Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Transcriptie

1 Gemeenteraad Raadsvergadering van Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening vastgesteld. Het is tijd om dit beleid langs de huidige inzichten te leggen. De huidige inzichten worden gevormd door de evaluatie van de Wgv, de adviezen van de Gezondheidsraad en GGD-bureau GMV, het beleid van de provincie Noord Brabant en van andere gemeenten in de regio. Daarnaast zijn er twee locaties waar de geuruitstoot van de veehouderijen tot veel klachten leidt. U heeft het college opgeroepen om beleid op te stellen, zodat de kans dat dit op andere locaties zoveel mogelijk wordt beperkt. Daarnaast moet het beleid een passende norm voor deze zogenaamde aandachtsgebieden aan het Laar in Berlicum en Gemondseweg in Sint-Michielsgestel geven. Benadrukt wordt dat dit op te stellen geurbeleid niet de bestaande knelgevallen zal oplossen. De Wgv respecteert namelijk de vergunde rechten van veehouderijen. Pas bij uitbreiding vindt toetsing aan het geurbeleid plaats. De grootste knelsituaties worden daarom niet met dit beleid opgelost maar met een maatwerkaanpak. Op 5 november 2015 heeft uw raad besloten een aanhoudingsbesluit te nemen om ongewenste ontwikkelingen van de grotere veehouderijen tijdens het voorbereiden van de nieuwe geurverordening te voorkomen. Dit betekent dat gedurende de ontwikkeling van het nieuwe beleid geen nieuwe omgevingsvergunningen milieu voor veehouderijen in behandeling worden genomen. 15 en 22 september 2016 is het ontwerp van de verordening in de raad behandeld. Naar aanleiding van 1 amendement is de verordening aangepast. Dit heeft geleid tot strengere normen en grotere vaste afstanden tot veehouderijen met dieren zonder emissiefactor. Hiermee wordt een beleid ingezet dat de waarden voor achtergrondbelasting en voorgrondbelasting in woonkernen aansluit bij het advies van het implementatieteam Wet geurhinder en veehouderij. Buiten woonkernen wordt voor de voorgrondbelasting het eerdere voorstel van het college gevolgd, waarbij naar aanleiding van het advies van bureau GMV van de GGD een aanscherping geldt voor bedrijven terreinen. Ook is er een motie van D66 aangenomen waarin is opgenomen dat een nieuwe geurverordening voorgelegd wordt aan de raad wanneer uit de evaluatie van de wet geurhinder en veehouderij of het besluit kwaliteit leefomgeving in de nieuwe omgevingswet blijkt dat de wettelijke kaders voor geurbelasting naar beneden zijn bijgesteld; en in die nieuwe verordening de nieuwe inzichten mee te wegen. Op 24 november 2016 heeft uw raad de mogelijkheid gegeven voor een ieder om in te spreken over de ontwerp geurverordening en beleidsregel geur en ruimtelijke plannen. In september 2016 heeft de raad de ontwerp Geurverordening vastgesteld. Deze heeft vanaf 28 oktober 2016 zes weken ter inzage gelegen. In deze periode was er de mogelijkheid om een reactie in te dienen tegen het ontwerp. In de brug en via de website van de gemeente zijn inwoners geïnformeerd over deze mogelijkheid. Op het ontwerp zijn 52 reacties ingediend, waarvan 45 positieve reacties van bewoners. in de nota van inspraak bij dit voorstel is de beantwoording opgenomen. De reacties hebben geleid tot aanpassing van artikel 6 van de beleidsregel geur en ruimtelijke plannen. De aanpassing geeft duidelijkheid over de beoordeling van initiatieven waarbij het college wil overwegen om gemotiveerd van de toetswaarde af te wijken. Hiertoe is artikel 6 lid 2 en 3 van de beleidsregel aangepast. De verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel wordt in een apart raadsvoorstel aangeboden en dient vóór besluitvorming over de beleidsregel behandeld te worden (onder voorbehoud dat de verordening wordt vastgesteld). Wat willen wij bereiken? De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) verschaft uw raad de bevoegdheid om op basis van ruimtelijke overwegingen een bepaalde geurbelasting al dan niet acceptabel te achten (artikel 6 van de Wgv). Op deze wijze wordt de gemeente beleidsvrijheid geboden en kan zij, binnen zekere grenzen, maatwerk verlenen in vergunningverlening aan veehouderijen.

2 Wat gaan wij daarvoor doen? Uitvoeren van de bij de beleidsregel vast te stellen regels die bij toetsing van ruimtelijke initiatieven van toepassing zijn. Wat gaat het kosten? Voor de uitvoering van het beleid zijn geen extra kosten voorzien. De toetsing vindt plaats binnen de behandeling van het opstellen van bestemmingsplannen. Voorstel college: Voorgesteld wordt om de beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel vast te stellen, onder voorbehoud dat de verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint- Michielsgestel wordt vastgesteld. Interactiviteit Procedure BTW-compensatiefonds Kostendekking Toets aanbestedingsnota Advies OR Voorstel : Uw raad is in november 2015, juni 2016, september 2016 en november 2016 geïnformeerd over het op te stellen geurbeleid. Daarnaast is er overleg gevoerd met een klankbordgroep en ambtelijke projectgroep en zijn er 2 bijeenkomsten georganiseerd voor veehouders en burgers uit de aandachtsgebieden. Dit heeft geleid tot de voorliggende beleidsregel. : Na vaststelling van de verordening dient besloten te worden over de beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint- Michielsgestel. Na bekendmaking van het raadsbesluit treedt de beleidsregel in werking. : Ja : De kosten voor de opgestelde geurgebiedsvisie en bijbehorende stukken zijn gedekt via programma 7 Volksgezondheid en Milieu, deelprogramma 7.4 Milieu. : Niet van toepassing, de opdracht voor ondersteuning is verleend aan de ODBN. : Niet van toepassing. : De beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint- Michielsgestel vast te stellen. Sint-Michielsgestel, Burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel, de secretaris, de burgemeester, Drs. D. van Deurzen mr. J.C.M. Pommer

3 Gemeenteraad Bijlagen: 1. raadsbesluit. 2.Geurgebiedsvisie Sint-Michielsgestel Bijlagen bij de geurgebiedsvisie Kaart bij de beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel 5. Reactie op de ingediende zienswijzen Ter inzage: niet van toepassing Alleen ter inzage voor raadsleden: nee Ambtelijke coördinatie: Afdeling: FY-Ruimtelijke Ontwikkeling Behandeld door: W. Moonen

4 De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in haar vergadering van 9 februari 2017; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2017; gelet op de Wet geurhinder en veehouderij; De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel; BESLUIT OM VAST TE STELLEN Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Artikel 1 Deze beleidsregel wordt toegepast bij een beoordeling van het woon- en leefklimaat. Artikel 2 Lid 1 Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden, als vertaling van het criterium een aanvaardbaar woon- en leefklimaat uit stallen van veehouderijen, onderstaande waarden gehanteerd als toetswaarden die gelden ter plaatse van geurgevoelige objecten. Bij deze beoordeling worden alleen de dieren mee berekend waarvoor in de Regeling geurhinder en veehouderij een emissiefactor vastgesteld is. Gebied Achtergrondbelasting Voorgrondbelasting Goed Slecht Goed Afweegbaar Slecht Woonkernen 0 5 ou >5 ou 0 2 ou nvt >2 ou Bedrijventerreinen 0 10 ou >10 ou 0 2 ou 5 7 ou >5 ou Bebouwingsconcentraties 0 10 ou >10 ou 0 5 ou 5 7 ou >7 ou Buitengebied 0 10 ou >10 ou 0 7 ou 7 10 ou >10 ou Lid 2 In afwijking van artikel 2, eerste lid, wordt voor geurgevoelige objecten behorende bij andere veehouderijen, en geurgevoelige objecten die op of na 19 maart 2000 opgehouden zijn deel uit te maken van een andere veehouderij, als criterium voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat de volgende afstanden gehanteerd: 50 m voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom; 25 m voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom. Lid 3 In afwijking van artikel 2, eerste en tweede lid bedraagt de afstand tussen een veehouderij en een geurgevoelige object dat op of na 19 maart 2000 is gebouwd, op een kavel dat op dat tijdstip in gebruik was als veehouderij, in samenhang met het geheel of gedeeltelijk buiten werking stellen van de veehouderij en in samenhang met de sloop van de bedrijfsgebouwen die onderdeel hebben uitgemaakt van de veehouderij: 100 m voor geurgevoelige objecten in de bebouwde kom; 50 m voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom.

5 Gemeenteraad Artikel 3 Bij het beoordelen van ruimtelijke initiatieven en plannen worden in geval van bedrijven met dieren waarvoor geen emissiefactoren in de Regeling geurhinder en veehouderij zijn vastgesteld (niet zijnde nertsen), de in onderstaande tabel genoemde afstanden gehanteerd als vertaling van het criterium een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Gebied Geurgevoelige objecten behorende bij andere veehouderijen, of op of na 19 maart 2000 gestopt onderdeel uit te maken van een veehouderij Overige geurgevoelige objecten Goed Slecht Goed Slecht Woonkernen >50 m <50 m >100 m <100 m Bedrijventerreinen >50 m <50 m >100 m <100 m Bebouwingsconcentraties >25 m <25 m >50 m <50 m Buitengebied >25 m <25 m >50 m <50 m Artikel 4 De gebieden als bedoeld in artikel 2 en 3 zijn weergegeven op de bij deze beleidsregel gevoegde en gewaarmerkte kaart: Geurnormenkaart behorende bij de beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel. Artikel 5 Er is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat bij een geurgevoelig object als de geursituatie ter plaatse van het geurgevoelige object goed of afweegbaar is volgens de tabel in artikel 2 en 3 of als er wordt voldaan aan de afstanden genoemd in artikel 2, tweede en derde lid. Artikel 6 Lid 1 Als de geursituatie gekwalificeerd is als slecht, is in beginsel geen sprake van een aanvaardbaar woonen leefklimaat. Lid 2 In het geval het plan een nieuw geurgevoelig object mogelijk maakt, kan overwogen worden om gemotiveerd van de toetswaarde af te wijken als de overige milieu- en planologische aspecten positief zijn beoordeeld. Bijvoorbeeld omdat er concreet zicht is op een verbetering van de achtergrondbelasting of omdat er vanwege het gebruik weinig hinder te verwachten is of dit acceptabel wordt geacht. Een nadere motivering is in dit geval noodzakelijk.

6 Lid 3 In het geval het plan voorziet in uitbreiding van dieren van een bepaalde categorie, vestiging van of omschakeling naar een veehouderij kan worden afgeweken van de toetswaarde voor de achtergrondbelasting, bijvoorbeeld in het geval als : de bijdrage van de veehouderij aan de overschrijding van de achtergrondbelasting niet significant is; de aanvraag leidt tot een proportionele afname van de achtergrondbelasting welke tenminste de eigen bijdrage aan de overschrijding compenseert. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 9 februari De raad voornoemd. de griffier, de voorzitter, N.A. Hoogerbrug-van de Ven mr. J.C.M. Pommer