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a) uitkeringsgerechtigden: personen die een uitkering ontvangen op grond van

Nadere informatie

Assertiviteit Training

Assertiviteit Training Assertiviteit Training Inleiding Onzeker in sociale situaties. Assertief kunnen zijn heeft te maken met de mate van zelfvertrouwen. Niet iedereen heeft dit goed ontwikkeld. Veel mensen laten zich in een

Nadere informatie