Studiehandleiding Perspectieven op Diversiteit DY. Semester 2, blok 2. Universitaire Pabo van Amsterdam

Transcriptie

1 Universitaire Pabo van Amsterdam Nieuwe Prinsengracht VZ Amsterdam Studiehandleiding Perspectieven op Diversiteit DY Semester 2, blok 2 Cursusjaar 2 Studiejaar Coördinerend docent Docenten hoorcolleges: Prof. dr. Ruben Fukkink (bijz. hoogleraar Kinderopvang en educ. voorzieningen v.h. jonge kind, lector Urban education) Dr. Leo Pauw (onder meer oprichter en initiatiefnemer van de Vreedzame School) Ronald Hueskens (docent drama, dans, cultuureducatie HvA en UPvA) Robert Jacobs (projectleider Teach like a champion, CED-groep) Prof. dr. Ron Oostdam (bijzonder hoogleraar onderwijsleerprocessen, lector Maatwerk in Leren en Instructie) Dr. Marie-Louise Janssen (lector Sociologie in gender en seksualiteit) Docent practicumgroepen: Amsterdam, 15 januari 2014

2 Inleiding In studiejaar , semester 2, blok 4, vindt de hoorcollegereeks Perspectieven op diversiteit plaats. Daaraan zijn 6 hoorcolleges en 7 practica gekoppeld. In deze handleiding vind je het rooster en alle informatie die je nodig hebt om de module te kunnen volgen. Deelname onderwijs Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de voorgeschreven periode aanmelden conform de door de onderwijsbureau voorgeschreven procedure in SIS. Bij niet-tijdige aanmelding en/of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs/tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure Deelname herkansing Als je wilt deelnemen aan de herkansing dien je je minimaal 8 dagen voor de herkansing aan te melden via Student Informatie Systeem (SIS). Aanmelden kan nadat de uitslagen van de eerste afsluitingsgelegenheid bekend zijn gemaakt. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, kan deelname aan de herkansing op praktische gronden worden geweigerd, of kan het werk niet worden nagekeken en/of beoordeeld. Onderwijsbalie Voor vragen met betrekking tot de inschrijving in SIS, kun je contact opnemen met de onderwijsbalie van de Universitaire Pabo via upva@uva.nl of Aansluiting met andere modules De collegereeks Perspectieven op diversiteit is een module waarin naast maatschappelijke en grootstedelijke thema's ook didactische, pedagogische en onderwijskundige onderwerpen wetenschappelijk worden belicht. De hoorcolleges laten verschillende aspecten van diversiteit zien. In het practicum zullen deze gekoppeld worden aan de achtergrond van de student zelf en aan hun pedagogische en didactisch handelen in een basisschoolklas. Inhoud De hoorcolleges bieden inzicht in onder meer urban education, educatief partnerschap, ouderbetrokkenheid, sociaal-economische achtergronden, segregatie, burgerschapsvorming, cultureel erfgoed, religie, het hebben van hoge verwachtingen als leerkracht zijnde en in de sociale problematiek in een stad als Amsterdam, bekeken vanuit een sociologisch perspectief. In de practicumbijeenkomsten wordt een link gelegd van de theorie naar de praktijk op school en gaat het om verdieping en verwerking van de inhoud van de colleges, maar ook om een verbreding van het thema diversiteit. Hierbij staat onder meer centraal welke van de behandelde aspecten van diversiteit invloed hebben op jezelf en je functioneren als leerkracht. De verschillende aspecten worden steeds bekeken vanuit twee perspectieven, die van jezelf (als persoon en als toekomstig professioneel leerkracht) en die van de ander. Vervolgens leer je hoe diversiteit in het algemeen en de relatie met ouders in het bijzonder je praktisch handelen als leerkracht zijnde op pro-actieve en curatieve wijze beïnvloeden. Deze vaardigheden zet je in bij het uitvoeren van opdrachten bij de practicumgroepen en de ULP-opdrachten. De module wordt afgerond met een eindopdracht. Leerdoelen Kennis en inzicht in de verschillende aspecten van en begrippen rondom diversiteit 2

3 in wat diversiteit voor jezelf als persoon en jouw professionele handelen als leerkracht zijnde betekent in verschillen van diversiteit op lokaal, regionaal en landelijk niveau wat kritisch kijken naar media inhoudt in de verschillende (culturele) dimensies van diversiteit in wat educatief partnerschap inhoudt in welke kenmerken van ouders van invloed zijn op de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen en de betrokkenheid van ouders bij de school en de ontwikkeling van hun kinderen in hoe je als leerkracht bij een botsing in diversiteit aan kunt sturen op educatief partnerschap Bovenstaande leerdoelen werken aan de volgende eindtermen: Kennis en inzicht in: 1. de voornaamste theorieën en onderzoeksmethoden met betrekking tot pedagogiek, pedagogische processen en middelen 2. pedagogische processen in verschillende cultureel en historisch gesitueerde opvoedingscontexten 3. beschikbare methoden voor de verschillende fasen van de diagnostische beoordeling van pedagogische situaties 4. de belangrijkste interventiemodellen en strategieën en de belangrijkste methodieken voor begeleiding van beroepsopvoeders 5. hoofdproblemen op onderwijskundig gebied en de theoretische oriëntaties die daarbij in het geding zijn 6. de ontwikkeling, sturing, opbouw en structuur van het Nederlands onderwijssysteem 7. ontwikkelingen in en evaluatie van educatieve functies in de samenleving 8. onderwijs- en leerprocessen in scholen en arbeidsorganisaties Toepassen van kennis en inzicht welke factoren van invloed zijn op beeldvorming om op een analyserende manier om te gaan met beeldvorming en media in de verschillende dimensies van diversiteit om de kennis over diversiteit om een proactieve manier om te zetten in praktisch handelen in welke kenmerken van ouders van invloed zijn op de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen en de betrokkenheid van ouders bij de school en de ontwikkeling van hun kinderen in hoe je als leerkracht bij een botsing in diversiteit aan kunt sturen op educatief partnerschap Bovenstaande leerdoelen werken aan de volgende eindtermen: 1. De afgestudeerde heeft actieve en toepasbare kennis op het gebied van de pedagogische wetenschappen om toelating te verwerven tot een masteropleiding Pedagogische Wetenschappen 2. De afgestudeerde is in staat om onderwijsbehoeften te benoemen, duiden en vertalen naar de inrichting, besturing en institutionele vormgeving van onderwijs en opleiding Oordeelsvorming Bewustwording van en het kunnen benoemen van je eigen (diepliggende) waarden, overtuigingen, tradities, e.d. Bewustwording van en het kunnen benoemen van de waarden, overtuigingen, tradities, e.d. van de ander en de overeenkomsten en verschillen die er zijn met je eigen waarden, overtuigingen, tradities, e.d. en deze wetenschappelijk kunnen duiden. over wat de rol van de media en beeldvorming voor jou als leerkracht betekent over welke kenmerken van ouders van invloed zijn op de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen en de betrokkenheid van ouders bij de school en de ontwikkeling van hun kinderen 3

4 Bovenstaande leerdoelen werken aan de volgende eindtermen: De afgestudeerde is in staat om: 1. een pedagogisch en/of sociaalwetenschappelijk probleem te formuleren en te analyseren 2. eenvoudige empirische vraagstukken verantwoord te analyseren De afgestudeerde heeft een open en kritische houding tegenover de eigen kennisaanspraken en die van anderen. Communicatie over op welke manier je als school en leerkracht zijnde kunt aansturen op een dialoog en samenwerking met ouders en ze kan zien als gelijkwaardige partners over het hebben van hoge verwachtingen naar leerlingen over hoe te handelen bij botsingen van waarden/diversiteit Bovenstaande leerdoelen werken aan de volgende eindtermen: 1. De afgestudeerde is in staat om zelfstandig en in (multidisciplinair) groepsverband te werken 2. De afgestudeerde heeft verantwoordelijkheid en respect jegens anderen (collega s, cliënten) Onderwijsvormen De hoorcollegereeks bestaat uit zes hoorcolleges van twee uur (in totaal 12 uur) en wordt gegeven door de volgende personen: Hoorcollege 1: Prof. dr. Ruben Fukkink (bijz. hoogleraar Kinderopvang en educ. voorzieningen v.h. jonge kind, lector Urban education) Hoorcollege 2: Dr. Leo Pauw (onder meer oprichter en initiatiefnemer van de Vreedzame School) Hoorcollege 3: Ronald Hueskens (docent drama, dans, cultuureducatie HvA en UPvA) Hoorcollege 4: Robert Jacobs (projectleider Teach like a champion, CED-groep) Hoorcollege 5: Prof. dr. Ron Oostdam (bijzonder hoogleraar onderwijsleerprocessen, lector Maatwerk in Leren en Instructie) Hoorcollege 6: Dr. Marie-Louise Janssen (lector Sociologie in gender en seksualiteit) De practica bestaan uit zeven werkcolleges/practica van 2 uur (in totaal 14 uur) en worden verzorgd door. De docent begeleidt je in het maken van de opdrachten, geeft feedback op het door jouw ingeleverde werk en is verantwoordelijk voor je beoordeling. Wat betreft zelfstudie, telt de literatuur voor de collegereeks ongeveer 400 pagina s, zowel Nederlandstalig als Engelstalig, wat volgens de normen neerkomt op ongeveer 40 uur leestijd. Daarnaast moeten de studenten een aantal keer opdrachten uitvoeren en inleveren en de kijkwijzer toepassen in de praktijk (studielast 4 uur). En als eindopdracht een wetenschappelijk essay inleveren (studielast 14 uur). De totale studielast wordt daarmee geschat op 84 uur, wat overeenkomst met 3 EC s. Van de student verwachte activiteiten Hoorcolleges Vooraf bestuderen van de literatuur. Actieve deelname aan de colleges. Practicumgroepen Vooraf bestuderen van de literatuur Actieve participatie en inbreng in de bijeenkomsten Opdrachten om inzicht te krijgen in het leerproces van de studenten m.b.t. de behandelde leerstof Eindopdracht Perspectieven op diversiteit 4

5 Opdrachten De inleveropdrachten voor de practicumgroep zijn een week voor inlevering te vinden op Blackboard. Alle geschreven opdrachten dienen te worden conform de APA-richtlijnen, zoals aangeboden in de practicumbijeenkomsten. De opdrachten moeten individueel gemaakt zijn (tenzij anders is vermeld) en ingeleverd. Let op: te laat inleveren is hetzelfde als niet inleveren. Maak ter bewijslast van het inleveren van je stukken via assignments een printscreen van de opdrachtbevestiging. Aanwezigheid Aanwezigheid van studenten bij hoorcolleges van deze module verdient sterk aanbeveling. De practicumbijeenkomsten vereisen een actieve werkhouding van studenten. Hiervan dient officieel minimaal 80% te zijn gevolgd. Met een geldige reden (ziekte, e.d.) mag verzuimd worden. De student moet zich echter van te voren afmelden bij de practicumdocent per mail of telefoon. Tevens dient de student zichzelf op de hoogte te stellen van alles dat gemist is en dit inhalen. In geval een student minder dan 80 % van practicumbijeenkomsten heeft bijgewoond, zal de docent aanvullende opdrachten verstrekken. Rooster en korte inhoud hoorcolleges en practica Perspectieven op diversiteit Kijk voor de meeste up-to-date tijden en lokalen op rooster.uva.nl Wk Data Onderwijsvorm Inhoud 6 3 februari 2014 HC 1 Theoretisch zijn er heel verschillende visies op de relatie tussen ouders en school. Een leerkracht moet vervolgens, werkend binnen het schoolbeleid, concreet vorm geven aan ouderbeleid in de praktijk. In het college bespreken we de verschillende visies op dit thema. We gaan nader in op het zgn. educatieve partnerschapsmodel, dat uitgaat van actieve betrokkenheid, participatie, zeggenschap en empowerment van ouders. Welke competenties vraagt dit van leerkrachten en van de ouders? Tot slot bespreken we waarom ouderbetrokkenheid een taai thema kan zijn in de onderwijspraktijk, met name in de grootstedelijke context. Hoe kijken ouders, met heel diverse achtergronden, naar betrokkenheid bij school? En hoe kijkt de school naar ouderbetrokkenheid? 6 6 februari 2014: 7 10 februari februari 2014: 8 17 februari 2014 PR 1 HC 2 PR 2 HC 3 Wie ben ik? Je kunt je eigen overtuigingen, waarden, normen, e.d. benoemen en aangeven welke je zeer belangrijk vindt en welke je moeilijk kunt veranderen. Ook maak je kennis met eindopdracht van Perspectieven op diversiteit Er wordt ingegaan op het ontstaan van de verplichting voor scholen om een bijdrage te leveren aan actief burgerschap en sociale integratie. Hierbij wordt het voorbeeld van De Vreedzame School besproken en ingegaan op de doorontwikkeling naar De Vreedzame Wijk. Daarbij aansluitend op de maatschappelijke ontwikkelingen in de richting van de participatie-samenleving en de pedagogische civil society. School, ouders en buurt zullen voor een samenhangend pedagogisch kader moeten zorgen. Centrale vraag hierin is: "Wat vraagt dat van de school en van de leerkracht? " Media en beeldvorming In dit practicum kijken we kritisch naar media, we onderzoeken welke factoren van invloed zijn op beeldvorming en wat de rol van de media en beeldvorming voor jou als leerkracht betekent Dit college gaat in op een deelaspect van cultuuronderwijs en wel cultureel erfgoed. In hoeverre speelt erfgoed en dan m.n. immaterieel erfgoed een rol bij de ontwikkeling van de eigen identiteit? Uit onderzoeken blijkt dat er verschillende benaderingen zijn om cultureel erfgoed als Docent Ruben Fukkink Leo Pauw Ronald Hueskens 5

6 8 20 februari 2014: 9 24 februari februari 2014: 10 3 maart maart 2014: maart uur! (let op: andere tijd dan anders) PR 3 HC 4 PR 4 HC 5 PR 5 HC 6 identiteitsbepalende factor te duiden en er over te redetwisten. Een prikkelende stelling nodigt je uit om drie artikelen voorafgaand aan dit college te bestuderen. De stelling luidt: wie zijn cultureel erfgoed niet kent, weet eigenlijk niet wie hij is? Wat is jouw mening t.a.v. deze stelling en wat betekent inhoud en kennisname over deze materie voor jouw leerkrachtgedrag? Wie is de ander/wie is de ouder? Je krijgt inzicht in welke kenmerken van ouders van invloed zijn op de opvoeding en de ontwikkeling van kinderen en de betrokkenheid van ouders bij de school en de ontwikkeling van hun kinderen. Steeds vaker staat het actief betrekken van ouders bij het gebeuren op school centraal. Veel scholen ervaren dat op dat punt veel winst valt te behalen en dat het verschil maakt wanneer ouders direct betrokken raken bij wat er in de klas gebeurt. Met het actief betrekken van ouders kunnen echter zeer uiteenlopende zaken bedoeld worden. Vaak heeft men dat niet duidelijk voor ogen hetgeen de discussie vertroebelt, zowel op schoolniveau als op ouderniveau. Zo kan een school zich sterk profileren op het gebied van brede ouderbetrokkenheid, terwijl zich dat in de praktijk vooral beperkt tot een actieve inzet van ouders bij het organiseren van schoolactiviteiten. Algemeen doel van dit college is het presenteren van een duidelijke begrippenkader en de actuele stand van zaken op het gebied van ouders en school in relatie tot leren en opvoeden. Er wordt dieper ingegaan op ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en educatief partnerschap en je leert hoe je als school en leerkracht op een pro-actieve manier kunt aansturen op een dialoog en samenwerking met ouders en ze kan zien als gelijkwaardige partners. De leerkracht maakt het verschil! De Amerikaanse auteur van Teach like a champion Lemov observeerde jarenlang excellente leraren voor de klas en vatte hun succesvolle werkwijzen samen in een boek waarin 49 technieken worden beschreven. Deze 49 technieken werden geïmplementeerd in het curriculum van de Uncommon Schools in de Verenigde Staten. De Uncommon Schools, die voor 95% bezocht worden door kinderen uit kansarme milieus, bereiken inmiddels uitstekende (leer)resultaten. In het hoorcollege wordt ingegaan op de vertaalslag van Teach like a Champion naar de Nederlandse onderwijscontext. Verder wordt ingegaan op effect van het gebruik van teachtechieken in relatie tot de positieve verwachtingen die leraren hebben van hun leerlingen. Daarnaast wordt een aantal technieken nader bekeken aan de hand van voorbeelden uit de praktijk van basis en speciaal (basis)onderwijs. Leerlingen en diversiteit: aan de slag met het doorbreken van sociale structuren in de klas en de technieken uit Teach like a champion Diversiteit vanuit een heel andere hoek bekeken. Amsterdam is een multiculturele stad, dus ook de sociale problemen die zich er in voor doen kennen vele multiculturele aspecten. Een goed voorbeeld hiervan is prostitutie dat al bestaat zolang de stad Amsterdam bestaat. In dit hoorcollege zal een inleiding worden gegeven in prostitutie in Amsterdam. Wie zijn die prostituees eigenlijk en waar komen ze vandaan? Is prostitutie een sociaal probleem; en zo ja waarom, en voor wie? Vanuit een perspectief van diversiteit zal de complexiteit van het verschijnsel worden belicht en de ontwikkelingen die hierin hebben plaatsgevonden. Aan de hand van een case studie naar Chinese massage salons zal de cultureel Ron Oostdam Robert Jacobs Marie- Louise Janssen 6

7 antropologe Janssen ingaan op deze recente ontwikkeling in de Nederlandse seksindustrie. Is een erotische massage met een zogenaamde 'happy ending' een vorm van prostitutie en hoe kan je hiernaar kijken vanuit een diversiteitperspectief? maart 2014: maart 2014: PR 6 PR 7 We oefenen hoe je als leerkracht om kunt gaan met botsingen in diversiteit en kunt blijven aansturen op educatief partnerschap Ontmoeting met ouders We oefenen het gesprek dat je hebt met een ouder uit je stageklas met ouders die bij het college aanwezig zijn. Literatuur: Er is per hoor- en werkcollege aangegeven wat je moet bestuderen. Alle literatuur (m.u.v. het aan te schaffen boek van Claes, M.-T.& M. Gerritsen (2011). Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief Bussum: Coutinho) wordt een week voor de start van het eerste hoorcollege beschikbaar gesteld via Blackboard. Aan het begin van ieder hoorcollege en practicum wordt daar waar mogelijk ingegaan op de bestudeerde literatuur. Bereid je daarom goed voor op de colleges. Te bestuderen literatuur voor: Hoorcollege 1: Een hoofdstuk uit het nieuwe Handbook of Urban Education (op blackboard bij Literatuur Hoorcollege staat het precieze hoofdstuk) Een hoofdstuk uit een te verschijnen boek over ouderbetrokkenheid (op blackboard bij Literatuur Hoorcollege staat het precieze hoofdstuk) Hoorcollege 2: Pauw, L. (2013). Burgerschapsvorming in het Utrechtse onderwijs. Op weg naar een gezamenlijke visie. Utrecht: Gemeente Utrecht en partners UOA. Hoorcollege 3: Dibbits H.C. (2002). Lootjes trekken met het Suikerfeest. Processen van integratie in een multietnische wijk. In H. Bennis, G. Extra, P. Muysken & J. Nortier (red.), Een buurt in beweging. Talen en culturen in het Utrechtse Lombok en Transvaal. Amsterdam, Aksant, 2002, Dibbits, H.C. (2009) Hoekjes van herkomst. Materieel erfgoed in migrantenwoningen. Levend Erfgoed, 6, Tempelman S. (2006). Duiken in het duister: een gematigd constructivistische benadering van culturele identiteit, Migrantenstudies, 1999, 15 (2), Hoorcollege 4: Oostdam R. & Hooge, E. (2012). Making the difference with active parenting; forming educational partnerships between parents and schools. European Journal of Psychology of Education, DOI /s Oostdam, R., & J. van Loo (2011). Educatief Partnerschap: Evalueren om te leren met ouders. In J. Castelijns, M. Segers & K. Struyven (Eds.) Evalueren om te leren: toetsen en beoordelen op school. Bussum: Coutinho, Hoorcollege 5: Green A. (2010, march 2). Building a better teacher, New York Times, p

8 Hoorcollege 6: Gregory, K. (2005). The Everyday Lives of Sex Workers in the Netherlands. Coping Strategies for Economic, Physical, and Emotional Survival on the Streets and in the Windows. London: Routledge, Practicum 1: Sleeter. C. (2011). Preparing Teachers as Citizen Educators in Diverse Societies, p Claes, M.-T.& M. Gerritsen (2011). Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief Bussum: Coutinho, p Practicum 2: Ruiter, D. de, W de Graaf & Maier, R. (2006). Contacten met allochtone ouders op zwarte basisscholen: de invloed van beeldvorming, Migrantenstudies, , Practicum 3: Claes, M.-T.& M. Gerritsen (2011). Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief Bussum: Coutinho, p Crul, M., J. F. Lelie (2013). Superdiversiteit. Een nieuwe visie op integratie. Een nieuwe visie op integratie, Amsterdam: VU University Press, Practicum 4: Beek S., A. van Rooijen & C. de Wit (2007). Samen kun je meer dan alleen. Educatief Partnerschap met ouders in primair en voortgezet onderwijs. Den Haag: Q*Primair, 's Hertogenbosch: KPC-groep, Practicum 5: Van den Bergh, L., Denessen, E, Voeten, M, Hornstra, L., & Holland, R. (2010) The implicit prejudiced attitudes of teachers: Relations to teacher expectations and the ethnic achievement gap. American Educational Research Journal, 47, Practicum 6: Claes, M.-T.& M. Gerritsen (2011). Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief Bussum: Coutinho, p Pinto, D. (2007). Interculturele communicatie, een stap verder, Practicum 7: Geen literatuur Aanvullende literatuur (vrijwillig te bestuderen): Claes, M.-T.& M. Gerritsen (2011). Culturele waarden en communicatie in internationaal perspectief Bussum: Coutinho, Christoph V. (2012). The Role of the Mass Media in the Integration of Migrants. Mind, Brain, and Education,Volume 6, Issue 2, DOI: /j X x Beoordeling Een voorwaarde om de module Perspectieven op diversiteit te halen is: - Minimaal 80% aanwezigheid bij zowel de practica - Minimaal een 5,5 voor de eindopdracht van de practica 8

9 - Opdrachten die je moet maken bij de practicumbijeenkomsten. Hierbij wordt gekeken naar de kwaliteit van de ingeleverde opdrachten en het proces dat je als student doormaakt m.b.t. diversiteit. Feedback Feedback op de eindopdracht wordt individueel op schriftelijke wijze gegeven. Indien opdrachten niet de kwaliteit hebben die ze horen te hebben, wordt op deze opdracht individueel feedback gegeven door de practicumdocent. Mocht de eindopdracht als onvoldoende worden beoordeeld, dan dient aan de hand van de feedback een verbeterde versie te worden ingeleverd, die dan weer volgens de gebruikelijke criteria wordt beoordeeld. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en de Universitaire Pabo hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn de student zelf, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Na afloop van de module zal gevraagd worden een vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in: de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert de UPvA een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de opleidingsmanager gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze spieken tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat In de wetenschap moet een geproduceerde tekst altijd controleerbaar zijn en daarom moet je in een door jou ingeleverd artikel of paper altijd gebruikte (internet)bronnen vermelden in een zgn bronvermelding. Doe je dat niet dan wordt dat plagiaat genoemd en betekent dat uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid en mogelijk nog zwaardere straffen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie voor meer informatie over Fraude en Plagiaat: en de UvA OER, artikel 5.14 op Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie UPvA met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 6 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs van de UPvA voor advies en de procedure. 9

10 EINDOPDRACHT De eindopdracht "Perspectieven op diversiteit" bestaat uit twee delen. Als eerste voer je een gesprek met één of meerdere ouders van leerlingen uit jouw stageklas. Doel van dit gesprek is om erachter komen wie de ouder is, welke waarden/normen deze ouder heeft, vanuit welk perspectief de ouder aankijkt tegen verschillende zaken die betrekking op (de ontwikkeling van) zijn/haar kind en de school, hoe de ouder aankijkt tegen opvoeding, de opvoedingsrollen van man en vrouw, de relatie met de school en de leerkracht, wat die ouder verwacht van jou als leerkracht, van de school, e.d. Vervolgens schrijf je op basis van de inhoud van de colleges, de literatuur en het gevoerde gesprek een wetenschappelijke essay. Hierin begin je in de inleiding met het uiteenzetten van een wetenschappelijk kader (bijv. waarin je het wetenschappelijke belang van de relatie tussen school en ouders schets voor de ontwikkeling van het kind). Kom uiteindelijk uit tot een probleemstelling/ dilemma dat richting geeft aan het essay. In het middenstuk koppel je de onderwerpen die in het gesprek met de ouder(s) aan bod zijn gekomen aan (behandelde) theoretische en praktische kennis. Vergelijk daarin de overeenkomsten en verschillen tussen jouw perspectief, waarden, visie, ideeën over opvoeding, de relatie tussen school en ouders, e.d. met die van de ouder. Duid deze overeenkomsten en verschillen en andere informatie uit het gesprek wetenschappelijk. Kom in de conclusie/discussie op basis van de bevindingen uit de inleiding en het middenstuk tot een conclusie. Geef tevens aan hoe jij als leerkracht op een constructieve manier het contact met deze ouder vorm zal geven en zet uiteen, indien van toepassing, op welke punten het zou kunnen leiden tot een lastige praktijksituatie. Beargumenteer hoe dat komt en hoe je dit als leerkracht aan zal pakken. Beschrijf ook welke punten onderbelicht zijn gebleven in het gesprek en wat de kritiekpunten op/ beperkingen zijn van dit essay. Zie voor de exacte criteria van het wetenschappelijk essay het beoordelingsformulier hier beneden. Contact met mentor en academisch opleider Voor het gesprek met de ouder(s) regel je in goed overleg met je mentor en academisch opleider in de school een afspraak met één of meerdere ouders. Spreek naar de ouders en de school duidelijk uit dat je geïnteresseerd bent in wie de ouders zijn en dat het gesprek niet zal gaan over de vorderingen en/of ontwikkeling van zijn of haar kind. Zorg voor goede afspraken met de ouder, zodat die op de hoogte is van het doel van het gesprek en wat je met de informatie gaat doen. Sluit ook met de ouders kort of je het gesprek op audio kan opnemen. Dat vergemakkelijkt de verwerking van het gesprek. INLEVEREN: UITERLIJK 18 april 2014, UUR Beoordelingsformulier Perspectieven op diversiteit Naam: Datum: Studentnummer: Beoordelaar: Eindcijfer Inleiding: 25% Middenstuk: 25% Conclusie/discussie: 25% Literatuurgebruik: 25% Algemene opmerkingen Het eindcijfer wordt afgerond op één decimaal. 10

11 Minimumeisen In orde? Documentnaam, voorblad, lettertype, regelafstand Ja / Nee zijn conform de UPvA-voorschriften. Max. 8 pagina's, excl. literatuurlijst en inhoudsopgave Ja / Nee Er zijn minimaal vier wetenschappelijke bronnen Ja / Nee gebruikt, waarvan twee bronnen die niet zijn voorgeschreven voor de collegereeks. Er is gebruik gemaakt van heldere formuleringen, Ja / Nee grammaticaal correcte zinnen en het essay bevat niet meer dan vijf spellingsfouten. Opmerkingen Feedback per onderdeel Inleiding 25% Opmerkingen Wordt er een wetenschappelijk kader geschetst voor het schrijven van het essay? Wordt de inleiding opgebouwd via een trechter (van breed naar meer specifiek)? Wordt er een probleemstelling gegeven die richting geeft aan de rest van het essay? Worden (indien nodig) begrippen uitgelegd? Middenstuk 25% Opmerkingen Wordt er besproken wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de ouder en de student? Wordt de informatie uit het gesprek (waaronder de overeenkomsten en verschillen) onderbouwd met wetenschappelijke literatuur? Lopen de onderwerpen in de tekst logisch in elkaar over? Conclusie/discussie 25% Opmerkingen Wordt de eindconclusie onderbouwd met bevindingen uit de inleiding of het middenstuk? Wordt er aangegeven hoe een leerkracht op basis van de informatie in het essay het contact met de ouder vorm kan geven en waar het, indien van toepassing, zou kunnen komen tot een lastige praktijksituatie? Wordt er aangeven welke punten niet zijn belicht in het gesprek, maar die mogelijk wel relevant zijn? Worden er kritiekpunten op / beperkingen van het essay besproken? Literatuurgebruik 25% Opmerkingen Zijn de APA-normen toegepast op verwijzingen in de tekst, de literatuurlijst en de opmaak van het essay? Wordt de literatuur gebruikt om antwoord te vinden op de probleemstelling uit de inleiding? Wordt de literatuur kritisch gebruikt? Is er aanvullende relevante literatuur gebruikt? Is het taalgebruik voldoende wetenschappelijk? 11