IJkingstoets Chemie - Biochemie & Biotechnologie - Biologie Geologie Geografie & Geomatica juli 2018: algemene feedback

Transcriptie

1 & Geomatica juli 8 - reeks - p. IJkingstoets Chemie - Biochemie & Biotechnologie - Biologie Geologie Geografie & Geomatica juli 8: algemene feedback Positionering ten opzichte van andere deelnemers In totaal namen 88 studenten deel aan deze toets voor Chemie - Biochemie & Biotechnologie - Biologie Geologie Geografie & Geomatica. iervan waren er geslaagd. De figuur hieronder toont de verdeling van de scores van de 88 studenten. Deze figuur laat je toe om je te positioneren ten opzichte van de andere deelnemers. Verdeling van de scores over de verschillende deelnemers van de ijkingstoets van juli 8.% van de deelnemers haalde 8/ of meer..% van de deelnemers haalde 6/ of meer. 8.% van de deelnemers haalde 4/ of meer. 9.% van de deelnemers haalde / of meer. 5.% van de deelnemers haalde / of meer. 6.4% van de deelnemers haalde 7/ of minder.

2 & Geomatica juli 8 - reeks - p. Advies klassenraad Je slaagkansen aan de universiteit worden door verschillende factoren bepaald. De basisvaardigheden en de basiskennis die in de ijkingstoets getest werden, geven alvast een momentopname van je academische potentieel. Ook de studieresultaten die je eerder behaalde in het secundair onderwijs geven een indicatie van je potentieel. Uit onderzoek blijkt dat het advies van de klassenraad een goede indicator is voor studiesucces: studenten wiens studiekeuze niet gesteund wordt door de klassenraad (en een zgn. negatief advies krijgen), slagen tijdens hun eerste examenperiode gemiddeld maar op % van hun vakken (zie onderstaande figuur: CSE = cumulatieve studie-efficie ntie = procentuele verhouding tussen aantal geslaagde vakken ten opzichte van totaal aantal gevolgde vakken).

3 & Geomatica juli 8 - reeks - p. Deel. Basiskennis wiskunde Oefening et gemiddelde van de getallen (A) 7 (B) 4 6, en 4 is Oplossing: D Juist beantwoord: 8 %. Blanco: %. Oefening Beschouw de functie f met voorschrift f (x) = en g met voorschrift g(x) =. Waaraan is x +x f g gelijk? (A) (B) Juist beantwoord: 95 %. Blanco: %. Oefening Beschouw de functie f met voorschrift f (x) = x. Waaraan is f (x) gelijk? (A) 6x + x 6x5 (B) x4 6x + 6x5 6x 6x Oplossing: A Juist beantwoord: 78 %. Blanco: 5 %.

4 & Geomatica juli 8 - reeks - p. 4 Oefening 4 De onbepaalde integraal Z (x ) dx is gelijk aan (A) (x ) +C (B) (x ) +C 6 (x ) +C (x ) +C Juist beantwoord: 6 %. Blanco: %. Oefening 5 Wat is het functievoorschrift dat hoort bij volgende parabool? (A) f (x) = x 4 x + (B) f (x) = x + 4 x f (x) = x + 8 x 6 f (x) = x + 4 x + Juist beantwoord: 86 %. Blanco: %.

5 & Geomatica juli 8 - reeks - p. 5 Oefening ( )n De getallen,, 7 zijn drie opeenvolgende getallen uit de rij, n. De opvolger van 7 is: (A) 5 (B) Juist beantwoord: 86 %. Blanco: 9 %. Oefening 7 b b Van de matrices A = en B = is gegeven dat A B = B A. Wat kan je besluiten over +a a de ree le getallen a en b? (A) niets (B) a = en b = a is willekeurig en b = a = en b is willekeurig Juist beantwoord: 4 %. Blanco: 48 %. Oefening 8 Een ree el getal x moet voldoen aan de volgende voorwaarde: De afstand van x tot 4 is strikt kleiner dan de afstand van x tot. Welke ongelijkheid beschrijft deze voorwaarde? (A) x + 4 < x (B) x 4 < x + x 4 < x + 4 x < x Juist beantwoord: 6 %. Blanco: %.

6 & Geomatica juli 8 - reeks - p. 6 Oefening 9 Beschouw de functie f : R R waarvan de grafiek gegeven is in onderstaande figuur. y y = f (x) 4 x Verder is de functie g gegeven door g : R R : t 7 g(t) = f (t). Waaraan is de afgeleide g () gelijk? (A) - (B) - Oplossing: A Juist beantwoord: %. Blanco: 5 %. Oefening Gegeven de functies f : R R en g : R R met als grafiek onderstaande figuur. f (x) x g(x) Welk van onderstaande grafieken is de grafiek van het product p van deze functies p : R R : x 7 p(x) = f (x) g(x)? (A) x x (B) x x

7 & Geomatica juli 8 - reeks - p. 7 Oplossing: D Juist beantwoord: 8 %. Blanco: %. Oefening Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel xyz, oorsprong O en het punt P (,, ). Welk van de volgende vectoren staat loodrecht op de vector OP? (A) OA( 6, 7, ) (B) OB( 6, 7, ) OC( 6, 7, ) OD( 6, 7, 4) Juist beantwoord: 4 %. Blanco: 9 %. Z Oefening Definieer de integraal I = (A) I < x dx. Welk van volgende uitspraken is waar? x 9 (B) I < I = I > Juist beantwoord: 48 %. Blanco: %. Oefening In een elektrisch circuit is een weerstand zo geschakeld dat het verband tussen de stroom I door deze weerstand en de tijd t gegeven is door I = I ( e t/τ ). ierbij zijn I en τ positieve constanten die bepaald worden door de andere componenten aanwezig in het circuit. Welke van onderstaande figuren toont de grafiek van dit verband? I I I I (A) (B) t I I t t I I t Oplossing: A Juist beantwoord: %. Blanco: 9 %. Oefening 4 De rij getallen xn, met n, wordt recursief gedefinieerd: x =, en xn = e xn voor n. X Bereken ln xi. i= (A) (B) 5 Juist beantwoord: 8 %. Blanco: 48 %. 55

8 & Geomatica juli 8 - reeks - p. 8 Oefening 5 Een vlakke glijbaan van 8 cm lang wordt ondersteund door steunpunten op respectievelijk 5 cm en 6 cm hoogte ten opzichte van een horizontale grond. Beide steunpunten staan op een horizontale afstand van cm uit mekaar. De glijbaan wordt zo geplaatst dat beide steunpunten even ver van het midden van de glijbaan verwijderd zijn. Bepaal de hoogte h van het laagste punt van de glijbaan ten opzichte van de grond. De figuur hieronder is een principetekening en is niet op schaal getekend. cm 5 cm 8 6 cm cm (A) h = 4 cm (B) h = 45 cm h = 48 cm h h = 5 cm Oplossing: D Juist beantwoord: 45 %. Blanco: 8 %. Oefening 6 Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel xyz met daarin het vlak v met vergelijking x + y + z = en het vlak w met vergelijking x y =. De rechte l is de doorsnede van de vlakken v en w. De rechte m is de rechte door het punt P (,, ), evenwijdig met de rechte l. Welk van de volgende punten ligt op deze rechte m? (A) A(,, ) (B) B(,, ) Oplossing: D Juist beantwoord: 7 %. Blanco: 5 %. C(,, ) D(,, )

9 & Geomatica juli 8 - reeks - p. 9 Oefening 7 Op een transportband liggen balkvormige pakjes zoals aangegeven op de figuur. Alle pakjes liggen zodanig dat ze de rand van de transportband raken. et grondvlak van elk pakje heeft afmetingen l b, met l > b. De ribbe met lengte l maakt een hoek α met de rand van de transportband. Voor elk pakje voldoet deze hoek aan α π6. Wat is de minimale breedte d van de transportband opdat de pakjes nooit over de rand uitsteken? α l d b l+b l + b (A) (B) Juist beantwoord: %. Blanco: 4 %. l+ b (l + b) Oefening 8 Gegeven de functie f : R R : x 7 f (x) = ex x. De raaklijn in het punt (a, f (a)) aan de grafiek van f gaat door de oorsprong. Bepaal de richtingscoe fficie nt van deze raaklijn. (A) (B) e e + e Juist beantwoord: 4 %. Blanco: 5 %. Oefening 9 De functie f : R R : x 7 f (x) = e x bereikt in het punt (a, f (a)) een absoluut minimum. Bepaal f (a). (A) f (a) = (B) f (a) = f (a) = e f (a) = e Juist beantwoord: %. Blanco: 4 %. Oefening Afvoerbuizen met een diameter van, cm worden gestapeld zoals aangegeven op onderstaande figuur. De afvoerbuizen zijn gestapeld in drie lagen tot een hoogte h. Welk van onderstaande alternatieven is de beste benadering voor deze hoogte h? h (A) h = 6,4 cm (B) h = 6,7 cm Oplossing: D Juist beantwoord: 9 %. Blanco: 4 %. h = 7, cm h = 7, cm

10 IJkingstoets Basiskennis chemie juli 8 - p. Deel. Basiskennis chemie Achteraan vind je een periodiek systeem van de elementen. Gebruik dit waar nodig. Oefening Wat bevat g a CO? (A) g C (B) mol a 6 g CO 6 mol O Oplossing: D Juist beantwoord: 5 %. Blanco: 4 %. Oefening Wat is de correcte Lewisstructuur voor? (Deze Lewisstructuren zijn reeds volledig, er moet nergens iets aangevuld worden.) (A) (B) Oplossing: A Juist beantwoord: 68 %. Blanco: 7 %.

11 IJkingstoets Basiskennis chemie juli 8 - p. Oefening Je voegt ml water toe aan 5 ml van een zwak basische oplossing met p 8. Wat gebeurt er? (A) De p stijgt tot een waarde hoger dan 8. (B) De p blijft gelijk. De p daalt tot een waarde hoger dan of gelijk aan 7. De p daalt tot een waarde lager dan 7. Juist beantwoord: 76 %. Blanco: %. Oefening 4 oeveel ml zuiver water moet men toevoegen aan 5 ml azijnzuuroplossing met een concentratie van,4 mol/l om deze te verdunnen tot een finale concentratie van, mol/l? (A) ml (B) 75 ml 5 ml 5 ml Juist beantwoord: 45 %. Blanco: 8 %. Oefening 5 oeveel elektronen kunnen in de elektronenconfiguratie van een atoom maximaal toegewezen worden aan het 5 py orbitaal? (A) 6 (B) Juist beantwoord: %. Blanco: 8 %.

12 IJkingstoets Basiskennis chemie juli 8 - p. Oefening 6 atriumhydroxide kan in aanwezigheid van chloorgas omgezet worden in natriumchloride, natriumhypochloriet en water via een redoxreactie: ao + Cl acl + aocl + O Welke uitspraak is waar? (A) Chloor in dichloor treedt enkel op als reductor. (B) Chloor in dichloor treedt enkel op als oxidator. Chloor in dichloor treedt op als reductor en oxidator. Chloor in dichloor treedt noch als reductor, noch als oxidator op. Juist beantwoord: 6 %. Blanco: 8 %. Oefening 7 Welke verbinding bevat zowel ionbindingen als covalente bindingen? (A) SO4 (B) (4 ) SO4 acl ClO4 Juist beantwoord: 5 %. Blanco: 4 %. Oefening 8 Welke uitspraak over de volgende molecule is juist? C C C (A) Deze molecule is vlak en het middelste C-atoom is sp-gehybridiseerd. (B) Deze molecule is vlak en het middelste C-atoom is sp -gehybridiseerd. Deze molecule is niet vlak en het middelste C-atoom is sp-gehybridiseerd. Deze molecule is niet vlak en het middelste C-atoom is sp -gehybridiseerd. Juist beantwoord: 6 %. Blanco: %.

13 IJkingstoets Basiskennis chemie juli 8 - p. Oefening 9 In een vat van L wordt een bepaalde hoeveelheid aan CO en O samengebracht waarna volgend evenwicht zich instelt en,8 mol CO wordt gevormd: CO (g) + O (g) = 556 kj/mol CO (g) Wat moet men doen wanneer men de hoeveelheid CO die gevormd wordt wil verhogen naar, mol? (A) De druk in het vat verlagen. (B) et volume van het vat verkleinen. De temperatuur verhogen. De hoeveelheden aan samengebracht CO en O verkleinen. Juist beantwoord: 56 %. Blanco: 6 %. Oefening Welk type organische reactie wordt hier weergegeven? + Cl Cl (A) Een elektrofiele additie (B) Een nucleofiele substitutie Een nucleofiele additie Een elektrofiele substitutie Oplossing: A Juist beantwoord: 4 %. Blanco: 5 %.