Titel filmpje Rekenkundige handeling Wat ziet u? Suggestie. pizza is kleiner dan 1 3 pizza.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Titel filmpje Rekenkundige handeling Wat ziet u? Suggestie. pizza is kleiner dan 1 3 pizza."

Transcriptie

1 Bewerkingen Aan de hand van een prijslijst bepalen hoeveel entreegeld er betaald moet worden. Bij de ingang van het NEMO hangt een prijslijst. Niet iedereen hoeft evenveel te betalen. Kinderen onder 4 jaar zijn bijvoorbeeld gratis. Kennen kinderen ook situaties waarbij zo n prijslijst geldt? Waarom is dat niet overal het geval? Laat voor verschillende gezinssituaties uitrekenen hoeveel er betaald moet worden. Breuk/teller Introductie op het gebruik van breuken om een deel van een hoeveelheid aan te geven. In het filmpje zijn verschillende verdelingen te zien. Bijvoorbeeld 6 van de 18 kinderen hebben witte schoenen aan. Welk deel is dat? Maak verdelingen met de groep. Geef opdrachten als: de helft moet gaan zitten, een kwart moet zijn hand op steken etc. Breuken Illustratie van het vermenigvuldigen van een breuk met een heel getal via herhaald optellen. De jongen in de film heeft 5 keer een halve pizza en laat zien hoeveel dat bij elkaar is. Welke som hoort er bij dit filmpje? Kun je nog zo n som bedenken? Teken eens wat daar dan bij hoort? Breuken < 1 Illustratie van het vergelijken van breuken met verschillende noemers. In het filmpje zijn stokbroden en pizza s verdeeld in stukken van verschillende grootte: 1 stokbrood is 2 halve, 4 kwarten enz. 1 4 pizza is kleiner dan 1 3 pizza. Wat is meer: 1 5 of 1 4 stokbrood? Hoeveel stukjes van 1 6 gaan er in één hele pizza? Als je met z n drieën een pizza eerlijk deelt hoeveel krijg je dan? En met z n vieren? Met z n drieën of met z n vieren, wanneer krijg je het grootste stuk? Wat is meer: 2 stukken van 1 4 of een halve? Kun je het tekenen? Centimeter Introductie van de centimeter en het idee van maatverfijning. De kinderen meten met stroken. De strook past niet precies en er moet nog een klein stukje bij. Maar hoe lang is nu dat stukje? Ze hebben een fijnere maat nodig. Is de grote liniaal geschikt om de lengte van de kinderen in de klas te meten? Wat betekenen die streepjes op de meetlat? Hoeveel van die kleine stukjes passen er in een meter? Context getal Oriëntatie op getallen tot 100 in verschillende contexten. Het filmpje toont allerlei situaties waarin getallen te zien zijn. Het gaat niet direct om hoeveelheden maar om ordeningen. Wat betekenen de verschillende getallen? Getallen zijn niet alleen handig om hoeveelheden te bepalen, wanneer nog meer? Laat de kinderen zelf ook afbeeldingen van situaties met geordende getallen meenemen

2 Context breuk Introductie van breuken als verdeling van een geheel in allerlei situaties. In het filmpje verdelen de kinderen stokbroden, pizza s en taarten. Te zien is dat 2 stukken van 1 2 is hetzelfde is als 4 stukken van 1 4 en zo verder. Hoe kun je een strook(stokbrood) in vier gelijke stukken verdelen? Hoeveel stukken krijg ik als ik alle stukken dan nog een keer in tweeën deel? Hoe kan ik een vierkant vouwblaadje (taart) in 16 gelijke stukken verdelen? Hoe kan dat met een rond blaadje (pizza)? Deelsituaties Illustratie van de bewerking delen. De kinderen zijn in een tuincentrum en ze hebben 12 plantjes. Ze maken groepjes van 4 en van 3, maar ook van 6 en van 2. Hoeveel groepjes maken de kinderen? Welke sommen kun je er bij maken? Wie kan er ook vermenigvuldigsommen bij maken? Welke sommen horen bij elkaar? Delen Oriëntatie op de bewerking delen. In het filmpje verdelen 5 kinderen samen 40 knikkers. Hoeveel krijgt iedereen? En als er nu eens 30 knikkers waren geweest? En als er 4 kinderen in plaats van 5 waren geweest? Delen breuken Delen van een heel getal door een breuk. In het filmpje wordt een deelsituatie verbeeld door 1 liter te verdelen over 4 bekers van 1 4 liter of 5 bekers van 1 5 liter. Hoe vaak past 1 4 in 1? Welke deelsom kun je daarbij opschrijven? Digitale klok Introductie van de digitale klok. In het filmpje zijn verschillende soorten klokken te zien: digitale klokken en klokken met wijzers. Hoe kun je op een digitale klok zien hoe laat het is? Welke tijden horen bij elkaar? Welke klokken vind je makkelijker en waarom? Waar kom je digitale kloktijden tegen? Erbij en eraf De begrippen erbij en eraf worden geïllustreerd. Verschillende aantallen kinderen zitten op bankjes. Er komen kinderen bij en er gaan kinderen weg. Hoeveel kinderen zijn het? Leuk om het filmpje na te spelen met de kinderen en daarbij te variëren met de aantallen. Misschien eigen filmpjes toevoegen?

3 Geld Geld tellen, biljetten en munten. Een jongetje heeft geld gespaard en ziet iets dat hij graag wil hebben in een speelgoedfolder. Hij gaat tellen of hij al genoeg geld heeft gespaard. Heeft hij genoeg? Hoe weet je dat? Hoe kan je gemakkelijk (geld) tellen? Wat is meer: 1 briefje (van 5 euro) of 4 munten (van 1 euro)? Getallen < 100 Oriëntatie op getallen tot 100 in verschillende contexten waarbij het vooral gaat om getallen op volgorde. Het filmpje toont allerlei situaties waarin reeksen van getallen te zien zijn. Het gaat niet direct om hoeveelheden maar meer om volgorde. Waarom zouden er eigenlijk huisnummers zijn? Getallen zijn niet alleen handig om hoeveelheden te bepalen, wanneer nog meer? Laat de kinderen zelf ook afbeeldingen van situaties met getallen meenemen. Getallen < 1000 Oriëntatie op grote getallen en het structureren daarvan met behulp van de decimale structuur. De kinderen in het filmpje tellen een grote hoeveelheid geld die is opgehaald met een sponsorloop. Ze maken groepjes van 10 euro en als ze 10 keer 10 hebben wisselen ze dat voor 100 euro. Vind je dit een gemakkelijke manier om geld te tellen? Hoeveel briefjes van honderd heb je nodig voor 323 euro? En hoeveel briefjes van 10 zijn dat? En bij 452 euro, 721 euro? Hoeveel briefjes van 10 heb je nodig bij 205 euro? Gewichten Illustratie van allerlei weegsituaties. In het filmpje worden allerlei dingen gewogen. Onder andere een stoel. Vind je dit een handige manier om een stoel te wegen? Hoe kun je nu uitrekenen wat de stoel weegt? Wat zou je nog meer zo wegen? Hoe zou je kunnen bepalen wat 1 blaadje papier weegt? Hoeveel rekenboeken zouden we nodig hebben om een gewicht van 10 kilo te krijgen? Grote getallen Introductie bij grote getallen. Kinderen tellen korreltjes hagelslag, grasprietjes en zandkorreltjes. Onbegonnen werk natuurlijk! Weet je een handige manier om zoiets te tellen? Hoeveel korrels hagelslag zouden er in een pak zitten? Een miljard korrels zand: hoeveel zou dat zijn?

4 Ha en km 2 Introductie van 1 hectare en 1 vierkante kilometer. In het filmpje is met behulp van Google Earth te zien dat 2 voetbalvelden samen 1 hectare groot zijn. Ook is te zien hoe groot een vierkante kilometer is. Bepaal met de kinderen de oppervlakte van het schoolplein. Hoeveel schoolpleinen zouden we nodig hebben om een oppervalkte van 1 hectare te maken? En voor 1 vierkante kilometer? Hoeveel meer? Introductie bij meer dan 100%. In een pak zit 25% extra. Hoeveel zit er dan in? Kinderen vergelijken het gewicht van 2 pakken, in het ene zit 200 gram in het andere 25% meer. Klopt het etiket 25% meer? Wat is hier 100%? Hoeveel zit er dan in het andere pak? Kun je dat tekenen met procentenstroken? Als er nu eens op had gestaan 50% meer? Intro dm 2 Introductie van de vierkante decimeter als standaardmaat. Verschillende figuren kunnen dezelfde oppervlakte hebben. De kinderen gaan figuren leggen met een oppervlakte van een bepaalde grootte. Ze doen dat met blaadjes van 1 vierkante decimeter. Ze maken niet alleen rechthoekige figuren. Wat vinden jullie van de figuren die de kinderen leggen? Hebben ze allemaal dezelfde oppervlakte? Moeten de vierkantjes tegen elkaar aan liggen? Welke figuren kunnen jullie maken met een oppervlakte van 24 vierkante decimeter? Kun je ook uitrekenen hoeveel blaadjes van een vierkante decimeter je nodig zou hebben om de tafel vol te leggen? Intro geld Oriëntatie op het rekenen met geld. Het filmje gaat over boodschappen doen en betalen, geld terug krijgen of juist niet. Hoe weet je hoeveel je moet betalen? Wanneer krijg je geld terug? Wat betekent gepast betalen?

5 Intro gram Wegen op verschillende weegschalen. Kinderen wegen 2,5 kilogram appels op een analoge en een digitale weegschaal. Wat zie je dan? Wat staat er op het stickertje? Wat betekent 2,502 op het stickertje? Hoeveel gram is 1 kilogram? Hoe kan je 500 gram ook nog anders zeggen? Laat de kinderen voorwerpen wegen. Vul een tasje met 2,5 kilogram en laat de kinderen het tasje optillen en raden hoeveel het weegt, weeg het daarna. Wie zat er het dichtste bij? Laat ze als het gewicht bekend is nogmaals voelen hoe zwaar het tasje is. Laat ze voorwerpen in een plastic tasje doen zodat er precies 1 of 2 of 5 of 10 kilogram in zit. Intro meter Introductie van het gebruik van de meter als standaardmaat. Kinderen maken stroken van 1 meter lang en gaan dan bijvoorbeeld de gang meten. Ze zien in dat ze de stroken netjes achter elkaar moeten leggen. Waarom maken ze stroken van 1 meter? Waarom leggen ze de stroken steeds precies achter elkaar? Hoe lang is een meter? Hoe lang zou onze gang zijn? Intro procent Introductie van procenten. Er worden allerlei situaties getoond waarin procenten te zien zijn. Kunnen de kinderen ook voorbeelden van procenten laten zien in bijvoorbeeld kranten of folders of op verpakkingen? Kaartlezen Illustratie van het gebruik van een kaart om de weg te vinden. Kinderen zoeken op een platttegrond een straatnaam en gebruiken vervolgens een kaart om de weg te vinden. Laat een kaart zien van de plaats waar de school staat, bij voorkeur een kaart waarop veldcoördinaten zijn gebruikt. Kunnen kinderen aanwijzen waar de school staat? Kunnen ze enkele markante punten aangeven in de plaats? Kunnen ze hun eigen woonhuis aangeven?

6 Kalender Illustratie van het gebruik van een kalender. Een kind telt hoeveel nachtjes ze nog moet slapen voor ze jarig is. Wie weet welke maand het nu is? Welke maand was het vorige maand? En welke maand komt hierna? Welke maanden zijn er eigenlijk allemaal? Hoeveel dagen heeft een maand? Is dat altijd hetzelfde? Wie is er het eerste jarig? Hoeveel nachtjes moet hij/ zij nog slapen? Keersom Introductie van het vermenigvuldigen in de vorm van herhaald optellen. Kinderen gaan koekjes bakken. Ze tellen de hoeveelheid door groepjes te maken en dan vervolgens het aantal groepjes te tellen. Hoeveel hebben koekjes hebben ze gemaakt? Wie kan de groepjes tekenen op het bord? Klokkijken 1 Tijdsduur: wat kun je doen in een uur? De kinderen in het filmpje hebben gymles van 9 uur tot 10 uur. Hoe lang duurt een uur? Zorg dat er geen klokken zichtbaar zijn in de klas en zet een kookwekkertje op 1 uur. Ga aan het werk met de kinderen en vraag bijvoorbeeld om de 15 minuten: wie denkt dat er al een uur om is? Hoe komt het dat een uur soms heel lang lijkt te duren en soms juist heel kort? Klokkijken 2 Illustratie van het gebruik van verschillende soorten klokken: digitale en analoge. Introductie van de minuten. Het meisje in het filmpje zet de klok gelijk. Hoe laat is het precies? Als het 20:10 uur is, hoe staan de wijzers dan op de klok? Wie heeft er een horloge? Is dat er eentje met of zonder wijzers? Weet je nu altijd precies hoe laat het is? Hoeveel minuten gaan er in 1 uur? Hoeveel uren heeft een dag? Hoe laat is 21 uur? Kommanotatie Introductie van de kommanotatie bij geld. Kinderen zijn in een sportwinkel en kopen een bal van 14,95. Ze betalen gepast. Wat betekent 14,95? Hoe zeg je dat? Hebben de kinderen genoeg geld neergelegd? Wat betekent bijvoorbeeld 9,95? Hoe zeg je dat? Wat is meer: 5,10 of 4,95?

7 Korting Illustratie van het rekenen met procenten in het dagelijks leven. In het filmpje is een kledingzaak te zien waar je kleren kunt kopen in de uitverkoop, dus met korting. Hoeveel procent is het? Wat betaal je nu? Wat was de oude prijs? Lijngrafiek Het meten van gegevens en het verwerken ervan in grafieken. De kinderen in het filmpje houden allerlei gegevens over het weer bij, bijvoorbeeld temperatuur en neerslaghoeveelheid. Met lijngrafieken zorgen ze voor overzicht. Wie heeft er ook wel eens een grafiek gemaakt? Wat was daarin te zien? Waarom maken ze geen lijngrafiek bij de windrichtingen? M 3, dm 3, cm 3 Illustratie van het vergelijken van inhoudsmaten, kubieke meter, kubieke decimeter, kubieke centimeter. Ontwikkeling van referentiematen. Kinderen scheppen een zak met een inhoud van 1 kubieke meter vol met zand. Ze laten zien hoeveel een kubieke decimeter is en ook een kubieke centimeter. De hoeveelheden worden vergeleken. Een liter is hetzelfde als 1 kubieke decimeter. Vraag de kinderen van te voren te voorspellen of je nat wordt van een kubieke centimeter water? Het filmpje geeft het antwoord. Met de bus mee Een introductie bij het busmodel: de begrippen erbij en eraf worden geïllustreerd met instappen en uitstappen. In het filmpje zien we mensen reizen met de bus. De bus stopt bij een halte. Er mensen stappen in of uit. Het aantal reizigers verandert steeds. Hoeveel mensen zitten er in de bus? Hoveel stappen er in (uit)? Millimeter Introductie van de millimeter. In het filmpje worden hele kleine dingen gemeten: een potloodpunt, een besje, een mier etc. Laat kinderen kleine dingen opmeten: de dikte van hun nagel, de hoogte van een letter in hun boek, de dikte van hun schrift etc. Oppervlakte 1 Oppervlaktes vergelijken. Wat is twee keer zo groot? In het filmpje berekenen kinderen oppervlaktes. Ze tekenen figuren die een oppervlakte hebben die twee keer zo groot is. Als je een rechthoek tekent die 2 keer zo lang en ook nog eens 2 keer zo breed is, wat gebeurt er dan met de oppervlakte? Hoe kan je een figuur tekenen met een oppervlakte die 3 keer zo groot is? En kan het ook nog op een andere manier? Ik teken een rechthoekje op een blaadje van bijv. 2 cm bij 3 cm en ik maak een kopie van 200%: wat gebeurt er dan met de oppervlakte?

8 Oppervlakte 2 Oppervlakte bepalen met een handige maat. Kinderen meten de oppervlakte met behulp van vierkante tegels. Ze komen in de problemen als de tegels niet meer passen. Wat zijn de kinderen hier aan het meten? Wie kan uitleggen wat de oppervlakte is? Waarom kan je nu niet zo maar een meetlat gebruiken? Hoe kan je de oppervlakte meten als de tegels niet passen? Oppervlakte/ omtrek 1 Het verschil tussen omtrek en oppervlakte, meten van de omtrek. Kinderen meten met behulp van een touwtje, de omtrek, eerst van de zandbak daarna van een tafeltje. Ze laten zien wat de oppervlakte van de zandbak en de tafel is. Vraag kinderen de omtrek van hun tafel aan te wijzen, de oppervlakte van hun tafel, de omtrek van hun boek, de oppervlakte van hun boek etc. Meet met kinderen met behulp van een touwtje de omtrek van verschillende voorwerpen in de klas. Oppervlakte/ omtrek 2 Introductie van de standaardmaat vierkante meter. In het filmpje maken kinderen van papier een vierkante meter. Vervolgens zoeken zij uit hoeveel kinderen daar op passen en gaan oppervlaktes meten met deze vierkante meters. Hoeveel kinderen uit onze groep kunnen er op een vierkante meter? Moet een vierkante meter altijd vierkant zijn? Kun je er alleen maar vierkante oppervlaktes mee meten? Hoeveel vierkante meter is de oppervlakte van ons lokaal? Oppervlakte/ omtrek 3 Het verschil tussen omtrek en oppervlakte. De kinderen in het filmpje maken een tafel voor een feestje in orde. Ze bedekken de bovenkant (de oppervlakte) met papier en maken vervolgens crèpepapier om de tafel heen (omtrek). Kunnen de kinderen het verschil tussen omtrek en oppervlakte uitleggen? Laat ze verschillende oppervlaktes en omtrekken aanwijzen. Perspectief 1 Het standpunt is belangrijk voor de wijze waarop je iets ziet. Als je ergens anders staat dan ziet een voorwerp er anders uit. Kinderen maken een bouwwerk en dat wordt van verschillende kanten bekeken. Van boven, van beneden, van voor, van achter en van opzij. Verken met de kinderen het verschijnsel dat veranderen van standpunt betekent dat je ook iets anders ziet. Wat zie je als je van boven kijkt? En van beneden? En van voor?

9 Perspectief 2 Het herkennen van een voorwerp gezien vanuit diverse standpunten, ruimtelijke oriëntatie. Te zien is hoe met onder andere met Google Earth een groot gebouw, het musuem NEMO, van alle kanten bekeken wordt. In het filmpje wordt duidelijk gemaakt dat je iets anders ziet als je van standpunt verandert. Hoe zou onze school er uit zien met Google Earth? Wat kun je dan nog meer zien? Wat zie je dan niet? Waar moet je gaan staan om de voordeur van de school te zien? Beschrijf eens wat je ziet als je om de school heen zou lopen. Ruimte Verschillende aanzichten van eenzelfde object. Vanuit verschillende standpunten zijn foto s gemaakt van een glijbaan. Kinderen bepalen waar de fotograaf heeft gestaan door goed te kijken of ze hetzelfde zien als wat er op de foto staat. Maak met een digitale camera foto s van voorwerpen in de klas vanuit bepaalde standpunten, laat kinderen uitzoeken waar de fotograaf stond. Bespreek met de kinderen wat je kan zien vanuit bepaalde standpunten en wat niet. Schaal Illustratie van het rekenen op schaal. Kinderen meten afstanden op de kaart en rekenen dan uit wat de werkelijke afstand is. Daarbij gebruiken ze de schaal. De kinderen gebruiken een touwtje in plaats van een liniaal als de weg niet recht is. Vind je dat handig? Wanneer zou je nog meer een touwtje gebruiken in plaats van een liniaal? Spiegelen Oriëntatie op symmetrische patronen. In het filmpje worden verschillende mooie symmetrische patronen getoond. Je ziet ze overal om je heen. Kinderen controleren met een spiegeltje of het klopt. Laat de kinderen voorbeelden van mooie patronen draai- en spiegelsymmetrisch zoeken. Laat ze onderzoeken met spiegeltjes of de patronen wel of niet spiegelsymmetrisch zijn. Staafgrafiek 1 Het maken van een staafgrafiek wordt gedemonstreerd. Met zo n staafgrafiek kunnen de begrippen meer, minder en evenveel maar ook het tellen van hoeveelheden worden geoefend. Kinderen doen een spelletje watje blazen. Ze houden in een grafiek de score bij. Elke keer wordt er een vakje van de juiste kleur gekleurd. Welke kleur wordt het meeste geraakt? Hoe vaak is elke kleur geraakt?

10 Staafgrafiek 2 Illustratie van het tellen van grote hoeveelheden door middel van turven en vervolgens overzichtelijk verwerken van de gegevens in een staafgrafiek. In het filmpje is te zien hoe kinderen op een gemakkelijke manier snel grote hoeveelheden tellen. Ze tellen bijvoorbeeld bij een zwembad hoeveel jongens, meisjes en volwassenen er binnen komen. Waarom is dit een makkelijke manier om te tellen? Waarom niet gewoon 1,2,3 etc? Waarom is het handig om grafieken te gebruiken? Structureren Uitbreiding van het tellen: gebruik maken van structuren en tellen van voorwerpen die je niet ziet. Er worden 12 cakejes gebakken. Die zijn eerst wel en later niet meer alle 12 zichtbaar. Ze zijn deels bedekt onder een doek en later worden er cakejes opgegeten. Hoeveel zitten er onder de doek? Hoeveel zijn er nog over? Hoeveel zijn er opgegeten? Teller > 1 Illustratie van verdelingen van een hoeveelheid nu met meerdere subgroepen. In het filmpje wordt geteld hoeveel kinderen op een bepaalde manier naar school komen en wat voor soort fruit ze meenemen. Eerst wordt er geteld en dan bepalen de kinderen welk deel het is. Kunnen wij ook zulke grafieken maken? Wat zullen we dan gaan tellen? Hoeveel kinderen zullen er bij ons op school met de fiets komen? En lopend? En hoeveel worden er met de auto gebracht? Welk deel is dat dan ongeveer? Tijdsbegrip Introductie bij het klokkijken (hele uren). De klok is (overdreven) zichtbaar en op verschillende tijdstippen wordt een voor dat tijdstip kenmerkende gebeurtenis uitgevoerd. Opstaan, ontbijten, naar school etc. Hoe laat is het en wat doe je dan? Hoe laat ga je naar bed? Hoe laat sta je op? Ben je wel eens om 5 uur op school? Wat doe je elke dag op dezelfde tijd? Tijdschema Vergelijken van digitale tijden en analoge tijden. In het filmpje is te zien hoe de hoofdrolspelers de trein missen omdat hun horloge achterstaat. 15 uur 27: hoe laat is dat eigenlijk? Hoe lang duurt het dan nog voor het half 4 is? Wat zie je dan op een digitale klok staan? Hoe laat is het dan een half uur later? Hoe laat is het nu? Hoe laat was het een kwartier geleden?

11 Tijdsduur Illustratie van het vergelijken van digitale en analoge tijden en het berekenen van tijdsduur. Kinderen maken een treinreis. De trein vertrekt in het filmpje om 14:37 uur en komt aan om 1 minuut voor 4. Hoe laat is het als het 14:37 uur is? Wat zie je op een digitaal horloge als het 1 minuut voor 4 is? Hoe zeg je dat ook wel? Hoe lang duurde de reis? Hoe laat is het nu bij ons? Hoe laat is het over over 3 kwartier? Hoe lang duurt het nog voor het pauze is? Verdwijngeval Illustratie van situaties waarbij alles of bijna alles verdwijnt. 5 koekjes in de trommel, 5 kinderen pakken een koekje. Alle koekjes zijn weg. 5 koekjes in de trommel, 4 kinderen pakken een koekje. Hoeveel is er over? 5 kinderen op een rij. Hoeveel gaan er weg? Hoeveel blijven er over? Speel de situaties na met de kinderen in de klas. Varieer de aantallen, laat de som erbij bedenken. Verhoudingen 1 Introductie op het gebruik van de verhoudingstabel en het vermenigvuldigen. In het filmpje is te zien dat de kinderen spiesjes gaan maken om te trakteren op school. Hoeveel hebben ze nodig en is er wel genoeg voor 24 spiesjes? Hoeveel spiesjes kun je maken met 1 plak ananas? Hoeveel plakken heb je nodig voor 24 spiesjes? Hoe zou je dat op kunnen schrijven? Hoeveel spiesjes maakt elk kind? Verhoudingen 2 Illustratie bij het rekenen met verhoudingen. In het filmpje is te zien dat kinderen groentesoep gaan maken. De hoeveelheden in het recept zijn voor 6 personen. Ze moeten het aanpassen. Vervolgens doen ze boodschappen, de prijs is per kilogram gegeven. Wat als je nu niet precies een kilogram hebt? Hoeveel hebben we nodig voor de hele klas? We weten een prijs per kilogram, hoeveel moeten we betalen? Hoe kunnen we dat uitrekenen als we geen weegschaal hebben waar dat netjes op staat? Weekritme De dagen van de week en het weekritme worden verkend. Dit is een filmpje met geluid. Een meisje loopt de dagen van de week door en bekijkt wat ze op de verschillende dagen gaat doen. Sommige dingen komen elke week terug, andere niet. Op welke dagen ga je naar school? Op welke niet? Welke dag is het vandaag? Welke dag was het gisteren? En morgen? Wie kan de dagen in de goede volgorde opzeggen?

12 Wegen Illustratie van allerlei weegsituaties. In het filmpje wordt op verschillende manieren gewogen, zowel met weegschalen als met een balans. Er worden ook hele lichte voorwerpen en juist hele zware voorwerpen gewogen. Laat kinderen voorwerpen zoeken die bijvoorbeeld 10 gram of 5 gram of 1 gram wegen. Vul van te voren een tasje met een bepaald gewicht en laat de kinderen het tasje optillen en raden hoeveel het weegt. Weeg het dan en vergelijk het gewicht met wat er is gezegd door de kinderen. Laat ze nogmaals voelen hoe zwaar het tasje is.

pizza is kleiner dan 1 3 pizza.

pizza is kleiner dan 1 3 pizza. % meer Introductie bij meer dan 100%. In een pak zit 25% extra. Hoeveel zit er dan in? Kinderen vergelijken het gewicht van 2 pakken, in het ene zit 200 gram in het andere 25% meer. Klopt het etiket 25%

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m

Nadere informatie

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 4a: Blok 1 - week 1 - optellen en aftrekken t/m 10 (3 getallen, 4 sommen) 5 + 4 = / 4 + 5 = 9 5 = / 9 4 = - getallen tot 100 Telrij oefenen met kralenstang

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 6a: Blok 1 - week 1 - buurgetallen - oefenen op de getallenlijn Geld - optellen van geldbedragen - aanvullen tot 10 105 : 5 = 2 x 69 = - van digitaal

Nadere informatie

Inhoud kaartenbak groep 8

Inhoud kaartenbak groep 8 Inhoud kaartenbak groep 8 1 Getalbegrip 1.1 Ligging van getallen tussen duizendvouden 1.2 Plaatsen van getallen op de getallenlijn 1.3 Telrij t/m 100 000 1.4 Telrij t/m 100 000 1.5 Getallen splitsen en

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Normgerichte doelen: De kinderen behalen op de methodegebonden toetsen Maatschrift een 60% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen:

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling

Rekenzeker. Weet binnen een context wat bedoeld wordt met bij elkaar doen, erbij doen, eraf halen en dit vertalen naar een handeling Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Rekenzeker Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau

Nadere informatie

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld Groep 3 Getalbegrip hele getallen De leerlingen werken de eerste periode in het getallengebied tot 20 en 40. De tweede helft van het jaar ook tot 100. De leerlingen leren het verder- en terugtellen, tellen

Nadere informatie

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen. Uitwerkingen hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. Deel van geheel Opdracht. a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

Overstapprogramma 6-7

Overstapprogramma 6-7 Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder

Nadere informatie

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Leerroute 3 Jaargroep: 8 GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen kunnen hebben. (hoeveelheidsgetal,

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel Opdracht 2 blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3 Aanbod rekenstof augustus t/m februari Groep 3 Blok 1 Oriëntatie: tellen van hoeveelheden tot 10, introductie van de getallenlijn tot en met 10, tellen en terugtellen t/m 20, koppelen van getallen aan

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een heel blaadje.

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 2

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 2 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 20. kan vanuit elk getal tot 20 verder tellen en vanuit elk getal onder 10 terugtellen. herkent en gebruikt rangtelwoorden

Nadere informatie

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Het rekenonderwijs van tegenwoordig ziet er anders uit dan vroeger. Dat komt omdat er nieuwe inzichten zijn over hoe kinderen het beste leren. Vroeger lag

Nadere informatie

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren

tussendoelen: Hoeveelheden & getallen: Koppelen van hoeveelheden aan getallen (tot en met 20) Hoeveelheden d.m.v. getallen (tot en met 20) noteren Kerndoel: 1. De leerlingen leren hoeveelheidbegrippen gebruiken en herkennen. 1.1. ze leren begrippen toepassen voor het aangeven van aantallen en het uitvoeren van bewerkingen. 1.2. ze leren hoeveelheden

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 5 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2 t/m 4, ook op het niveau van groep 5 en HELE GETALLEN kan willekeurige delen van de telrij tot ten minste 1000 opzeggen en vanuit elk

Nadere informatie

rekenboek 5a lessen

rekenboek 5a lessen rekenboek 5a lessen 507006 De stad in Blok 2 21 770 1000 500 400 Blok 2 Week 1 Les 1 1 Tellen. atel verder. 396 397 598 797 Tel terug. 402 401 903 101 bmaak sprongen van 10. Maak sprongen van 50. 480 490

Nadere informatie

Tussendoelen ontwikkeling van het logisch denken

Tussendoelen ontwikkeling van het logisch denken Tussendoelen ontwikkeling van het logisch denken 3 4 4;6 5 5;6 6 6,6 7 7;6 1. herkent begrippen als lang-korthoog-laag- klein-groot 1. kan verschillende grootheden onderscheiden en in betekenisvolle 1.

Nadere informatie

Deel A. Breuken vergelijken

Deel A. Breuken vergelijken Deel A Breuken vergelijken - - 0 Breuken en brokken (). Kleur van elke figuur deel. Doe het zo nauwkeurig mogelijk.. Kleur van elke figuur deel. Doe het telkens anders.. Kleur steeds het deel dat is aangegeven.

Nadere informatie

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE

Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE Doelenlijst 9: METEN onderdeel LENGTE, INHOUD, GEWICHT en OPPERVLAKTE Doel: Enkele referentiematen mbt lengte en inhoud kennen en kunnen gebruiken 81 Passende Perspectieven rekenen Doelenlijst 9: Meten,

Nadere informatie

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010 November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: 08-05-2014. Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200

Leerlijnenpakket STAP incl. WIG. Rekenen Rekenen. Datum: 08-05-2014. Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Leerlijnenpakket STAP incl. WIG Schooltype BAO (Regulier) Herkomst Landelijk Periode DL -20 t/m 200 Rekenen Rekenen 1.1 Getallen - Optellen en aftrekken tot 10 - Groep 3 BB/ KB GL + PRO 1.1.1 zegt de telrij

Nadere informatie

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1 Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok Legenda kleuren Getalbegrip Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen en delen Verhoudingen Meten Meten Tijd Meten Geld Meetkunde Verbanden Legenda

Nadere informatie

GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN

GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN LEERROUTE 1 Groep 3 Groep 4 Groep 5 GETALBEGRIP 10 OPTELLEN EN AFTREKKEN 10 * Hoeveelheden tellen * omkeren automatiseren memoriseren * Structureren * verdubbelen * vijfstructuur (vingers) * Getallen -

Nadere informatie

Curriculum Leerroute 4 Rekenen, meten, tijd en geld

Curriculum Leerroute 4 Rekenen, meten, tijd en geld Curriculum Leerroute 4 Rekenen, meten, tijd en geld Dit curriculum is van 4 t/m 16 jaar gebaseerd op de ZML SO en VSO leerlijn Rekenen met uitstroom dagbesteding, CED- groep 2012. Vanaf 17 jaar is de leerlijn

Nadere informatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde

Nadere informatie

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 3 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 3a: Blok 1 - week 1 - tellen van hoeveelheden tot - introductie van de getallenlijn tot en met - tellen t/m (ook rangtelwoorden) - erbij- en erafsituaties

Nadere informatie

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?... BLAD 26: BREUKEN 1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?............ b. Neem je rekenmachine en bepaal de precieze prijs

Nadere informatie

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

TOELICHTING METRIEK STELSEL

TOELICHTING METRIEK STELSEL TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen

Nadere informatie

BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN

BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN BLAD 6: KARWEITJES EN KOZIJNEN 1. Samen een karweitje doen a. Vier vrienden hebben een karweitje gedaan. Samen hebben ze daarmee 60 euro verdiend. Hoeveel krijgt ieder?... b. Hoeveel zou iedereen krijgen

Nadere informatie

Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak

Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak Groepsplan groep Vakgebied Rekenen Tijdsvak Namen Evaluatie Niveau leerlijn 1 2 3 Functioneringsniveau

Nadere informatie

Getallen. Onderdeel 1: Optellen en aftrekken. Onderdeel 1 van Getallen sluit aan op de leerlijnen Rekenboog.zml bij de Kerndoelen 1 en 2

Getallen. Onderdeel 1: Optellen en aftrekken. Onderdeel 1 van Getallen sluit aan op de leerlijnen Rekenboog.zml bij de Kerndoelen 1 en 2 Doel document: De leerlijnen Rekenboog.ZML en Leerlijn Rekenen en Wiskunde VSO Arbeidsgericht, welke gekoppeld is aan de methodiek VOx, hanteren beide een eigen indeling. Rekenboog ZML gaat uit van de

Nadere informatie

Leerlijnen voor groep 3-8

Leerlijnen voor groep 3-8 Leerlijnen voor groep 3-8 Groep 3, eerste half jaar de begrippen meer, minder, evenveel juist toepassen de ontbrekende getallen op de getallenlijn t/m 12 invullen van hoeveelheden t/m 20 groepjes van 5

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 6 punten keer moet ik w e r k b o e k Matz wil 6 punten halen met blikgooien. Maak sommen. Les Overal getallen Maak

Nadere informatie

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden REKENEN Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden Kerndoel 2: De leerlingen kunnen in alledaagse situaties

Nadere informatie

TOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN BREUKEN

TOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN BREUKEN TOELICHTING BETEKENIS GEVEN AAN BREUKEN 1 2 3 Rekenvlinder_betekenis_geven_aan_breuken.indd 2 27-06-13 21:57 4 5 6 13226_rv_wb_betekenis_geven_aan_breuken_bw.indd 3 04-07-13 17:26 liter 1 0 Rekenvlinder

Nadere informatie

Breuken. Tel.: Website:

Breuken. Tel.: Website: Breuken Leer- en oefenboek Versie - april 08 Auteur en uitgever: Klaas van der Veen Tel.: 00-700 E-mail: info@ info@meesterklaas.nl Website: www. www.meesterklaas.nl Inhoud Wat is een breuk Wat is groter:

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C Getallen, Verhoudingen, Meten en meetkunde, Verbanden GETALLEN Onderdeel 1 Optellen en aftrekken (inclusief getalverkenning en schatten)

Nadere informatie

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 = les 23 en 24 blok 4 41 Teken de afstanden. 1 cm is in het echt 10 km. Van Amsterdam naar Alkmaar: 40 km. Controleer met je liniaal. aa Van Amsterdam naar Den Helder: 80 km. 8 cm b Van Almelo naar Utrecht:

Nadere informatie

kommagetallen en verhoudingen

kommagetallen en verhoudingen DC 8Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen 1 Inleiding Dit thema gaat over rekenen en rekendidactiek voor het oudere schoolkind en voor het voortgezet onderwijs. Beroepscontext: als onderwijsassistent

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs Stadsdeel zuidoost H1 Getallen een 1 tien 10 honderd 100 duizend 1 000 tienduizend 10 000 honderdduizend 100 000 een miljoen 1 000 000 tien miljoen 10 000 000 honderd miljoen 100 000 000 een miljard 1

Nadere informatie

Overzicht rekenstrategieën

Overzicht rekenstrategieën Overzicht rekenstrategieën Groep 3 erbij tot tien Groep 3 eraf tot tien Groep 4 erbij tot twintigt Groep 4 eraf tot twintigt Groep 4 erbij tot honderd Groep 4 eraf tot honderd Groep 4 en 5 tafels tot tien

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 3

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 3 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2, ook op het niveau van groep 3 en HELE GETALLEN kan de telrij opzeggen tot ten minste 100 en kan vanuit elk getal verder tellen en

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 6

Leerstofoverzicht groep 6 Leerstofoverzicht groep 6 Getallen en relaties Basisbewerkingen Leerlijn Groep 6 Uitspraak, schrijfwijze, kenmerken getallen boven 10 000 in cijfers schrijven haakjesnotatie deler en deeltal breuknotatie

Nadere informatie

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en.

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en. Scoreblad bewis naam cursist: datum: naam afnemer: inhoud vraag opmerkingen OK werkpunt niet goed tellen eieren tellen in dozen van 10 getallen verder aanvullen in kralenketting getalbegrip getallen ertussen

Nadere informatie

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen Deel C Breuken vermenigvuldigen en delen - 0 Sprongen op de getallenlijn. De sprongen op de getallenlijn zijn even groot. Schrijf passende breuken of helen bij de deelstreepjes. 0 Welk eindpunt wordt bereikt

Nadere informatie

TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN

TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN TOELICHTING REKENEN MET BREUKEN 1 2 3 11628_rv_wb_breuken_bw.indd 2 13-11-12 23:2611628_rv_wb_breuken_bw.indd 3 13-11-12 23:27 4 5 6 Rekenvlinder Rekenen met breuken Toelichting Uitgeverij Zwijsen B.V.,

Nadere informatie

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen Uitwerkingen 2. Kennismaken met breuken 2.. Deel van geheel Opdracht B 8 deel. ( deel + 8 deel). Opdracht 2 C 5 deel Opdracht C Driehoek C past in driehoek A. Aangezien driehoek A deel is van de tekening,

Nadere informatie

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE 1. Maak het getal a. In de figuur hiernaast zie je zes getallen staan: één in het rondje, en vijf in de rechthoek. Probeer nu om het getal in de cirkel te 'maken' met de getallen

Nadere informatie

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen Getallen en breuken Basisstof structuur van de getallen tot 000 000 breuken Lesdoelen De leerlingen kunnen: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen; helen en breuken verdelen; getallen op

Nadere informatie

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Groep Maak eerst test jezelf en daarna maatwerk. Noordhoff Uitgevers > M:,, dm =... cm m =... dm m =... dm dm =... cm dm =... cm L =... dl dl =...

Nadere informatie

Leerlijnenmatrix De wereld in getallen 4 e editie

Leerlijnenmatrix De wereld in getallen 4 e editie 3a 3b 4a 4b 5a 5b Getalbegrip Oriëntatie op de getallen - Verder- en terugtellen tot en met 40 - Cijfers schrijven - Structuur van de getallen tot en met 20 (één tiental en wisselende eenheden) Resultatief

Nadere informatie

Leerlijnenoverzicht groep 3 t/m 8

Leerlijnenoverzicht groep 3 t/m 8 3a 3b 4a 4b 5a 5b Getalbegrip Oriëntatie op de getallen - Verder- en terugtellen tot en met 40 - Cijfers schrijven - Structuur van de getallen tot en met 20 (één tiental en wisselende eenheden) Resultatief

Nadere informatie

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Groep Maak eerst test jezelf en daarna maatwerk. Noordhoff Uitgevers > M:,, cm dm =... dm m =... dm m =... cm dm =... cm dm =... L =... dl cl dl

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

1.Tijdsduur. maanden:

1.Tijdsduur. maanden: 1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal

Nadere informatie

Op weg naar een leerlijn rekenen.

Op weg naar een leerlijn rekenen. Op weg naar een leerlijn rekenen. Rekentoets in het nieuws. En wij? Hoe gaan wij om met rekenen? Hoe bereiden we voor? Weten we wat we doen en moeten doen? Wat is een leerlijn? Inhoudslijn. wat is de leerstof.

Nadere informatie

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 4

Tussendoelen rekenen-wiskunde voor eind groep 4 Domein GETALLEN, subdomein Getalbegrip beheerst de doelen van groep 2 en 3, ook op het niveau van groep 4 en HELE GETALLEN kan verder tellen en terugtellen tot ten minste 100 met sprongen van 2, 5 (de

Nadere informatie

Ontwikkelschema Rekenen Groep 1

Ontwikkelschema Rekenen Groep 1 Ontwikkelschema Rekenen Groep 1 Getallen tellen Kent de namen van de cijfers (in liedjes en boekjes) Kan tot 10 tellen hoeveelheden Kan met vinger aanwijzen hoeveel die telt Kan aanwijzen wat minder/meer/meest

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1 Blok Week 2 Les 1 0 70 30 0 35 5 20 10 1 36 2 11 12 1 0 739 00 96 325 10 71 02 9 327 330 69 56 1 210 332 700 566 20 212 59 29 3 599 76 551 300 5 1 770 99 0 00 109 3 991 10 02 111 350 70 270 96 596 150

Nadere informatie

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip

Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (MET extra doelen) - versie augustus Naam leerling. Rekenen Tellen en getalbegrip Rekenen Tellen en getalbegrip Tellen en getalbegrip - 0 Zegt de telrij op vanaf 1 als een opzegversje. -19--19 Telt voorwerpen tot en met 5; asynchroon. -19--19 Vergelijkt kleine en grote hoeveelheden

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel

Nadere informatie

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden REKENEN Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden Kerndoel 2: De leerlingen kunnen in alledaagse situaties

Nadere informatie

BLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN

BLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN BLAD 11: CD-ROMMEN EN SOEPKOMMEN 1. Delen door tien a. Mirza ziet in de winkel een doosje met 10 CD-roms liggen voor 35,- Hoeveel is de prijs per stuk van deze CD-roms?... b. En hoeveel zou de prijs per

Nadere informatie

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12 Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen Week Blok Bijwerkboek 0 Les Rekenboek Lessen 0 0, 0 0, 0, keer 0, 0,, flesjes 0,, 0, 0 0 plankjes stukjes 0 0 Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Nadere informatie

Panamaconferentie Verbanden herkennen en begrijpen. verhoudinge n. vermenigvuldigen. optellen. gestructureer d tellen.

Panamaconferentie Verbanden herkennen en begrijpen. verhoudinge n. vermenigvuldigen. optellen. gestructureer d tellen. domeinkennis rekenen/wiskunde Verbanden herkennen en begrijpen Kern ontwikkeling rekenvaardigheid vergelijken ordenen optellen vermenigvuldigen verhoudinge n manipuleren/veranderen voorstellen tellen gestructureer

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 4 Blok 2 Van... Groep 4 Blok 2 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 4A 30 1 Pak de appels handig in. meedoen LB 4A 30 2 Hoeveel? meedoen LB 4A 30 3 Hoeveel? maken WS 4A 22 1 Maak

Nadere informatie

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd? Procenten Zoals op de basisschool is aangeleerd kunnen we een taart verdelen in een aantal stukken. Hierbij krijgen we een breuk. We kunnen ditzelfde stuk taart ook aangegeven als een percentage. Procenten:

Nadere informatie

Curriculum Leerroute 5 Rekenen, meten, tijd en geld

Curriculum Leerroute 5 Rekenen, meten, tijd en geld Curriculum Leerroute 5 Rekenen, meten, tijd en geld Dit curriculum is gebaseerd op de PO Basisleerlijn Rekenen, CED- groep. Leerlingen die niveau 4/5 van de PO Basisleerlijn behalen, kunnen uitstromen

Nadere informatie

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 8a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - uitspreken en schrijven van getallen rond 1 miljoen - introductie miljard - helen uit een breuk halen 5/4 = -

Nadere informatie

Toets gecijferdheid augustus 2005

Toets gecijferdheid augustus 2005 Toets gecijferdheid augustus 2005 Naam: Klas: score: Datum: Algemene aanwijzingen: - Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje - Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing - Denk aan de tijd

Nadere informatie

Thema 6. Thema 1. Thema 8. Thema 2. Thema 5. Thema 3. Thema 7. Thema 4

Thema 6. Thema 1. Thema 8. Thema 2. Thema 5. Thema 3. Thema 7. Thema 4 Aanbod Inhoudskaart Rekenen-wiskunde jonge kind fase (in acht kleuterthema s) Getallen: doelen eind groep Getalbegrip Telrij telwoorden kennen telrij opzeggen (akoestisch tellen) doortellen en terugtellen

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 3 Blok 1 Van... Groep 3 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 3A 2 1 Weer naar school. meedoen JJ LB 3A 2 2 Kijk en vertel. meedoen JJ GM 3 3.1 GM 3 3.2 LB 3A 3 3 Hoeveel

Nadere informatie

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245 Antwoorden CITO 14-15 1. 295 187 - - - - - - + 482 2. 11/935\85 93 Hoe vaak past 11 in 93 88 8*11=88, dit is het grootste getal dat we van 93 af kunnen halen. 55 93-88=5 dan schuiven we de andere 5 ook

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden

REKENEN. Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden REKENEN Kerndoel 1: De leerlingen herkennen hoeveelheden en kunnen deze vergelijken. 1.1. Ordeningsbegrippen kennen 1.2. Ordenen van hoeveelheden Kerndoel 2: De leerlingen kunnen in alledaagse situaties

Nadere informatie

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de ARRANGEMENTKAART REKENEN maart 2013 VSO- AFDELING Standaarden VSO Leeftijd à 13 14 15 16 17 18 19 Gevorderd 25% 10 10 11 11 11 12 12 Voldoende 75% 7 7 8 8 9 9 10 Minimum 90% 3 4 4 4 5 5 5 Arrangementen

Nadere informatie