fa J f f f HA W Jaarverslag Walderwljs 7961 AK Rumerwold Teleføon Emel! derw\js nl wolderwus internet WW- Versne 2.

Transcriptie

1 6 Jaarverslag fa J f f f HA W 2015 Walderwljs 7961 AK Rumerwold Teleføon Emel! \nfc>@wc:1 derw\js nl internet nl wolderwus WW- Versne 2.0

2 Inhoudsopgave jaarverslag Voorwoord Bestuursverslag Maatschappelijkeopdracht 1.1 Visie, missie en kernwaarden 1.2 Beschrijving van de stichting 1.3 Organogram 1.4 Communicatie en verantwoording naar de stakeholders 1.5 Succesbepalende factoren 1.6 Kerncijfers en kengetallen 1.7 Leerlingprognoses Interne bedrijfsvoering 2.1 Algemeen 2.2 Succesbepalende factoren 2.3 Managementovereenkomsten 2.4 Samenwerkingsverbanden Klanten (ouders en leerlingen) 3.1 Algemeen 3.2 Succesbepalende factoren 3.3 Tevredenheidsonderzoek 3.4 Marktaandeel 3.5 Klachtenregeling Ontwikkeling en groei 4.1 Algemeen 4.2 Succesbepalende factoren 4.3 Strategisch beleidsplan 4.4 Deelname Drentse Onderwijsmonitor en Prisma-Drenthe 4.5 Overig personeelsbeleid Financiën 5.1 Algemeen 5.2 Succesbepalende factoren 5.3 Financiën verslagjaar 5.4 Treasuryverslag 5.5 Prestatiebox Continuïteitsparagraaf 6.1 Algemeen 6.2 Financiële rapportage 6.3 Overige rapportages LOOO\l\ O3C`! Bijlagen: Overzicht scholen Samenstelling centrale organen Lijst van afkortingen Jaarrekening 2015

3 nu Jaarverslag 2015 Stichting Wolclerwijs Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2015 van Stichting Wolderwijs. Stichting Wolderwijs verzorgt het openbaar primair onderwijs in de gemeente De Wolden. Het jaarverslag is voor een groot deel opgesteld conform een model waarbij jaarlijks vooraf ambitieuze doelen worden opgesteld, deze tussentijds worden gecontroleerd en achteraf worden beschouwd op het behalen ervan; een prestatierneetsyateem. De belangrijkste te behalen doelen van Stichting Wolderwijs in 2015 zijn beschreven in de managementafspraken tusaen het bestuur en de algemeen directeur en vormen de basis voor dit verslag. Deze doelen en de realisatie ervan worden behandeld in dit jaarverslag. Het jaarverslag over het kalenderjaar 2015 is vastgesteld door het bestuur, als intern toezichthouder van Stichting Wolclerwijs. De bevoegdheid daartoe is geregeld in artikel lid S van het bestuurs~ en managemeritstatuut. Ruinerwold, 9 ei we Mulder Algemeen directeur nu

4 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Bestuursverslag Organisatie: Met ingang van 1 augustus 2010 is de wet "Goed onderwijs, goed bestuur" in werking getreden. Een belangrijk onderdeel van deze wet betreft de verplichte scheiding van bestuur en intern toezicht. Goed bestuur betekent dat ieder bestuur wordt geacht te functioneren volgens algemene principes van goed bestuur. Als onderdeel daarvan stelt de wet als voorwaarde dat iedere rechtspersoon die met publieke gelden scholen in stand houdt, het interne toezicht op het bestuur goed regelt. Het houdt in dat er scheiding is tussen uitvoering (algemeen directeur) en toezicht (bestuur). Het stichtingsbestuur heeft een toezichtskader met betrekking tot de uitvoering van beleid door de algemeen directeur en staat daarmee op afstand. Het bestuurs- en managementstatuut en het toezichtskader bestuur management (beide vastgesteld op 29 oktober 2009) regelen de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het stichtingsbestuur en de algemeen directeur enerzijds en van de algemeen directeur en de schooldirecteuren anderzijds. ln dit statuut zijn tevens de verschillende mandaten vastgelegd. De rol van het stichtingsbestuur is toezichthoudend. Het stichtingsbestuur bepaalt het beleid met name op strategisch niveau onderwijs-, personeels- en financieel beleid). De algemeen directeur is integraal verantwoordelijk voor de verdeling van middelen, de inzet en de ontwikkeling van de personeelsleden en de ontwikkeling van accommodaties en voorzieningen, zoals het communicatiebeleid. Stichting Wolderwijs onderschrijft de "code goed bestuur in het primair onderwijs", die is vastgesteld door de PO-Raad. Er is scheiding tussen de functies van bestuur en intern toezicht. Er is een formeel bestuur (intern toezicht), een algemeen directeur (feitelijke uitvoering van het beleid van het bestuur) en management (schooldirecteuren en bovenschoolse beleidsmedewerkers). De documenten van Stichting Wolderwijs, die vanaf de verzelfstandiging zijn opgesteld, zijn in overeenstemming met de code goed bestuur. ln verband met een eigentijdse scheiding van bestuur en toezicht is het wenselijk toe te werken naar een model College van Bestuur en Raad van Toezicht. Het bestuur heeft begin 2016 de algemeen directeur opdracht gegeven dit in gang te zetten met behulp van externe deskundigen van de organisatie Leeuwendaal. Naar verwachting zal Stichting Wolderwijs per 1 januari 2017 het nieuwe bestuurs- en toezichtsmodel hanteren. Activiteiten: Het stichtingsbestuur heeft in 2015 zeven maal vergaderd. Eén van vergaderdata werd gecombineerd met een schoolbezoek. Daarnaast heeft het bestuur eens per jaar overleg met de voltallige GMR. Eind 2015 is er een informatieavond geweest over de Code Goed Bestuur. De verschillende bestuurscommissies (zie bijlage zijn een aantal keren bijeen geweest om voor hen specifieke zaken te bespreken en voor te bereiden. De commissie financiën en kwaliteit, waarin twee bestuursleden zitting hebben, heeft jaarlijks overleg met de accountant over de jaarrekeningcontrole. Het bestuur nodigt jaarlijks de gemeenteraad uit voor een algemene informatieve bijeenkomst. De voorzitter van het bestuur en de algemeen directeur hebben daarnaast een aantal keren perjaar overleg met de wethouder. Het bestuur evalueert zijn handelen en werkwijze eens per jaar met het oog op good governance. aanwezigheid van de algemeen directeur. Dit zowel in als buiten Het bestuur heeft in 2015 verscheidene onderwerpen besproken, waaronder: 0 Managementovereenkomst tussen algemeen directeur en bestuur I lnspectiebezoeken 0 Verzuim- en beoordelingsbeleid 0 Managementrapportages 0 Strategisch beleidsplan 0 Bestuursformatieplan 0 Procedure (her)benoeming en aftreden bestuursleden 0 Samenwerking met andere schoolbesturen 0 Meerjarenbegroting 0 Jaarverslag Directiestructuur 0 Wolderwijsacademie 0 Bestuursstructuur (Code Good Governance) 0 Kwaliteit van het onderwijs beleidsstukken Onderwijs en Kwaliteit) I Bibliotheek in de school 0 Integrale Kindcentra (IKC zie volgende pagina

5 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Integrale Kindcentra; verbonden partijen: Stichting Wolderwijs heeft in 2015 een onderzoek ingesteld naar de haalbaarheid en wenselijkheid van Integrale Kindcentra in de gemeente De Wolden. Deze ontwikkeling is landelijk al een aantal jaren gaande. Naar aanleiding daarvan is op 1 juni 2015 Stichting Kindcentra Wolderwijs opgericht. Deze stichting heeft als doel: Het opzetten, ontwikkelen, organiseren en instandhouden van integrale kindcentra, alwaar kinderen in de leeftijd van nul tot en met twaalf jaar gedurende de dag kunnen komen om te leren, te spelen, zich te ontwikkelen en anderen te ontmoeten. Kindcentra Wolderwijs werken met ingang van schooljaar 2015/2016 samen aan de Stichting Wolderwijs en Stichting ontwikkeling van vier binnen de multifunctionele accommodaties in de plaatsen De Wijk, Ruinen, Ruinerwold en Zuidwolde. Dit wordt op termijn uitgebouwd (door middel van satellietverbindingen) naar de kleinere kernen in de gemeente De Wolden waar scholen van Stichting Wolderwijs staan. Het onderwijs wordt verzorgd door Stichting Wolderwijs en de kinderopvang door Stichting Kindcentra Wolderwijs. Samen bieden zij een totaalpakket op het gebied van educatie (basisschool), opvang, ontwikkeling, zorg, welzijn en vrije tijd. De bestuursleden van Stichting Wolderwijs zijn dezelfde als die van Stichting Kindcentra Wolderwijs, wat betekent dat er sprake is van verbonden partijen. Er is sprake van overheersende zeggenschap De gegevens met betrekking tot de verbonden partij zijn opgenomen in de jaarrekening van 2015 (onderdeel 7 van dit verslag). Het Integraal Kind Centrum en de ontwikkeling hiervan krijgt veel landelijke en regionale aandacht. Deze ontwikkelingen worden nauwlettend in de gaten gehouden. ln de komende jaren zal er steeds meer duidelijkheid komen over de mogelijkheden binnen de IKC-ontwikkeling. Mogelijke juridische en financiële consequenties worden dan beschouwd en doorgevoerd. De rol van Gemeente De Wolden bij de ontwikkeling van lkc's is van groot belang. Het gaat om een maatschappelijke ontwikkeling die verder gaat dan de vorming van brede scholen. Wolderwijs heeft voortdurend contact met onder andere Gemeente De Wolden over de verschillende ontwikkelingen en subsidiestromen die gepaard gaan met de ontwikkeling van lkc's.

6 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Maatschappelijke opdracht 1.1 Kernwaarden, missie en visie Stichting Wolderwijs verzorgt openbaar basisonderwijs op basis van een zestal kernwaarden/wezenskenmerken: 0 Iedereen is welkom: De openbare basisscholen staan open voor alle kinderen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid; 0 Iedereen is benoembaar: Benoembaarheid op de openbare basisscholen geldt voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid; 0 wederzijds respect: De openbare basisscholen houden rekening met en gaan uit van wederzijds respect voor de levensbeschouwing of godsdienst van alle leerlingen, ouders en personeelsleden; 0 Waarden en normen: De openbare basisscholen besteden actief aandacht aan uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden; 0 Van en voor de samenleving: De openbare basisscholen zijn van en voor de samenleving en betrekken leerlingen, ouders en personeelsleden actief bij de besluitvorming over doelstellingen en werkomstandigheden en stemmen af met externe betrokkenen en belanghebbenden; 0 Levensbeschouwing en godsdienst: De openbare basisscholen bieden de gelegenheid om levensbeschouwelijk vormings- of godsdienstonderwijs te volgen. Stichting Wolderwijs biedt alle kinderen een optimale ontwikkeling van hun kwaliteiten en talenten. Daarnaast wordt alle leerlingen en hun leerkrachten een veilig en plezierig schoolklimaat geboden. Het onderwijs en de organisatie krijgen vorm vanuit het motto: "Het kind staat centraal". De missie die hiermee samenhangt luidt: 0 Elk kind is uniek, verschillen zijn vanzelfsprekend; 0 Elk kind moet zich als mens optimaal kunnen ontplooien, individueel en sociaal; 0 Ouders zijn de partners, belanghebbenden en klanten van de school; 0 De scholen vormen een lerende organisatie, waarin professionals met elkaar verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs; 0 Scholen kunnen veel van elkaar leren; 0 Het bestuur stelt de scholen in staat de missie te realiseren. Elke school vertaalt deze missie naar haar eigen missie en visie. Deze schoolvisies worden vertaald naar de schoolplannen en schooljaarplannen. Vanuit de kernwaarden en de missie volgt de visie, die gericht is op de toekomst. De visie is: I Het bieden van excellent onderwijs op alle scholen; 0 Het bundelen van de krachten' 0 Het voortdurend werken aan de ontwikkeling van gemotiveerde en betrokken medewerkers; 0 Het op een enthousiaste en inspirerende wijze stimuleren van de groei van ieder kind. De missie en visie worden vertaald in concrete doelen. Dit jaarverslag geeft inzicht in de prestaties op en de relatie tussen vier essentiële perspectieven binnen de organisatie: Interne bedrijfsvoering; 0 Klanten (ouders en leerlingen); l 0 Ontwikkeling en groei; I Financiën. De doelen (succesbepalende factoren; zie voor 2015 en de realisatie ervan worden aan de hand van deze perspectieven in hetjaan/erslag toegelicht. 1.2 Beschrijving van de stichting Stichting Wolderwijs is met ingang van 1 januari 2010 statutair opgericht. Ultimo 2015 vallen onder Stichting Wolderwijs tien basisscholen waarvan vijf met minder dan 100 leerlingen en vijf met meer dan 100 leerlingen. De schooldirecteuren hebben zitting in het managementoverleg onder leiding van de algemeen directeur. De vijf kleine scholen zijn: Echtenest (Echten), De Klimtoren (Drogteropslagen), De Bosrand (Kerkenveld), Het Veldboeket (Veeningen) en De Wezeboom (Oosteinde). De vijf middelgrote en grote scholen zijn: Oelebröd (Ruinen), Het Groene Hart (Zuidwolde), De Dissel (Ruinerwold), De Rozebottel (Koekange)en De Horst (De Wijk).

7 li il Jaarverslag 2Ul5 Stichting Wolderwiis 1.3 Organogram De organisatiestructuur van Stichting Wolderwijs is in onderstaand schema weergegeven: Stichting Wolderwiis in M ii vi, ii:w i in i "zi ii.fi ef, 1 ea;-gt r i ev in i ii ii in er es, ir fa fa r fi M ii S i yr Team *io we 1.4 Communicatie en verantwoording naar de stakeholders Stichting Wolderwijs bestaat en werkt binnen een maatachappelijke omgeving. Deze omgeving beïnvloedt de organisatie en andersom lzieinvloedt de organisatie de omgeving. Er zijn verschillende belanghebbenden, de zogenaamde stakeholdera. Voor stakeholders is het van belang dat zij geinformeerd worden over wat de huidige activiteiten en toekomstplannen zijn van Stichting Wolderwijs, zodat zij kunnen inschatten wat voor invloeden deze activiteiten en plannen mogelijk op hen kunnen hebben. Hieronder worden de twee categorieën stakeholders, interne en externe, verder uitgewerkt, waarbij tevens wordt aangegeven op welke wijze de communicatie plaatsvindt en op welke manier de verantwoording vanuit Stichting Wolderwijs plaatsvindt. Bij verticale verantwoording is er sprake van een formele verplichting die voortkornt uit een "hiërarchisciie relatie". Bij horizontale verantwoording is er sprake van een zekere vrijwiliigheid of een zelf opgelegde verplichting. Interne stakeholders Under interne stakeholders worden verstaan de personen of partijen binnen de organisatie die intern beianghebbend zijn iaii datgene wat Stichting Wolderwijs doet. De interne stakeholders zijn: Personeel 4 Leerlingen 0 Medezeggenschapsraad (personeel) 1 GMR (personeel) Bestuur interne horizontale verantwoording interne horizontale verantwoording interne horizontale verantwoording interne horizontale verantwoording interne verticale verantwoording de interne stakeholders communiceert Stichting Wolderwijs hoofdzakelijk door middel van nieuwsbrieven en bijeenkomsten (werkoverieggen en vergaderingen), men'io's, schooliiaariplannen en schoolgidßen. Tevens worden personeelsleden op de hoogte gehouden van ontwikkelingen via de centrale website van Stichting Wolderwijs, de vvebaites van de scholen, nieuwsbrieven en het personeelsblad. De verantwoording richting organen zoals de (G)lVlR en het bestuur vindt hoofdzakelijk plaats door middel van documenten en vergaderingen.

8 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Externe stakeholders Externe stakeholders zijn personen of partijen buiten de organisatie die direct of indirect belanghebbend zijn bij de activiteiten van de instelling of die anderzijds belang hebben bij de prestaties die Stichting Wolderwijs levert. De belangrijkste externe stakeholders zijn: 0 Ouders van leerlingen externe horizontale verantwoording 0 Medezeggenschapsraad (ouders) externe horizontale verantwoording 0 GMR (ouders) externe horizontale verantwoording 0 Samenwerkingspartners externe horizontale verantwoording 0 Ministerie van OCW externe verticale verantwoording 0 DUO externe verticale verantwoording 0 Gemeente De Wolden externe verticale verantwoording De communicatie van Stichting Wolderwijs met en de verantwoording naar externe belanghebbenden gebeurt voornamelijk aan de hand van officiële documenten zoals jaarverslagen, jaarplannen en nieuwsbrieven. De manier van communiceren varieert van de websites van de stichting en de scholen tot aan schoolgidsen en begrotingen, hetjaarverslag en publicaties. Tevens vindt de verantwoording naar organen zoals de plaats door middel van vergaderingen en documenten. Bijdrage stakeholders aan succesbepalende factoren Alle belanghebbenden hebben invloed op de succesbepalende factoren van Stichting Wolderwijs (zie aangezien deze goed openbaar primair onderwijs beoogt in de gemeente De Wolden. Een belangrijk orgaan is de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De GMR, bestaande uit een ouder- en personeelsgeleding, vertegenwoordigt alle scholen van Stichting Wolderwijs en heeft binnen de organisatie drie rollen op beleidsgebied: lnitiatiefnemend, adviserend en instemmend. De algemeen directeur van Stichting Wolderwijs zorgt te allen tijde voor een juiste, volledige en tijdige informatieverstrekking aan de GMR. Voorafgaand aan GMR-vergaderingen heeft de algemeen directeur gesprekken met het dagelijks bestuur van de GMR over de lopende zaken en noodzakelijke en wenselijke agendapunten voor de komende GMR-vergadering. De algemeen directeur is in principe bij elke GMR-vergadering aanwezig. Aan het eind van elk schooljaar vindt er een evaluerend gesprek plaats tussen de algemeen directeur en het dagelijks bestuur van de GMR. 1.5 Succesbepalende factoren Voor het jaar 2015 zijn er doelen vastgesteld. De belangrijkste daarvan worden behandeld in dit verslag. Het gaat om de volgende doelen, tevens succesbepalende factoren: 0 Het ziekteverzuimpercentage onder het landelijk gemiddelde; 0 Evalueren van het beleidsplan onderwijs en kwaliteit; 0 Borging en ontwikkeling kwaliteit medewerkers; 0 Alle scholen zijn opgenomen in het basisarrangement van de Onderwijsinspectie en de kwaliteit van het onderwijs blijft minimaal voldoende; I Het uitvoeren van de bepalingen in de CAO PO ; 0 Oriëntatie op samenwerking met andere schoolbesturen; 0 Actualisatie van het meerjarenonderhoudsplan van de scholen. Naast de hiervoor genoemde doelen worden tevens andere voor 2015 relevante onderwerpen behandeld, verdeeld over de vier perspectieven, die in paragraaf 1.1 zijn genoemd.

9 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs 1.6 Kerncijfers en kengetallen Leerlingen Ingeschreven per 1 oktober: Onderbouw Bovenbouw Totaal aantal leerlingen 1 Gemiddelde groepsgrootte Aantal groepen Marktaandeel Arrangementen (passend onderwijs) i ,2 22,5 21,1 73,27 Eindresultaten onderwijs Eindresultaten: Schoolscore CITO (ongecorr. leerlinggewicht) Landelij gemiddeld , 534, ,1 535,1 538,1 Doorstroom- en verwijzingsgegevens: kleutergroepverlenging groep 1 en 2 zittenblijvers in groepen 3 8 Aantal leerlingen naar speciaal basisonderwijs Uitstroom naar voortgezet onderwijs: Aantal leerlingen vanuit 7 naar voortgezet onderwijs leerlingen naar PRO leerlingen naar VMBO BL leerlingen naar VMBO KL leerlingen naar VMBO TL leerlingen naar HAVO leerlingen naar VWO /Gymnasium Het percentage uitstroom naar HAVO en hoger is gedaald van 47% in 2014 naar 39% in % 100% 100% 100%

10 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Personeel Aantal personeelsleden exclusief vervanging Aantal fte exclusief vervanging Percentage voltijders Gewogen gemiddelde leeftijd onderwijzend personeel ,00 103,55 105,71 109,32 43,15 43,16 41,90 42,18 Leeftiidsopbouw personeel (absoluut)_ tot 25jaar Q5 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar S tot 65 jaar 65 en ouder Leeftiidsopbouw personeel (relatief)_ Q 25 jaar (23 25 tot 35jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65jaar 65 jaar en ouder ,07% 20,27% 25,83% 22,73% 25,19% 21,62% 19,87% 20,78% 31,85% 29,73% 31,79% 33,77% 26,67% 25,00% 21,19% 19,47% 100% 100% 100% 100% Percentage mannen Percentage vrouwen % 100% 100% 100% Managementratio Lerarenratio OOP-ratio ,43% 86,25% 87,61% 87,83% 100% 100% 100% 100% 2015: Inclusief tijdelijk personeel kwaliteitsinvesteringen de algemene reserve (2014: Ziekteverzuim kengetallen Ziekteverzuimpercentage Ziektemeldingsfrequentie ,76 0,78 0,781 0,87 (zie onderdeel

11 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs 1.7 Leerlingprognoses Voor Stichting Wolderwijs is de leerlingprognose van groot belang omdat de hoogte van de rijksbekostiging afhangt van het leerlingaantal. Er is sprake van krimp van het leerlingaantal, wat consequenties heeft voor veel in ditjaarverslag beschreven onderwerpen. De ontwikkeling van het aantal leerlingen in de gemeente De Wolden dat openbaar onderwijs volgt, is in onderstaand overzicht weergegeven, inclusief de verwachtingen voor de komende vierjaren. School: Echtenest De Klimtoren Oelebröd De Bosrand Het Veldboeket Het Groene Hart De Wezeboom De Dissel De Rozebottel De Horst Totaal Kleine scholen met minder dan 36 leerlingen (gemeentelijke opheffingsnorm) kunnen in stand worden gehouden op grond van wetgeving (formule voor de gemiddelde schoolgrootte binnen Stichting Wolderwijs). De wettelijke ondergrens, waaronder opheffing moet plaatsvinden, is 23 leerlingen.

12 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Interne bedrijfsvoering 2.1 Algemeen Onder het intern perspectief vallen de interne processen waarin Stichting Wolderwijs zich profileert. Deze processen stellen Stichting Wolderwijs in staat om kwaliteit te leveren aan de ouders en leerlingen en deze aan zich te binden. De succesbepalende factoren concentreren zich op interne processen die de grootste invloed hebben op ouder- en kindtevredenheid en die essentieel zijn voor het behalen van de doelen van de organisatie. Innovatie is van groot belang. Stichting Wolderwijs moet zichzelf blijven ontwikkelen om op lange termijn te blijven voldoen aan de wensen van ouders en leerlingen en gestelde doelen te kunnen verwezenlijken. 2.2 Succesbepalende factoren De volgende doelen zijn gesteld in 2015: 0 Het ziekteverzuimpercentage onder het landelijk gemiddelde; Evalueren van het beleidsplan onderwijs en kwaliteit; 0 Borging en ontwikkeling kwaliteit medewerkers. Het ziekteverzuimpercentage onder het landelijk gemiddelde Stichting Wolderwijs streeft ernaar het ziekteverzuim onder het landelijk gemiddelde van het primair onderwijs te krijgen. Het gaat om het percentage exclusief ander verzuim dan door ziekte, zoals zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, studieverlof, etc. Ziekteverzuim Stichting Wolderwijs Ziekteverzuimpercentage Kengetallen Landelijk Ziekmeldingsfrequentie 0,76 0,78 1,10 Het ziekteverzuimpercentage is in 2015 hoger dan vorig jaar en hoger dan het landelijk gemiddelde. Het langdurig verzuim van meer dan twee maanden betreft een percentage van in Dit betreft hoofdzakelijk niet-arbeidsgerelateerd verzuim. De meldingsfrequentie is gedaald ten opzichte van vorig jaar en wederom lager dan het landelijk gemiddelde, wat inhoudt dat medewerkers zich relatief minder vaak ziek hebben gemeld. Het ziekteverzuimpercentage is grotendeels het gevolg van lang verzuim (twee maanden tot jaar). De focus van zowel de schooldirecteuren als de medewerkers is voornamelijk gericht op het bespreekbaar maken van het verzuimgedrag, het zorgen voor een juiste omgang met (ziekte)verzuim en afwezigheid het creëren van ieders verantwoordelijkheid daarin. Het accent ligt, naast het terugdringen van ziekteverzuim, op: Het realiseren van een gezonde verzuimcultuur; intensiveren van de samenwerking tussen de bedrijfsarts en de schooldirecteuren; Het voeren van een proactief beleid, waarbij de nadruk wordt gelegd op de regierol van de schooldirecteuren. De rol van de schooldirecteur als casemanager is essentieel in het terugdringen van het ziekteverzuim. De nadruk wordt gelegd op het uitgangspunt dat ziekte de medewerker overkomt, maar verzuim en afwezigheid gedragskeuzes zijn van de medewerker en daarom beïnvloedbaar zijn. Van de schooldirecteur wordt verwacht dat er tijdig en gericht actie wordt ondernomen wanneer het verzuim te hoog dreigt te worden. Bij ziekte wordt te allen tijde gekeken of de betreffende medewerker mogelijk andere werkzaamheden kan verrichten. Het ziekteverzuim wordt meerdere malen per jaar besproken in de managementoverleggen, waarvan een aantal met de bedrijfsarts erbij. Daarnaast wordt dit eens per zes weken besproken tijdens de schoolbezoeken van de algemeen directeur aan de scholen. Evalueren van het beleidsplan onderwijs en kwaliteit Met ingang van 1 oktober 2014 is er een beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit aangesteld voor een periode van in principe vier jaren. Wolderwijs heeft als doelstelling dat alle scholen door de Onderwijsinspectie minimaal voldoende worden beoordeeld. Het is aan de beleidsmedewerker te monitoren hoe scholen er voor staan en samen met de directie tijdig te anticiperen op eventuele risico's in opbrengsten en/of kwaliteit.

13 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Er is vanaf november 2015 een beleidsplan "Onderwijs en kwaliteit", waarin de volgende onderdelen nader worden uitgewerkt: I Bovenschoolse kwaliteitszorg 0 Kwaliteitszorg binnen de scholen van Wolderwijs 0 Kwaliteitsbewaking 0 Werkplan beleidsmedewerker De kwaliteitszorg is inmiddels goed ingebed in het gezamenlijke onderwijsbeleid. Alle scholen hanteren uniforme kwaliteitsinstrumenten aan de hand van op elkaar afgestemde formats die cyclisch volgens het zogenaamde plan-do-actcheck-principe zijn uitgewerkt. Jaarlijks worden deze instrumenten binnen de eigen school met de medezeggenschapsraad besproken en geëvalueerd. De algemeen directeur wordt hierover altijd geïnformeerd. Op iedere school zijn de volgende kwaliteitsinstrumenten voor de ouders ter inzage: Strategisch Beleidsplan Stichting Wolderwijs Schoolplan Schooljaarplan (jaarlijks), waarin de plannen voor het komende schooljaar zijn uitgewerkt. Schooljaarverslag (jaarlijks), met daarin de evaluaties van trends, analyses, conclusies en consequenties vervolgstappen voor het volgende schooljaar. Naast het gebruik van bovengenoemde kwaliteitsinstrumenten worden alle scholen vanuit de kwaliteitscyclus "Monitoring van opbrengsten en onderwij'skwaiiteit" met enige regelmaat door de algemeen directeur en beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit gevisiteerd. Hun bevindingen worden minstens twee keer perjaar met het bestuur besproken. Borging en ontwikkeling kwaliteit medewerkers Binnen Stichting Wolderwijs wordt veel waarde gehecht aan de kwaliteitsverbetering van de medewerkers. Dit heeft tot doel de kwaliteit van het onderwijs op de scholen te verbeteren. Alle medewerkers van Stichting Wolderwijs moeten minimaal een voldoende scoren op de basiscompetenties/normindicatoren die gesteld worden door de Onderwijsinspectie. Stichting Wolderwijs heeft een document integraal personeelsbeleid waarin afspraken zijn vastgelegd over scholing en professionele ontwikkeling. De vereiste competenties en bekwaamheidseisen van alle functies zijn vastgelegd. Competenties bestaan uit kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn om de functie op een goede wijze te kunnen vervullen. Voor de leerkrachten LA gelden de zeven competenties van de Wet Beroepen ln Het Onderwijs Voor de leerkrachten LB zijn aanvullende competenties vastgesteld. De werkgever en de werknemer maken in het kader van de gesprekkencyclus afspraken over de professionele ontwikkeling van de werknemer. Onderdeel van deze gesprekkencyclus is het POP-beleid. De doelstelling van het beleid is het vastleggen van de bekwaamheid en de professionele ontwikkeling van de medewerker. Het bekwaamheidsdossier moetjaarlijks worden geactualiseerd door de werknemer. Binnen Stichting Wolderwijs wordt er ruim geïnvesteerd in de kwaliteitsverbetering van medewerkers: 0 Gemiddeld wordt jaarlijks per fte 950 beschikbaar gesteld aan de scholen en het stafbureau voor na~ en bijscholing. Voorafgaand aan het schooljaar worden de opleidingsplannen opgesteld, waarin rekening is gehouden met de wensen van de medewerkers afzonderlijk en de teams gezamenlijk. Vanuit de functioneringsgesprekken en de persoonlijke ontwikkelingsplannen volgt eveneens scholing. 0 De directieleden beschikken jaarlijks over een budget van per persoon voor professionalisering. Dit jaarlijkse budget mag, indien gewenst, maximaal drie jaren gespaard worden. Dit onderdeel komt jaarlijks aan de orde bij de evaluatie van de managementcontracten van de schooldirecteuren. 0 ln 2013 is er door de directeuren een observatie-instrument ontwikkeld, waarbij de inspectie-indicatoren leidraad zijn. Alle leerkrachten worden vervolgens jaarlijks op deze indicatoren beoordeeld. Naar aanleiding van het inventariseren van de competenties vindt er jaarlijks gerichte scholing plaats van teams en individuele medewerkers. Voorgaande onderwijskundige scholing maakt onderdeel uit van het vastgestelde scholingsplan voor de jaren 2014 tot en met 2017, de Wolderwijsacademie genoemd. De academie is gestart met ingang van schooljaar 2014/2015 en betreft extra scholing waarvoor jaarlijks budgetten beschikbaar zijn vanuit de prestatieboxbekostiging. ln 2015 is het totaalbudget Gezamenlijke studiedag, de Wolderwijsdag, voor alle medewerkers. Op deze studiedag worden, mede naar aanleiding van de inventarisatie van de competenties, workshops aangeboden. 0 Medewerkers kunnen, indien noodzakelijk afgestemd met de algemeen directeur, coaching en/of begeleiding krijgen. Hiervoor was in 2015 een budget beschikbaar van Alle leerkrachten kunnen eens in de twee jaar gebruik maken van collegiale consultatie. De leerkracht wordt in dit geval vervangen zodat hij/zij de mogelijkheid heeft bij een collega in de klas te kijken, om zichzelf op deze manier verder te ontwikkelen. Mobiliteit maakt het voor de leerkrachten mogelijk om op een andere school binnen Stichting Wolderwijs te gaan werken. Wisseling van werkomgeving heeft tot doel een positieve invloed te hebben op de ontwikkeling van medewerkers. voor

14 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs 2.3 Managementovereenkomsten Om resultaatgericht te kunnen sturen op de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op de scholen van Stichting Wolderwijs worden er aan het begin van elk schooljaar geactualiseerde managementovereenkomsten afgesloten tussen de algemeen directeur en de schooldirecteuren. Hierin zijn afspraken vastgelegd over onder andere: 0 Onderwijskwaliteit; 0 Personeel en leerlingen/ouders; 0 Financiën/beheer; 0 Persoonlijke ontwikkeling 0 Algemeen en specifiek beleid. De algemeen directeur heeft periodiek besprekingen met alle schooldirecteuren, waarbij de individuele afspraken in de overeenkomsten worden getoetst op naleving door de schooldirecteuren. Aan het einde van elk schooljaar worden de managementovereenkomsten geëvalueerd in functioneringsgesprekken van de algemeen directeur met de schooldirecteuren. Alle directieleden dienen naar behoren te functioneren binnen de kaders van de managementafspraken, zowel persoonlijk als in teamverband. De algemeen directeur heeft een managementovereenkomst met het bestuur. De succesbepalende factoren en andere onderdelen die behandeld worden in dit verslag zijn daar een uitwerking van. Jaarlijks, na afloop van een schooljaar, vindt evaluatie plaats door het bestuur. De bedrijfsvoering van Stichting Wolderwijs is momenteel op orde en de verwachting is dat dit zo blijft. Dit blijkt onder andere uit de managementrapportages, het jaarverslag, de (meerjaren)begroting, het accountantsverslag en de inspectierapporten. Daarom is met ingang van schooljaar 2015/2016 een vereenvoudigde managementovereenkomst afgesloten tussen de algemeen directeur en het bestuur. 2.4 Samenwerkingsverbanden Passend onderwijs P Stichting Wolderwijs neemt deel in het nieuwe samenwerkingsverband passend onderwijs PO 2203 (regio Meppel/Hoogeveen/Steenwijk). Stichting Wolderwijs valt onder afdeling Meppel, bestaande uit zeven schoolbesturen. Schoolbesturen zijn wettelijk verplicht te zorgen voor een passende onderwijsplek voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend Onderwijs zorgt ervoor dat leerlingen zo goed mogelijk op hun plek komen te zitten in het reguliere basisonderwijs. ln verschillende regio's werken scholen voor basisonderwijs samen om aan alle leerlingen die passende onderwijsplek te kunnen geven. Het samenwerkingsverband biedt onderwijs aan voor iedere leerling, passend bij wat de leerling kan. Binnen het reguliere basisonderwijs bieden de scholen daarom onderwijs aan waarin veel gedifferentieerd wordt. ln een dergelijke vorm van onderwijs moet elke leerling zijn mogelijkheden optimaal kunnen benutten. Elke afdeling binnen het samenwerkingsverband heeft haar eigen toepassing en eigen afspraken gemaakt over ondersteuningstoewijzing. Er is uiteindelijk een gezamenlijk kader tot stand gekomen. Gemaakte afspraken zijn beschreven in de stukken van het samenwerkingsverband. De schoolbesturen binnen de afdeling Meppel hebben gezamenlijke afspraken gemaakt en uitgangspunten opgesteld. Goede samenwerking tussen schoolbesturen zal de komende jaren tot stand moeten komen. De scholen van Stichting Wolderwijs worden jaarlijks voorzien van middelen voor basisondersteuning en aanvullende ondersteuning. De middelen zijn voor het grootste deel ingezet ten behoeve van personele formatie voor ondersteuning. Daarnaast is een klein deel ingezet voor materiële ondersteuning. Regelmatig vindt er monitoring plaats en indien nodig vindt er bijsturing plaats qua inzet van de middelen. ln 2015 is er in totaal ontvangen aan reguliere gelden vanuit het samenwerkingsverband passend onderwijs PO 2203, onderverdeeld in budgetten voor basisondersteuning en leerlinggebonden ondersteuning (arrangementen). Het beschikbare budget is in 2015 als volgt ingezet: Leerlingformatie (27 arrangementen); Groepsformatie (basisondersteuningl; Thema's en materieel (overige ondersteuningl; E Naast bovengenoemde gelden worden er gelden ontvangen voor speciale ondersteuning, naar aanleiding van overeenkomsten met de organisaties voor speciaal onderwijs Kentalis en Bartimeus (cluster 1 en 2 leerlingen).

15 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Multifunctionele accommodaties De gemeente De Wolden heeft vier multifunctionele accommodaties waarin een openbare basisschool van Stichting Wolderwijs van de participanten is, De multifunctionele accommodaties bevinden zich in Ruinen Oelebröd), De Wijk (De Horst), Ruinerwold (De Dissel) en Zuidwolde (Het Groene Hart). Naast de openbare basisscholen zijn peuterspeelzalen, kinderopvangcentra, muziekverenigingen en een bibliotheek participant in de multifunctionele accommodaties. De samenwerking tussen de participanten is vooral gericht op: 0 Zorgdragen voor een optimale ontwikkeling van kinderen; 0 Alle leerlingen naar hun vermogen laten presteren; 0 Leerlingen een doorgaande lijn in hun schoolloopbaan garanderen. Binnen de vier multifunctionele accommodaties werken Stichting Wolderwijs en Stichting Kindcentra Wolderwijs met ingang van schooljaar 2015/2016 samen aan de ontwikkeling van lkc's (integrale kindcentra). Een IKC is een voorziening voor kinderen van 0 tot 13 jaar, waar zij gedurende de dag komen om te leren, te spelen/sporten, te ontwikkelen en anderen te ontmoeten. Het IKC biedt een totaalpakket op het gebied van educatie (basisschool), opvang, ontwikkeling, zorg, welzijn en vrije tijd. Voor-, na- en tussenschoolse opvang De voor- en naschoolse opvang wordt in een aantal plaatsen geregeld door verschillende kinderopvangorganisaties, waaronder Stichting Kindcentra Wolderwijs met ingang van schooljaar 2015/2016. De tussenschoolse opvang wordt op alle basisscholen aangeboden en geïnitieerd vanuit de school zelf. Met ingang van schooljaar 2016/2017 werken alle scholen met een continurooster (vijf gelijke lesdagen waarbij de leerlingen tussen de middag op school blijven). Vanaf dat moment is er geen tussenschoolse opvang meer nodig. Onderwijsbureau Stichting Wolderwijs is met ingang van 2013 lid van de Vereniging Onderwijsbureau Meppel. Als lid van de vereniging wordt er gebruik gemaakt van de dienstverlening van Onderwijsbureau Meppel. Jaarlijks vindt er een algemene ledenvergadering plaats waarin Stichting Wolderwijs wordt vertegenwoordigd door de algemeen directeur.

16 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Klanten (ouders en leerlingen) 3.1 Algemeen Onder het klantenperspectief vallen de ouders en leerlingen en het marktsegment waarin Stichting Wolderwijs deelneemt aan het maatschappelijk en economisch verkeer. Dit perspectief omvat succesbepalende factoren zoals de mate van voldoen aan behoeften van afnemers (ouders en leerlingen), klantenbinding, werving van nieuwe leerlingen, omvang van de markt en het marktaandeel. Het is van belang in te spelen op de wensen van ouders en leerlingen en de veranderingen daarin. Dit perspectief stelt Stichting Wolderwijs in staat die klant- en marktgerelateerde onderdelen van de missie en visie te benadrukken die bijdragen aan toekomstige meeropbrengsten. Het doel van Stichting Wolderwijs is dat leerlingen hun mogelijkheden zo goed mogelijk benutten. Het gaat niet alleen om het overdragen van kennis, maar ook om: Leren eerlijk en betrouwbaar te handelen, leren te reflecteren, leren hoe je je eigen mening vormt, leren hoe je elkaars verschillen als meerwaarde kunt zien, leren hoe je zelfstandig moet handelen, leren hoeje behulpzaam kunt zijn en leren hoeje effectief samenwerkt. 3.2 Succesbepalende factoren De specifieke doelen voor 2015 zijn vaste onderdelen geworden van het jaarverslag. onderdelen aan de orde. ln de volgende paragrafen komen deze 3.3 Tevredenheidsonderzoek Stichting Wolderwijs onderzoekt om het jaar de tevredenheid van ouders, leerlingen en medewerkers. De tevredenheidspeilingen vormen tezamen een instrument dat een waardevolle bijdrage levert aan het kwaliteitsbeleid op de scholen. Het onderzoek levert een bijdrage aan: Kwaliteitsbeleid en schoolorganisatie; Betrokkenheid ouders, personeel en leerlingen; Op zijn minst stabiliseren van de marktpositie. De tevredenheidspeilingen zijn tot op heden uitgevoerd door het bedrijf Scholen Met Succes, voor het laatst in Stichting Wolderwijs streeft ernaar de tevredenheid op een niveau te hebben dat gelijk is aan of uitstijgt boven het landelijk gemiddelde. Daarnaast streeft elke school ernaar zich te verbeteren ten opzichte van de situatie twee jaar en/oor. De tevredenheid wordtjaarlijks inzichtelijk gemaakt op zowel het niveau van de individuele scholen als op stichtingsniveau. Voor alle scholen worden de belangrijkste verbeterpunten inzichtelijk gemaakt, zodat hierop actie wordt ondernomen. De meest recente tevredenheidsresultaten zijn in hoofdlijnen als volgt: Gemiddelde Gemiddelde Deelname- Laagste Hoogste Wolderwijs Wolderwijs percentage schoolcijfer schoolcijfer Landelijk Leerlingen (groep 5 100% 9,1 8,1 8,1 8,3 Ouders 64% 6,6 8,7 7,5 7,2 7,2 Personeel 95% 8,6 7,6 7,7 7,5 Het deelnamepercentage was erg hoog, wat een zeer betrouwbaar beeld weergeeft van de tevredenheid. ln de maanden april en mei van 2016 zal Scholen Met Succes wederom tevredenheidspeilingen uitvoeren. Stichting Wolderwijs streeft ernaar de tevredenheid in 2016 op een niveau te hebben dat gelijk is aan of uitstijgt boven het gemiddelde van de referentiegroep. Elke school dient zich te hebben verbeterd ten opzichte van de situatie in 2014.

17 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs 3.4 Marktaandeel Het aantal leerlingen van Stichting Wolderwijs is de afgelopen jaren, om demografische redenen, fors gedaald en zal in de periode tot 2020 naar verwachting verder dalen (bron: Drentse Onderwijsmonitor). Een forse daling geldt voor nagenoeg alle gemeenten in de provincie Drenthe, op de stedelijke gebieden na, waar de daling gering is of waar zelfs sprake is van groei. Naast het hebben van inzicht in de daling van het aantal leerlingen in de gemeente De Wolden is het belangrijk jaarlijks het marktaandeel te bepalen en te vergroten. Hieronder volgt een overzicht van de marktaandelen binnen het primair onderwijs, per 1 oktober 2015, in de gemeente De Wolden (waarbij geen rekening is gehouden met leerlingen uit de gemeente De Wolden die in een andere gemeente onderwijs volgen): Marktpartijen Aantal Percentage Openbare basisscholen (2014: Bijzondere basisscholen 471 (2014: Totaal aantal basisschoolleerlingen De Wolden Stichting Wolderwijs streeft een op zijn minst stabiel marktaandeel na. Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en het meten van de tevredenheid van ouders, leerlingen en medewerkers spelen hierbij een belangrijke rol. 3.5 Klachtenregeling Op grond van de Kwaliteitswet van 1998 zijn de schoolbesturen verplicht een klachtenregeling te hebben. Stichting Wolderwijs heeft een eigen klachtenregeling en is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van Stichting Onderwijsgeschillen. In het kader van de klachtenregeling zijn een extern vertrouwenspersoon, een contactpersoon voor het bestuur en een contactpersoon per school aangesteld. Klachten worden ingediend bij de landelijke klachtencommissie. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs. Door de klachtenregeling ontvangen het bevoegd gezag en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. In 2015 zijn er geen klachten ingediend op grond van de klachtenregeling.

18

19 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Alle directeuren hebben de eenjarige auditopleiding afgerond. Scholen die in aanmerking komen voor inspectiebezoek worden ruimschoots voor dat tijdstip geauditeerd door een andere schooldirecteur de beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit. De daaraan gekoppelde auditrapportage biedt vervolgens aanknopingspunten ter verdere ontwikkeling, om goed voorbereid het inspectieonderzoek in te gaan. De algemeen directeur ontvangt deze rapportage ook. Kwaliteit van het onderwijs op kleine scholen: Stichting Wolderwijs streeft naar het in stand houden van openbare basisscholen in de kernen van de gemeente De Wolden. Kleine scholen met minder dan 36 leerlingen (gemeentelijke opheffingsnorm) kunnen in stand worden gehouden op grond van wetgeving en de formule voor de gemiddelde schoolgrootte binnen Stichting Wolderwijs. De gemiddelde schoolgrootte is ruim voldoende zodat de ondergrens waaronder opheffing moet plaatsvinden 23 leerlingen is. ln goed overleg met de ouders, leerkrachten en Gemeente De Wolden kan Stichting Wolderwijs besluiten tot fusie of opheffing van scholen. De kwaliteit van het onderwijs speelt daarbij uiteraard een cruciale rol. De belangrijkste voorwaarden voor Stichting Wolderwijs om een kleine school in stand te houden zijn: De kwaliteit van het onderwijs is op zijn minst voldoende; Er zijn voldoende financiële middelen beschikbaar (waaronder de kleine scholentoeslag); Kleine scholen moeten samenwerken als onderwijsteams; Er moet voldoende perspectief zijn op voortbestaan. Stichting Wolderwijs heeft drie meerscholendirecteuren. De scholen van ieder van deze directeuren vormen onderwijsteam, wat betekent dat ze nauw samenwerken op onderwijskundig terrein. Kennis en kunde wordt met elkaar gedeeld, wat de opbrengsten ten goede komt. Bij stichting Wolderwijs werken de volgende scholen als onderwijsteams samen: De Bosrand (Kerkenveld) en De Klimtoren (Drogteropslagen); Oelebröd (Ruinen) en Echtenest (Echten); De Rozebottel (Koekange) en De Wezeboom (Oosteinde). Monitoring van kwaliteit en opbrengsten: ln 2015 is er een overzicht tot stand gekomen van de wijze waarop de kwaliteit van de scholen tussentijds wordt gemonitord. Deze zogenaamde Kwaliteitscyclus Monitoring maakt onderdeel uit van het kwaliteitshandboek Stichting Wolderwijs, waarin Wolderwijs haar visie op opbrengstgericht werken uitlegt: 0 Twee keer per schooljaar, in september en maart, worden de algemeen directeur en/of de beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit door de directeur en intern begeleider van de school bijgepraat over de voortgang van de schoolontwikkeling en de resultaten van de midden- en eindtoetsen. 0 De algemeen directeur heeft iedere zes weken een voortgangsgesprek met iedere directeur. 0 Maandelijks is er overleg tussen de algemeen directeur en de beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit over de ontwikkeling van het onderwijs binnen Stichting Wolderwijs. 0 Jaarlijks worden de vaardigheden van alle leerkrachten met de directeuren besproken. Daarvoor wordt de Wolderwijs vaardigheidsmeter gehanteerd. Naar verwachting wordt in 2016 overgegaan op een andere vaardigheidsmeter. 0 Bij de start van ieder schooljaar wordt een managementovereenkomst met de directeur opgesteld. 0 Volgens vast schema heeft iedere directeur jaarlijks een functionerings- of beoordelingsgesprek met de algemeen directeur. Meer- en hoogbegaafdheidontwikkeling; Alle scholen van Wolderwijs beschikken over een opgeleide specialist meer- en hoogbegaafdheid. Zij coördineren onder andere de aanmeldingen voor de plusklassen en geven samen met de intern begeleider vorm en inhoud aan het gebruik van de methode Levelwerk, die op alle scholen voor deze doelgroep aanwezig is. Vanaf het schooljaar 2013/2014 zijn alle scholen van Stichting Wolderwijs voorbereid op een aanbod voor excellente en (hoog)begaafde leerlingen. In twee plusklassen, op de locatie van basisschool De Horst in De Wijk, komen deze leerlingen iedere woensdag bij elkaar. Met ingang van schooljaar 2015/2016 is het continurooster voor de plusklassen ingevoerd. Dit heeft er toe geleid dat het aanbod is uitgebreid met extra onderdelen, waaronder filosoferen. Met ingang van 2015 wordt jaarlijks een studiedag met de plusleerkrachten gepland. ln 2015 heeft uitwisseling plaatsgevonden met de plusklas in Groningen. Tweemaandelijks vindt overleg plaats tussen de plusklasleerkrachten en de beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit. Jaarlijks vindt regelmatig overleg plaats tussen de plusleerkrachten en meer- en hoogbegaafdheidcoördinatoren omtrent bovengenoemde zaken.

20 Jaarverslag 2015 Stichting Wolderwijs Excellentie scholen: Stichting Wolderwijs heeft twee scholen, De Horst in De Wijk en Het Groene Hart in Zuidwolde, die in 2015 het traject "Op weg naar e><cellentie"met goed gevolg afrondden. ln schooljaar 2015/2016 nemen De Bosrand (Kerkenveld) en De Klimtoren (Drogteropslagen) ook deel aan dit tweejarige traject. Dit traject wordt rechtstreeks bekostigd door de Provincie Drenthe (onderdeel van het Kwaliteitsakkoord Drenthe). Daarbij wordt de volgende definitie gehanteerd: "Een excellente school is een school die zowel excellente opbrengsten heeft als een voldoende scoort op alle negen normindicatoren van de Onderwijsinspectie. Excellente opbrengst houdt, volgende de Onderwijsinspectie, in dat de scholen ten minste drie jaren achtereen een half punt boven hun verwachte niveau presteren. Voor kleine scholen geldt dat in de laatste vijf jaar ten minste drie keer een half punt boven het verwachte niveau gescoord moet zijn. Daarbij is het verwachte niveau het gemiddelde dat geldt op basis van de populatie". De Onderwijsinspectie bepaalt uiteindelijk of een school al dan niet aan deze voorwaarden voldoet. Naast bovenstaande scholen, die in het excellentietraject zitten, laten ook De Dissel in Ruinerwold en De Klimtoren in Drogteropslagen excellentie zien op basis van de resultaten vanuit de Onderwijsinspectie. Onderwijs en krimgz De staatssecretaris van OCW heeft in 2014 aangekondigd dat schoolbesturen in krimpregio's vanaf 1 augustus 2016 wettelijk verplicht zullen worden om afstemming te zoeken met andere besturen in de regio, om samen te komen tot een toekomstbestendig regionaal onderwijsaanbodplan. Dit plan moet bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs. Schoolbesturen die deze verplichting nakomen zullen de kleine scholentoeslag behouden. ln Drenthe zijn 279 vestigingen voor basisonderwijs (behorende tot 273 scholen). Jaarlijks worden er vestigingen gesloten en/of gefuseerd met andere vestigingen vanwege de krimp in leerlingenaantallen. Los daarvan krijgen schoolbesturen met leerlingdalingen minder bekostiging vanuit het Ministerie, terwijl de uitgaven niet in hetzelfde tempo meedalen. Schoolbesturen moeten daarom toenadering zoeken tot elkaar en wellicht op lokaal niveau met initiatieven komen tot (informele) samenwerkingsscholen. Het Ministerie van OCW heeft in 2015 de mogelijkheid geboden om een regionaal procesbegeleider Krimp en Onderwijs aan te stellen, die een faciliterende en trekkende rol kan vervullen. Advies- en onderzoekbureau STAMM begeleidt dit proces voor de provincie Drenthe. Begin 2015 is er een plan van aanpak opgesteld. De stuurgroep onderwijs en krimp, bestaande uit zeven personen uit schoolbesturen, gemeenten en provincie, geeft aan op welke manier zij de rol van regionaal procesbegeleider in Drenthe wil invullen. De algemeen directeur van Stichting Wolderwijs en de wethouder onderwijs van Gemeente De Wolden maken onderdeel uit van deze stuurgroep. Stichting Wolderwijs heeft de kassiersfunctie binnen dit proces op zich genomen. Om deze reden worden zowel de rijksbekostiging als de begeleidingskosten verwerkt in de cijfers van Stichting Wolderwijs. Per saldo heeft dit geen invloed op het resultaat van Stichting Wolderwijs. Onderdeel 5 van ditjaarverslag gaat verder in op de inkomsten en uitgaven. Qpbrengstgericht werken; resultaten: ln het rapport 'Opbrengstgericht werken in het basisonderwijs' van de Onderwijsinspectie van eind 2010 staat beschreven dat basisscholen de prestaties van hun leerlingen kunnen vergroten door opbrengstgericht te werken. Uit het onderzoek blijkt dat er een positief verband bestaat tussen opbrengstgerichtheid van scholen en de leerresultaten van hun leerlingen. Stichting Wolderwijs heeft het afgelopen jaar afspraken gemaakt over een min of meer uniforme werkwijze van opbrengstgericht werken: "Het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de onderwijsprestaties, waarbij alle betrokkenen op basis van de resultaten gerichte actie ondernemen om het onderwijs aan de leerlingen van alle scholen van Stichting Wolderwijs duurzaam te verbeteren". Alle schooldirecteuren zijn vrijgesteld van lesgevende taken, waardoor er ruimte gecreëerd wordt voor het ontwikkelen van onderwijskundig leiderschap. Alle schooldirecteuren werken opbrengstgericht en zijn daar verantwoordelijk voor. Daarnaast hebben zij de auditopleiding en de training flitsbezoeken gevolgd om nog beter zicht te hebben en houden op de kwaliteit van het onderwijs in relatie tot de eisen vanuit de Onderwijsinspectie. Jaarlijks vindt er een studiedag plaats met alle intern begeleiders en schooldirecteuren waarbij opbrengstgericht werken centraal staat. Tijdens het maandelijkse managementoverleg wordt voortdurend aandacht geschonken aan het verder verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. Met ingang van schooljaar 2014/2015 is het verplicht voor basisscholen om bij alle leerlingen uit groep 8 een eindtoets af te nemen. Wolderwijs heeft voor de Centrale Eindtoets (voorheen: Cito eindtoets) gekozen. De schoolscore van De Klimtoren, De Bosrand, De Dissel, Echtenest, Het Groene Hart, Oelebröd en Het Veldboeket zaten boven de inspectie-ondergrens. De Horst, De Rozebottel en De Wezeboom hebben deze norm niet gehaald en scoren daarmee een onvoldoende. Scholen die drie achtereenvolgende jaren een onvoldoende halen komen in aanmerking voor het predicaat "zwak" "zeer zwak". Voor sommige scholen was het de eerste keer dat ze aan de eindtoets deelnamen. De betrokken scholen hebben hun resultaten uitgebreid geanalyseerd en hebben vervolgens een plan van aanpak opgesteld om bij de afname van de centrale eindtoets in 2016 beter voorbereid te zijn.