UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM De effecten van product placement op cognitie, affect en conatie. Jasper Bakker BA Thesis 19 december 2011 Florie Schmits

2 Inhoud Inleiding... 2 Methode... 7 Effecten van product placement op cognitie... 9 Recall en Placement Recognition (merkherkenning en merkherinnering)... 9 Brand Salience: (merkwaardering) Effecten van product placement op affect Effecten van product placement op conatie Discussie Bronnen Bijlage 1: Tabel onderzoeken

3 Inleiding Rond 1890 kwam Unilever op het idee om doelbewust het merk Sun light soap te implementeren in de verhaallijn van het toenmalige lumiere-films (Newell, Salmon & Chang, 2006). Sindsdien is product placement; het doelbewust plaatsen van commerciële producten of merken in verschillende vormen van media (Russel & Belch, 2005) uitgegroeid tot een veelgebruikte tool van marketeers om producten te promoten. En niet zonder succes, want wat begon als een manier om films realistischer te laten lijken, bleek later ook commerciële voordelen te hebben. Het bekendste voorbeeld stamt uit 1982 waar in de film ET The Extraterrestrial het buitenaardse wezentje gelokt werd met snoepjes van het merk Reeses Pieces. Dit resulteerde in een verkooptoename van 65% in de drie maanden nadat de film was gelanceerd (Newell, Salmon & Chang, 2006). Vandaag de dag is product placement een veelgebruikte marketingtechniek die zich niet alleen uitstrekt tot films en televisieseries, maar ook is terug te vinden in andere media als radio, muziekvideo s, tijdschriften, games, spellen en zelfs boeken en toneelstukken. In 2009 is er wereldwijd voor 6,2 miljard dollar aan product placement uitgegeven met Noord-Amerika als grootste speler met 3,6 miljard dollar. Sinds de metingen zijn gestart in 1975 zijn de uitgaven aan product placement, met uitzondering van 2009, alleen maar toegenomen (PQ media, 2010). Hierbij moet vermeld worden dat product placement over het algemeen vaker een onbetaalde vorm van marketing is. Ruil van product voor exposure in de media of incentives zijn vaak toegepaste technieken. Zo wordt het product gratis ter beschikking gesteld voor gebruik binnen de media, of krijgt de crew gratis producten van het desbetreffende merk aangeboden om zo de productiekosten lager te maken (Russel & Belch, 2005). Zo is er naast de betaalde markt van product placement een misschien wel grotere markt met onbetaalde vormen van product placement (Russel & Belch, 2005). Product placement en het succes hiervan is grotendeels toe te schrijven aan de relatieve aantrekkelijke kosten/baten ratio in vergelijking tot traditionele vormen van adverteren (Russel & Belch, 2005). Er is een bijna gegarandeerde exposure binnen het medium (men kan moeilijker wegzappen of wegkijken) en het product kan worden getoond binnen een bepaalde setting/sfeer die anders moeilijker te creëren is (DeLorme and Reid 1999). Anderzijds zorgt product placement voor een realistische weergave van het product en het verhaal dat in het medium wordt geschetst (Curtis, 1999). Afsluitend is product placement een minder agressieve vorm van adverteren 2

4 die over het algemeen als minder storend wordt ervaren, in tegenstelling tot traditionele vormen van adverteren (Balasubramanian, Karrh & Patwardam, 2006). Theoretisch kader In de wetenschap is er recentelijk een vergrote interesse naar de effecten van product placement. Zo zijn er onderzoeken geweest naar onder andere het effect van de executie van product placement binnen het medium, de individuele factoren die meespelen in het verwerken van product placement, de manier waarop men de product placement verwerkt en de uitvloeiende attitudes ten opzichte van het merk en bijbehorende koopintentie (Russel & Belch, 2005). In een onderzoek van Balasubramanian et al. (2006) worden de effecten van product placement op een uitgeklede schaal gezet die is gebaseerd op het hierachy of effects model (HoE). Dit model, dat is ontwikkeld door Barry (1987), stelt dat de consument systematisch een aantal fases doorloopt met betrekking tot merkbinding. Poh en Steward (2002) werken dit model verder uit waarbij 3 hoofdfases worden onderscheiden: cognitie, affect en conatie (behaviour stage). In de eerste stage cognitie wordt het merk opgemerkt en herinnerd. In de affectieve fase ontstaat een mening rondom het merk of product en worden de bijbehorende attitudes gevormd. In de laatste fase conatie gaat men over tot actie, en koopt het product aan. Figuur 1: Poh en Steward (2002) Hierachy of effects 3

5 Ook Balasubramanian et al. (2006) houden in hun overzichtsartikel de drie fases cognitie, affect en conatie aan met betrekking tot de effecten van product placement. Zij onderscheiden verschillende meetmethodes binnen deze fases om de effecten van product placement inzichtelijk te maken. Binnen cognitie is dit placement recall, recognition en brand salience wat uitgaat van pure herkenning van de brandplacement. Binnen affect spreekt men van binding met een merk, waarbij de nadruk ligt op identificatie en attitude ten opzichte van het merk. Ten slotte valt binnen conatie koopintentie, merkkeus en merkgedrag. Zoals aangegeven moeten alle stappen van het proces worden doorlopen om uiteindelijk bij conatie een resultaat te bewerkstelligen. Russel en Belch (2005) stellen in een onderzoek dat er twee overkoepelende vormen zijn om de effectiviteit van product placement te meten. Enerzijds wordt er de stand alone placement omschreven, waarin product placement als losstaande marketingtool wordt gezien. Hierin zijn veel onderdelen van het HoE model en de bijbehorende meetmethoden van Balasubramanian et al. (2006) terug te vinden, namelijk merkherinnering (expliciet of impliciet), perception of fit en attitude tegenover het merk. Anderzijds worden de effecten van product placement onderzocht als geïntegreerde tool binnen een marketingmix. Hierbij zijn onder andere de gegenereerde publiciteit, sales, awareness, trial measures en het aantal consumenten die interesse toonden of het product hebben aangeschaft van belang. In een nog ongepubliceerd conferentieartikel stellen Kozary en Baxter (2010) een nieuw framework op met betrekking tot de verwerking van product placement. Hierbij wordt het HoE model benaderd vanuit het Ellaboration Likelyhood model (ELM) van Petty en Casioppo (1986). Het ELM model stelt dat informatie bij individuen op twee verschillende manieren in de hersenen wordt verwerkt, via de centrale of de perifere route. Bij verwerking van informatie via de centrale route moet de ontvanger gemotiveerd en in staat zijn de informatie te verwerken. Er wordt dus op een bewust niveau informatie verwerkt, het leren van een stuk tekst is hier een voorbeeld van. Het kost veel mentale energie om op deze wijze informatie te verwerken, en in de huidige wereld met duizenden boodschappen per dag wordt maar een klein deel van de informatie via de centrale route verwerkt (Dainton & Zelley, 2005). De meeste informatie wordt daarom verwerkt via de perifere route. Hierbij neemt men informatie tot zich, maar op een onbewust niveau. Het herkennen van een bepaald beeldmerk, 4

6 maar niet precies kunnen herinneren wanneer deze eerder is gezien, is hier een voorbeeld van. Kozary en Baxter (2010) stellen in hun theoretische framework dat de manier waarop de placement wordt verwerkt (via de centrale of perifere route) een bepalende rol heeft in het uiteindelijke effect van de product placement. Zij onderscheiden de mate van prominentie binnen product placement als bepalende variabele. Zo wordt een prominente placement via de centrale route verwerkt en een subtiele placement via de perifere route. Figuur 2, Kozary & Baxter, 2010 In het figuur van Kozary en Baxter zorgt een prominente placement voor een grotere awareness, waardoor er een verhoging op Learning and recall wordt bewerkstelligd. Dit is terug te leiden naar het cognitieve niveau van het HoE model en de centrale route binnen het ELM model. De onderdelen persuasion en purchase intention zijn respectievelijk te koppelen aan de onderdelen affect en conatie van het HoE model. Kozary en Baxter (2010) stellen dat als een placement via de centrale route wordt verwerkt, er een verhoging op cognitief niveau zou moeten te meten zijn, men leert dus op een bewust niveau over een bepaald merk. Op affectief en conatief niveau zou een verlaging meetbaar moeten zijn, dit zou betekenen dat iemand die dus bewust een product placement verwerkt, er wellicht minder binding mee krijgt, en het dus ook minder snel zou kopen. De verklaring van deze theorie is volgens Kozary en 5

7 Baxter dat als een product placement te prominent in beeld is, deze wordt doorzien als reclameboodschap, met het resultaat dat men het merk minder aantrekkelijk vindt. In het tweede model behandelen Kozary en Baxter (2010) de subtiele placements. Hierbij kan worden gedacht aan placements die zich meer op de achtergrond tonen en dus niet direct cognitief worden verwerkt. Dit is terug te leiden naar de perifere route van het ELM model. Door een subtiele placement is er een lagere awareness met aansluitend een lagere learning and recall (cognitief niveau). Door de perifere route te volgen, kan er aansluitend een verhogend effect mogelijk zijn op affectief en conatief niveau. Men verwerkt de placement dus op een onbewust niveau, waardoor men deze niet direct kan herinneren, maar men dus een hogere binding met het merk krijgt en ook meer bereid is dit aan te schaffen. Figuur 3, Kozary & Baxter, 2010 Binnen beide modellen van Kozary en Baxter (2010) is er een directe weg van awareness op affectieve en conatieve processen van de consument. Dit is niet in lijn met het HoE model, waarbij eerst cognitie, dan affect en afsluitend conatie wordt doorlopen. 6

8 Het doel van dit literatuuronderzoek is het inzichtelijk maken welke effecten van product placement er tot op heden bekend zijn binnen de wetenschap. Hierbij worden de effecten getoetst vanuit de drie fases van het HoE model: cognitie, affect en conatie. Hierbij zal ook worden getoetst of het model nog steeds up-to-date is en deze drie fases zich in de praktijk ook moeten opvolgen om een effect te bewerkstelligen, iets wat het voorgestelde theoretische framework van Kozary en Baxter (2010) tegenspreekt. Daarnaast zal worden bekeken of het voorgestelde framework van Kozary en Baxter ten aanzien van prominente en subtiele placements in lijn is met eerdere onderzoeken over product placement. Dit onderzoek heeft daarom zowel een descriptieve als toetsende doelstelling. Met de uitkomst van dit onderzoek kunnen onder andere PR-managers inzichten opdoen over de effecten van product placement en hierop hun strategie aanpassen. De hoofdvraag van dit onderzoek is als volgt: Wat zijn de effecten van product placement op cognitie, affect en conatie en wat is de wisselwerking tussen deze drie fases? Binnen dit onderzoek is ervoor gekozen om alleen de effecten van het HoE model te toetsen en product placement als geïntegreerde marketingtool binnen de marketingmix buiten beschouwing te laten. Hierbij worden ook financiële effecten van product placement buiten dit onderzoek te laten. Hiervoor is gekozen omdat er weinig tot geen wetenschappelijke literatuur beschikbaar is over deze vorm van effecten van product placement. Daarnaast zal dit onderzoek duidelijkheid geven in welke vormen er ruimte is voor vervolgonderzoek in product placement. Methode In deze studie wordt naar een antwoord op de hoofdvraag gezocht door middel van literatuuranalyse. Aan de hand van een kritische analyse van bestaande en relevante literatuur dat tot op heden is gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften, is data verzameld. Op deze wijze wordt een duidelijk overzicht geboden over de belangrijkste resultaten van de effecten van product placement. In totaal zijn er 24 officieel gepubliceerde wetenschappelijke artikelen geanalyseerd, hiernaast is ook een enkele doctoraalscriptie, conferentieartikel en een aantal 7

9 boeken meegenomen in dit onderzoek. Deze zijn in de periode tussen 6 september 2011 en 12 december geraadpleegd via de databases Google Scholar en de online bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. De literatuur is vervolgens kritisch geanalyseerd om een antwoord te kunnen vinden op de hoofdvraag. Zoektermen die zijn gebruikt om geschikte literatuur te vinden zijn onder andere: product placement, brand placement, conation, affect, cognition, HoE, Hierachy of effects, persuasion en ELM. Tevens zijn er middels de sneeuwbalmethode twaalf van de 24 relevante wetenschappelijke artikelen gevonden. Dit houdt in dat via de literatuurlijst van bepaalde artikelen is gezocht naar nieuwe relevante literatuur. Aan de hand van de criteria peer review en empirisch onderzoek zijn de relevante wetenschappelijke artikelen geselecteerd. Hierbij zijn zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeken meegenomen. Ook is er gekeken naar de datum van publicatie van de artikelen. De eis die hieraan werd gesteld is dat de publicatie moet hebben plaatsgevonden in de periode van 1998 tot en met De reden hiervoor is dat deze artikelen de meest recente informatie bevatten wat zorgt voor een zo recent mogelijk antwoord op de hoofdvraag. Echter, er zijn een aantal artikelen die eerder zijn gepubliceerd. Dit zijn met name belangrijke communicatiewetenschappelijke theorieën die ondanks hun niet recente publicatiedatum nog als up-to-date worden beschouwd. Resultaten en conclusies die relevant zijn voor het beantwoorden van de hoofdvraag in deze studie zijn samengevat en met elkaar vergeleken aan de hand van een kritische analyse. Een overzicht hiervan is te vinden in tabel 1 in de bijlage. 8

10 Resultaten In deze sectie worden de resultaten van de gevonden literatuur besproken. Het hierachy of effects model (HoE) staat hierbij centraal, alle onderzoeken die te maken hebben met product placement zijn in te voegen in de hoofdonderdelen van dit model, te noemen: cognitie, affect en conatie. In aparte paragrafen wordt elke fase apart besproken. Omdat er verschillende meetmethodes bestaan voor zowel cognitie, affect en conatie worden deze per methode als subonderdeel van de desbetreffende paragraaf behandeld. Effecten van product placement op cognitie De meeste onderzoeken die zijn gevonden binnen dit onderzoek met betrekking tot effectiviteit van product placement zijn gericht op het toetsen van de cognitie van de proefpersonen. Hierbij worden een aantal effecten onderscheiden die ieder een ander onderdeel van de cognitie meten. Hierbij wordt tot dusver onderscheid gemaakt in placement kunnen herinneren en benoemen (recall), herkennen van de placement (placement recognition), waardering voor het merk benoemen voor en na blootstelling (brand salience), en eigenschappen van het merk benoemen (brand typicality/incidence) (Balasubramanian et al, 2006). Recall en Placement Recognition (merkherkenning en merkherinnering) De meest gebruikte methode om de effectiviteit van product placement te meten binnen de wetenschap is tot dusver recall en recognition, waarbij de andere meetmethodes minder vaak voorkomen. Uit een onderzoek van Law & Braun-LaTour (2004) komt naar voren dat er drie factoren zijn die de effecten van product placement op merkherinnering bepalen. De eerste factor omvat de mate van prominentie van de product placement. Volgens Law en Braun-LaTour (2004) heeft een prominente plaatsing van een merk een sterker effect op de mate waarin een merk herinnerd wordt dan een subtiele plaatsing. Dit blijkt ook uit onderzoek van Gupta en Lord (1998) en van Yang en Roskos-Ewoldsen (2007). Beiden onderzoeken product placement in films, waarbij prominente placements worden onderscheiden van subtiele placements. Gupta en Lord toetsen prominentie met zowel visuele als auditieve placements en concluderen dat een prominente auditieve placement sterker effect heeft dan een subtiele visuele plaatsing. Een visuele in combinatie met auditieve plaatsing zorgt niet voor een significanter hogere merkherinnering. Yang en Roskos-Ewoldsen (2007) maken een onderscheid in de 9

11 mate van prominentie door te kijken naar de mate van plotconnectie. Hierbij is de merkherinnering het hoogst bij hoge mate van plotconnectie, gevolgd door het gebruik van het product door de hoofdpersoon. De minste merkherinnering wordt gescoord op placement in de achtergrond. Lehu en Bressoud (2009) concluderen dat een prominente plaatsing met een sterke plotconnectie leiden tot betere merkherinnering dan wanneer er een prominente plaatsing is zonder een plotconnectie. De tweede factor die Law en Braun La-Tour (2004) aanhalen is de modaliteit van de placement, dit wil zeggen of de placement auditief, visueel of een combinatie van beiden is. In een onderzoek van Russel (2002) komt naar voren dat naarmate een product placement een hogere connectie heeft met het plot er bij visuele placement een hogere recall wordt gevonden. Dit effect geldt niet bij auditieve placements, deze scoren bij zowel hoge als lage plotconnectie iets sterker dan visuele placements. Dit is in strijd met literatuur van Law & Braun-LaTour (2004), zij geven aan dat het visuele aspect een sterkere invloed zou moeten hebben op merkherinnering dan het auditieve aspect. Dit is echter gebaseerd op de theorie van dual processing (Paivo, in Law & Braun-LaTour, 2004) die stelt dat de wereld om ons heen meer visueel dan auditief is, en we visuele cues beter kunnen verwerken dan auditieve cues. Uit het onderzoek van Russel (2002) blijkt deze theorie in de context tot product placement niet te kloppen. In dit onderzoek werden aan verschillende groepen een stuk film getoond met ieder een andere vorm van modaliteit van product placement. De verklaring van Russel waarom auditieve placements een sterkere recall bewerkstelligen is als volgt: auditieve placements zijn moeilijk te vermijden, er wordt aandachtig geluisterd naar het medium, en er is immers niks anders om naar te luisteren. Dit in tegenstelling tot alleen visuele placements, waar gemakkelijker omheen gekeken kan worden, of simpelweg niet opgemerkt worden. Dit wordt bevestigd door het eerder genoemde onderzoek van Gupta en Lord (1998). Een prominente auditieve plaatsing heeft een sterker effect dan een subtiele visuele placement. De derde en laatste factor van Law & Braun-LaTour (2004) die de effecten van product placement op merkherinnering bepalen is de emotionele context van het geplaatste product. Verondersteld wordt dat merken die geplaatst zijn in een negatieve context beter worden onthouden dan merken die geplaatst zijn in een positieve context. Hier is echter geen empirisch bewijs voor gevonden. Russel en 10

12 Belch (2005) stellen in hun kwalitatieve onderzoek waarin werknemers in de advertentie industrie worden geïnterviewd dat als een placement zodanig in beeld komt dat de kijker doorheeft dat het een reclame-uiting is men de placement weliswaar beter onthoudt, maar er negatiever tegenover kan gaan staan. Echter, dit is niet de emotionele context waar Law & Braun-LaTour op doelen. Dit is volgens hen hoe de placement wordt neergezet binnen het verhaal. In een onderzoek van Russel (2002) waarin merkherinnering werd gemeten door product placements te tonen uit televisieseries, werd aangehaald dat de kennis van een merk of product voor de blootstelling van product placement meespeelt in de mate van recall. Hoe meer kennis iemand van tevoren heeft van een merk, hoe hoger de merkherkenning is. Tsai, Liang en Liu (2007) onderkennen dit in hun studie, hoe hoger de brand awareness vooraf, hoe hoger de mate van recall. Recall en brand awareness lijken elkaar te kunnen versterken. In het onderzoek werd de mate van merkherkenning gemeten door zeer subtiele placements te tonen in een stuk film. In een onderzoek van Auty en Lewis (2004) bleek dat er geen verschil was in de mate van recall onder verschillende leeftijdsgroepen kinderen. Hierbij werd het verschil getoetst tussen 6-7 jarigen en jarigen bij het benoemen van een merk cola in een kort filmfragment. Dit suggereert dat geestelijke ontwikkeling weinig invloed heeft op hoe product placement wordt herinnerd. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de jonge kinderen vaker hulp nodig hadden om het getoonde merk te kunnen noemen. Ook bleek dat het niet uitmaakte of de kinderen de film eerder hadden gezien, de recall bleef onder alle omstandigheden gelijk. Hieruit blijkt dat product placement in sterkere mate effect heeft op het korte termijn geheugen. Dit wordt deels ondersteund door een onderzoek van Nelson (2002), waarbij de recall van product placement in computergames wordt getoetst. Hieruit bleek dat de recall van de getoonde merken op korte termijn hoger was (25 tot 30%) dan op lange termijn (10 tot 15%), namelijk vijf maanden. Een mogelijke reden dat er bij het onderzoek van Nelson wel een lange termijn recall is gevonden, is dat games interactiever zijn en men de placement in meerdere levels tegenkomt, dit in tegenstelling tot een film, die vaak maar een enkele keer wordt bekeken. Het is dus mogelijk dat een hogere blootstelling tot placements kan zorgen voor een sterkere lange termijn effect op merkherinnering. 11

13 Brand Salience: (merkwaardering) Een onderzoek van Johnstone en Dodd (2000) stelt dat de effectiviteit op merkherinnering bij product placement sterk afhangt van het type, lengte en context van de placement. Hierbij zijn verschillende factoren van belang die naast de placement ook afhangen van de persoonlijkheid van de consument. In het onderzoek van Johnstone en Dodd, waar verschillende placements worden getoond in een stuk film, en waar de waardering voor elk merk werd gemeten, kwam naar voren dat bepaalde merken in bepaalde settings voor een hogere merkwaardering kunnen zorgen. Kennis van het merk vooraf kan er echter voor zorgen dat de merkwaardering daalt. Dit komt echter niet vaak voor. Over het algemeen stellen Johnstone en Dodd dat product placement een positief effect heeft op merkwaardering, tenzij de placement zodanig prominent in beeld komt dat het de kijker stoort. Hierbij moet worden gedacht aan een onnatuurlijke setting waarin de placement wordt vertoond, het overmatig inzoomen op de placement of het onnatuurlijk vaak in beeld laten komen, hierdoor kan de merkwaardering negatief worden. Dit is in lijn met het eerder genoemde kwalitatieve onderzoek binnen de advertentie industrie van Russel en Belch (2005). Effecten van product placement op affect De effecten van product placement op het affect bestaan eveneens als bij cognitie uit verschillende deeleffecten. Er is beduidend minder onderzoek gedaan naar deze fase binnen het HoE model in vergelijking tot cognitie. Binnen de gevonden studies worden brand attitudes, brand identification en brand image onderscheiden. Brand attitudes verklaart in welke mate product placement een effect heeft op de attitudes die men vormt over een merk, waarbij brand identification de consument zichzelf met het merk kan identificeren. Brand image verklaart welk beelden en kenmerken men bij een bepaald merk vormt. Onderzoek is veelal gedaan aan de hand van vragenlijsten, waarbij een schaal meet in hoeverre men een positiever of negatiever affect heeft ten opzichte van het merk. Daarnaast zijn er ook onderzoeken waarin diepte-interviews en focusgroepen als meetmethode worden toegepast. Yang en Roskos-Ewoldsen (2007) stellen dat product placement een positief effect kan hebben op de attitudes die men vormt over een merk. In de studie waarin verschillende vormen van placements werden getoetst, kwam naar voren dat als een personage binnen een film een product gebruikt er een positievere attitude ontstond in tegenstelling tot een product placement in de achtergrond. Ook de lengte waarin 12

14 de placement zichtbaar is, heeft een positief effect op de attitudes: hoe langer de placement in beeld is, hoe positiever de attitudes zich vormen. Kijkgeschiedenis en herhaling, oftewel of men de show eerder had gezien, had geen effect op de attitudes. Een onderzoek van Reijmersdal, Neijens en Smit (2007) wijst er echter op dat bij het zien van meerdere afleveringen men de brand image uit die show steeds sterker overneemt. Dit wil zeggen dat het geschetste beeld van een merk wordt geassimileerd door de consument naarmate men meer naar het betreffende programma kijkt. De attitudes veranderen dus niet terwijl het beeld van een merk wel kan veranderen. Een interessante uitkomst van ditzelfde onderzoek was dat brand memory niet gerelateerd is aan brand image. Hierbij werd de brand image sterker naarmate men meer keek, al kon men dit niet terug relateren naar het bewust zijn van de product placement, er was geen verschil in score op brand memory in tegenstelling tot brand image. Dit suggereert dat het cognitieve proces, de placement bewust herkennen en benoemen zich op een impliciet niveau afspeelt, men heeft niet bewust door dat er product placements worden getoond, maar deze placements worden wel verwerkt. Een onderzoek van Russel en Stern (2006) stelt dat naarmate men meer binding voelt met een personage binnen een serie, men de attitudes van deze personage ten aanzien van producten overneemt. Deze zijn bij negatieve attitudes sterker dan bij positieve attitudes. Russel (2002) stelt dat de attitudes die iemand vormt bij het zien van product placements samenhangt met de plotconnectie en de modaliteit. Een visuele placement met een lage plotconnectie veroorzaakt een positievere attitude dan een visuele placement met hoge plotconnectie. Het omgekeerde is waar voor auditieve placements: een hoge plotconnectie veroorzaakt een positievere attitude dan een lage plotconnectie. De verklaarde reden hiervan sluit aan bij het eerder benoemde onderzoek van Johnstone en Dodd (2005). Als een placement visueel te prominent in beeld komt, bijvoorbeeld door een hoge plotconnectie gaat men over the top en vervalt de persuasieve kracht van product placement. Er ontstaat een onnatuurlijke weergave van de placement en men doorziet de reclameboodschap. Bij auditieve placements is het onnatuurlijk om een merk te noemen als deze niet in het verhaal past. Daarom is dit effect bij auditieve placements andersom. Yang en Roskos-Ewoldsen (2007) onderscheiden deze twee vormen van placement als congruente en incongruente placements. Congruente placements zijn hierbij de placements in natuurlijke setting, waarbij incongruente placements onnatuurlijk zijn. Congruente placements zorgen in verhouding tot een hogere attitudeverandering dan 13

15 incongruente placements. Russel (2002) vond een positieve attitudeverandering onder congruente placements, zelfs al was de recognition laag. Dit sluit aan bij het eerder genoemde onderzoek van Reijmersdal, Neijens en Smit (2007). Men kon niet goed benoemen dat men een placement had gezien, al werd wel de attitude ten opzichte van het merk veranderd. Ook Lord en Gupta (2010) concluderen dat een prominente placement een hogere recall heeft, alleen is hierbij ook een grotere kans op de vorming van negatieve attitudes en beliefs over het getoonde merk. Effecten van product placement op conatie De laatste fase van het HoE model is conatie. Volgende de theorie loopt men eerst de fases cognitie en affect door, om uiteindelijk bij conatie te eindigen. Bij onderzoek naar product placement worden verschillende onderdelen van het conatieve proces in kaart gebracht, te noemen koopintentie, brand choice en brand usage behavior. Brand usage behavior verklaart op welke wijze men een merk gebruikt, wanneer men deze bijvoorbeeld aanschaft en of men het merk vaak gebruikt. Naar de fase conatie is in de wetenschap zeer weinig onderzoek gedaan. Dit heeft als reden dat het zeer moeilijk is om de impact van product placement op conatie in kaart te brengen. Vaak hebben consumenten al een bestaand beeld van een merk, waarna de product placement net de trigger kan zijn om een product aan te kopen (Russel, 2002). Om deze variabele te vermijden moet er worden gebruik gemaakt van niet bestaande merken, wat zeer duur kan zijn. Dit heeft als gevolg dat onderzoeken waarin bekende merken worden getoetst de resultaten vaak niet significant zijn, omdat men al zeer stabiele attitudes heeft ontwikkeld (Verbraeken, 2007). Wel zijn uit de praktijk een aantal voorbeelden dat product placement wel degelijk in verband kan worden gebracht met verhoogde mate van aankopen. Zo refereert Cebrzynski (2006) naar een uitzending van The apprentice waarin de merken Blizzard en Dairy Queen gebruik maakten van product placement. In navolging van het programma steeg het verkoop van beide merken met 30%. Dit is in lijn met het voorbeeld van E.T. uit de inleiding. Bij deze voorbeelden is er uiteraard geen empirisch bewijs dat de placement direct in verband kan worden gebracht met de verkoopstijging, al is het vermoeden zeer sterk. In een exploratief onderzoek van Morton en Friedman (2002) is met vragenlijsten de mening over product placement en brand usage behavior getoetst. De resultaten 14

16 wijzen erop dat een bepaalde subset aan ideeën over product placement een voorspellende werking kan hebben op gedrag omtrent welk merk men kiest in de winkel. Met name de mening over hoe het product wordt getoond binnen het medium, kan een voorspellende werking hebben op brand usage behavior. Heeft men een hierbij een positieve houding, dan is de kans dat men het product kiest groter. Hierbij is er geen link tussen ethische meningen over product placement en brand usage behavior. Als men negatief tegenover product placement staat zou men nog steeds het getoonde merk kiezen. Yang en Roskos-Ewoldsen (2007) bevestigen dit. In het onderzoek werden verschillende vormen van product placement getoond. Hierbij kwam naar voren dat deelnemers die een bepaalde placement zagen in de getoonde films een grotere kans hadden die merken te kiezen (brand choice) dan deelnemers die de placement niet hadden gezien. De verschillende vormen van de placement (prominentie, link met verhaallijn en gebruik door personage) hadden hier echter geen modererende werking op. 15

17 Discussie Binnen dit onderzoek zijn de effecten van product placement die binnen het HoE model vallen in kaart gebracht en vergeleken. De hoofdvraag van dit onderzoek is: Wat zijn de effecten van product placement op cognitie, affect en conatie en wat is de wisselwerking tussen deze drie fases? De meest gebruikte methode om de effectiviteit van product placement te meten is recall, een groot deel van de empirische studies baseert hierop zijn conclusies. Recall meet in combinatie met placement recognition de merkherkenning en merkherinnering wat aansluit op de fase cognitie in het HoE model. In alle gevonden studies heeft product placement een positief effect op merkherinnering. Hierbij worden een aantal variabelen onderscheiden die de mate van merkherinnering beïnvloeden. Hierbij speelt prominentie van de placement een rol, hierbij kan onder andere gedacht worden aan de mate van connectie tot het plot. Hoe hoger de connectie met het plot, hoe sterker het merk wordt herinnerd. Ook speelt de modaliteit van de placement een rol in de mate waarop het product wordt herinnerd. Auditieve placements worden over het algemeen beter opgemerkt dan visuele placements, echter heeft de mate van prominentie hierin een duidelijke invloed. Opvallend is dat auditieve placements sneller worden opgemerkt ongeacht de plotconnectie, een andere uitkomst is het geval bij visuele placements. Een lage prominentie zorgt voor een lage mate van herkenning. Een combinatie van auditieve en visuele placements zorgt niet voor een hogere herkenning van het merk dan een placement op een van beide modaliteiten. Ook blijkt emotionele context een rol te spelen in de merkherkenning en herinnering waarbij een placement in negatieve context een hogere merkherinnering oplevert. Kennis van het merk voor blootstelling aan de placement blijkt de merkherinnering positief te beïnvloeden. Op lange termijn neemt de merkherinnering van product placement af. Binnen deze studie zijn kleine verschillenen gevonden in de mate van de effecten. Hier zijn verschillende onderzochte media, verschillende meetmethodes, onderzochte personen en setting van onderzoek waarschijnlijk de oorzaak van. Echter, de resultaten hangen op zodanige wijze samen dat dit geen discutabele verschillen opriep. 16

18 Binnen de fase affect zijn echter wel verschillen gevonden die niet in lijn staan met het HoE model. Binnen de gevonden literatuur kan product placement zowel positieve en negatieve affecten bewerkstelligen, zelfs al is de mate van cognitie erg klein, of zelfs niet bewezen. Een aantal variabelen spelen hierbij een rol als identificatie met het personage die het product gebruikt, de lengte van de placement, het vaker zien van een show, plotconnectie en modaliteit. In alle mogelijkheden kan product placement een positief affect veroorzaken. Echter, als een placement zich afspeelt in een onnatuurlijke (incongruente) setting en de consument doorheeft dat het een advertentie betreft, dan kunnen er negatieve attitudes vormen. De manier waarop men de placement verwerkt, heeft dus effect op de manier waarop attitudes en dus het affect worden gevormd. Dit verwijst terug naar het model van Kozary en Baxter (2010), waarin verwerking tussen de centrale route en perifere route stelt dat als men de placement op een onbewust niveau verwerkt, er een hogere mate van affect kan optreden, terwijl cognitie laag of niets scoort. Op het conatieve niveau blijkt er een groot hiaat in het onderzoek naar product placement te zitten. Er zijn weinig onderzoeken die product placement direct linken naar conatief gedrag, dit komt omdat het erg duur en lastig is om puur op product placement te meten, maar er is wel empirisch bewijs dat product placement een positief effect kan hebben op merkkeus, merkgebruik en koopintentie. Hierbij hoeft er echter niet direct een link te worden gelegd met affectief en cognitieve processen. Uit de praktijk zijn echter wel enkele voorbeelden, waarin er een sterk vermoeden is dat product placement een effect kan hebben op het aankopen van het getoonde merk. De wisselwerking tussen cognitie, affect en conatie Volgens het HoE model moet men een aantal fases doorlopen in het opbouwen van een merkrelatie. Na de eerste fase cognitie volgt affect en ten slotte conatie. Uit dit onderzoek blijkt dat dit niet het geval hoeft te zijn. De fases cognitie, affect en conatie kunnen elkaar wel degelijk opvolgen, maar dit is zeker niet altijd het geval. Zo lijkt het voorgestelde theoretische framework van Kozary en Baxter (2010) beter te passen in de gevonden literatuur dan het tot dusver als standaard aangenomen model van HoE. Bij placements die worden verwerkt op het centrale niveau van het ELM model blijkt uit de literatuur dat er een verhoging in cognitie is maar niet per se een verhoging op affectief en conatief niveau. Bij een verwerking van de placement via de perifere route blijkt er geen of weinig verhoging te ontstaan op het gebied van cognitie, maar 17

19 kan er wel een verhoging optreden op affectief en conatief niveau. Concluderend kan dus worden gesteld dat binnen het onderzoek van product placement het HoE model niet volledig toepasbaar blijkt. Alle onderdelen van het model komen wel terug in het onderzoekskader van product placement. Echter, de route die het model aflegt, hoeft niet volgens een vast pad te volgen. Er hoeft niet gestart te worden op cognitief niveau. Zelfs bij een niet significante score op cognitie kan men nog steeds een effect hebben op affectief en conatief niveau. Het kan zelfs zo zijn, dat een hoge positieve score op cognitie er een verlaging kan ontstaan op affectief en conatief niveau. Dit kan binnen de gevonden literatuur binnen dit onderzoek terug te koppelen zijn aan de verschillende vormen van product placement. Zo is een congruente placement vaak subtieler dan een non-congruente placement en is het duidelijk dat placement in onnatuurlijke setting vaak meer opvalt dan een natuurlijke ogende placement en hierdoor op een meer subtiele manier overkomt bij het publiek. Kozary en Baxter (2010) stellen in hun model purchase intention centraal. Dit is een onderdeel van het conatieve proces van het HoE en zou theoretisch dus ook moeten te relateren zijn naar de andere conatieve aspecten van de effecten van product placement, al is hier nog te weinig empirisch bewijs voor om deze gedachte gegrond te verklaren. Binnen het model is het ook mogelijk direct via awareness naar persuasion of koopintentie te gaan. Dit is in lijn met de gevonden literatuur binnen dit onderzoek. Een andere wisselwerking tussen de 3 fases van het HoE model waarvan binnen deze studie geen bewijs is gevonden, maar wat ook niet ontkracht is, is een mogelijk omgekeerde route van het HoE model. Is het mogelijk dat als men een product aanschaft (conatief niveau), er pas later merkbinding (affect) mee krijgt, en daarna het merk op een cognitief niveau verwerkt? Deze, en mogelijke andere routes, zouden in vervolgonderzoek nader kunnen worden bekeken. Het model van Kozary en Baxter (2010) blijkt concluderend een beter inzicht te geven in de effecten product placement en de wisselwerking hiertussen dan het bestaande HoE model. Echter, er is nog veel onderzoek nodig om dit model volledig te kunnen valideren, met name op het affectieve en conatieve niveau, ook zal er meer onderzoek gedaan kunnen worden naar de wisselwerking tussen deze fases. De insteek van deze studie is om product placement vanuit de breedst mogelijke zin te benaderen. In die zin is dit onderzoek te grote lijnen te generaliseren naar de praktijk, echter moet er wel rekening gehouden worden een aantal limitaties van dit onderzoek. Er is met name gebruik gemaakt van onderzoeken over film en tv, 18

20 waarbij onderzoeken van onder andere nieuwe vormen van media niet zijn meegenomen. Verder onderzoek zal kunnen uitwijzen wat de verschillende effecten van product placement zijn tussen verschillende media, productgroepen en vormen van plaatsing. Binnen dit onderzoek is met name gebruik gemaakt van onderzoeken uit de westerse wereld. Vervolgonderzoek kan uitwijzen of er wellicht culturele verschillen zijn. Afsluitend is de brede insteek van deze studie door middel van literatuuronderzoek van alle vormen van product placement niet specifiek genoeg om gerichte uitspraken te doen. Bij een meer gefocuste studie op specifiekere vormen van product placement zou dit wel kunnen. De uitkomst van deze studie kan marketeers een betere begrip geven hoe product placement werkt en hoe deze in te passen in de strategie. Hierbij kan ook worden gekeken wat de rol van product placement kan zijn naast de bestaande vormen van adverteren en hoe de wisselwerking is tussen de verschillende vormen van adverteren. Tot slot is te stellen dat product placement een bijzondere vorm van adverteren blijft die tussen de saturatie van bestaande advertentiekanalen een verfrissende manier van adverteren blijkt te zijn. Echter, wegens de beperkte wetenschappelijke kennis blijkt het ook een zeer interessant onderzoeksveld te zijn waarin nog veel te ontdekken valt. 19

21 Bronnen Auty, S., Lewis C. (2004). Exploring children s choice: the reminder effect of product placement. Psychology & Advertising 21, 9 (2004): doi: /mar.XXXXXX Balasubramanian, S. K., Karrh, J. A., & Patwardhan, H. (2006). Audience response to product placements: an integrative framework and future research agenda. Journal of Advertising, 35(3), doi: /JOA Berry, Thomas E. (1987). The development of the hierarchy of effects: an historical perspective. Current Issues & Research in Advertising, 1, Cebrzynski, G. (2006). Lights! camera! product placement! Nation's Restaurant News, 40, 1-5 Curtis, J. (1999). Making the best of a tv appearance: product placement on television can be worth thousands in brand exposure. Marketing, 29, 55. Dainton, M. & Zelley, E.D. (2005). applying communication theory for professional life, a practical introduction. Thousand Oaks: Sage Publications DeLorme, D., Reid, L. (1999). Moviegoers experiences and interpretations of brands in films revisited. Journal of Advertising, 28, Gupta, P. B. & Lord, K. R. (1998). Product placement in movies: The effect of prominence and mode on audience recall. Journal of Current Issues and Research in Advertising, 20(1), Johnstone, E., Dodd, C.A. (2000). Placements as mediators of brand salience within a UK cinema audience. Journal of Marketing Communications, 6(3), doi: Kozary, B., Baxter, S. (2010) The influence of product placement prominence on consumer attitudes and intentions: a theoretical framework. Advance online publication. url: Law, S., Braun-LaTour, K. A. (2004) Product placement, how to measure there 20

22 impacts. In Shrum, L. J. (2004) The psychology of entertainment media. London, England: lawrence erlbaum associates. Lehu, J. & Bressoud, E. (2009). Recall of brand placement in movies: Interactions betweenprominence and plot connection in real conditions of exposure. Recherche et Applications en Marketing, 24(1), Lord, K. R., Gupta, P. B., (2010). Response of buying-center participants to B2B product placements. Journal of Business & Industrial Marketing, 25(3), Morton, C. & Friedman, M. (2002), I saw it in the movies : exploring the link between product placement beliefs and reported usage behaviour. Journal of Current Issues and Research in Advertising. 24, (2), Nelson, M. R. (2002) Recall of brand placements in computer/video games. Journal of Advertising Research, 42, Newell, J., Salmon, C., Chang, S. (2006). The hidden history of product placement. Journal of Broadcasting & Electronic Media, 50(4), Petty, R., Cacioppo, J. (1986).Communication and persuasion: central and perripheral routes to attitude change. New York: Springer-Verlag Poh, D., Stewart, A. (2002). An exploratory investigation of attitude toward the website and the advertising hierarchy of effects, In AusWeb02, the Web enabled global village, proceedings of AusWeb02, the eighth Australian World Wide Web Conference (pp ). Lismore: Southern Cross University press. Puccinelli, N. (2002), Special session summary implicit measures as effective market research tools. Advances in Consumer Research, 29, PQ Media. (2006). Product Placement Spending in Media 2006,. Opgehaald van Reijmersdal, E., Neijens P., Smit, G. (2007). Effects of television brand placement on brand image. Psychology & Marketing, 24 (5): DOI: /mar.2016 Russell, C. (2002). investigating the effectiveness of product placements in television shows: the role of modality and plot connection congruence on brand memory and 21

23 attitude. Journal of Consumer Research, 29(3), Russel, C., Belch, M. (2005) A managerial investigation into the product placement industry. Journal of advertising research, 3, DOI: /S Russell, C. A. & Stern, B. B. (2006). Consumers, characters, and products. A balance model of sitcom product placement effects. Journal of Advertising, 35(1), doi: /joa Sheehan, K. B., Guo A. (2005). leaving on a (branded) jet plane: an exploration of audience attitudes towards product assimilation in television content. Journal of current issues and Research in Advertising, 27(1), Tsai, M., Liang, W., Liu, M. (2007). the effects of subliminal advertising on consumer attitudes and buying intentions. International Journal of Management, 24(1), Verbraeken, F. (2007) De invloed van product placement in films op de perceptie van consumenten. Master s thesis, Universiteit Gent, Belgie. Opgehaald van Yang, M., Roskos-Ewoldsen, D. (2007). The effectiveness of brand placement in the movies: Levels of placement, explicit and implicit memory, and brand-choice behavior. Journal of Communication, 57(3), Zillmann, D. (1999). Exemplification Theory: Judging the Whole by Some of Its Parts. Media Psychology, 1(1),

24 Bijlage 1: Tabel onderzoeken 23

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Product placement: Revealed

Product placement: Revealed Product placement: Revealed Onderzoek naar de invloed van product placement op merkherinnering en merkattitude Rôchelle Renfurm 5601525 Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Afstudeerseminar:

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Merken waar je niets van merkt

Merken waar je niets van merkt Merken waar je niets van merkt Product placement: het effect van plotconnectie, modaliteit en prominentie op merkattitude en merkherinnering BA-thesis Annabel Lammers (6052592) Afstudeerseminar Media en

Nadere informatie

Hoe marketingcommunicatie werkt

Hoe marketingcommunicatie werkt OHT 3.1 Hoe marketingcommunicatie werkt In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Hoe de hiërarchie van effecten de werking van communicatie kan beschrijven Het belang van attitudevorming voor het overtuigen

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Wat is het effect van product placement in films op de naamsbekendheid van Coca Cola?

Wat is het effect van product placement in films op de naamsbekendheid van Coca Cola? Wat is het effect van product placement in films op de naamsbekendheid van Coca Cola? Paperday 20 januari 2014 Nicky van der Stoep 2160589 Advanced Course Applied Research 2259XADV13 M. de Bresser International

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Leidt product placement tot beteree recall

Leidt product placement tot beteree recall Leidt product placement tot beteree recall als iemand in een positieve mood is? Een theoretische studie naar de relatie tussen product placement en brand recall, gemodereerd door mood. Name : Dominique

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Just Stream It De effectiviteit van online video 4 november 2008 MIE, Rotterdam Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Agenda 2 Online video is booming Uitgesteld kijken Grootschalig

Nadere informatie

Samenvatting. Bachelor Thesis Marketing -R.J.F. Broeren- 2

Samenvatting. Bachelor Thesis Marketing -R.J.F. Broeren- 2 Samenvatting Deze studie onderzoekt de relatie tussen verschillende typen product placements en de merkattitude van de consument, met daarbij het effect van merkbekendheid op deze relatie. Met de verschillende

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Mere exposure en happy vs. sad in product placements

Mere exposure en happy vs. sad in product placements Bachelor Thesis Marketing Mere exposure en happy vs. sad in product placements Naam : Joris Bons ANR : 15 32 69 Studentnummer : U1236028 E-mail : J.L.L.Bons@uvt.nl Onderwerp : Product Placement Opleiding

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

A DATA-DISCOVERY JOURNEY

A DATA-DISCOVERY JOURNEY A DATA-DISCOVERY JOURNEY Waarom een data- discovery journey Je hebt een hoop data maar wat kun je er mee. Data is voor veel bedrijven nog een erg abstract begrip. Natuurlijk snapt iedereen dat informatie

Nadere informatie

8. Nederlandse Samenvatting

8. Nederlandse Samenvatting 8. Nederlandse Samenvatting 164 Chapter 8: Nederlandse Samenvatting Marketeers hebben over het algemeen veel moeite met het verdedigen van de marketinguitgaven, ze ontbreken de kunde of de wil om de impact

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number

Graduation Document. General Information. Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences. Student Number Graduation Document Master of Science Architecture, Urbanism & Building Sciences General Information Student Number 4106105 Student Name Nicky Joy Sargentini E. nickysargentini@gmail.com T. 06 10 56 52

Nadere informatie

Let op! Dit programma bevat brand placement!

Let op! Dit programma bevat brand placement! Let op! Dit programma bevat brand placement! Een onderzoek naar de invloed van programmabetrokkenheid op de effectiviteit van waarschuwingen voor brand placement. Masterthesis Communicatiewetenschap Naam:

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

De banner: effecten van grootte en animatie op gedrag Literatuurstudie

De banner: effecten van grootte en animatie op gedrag Literatuurstudie De banner: effecten van grootte en animatie op gedrag Literatuurstudie Miklós Kuijper 5739209 Docent: Guda van Noort Thesis voor het vak Merkcommunicatie in het Digitale Tijdperk Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames

Opstel Management & Organisatie Muziek in reclames Opstel Management & Organisatie Muziek in recl Opstel door een scholier 2407 woorden 2 februari 2012 5 9 keer beoordeeld Vak M&O Inleiding Reclame wordt gebruikt als een middel om een doelgroep of persoon

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit

Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten. Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen Universiteit Affect en Cognitie in Attitudevorming van (On)bekende Attitude Objecten Roxanne I van Giesen a*, Arnout RH Fischer a, Heleen van Dijk a, Hans CM van Trijp a a Marktkunde En Consumentengedrag, Wageningen

Nadere informatie

Het Mediabrein. Stefanie Kreek (Sanoma Media) Walter Limpens (Neurensics) Den Haag, 01 februari 2012

Het Mediabrein. Stefanie Kreek (Sanoma Media) Walter Limpens (Neurensics) Den Haag, 01 februari 2012 Het Mediabrein Stefanie Kreek (Sanoma Media) Walter Limpens (Neurensics) Den Haag, 01 februari 2012 Waarom een revolutie? The trouble with market research is that people don't think how they feel, they

Nadere informatie

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek.

draagt via de positieve invloeden van de voorgaande mediatoren bij aan een verbeterde CRM effectiviteit in het huidige onderzoek. Why participation works: the role of employee involvement in the implementation of the customer relationship management type of organizational change (dissertation J.T. Bouma). SAMENVATTING Het hier gepresenteerde

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

eminar semina Noortje den Oudsten Docent: Rob van den Idsert Essay Vak: seminar studentennummer: Datum:

eminar semina Noortje den Oudsten Docent: Rob van den Idsert Essay Vak: seminar studentennummer: Datum: eminar semina randed content Noortje den Oudsten Docent: Rob van den Idsert Essay Vak: seminar studentennummer: 1603856 Datum: 07-01-2016 INHOUD INHOUD INHO inleiding...03 branded content...04 modebloggers...06

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Inhoudsopgave ATLAS onderzoek 2013 4 De wereld van BlowUPs 9 Bewustzijn 5 Het ATLAS onderzoek 10 Imago 6 Onderzoeksopzet 11 Impact

Nadere informatie

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur

Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Juggling with Media. The Consequences of Media Multitasking for Adolescent Development. W.A. van der Schuur Nederlandse Samenvatting [DUTCH SUMMARY] Nederlandse Samenvatting JONGLEREN MET MEDIA: DE GEVOLGEN

Nadere informatie

Een nieuwe kijk op Product Placement:

Een nieuwe kijk op Product Placement: : Kan Brand Awareness verder vergroot worden? ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Faculteit: Economics of Business Bachelor Thesis Marketing Naam Nancy Maassen Student nummer 353710

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting Effectiviteit muziek in TV reclame Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting The role of music in commercials, a nostalgic approach Ronald Veldman, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie

De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie De rol van zelfcontrole bij het effect van brand placement disclosures op merkevaluatie Bachelorscriptie Sleutelwoorden: zelfcontrole, brand placement disclosures, merkevaluatie, persuasion knowledge,

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen

Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen This chapter is part of: Griffioen, D.M.E. (2013). Research in Higher Professional Education: A Staff Perspective. Chapter

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

University of Groningen. Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes

University of Groningen. Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes University of Groningen Enabling knowledge sharing Smit - Bakker, Marloes IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

INFLUENCER MARKETING

INFLUENCER MARKETING INFLUENCER MARKETING Influencers zijn gebruikers op sociale media die veel vertrouwen bij hun volgers hebben verworven. Door over een merk of een product te schrijven kunnen ze de aankoopbeslissingen van

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

LinkedIn Advertising vs. Google AdWords

LinkedIn Advertising vs. Google AdWords LinkedIn Advertising vs. Google AdWords Let digital work fueld.nl LinkedIn Advertising en Google Adwords zijn beide kanalen die in een content marketing strategie worden ingezet om voor de doelgroep relevante

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Leren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012

Leren en betrokkenheid. dinsdag 6 maart 2012 Leren en betrokkenheid H8 Leren? Leren? Marketeers willen de consument iets leren over hun producten/ diensten: hoe te gebruiken, waar te kopen etc. Leren? Marketeers willen de consument iets leren over

Nadere informatie

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content De Toegevoegde Waarde van Branded Content Onderzoek naar het effect van branded content Wie zijn wij? Ingrid van der Werf Senior Research Consultant Sanoma Media Michiel Rotteveel Directeur Onderzoek MediaTest

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Best Formats In Media Sponsoring. Marketing June 2015

Best Formats In Media Sponsoring. Marketing June 2015 Best Formats In Media Sponsoring Inleiding Advertising or sponsoring TV & Web formats The audience s point of view Key learnings Best Formats in Media Sponsoring is een studie over de waardering van sponsoring

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

EFFECTIVENESS BAROMETER

EFFECTIVENESS BAROMETER EFFECTIVENESS BAROMETER Roland Van Gompel Inne Thielemans ivox 2017 Onderzoeksopzet Doel van het onderzoek Hoe denkt de Belgische marketeer over marketing communication effectiveness? Doelgroep Communicatiespecialisten

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

LinkedIn Advertising vs. Google AdWords

LinkedIn Advertising vs. Google AdWords LinkedIn Advertising vs. Google AdWords Voor welk advertentiekanaal kiest u? Content marketing wordt ingezet om voor de doelgroep relevante en waardevolle content te verspreiden. Helaas bevindt vaak niet

Nadere informatie

Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne

Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne Toegevoegde waarde pre-roll naast een televisiecampagne Agenda 1. Wat weten we al? 2. Doelstelling onderzoek 3. Opzet onderzoek 4. Resultaten 5. Advies Pre-rolls krijgen meer aandacht, worden beter onthouden

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt WHITEPAPER Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt Onderzoek van het (een initiatief van Bindinc) toont aan dat onder 50-plussers merktrouw vaker voorkomt dan onder 50- minners. Daarbij

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

Curatr als tool voor organisatie-ontwikkeling

Curatr als tool voor organisatie-ontwikkeling THEMA Demi Chau, Ashley Grimmelikhuijsen & Sanne Ghielen Curatr als tool voor organisatie-ontwikkeling Sociaal leren Massive Open Online Courses (MOOCs) zijn al enige tijd een grote trend in onderwijsland.

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Plan van aanpak. Namen Studenten: Tim Smit Bhanu Sharma Ryan Pool Paulo Bruns Denzel Seca

Plan van aanpak. Namen Studenten: Tim Smit Bhanu Sharma Ryan Pool Paulo Bruns Denzel Seca Plan van aanpak Namen Studenten: Tim Smit 500630016 Bhanu Sharma 500709428 Ryan Pool 500713831 Paulo Bruns 500716331 Denzel Seca 500672845 Klas: MMT1F Team: 2 Minor: Marketing Tomorrow Vak: Online Marketing

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

Samenvatting Brancherapport 2010.

Samenvatting Brancherapport 2010. Samenvatting Brancherapport 2010. De basis van dit rapport wordt gevormd door face-to-face interviews met ervaringsdeskundigen en een groot kwantitatief onderzoek onder meer dan 4.674 marketeers in Nederland

Nadere informatie

Bachelor thesis Marketing

Bachelor thesis Marketing Bachelor thesis Marketing 2009-2010 Mooie vrouw, mooie vrouw, mooie vrouw.. sterker merk? De kracht van herhalingstheorieën op de merkevaluatie Naam: Saskia van der Meer ARN: 284789 Topic: Impression Formation

Nadere informatie

Agenda. 1. Wat is POPAI? 2. Model: Visie op koopgedrag. 4. Meetstandaards voor effectiviteit van instore media 5. Samenwerken in de keten

Agenda. 1. Wat is POPAI? 2. Model: Visie op koopgedrag. 4. Meetstandaards voor effectiviteit van instore media 5. Samenwerken in de keten Het Expertisecentrum voor Marketing at Retail 1. Wat is POPAI? Agenda 2. Model: Visie op koopgedrag 3. Brancherapport 2010 4. Meetstandaards voor effectiviteit van instore media 5. Samenwerken in de keten

Nadere informatie

Persoonlijke factoren en Sales succes

Persoonlijke factoren en Sales succes Persoonlijke factoren en Sales succes Welke samenhang is er? Gerard Groenewegen Mei 2009 06-55717189 1 Agenda 1. Inleiding 2. Opzet studie 3. Beoordeling van dit onderzoek 4. Bevindingen 5. Conclusie 6.

Nadere informatie

Call Tracking. Slimme marketingbeslissingen maakt u op basis van complete data. AdCalls

Call Tracking. Slimme marketingbeslissingen maakt u op basis van complete data. AdCalls Call Tracking Slimme marketingbeslissingen maakt u op basis van complete data. AdCalls September 2015 1 INLEIDING Online conversies en de kanalen waarvan ze afkomstig zijn, worden precies gemeten door

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Zowel online als offline

Zowel online als offline Zowel online als offline reclame creëren online interesse in een merk Volgens bepaalde experts dient reclame tegenwoordig slechts een enkel doel: de consument naar de website van het betrokken merk lokken

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

Sponsoring In dit hoofdstuk zul je het volgende leren:

Sponsoring In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: OHT 11.1 Sponsoring In dit hoofdstuk zul je het volgende leren: Het verschil tussen sponsoring en andere instrumenten van de communicatiemix De werking van sponsoring Waarom sponsoring een steeds belangrijker

Nadere informatie

Sponsored by Instagram

Sponsored by Instagram Sponsored by Instagram Een experiment naar de effecten van personalisatie van advertenties en centralisatie van merknamen in advertenties op Instagram onder jongvolwassenen van 18 tot en met 30 jaar Yari

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie