Kort verslag van de vergadering van RTG Ruimte d.d. 23 augustus 2011 aanvang uur.

Transcriptie

1 R.T.G. - Ruimte Kort verslag van de vergadering van RTG Ruimte d.d. 23 augustus 2011 aanvang uur. Aanwezig: Voorzitter: de heer Wikkerink Leden RTG: de heren Migchelbrink (muv agendapunt 6), Navis, (muv van agendapunt 4) Pennings (bij agendapunt 6) Rots (muv agendapunt 6), van Duijvenvoorde (muv agendapunt 6), Bulsink, Frenken, Luiten, Uland (bij agendapunt 6) en mevrouw Hoezen (bij agendapunt 6) Namens het college: wethouder Kok, dhr. Scheffer (bij agendapunt 3) en wethouder Teeuwsen (bij agendapunt 6). RTG-griffier: M.A.J.B. Fiering 1. Voorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Aalten 2007, Landgoed Klein Zwitserland. Insprekers: De heer en mevrouw Lunenburg en de heer en mevrouw Berkelder De heer en mevrouw Lunenburg geven aan dat hun perceel grenst aan het landgoed. Zij hebben de woning gekocht om landelijk te kunnen wonen met veel privacy. De privacy komt door de plannen van de fam. Berkelder in gevaar. Zij hebben veel problemen met deze plannen. Het woongenot wordt aangetast en uitzicht wordt verminderd. Overlast van fietsers en motoren wordt verwacht. Zij hebben een schriftelijke reactie ingeleverd. Deze reactie is bij dit verslag gevoegd. Tevens is een korte reactie van de fam. Tenkink aan dit verslag gevoegd. Kortheidshalve wordt naar beide reacties verwezen. Vragen aan fam. Lunenburg. Vraag: Is het een optie om nogmaals met de fam. Berkelder in gesprek te gaan? Vraag: Het landgoed is enige tijd geleden al gerealiseerd. Wat zijn uw ervaringen? Vraag: Het college stelt voor om een zone van 25 meter aan te brengen. Wat vindt u hiervan? Vraag: Toen u de woning kocht wist u toch dat het landgoed daar was gevestigd? In de voorwaarden van het bestemmingsplan is opgenomen dat het landgoed voor publiek opengesteld moet worden. Vraag: Wat is de afstand van de voorgevel van de woning tot aan de Romienendiek? Antwoord: We hebben niets tegen de fam. Berkelder persoonlijk. Wij hebben problemen met het openbaar maken van het aan te leggen wandelpad dat ontsloten wordt op de Romienendiek. Dat gaat ten koste van de privacy. Er is al een toegangsweg naar hun huis. Een extra ontsluiting levert naar verwachting problemen op. Antwoord: Wij zijn verbaasd dat de gemeente voor dit landgoed toestemming heeft verleend. Antwoord: De afstand blijft een probleem. Van alle kanten wordt hun perceel openbaar toegankelijk. Antwoord: Het landgoed lag toen op 150 meter van hun perceel. Nu hebben de eigenaren van het landgoed ook de aangrenzende gronden gekocht. Antwoord: Ongeveer 70 meter; deze wordt gebruikt voor een plein, er staan fruitbomen en wordt deels gebruikt als groentetuin. Insprekers: de heer en mevrouw Berkelder. De heer en mevrouw Berkelder wijzen erop, dat in het huidige bestemmingsplan ook al openbare

2 wandelpaden zijn toegestaan. Dat is door de gemeente opgelegd. Wanneer het bestemmingsplan niet wordt gewijzigd, dan kan het wandelpad direct langs de erfgrens worden aangelegd. Het nieuwe bestemmingsplan gaat uit van een zone van 25 meter. Zij willen graag mee denken met de familie Lunenburg. De bedoeling is nu om het wandelpad, zoals gesitueerd tussen de woningen van de familie Tenkink en de fam. Lunenburg, niet aan te leggen. Met betrekking tot de natuur wordt er op gewezen, dat zij het jachtrecht op hun gronden hebben opgezegd. Zij wijzen er tenslotte op dat de bij de stukken ter inzage gelegde tekening niet correct is. Vragen aan fam. Berkelder Vraag: Hoeveel mensen maken gebruik van de openbare wandelpaden op het landgoed? Vragen aan het college: Vraag: Zijn de paden alleen toegankelijk voor wandelaars of mogen recreatieve fietsers en mountainbikers ook gebruik maken van deze paden? Vraag: Waarom wordt medewerking verleend aan deze plannen terwijl de evaluatie van het landgoederenbeleid nog niet is afgerond? Vraag: Wat is de meerwaarde van de aanleg van nieuw natuur nu tevens wordt voorgesteld om de realisatie van een werktuigenberging toe te staan? Vraagtekens worden geplaatst bij de verdere verstening van dit gebied. Vraag: Kan vóór de raadsvergadering een actuele tekening van het gebied ter inzage worden gelegd. Antwoord: Op een topdag maken ongeveer 20 tot 25 personen gebruik van de wandelpaden. Dat heeft nog nooit problemen opgeleverd. Aanvankelijk waren er problemen met crossmotoren, maar dat is voorbij. Antwoord: Dagrecreatie zoals wandelen en fietsen is ingevolge het bestemmingsplan ter plaatse mogelijk. Antwoord: Het landgoederenbeleid wordt geëvalueerd zodra het laatste landgoed is gerealiseerd. Hier is geen sprake van een nieuw landgoed maar van uitbreiding van een bestaand landgoed. Antwoord: Ter compensatie van de bouw van een werktuigenberging is met initiatiefnemers afgesproken dat zij extra natuur aanleggen. Antwoord: Dat wordt toegezegd. De voorzitter concludeert dat er een toezegging is gedaan nl. een actuele tekening ter inzage leggen, Voorts zijn alle vragen beantwoord. Het voorstel kan voor debat naar de meningsvormende raad. 2. Voorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Hoeninkdijk 6-8/Kloosterdijk 13. Inspreker: de heer Saris. Namens de initiatiefnemer is de heer Aagten van LTO Nederland aanwezig om eventuele vragen te beantwoorden. De heer Saris: verwijst naar het gestelde in zijn ingediende zienswijze. Hij wil graag reageren op de reactie van het college. Het exporteren van gehygiëniseerde mest is niet meer mogelijk. De te bouwen co-vergisting heeft een andere werking waardoor niet aan de kwaliteitseisen kan worden voldaan. Daardoor is export is eveneens niet 2

3 mogelijk. De wijziging van de Europese regelgeving is in voorbereiding maar dat duurt nog wel even voordat de wijziging in werking treedt. De firma Meerdink wil - naast ter plaatse geproduceerde mest - ook mest van zijn andere bedrijven verwerken. Het college geeft aan dat er geen sprake is van industriële activiteiten. Het is de bedoeling dat op jaarbasis ton mest en cosubstraten wordt verwerkt. De genoemde ton is bedacht. Daarmee blijft het bedrijf onder de 100 ton per dag. Boven de 100 ton per dag is een MER verplicht. Hij vindt dat er eerst een MER onderzoek moet plaatsvinden. Handhaving is een punt van aandacht. De firma Meerdink begeeft zich op het terrein van afvalverwerking. Hij verwijst naar een artikel in Energienieuws waarin wordt aangegeven dat de veiligheid rond co-vergistingsinstallaties moet worden verhoogd. De AID heeft ook onderzoek verricht naar dergelijke installaties. Hij verwijst tevens naar een uitspraak van de RvS over het oprichten en inwerking hebben van een covergistingsinstallatie. Een MER onderzoek is volgens deze uitspraak nodig. Het gaat namelijk om de totale capaciteit van de co-vergistingsinstallatie. Het college geeft aan dat de capaciteit van de installatie nog niet bekend is. Zijn indruk is dat er een MER onderzoek moet worden gedaan. Hij vraagt hiervoor aandacht. Vragen aan de inspreker Vraag: Welke hinder verwacht u van deze installatie? Vraag: Thans is de ruimtelijke procedure aan de orde. Moet zijn bezwaren niet bij de omgevingsvergunning worden ingediend? Vraag: Inspreker geeft aan dat het vrachtverkeer zal toenemen. Ter plaatste wordt hoofdzakelijk de op het bedrijf geproduceerde mest verwerkt. Hoe zit dat? Vragen aan de heer Aagten. Vraag: Is overwogen om i.p.v. een biovergistingsinstallatie over te gaan tot bioraffinage? Dat is nl. veel eenvoudiger. Vraag: Is de bouw van de installatie financieel haalbaar? Vraag: Wordt de installatie ook gerealiseerd indien Antwoord: Bij Oostenwind is nu al sprake van stankoverlast. De verwachting is dat na de realisatie van de co-vergistingsinstallatie de stankoverlast toeneemt. Daarnaast zal het vrachtverkeer toenemen. Het college gaat uit van ongeveer 6 vrachtwagens per dag. Hij verwacht een toename van 15/16 vrachtwagens per dag. Antwoord: Hij heeft bij de provincie bezwaren tegen de omgevingsvergunning ingediend. Antwoord: Het is de bedoeling dat in de te bouwen installatie ook de geproduceerde mest van andere bedrijven van de firma Meerdink wordt verwerkt. Hij wijst erop dat de installatie erkend moet worden door de Voedsel en waren autoriteit. Daar wordt in de notitie van het college niets over vermeld. Antwoord: Raffinage is op dit moment minder geschikt voor varkensmest. De initiatiefnemer is twee jaar geleden begonnen met de plannen. Raffinage was toen nog niet in beeld. Overigens gaan de ontwikkelingen op het gebied van vergisting bijzonder snel. De provincie is met betrekking tot vergunningverlening en handhaving het bevoegde gezag. De provincie beschouwt het bedrijf als een afvalverwerker. Antwoord: Dat is deels afhankelijk van de toekenning van de subsidie. Berekeningen wijzen momenteel uit dat een positief resultaat kan worden bereikt. Antwoord: Toen begonnen werd met dit project 3

4 het exporteren van verwerkte mest niet meer mogelijk is? Vraag: Vervalt het project zodra bekend is dat de subsidie niet wordt verleend? Vraag: Is het de bedoeling dat naast mest ook andere agrarische producten worden verwerkt? Vragen aan het college: Vraag: Is een MER onderzoek nodig? Vraag: Wanneer de installatie niet wordt gebouwd kan het terrein dan worden gebruikt voor agrarische bedrijfsbebouwing? Vraag: De inspreker verwacht een toename van stankoverlast. Kan in het bestemmingsplan extra maatregelen worden opgenomen om dit te voorkomen? Vraag: Wanneer is een MER onderzoek verplicht in relatie tot de capaciteitsmogelijkheden van de installatie? De heer Saris wijst erop dat de capaciteit van de te bouwen co-vergistingsinstallatie niet bekend is. De initiatiefnemer moet dit eerst aangeven. Hij denkt dat een MER onderzoek nodig is. De heer Aagten: De noodzaak van een MER moet worden vastgesteld bij de verlening van de omgevingsvergunning en niet bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Hij wijst erop dat er verschillende onderzoeken hebben plaatsgevonden. Hij verwacht dat een MER onderzoek niet tot een andere conclusie zou hebben geleid. mocht de verwerkte mest worden geëxporteerd. Enkele maanden geleden heeft de deelstaat NRW in Duitsland de regels aangepast waardoor export niet meer mogelijk was. Inmiddels is de deelstaat teruggefloten. Overigens wordt de covergistingsinstallatie niet alleen gerealiseerd met als doel de mest te hygiëniseren zodat deze kan worden geëxporteerd maar ook om energie op te wekken. Is export niet meer mogelijk dan is er een nadeel. Antwoord: Dat kan op dit moment niet worden gezegd. Antwoord: Neen; initiatiefnemer is tegen het gebruik van voedingsstoffen in de bio-vergistingsinstallatie. Antwoord: Volgens het college niet. Antwoord: Uitbreiding van de intensieve veehouderij is terplaatst uitgesloten. Antwoord: De initiatiefnemer heeft naast rechten ook plichten. Het bedrijf moet voldoen aan de geurnorm. Er zijn op dit moment geen extra maatregelen nodig. Antwoord: Toegezegd wordt dat dit schriftelijk kenbaar wordt gemaakt. De voorzitter concludeert dat er een toezegging is gedaan nl. nadere specificeren van noodzaak MER rapport. Het voorstel kan voor debat naar de meningsvormende raad. 3. Voorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Het Broek; uitbreiding Cattier. Stichting Natuur en Milieu heeft een schriftelijke reactie ingediend. Deze is aan dit verslag gehecht. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Hoog Zande Real Estate BV heeft een mail gestuurd waarin wordt ingegaan op de schriftelijke reactie van de fam. Van Duren. Deze is aan dit verslag gehecht. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. 4

5 Insprekers: mevrouw van Duren met dochter. Mevrouw Van Duren: Er is een schriftelijke reactie ingediend. Deze is aan dit verslag gehecht. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Zij nodigt de raadsleden uit om ter plaatse een kijkje te nemen. Zij overhandigt eveneens een kopie van een brief gericht aan ME Vastgoedontwikkeling BV. Deze is het bij voorstel gevoegd. Vragen aan insprekers. Vraag: Bent u bereidt om in gesprek te gaan met de ontwikkelaar over de bufferzone? Vragen aan het college. Vraag: Is er belangstelling voor dit bedrijventerrein? Vraag: Is er een overzicht van alle nog beschikbare percelen? Vraag: Is de geluidsbelasting inclusief de geplande uitbreiding lager dan die in 2002? Vraag: Is de wethouder bereid om bij het gesprek tussen de ontwikkelaar en de fam. Van Duren aanwezig te zijn? Vraag: Er wordt een agrarisch bedrijf gesaneerd. Is de rood-voor-rood regeling niet toepassing? Vraag: De gemeente heeft aan de overzijde van het terrein nog gronden in eigendom. Wat gaat daar mee gebeuren? Vraag: Het college geeft aan dat dit bestemmingsplan een mooie afronding is van het industrieterrein. Waarom vindt het college dit een goede afronding van het gebied? Antwoord: Ja. Antwoord: Het gaat in totaal om 6 percelen. De ontwikkelaar is gevraagd om reserveringsovereenkomsten toe te sturen. Hij heeft inmiddels 5 overeenkomsten toegestuurd. Koopovereenkomsten kunnen worden opgemaakt zodra het bestemmingsplan onherroepelijk is. Antwoord: Het overzicht staat in het bestemmingsplan en in de commentaarnota. Overigens is de gemeente bezig met de uitgifte van de laatste kavel. Antwoord: De geluidsbelasting neemt niet toe. Hij wijst erop dat de geluidsbelasting op het terras van de fam. van Duren - ingevolge de milieuwetgeving - geen toetsingskader is. Antwoord: Ja; liefst nog voor de raadsvergadering van 6 september. Hij informeert de raad over de resultaten van het gesprek. Antwoord: Neen. Antwoord: Deze gronden worden niet gebruikt voor uitbreiding van het bedrijventerrein. Dat is regionaal afgesproken. De panden staan momenteel te koop. Antwoord: De huidige situatie is niet fraai. Dit plan maakt een goede afronding van het gebied mogelijk. De voorzitter concludeert dat er een toezegging is gedaan nl: wethouder is bij gesprek met ontwikkelaar en fam. Van Duren aanwezig en informeert de raad over de resultaten van dit gesprek. Het voorstel kan voor debat naar de meningsvormende raad. 4. Voorstel tot ongewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied Aalten 2007, Kloosterdijk Vragen aan het college. Vraag: Hier wordt wederom door het college maatwerk geleverd. Hoever gaat het college met het leveren van maatwerk? Antwoord: Maatwerk = maatwerk. Elk geval wordt afzonderlijk beoordeeld. Het college is bezig met een correctieve herziening van het bestemmingsplan Buitengebied. De bedoeling is om de inhoudsmaat van de te bouwen woningen te 5

6 verhogen. Er wordt geen limiet voorgesteld. Nieuw beleid maken wordt niet nodig geacht nu besloten is om nieuwe initiatieven mbt de rood-voor-rood regeling, niet meer in behandeling te nemen. De voorzitter concludeert dat er geen toezeggingen zijn gedaan. Het voorstel kan naar de besluitnemende raad. 5. Voorstel tot vaststellen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel Groot Deunkweg 5 Aalten. Vragen aan het college. Vraag: Wanneer komt het bestemmingsplan? Antwoord: 1 e kwartaal De voorzitter concludeert dat er geen toezeggingen zijn gedaan. Het voorstel kan naar de besluitnemende raad. 6. Voorstel tot herontwikkeling Hofstraat 14 tot gemeentekantoor, verkoop Stationsstraat 8 en verhuren Nassaustraat 5. De voorzitter geeft aan dat het college middels raadsmededeling 131 heeft aangegeven dat het voorstel niet meer actueel is. De fractievoorzitters hebben gisterenavond besloten om i.p.v. het voorstel van het college, raadsmededeling 131 aan de orde te stellen. Vragen aan het college. Vraag: De heer Harmsen heeft vandaag middels een mail enkele voorstellen gedaan. Bent u bereid om met de ontwikkelaar in gesprek te gaan? Vraag: Kunt u voor de raadsvergadering van 6 september duidelijkheid scheppen over de ruimtelijke inpasbaarheid van de plannen van dhr Harmsen? Vraag: Heeft het college gesprekken gevoerd met de stichting De Lichtenvoorde? Antwoord: College heeft veel energie gestoken in de beantwoording van vragen van de fracties van PP en CDA. Daarin wordt aangegeven, dat het college bereid is met een ieder te onderhandelen. Het college vindt dat de raad nu aan zet is. De raad moet de richting aangeven. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan Hofstraat 14 heeft de raad op 19 april jl. besloten de vestiging van een supermarkt niet positief te bestemmen. Een supermarkt vestigen in het pand Hofstraat 14 staat ook haaks op de vastgestelde beleidskaders met betrekking tot het centrumplan. Antwoord: Neen. Eigenlijk heeft het college dat al gedaan bij het voorstel inzake de vaststelling van het bestemmingsplan Hofstraat. Een dergelijk aanvullende onderzoek vergt veel tijd en dient zorgvuldig te geschieden met inspraakprocedures e.d. Het heeft niet de voorkeur van het college om ter plaatse een supermarkt te vestigen. Antwoord: Ja; op 6-7 heeft er een gesprek plaatsgevonden met De Lichtenvoorde. De Hofstraat is een optie maar andere locaties zijn ook bespreekbaar. Eventueel kan de Stichting dit schriftelijk bevestigen. De gemeente heeft geen 6

7 Vraag: Het college heeft voorgesteld om in het pand Hofstraat14 het Klant Contact Centrum te vestigen. Is onderzoek gedaan naar de verkeersintensiteit? Vraag: Kunt u de concept-overeenkomst met Escura ter inzage leggen? Vraag: Zijn er behalve dhr. Harmsen nog andere belangstellenden voor het pand Hofstraat? Vraag: Is het mogelijk voor de raadsvergadering van 6 september aan te geven of een supermarkt ter plaatse verantwoord is zodat de raad een richtinggevende uitspraak kan doen? De raad heeft immers informatie nodig om een wel overwogen besluit te kunnen nemen. Vraag: De raad heeft informatie nodig om op 6 september een richtinggevende uitspraak te kunnen doen. Kan het college een reactie geven op de mail van Harmsen waarin wordt ingegaan of het wenselijk is dat ter plaatste een supermarkt wordt gevestigd. Kunt u alle aspecten aan de raad melden? Vraag: Het college heeft een voorstel gedaan; deze is niet meer actueel. Welke richting wilt u nu op? Vraag: Wanneer heeft de taxatie van het pand Nassaustraat 5 plaatsgevonden? Vraag: Kunt u een inschatting geven van de verkoopbaarheid van het pand Nassaustraat 5. Vraag: Hoe staat het met de verkoop van het huidige pand van Accent? Vraag: Op het moment dat duidelijk is dat de subsidie van de provincie vervalt omdat de gemeente niet kan voldoen aan de voorwaarden, zijn er dan nog concrete realisatie mogelijkheden? Vraag: Kan het college een reactie geven op - de (financiële) consequenties van mogelijke verkoop van Nassaustraat 5 in combinatie met het oorspronkelijke voorstel van het college; - de (financiële) consequenties van het niet verhuren van Nassaustraat 5 in combinatie met het oorspronkelijk voorstel van het college; (dus hoeveel extra geld kost deze variant) - het aanbod/consequenties van de heer Harmsen; verslag van dit gesprek gemaakt. Antwoord: In het vastgestelde bestemmingsplan d.d. 19 april jl is vast gelegd dat er voldoende parkeermogelijkheden zijn voor het kantoorcomplex. Antwoord: Dit wordt toegezegd. Antwoord: Er loopt nog een rechtszaak tegen een initiatiefnemer. Deze kan nog als belangstellende worden aangemerkt. Verder zijn er geen concrete gegadigden bekend. Antwoord: Een supermarkt kan ingevolge het vastgestelde bestemmingsplan niet in het pand Hofstraat 14 worden gevestigd. Van de zijde van het college wordt erop gewezen, dat het college zich moet houden aan de door de raad vastgestelde beleidskaders. Verschillende initiatieven voor het vestigen van een supermarkt in Aalten zijn afgewezen omdat het niet past binnen het door de raad geformuleerde beleid. Daar komt bij dat buurt op 5 juli heeft aangegeven tegen de vestiging van een supermarkt in het pand Hofstraat 14 te zijn. Het duurt jaren voordat de procedure van het bestemmingsplan is afgerond. Antwoord: Neen Antwoord: Bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft het college voorgesteld om aan het pand Hofstraat 14 een kantoor/maatschappelijke functie toe te kennen. Een supermarkt is uitgesloten. De raad dient nu de koers te bepalen. Antwoord: Ten tijde van de aankoop van het pand Hoge Veld. Antwoord: Is moeilijk. Als het leeg komt te staan is het een incourant pand. Wanneer het pand langdurig is verhuurd is, dan is het pand interessant voor de verkoop. Antwoord: Accent heeft aangegeven dat het huidige pand in de verkoop staat. Antwoord: De subsidie van de provincie was een tekort op de exploitatie. Op het moment dat deze subsidie vervalt, wordt het erg lastig om het pand te ontwikkelen. Antwoord: Het college bespreekt dit donderdagmorgen en probeert daarop een antwoord te geven. 7

8 - het voorstel om aan de Hofstraat een park te realiseren. De voorzitter concludeert dat er een toezegging is gedaan nl de concept-overeenkomst met Escura ter inzage leggen. Vervolgens concludeert de voorzitter dat raadsmededeling 131 op de agenda van de meningsvormende raad van 6 september wordt geplaatst. Het college komt met een aanvullende raadsmededeling waarin zo goed mogelijk wordt ingegaan op de voorgestelde varianten. Tijdens de raadsvergadering bepaalt de raad of de beschikbare informatie voldoende is om een richtinggevende uitspraak te kunnen doen. 8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20 Aan: Raadsfracties RTG Cattier Stichting Natuur en Milieu Aalten Bilderdijkstraat 37, 7121 VK Aalten. Tel Giro: K.v.k Betreft: bedrijventerrein Het Broek-Cattier Aalten, 23 augustus 2011 Geachte heer/mevrouw Omdat de Gelderse Milieufederatie en onze Stichting niet aanwezig kunnen zijn bij het RTG ontvangt u hierbij opmerkingen van SNMA bij het plan Cattier. 1. In een tijd van overschotten aan bedrijventerreinen waardoor in de gemeente Aalten het terrein t Hietveld 'in de wacht wordt gezet', is het plan voor ontwikkeling van Cattier volstrekt niet geloofwaardig. Het plan gaat in tegen alle trends en adviezen van onafhankelijke deskundigen. 2. De ontwikkeling van Cattier lijkt dan ook meer te maken te hebben met duistere grondpolitiek dan met een heldere en logische ruimtelijke ordening. 3. Net als bij het Werklandschap Aalten-West dat men ook koste wat het kost wil doorzetten - blijkt dat er bestuurlijk en politiek nog steeds geen knoppen zijn omgezet m.b.t. bedrijventerreinen. Men ziet de bomen blijkbaar nog steeds tot in de hemel groeien. En bij de woningbouw is het al niet anders. Denk maar aan de braakliggende terreinen van Kobus en Kraaienboom en de vele andere plannen. 4. Samenvattend: er is nog steeds sprake van hardleersheid en groeiverslaving die de belastingbetaler handenvol geld kost. En dan is er geen geld meer voor de bibliotheek, sport, natuur en landschap. Met vriendelijke groet, Stichting Natuur en Milieu Aalten, Gerrit Krajenbrink, voorzitter

21