Lokale cliëntenraden in beeld April 2006 Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lokale cliëntenraden in beeld April 2006 Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie"

Transcriptie

1 Lokale cliëntenraden in beeld April 2006 Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid

2 Lokale cliëntenraden in beeld April 2006 Het Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ) liet in maart 2006 een enquête uitvoeren door bureau AanZ, onder lokale cliëntenraden en cliëntenplatforms om op een aantal aspecten de stand van zaken in kaart te brengen. De belangrijkste aanleiding daarvoor is het feit dat per 1 januari 2004 de WWB werd ingevoerd en dat in het kader daarvan nadere verplichtingen aan gemeenten worden gesteld voor het inrichten en faciliteren van cliëntenparticipatie. Dit is geregeld in artikel 47 WWB. LocSZ wilde opnieuw de stand van zaken inventariseren om te kunnen vaststellen of de invoering van de WWB tot verbetering van de lokale cliëntenparticipatie heeft geleid. Het onderzoek betreft een herhalingsonderzoek en is grotendeels gebaseerd op dezelfde vragenlijst als in maart 2005 en november Daarmee kan een ontwikkeling in beeld worden gebracht. Dit weerspiegelt zich in de vele tabellen waarin de cijfers van deze drie onderzoeken naast elkaar worden gepresenteerd. Voor het eerst is een onderscheid gemaakt in de presentatie tussen gemeentelijke en regionale cliëntenraden. De aanleiding daartoe is de grote toename van het aantal regionale raden, de trend van opschaling van het beleidsniveau van gemeente naar regio op tal van terreinen. Voor een deel gebeurt dat via gemeentelijke samenwerking maar ook door het fuseren van gemeentelijke sociale diensten. samenvoegingen lijken dat beeld niet weer te geven het blijft immers één gemeente maar de schaal wordt wel aanzienlijk groter. Het onderzoek Voor het onderzoek werden vragenlijsten met 53 vragen gestuurd aan 270 lokale cliëntenraden. De respons bedroeg 83, wat neerkomt op 30,7%. Daarbij moet worden aangetekend dat veel cliëntenraden (21) functioneren in een regionaal verband van gemeenten. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2005 (26% tegenover 14%). De regionalisering betekent dat de respons meer dan 130 gemeenten omvat, hetgeen neerkomt op ten minste 28% van alle gemeenten. Van de 83 geretourneerde vragenformulieren bevatten 3 geen of onvoldoende gegevens. De rapportage is daarom gebaseerd op 80 formulieren. Waar mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met de uitkomsten van vorige onderzoeken (maart 2005 en november 2003). LocSZ is dank verschuldigd aan Catrinus Egas van bureau AanZ voor het kosteloos uitvoeren van het onderzoek en aan de LCR voor de reproductie en verzending van dit rapport. Aangezien LocSZ het nog steeds zonder enige subsidie moet stellen, was het rapport zonder deze bijdragen niet tot stand gekomen. Trix van Kuilenburg, Voorzitter LocSZ AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 2

3 Samenvatting Cliëntenraad verplicht? Vrijwel alle respondenten geven aan dat een wordt voorgeschreven in de verordening. Met uitzondering van twee gemeenten is er in die gevallen dan ook een. In Achtkarspelen is er (nog) geen uitvoering aan gegeven. In ZW Fryslân is een regionale raad nog in voorbereiding. In één gemeente wordt een niet voorgeschreven maar is die er wel gekomen. Regionalisering In de praktijk kan een tendens tot regionalisering worden waargenomen. Gemeenten stemmen hun beleid op elkaar af of laten het beleid door een regionale sociale dienst uitvoeren. In driekwart van de gemeenten is sprake van regionale samenwerking. In 21 gevallen gaat het om een regionale, waarvan 3 in voorbereiding. Door gemeentelijke samenvoegingen zijn twee regionale cliëntenraden van 2005 omgezet in gemeentelijke cliëntenraden. Niettemin ligt het aantal regionale cliëntenraden aanzienlijk hoger. Het gaat op basis van deze respons om bijna een verdubbeling (26% tegenover 14%). Omvang van gemeente of regio Met regionale samenwerking van gemeenten op uiteenlopend terrein staat niet alleen samenwerking en afstemming van beleid centraal maar lijkt ook te worden gezocht naar een efficiënte schaalgrootte. Dat leidt in veel gevallen tot gemeentelijke samenvoegingen maar het tekent zich ook duidelijk af bij de relatie en inwoneraantal. Bij gemeentelijke cliëntenraden is de schaalgrootte in ruim tweederde van de gevallen kleiner dan inwoners (69%). Bij regionale cliëntenraden zien we een opschaling want daar heeft slechts 43% betrekking op een inwoneraantal tot Bij deze opschaling gaat het niet alleen om bestuurlijke samenwerking maar ook om samenwerking in de uitvoerende dienst. In 11 regio's bestaat een regionale sociale dienst, waarvan in 10 gevallen sprake is van een regionale. Bevoegdheden en invloed van de Cliëntenraden blijken met name een adviesrelatie te hebben met het college van B&W. Hoewel de meeste cliëntenraden hun adviezen in verschillende richting afgeven, adviseren gemeentelijke cliëntenraden zelfs in 36,8% van de gevallen alleen aan B&W. Het beeld is dat zij in meerderheid vooral of uitsluitend een bestuurlijke adviesrol vervullen. Slechts 1 gemeentelijke adviseert uitsluitend de sociale dienst. Bij regionale cliëntenraden is dat beeld anders. Ook hier komt een mix van adviesadressen voor, maar slechts 9,5% adviseert uitsluitend aan B&W terwijl 28,6% uitsluitend aan de regionale sociale dienst adviseert. Hier mag dus voorzichtig worden geconcludeerd dat regionale cliëntenraden, meer dan gemeentelijke cliëntenraden, op de uitvoerende dienst zijn gericht. Er lijkt bovendien een duidelijke ontwikkeling plaats te vinden ten opzichte van maart Toen adviseerde nog slechts 19% alleen aan het college van B&W (in 2003 was het 11%) en slechts 2% alleen aan de regionale sociale dienst. De cijfers weerspiegelen de bestaande praktijk. Dat wil echter niet zeggen dat deze praktijk ook in alle gevallen formeel zo is geregeld. Het komt veel voor dat cliëntenraden zelf de vrijheid nemen om de Gemeenteraad of Gemeenteraadscommissies te benaderen, terwijl ze formeel alleen B&W en/of de sociale dienst behoren te adviseren. Het resultaat van de advisering cliëntenraden melden dat hun advies in overgrote meerderheid (78%) wordt verwerkt in beleidsnota's. Als het advies wordt afgewezen gebeurt dat in ruim een derde van gevallen op gemotiveerde wijze. Slechts 7% meldt dat het advies doorgaans niet wordt gebruikt en 3,5% meldt dat de daar niet over wordt geïnformeerd. Deze cijfers komen vrijwel overeen met die van maart Bij regionale cliëntenraden is het beeld afwijkend. Hun adviezen worden minder verwerkt in nota's (71,4%), maar dat kan voor een belangrijk deel worden verklaard doordat ze minder vaak een adviesrol hebben ten opzicht van B&W en vaker zijn gericht op de uitvoerende dienst. Hun adviezen worden vaker niet gebruikt of gemotiveerd afgewezen dan die van gemeentelijke cliëntenraden. Opmerkelijk is dat ze veel vaker niet worden geïnformeerd over wat er met hun advies gebeurt dan bij gemeentelijke cliëntenraden (19% tegenover 3,4%). Het beeld is dus dat regionale cliëntenraden minder invloed AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 3

4 lijken te hebben dan gemeentelijke cliëntenraden en met name minder serieus worden genomen. Een verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat adviezen van gemeentelijke cliëntenraden vaak verplicht zijn in besluitvormingsprocessen. Regionale cliëntenraden hebben daar minder mee te maken en kennelijk kan een uitvoerende dienst adviezen gemakkelijker naast zich neerleggen, zelfs zonder daar verantwoording over af te leggen. Opmerkelijk is dan ook dat regionale cliëntenraden niet minder tevreden zijn over het resultaat van hun advisering (42,9% tegenover 42,4%). Daar staat tegenover dat weer meer regionale cliëntenraden ronduit ontevreden zijn (9,5% tegenover 5,0%). Wellicht dat de tevredenheid vooral wordt afgemeten aan de verwachtingen en minder aan het bereikte resultaat. Uit de toelichting op de antwoorden van regionale cliëntenraden blijkt de tevredenheid te worden gekoppeld aan: "We hebben veel bereikt in 2005" "We worden al in een vroeg stadium bij alles betrokken" "De wordt zeer serieus genomen" "Advies wordt serieus behandeld" "Goede samenwerking" De ontevredenheid wordt bij regionale cliëntenraden gekoppeld aan: "We worden niet serieus genomen" "Advies wordt doorgaans niet gebruikt" "Er wordt te weinig naar de geluisterd" "Er wordt soms wel een advies opgevolgd maar na een paar jaar nog steeds niet uitgevoerd" Op welke terreinen wordt geadviseerd? Alle respondenten geven aan dat op het gebied van minimabeleid wordt geadviseerd. Een groot deel van de cliëntenraden adviseert vooral op het gebied van bijstand, sociale activering en uitstroombeleid. Toch zijn erg veel cliëntenraden gericht op een (zeer) breed beleidsterrein. Voor een deel komt dat omdat het een overlap betreft van WWB en WVG als beleidsterreinen. Veel respondenten brengen onderwerpen als gehandicaptenbeleid, WVG, ouderenbeleid, welzijn en gezondheidsbeleid in verband met de WMO. Twee respondenten geven expliciet de WMO als adviesterrein aan. De scores van de gemeentelijke cliëntenraden komen in hoge mate overeen met de algemene scores van maart De scores van de regionale cliëntenraden zijn opnieuw afwijkend in de zin dat zij zich in de meeste gevallen beperken tot minimabeleid, bijstand, sociale activering en uitstroombeleid. Ook hier mag dat geen verwondering wekken aangezien zij zich meer dan gemeentelijke raden richten op de uitvoerende dienst. In 2003 werd deze specifieke vraag niet gesteld zodat geen vergelijking kan worden gemaakt. Destijds werd wel gevraagd naar de onderwerpen die in het overleg met de gemeente c.q. de sociale dienst aan de orde komen. De inhoud van het overleg Zowel bij gemeentelijke als regionale cliëntenraden wordt onveranderd over een breed spectrum van onderwerpen overleg gevoerd. De meeste onderwerpen scoren daarbij ook onveranderd hoog (76 98%). Bij gemeentelijke cliëntenraden is de aandacht voor ontwikkelingen in de sociale zekerheid aanzienlijk toegenomen in vergelijking met 2005 (90% tegenover 79%). Bij regionale cliëntenraden scoort dat onderwerp aanzienlijk lager (66,7%). Reïntegratie en armoedebeleid hebben bij alle cliëntenraden een opleving gekregen vergeleken bij 2005 (van 75% naar bijna 90%). Het onderwerp inburgering van allochtonen scoort maar matig. Bij gemeentelijke raden 27,1% en regionale raden 19%. In voorgaande jaren is hier niet naar gevraagd zodat er geen vergelijking mogelijk is. Zowel regionale als gemeentelijke cliëntenraden doen in een derde van de gevallen aan eigen onderzoek. In de afgelopen jaren ging dat nog om ongeveer de helft van de cliëntenraden. Het is niet duidelijk waar dat aan ligt. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 4

5 Zet de ook zelf onderwerpen op de agenda en worden die door de gemeente serieus genomen? Alle cliëntenraden zetten eigen onderwerpen op de agenda van het overleg. Slechts van 1 regionale is dat onbekend. Deze is nog maar net van start gegaan. Het beeld geeft daarmee een lichte verbetering te zien in vergelijking met 2005 en De cliëntenraden zijn tevreden over het feit dat de gemeente hun onderwerpen serieus neemt. Bij 55,6% van alle cliëntenraden is dat afhankelijk van het onderwerp; bij 41,8% is dat altijd het geval. Bij regionale cliëntenraden is dat vaker afhankelijk van het onderwerp dan bij gemeentelijke raden (65% tegenover 52,5%). Bij alle cliëntenraden is het vaker afhankelijk van het onderwerp dan in 2005 (55,6% tegenover 47%) Er is geen enkele van mening dat de onderwerpen niet serieus worden genomen. In 2005 was dat nog 2%. Onderwerpen waarover de gemeente geen besluiten kan nemen Ruim 58% van alle cliëntenraden bespreekt onderwerpen waar de gemeente niet over gaat. Dat is een daling met 8% ten opzichte van Er is vrijwel geen verschil tussen gemeentelijke en regionale raden. De volgende onderwerpen worden het vaakst genoemd. Woonlasten, huurbeleid, huursubsidie Waterschapslasten Ontheffing diverse belastingen Energielasten Huurschuld, huisuitzetting Regelingen rijksoverheid Collectieve ziektekostenverzekering, ziektekosten, no-claim-regeling Hoogte uitkering, bijstandsnorm, sociale zekerheid algemeen Meer dan driekwart van alle cliëntenraden maakt afspraken om deze onderwerpen elders aan de orde te stellen. Dat is een aanzienlijke toename ten opzichte van 2005 toen het percentage nog op 56,7 lag. Regionale cliëntenraden doen dat overigens vaker dan gemeentelijke (83,3% tegenover 73,5%) De cliëntenraden volgen daarbij vooral de lijnen die zij hebben met provinciale en landelijke organisaties. Opvallend is dat de helft van de regionale cliëntenraden onderwerpen bij de landelijke politiek aandragen. Dat is twee keer zo vaak als bij gemeentelijke raden. Bemoeit de zich met de beleidsvoorbereiding van de WMO? Een kwart van de gemeentelijke cliëntenraden bemoeit zich met de beleidsvoorbereiding van de WMO. Bij regionale raden is dat iets minder dan de helft. Bij ongeveer de helft van alle raden gebeurt dat zowel op uitnodiging van de gemeente als op eigen initiatief. cliëntenraden doen dat iets vaker op uitnodiging van de gemeente dan de regionale raden (70% tegenover 60%). Cliëntenraden die zich actief met de WMO bemoeien werken in de helft van de gevallen samen met de ouderenadviesraad (of seniorenraad) of het gehandicaptenplatform. Eveneens de helft van de gemeentelijke cliëntenraden heeft samenwerking met de WVG-. Voor de regionale raden geldt dat maar bij 20%. Een vijfde van de gemeentelijke cliëntenraden heeft hierover contact met andere cliëntenraden in de regio. Voor regionale cliëntenraden is dat het dubbele (40%). Een op de zes gemeentelijke cliëntenraden onderhoudt hierover contacten met gehandicapten- of patiëntenorganisaties. Ook hier is dat voor de regionale raden het dubbele (30%). Vijf respondenten melden dat er een WMO-adviesraad of klankbordgroep is gevormd en dat daarmee wordt samengewerkt. De aandacht van alle cliëntenraden gaat in de meeste gevallen (75 92%) uit naar de samenhang van WWB en WMO en naar de relatie minima en WMO. De helft tot tweederde van alle cliëntenraden vindt de onderwerpen cliëntenparticipatie, het zorgloket en sollicitatieplicht en mantelzorg belangrijk. Twee gemeentelijke cliëntenraden noemden nog het onderwerp eigen bijdrage. Ontvangt de uitnodigingen voor gemeentelijke bijeenkomsten? Uitnodigingen voor commissievergaderingen zijn vrij gebruikelijk. Voor gemeentelijke cliëntenraden is dat vaker het geval (49%) dan voor regionale cliëntenraden (42,9%). Opmerkelijk genoeg worden AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 5

6 regionale cliëntenraden weer vaker uitgenodigd voor gemeenteraadvergaderingen (42,9% tegenover 18,6%). Uitnodigingen voor bijeenkomsten van politieke partijen komen ook nog redelijk vaak voor (16,9% resp. 19%). WMO-bijeenkomsten zijn nieuw en het zijn vooral gemeentelijke cliëntenraden die daarvoor worden uitgenodigd (13,6% tegenover 4,8%). Een verklaring daarvoor kan zijn dat zij zich meer met een breed beleidsterrein bezig houden en regionale cliëntenraden zich meer richten op de uitvoerende dienst. Opvallend is dat ruim eenderde van de cliëntenraden geen enkele uitnodiging voor dergelijke bijeenkomsten en vergaderingen krijgt. Opmerkelijk is verder dat een vergelijking met de cijfers van maart 2005 laat zien dat het aanzienlijk minder gebruikelijk is geworden dat cliëntenraden worden uitgenodigd. Wordt de voldoende, op tijd en begrijpelijk geïnformeerd? Ruim de helft (56,2%) van alle cliëntenraden ontvangt de gewenste informatie.toch zegt ruim eenderde dat dit niet altijd het geval is. Bijna eenderde van de gemeentelijke cliëntenraden ontvangt die informatie ook tijdig. Ruim tweederde ontvangt de informatie niet altijd of zelfs nooit op tijd. Bij de regionale cliëntenraden is de situatie aanzienlijk ongunstiger. Slechts 14,3% ontvangt de informatie tijdig en driekwart niet altijd of nooit op tijd. Opmerkelijk is het grote verschil met de scores van maart Toen gaf 68% van de cliëntenraden aan de informatie op tijd te krijgen. Er is dus een aanmerkelijke verslechtering opgetreden. Daar staat tegenover dat het aantal cliëntenraden dat de informatie nooit op tijd krijgt is teruggelopen van 18% naar ongeveer 5%. De cliëntenraden zijn in iets meer dan de helft van de gevallen (55%) tevreden over de leesbaarheid en bruikbaarheid van de informatie. Ruim eenderde (36,2%) is matig tevreden. Uit de toelichting op de matige tevredenheid blijkt dat de taal vaak te ambtelijk en juridisch is, de stukken niet duidelijk zijn en de tijd te kort. Ook wordt geklaagd dat de het allemaal zelf moet uitzoeken. Uit de toelichting bij tevreden blijkt dat het ook anders kan. De informatie is dan kort en duidelijk, soms na aandringen van de, en op verzoek worden de stukken toegelicht. Ook worden sleden bedrevener in het lezen van de stukken. Het is echter niet bekend of dat laatste een algemeen beeld is. De samenstelling van de Bij driekwart van de gemeentelijke cliëntenraden gaat het om een combinatie van cliënten, vertegenwoordigers van belangenorganisaties en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. In 85% van de gevallen om een combinatie van cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Dat komt redelijk overeen met de samenstelling van de regionale cliëntenraden en ook met de scores van maart De regionale cliëntenraden wijken echter opvallend af bij vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (73,7% bij gemeentelijke raden tegenover 38,1% bij regionale raden). Ook hier kan de verklaring wellicht worden gevonden in het feit dat regionale cliëntenraden minder op een breed beleidsterrein zijn gericht en meer op de uitvoerende dienstverlening. Het aantal cliëntenraden dat alleen uit cliënten bestaat is in vergelijking met maart 2005 teruggelopen van 12% naar 10,3%. Uitgesplitst naar gemeentelijke en regionale cliëntenraden is dat respectievelijk 8,8% en 14,3%. Opmerkelijk is de stijging van het aantal cliëntenraden waarin géén cliënten zijn vertegenwoordigd. In 2005 lag het percentage op 5, in 2006 is dat gestegen naar 7% (gemeentelijke cliëntenraden) en zelfs 9,5% (regionale cliëntenraden). Waar het de vertegenwoordigers van belangenorganisaties en maatschappelijke organisaties betreft, gaat het in verreweg de meeste gevallen om vrijwilligers, in mindere mate zijn ze zelf cliënt. In minder dan 20% van de cliëntenraden zijn ook betaalde krachten vertegenwoordigd. Bij regionale cliëntenraden is dat minder het geval, maar daar zijn ook minder maatschappelijke organisaties vertegenwoordigd en juist deze organisaties hebben vaak een professionele vertegenwoordiger. Cliëntenraden bestaan overwegend uit 5 tot 15 leden. Over het algemeen zijn er geen grote verschillen in omvang tussen gemeentelijke en regionale cliëntenraden. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 6

7 In (bijna) tweederde van de gevallen komt het huidige aantal overeen met het voorgeschreven aantal in de verordening. Dat is een lichte daling ten opzichte van 2005 (70%). Daarbij moet worden aangetekend dat de meeste verordeningen ruime marges hebben tussen het minimale en het maximale aantal leden. Opvallend is dat veel respondenten (17,6%) van gemeentelijke cliëntenraden aangeven dat dit niet van toepassing is. Kennelijk wordt in veel verordeningen geen aantal voorgeschreven. Bij regionale cliëntenraden is dat percentage een stuk lager maar toch nog aanzienlijk (9,5%). Eveneens opvallend is dat veel respondenten (14%) onbekend zijn met het aantal dat wordt voorgeschreven. (In 2005 was dat overigens nog 18%) Is het moeilijk om nieuwe sleden te vinden? Evenals in 2005 blijft het moeilijk om sleden te werven, vooral onder cliënten. Driekwart van de cliëntenraden worstelt met dat probleem. De volgende redenen werden daarvoor aangegeven. Vooral moeilijk om cliënten te vinden. Dan krijg je nauwelijks respons. Moeilijk om deskundige én gemotiveerde kandidaten te vinden Veel cliënten moeten werk zoeken. (Een aantal gemeenten werkt met vrijstellingen van sollicitatieplicht. Vaak voor een termijn van 1 jaar) Omdat er ook al andere adviesraden zijn waar mensen voor worden geworven Er wordt geen vergoeding gegeven voor de onkosten Wordt steeds moeilijker Het vele werk schrikt af Iemand met een uitkering treedt niet graag op de voorgrond bij de uitkeringsinstantie Wet op de privacy is belemmering om cliënten te benaderen Opmerkelijke uitzonderingen zijn bijvoorbeeld de regionale cliëntenraden van Hoogeveen en de Utrechtse Heuvelrug. In 2005 meldden zich in Hoogeveen 35 belangstellenden. En bij de Utrechtse Heuvelrug was het vooral het nieuwe regionale orgaan dat veel belangstelling wekte. De verhouding cliënten andere deelnemers / organisaties In 22,8% van de gemeentelijke cliëntenraden zijn de leden evenwichtig verdeeld tussen individuele cliënten en vertegenwoordigers van (belangen)organisaties. Dat komt overeen met Bij regionale cliëntenraden is dit echter vaker het geval: 28,6%. Bij gemeentelijke cliëntenraden komen grote verschillen voor in de onderlinge verhoudingen. Daarbij kunnen cliënten dik in de minderheid zijn maar ook dik in de meerderheid. Bij ruim 5% bestaat de raad zelfs uitsluitend uit cliënten. Opmerkelijk is dat bij 9,5% van de regionale cliëntenraden er helemaal geen cliënten zitting hebben. In november 2003 is deze vraag niet gesteld, zodat geen vergelijking kan worden gemaakt. Heeft de een onafhankelijke voorzitter? Tweederde van de gemeentelijke cliëntenraden heeft een onafhankelijke voorzitter. Dat komt overeen met Bij de regionale cliëntenraden gaat het om de helft van de gevallen. De onafhankelijke voorzitter wordt bij gemeentelijke cliëntenraden in tweederde van de gevallen benoemd door B&W, waarvan bij 20% op voordracht van de. Bij regionale cliëntenraden is dat bij ruim 45% het geval, waarvan bij 27% op voordracht van de. Bij bijna de helft van de regionale cliëntenraden wordt de onafhankelijke voorzitter benoemd door de zelf. Bij gemeentelijke cliëntenraden is het geval bij ruim een derde. Werkplan en eigen initiatief De cliëntenraden werd gevraagd of zij vooruit onderwerpen plannen die zij aan de orde willen stellen of waarover zij willen adviseren en in het kader waarvan zij activiteiten willen ondernemen. Vaak is dit ook een basis voor een begroting en het toewijzen van een budget. 43,8% van alle cliëntenraden heeft een werkplan. Dat is iets minder dan in 2005 en gelijk aan Regionale cliëntenraden hebben iets vaker een werkplan dan gemeentelijke raden. 17,8% van alle cliëntenraden zonder werkplan, heeft zo'n plan in ontwikkeling. Dat is 10% van alle cliëntenraden. Opgeteld bij de 43,8% die al wel een werkplan heeft levert dat binnenkort een score op van bijna 54% en dat is ruim meer dan in 2005 en Cliëntenraden zonder werkplan werd gevraagd naar de reden. 14,7% van de gemeentelijke cliëntenraden ziet het nut er niet van in. Bij regionale raden is dat 9,1%. 20,6% van de gemeentelijke raden geeft aan dat de gemeente er niet om vraagt. Bij regionale raden is dat 9,1%. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 7

8 Ruim een vijfde van de gemeentelijke raden geeft aan dat er onvoldoende deskundigheid voor is en bij regionale raden is dat maar iets minder (18,2%). Van de gemeentelijke cliëntenraden zonder werkplan zegt 14,7% te reageren op de actualiteit en dus niet planmatig te werk te gaan. Bij regionale raden is dat zelfs 45,5%. Hoe komt de aan de onderwerpen? Cliëntenraden gebruiken tal van bronnen voor hun informatie en onderwerpen voor het overleg. De onderwerpen worden vooral ontleend aan direct contact met cliënten: spontane klachten en ideeën (voor alle cliëntenraden 82%) en in mindere mate spreekuur (39%) en bijeenkomsten (27%). Dit beeld is nauwelijks afwijkend van 2005 en Een tweede bron is de gemeente: beleidsnota s en informele contacten met de sociale dienst. De gemeentelijke nota's zijn voor gemeentelijke raden minder belangrijk geworden dan in 2005 en 2003 (68% resp. 78% en 82%). Hier lijkt sprake van een trend. Voor regionale raden is het belang van dergelijke nota's nog op hetzelfde niveau als De informele contacten zijn teruggelopen van driekwart naar ongeveer de helft van alle cliëntenraden. Ook de gemeenteraad is een bron maar die is aanmerkelijk minder belangrijk dan in 2005 en 2003 (voor gemeentelijke raden 24% respectievelijk 28% en 35%).Slechts 15% van de regionale raden benut de gemeenteraad als bron. De publieke media scoren nog steeds hoog (van alle cliëntenraden 66%) maar wel minder dan in 2005 (76%). Internet scoort met zo'n 40% redelijk stabiel in vergelijking met 2005 en De nieuwsbrief van LocSZ en (vak)tijdschriften hebben voor gemeentelijke cliëntenraden een zelfde waarde als in 2005 en 2003, maar regionale cliëntenraden gebruiken deze bronnen aanzienlijk vaker. Evenals in voorgaande jaren blijkt uit dit onderzoek dat het voor cliëntenraden belangrijk is om te functioneren binnen een netwerk van cliëntenraden en cliëntenorganisaties. Naast het belang dat dit heeft voor het functioneren van de raad en de ontwikkeling van de cliëntenparticipatie, betekent dat netwerk ook een belangrijke bron van informatie. Opvallend is hierin het verschil tussen gemeentelijke en regionale cliëntenraden. Waar deze informatiebronnen voor gemeentelijke raden aanzienlijk zijn teruggelopen hebben zij voor regionale raden aan betekenis gewonnen. Voor deze raden scoren de LocSZnieuwsbrief en andere cliëntenraden (beide 75%) dan ook hoog, niet alleen veel hoger dan bij gemeentelijke raden maar ook aanzienlijk hoger dan de scores van 2005 en Cliëntenorganisaties scoren met 63% voor alle cliëntenraden als bron minder dan in 2005 (74%). Hieronder een overzicht van de verschillen in de belangrijkste bronnen voor gemeentelijke en regionale cliëntenraden. Regionale Spontane klachten/ideeën van cliënten 76 % 100% Spontane klachten/ideeën van cliënten Uit gemeentelijke nota s 68 % 75 % Uit gemeentelijke nota s Via de media 68 % 75 % Via de digitale nieuwsbrief van LocSZ Via de digitale nieuwsbrief van LocSZ 64 % 75 % Via andere cliëntenraden Via cliëntenorganisaties 63 % 70 % Via (vak)tijdschriften Via informeel contact bij gemeente/gsd 56 % 65 % Via cliëntenorganisaties Via andere cliëntenraden 47 % 60 % Via de media Contact met de achterban Eén gemeentelijke heeft geen contact met de achterban. Eén regionale is nog in opbouw en heeft nog geen contact gelegd. Alle andere raden organiseren contact met de achterban, de cliënten die zij vertegenwoordigen. De aard van het contact is erg verschillend. Eigen of andere bijeenkomsten (voorlichting, thema, discussie) scoren met 69% voor alle cliëntenraden beter dan in 2005 (58%) maar vergelijkbaar met 2003 (67%). Er bestaat op dit punt echter een groot verschil tussen gemeentelijke en regionale cliëntenraden. Bij gemeentelijke cliëntenraden scoren deze bijeenkomsten 78% terwijl dat bij regionale raden slechts 45% is. Voor alle cliëntenraden scoren de lokale media nog steeds hoog (81%), overeenkomstig het beeld van 2005 en Ook hier bestaat echter een groot verschil tussen gemeentelijke (74%) en regionale (100%) raden. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 8

9 Zowel gemeentelijke als regionale cliëntenraden scoren goed met persoonlijke contacten (zoals huisbezoek) en contact via individuele sleden. Met 64% respectievelijk 62% is dat vergelijkbaar met 2005 en Belangen- en cliëntenorganisaties waren in 2005 nog goed voor bijna 100% van de contacten met de achterban. Dat is nu enorm teruggelopen tot 59% voor alle cliëntenraden. Het is opvallend dat regionale cliëntenraden hierop maar heel matig scoren: 45%. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat het initiatief bij dit contact altijd vooral is uitgegaan van de belangenorganisaties. Overigens heeft dit contact voor een deel betrekking op het spreekuur dat door belangenorganisaties wordt verzorgd. Opmerkelijk is de toename van het spreekuur als bron van contact met de achterban. Het kan daarbij gaan om een eigen spreekuur of een algemeen spreekuur elders. Met 64% is dat een toename van 12% ten opzichte van 2005 en bijna een verdubbeling ten opzichte van Op dit punt scoren regionale raden overigens hoger dan gemeentelijk raden. Telefonische bereikbaarheid scoort met 55% voor alle cliëntenraden beter dan in 2005 (49%) maar minder dan in 2003 (67%). De telefonische bereikbaarheid is van belang voor spontane individuele contacten met cliënten maar wordt ook ingezet als klachtentelefoon om via oproepen en publicaties cliënten de mogelijkheid te bieden hun klachten over het beleid en de uitvoering in te dienen bij de. Een eigen folder (45%) en het blad van de sociale dienst (40%) scoren ook nog steeds heel behoorlijk als communicatiemiddel, al is een lichte afname te constateren ten opzichte van voorgaande jaren. Het organiseren van een meldweek of een enquête onder cliënten is een middel dat door een kwart van de cliëntenraden wordt ingezet, vergelijkbaar met 2005, maar minder dan in 2003 (36%). raden gebruiken dit middel overigens vaker (31%) dan regionale raden (20%). In verband daarmee is niet alleen de telefonische bereikbaarheid van belang, maar ook het antwoordnummer (10%) en een internetverbinding (29%). Internet laat een duidelijke groei zien van 6% voor alle raden; vooral regionale raden maken er aanzienlijk vaker gebruik van (40%). Het eigen blad is weer terug van weggeweest en is met 24% weer op het peil van Verder worden genoemd: ideeënbus in het gemeentehuis en verzorging van vakanties voor minima. Het spreekuur Bijna de helft van alle cliëntenraden heeft een eigen spreekuur. Van de cliëntenraden met een eigen spreekuur wordt dat in alle gevallen door de sleden verzorgd. Enkele cliëntenraden betrekken daar ook nog andere vrijwilligers bij. Regionale raden doen dat vaker (18%) dan gemeentelijk (8%). Doel en kosten van de pleging Cliëntenraden lijken meer actief cliënten te raadplegen dan in Ze doen dat gericht op het overleg en de adviezen maar (vooral) ook om in algemene zin ervaringen van cliënten te verzamelen. Dat laatste gebeurt door gemeentelijke raden aanzienlijk vaker (74%) dan door regionale raden (56%). Opvallend is dat een op de vijf cliëntenraden cliënten niet actief raadpleegt. (Enkele genoemde redenen: "We mogen geen klachtencommissie zijn", "We kennen de cliënten niet vanwege privacyoverwegingen" en "De (regionale) is nog in opbouw"). Daarnaast heeft een groot aantal respondenten deze vraag niet beantwoord (respectievelijk 14% en 5%). Als dat betekent dat ook deze cliëntenraden de cliënten niet actief raadplegen, zou zelfs een kwart (regionale raden) tot een derde (gemeentelijke raden) dit soort activiteit niet uitvoeren. Ruim een derde van alle cliëntenraden heeft een budget voor dit soort activiteiten. Dat is aanzienlijk minder dan in 2005 toen nog ruim de helft daarvoor een budget beschikbaar had en in 2003 was dat zelfs nog driekwart. Ondersteuning en faciliteiten van de Alle cliëntenraden geven aan een of meer vormen van ondersteuning te krijgen van de gemeente. 86,4% van de gemeentelijke cliëntenraden heeft de beschikking over een eigen budget. Bij regionale cliëntenraden is dat zelfs 90,5%. Ook ambtelijke ondersteuning (72,8%) en het beschikbaar stellen van faciliteiten (74,6%) scoren hoog. Dit beeld wijkt nauwelijks af van AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 9

10 Er zijn evenals in 2005 grote verschillen in de omvang van het eigen budget. Meestal gaat het om een bescheiden bedrag. 82% van de gemeentelijk raden heeft een budget minder dan euro. Bijna de helft zelfs minder dan euro. Bij regionale cliëntenraden heeft slechts 68% een kleiner budget dan euro en zelfs maar 26% een budget dat kleiner is dan euro. In vergelijking met 2005 hebben evenveel gemeentelijke cliëntenraden de beschikking over een budget tot euro, alleen was het aandeel cliëntenraden met een kleiner budget dan euro aanzienlijk groter (57% tegenover 47%). 16% van de gemeentelijke cliëntenraden heeft de beschikking over meer dan euro. In 2005 was dat nog 13%. Bij regionale raden ligt het percentage zelfs op 21. De meeste cliëntenraden hebben dus meer te besteden uit eigen budget dan in De score op scholing (45,8%) moet nader worden geïnterpreteerd. In sommige gevallen wordt dat door de gemeente geboden naast een eigen budget voor de. In verreweg de meeste gevallen (82%) moet de dat uit eigen budget inhuren. Ook dit beeld wijkt niet af van Dat is anders bij de activiteitensubsidie. cliëntenraden kunnen daar in 10% van de gevallen over beschikken en regionale cliëntenraden zelfs helemaal niet, terwijl dat in 2005 nog in 18% van de gevallen werd verstrekt. 19% van de regionale cliëntenraden hebben de beschikking over een eigen beroepskracht. Bij gemeentelijke raden is dat 12% en in 2005 was dat 9%. De belangrijkste posten (scores van 50% tot 100%) voor het eigen budget zijn scholing, onkostenvergoedingen, vacatiegelden, activiteitskosten, secretariaat en huur van kantoor en vergaderruimte. Hoewel de rangorde enigszins verschilt, komt het beeld bij gemeentelijke cliëntenraden redelijk overeen met dat van regionale raden. Voor cliëntenraden met een groter budget dan euro spelen huur en vacatiegelden een grotere rol dan bij de raden met een kleiner budget. Daar zitten ook de grootste verschillen met 2005, toen deze posten in veel mindere mate voorkwamen. Bij de cliëntenraden met de grotere budgetten komen ook de vergoeding van de voorzitter en van een professionele kracht aanzienlijk vaker voor dan in Opmerkelijk is dat dit alleen geldt voor de gemeentelijke raden. De regionale raden met een budget van meer dan euro geven daar niets aan uit. Toch hebben regionale raden aanzienlijk vaker de beschikking over een eigen beroepskracht (19%) dan gemeentelijke raden (12%) en meer dan twee keer zoveel als in Kennelijk worden deze professionals rechtstreeks ingehuurd door de gemeente of worden ze door een (gemeentelijk gesubsidieerde) organisatie beschikbaar gesteld aan de. Huisvesting en bereikbaarheid In het beeld van de huisvesting van cliëntenraden is geen verandering gekomen ten opzichte van Een derde tot ruim een derde van de cliëntenraden heeft huisvesting bij de gemeente. 18% van alle cliëntenraden heeft huisvesting elders en 16% bij een welzijnsorganisatie. Bijna een derde van alle cliëntenraden heeft geen eigen huisvesting. Er is geen verschil tussen regionale en gemeentelijke raden. Het aantal cliëntenraden dat digitaal bereikbaar is verschilt niet van Ook tussen gemeentelijke en regionale raden is er geen noemenswaardig verschil. Met 63 % is de bereikbaarheid via een eigen adres iets afgenomen ten opzichte van 2005 (min 5%) en met 46% geldt dat ook voor de bereikbaarheid via een mailadres van leden (min 6%). Daar staat tegenover dat met name regionale cliëntenraden veel vaker beschikken over een eigen website (22% tegenover 12%). raden hebben in 14% van de gevallen de beschikking over een eigen site of een domein op de gemeentelijke site. Vergoedingen Het aantal cliëntenraden dat geen vergoedingen kent is ten opzichte van 2005 toegenomen van 9% naar 11,3% voor alle cliëntenraden. Kijken we naar onkostenvergoedingen in de varianten declaraties, vast bedrag of vrijwilligersvergoeding dan zijn de scores van gemeentelijke en regionale cliëntenraden redelijk in overeenstemming met de scores van AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 10

11 Met name de vorm van vacatiegelden scoort lager (30% voor alle cliëntenraden) dan in 2005 (37%). Wellicht wordt dit verschil bij regionale cliëntenraden voor een deel gecompenseerd door de mogelijkheid van een onkostenvergoeding. Bij gemeentelijke cliëntenraden gaven 8 respondenten aan dat zowel een vast bedrag per maand als een vergoeding voor onkosten wordt gegeven. Wellicht dat hier door sleden uit een van beide mogelijkheden kan worden gekozen: een afkoopbedrag per maand of met declaraties. Bij regionale cliëntenraden is dit bij slechts 1 respondent het geval. De combinatie van onkostenvergoeding en vacatiegelden komt bij gemeentelijke cliëntenraden tweemaal voor (3,4%) maar bij regionale cliëntenraden is dat 19%. Uitvoering van scholing en training Als cliëntenraden scholing en training krijgen gebeurt dat in de helft van de gevallen door een ingehuurd scholingsinstituut en/of een provinciale cliëntenorganisatie. De rol van provinciale cliëntenorganisaties is ten opzichte van 2005 toegenomen van 38% naar 50%. In ruim 20% van de gevallen wordt de scholing verzorgd door de gemeente en dat komt overeen met De rol van provinciale welzijnsorganisaties is teruggedrongen van 25% in 2005 naar 14% voor alle cliëntenraden en 19% voor de gemeentelijke raden.bij regionale raden spelen deze organisaties geen rol. Bijna 10% van de cliëntenraden maakt gebruik van landelijk aanbod. Onderlinge contacten tussen cliëntenraden Driekwart van alle cliëntenraden heeft overleg en uitwisseling met andere cliëntenraden. Regionale raden hebben dat iets vaker dan gemeentelijke. Ruim driekwart van alle cliëntenraden heeft deze contacten op provinciaal niveau, gemeentelijke iets vaker (84%) dan regionale (72%). De helft van de gemeentelijke raden heeft contact op regionaal niveau, voor regionale raden ligt dat op tweederde. Gemiddeld komt het beeld met betrekking tot deze aspecten overeen met % van de gemeentelijke raden heeft contact via telefoon of ; hetzelfde percentage als in Regionale raden gebruiken deze middelen twee keer zoveel (33%). Tweederde van de gemeentelijke raden is tevreden over deze contacten. Regionale raden zijn veel meer tevreden (83%). Gemiddeld komt het beeld (71%) echter redelijk overeen met Ketendienstverlening Evenals in 2005 kan worden vastgesteld dat er nog nauwelijks aandacht is voor ketenbrede cliëntenparticipatie. Dit geldt in het bijzonder voor de regionale cliëntenraden. Slechts 4% heeft overleg met cliëntenraden van CWI en UWV. Bij gemeentelijke cliëntenraden is dat beeld maar weinig beter. Ten opzichte van 2005 is er vrijwel geen verandering bij cliëntenraden die overleg hebben met raden van CWI of van UWV. Het aantal gemeentelijke cliëntenraden dat overleg heeft met cliëntenraden van zowel CWI als UWV is gestegen van 5% naar 8%. Als we alle overlegcontacten van alle cliëntenraden vergelijken, dan is er ten opzichte van 2005 geen verandering opgetreden (in beide jaren 11%). Vanuit cliëntenorganisaties geredeneerd is het overleg met arbeidsadviseurs ook een vorm van aandacht voor ketendienstverlening omdat deze adviseurs voor de gehele keten werken en ook door de ketenpartners worden gefinancierd. Met betrekking tot het overleg met arbeidsadviseurs scoren gemeentelijk cliëntenraden ongeveer hetzelfde als bij het overleg met CWI en UWV (15%). Regionale raden scoren hier echter aanzienlijk beter: 38%. Waar sprake is van overleg met arbeidsadviseurs heeft dat bij zowel de gemeentelijke als de regionale raden in ongeveer een derde van de gevallen een formeel en geregeld karakter. Ten slotte werd nog de vraag gesteld of de adviseert met betrekking tot ketendienstverlening. Ook hier scoren de regionale raden hoger dan de gemeentelijke (24% tegenover 15%). Als er wordt geadviseerd, gebeurt dat door bijna 80% van alle raden aan B&W. Alle regionale raden adviseren op dit punt aan de sociale dienst; gemeentelijke raden doen dat in 44% van de gevallen. Een op de vijf regionale raden adviseert de gemeenteraad hierover. raden doen dat juist helemaal niet. Zij brengen daarentegen direct advies uit aan het CWI (22%) en UWV (11%), terwijl regionale raden dat helemaal niet doen. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 11

12 Zijn cliëntenraden bekend met het werk van de Landelijke Cliëntenraad? 91% van de gemeentelijke cliëntenraden is bekend met het werk van de LCR. Voor regionale raden ligt dat nog iets hoger: 95%. De grootste bekendheid ontstaat via de nieuwsbrieven van de LCR en LocSZ: respectievelijk 70% en 80%. De website van de LCR scoort met 39% iets minder. Andere bronnen zijn het LCR-congres en de provinciale organisaties. Evaluatie en veranderingen Bij 30% van de cliëntenraden heeft al een evaluatie van de verordening cliëntenparticipatie plaatsgevonden. In alle gevallen werd de daarbij betrokken. De evaluatie heeft bij een derde van de cliëntenraden geleid tot veranderingen. Bij gemeentelijke cliëntenraden heeft dat in 83% van de gevallen geleid tot bijstelling (verhoging) van het budget. Op de meeste andere aspecten heeft het in een derde tot de helft van de gevallen geleid tot wijzigingen. In alle gevallen is de tevreden over de wijzigingen. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 12

13 Rapportage Thematisch geordend worden de vragen in het onderzoek hieronder behandeld: de vraag, antwoord(percentages) en een toelichting. Verordening Schrijft de WWB-verordening Cliëntenparticipatie voor dat er een moet zijn? Ja 80 98% Nee 2 Is er in uw gemeente een? Ja 79 97% Nee 3 Vrijwel alle respondenten geven aan dat een wordt voorgeschreven in de verordening. Met uitzondering van twee gemeenten is er in die gevallen dan ook een. In Achtkarspelen is er (nog) geen uitvoering aan gegeven. In ZW Fryslân is een regionale raad nog in voorbereiding. In één gemeente wordt een niet voorgeschreven maar is die er wel gekomen. Regionalisering In de praktijk kan een tendens tot regionalisering worden waargenomen. Gemeenten stemmen hun beleid op elkaar af of laten het beleid door een regionale sociale dienst uitvoeren. We stelden daarom de volgende vragen. Werkt uw gemeente op het terrein van de WWB samen met andere gemeenten in de regio? Is er sprake van een regionale? Geen regionale samenwerking 39 39% 23 28% Wel samenwerking maar geen regionale 47 47% 38 46% Regionale 14 14% 21 26% Totaal % % In driekwart van de gemeenten is sprake van regionale samenwerking. In 21 gevallen gaat het om een regionale, waarvan 3 in voorbereiding. Door gemeentelijke samenvoegingen zijn twee regionale cliëntenraden van 2005 omgezet in gemeentelijke cliëntenraden. Niettemin ligt het aantal regionale cliëntenraden aanzienlijk hoger. Het gaat op basis van deze respons om bijna een verdubbeling. Omvang van de gemeente of regio Regionale Kleiner dan ,2 % 3 14,3 % ,7 % 6 28,6 % ,7 % 7 33,3 % ,8 % 4 19,0 % Meer dan ,6 % 1 4,8 % Totaal ,0 % ,0 % Met regionale samenwerking van gemeenten op uiteenlopend terrein staat niet alleen de samenwerking en afstemming van beleid centraal maar lijkt ook te worden gezocht naar een efficiënte schaalgrootte. Dat leidt in veel gevallen tot gemeentelijke samenvoegingen, maar het tekent zich ook duidelijk af bij de relatie en inwoneraantal. Bij gemeentelijke cliëntenraden is de schaalgrootte in ruim tweederde van de gevallen kleiner dan inwoners. Bij regionale cliëntenraden zien we een opschaling. Slechts 43% heeft betrekking op een inwoneraantal tot Bij deze opschaling gaat het niet alleen om bestuurlijke samenwerking maar ook om samenwerking in de uitvoerende dienst. In 11 regio's bestaat een regionale sociale dienst, waarvan in 10 gevallen sprake is van een regionale. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 13

14 Bevoegdheden en invloed van de Aan wie wordt advies uitgebracht? Regionale College van B & W 57 96,6 % 14 66,6 % Gemeenteraad 31 52,5 % 10 47,6 % sociale dienst 29 49,2 % 10 47,6 % Regionale sociale dienst 1 1,7 % 10 47,6 % Cliëntenraden blijken met name een adviesrelatie te hebben met het college van B&W. Hoewel de meeste cliëntenraden hun adviezen in verschillende richting afgeven, adviseren gemeentelijke cliëntenraden zelfs in 36,8% van de gevallen alleen aan B&W. Het beeld is dat zij in meerderheid vooral of uitsluitend een bestuurlijke adviesrol vervullen. Slechts 1 gemeentelijke adviseert uitsluitend de sociale dienst. Bij regionale cliëntenraden is dat beeld anders. Ook hier komt een mix van adviesadressen voor, maar slechts 9,5% adviseert uitsluitend aan B&W terwijl 28,6% uitsluitend aan de regionale sociale dienst adviseert. Hier mag dus voorzichtig worden geconcludeerd dat regionale cliëntenraden, meer dan gemeentelijke cliëntenraden, op de uitvoerende dienst zijn gericht. Er lijkt bovendien een duidelijke ontwikkeling plaats te vinden ten opzichte van maart Toen adviseerde nog slechts 19% alleen aan het college van B&W (in 2003 was dat 11%) en slechts 2% alleen aan de regionale sociale dienst. Bovenstaande cijfers weerspiegelen de bestaande praktijk. Dat wil echter niet zeggen dat deze praktijk ook in alle gevallen formeel zo is geregeld. Het komt veel voor dat cliëntenraden zelf de vrijheid nemen om de Gemeenteraad of Gemeenteraadscommissies te benaderen, terwijl ze formeel alleen B&W en/of de sociale dienst behoren te adviseren. Wat wordt er met die adviezen gedaan? Regionale Vaak verwerkt in nota's 46 78,0 % 15 71,4 % Doorgaans niet gebruikt 6 10,2 % 2 9,5 % Wordt de niet 2 3,4 % 4 19,0 % over geïnformeerd Gemotiveerd afgewezen 22 37,3 % 9 42,8 % Onbekend 3 5,1 % 1 4,8 % Bent u als tevreden met het resultaat van uw advisering? Regionale Zeer tevreden 2 3,4 % Tevreden 23 39,0 % 9 42,9 % Matig tevreden 27 45,8 % 7 33,3 % Ontevreden 3 5,0 % 2 9,5 % Onbekend 4 6,8 % 3 14,3 % Totaal ,0 % ,0 % cliëntenraden melden dat hun advies in overgrote meerderheid (78%) wordt verwerkt in beleidsnota's. Als het advies wordt afgewezen gebeurt dat in ruim een derde van gevallen op gemotiveerde wijze. Slechts 7% meldt dat het advies doorgaans niet wordt gebruikt en 3,5% meldt dat de daar niet over wordt geïnformeerd. Deze cijfers komen vrijwel overeen met die van maart Bij regionale cliëntenraden is het beeld afwijkend. Hun adviezen worden minder verwerkt in nota's (71,4%), maar dat kan voor een belangrijk deel worden verklaard doordat ze minder vaak een adviesrol hebben ten opzicht van B&W en vaker zijn gericht op de uitvoerende dienst. Hun adviezen worden vaker niet gebruikt of gemotiveerd afgewezen dan die van gemeentelijke cliëntenraden. Opmerkelijk is AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 14

15 dat ze veel vaker niet worden geïnformeerd over wat er met hun advies gebeurt dan bij gemeentelijke cliëntenraden (19% tegenover 3,4%). Het beeld is dus dat regionale cliëntenraden minder invloed lijken te hebben dan gemeentelijke cliëntenraden en met name minder serieus worden genomen. Een verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat adviezen van gemeentelijke cliëntenraden vaak verplicht zijn in besluitvormingsprocessen. Regionale cliëntenraden hebben daar minder mee te maken en kennelijk kan een uitvoerende dienst adviezen gemakkelijker naast zich neerleggen, zelfs zonder daar verantwoording over af te leggen. Opmerkelijk is dan ook dat regionale cliëntenraden niet minder tevreden zijn over het resultaat van hun advisering (42,9% tegenover 42,4%). Daar staat tegenover dat weer meer regionale cliëntenraden ronduit ontevreden zijn (9,5% tegenover 5,0%). Wellicht dat de tevredenheid vooral wordt afgemeten aan de verwachtingen en minder aan het bereikte resultaat. Uit de toelichting op de antwoorden van regionale cliëntenraden blijkt de tevredenheid te worden gekoppeld aan: "We hebben veel bereikt in 2005" "We worden al in een vroeg stadium bij alles betrokken" "De wordt zeer serieus genomen" "Advies wordt serieus behandeld" "Goede samenwerking" De ontevredenheid wordt bij regionale cliëntenraden gekoppeld aan: "We worden niet serieus genomen" "Advies wordt doorgaans niet gebruikt" "Er wordt te weinig naar de geluisterd" "Er wordt soms wel een advies opgevolgd maar na een paar jaar nog steeds niet uitgevoerd" Op welke terreinen wordt er geadviseerd? Regionale Scores maart 2005 Minimabeleid ,0 % 20 95,2 % 100 % Sociale Activeringsbeleid 45 78,9 % 15 71,4 % 85 % Handhavingsbeleid 49 86,0 % 18 85,7 % 82 % Uitstroombeleid 37 64,9 % 13 61,9 % 76 % Gehandicaptenbeleid 20 35,0 % 4 19,0 % 44 % WVG-beleid 20 35,0 % 2 9,5 % 39 % Stedelijke ontwikkeling (of 2 3,5 % 7 % Grotestedenbeleid) Ouderenbeleid 16 28,0 % 3 14,3 % 34 % Welzijnsbeleid 20 35,0 % 2 9,5 % 40 % Gezondheidsbeleid 20 35,0 % 2 9,5 % 25 % WMO 1 3,5 % 1 4,8 % Geen respons 2 Alle respondenten geven aan dat op het gebied van minimabeleid wordt geadviseerd. Een groot deel van de cliëntenraden adviseert vooral op het gebied van bijstand, sociale activering en uitstroombeleid. Toch zijn erg veel cliëntenraden gericht op een (zeer) breed beleidsterrein. Voor een deel komt dat omdat het een overlap betreft van WWB en WVG als beleidsterreinen. Veel respondenten brengen onderwerpen als gehandicaptenbeleid, WVG, ouderenbeleid, welzijn en gezondheidsbeleid in verband met de WMO. Twee respondenten geven expliciet de WMO als adviesterrein aan. De scores van de gemeentelijke cliëntenraden komen in hoge mate overeen met de algemene scores van maart De scores van de regionale cliëntenraden zijn opnieuw afwijkend in de zin dat zij zich in de meeste gevallen beperken tot minimabeleid, bijstand, sociale activering en uitstroombeleid. Ook hier mag dat geen verwondering wekken aangezien zij zich meer dan gemeentelijke raden richten op de uitvoerende dienst. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 15

16 In 2003 werd deze specifieke vraag niet gesteld zodat geen vergelijking kan worden gemaakt. Destijds werd wel gevraagd naar de onderwerpen die in het overleg met de gemeente c.q. de sociale dienst aan de orde komen. Ontvangt de uitnodigingen voor gemeentelijke bijeenkomsten? Regionale Scores maart 2005 Gemeenteraad 11 18,6 % 9 42,9 % 66,1 % Commissievergaderingen 29 49,1 % 9 42,9 % 72,6 % Bijeenkomsten van plaatselijke 10 16,9 % 4 19,0 % politieke partijen Bewonersbijeenkomsten 1 1,7 % 1 4,8 % WMO-bijeenkomsten 8 13,6 % 1 4,8 % Geen uitnodigingen 23 39,0 % 7 33,3 % 24,0 % Onbekend 1 1,7 % 1 4,8 % 14,0 % Uitnodigingen voor commissievergaderingen zijn vrij gebruikelijk. Voor gemeentelijke cliëntenraden is dat vaker het geval (49%) dan voor regionale cliëntenraden (42,9%). Opmerkelijk genoeg worden regionale cliëntenraden weer vaker uitgenodigd voor gemeenteraadvergaderingen (42,9% tegenover 18,6%). Uitnodigingen voor bijeenkomsten van politieke partijen komen ook nog redelijk vaak voor (16,9% resp. 19%). WMO-bijeenkomsten zijn nieuw en het zijn vooral gemeentelijke cliëntenraden die daarvoor worden uitgenodigd (13,6% tegenover 4,8%). Een verklaring daarvoor kan zijn dat zij zich meer met een breed beleidsterrein bezig houden en regionale cliëntenraden zich meer richten op de uitvoerende dienst. Opvallend is dat ruim eenderde van de cliëntenraden geen enkele uitnodiging voor dergelijke bijeenkomsten en vergaderingen krijgt. Opmerkelijk is verder dat een vergelijking met de cijfers van maart 2005 laat zien dat het aanzienlijk minder gebruikelijk is geworden dat cliëntenraden worden uitgenodigd. Ontvangt de de gewenste en benodigde informatie van gemeente of sociale dienst? Alle cliëntenraden Ja 45 56,2 % Nee Niet altijd 30 37,5 % Onbekend 5 6,3 % Totaal ,0 % Ontvangt de deze informatie tijdig? Regionale Ja 18 30,5 % 3 14,3 % Nee 3 5,1 % 1 4,8 % Niet altijd 36 61,0 % 15 71,4 % Onbekend 2 3,4 % 2 9,5 % Totaal ,0 % ,0 % Bent u als tevreden over de leesbaarheid en bruikbaarheid van deze informatie? Alle cliëntenraden Zeer tevreden Tevreden 44 55,0 % Matig tevreden 29 36,2 % Ontevreden Onbekend 7 8,8 % Totaal ,0 % AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 16

17 Ruim de helft (56,2%) van alle cliëntenraden ontvangt de gewenste informatie.toch zegt ruim eenderde dat dit niet altijd het geval is. Bijna eenderde van de gemeentelijke cliëntenraden ontvangt die informatie ook tijdig. Ruim tweederde ontvangt de informatie niet altijd of zelfs nooit op tijd. Bij de regionale cliëntenraden is de situatie aanzienlijk ongunstiger. Slechts 14,3% ontvangt de informatie tijdig en driekwart niet altijd of nooit op tijd. Opmerkelijk is het grote verschil met de scores van maart Toen gaf 68% van de cliëntenraden aan de informatie op tijd te krijgen. Er is dus een aanmerkelijke verslechtering opgetreden. Daar staat tegenover dat het aantal cliëntenraden dat de informatie nooit op tijd krijgt is teruggelopen van 18% naar ongeveer 5%. De cliëntenraden zijn in iets meer dan de helft van de gevallen (55%) tevreden over de leesbaarheid en bruikbaarheid van de informatie. Ruim eenderde (36,2%) is matig tevreden. Uit de toelichting op de matige tevredenheid blijkt dat de taal vaak te ambtelijk en juridisch is, de stukken niet duidelijk zijn en de tijd te kort. Ook wordt geklaagd dat de het allemaal zelf moet uitzoeken. Uit de toelichting bij tevreden blijkt dat het ook anders kan. De informatie is dan kort en duidelijk, soms na aandringen van de, en op verzoek worden de stukken toegelicht. Ook worden sleden bedrevener in het lezen van de stukken. Het is echter niet bekend of dat laatste een algemeen beeld is. De inhoud van het overleg Welke onderwerpen komen aan de orde in het overleg met sociale dienst / gemeente? Regionale maart 2005 nov Beleid Verordeningen WWB 98,3 % 90,5 % 95 % 87 % Minimabeleid 98,3 % 90,5 % 94 % 100 % Advies over nieuw beleid 84,7 % 95,2 % 92 % 95 % Beleidszaken 93,2 % 90,5 % 89 % 93 % Reacties op beleidsontwikkelingen 78,0 % 76,2 % 80 % 89 % Ontwikkelingen in de sociale zekerheid 89,9 % 66,7 % 79 % 80 % Reïntegratiebeleid en sociale activering 88,1 % 85,7 % 77 % 86 % Armoedebeleid 89,9 % 85,7 % 75 % 87 % Inburgering van allochtonen 27,1 % 19,0 % Relatie met cliënten De informatieverstrekking 93,2 % 95,2 % 87 % 96 % De wijze waarop cliënten worden behandeld 94,9 % 95,2 % 87 % 89 % Klachten en knelpunten uit de praktijk 84,7 % 85,7 % 86 % 88 % Voorstellen voor verbetering van de uitvoering 91,5 % 81,0 % 86 % 88 % Uitvoeringspraktijk 88,1 % 76,2 % 82 % 85 % Overig Bereikbaarheid en openingstijden 61,0 % 66,7 % 65 % 60 % Toegankelijkheid van de gebouwen 42,4 % 33,3 % 47 % 43 % Resultaten van eigen onderzoek 32,2 % 33,3 % 52 % 48 % Collectieve ziektekostenverzekering 4,8 % Fusieproces sociale diensten 4,8 % Onbekend 4,8 % 4 % Zowel bij gemeentelijke als regionale cliëntenraden wordt onveranderd over een breed spectrum van onderwerpen overleg gevoerd. De meeste onderwerpen scoren daarbij ook onveranderd hoog (76 98%). Bij gemeentelijke cliëntenraden is de aandacht voor ontwikkelingen in de sociale zekerheid aanzienlijk toegenomen in vergelijking met 2005 (90% tegenover 79%). Bij regionale cliëntenraden scoort dat onderwerp aanzienlijk lager (66,7%). Reïntegratie en armoedebeleid hebben bij alle cliëntenraden een opleving gekregen vergeleken bij 2005 (van 75% naar bijna 90%). AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 17

18 Het onderwerp inburgering van allochtonen scoort maar matig. Bij gemeentelijke raden 27,1% en regionale raden 19%. In voorgaande jaren is hier niet naar gevraagd zodat er geen vergelijking mogelijk is. Zowel regionale als gemeentelijke cliëntenraden doen in een derde van de gevallen aan eigen onderzoek. In de afgelopen jaren ging dat nog om ongeveer de helft van de cliëntenraden. Het is niet duidelijk waar dat aan ligt. Zet de ook zelf onderwerpen op de agenda? Regionale Scores maart 2005 Ja % 20 95,2 % 95 % Nee 1 % Onbekend 1 4,8 % 4 % Totaal % % Alle cliëntenraden zetten eigen onderwerpen op de agenda van het overleg. Slechts van 1 regionale is dat onbekend. Deze is nog maar net van start gegaan. Het beeld geeft daarmee een lichte verbetering te zien in vergelijking met 2005 en Worden die door de gemeente serieus genomen? Regionale maart 2005 Ja, afhankelijk van het onderwerp 31 52,5 % % 47 % Ja, altijd 26 44,1 % 7 35 % 50 % Nee 2 % Onbekend 2 3,4 % 1 % Totaal % % De cliëntenraden zijn tevreden over het feit dat de gemeente hun onderwerpen serieus neemt. Bij 55,6% van alle cliëntenraden is dat afhankelijk van het onderwerp; bij 41,8% is dat altijd het geval. Bij regionale cliëntenraden is dat vaker afhankelijk van het onderwerp dan bij gemeentelijke raden (65% tegenover 52,5%). Bij alle cliëntenraden is het vaker afhankelijk van het onderwerp dan in 2005 (55,6% tegenover 47%) Er is geen enkele van mening dat de onderwerpen niet serieus worden genomen. In 2005 was dat nog 2%. Onderwerpen waarover de gemeente geen besluiten kan nemen Ruim 58% van alle cliëntenraden bespreekt onderwerpen waar de gemeente niet over gaat. Dat is een daling met 8% ten opzichte van Er is vrijwel geen verschil tussen gemeentelijke en regionale raden. De volgende onderwerpen worden het vaakst genoemd. Woonlasten, huurbeleid, huursubsidie Waterschapslasten Ontheffing diverse belastingen Energielasten Huurschuld, huisuitzetting Regelingen rijksoverheid Collectieve ziektekostenverzekering, ziektekosten, no-claim-regeling Hoogte uitkering, bijstandsnorm, sociale zekerheid algemeen Worden er afspraken gemaakt om deze onderwerpen ergens anders aan de orde te stellen? Regionale maart 2005 Ja 25 73,5 % 10 83,3 % 56,7 % Nee 9 26,5 % 2 16,7 % 34,3 % Onbekend 9,0 % Totaal % % AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 18

19 Zo ja, met welke organisatie: Regionale maart 2005 Provinciale organisatie 60 % 80 % 58 % Landelijke Cliëntenraad 40 % 70 % 67 % Sociale Alliantie 32 % 60 % 33 % Landelijke politiek 24 % 50 % 31 % Landelijke organisatie 8 % 40 % 25 % Divosa 16 % 20 % 14 % VNG 12 % 20 % 14 % Waterschap 4 % Woningcorporatie 12 % Energiebedrijf 4 % Meer dan driekwart van alle cliëntenraden maakt afspraken om deze onderwerpen elders aan de orde te stellen. Dat is een aanzienlijke toename ten opzichte van 2005 toen het percentage nog op 56,7 lag. Regionale cliëntenraden doen dat overigens vaker dan gemeentelijke (83,3% tegenover 73,5%) De cliëntenraden volgen daarbij vooral de lijnen die zij hebben met provinciale en landelijke organisaties. Opvallend is dat de helft van de regionale cliëntenraden onderwerpen bij de landelijke politiek aandragen. Dat is twee keer zo vaak als bij gemeentelijke raden. Bemoeit de zich met de beleidsvoorbereiding van de WMO? Regionale Nee 22 % 48 % Ja 75 % 47 % Ja, op initiatief van de Ja, op uitnodiging van de gemeente 55 % 70 % 60 % 60 % Onbekend 3 % 5 % Een kwart van de gemeentelijke cliëntenraden bemoeit zich met de beleidsvoorbereiding van de WMO. Bij regionale raden is dat iets minder dan de helft. Bij ongeveer 50% van alle raden gebeurt dat zowel op uitnodiging van de gemeente als op eigen initiatief. cliëntenraden doen dat iets vaker op uitnodiging van de gemeente dan de regionale raden (70% tegenover 60%). Werkt de in het kader van de WMO samen met een of meer van de volgende organisaties? Regionale Ouderen(advies)raad 55 % 50 % Gehandicaptenplatform 55 % 50 % Cliëntenraad WVG 50 % 20 % Andere cliëntenraden in de regio 20 % 40 % Gehandicapten- of patiëntenorganisatie 16 % 30 % Vrouwenadviesraad 9 % Cliëntenraden die zich actief met de WMO bemoeien werken in de helft van de gevallen samen met de ouderenadviesraad (of seniorenraad) of het gehandicaptenplatform. Eveneens de helft van de gemeentelijke cliëntenraden heeft samenwerking met de WVG-, Voor de regionale raden geldt dat maar bij 20%. Een vijfde van de gemeentelijke cliëntenraden heeft hierover contact met andere cliëntenraden in de regio. Voor regionale cliëntenraden is dat het dubbele (40%). Een op de zes gemeentelijke cliëntenraden onderhoudt hierover contacten met gehandicapten- of patiëntenorganisaties. Ook hier is dat voor de regionale raden het dubbele (30%). Vijf respondenten melden dat er een WMO-adviesraad of klankbordgroep is gevormd en dat daarmee wordt samengewerkt. AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 19

20 Wat is met betrekking tot de WMO het aandachtspunt van de? Regionale Samenhang WWB en WMO 89 % 75 % Minima en WMO 86 % 92 % Cliëntenparticipatie WMO 59 % 58 % Het "Zorgloket" 59 % 50 % Sollicitatieplicht en mantelzorg 48 % 67 % De aandacht van alle cliëntenraden gaat in de meeste gevallen (75 92%) uit naar "de samenhang van WWB en WMO" en naar "de relatie minima en WMO". De helft tot tweederde van alle cliëntenraden vindt de onderwerpen "cliëntenparticipatie", "het zorgloket" en "sollicitatieplicht en mantelzorg" belangrijk. Twee gemeentelijke cliëntenraden noemden nog het onderwerp 'eigen bijdrage' De samenstelling van de Wie nemen er deel aan de? Regionale Scores maart 2005 Cliënten 55 93,2 % 19 90,5 % 90 % Vertegenwoordigers belangenorganisaties 50 84,7 % 18 85,7 % 82 % Vertegenwoordigers maatschappelijke organisaties 44 74,6 % 8 38,1 % 61 % Alleen cliënten 8,8 % 14,3 % 12 % Geen cliënten 7,0 % 9,5 % 5 % Bij driekwart van de gemeentelijke cliëntenraden gaat het om een combinatie van cliënten, vertegenwoordigers van belangenorganisaties en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. In 85% van de gevallen om een combinatie van cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Dat komt redelijke overeen met de samenstelling van de regionale cliëntenraden en ook met de scores van maart De regionale cliëntenraden wijken echter opvallend af bij vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (73,7% bij gemeentelijke raden tegenover 38,1% bij regionale). Ook hier kan de verklaring wellicht worden gevonden in het feit dat regionale cliëntenraden minder op een breed beleidsterrein zijn gericht en meer op de uitvoerende dienstverlening. Het aantal cliëntenraden dat alleen uit cliënten bestaat is in vergelijking met maart 2005 teruggelopen van 12% naar 10,3%. Uitgesplitst naar gemeentelijke en regionale cliëntenraden is dat respectievelijk 8,8% en 14,3%. Opmerkelijk is de stijging van het aantal cliëntenraden waarin geen cliënten zijn vertegenwoordigd. In 2005 lag het percentage op 5, in 2006 is dat gestegen naar 7% (gemeentelijke cliëntenraden) en zelfs 9,5% (regionale cliëntenraden). Als sleden een organisatie vertegenwoordigen, zijn ze: Regionale Scores maart 2005 Zelf cliënt 31 52,5 % 12 57,1 % 57 % Vrijwilliger 51 86,4 % 19 90,5 % 83 % Betaalde kracht 11 18,6 % 3 14,3 % 21 % Onbekend 3 5,1 % 1 5,3 % 5 % AanZ, Organisatie- en adviesbureau voor sociale projectontwikkeling, vraagsturing en participatie, 20

Lokale cliëntenraden in beeld April 2009

Lokale cliëntenraden in beeld April 2009 Lokale cliëntenraden in beeld April 2009 Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid Lokale cliëntenraden in beeld April 2009 Het Landelijk overleg cliëntenraden Sociale Zekerheid (LocSZ) liet in

Nadere informatie

Tien aanbevelingen voor de lokale cliëntenparticipatie

Tien aanbevelingen voor de lokale cliëntenparticipatie Tien aanbevelingen voor de lokale cliëntenparticipatie Met de rapportages Lokale cliëntenraden in beeld (oktober 2003 en maart 2005) 1 heeft LocSZ de stand van zaken in beeld gebracht met betrekking tot

Nadere informatie

Inventarisatie van Wmo-raden 2012 - de uitgewerkte antwoorden -

Inventarisatie van Wmo-raden 2012 - de uitgewerkte antwoorden - Inventarisatie van Wmo-raden 2012 - de uitgewerkte antwoorden - 27-9-2012 Vooraf De jaarlijkse inventarisatie van de Koepel van Wmo-raden onder Wmo-raden heeft ook in 2012 een goede respons gekregen. Uitgezet

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

JAARPLAN 2015 WMO ADVIESRAAD BOXTEL

JAARPLAN 2015 WMO ADVIESRAAD BOXTEL JAARPLAN 2015 WMO ADVIESRAAD BOXTEL 1 INLEIDING De Wmo Adviesraad is op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning bij besluit van de gemeenteraad van 27-9-2007 (de z.g. participatieverordening) door

Nadere informatie

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014 Bijlagenummer 01/10/14/06 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014 Adviesnota voor: (kopieer en plak voor regel van toepassing) X Onderwerp:

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om:

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om: COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Te besluiten om: 1. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 in het kader van artikel 9 Wmo juncto artikel 8.9 vierde lid

Nadere informatie

De Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo vast te stellen

De Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo vast te stellen Raadsbesluit nr. 22 Betreft: Vaststellen Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo De raad van de gemeente Tynaarlo;

Nadere informatie

VERORDENING WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM

VERORDENING WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM VERORDENING WMO ADVIESRAAD SCHIEDAM Vastgesteld: 19 juli 2007 VR2007/075 Inwerking: 01 augustus 2007 Artikel 1 Begripsomschrijvingen a. de gemeente: Schiedam b. de raad: de gemeenteraad van de gemeente

Nadere informatie

Reglement Participatieraad Gemeente Heerenveen

Reglement Participatieraad Gemeente Heerenveen Reglement Participatieraad Gemeente Heerenveen Inleiding. Preambule De Participatieraad heeft als visie: iedere burger van de gemeente Heerenveen moet zijn of haar leven op eigen wijze kunnen inrichten

Nadere informatie

1 Inleiding... 2. 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2. 3 Informatie... 4. 4 De aanvraag... 8. 5 Procedure... 14. 6 Wachttijd...

1 Inleiding... 2. 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2. 3 Informatie... 4. 4 De aanvraag... 8. 5 Procedure... 14. 6 Wachttijd... Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2 3 Informatie... 4 4 De aanvraag... 8 5 Procedure... 14 6 Wachttijd... 16 7 Bejegening... 19 7 Toegewezen aanvragen...

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel Datum raadsvergadering : 23 december 2004 Nr.: 04/47 Commissie Onderwerp : Samenleving : Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Samenvatting In 1997 heeft de cliëntenparticipatie in het

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY

BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY BELEIDSNOTITIE PARTICIPATIERAAD GEMEENTE VENRAY INLEIDING Met ingang van 1 januari 2015 krijgen gemeenten een groot aantal taken overgeheveld, de zogeheten decentralisaties AWBZ-Wmo, de Jeugdwet en de

Nadere informatie

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. Inleiding Vanaf 2015 verandert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (vanaf

Nadere informatie

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949

Aantal respondenten 1758 1707 1578 13981 Aantal benaderd 4500 4404 4344 36949 Onderwijs & Kwaliteit Eerste rapportage HBO-Monitor 2013 Op 3 april 2014 zijn de resultaten van de jaarlijkse HBO-monitor (enquête onder afgestudeerden) over 2013 binnengekomen. Het onderzoek betreft studenten

Nadere informatie

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld. rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):

Nadere informatie

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad

DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD. Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad DE CLIËNTENRAAD BEOORDEELD Onderzoek naar de tevredenheid met het functioneren van de cliëntenraad -

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening

Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening Verordening Cliëntenparticipatie Wsw Wet Sociale Werkvoorziening. De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 2008; BESLUIT De Verordening cliëntenparticipatie

Nadere informatie

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET

PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET PEILING ERVARINGEN MET EDE DOET ACHTERGROND EN OPZET PEILING De gemeente Ede wil inwoners graag betrekken bij het behoud en het verbeteren van de leefkwaliteit in de buurt. Doel is het bevorderen van sociaal

Nadere informatie

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE SOCIALE WERKVOORZIENING CRANENDONCK, NEDERWEERT EN WEERT De raad van de gemeente Nederweert; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Nederweert nr 2008-45,

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken

Nadere informatie

Plan van aanpak. Jongerenraad Moerdijk

Plan van aanpak. Jongerenraad Moerdijk Plan van aanpak Jongerenraad Moerdijk Inhoud Aanleiding... 3 Jongerengemeenteraad 2015... 3 Beleid... 3 Missie... 3 De rol van de jongerenraad in gemeente Moerdijk... 3 Wat heeft de jongerenraad nodig?...

Nadere informatie

B&W. '.Mii. Advies. Zorg en Inkomen Zoetermeer. .^lé^l. DM-nr. 2011/317. Versie: 2. jjfi-jorm adv;as Klanttevredenheidonderzoek Werk

B&W. '.Mii. Advies. Zorg en Inkomen Zoetermeer. .^lé^l. DM-nr. 2011/317. Versie: 2. jjfi-jorm adv;as Klanttevredenheidonderzoek Werk ^^^^^^ ^^ II B&W Advies 110033 DM-nr. 2011/317 Versie: 2 jjfi-jorm adv;as 3Sl3t@T!l Klanttevredenheidonderzoek Werk Zorg en Inkomen 2010 Verantwoordelijk Portefeuille Weth. Dr. T.J. Haan Mede verantw.

Nadere informatie

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3

Nadere informatie

HET LEIDERDORPPANEL OVER...

HET LEIDERDORPPANEL OVER... HET LEIDERDORPPANEL OVER... Resultaten peiling 13: Meedenken en meedoen in de openbare ruimte april 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 13 e peiling met het burgerpanel van

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010)

Toerisme en recreatie in zicht. Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010) Toerisme en recreatie in zicht Toeristisch-recreatief beleid gemeenten, tweede meting (2010) Colofon Uitgever: Kronenburgsingel 525 Postbus 9292 6800 KZ Arnhem internet: www.arnhem.kvk.nl Auteurs: Drs.

Nadere informatie

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Nederweert 2015

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Nederweert 2015 Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet gemeente Nederweert 2015 De raad van de gemeente Nederweert, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2015; gelet op artikel 47 van

Nadere informatie

Regeling Adviesraad Wmo gemeente Hardenberg

Regeling Adviesraad Wmo gemeente Hardenberg No. 2007/JKNE/123168 Onderwerp: Regeling Adviesraad Wmo. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hardenberg; Overwegende dat het wenselijk is ten behoeve van de beleidsvorming en de uitvoering van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement. Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek

Huishoudelijk reglement. Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek Huishoudelijk reglement Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek Versie 28 mei 2015 Inhoud Artikel 1 Instelling/ instandhouding pag. 3 Artikel 2 Doel en reikwijdte pag. 3 Artikel 3 Belangenbehartiging pag.

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN

VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN De raad van de gemeente... overwegende dat er een verordening adviesraad sociaal domein moet komen, gelet op artikel 47 van de Participatiewet, artikel 2.1.3 derde

Nadere informatie

Vrijwilligersonderzoek 2011. Een onderzoek naar vrijwilligersorganisaties in de gemeente Groningen Meting 2 Samenvatting

Vrijwilligersonderzoek 2011. Een onderzoek naar vrijwilligersorganisaties in de gemeente Groningen Meting 2 Samenvatting Vrijwilligersonderzoek 2011 Een onderzoek naar vrijwilligersorganisaties in de gemeente Groningen Meting 2 Samenvatting Vrijwilligersonderzoek 2011 Een onderzoek naar vrijwilligersorganisaties in de gemeente

Nadere informatie

Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw)

Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) Verordening Cliëntenparticipatie Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie

Nadere informatie

4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen

4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen 4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen In het convenant en in de Pensioenwet is er verschil tussen de positie van ondernemingspensioenfondsen en bedrijfstakpensioenfondsen. Bedrijfstakpensioenfondsen

Nadere informatie

( ) Roland Meijden van der b rbs Verordening Wmo-platform Giessenlanden.doc Page 1

( ) Roland Meijden van der b rbs Verordening Wmo-platform Giessenlanden.doc Page 1 (3-9-2008) Roland Meijden van der - 2008-63 b rbs Verordening Wmo-platform Giessenlanden.doc Page 1 Onderwerp: Verordening Wmo-platform Giessenlanden De raad van de gemeente Giessenlanden, overwegende

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie gemeente Heerde 2009

besluit: vast te stellen de Verordening Cliëntenparticipatie gemeente Heerde 2009 Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 13 oktober 2009; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 12 van de

Nadere informatie

Bewonerspanel Communicatie

Bewonerspanel Communicatie Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Communicatie Context Van 16 tot 30 november 2015 heeft IB Onderzoek een peiling gehouden onder

Nadere informatie

Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Zwartewaterland 2015

Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Zwartewaterland 2015 Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Zwartewaterland 2015 Artikel 1 Begrippen 1. 3D s: de drie decentralisaties binnen het sociaal domein die leiden tot extra taken voor de gemeente per 1 januari

Nadere informatie

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014 Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014 Inhoud 1. Conclusies en aanbevelingen 2. Dienstverlening Gemeentewinkel 3. Contact met de gemeente 4. Wensen en behoeften De gemeente Zwijndrecht heeft

Nadere informatie

Onderzoek vacatiegeld cliëntenraden

Onderzoek vacatiegeld cliëntenraden Onderzoek vacatiegeld cliëntenraden Juni 2012, Utrecht Geschreven door: Margriet Wolf Wouter van Meningen 2 LSR, landelijk steunpunt (mede)zeggenschap Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Vacatiegeld algemeen...

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 1 Juni 1 Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige mate van tevredenheid van tolken en vertalers, afnemers van tolk- en vertaaldiensten

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

i n t e r n e t p a n e l o v e r b e z u i n i g i n g e n

i n t e r n e t p a n e l o v e r b e z u i n i g i n g e n i n t e r n e t p a n e l o v e r b e z u i n i g i n g e n Mening internetpanel over bezuinigingen In opdracht van: College van burgemeester en wethouders gemeente Purmerend Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente

Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente Hoofdstuk 4. Contact en beoordeling gemeente Samenvatting Ruim de helft van alle Leidenaren heeft in het afgelopen jaar contact gehad met één of meer gemeentelijke diensten. De meeste contacten vinden

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE WVG GEHANDICAPTENBELEID

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE WVG GEHANDICAPTENBELEID VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE WVG GEHANDICAPTENBELEID beleidsterrein : Gehandicaptenbeleid wettelijke grondslag : Artikel 1a Wet voorzieningen gehandicapten datum inwerkingtreding : 1 augustus 2005

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen? Marjolein Kolstein Juli 2017 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoud Samenvatting 2 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek

Nadere informatie

Besluitenlijst burgemeester en wethouders, nr. 32, 19 augustus 2014

Besluitenlijst burgemeester en wethouders, nr. 32, 19 augustus 2014 Besluitenlijst burgemeester en wethouders, nr. 32, 19 augustus 2014 Aanwezig: Voorzitter: Secretaris: Wethouder: Wethouder: Jan Burger, loco Bert van den Brand, loco Wil Kosterman Hans Marchal Algemeen

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouder Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs Behandelaar: C.H.A.M. Weterings De raad van de gemeente Tholen Tholen, 16 juni 2015 Onderwerp: voorstel om in te stemmen met de

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015)

Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) Klanttevredenheidsonderzoek Warmtenet (2015) In het voorjaar van 2015 is een tevredenheidsonderzoek onder de particuliere klanten van Warmtenet Hengelo gehouden. Aan alle particuliere klanten van Warmtenet

Nadere informatie

wettelijke basis: bepalingen van Wet maatschappelijke ondersteuning, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

wettelijke basis: bepalingen van Wet maatschappelijke ondersteuning, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht CVDR Officiële uitgave van Haaksbergen. Nr. CVDR6845_1 20 juni 2017 Verordening Wmo-raad (4.18a) Onderwerp : Verordening Wmo-raad SamenvattingDeze verordening regelt de samenstelling en de werkwijze van

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek zwemlessen in De Tweesprong

Klanttevredenheidsonderzoek zwemlessen in De Tweesprong Klanttevredenheidsonderzoek zwemlessen in De Tweesprong zet je met plezier in beweging! 18 januari 2017 Inleiding en samenvatting De Tweesprong hecht veel waarde aan tevreden bezoekers. Daarvoor is het

Nadere informatie

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Interactief bestuur. Omnibus 2015 Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit

Nadere informatie

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond In januari 2012 is de nieuwe gemeentelijke website de lucht ingegaan. Maanden van voorbereiding en tests gingen daaraan vooraf. Daarbij is bij de projectgroep

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015

Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende

Nadere informatie

Verordening Cliëntenparticipatie Samenwerkingsverband werk en inkomen (Swi)

Verordening Cliëntenparticipatie Samenwerkingsverband werk en inkomen (Swi) Verordening Cliëntenparticipatie Samenwerkingsverband werk en inkomen (Swi) De raad van de gemeente.. ; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders: Gelet op artikel 147, eerste

Nadere informatie

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011

Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan. Aan de Waterkant 2008-2011 Evaluatie nota vrijwilligerswerkbeleid Oostzaan Aan de Waterkant 2008-2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Evaluatiekader 3 1.2 Leeswijzer 3 2 Vrijwilligerswerk Oostzaan 4 2.1 De situatie toen 4 2.2 De

Nadere informatie

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Overbetuwe 2005 HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen De raad van de gemeente Overbetuwe gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Overbetuwe d.d. 2 november 2004 gelezen het standpunt van het Cliëntenoverleg Overbetuwe gelet op artikel 47 van

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Ledenraadpleging zeggenschap huurders

Ledenraadpleging zeggenschap huurders Ledenraadpleging zeggenschap huurders Van maandag 15 september tot en met zondag 5 oktober 2014 hield de Woonbond een digitale raadpleging onder lidorganisaties en persoonlijke leden van de Woonbond. Onderwerp

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

Wat Vraagt de Klant Samenvatting en conclusies

Wat Vraagt de Klant Samenvatting en conclusies Wat Vraagt de Klant Samenvatting en conclusies Het onderzoek in het kort In opdracht van de Stuurgroep Arbeidsadviseur heeft TNO onderzoek verricht naar de informatie- en adviesbehoefte van (potentiële)

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen van

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting Leiden kent verschillende inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, Declaratieregeling,

Nadere informatie

overwegende, dat het gewenst is om van advies te worden voorzien inzake Wmo-beleid;

overwegende, dat het gewenst is om van advies te worden voorzien inzake Wmo-beleid; Het college van de gemeente Lisse; overwegende, dat het gewenst is om van advies te worden voorzien inzake Wmo-beleid; gelet op het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Nadere informatie

Nieuws en informatie over de gemeente

Nieuws en informatie over de gemeente Re a ge re n Conc e rnsta f Fe brua ri 2013 o.e n.s@ha a rle m.nl Afde ling Onde rzoe k e n S ta tistie k Grote ma rkt 2 2011 Ha a rle m Gemeente Haarlem, afdeling Onderzoek en Statistiek Digipanel Haarlem

Nadere informatie

Hoofdstuk 14. Gemeentelijke informatievoorziening

Hoofdstuk 14. Gemeentelijke informatievoorziening Hoofdstuk 14. Gemeentelijke informatievoorziening Samenvatting De gemeente communiceert op verschillende manieren met haar bewoners. Evenals voorgaande jaren vindt acht op de tien Leidenaren dat de gemeente

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Beïnvloeding Samen sta je sterker Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een

Nadere informatie

Memorie van toelichting bij de Verordening Brede Sociaal Maatschappelijke raad gemeente Doesburg 2011.

Memorie van toelichting bij de Verordening Brede Sociaal Maatschappelijke raad gemeente Doesburg 2011. Memorie van toelichting bij de Verordening Brede Sociaal Maatschappelijke raad gemeente Doesburg 2011. Algemene toelichting Artikel 11 van de Wmo regelt de betrokkenheid van de ingezetenen in de gemeente

Nadere informatie

Wijzigingsverordening. Cliëntenparticipatie. gemeente Kapelle 2015

Wijzigingsverordening. Cliëntenparticipatie. gemeente Kapelle 2015 Wijzigingsverordening Cliëntenparticipatie gemeente Kapelle 2015 1 De raad van de gemeente Kapelle; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Kapelle van ; Gelet op artikel 47 van

Nadere informatie

Conceptrapportage Klantenonderzoek radiozendamateurs Agentschap Telecom

Conceptrapportage Klantenonderzoek radiozendamateurs Agentschap Telecom Conceptrapportage Klantenonderzoek radiozendamateurs Agentschap Telecom In opdracht van: Contactpersonen: Agentschap Telecom mevrouw Y. Veenstra, de heer A. Ballast Utrecht, april 2013 DUO MARKET RESEARCH

Nadere informatie

Januari 2013. Jaarverslag 2012

Januari 2013. Jaarverslag 2012 Januari 2013 Jaarverslag 2012 1 1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de voor huurders van Woonstichting SSW. Hierin doet de verslag van haar activiteiten in 2012. Het reglement van de noemt een

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009

Gemeentelijke Dienstverlening. Omnibus 2009 Gemeentelijke Dienstverlening Omnibus 2009 Afdeling O&S Februari 2009 2 Samenvatting Inwoners vinden dat de gemeente haar dienstverlening heeft verbeterd De inwoners van s-hertogenbosch beoordelen de gemeentelijke

Nadere informatie

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Rapportage Kunsten-Monitor 2014 Inleiding In 2014 heeft de AHK deelgenomen aan het jaarlijkse landelijke onderzoek onder recent afgestudeerden: de Kunsten-Monitor. Alle bachelor en master afgestudeerden

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013. Concept. 11 augustus 2014

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013. Concept. 11 augustus 2014 Gemeente Roosendaal Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013 Concept 11 augustus 2014 DATUM 11 augustus 2014 TITEL Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013 ONDERTITEL Concept OPDRACHTGEVER Gemeente Roosendaal

Nadere informatie

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over 2013. 1 juli 2014

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over 2013. 1 juli 2014 Gemeente Wmo klanttevredenheid over 2013 1 juli 2014 DATUM 1 juli 2014 TITEL Wmo klanttevredenheid over 2013 ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Klanttevredenheidsonderzoek Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Gemeenteblad Bekendmakingen gemeente Rozendaal

Gemeenteblad Bekendmakingen gemeente Rozendaal Gemeenteblad Bekendmakingen gemeente Rozendaal Jaargang: 2014 Nr.: 25 Datum: 19 december 2014 Op 16 december 2014 heeft de gemeenteraad van Rozendaal de navolgende verordening vastgesteld onder gelijktijdige

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Cliëntervaringsonderzoek Wmo RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste

Nadere informatie

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers Samenvatting KTO NV schade 2015 31 maart 2016 Situatie en centrale vraagstelling Onderzoek naar de tevredenheid en loyaliteit

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening Adviesraad Sociaal Domein

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening Adviesraad Sociaal Domein GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rijswijk. Nr. 91877 7 juli 2016 Verordening Adviesraad Sociaal Domein De gemeenteraad van Rijswijk, Bijeen in openbare vergadering op 5 juli 2016 Gelezen het

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017

Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Voorwoord 3 2. Missie, visie en uitgangspunten van de Adviesraad Wmo 2.1 De Verordening adviesraad Wmo 4 2.2 Missie 4 2.3 Visie 4 2.4 Uitgangspunten

Nadere informatie

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie