Aanwezig namens gemeente: Ynze Haitsma (projectleider), Cristien Bajema, Jacob Jongejan, Klary-An Wimmenhove, Irma Vennema

Transcriptie

1 Verslag Werkgroep Belanghebbenden Wmo Datum: 16 mei 2019 Aanwezig namens gemeente: Ynze Haitsma (projectleider), Cristien Bajema, Jacob Jongejan, Klary-An Wimmenhove, Irma Vennema Aanwezig namens partijen: Afwezig namens partijen: Cyril van Zuidam (Alliade-Wil/Reik), Joop Abma (Adviesraad sociaal domein, ASD), Rimko Vosjan (GGz/Mind-Up), Hans den Hertog (Support Fryslân, Vrijwilligers Organisaties Leeuwarden V-O-L), Sjoerd Tolsma (Amaryllis), André Visser (Pluskwadraat), Hannah van der Feen (Aardema Thuiszorg, netwerkpsychologen), René de la Porte (Rondomzorg), Marga à Nijeholt (Werkpro), Sieds Rienks (Kwadrantgroep, HH BV) Ingemarit van der Wal (GGz/Mind-Up), Erik Blank (V-O-L), André Saris (Het Buro), Peter de Visser (Incluzio) Aanwezig onafhankelijk, namens allen: Notulist(e): Rob Lambrichs de Bruin Hilly Seepma 1. Opening en mededelingen: Ynze Haitsma opent de vergadering en heet iedereen welkom. 2. Bespreekpunten: a. Indelen in basis- of aanvullende ondersteuning: 1. Mind-up en Alliade hebben een voorstel gedaan dat meer gedetailleerd is maar met een andere insteek. Er is begrip dat er bezuinigd moet worden maar daar moet naartoe gewerkt worden. Er moet wel een uitgangspunt zijn om de lumpsum te bepalen. Belangrijk is om evenwicht te vinden in de mate van detail, en dat er zoveel mogelijk bij de huidige beleidsregels aangesloten wordt. De huidige beleidsregels sluiten wel aan bij het plan wat nu gemaakt is. Bij maatwerk moet bekeken worden wat nodig is voor ondersteuning. 2. Insteek van de huidige beleidsregels is dat de beperking niet leidend is. Ook met meerdere problemen hoeft het niet gelijk complex te zijn. Er wordt bewust niet voor kortdurende en langdurende zorg gekozen. Kortdurende zorg kan complex zijn terwijl langdurende zorg eenvoudig kan zijn. Het gaat vooral om complexiteit in situaties waarbij je meer sturing aan een persoon moet geven. 3. Bij dagbesteding staat fysiek of gedrag genoemd. Dit moet ook bij thuisondersteuning genoemd worden. 4. Er moet voor gewaakt worden dat de aannames die zijn gedaan leidend worden. Uit de realiteit moeten blijken wat de risico s zijn. In 2020 is de overgangsfase en moeten de verordeningen aangepast worden. Dit moet in de risicoparagraaf meegenomen worden. Het gaat niet om het totaal maar over verrekening percentages. In de aanbesteding moet iets over de totale som gezegd worden. 5. Conclusie is dat de indeling zoals die in het document is opgenomen het best passend is bij hetgeen we willen bereiken. Er zijn wel enkele aanvullingen benoemd die in de tekst verwerkt zal worden.

2 Blad 2 b. Financiën, frictiekosten, investeringen, overgangssituatie: Overgang cliënten: 1. De gemeente heeft een voorstel gedaan voor de cliënten. Voor het personeel kan de overgangssituatie anders zijn. 2. Het aantal beschikkingen voor chronische aandoeningen (3 jaar) betreft een groot aantal. Er moet bekeken worden welke beschikkingen in 2019 en 2020 aflopen. Als er nu beschikkingen worden afgegeven dan moeten deze niet langer dan voor een jaar afgegeven worden. Voor TO zijn er al veel beschikkingen die voor een jaar worden afgegeven. Bij hulp bij huishouden wordt vaak een beschikking van 3 jaar afgegeven maar hier is geen discussie over omdat dit naar aanvullende ondersteuning overgaat. Voor dagbesteding ontwikkeling wordt vaak een korte beschikking afgegeven en voor dagbesteding stabilisering een beschikking voor een langere termijn. Alle beschikkingen die in 2020 aflopen moeten opnieuw beoordeeld worden. Dit moet in het plan en de verordeningen meegenomen worden. Er moet uitgegaan worden van een minimale overgangstermijn van 3 maanden. Dit betekent dat voor oktober 2020 een herbeoordeling moet plaatsvinden. Dit wordt een grote operatie die veel vraagt voor diegene die de indicatiestelling moet doen. In de periode rondom is veel inzet nodig voor communicatie. Dit proces kan ingezet worden als de aanbesteding is geweest en bekend is met welke aanbieders gewerkt gaat worden. Het is een vereiste dat de gunning rond moet zijn. De beoordeling van cliënten voor 2020 en 2021 kan in 1 gesprek plaats vinden. Belangrijk is dat ICT helpt om zaken goed vast te leggen. 3. Bekeken moet worden hoe de overdracht moet en wanneer. Hoe langer in de periode na 1 januari 2021 dubbel gefinancierd wordt hoe meer er bezuinigd moet worden. De overgangsperiode moet daarom zo kort mogelijk. Als een beschikking in 2020 afloop dat moet gelijk de nieuwe situatie ingaan. Dit is voor de klant, personeel en organisatie beter. 4. Vanuit de gemeente moeten extra middelen voor communicatie en ICT ingezet worden. Dit betekent wel dat de basisondersteuning eerder moet staan. De werkgroep belanghebbenden is akkoord met de tekst over de overgang cliënten. De risico s communicatie, ICT, personeel moeten nog afgehecht worden. Overgang personeel: 1. Bestaand personeel houdt de bestaande CAO of krijgt een nieuwe cao. De frictiekosten zijn voor rekening van de aanbieders. De gemeente draagt geen zorg voor de personeelskosten van de aanbieders. Omdat er bezuinigd moet worden en er minder uren worden ingezet op de 2 e lijn zijn er werknemers die afvloeien. Dit komt bij de aanbieders terecht omdat de gemeente hier geen contractuele verplichting voor heeft. Dit is dus een risico voor de aanbieder. Uiteraard voelt de gemeente wel een maatschappelijke verantwoordelijkheid voor personeel dat in de gemeente werkzaam is. Hier zal de gemeente ook financieel wel een ondersteuning in willen doen. 2. De vraag is of er sprake is van overname van onderneming of overgang personeel. Het werk verandert. Optie is om gezamenlijk van te voren afspraken met het UWV te maken en dat er tot een soort convenant gekomen kan worden. Een andere optie is om een intern arbeidsbureau of op te richten. De gemeente zou de pilot participatie als instrument kunnen gebruiken om dat maximaal aan te laten sluiten. 3. Nadat het plan gemaakt is moet een procesafspraak gemaakt worden. In het hoofdstuk aandachtspunten en risico s moet gevlagd worden hoe zaken juridisch in elkaar steken en dat het de intentie is om gezamenlijk te bekijken hoe dit ingericht kan worden. De voorbereiding hiervoor kan voor de gunning gedaan worden. Uitvoering moet na de gunning plaats vinden.

3 Blad 3 4. De vraag is of het reëel is om in het bestek de vraag mee te nemen wat de aanbieder aan de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers doet. 5. De suggestie van Amaryllis is om het personeel technisch een half jaar naar voren te halen. De nieuwe werkwijze loopt dan nog niet en de nieuwe aanbieder is er dan nog niet. Het moet financieel ook mogelijk gemaakt worden om de overgang eerder te doen. Dit scheelt frictiekosten en onrust. De werkgroep is het eens met de suggestie van Amaryllis maar de vraag is hoe dit dan uitgevoerd moet worden omdat de structuur er dan nog niet is. Optie is om de beschikking op naam van de aanbieder in de basisondersteuning te zetten. Voor dat jaar kan de aanbieder een contract worden gegeven tenzij het een aanbieder betreft die nog niet is gecontracteerd. In januari 2021 is voor de basisondersteuning geen beschikking meer. Na 1 januari 2020 moeten aanbieders klanten niet meer toe leiden naar aanvullende ondersteuning maar naar basisondersteuning. 6. Tekst Kwadrantgroep over ,- bezuiniging ambtelijke ondersteuning. De vraag van de Kwadrantgroep is of je voor een half miljoen extra alles op de kop wilt gooien. Er wordt hierover gesproken. De van de ambtelijke ondersteuning staat los van de 3,6 miljoen die middels dit plan bezuinigd moet worden. Conclusie van de werkgroep is dat het niet meer opportuun is om nu een andere werkwijze te nemen. De raad heeft op 15 mei het plan op hoofdlijnen vastgesteld. Dat besluit is niet alleen genomen vanuit financiën maar ook de overtuiging dat ook gaat om de visie dat een andere werkwijze nodig is om ook in de toekomst een robuust zorgsysteem te hebben. c. Buurt- en dorpskamers: 1. Beeld van de gemeente is dat de verantwoordelijkheid voor de ontvangst en toegangsfunctie bij de basisondersteuning ligt. Het vastgoed, en de versterking van de sociale basis is wel een verantwoordelijkheid van de gemeente. De kosten voor vastgoed worden gedekt uit reeds beschikbare budgetten. Daar waar extra kosten gemaakt moeten worden vanwege de implementatie van de nieuwe werkwijze zal dit binnen de lumpsum bekostigd moeten worden. 2. In de buurt- en dorpskamers is de vrijwilliger het eerste aanspreekpunt, vervolgens de basisondersteuning. Er moet onderscheid gemaakt worden in bezetting en maatwerk uren. De buurt- en dorpskamers moeten laagdrempelig zijn. Er moet worden nagegaan wat aard en omvang van vraag burgers in Lab noord tot nu toe en of er verandering in is te zien. Dit kan ook ban Inclusieve stad uitgezocht worden. 3. Buurt- en dorpskamers moeten op maat worden gemaakt. Waar het al goed loopt kan de wijk- of dorpsvereniging prima zelf zaken oppakken. 4. De aanwezige aanbieders vinden dat het initiatief voor een sterke sociale basis primair bij de sociale basis neergelegd moet worden. Er moeten buurtopbouwwerkers of professionals zijn die faciliterend en verbindend zijn om buurt- en dorpskamers te creëren of te onderhouden. De sociale basis moet de regie hebben en de gemeente moet de opdracht (facilitair en financieel) verstrekt. V-O-L maakt een visie hoe de sociale basis daadwerkelijk versterkt wordt. 5. Bekeken moet worden wat er qua buurt- en dorpskamers voor infrastructuur afgesproken kan worden. 6. Voorstel V-O-L is om in september te beginnen met de implementatie en nader te bepalen waar de opbouwwerkers nodig zijn. Waar het nu al goed loopt hoeft niet actief aan gewerkt te worden. In 2021 zijn niet alle wijken en dorpen zo ver maar er is een periode meer inzet van organisaties nodig. De meeste wijken zijn in staat om de buurt- en dorpskamers te ontwikkelen. De gemeente heeft een stimulerende rol voor afschaling en de aanbieders moeten zorgen dat dit gaat gebeuren. 7. De buurt- en dorpskamers zijn essentieel onderdeel van het plan. Met het plan kan de bezuiniging van 3,6 miljoen gehaald worden. Er zijn echter wel investeringen zoals ICT nodig die ook geld kosten. In de berekening van Amaryllis komen de bezuinigingen hoger uit

4 Blad 4 dan 3,6 miljoen. Het geld wat boven de benodigde bezuiniging valt kan gebruikt worden om te investeren. 8. Er moet een uitspraak worden gedaan of alles in 2021 staat of dat het een groeimodel is. 9. Duidelijk moet worden waar een aanbieder vanuit mag gaan wat de gemeente geregeld heeft en wat de aanbieder nog moet regelen. Als het lukt wordt bestaande infrastructuur gebruikt. Waar dit niet lukt, waar ligt het risico dan. Ynze Haitsma geeft aan dat dit niet bij de gemeente ligt. De basisvoorziening moet ervoor zorgen dat er zorg op maat geleverd wordt en de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de basisvoorziening. 10. Er is menskracht nodig voor het opbouwwerk. De werkgroep is het met elkaar eens dat de buurt- en dorpskamers de verantwoordelijkheid van de sociale basis is. Daar waar dit nog niet kan wordt er ingezet vanuit basisondersteuning. De gemeente is verantwoordelijk voor het stimuleren van de sociale basis en het bekijken of de sociale basis dit oppakt. De gemeente is verantwoordelijk voor het faciliteren, ontstaan en onderhouden van de buurt- en dorpskamers. De basisondersteuning maakt maximaal gebruik van de buurt- en dorpskamers en stimuleert daar waar geen locaties zijn om locaties te zoeken. De subsidievoorziening moet maximaal aansluiten om het doel te dienen. d. Vastgoed: Dit betreft niet dubbele huisvesting. De Kwadrantgroep heeft een aantal locaties voor dagbesteding en als die dagbesteding straks niet meer in het pand zit wat doe je dan met het pand/met de verhuurbaarheid van het pand. Dit speelt naast het personeelsaspect. Na de gunning moet bekeken worden wat het plan betekent voor het maatschappelijk vastgoed en moet dit in beeld gebracht worden. e. ICT: De afdeling ICT van de gemeente geeft aan dat het systeem Mens Centraal veel kan en voldoende kan om de minimaal benodigde gegevens te handelen. Er kan eventueel een module voor monitoring toegevoegd worden. Voor de gebruikersaccounts moeten wel extra kosten worden gemaakt. Mens Centraal is nu heel zaakgericht. De aanbieders willen ook op cliëntniveau via een bewonersportaal mensen zelf in laten loggen. De gemeente wil dit niet voorschrijven. Als de aanbieder een bewonersportaal nodig vindt dan moet de aanbieder dit zelf faciliteren en betalen binnen de beschikbare lumpsum. Het is geen noodzakelijke voorwaarde maar een deel van de werkgroep vindt dat de module voor cliënten er wel moet komen. De kosten moeten worden nagevraagd. f. Contract: Mogelijkheden basisondersteuning: 1. Aanbesteding met concurrentiegerichte dialoog; 2. Subsidietender; Mogelijkheden aanvullende ondersteuning: 1. Aanbesteding met concurrentiegerichte dialoog. Conclusie uit de werkgroep contracten is dat er 1 blok voor DO en TO gezamenlijk is en 1 blok voor HH. Er was eerst een lump sum per organisatie en het voorstel is om nu de lump sum per blok te doen. Daarbij bestaat de mogelijkheid dat er een consortium of anderszins samenwerkende partijen gaat inschrijven op de aanbesteding. Als nadeel van deze manier van aanbesteding is dat je de lump sum niet naar 1 organisatie mag toeschrijven. Organisaties die nu in beide stukken zitten, dat kan in de toekomstige situatie niet meer. Besloten wordt dat in het nieuwe model het niet mogelijk is dat een zorgaanbieder in beide blokken inschrijft als hoofdaanbieder, maar wel in het ene als hoofdaanbieder en in het andere als onderaannemer. De werkgroep is het eens over de contractvorming basisondersteuning.

5 Blad 5 Het advies van de werkgroep contractering om aanbieders in 1 blok te zetten moet bekeken worden om dit anders is dan eerder besproken is. 3. Vervolg: Het plan wordt aangepast en is begin volgende week klaar. Dit plan wordt in de werkgroep van 23 mei besproken. Uitgangspunt in het gemeente beleid is lokale kwaliteitsopgave, dit is niet gebonden aan percentages en omvang. Dit staat standaard in de inkoopvoorwaarden. Pilots. Bestaande en nieuwe aanbieders kunnen een pilot doen. Uitgangspunt moet dan wel zijn dat het om een gelijk speelveld gaat. Op 1 oktober wordt de aanbesteding in de markt gezet. Van te voren kan niet een pilot gedraaid worden waarbij de resultaten al in de aanbesteding kunnen worden meegenomen. In het overgangsjaar kan nog wat met de resultaten van de pilot worden gedaan. Over sturing en monitoring moet nog een procesafspraak worden gemaakt. De gemeente maakt een aanzet om een inschatting te maken van de aflopende beschikkingen. Met Pianoo wordt gekeken of er 1 of meerdere percelen moeten komen. nr Datum Afspraak Actie Opmerkingen afspraak 1 16 mei 2019 Kosten extra module Mens Centraal voor cliënten navragen. Gemeente mei 2019 Procesafspraak sturing en monitoring maken Werkgroep mei 2019 Aanzet inschatting maken van aflopende beschikkingen. Gemeente