Perceptie van invasieve planten door de groensector in België

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Perceptie van invasieve planten door de groensector in België"

Transcriptie

1 LIFE + Informatie & Communicatie ALTERnatives to Invasive Alien Species Perceptie van invasieve planten door de groensector in België Het AlterIAS-project en gedragswijzigingen na vier jaar sensibilisatie Slotstudie - November M. Halford, L. Heemers, M. Dierickx, D. Van Wesemael, C. Mathys en G. Mahy

2 Project gecoördineerd door het Departement Biodiversiteit en Landschap van de Universiteit van Luik (Gembloux Agro-Bio Tech) In samenwerking met: Le Centre Technique Horticole de Gembloux Proefcentrum voor Sierteelt Federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU Gesteund en gecofinancierd door:

3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Materiaal & Methoden Opzet steekproef 2.2. Data-analyse 3. Resultaten Sociale perceptie van invasieve planten Kennis, begrip en betrokkenheid Informatie en communicatie 3.2. Monitoren van de Gedragscode invasieve planten in België 4. Bespreking Kennisniveau en begrip van invasieve planten 4.2. Betrokkenheid bij het onderwerp invasieve planten 4.3. Informatie en communicatie 4.4. Monitoren van de Gedragscode invasieve planten in België 5. Besluit Referenties Bijlage

4 1. INLEIDING AlterIAS [ ] is een LIFE+ Informatie & Communicatie -project en heeft als doel het bewustzijn te verhogen rond invasieve uitheemse planten (IUP) bij de professionele groensector en de tuinliefhebbers in België. Om dit doel te bereiken werden tijdens de sensibilisatiecampagnes vele communicatiemiddelen en -methoden ingezet. Een vrijwillige Gedragscode invasieve planten 1 werd eveneens verwezenlijkt en gepromoot in een specifieke communicatiecampagne genaamd Plant Anders. De algemene doelstelling van deze slotstudie is het effect bepalen van de communicatiecampagnes op de doelgroepen. De gedragswijzigingen worden gekwantificeerd door de huidige resultaten te vergelijken met deze van de studie uitgevoerd in De huidige studie heeft tevens het monitoren of opvolgen van de Gedragscode als doel, om zo de perceptie van dit zelfregulerende instrument bij de professionele groensector te analyseren. Deze studie heeft daarom twee specifieke doelstellingen: 1. Het effect bepalen van de communicatiecampagnes (1) door het kwantificeren van gedragswijzigingen (veranderingen in het kennisniveau, het bewustzijn en de nood aan informatie) bij de doelgroepen en (2) door het bepalen van de meest gebruikte communicatiemiddelen. 2. Het evalueren van de Gedragscode invasieve planten in België door analyse (1) van de perceptie van dit instrument en van de onderliggende redenen voor het aanvaarden van de Gedragscode en (2) van de door de professionele groensector meest toegepaste maatregelen. Communicatie is een onderdeel van preventieve acties tegen invasieve uitheemse soorten (IUS). Deze acties worden gezien als veel effectiever dan controleacties en dit omwille van een hogere kosten/batenverhouding, zowel uit ecologisch als uit economisch perspectief (Vanderhoeven et al., 2011). Het succes van communicatie wordt echter bepaald door de mogelijkheid om een boodschap over te brengen en het gedrag te wijzigen. Het bepalen van de doeltreffendheid van een sensibilisatiecampagne door een zorgvuldige monitoring, is dan ook het sleutelelement van elke communicatiestrategie. Verrassend genoeg zijn dergelijke beoordelingen weinig beschreven in de literatuur. Hoewel deze monitoring logisch lijkt, wordt het in de praktijk vaak onderschat of vergeten (Hesselink et al., 2007). De resultaten van een dergelijke evaluatie helpen in het bepalen van de communicatieacties die al dan niet slagen, van de communicatiekanalen of middelen die het meest geschikt zijn, maar ook in het bepalen of de boodschap al dan niet werd ontvangen door de doelgroepen en hoe deze boodschap werd geïnterpreteerd AlterIAS Alternatieven voor invasieven is een communicatieproject dat gewijd is aan de problematiek rond invasieve planten en aan preventieve maatregelen voor de professionele groensector ( AlterIAS [ ] wordt gesteund en gecofinancierd door het LIFE + programma van de Europese Commissie en de regionale en federale administraties verelijk voor leefmilieu in België (Agentschap voor Natuur en Bos, Leefmilieu Brussel, Service Public de Wallonie en FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu). 1 De Belgische Gedragscode is een vrijwillig charter dat pleit voor het gebruik van goede praktijken om de introducties van invasieve planten in plantenkwekerijen, parken en tuinen te verminderen. 2 Halford M, Heemers L, Mathys C, Vanderhoeven S, Mahy G (2011) Socio-economische studie over invasieve sierplanten in België. Eindrapport. Universiteit Luik Gembloux Agro Bio-Tech (België). 29 pp. 4

5 2. MATERIAAL & METHODE 2.1. Opzet steekproef Deze studie richtte zich tot de professionele groensector en de tuinliefhebbers in België. Er werden vier verschillende doelgroepen bepaald: (1) boomtelers; (2) openbare groenvoorzieners (steden en gemeenten); (3) private groenvoorzieners (tuin- en landschapsarchitecten, tuinaannemers) en (4) tuinliefhebbers (tabel 1). Tabel 1: en Beschrijving Federatie/organisatie Producenten en verkopers aangesloten bij een beroepsvereniging FWH, AVBS Openbare Gemeentelijke of stedelijke groenbeheerders UVCW, APEC, VVOG groenvoorzieners en/of milieuambtenaren (aangesloten bij een beroepsvereniging) Private Tuin- en landschapsarchitecten en tuinaannemers aangesloten bij een AVBS, BFG-FBEP, MAP-L, groenvoorzieners beroepsvereniging ABAJP-BVTL Tuinliefhebbers Tuinders en/of het grote publiek. FWH: Fédération Wallonne Horticole; AVBS: Algemeen Verbond van Belgische Siertelers en Groenvoorzieners; UVCW: Union des Villes et des Communes de Wallonie; APEC: Association pour les Espaces Verts Communaux; VVOG: Vereniging Voor Openbaar Groen; BFG-FBEP: Belgische Federatie Groenvoorzieners - Féderation Belge Entrepreneurs Paysagistes; MAP-L: Mouvement des Architectes Paysagistes de Liège ; ABAJP- BVTL: Association Belge des Architectes de Jardins et Paysagistes Belgische Vereniging van Tuin- en Landschapsarchitecten. Deze enquête was analoog aan de studie die in 2010 werd gehouden (Halford et al., 2011). Er werden vergelijkbare vragen gesteld om de en uit 2010 en 2013 te kunnen vergelijken. Om een zo groot mogelijk cijfer te bekomen, werd een beperkt aantal vragen geselecteerd. Zo werd de enquête kort en eenvoudig gehouden. De vragenlijsten (zie bijlage) werden aan de doelgroepen voorgelegd via telefoon, (online vragenlijsten die naar contactpersonen werden verstuurd) en via direct persoonlijk contact. De vragenlijst voor de professionele groensector (boomtelers, openbare en private groenvoorzieners) werd voorgelegd aan de leden van de verschillende beroepsverenigingen. Deze voor de tuinliefhebbers werd voorgelegd tijdens tuinbouwbeurzen of conferenties. De vragenlijst voor de professionele groensector bestaat uit drie delen: (1) kennis en begrip van en betrokkenheid bij het onderwerp invasieve planten ; (2) informatie en communicatie en (3) monitoren van de Gedragscode. De monitoring was enkel bestemd voor de professionele groenvoorzieners, dit deel werd dus niet voorgelegd aan de tuinliefhebbers. De vragenlijsten werden verspreid tussen februari en juni In totaal werden 641 enquêtes be (tabel 2). In 2010 werden 634 enquêtes verzameld, waaronder 114 van boomtelers, 175 van openbare groenvoorzieners, 59 van private groenvoorzieners en 286 van tuinliefhebbers. In totaal werden enquêtes geanalyseerd en vergeleken. Tabel 2: Respons vragenlijst invasieve planten en Gedragscode Regio Aantal leden Aantal en Antwoordgraad (%) beroepsfederaties Wallonië 193* Vlaanderen 299* Openbare groenvoorzieners Wallonië Vlaanderen Private groenvoorzieners België Tuinliefhebbers Wallonië 200 Vlaanderen 92 *alleen producenten, verkopers en groothandelaars van sierplanten (enkele categorieën van professionele groenvoorzieners zoals bloemisten, snijbloemtelers, kerstboomproducenten enz. werden niet opgenomen) 5

6 2.2. Data analyse Alle data werden geanalyseerd in Access en Excel. Voorbeelden van vragen worden weergegeven in tabel 3. Voor elke vraag werden basisstatistieken (aantal en %) berekend. Tabel 3: Voorbeelden van vragen uit de slotstudie Deel Vraag 1. Kennis, begrip en betrokkenheid Weet u wat een invasieve plant is? Indien ja, wat weet u over invasieve planten? Kan u één of meerdere voorbeelden geven van invasieve planten? Welke zijn volgens u de gevolgen van invasieve planten? Is dit volgens u een belangrijke problematiek? Voelt u zich betrokken bij de problematiek van invasieve planten? 2. Informatie en communicatie Bent u voldoende geïnformeerd over invasieve planten? Bent u al geïnformeerd geweest over invasieve planten? Indien ja, via welk informatiekanaal? Kent u het AlterIAS-project? Indien ja, via welk informatiekanaal? Indien ja, bent u van mening dat het project goede en relevante informatie verspreidt? Heeft u weet van een Gedragscode in de tuinbouw ten aanzien van invasieve planten? Bent u van mening dat het probleem gereguleerd dient te worden via wetgeving? Heeft u zich geëngageerd in de Gedragscode invasieve planten? Indien ja, om welke reden(en)? Indien nee, om welke reden(en)? 3. Monitoren van de Gedragscode Heeft u problemen/moeilijkheden ondervonden om de Gedragscode toe te passen? Kan u één of meerdere voorbeelden geven van de maatregelen die voorgesteld worden in de Gedragscode? Heeft uw bedrijf/activiteit gevolgen ondervonden van het verwijderen van soorten van de consensuslijst uit de verkoop en/of aanplant? Welke communicatieacties past u toe? Is het eenvoudig om alternatieve planten voor te stellen/te gebruiken? Helpt de Gedragscode u in het ontwikkelen van een duurzaam, groen imago? Krijgt u vragen over invasieve planten van uw klanten/inwoners? Het algemeen kennisniveau over invasieve planten werd geëvalueerd op basis van de en gegeven op het eerste deel van de vragenlijst (zie ook bijlage). De en werden vergeleken met de definitie van invasieve planten die werd voorgesteld in het Verdrag inzake Biodiversiteit (2002), waarnaar wordt verwezen in Vanderhoeven et al. (2011): Een invasieve plant is een soort, een ondersoort of een variëteit die door de mens buiten zijn natuurlijk verspreidingsgebied werd geïntroduceerd, in staat is te overleven, zich voort te planten en zich te verspreiden in zijn nieuwe omgeving. Eenmaal geïnstalleerd kan deze plant gevolgen hebben op ecologisch, economisch, sociaal-cultureel vlak en/of voor de volksgezondheid. Deze definitie benadrukt de vijf belangrijkste begrippen met betrekking tot invasieve planten: (1) oorsprong; (2) geïntroduceerd door de mens; (3) naturalisatie; (4) expansie, woekering en (5) gevolgen. Het algemeen kennisniveau werd geëvalueerd volgens de criteria weergegeven in tabel 4. Tabel 4: Algemeen kennisniveau 6

7 Kennisniveau Criteria Hoog Diegenen die Ja hebben ge op de vraag Weet u wat een invasieve plant is? EN minimum vier begrippen van de definitie konden aangeven EN minimum twee correcte voorbeelden EN minimum één gevolg. Gemiddeld Diegenen die Ja hebben ge op de vraag Weet u wat een invasieve plant is? EN minimum één begrip van de definitie konden aangeven EN/OF minimum één correct voorbeeld. Laag Diegenen die Neen hebben ge op de vraag Weet u wat een invasieve plant is? OF diegenen die Ja hebben ge, maar geen enkel begrip uit de definitie EN geen voorbeelden EN geen gevolgen konden aanhalen. OF diegenen die Ja hebben ge, maar foute voorbeelden* gaven. *Foute voorbeelden zijn inheemse planten of zijn uitheemse planten die niet vermeld staan op de Belgische lijst van invasieve planten ( Inheemse woekerende planten worden als foute voorbeelden beschouwd. Voor de analyse van de en op het tweede en derde deel van de vragenlijst werd enkel rekening gehouden met personen met een gemiddeld of hoog kennisniveau. Voor het deel gewijd aan de Gedragscode werd enkel rekening gehouden met de professionele groenvoorzieners die zich geëngageerd hebben in de Gedragscode. 7

8 3. RESULTATEN 3.1. Sociale perceptie van invasieve planten Kennis, begrip en betrokkenheid Weet u wat een invasieve plant is (of een exotische invasieve plant)? Ja Neen Nb % Nb % Nb % Totaal Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Indien ja, wat weet u over invasieve planten?* Oorsprong Introductie door de mens Naturalisatie Expansie, proliferatie Impact op de biodiversiteit Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers *n=110 voor boomtelers; n=173 voor openbare groenvoorzieners; n=47 voor private groenvoorzieners; n=237 voor tuinliefhebbers Andere aangehaalde items: moeilijk te beheren (vaakst vermeld), geen natuurlijke vijanden. Kan u één of meerdere voorbeelden geven van invasieve planten? Ja Neen Nb % Nb % Nb % Totaal Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Gegeven voorbeelden van invasieve planten (top 10, met meest geciteerde soorten in vet 3 ) Heracleum mantegazzianum, Fallopia japonica, Impatiens glandulifera, Buddleja davidii, Prunus serotina, Hydrocotyle ranunculoides, Myriophyllum aquaticum, Solidago spp., Quercus rubra, Rhododendron ponticum. Andere aangehaalde voorbeelden (foutieve voorbeelden): Phyllostachys spp., Hedera helix, Aegopodium podagraria, Equisetum spp., Urtica dioica, Calystegia sepium, Cirsium spp., Elymus spp., Cyperus esculentus, Prunus padus. 3 Soorten gerangschikt van de meest aangehaalde naar de minst aangehaalde voorbeelden (zie figuur 1). 8

9 % of respondents Figuur 1: Frequentie van de door de ondervraagden (n=514) als voorbeeld aangehaalde invasieve uitheemse planten. Enkel de soorten die ten minste door 1% van de ondervraagden werden aangehaald, worden weergegeven. 9

10 Welke zijn volgens u de gevolgen van invasieve planten?* Ecologisch Economisch Volksgezondheid Schade aan infrastructuur Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers *Enkel van de ondervraagden die ja den op de vraag Weet u wat een invasieve plant is? n=110 voor boomtelers; n=173 voor openbare groenvoorzieners; n=47 voor private groenvoorzieners; n=237 voor tuinliefhebbers. Is dit volgens u een belangrijke problematiek? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Voelt u zich betrokken bij de problematiek van invasieve planten? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers

11 Informatie en communicatie Bent u voldoende geïnformeerd over invasieve planten? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Bent u al geïnformeerd geweest over invasieve planten? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Indien ja, via welk informatiekanaal?* Informatiekanaal Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Nb % Nb % Nb % Nb % Studiedag, presentatie Internet Artikel in de pers Artikel in (tuinbouw)tijdschrift Nieuwsbrief Folders, brochures DVD Radio- of tv-reportage Andere Ik weet het niet meer *n=101 voor boomtelers; n=172 voor openbare groenvoorzieners; n=45 voor private groenvoorzieners; n=217 voor tuinliefhebbers Andere gebruikte informatiekanalen: via organisaties (beroepsverenigingen, etc.), collega s, directe aanspreking (telefoon, brief, ), opleiding, eigen ervaringen (observatie in het veld, persoonlijke interesse) of persoonlijke contacten. 11

12 Kent u het AlterIAS-project? Ja Neen Ik weet het niet Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Indien ja, via welk informatiekanaal?* Informatiekanaal Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Nb % Nb % Nb % Nb % Studiedag, presentatie Internet Artikel in de pers Artikel in (tuinbouw)tijdschrift Nieuwsbrief Folders, brochures DVD Radio- of tv-reportage Directe raadpleging Andere Ik weet het niet meer *n=31 voor boomtelers; n=106 voor openbare groenvoorzieners; n= 22 voor private groenvoorzieners; n=35 voor tuinliefhebbers Andere gebruikte informatiekanalen: zie hoger Indien ja, bent u van mening dat het project goede en relevante informatie verspreidt? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Heeft u weet van een Gedragscode in de tuinbouw ten aanzien van invasieve planten? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers

13 Bent u van mening dat het probleem gereguleerd dient te worden via wetgeving? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Heeft u zich geëngageerd in de Gedragscode invasieve planten? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Indien ja, om welke reden(en)?* Argument Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Nb % Nb % Nb % Nb % Milieubewustzijn Gemakkelijk toepasbaar niet beperkend Positief voor het groene imago Vermijden van strengere wetgeving Ondersteuning door beroepsorganisaties Druk van de consumenten /Ik weet het niet Andere *n=29 voor boomtelers; n= 60 voor openbare groenvoorzieners; n= 22 voor private groenvoorzieners; n=50 voor tuinliefhebbers 13

14 Indien neen, om welke reden(en)?* Argument Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Nb % Nb % Nb % Nb % Niet geïnformeerd over de Gedragscode tijd te druk interesse niet belangrijk Te beperkend Negatief voor het bedrijf Weinig groenvoorzieners geëngageerd Gedragscode zal invasieprobleem niet oplossen /Ik weet het niet Andere *n=72 voor boomtelers; n=82 voor openbare groenvoorzieners; n=23 voor private groenvoorzieners; n=154 voor tuinliefhebbers Andere argumenten: de definitie van invasieve planten is niet duidelijk, niet akkoord met de lijst van invasieve planten, overlap met regelgeving, behoefte of noodzaak om eerst collega s of managers te raadplegen alvorens te ondertekenen, niet betrokken, sommige planten hebben positieve effecten. Indien neen, om welke reden(en) (voor zij die geïnformeerd waren over de Gedragscode, MAAR deze niet ondertekenden)?* Argument Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers Nb % Nb % Nb % Nb % tijd te druk interesse niet belangrijk Te beperkend Negatief voor het bedrijf Weinig groenvoorzieners geëngageerd Gedragscode zal invasieprobleem niet oplossen /Ik weet het niet Andere *n=28 voor boomtelers; n=57 voor openbare groenvoorzieners; n=13 voor private groenvoorzieners; n=18 voor tuinliefhebbers 14

15 3.2. Monitoren van de Gedragscode invasieve planten in België Heeft u problemen/moeilijkheden ondervonden om de Gedragscode toe te passen? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Indien ja, welke? Moeilijk om andere collega s te overtuigen, moeilijk om de informatie door te geven aan personeel en/of collega s binnen het bedrijf/het departement, gebrek aan personeel voor een afdoende controle, moeilijk om het communicatiemateriaal (folders, brochure, poster) te bekomen, de planten in kwestie worden al jaren geteeld en het is niet goed (voor het bedrijf) om mensen tegen te houden deze planten te kopen, moeilijk om invasieve planten te beheren. Kan u één of meerdere voorbeelden geven van de maatregelen die voorgesteld worden in de Gedragscode? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Indien ja, welke maatregelen?* Maatregel Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Nb % Nb % Nb % Ken de lijst van invasieve land- en waterplanten in België Stop de verkoop/aanplant van planten van de consensuslijst Informeer klanten/inwoners Promoot alternatieve, niet-invasieve planten Neem deel aan een vroegtijdig detectiesysteem voor nieuwe invasieven *n=16 voor boomtelers, n=45 voor openbare groenvoorzieners; n=13 voor private groenvoorzieners. 15

16 Aantal maatregelen aangehaald door partners geëngageerd in de Gedragscode* Aantal maatregelen Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Nb % Nb % Nb % 1 maatregel maatregelen maatregelen maatregelen maatregelen * n=16 voor, n=45 voor openbare groenvoorzieners; n=13 voor private groenvoorzieners. Heeft uw bedrijf/activiteit gevolgen ondervonden van het verwijderen van soorten van de consensuslijst uit de verkoop en/of aanplant? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Welke communicatieacties past u toe?* Communicatieactie Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Nb % Nb % Nb % Verspreiding communicatiemiddelen (folders, brochure) Gebruik poster AlterIAS-project Gebruik logo Gedragscode Vermelding engagement in de Gedragscode op website Communicatie overige invasieve planten (opgenomen in bijlage II) *verwijzend naar de tweede maatregel van de Gedragscode (informeer klanten/inwoners over invasieve planten). Enkel de ondervraagden die de communicatiemiddelen ontvingen werden in rekening gebracht (n=14 voor boomtelers; n=35 voor openbare groenvoorzieners; n=11 voor private groenvoorzieners). Is het eenvoudig om alternatieve planten voor te stellen/te gebruiken? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners

17 Krijgt u vragen over invasieve planten van uw klanten/inwoners? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Helpt de Gedragscode u bij de ontwikkeling van een duurzaam, groen imago voor uw bedrijf/activiteit? Ja Neen Ik weet het niet Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners

18 4. BESPREKING 4.1. Kennisniveau en begrip van invasieve planten Eerst moet gezegd worden dat het kennisniveau in 2010 reeds verrassend hoog was. Dit maakte het moeilijk om nog te verbeteren door middel van communicatiecampagnes. Toch werd een stijging van het kennisniveau waargenomen voor enkele doelgroepen. In 2013 gaf een grote meerderheid (gemiddeld 92%) van de ondervraagden aan te weten wat een invasieve plant is. De vergelijking tussen 2010 en 2013 wordt weergegeven in tabel 5. Voor boomtelers en private groenvoorzieners is een stijging waar te nemen, terwijl de percentages voor openbare groenvoorzieners en tuinliefhebbers eerder gelijk bleven, rekening houdend met toevallige schommelingen in de tijd ten gevolge van de steekproef. Tabel 5: Percentage van de ondervraagden die verklaren te weten wat een IUP is Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers 71% 87% 93% 99% 83% 100% 86% 81% Het kennisniveau werd geëvalueerd door analyse van de en op vragen over de definitie, de gevolgen en de voorbeelden van invasieve planten (zie materiaal & methode). Het kennisniveau van de doelgroepen wordt gedetailleerd weergegeven in tabel 6. Tabel 6: Algemeen kennisniveau in 2013 Hoog Gemiddeld Laag Totaal Nb % Nb % Nb % Nb % Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers De vergelijking tussen 2010 en 2013 wordt weergegeven in tabel 7. Gemiddeld gezien is het kennisniveau van de doelgroepen gestegen: in 2013 heeft 87% een correct kennisniveau 4 versus 76% in De stijging is verschillend naargelang de doelgroep. Tabel 7: Percentage van de ondervraagden met een correct kennisniveau van IUP Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers 60% 80% 91% 98% 78% 96% 74% 75% 4 Correct kennisniveau = gemiddeld + hoog (zie tabel 6). 18

19 Een toename van 20% werd waargenomen voor boomtelers en private groenvoorzieners. De toename is groter dan 20% wanneer wordt vergeleken met resultaten uit Toen gaf slechts 42% van de professionele groenvoorzieners aan over een algemene kennis van IUP te beschikken (Vanderhoeven et al., 2011). Er zijn geen regionale verschillen in kennisniveau, behalve voor boomtelers. Het percentage boomtelers met een laag kennisniveau is hoger in Vlaanderen: 29% (23/79) in Vlaanderen tegenover slechts 6% (3/48) in Wallonië. Het kennisniveau van de openbare groenvoorzieners is licht toegenomen. Bijna 100% heeft een correcte kennis (in 2010 had reeds 93% een correcte kennis). Deze categorie van de professionele groensector heeft het grootste begrip van het concept IUP. Er werd ook een stijging van bijna 20% waargenomen voor private groenvoorzieners. Het is echter moeilijk om betrouwbare conclusies te trekken uit deze cijfers, gezien het kleine aantal ondervraagden uit deze groep. In Wallonië werd de stijging waarschijnlijk overschat doordat velen van de ondervraagden lid zijn van een associatie van landschapsarchitecten (MAP-L: Mouvement des Architects Paysagistes de Liège) die zich in het bijzonder bewust is van de IUP-problematiek. Er werd meer informatie verschaft aan de leden van deze associatie. Hun hoger begripsniveau is waarschijnlijk niet representatief voor de meerderheid van de landschapsarchitecten of tuinaannemers in België. Het aandeel tuinliefhebbers met een correcte kennis is niet gewijzigd tussen 2010 en Deze doelgroep was bijzonder moeilijk te bereiken in vergelijking met de professionele groensector, aangesloten bij beroepsverenigingen. Het te bereiken doel en de communicatiekanalen waren beter uitgewerkt voor de professionele groensector dan voor de tuinliefhebbers. De informatie bereikte de tuinliefhebbers via artikels in tuinmagazines, artikels in de pers, presentaties voor tuinverenigingen, deelname aan tuinbouwevenementen, tv- en radioreportages, enz. Gezien de grote doelgroep, is het aandeel tuinliefhebbers die de informatie ontvingen verwaarloosbaar in vergelijking met het totaal aantal tuinliefhebbers in België. In België heeft immers 82% van de bevolking een tuin (Anonyme, 2003) en zijn er bijgevolg miljoenen tuinliefhebbers. De informatie die verspreid werd door het AlterIAS-project werd allicht verdund. Slechts 16% beweerde het AlterIAS-project te kennen. Anderzijds heeft wel 73% van de tuinliefhebbers reeds informatie ontvangen over IUP (tabel 13), maar waarschijnlijk te weinig informatie om significant hun kennisniveau te verhogen. In 2013 voelt 70% van de tuinliefhebbers zich nog steeds onvoldoende geïnformeerd (zie tabel 12), daar waar de overgrote meerderheid van de professionele groensector in 2013 vindt dat ze voldoende geïnformeerd zijn. Het is nu inderdaad zo dat het AlterIASproject de afgelopen twee jaar de communicatie-inspanningen voornamelijk toegespitst heeft op de professionele groensector. Bij de analyse van hoe invasieve planten worden gedefinieerd door de doelgroepen kwamen volgende drie elementen het vaakst naar voor: (1) expansie, (2) negatieve impact op de biodiversiteit en (3) oorsprong. In 2010 werden meestal dezelfde elementen aangehaald in de beschrijving van IUP. Hoe dan ook, de professionele groensector is zich in 2013 meer bewust van de impact van IUP op de biodiversiteit dan in 2010 (tabel 8). Anderzijds werden er opnieuw geen veranderingen vastgesteld voor de tuinliefhebbers. Tabel 8: Percentage van de ondervraagden die zich bewust zijn van de negatieve impact van IUP op de biodiversiteit % 45% Openbare groenvoorzieners 62% 72% Private groenvoorzieners 39% 72% Tuinliefhebbers 59% 57% 19

20 Dit toont aan dat de professionele groensector nu een beter begrip heeft van de ecologische gevolgen van IUP. De toegenomen kennis heeft mogelijk gedragswijzigingen tot gevolg. Sommige studies hebben inderdaad aangetoond dat een grotere ecologische kennis samengaat met een hogere mate van milieuvriendelijk handelen (Rickinson, 2001; geciteerd door Bickford et al., 2012). De elementen geïntroduceerd door de mens en naturalisatie zijn minder gekend wanneer invasieve planten worden gedefinieerd. Het element beheer is een ander vaak aangehaald begrip (invasieve planten worden beschreven als moeilijk onder controle te houden/uit te roeien ). Toen in het Verenigd Koninkrijk aan plantenverkopers werd gevraagd om een beschrijving van het concept IUP te geven, werd vreemde planten met negatieve eigenschappen het meest aangehaald (Creative research, 2009). Wanneer gevraagd wordt wat de gevolgen van invasieve planten zijn, worden de ecologische gevolgen het meest vermeld (d.w.z. gevolgen voor de inheemse soorten en/of de ecosystemen). De gevolgen worden dan omschreven als vernietigen of doden inheemse planten, domineren de vegetatie, verhinderen de ontwikkeling van inheemse fauna en flora enz. Net als in 2010 werden de economische gevolgen, de gevolgen voor de volksgezondheid en de mogelijke schade aan infrastructuur minder vermeld. Ook in Frankrijk werden de ecologische gevolgen het vaakst aangehaald bij boomtelers, openbare diensten en tuinaannemers (Guérin et al., 2012). De meeste professionele groenvoorzieners en tuinliefhebbers kunnen één of meerdere voorbeelden geven van invasieve planten. Dit aandeel is toegenomen sinds 2010 (tabel 9), met uitzondering van de tuinliefhebbers. In het Verenigd Koninkrijk kon 60% van de plantenverkopers voorbeelden geven van plantensoorten die zij als invasief beschouwen (Creative research, 2009). Tabel 9: Percentage van de ondervraagden die beweren één of meerdere voorbeelden van IUP te kunnen geven Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers % 75% 94% 98% 83% 98% 69% 69% Het aantal aangehaalde voorbeelden van IUP is toegenomen tussen 2010 en 2013 (tabel 10). Er is een significante toename in de groep van de professionele groensector, wat aantoont dat ze nu een betere kennis hebben van de lijst met invasieve planten in België. Dit is een zeer goed resultaat voor de communicatiecampagnes. In 2010 was de lijst van invasieve planten slechts zeer beperkt gekend. In 2013 is de top 10 (1) Heracleum mantegazzianum, (2) Fallopia japonica, (3) Impatiens glandulifera, (4) Buddleja davidii, (5) Prunus serotina, (6) Hydrocotyle ranunculoides, (7) Myriophyllum aquaticum, (8) Solidago spp., (9) Quercus rubra en (10) Rhododendron ponticum. Ook andere soorten werden aangehaald (Cotoneaster horizontalis, Ludwigia spp., Aster spp., Elodea spp., Robinia pseudoacacia, enz.), maar veel minder frequent (figuur 1). Prunus serotina en de invasieve waterplanten worden meer aangehaald in Vlaanderen. De soorten die er bovenuit steken, zijn: Heracleum mantegazzianum, Fallopia japonica, Impatiens glandulifera, Buddleja davidii en Prunus serotina. Ook in 2010 was dit al het geval. Tabel 10: Totaal aantal voorbeelden van IUP Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers

21 Het aantal foute voorbeelden 5, opgesomd door de professionele groensector en de tuinliefhebbers, is afgenomen in In 2010 werden er nog 61 foute voorbeelden gegeven, daar waar in 2013 slechts 27 foute voorbeelden werden gegeven. De meest aangehaalde foute voorbeelden zijn: Phyllostachys spp., Urtica dioica, Calystegia sepium, Cirsium spp., Elymus spp. en Aegopodium podagraria. Van de tuinliefhebbers gaf nog steeds 23% foute voorbeelden in Betrokkenheid bij de problematiek van invasieve planten Algemeen gezien is de mate van betrokkenheid van de professionele groensector en de tuinliefhebbers vrij hoog in Gemiddeld vindt 83% van hen invasieve planten een belangrijk thema en voelt 75% zich betrokken (tabel 11). Openbare en private groenvoorzieners drukken de grootste betrokkenheid uit 6. Deze categorieën uit de professionele groensector zijn mogelijk meer betrokken bij dit thema omdat ze te maken hebben met het beheer van invasieve planten. In 2010 stelde 80% van de groenbeheerders dat ze problemen met invasieve planten kenden in hun gemeente of stad. en tuinliefhebbers 7 worden waarschijnlijk minder geconfronteerd met plantinvasies. Er zijn schommelingen waar te nemen in de mate van betrokkenheid van de verschillende doelgroepen in de vergelijking tussen 2010 en 2013, wat interpretatie van de gegevens moeilijk maakt. Bovendien waren er verschillende interpretaties van deze twee vragen mogelijk 8. Tabel 11: Percentage van de ondervraagden die (1) invasieve planten als een belangrijk thema beschouwen en (2) zich betrokken voelen bij het thema van invasieve planten Belangrijk thema? Betrokken? % 62% 54% 50% Openbare groenvoorzieners 94% 91% 87% 86% Private groenvoorzieners 78% 96% 70% 96% Tuinliefhebbers 88% 84% 83% 69% Het moet gezegd worden dat de mate van betrokkenheid van de boomtelers niet is toegenomen en dat het aandeel dat IUP als een belangrijk thema beschouwt zelfs licht gedaald is (62% in 2013 versus 74% in 2010) 9. Ondanks de communicatie-inspanningen die werden geleverd tussen 2010 en 2013, lijkt het dat boomtelers nu niet sterker overtuigd zijn van het belang van het thema van IUP. Dit resultaat van 2013 kan verrassend lijken aangezien 79% van de boomtelers de ecologische gevolgen van IUP erkennen. Bovendien is (1) het kennisniveau over IUP toegenomen, (2) de beschikbare informatie toegenomen (zie sectie 4.3), (3) de nood aan informatie afgenomen (zie sectie 4.3) en (4) werd door de meeste professionele groenvoorzieners de aangeleverde informatie beschouwd als zijnde nuttig (zie sectie 4.3). Deze elementen suggereren dat het standpunt van de boomtelers niet is gewijzigd (d.w.z. dat de mate van betrokkenheid niet is toegenomen) hoewel deze beter geïnformeerd waren. Anderzijds is dit resultaat niet verrassend, wetende dat invasieve planten een gevoelig onderwerp zijn bij de boomtelers. Deze doelgroep heeft vaak haar scepticisme over het onderwerp uitgedrukt. Er werden vaak bezwaren geuit over bepaalde onderwerpen zoals (1) de classificatie van invasieve soorten in een zwarte lijst/bewakingslijst-systeem (dit concept werd niet steeds positief onthaald of volledig begrepen), 5 Foute voorbeelden zijn inheemse planten of zijn uitheemse planten die niet vermeld staan op de Belgische lijst van invasieve planten (zie resultaten, p. 7). 6 De mate van betrokkenheid bij de private groenvoorzieners is waarschijnlijk overschat om dezelfde redenen als hierboven vermeld voor het kennisniveau. 7 In 2010 gaf 55% van de tuinliefhebbers aan problemen te hebben met invasieve planten in hun tuin. 8 De ondervraagden vroegen vaak meer uitleg over de vraag in verband met betrokkenheid: persoonlijk of professioneel betrokken? Betrokken in het beheer van invasieve planten of niet? 9 Verwijzend naar de situatie van 2006 is de mate van betrokkenheid toegenomen in België, toen gaf 43% aan zich betrokken te voelen bij het onderwerp van IUS (Vanderhoeven et al., 2011). 21

22 (2) de invasiviteit van soorten (de invasiviteit van sommige soorten die erg gewaardeerd of reeds jarenlang geteeld worden als sierplanten, werd soms tegengesproken) 10, (3) de indruk dat wetenschappers of ecologen het probleem hebben overdreven/veralgemeend, enz. Dit scepticisme werd vaak uitgedrukt op het einde van de enquête waar er opmerkingen konden worden geformuleerd. zijn kritischer met betrekking tot IUP. De meest geformuleerde opmerkingen waren: ik ga akkoord voor sommige soorten, maar niet voor de andere, de problemen zijn veralgemeend vanuit een aantal wijdverspreide soorten die zeer schadelijk zijn voor het milieu en deze probleemstelling houdt geen rekening met lokale omstandigheden: sommige planten zijn enkel in bepaalde gebieden invasief, maar niet overal. Het AlterIAS-project heeft een boodschap gebracht waarin wordt uitgelegd dat invasieve planten een verschillende impact hebben, met wijdverspreide soorten en soorten die enkel specifieke habitats invaderen. Het lijkt nu dat deze boodschap niet systematisch werd gehoord. De daling in het beschouwen van invasieve planten als een belangrijk thema is echter niet het gevolg van slechte communicatie door het AlterIAS-project, want slechts 10% van de boomtelers is van mening dat het project niet-relevante informatie heeft verspreid (d.w.z. informatie van slechte kwaliteit). Socio-economische en klimatologische factoren moeten ook in rekening worden gebracht bij de interpretatie van het standpunt van de boomtelers. Zo was het groeiseizoen van 2013 niet winstgevend voor vele boomtelers. De weersomstandigheden in het voorjaar van 2013 waren niet gunstig voor de teelt van sierplanten (Grifnée, comm. pers.). In deze negatieve economische context worden invasieve planten (en in het algemeen biodiversiteit) niet als een belangrijk onderwerp beschouwd. Prioriteit wordt steeds gegeven aan de financiële zaken van het bedrijf. Een recente studie uitgevoerd bij de professionele groensector in Wallonië toont aan dat personeelsbeleid en oneerlijke concurrentie beschouwd worden als de belangrijkste onderwerpen/beperkingen voor de boomkwekerijen (Fallon, 2012). Dit interessante resultaat leert ons enkele zaken. Ten eerste veranderen mensen niet zomaar hun mening, zelfs niet wanneer ze beter geïnformeerd zijn en/of wetenschappelijke achtergrond kregen. De meeste mensen zijn dus eerder rationeel dan emotioneel. Ten tweede is het belangrijk om naar het standpunt van de boomtelers te luisteren en er begrip voor te tonen. Een veel gemaakte fout in communicatie is het enkel proberen overtuigen van de betrokken partijen in plaats van te luisteren naar hun standpunt en dit mee te nemen, hun motivaties te begrijpen en hoe deze verband houden met het onderwerp (Hesselink et al., 2007). Bickford et al. (2012) moedigt de instandhoudingsbiologen zeer sterk aan om de lokale culturele context in rekening te brengen en niet te verwachten dat mensen zomaar zullen overtuigd geraken door de aangeleverde gegevens om hun denkwijze en gedrag aan te passen Informatie en communicatie De hoeveelheid beschikbare informatie is toegenomen tussen 2010 en 2013 (tabel 12) en de nood aan informatie is naderhand gedaald in Een groter deel van de ondervraagden voelt zich voldoende geïnformeerd. Dit deel is zelfs verdubbeld voor boomtelers en private groenvoorzieners. Dit is ongetwijfeld het gevolg van de informatie over IUS die in deze periode in België is verschaft, niet enkel door het AlterIAS-project, maar ook door andere initiatieven met betrekking tot IUS (bv. het INVEXO Interreg-project in Vlaanderen, het Actieplan Reuzenberenklauw in Wallonië enz.). In 2006 vond de professionele groensector het gebrek aan informatie een significante belemmering in het omgaan met het IUP-onderwerp (Vanderhoeven et al., 2011). Het gebrek aan informatie werd bevestigd in de studie van De huidige resultaten tonen aan dat in 2013 de nood aan informatie voor de meeste professionele groenvoorzieners is ingevuld. Anderzijds voelt slechts 30% van de tuinliefhebbers zich voldoende geïnformeerd. Blijvende inspanningen moeten geleverd worden voor het grote publiek. 10 In het Verenigd Koninkrijk werd een vergelijkbare discrepantie waargenomen tussen de soorten die Defra (Department for Environment, Food and Rural Affairs) beschouwt als zijnde invasief en de visie van de sector. In veel gevallen werden de planten in kwestie door een meerderheid van de sector niet beschouwd als invasieve planten (Creative research, 2009). In België was er zelfs sprake van een psychologische barrière (d.w.z. een onenigheid) voor sommige boomtelers, toen ze vernamen dat enkele van oudsher geteelde sierplanten (bv. soorten van het geslacht Rhododendron, Aster, Rosa en Cotoneaster) als invasief werden beschouwd door wetenschappers. 22

23 Tabel 12: Percentage van de ondervraagden dat zich voldoende geïnformeerd voelt over IUP Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers % 64% 44% 71% 26% 58% 22% 29% Tegelijkertijd is de beschikbaarheid van informatie toegenomen in Een grote meerderheid (84%) van de professionele groensector en de tuinliefhebbers is geïnformeerd geweest over IUP. Het aantal geïnformeerden is toegenomen met 30% voor de boomtelers, met 15% voor de publieke groenvoorzieners, met 39% voor de private groenvoorzieners en met 11% voor de tuinliefhebbers (tabel 13). De resultaten in tabel 12 en 13 tonen aan dat de doelgroepen bereikt zijn door de communicatiecampagnes. Tabel 13: Percentage van de ondervraagden dat reeds geïnformeerd is over IUP Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers % 86% 80% 95% 43% 82% 62% 73% De meest gebruikte informatiekanalen, volgens de ondervraagden, zijn (1) studiedagen of presentaties; (2) internet; (3) folders en brochures; (4) artikels in tuinbouwmagazines; (5) artikels in pers en (6) nieuwsbrieven. De ondervraagden werden meestal geïnformeerd via verschillende informatiekanalen. De gebruikte kanalen verschillen volgens de doelgroep. en tuinliefhebbers werden minder vaak geïnformeerd door het internet en nieuwsbrieven. De ondervraagden werden het minst geïnformeerd over IUP door de DVD (AlterIAS-documentaire), radio- en tv-reportages (ondanks het feit dat massamedia de meest aangewezen/meest efficiënte methode is om een groot aantal mensen te bereiken). Radio- en tv-reportages werden het minst vermeld door de doelgroepen. Weinig reportages kunnen specifiek gewijd worden aan invasieve planten. Het doelpubliek werd daardoor minder geïnformeerd via dit kanaal. Dit wil echter niet zeggen dat communicatie d.m.v. massamedia minder efficiënt is om een boodschap te brengen naar de professionele groensector en de tuinliefhebbers. Massamedia is wel degelijk een belangrijk middel voor het informeren van grote delen van het publiek, maar het is niet het meest toegankelijke kanaal voor informatieverspreiders. Het AlterIAS-project is gekend bij 31% van de boomtelers 11, 62% van de openbare groenvoorzieners, 49% van de private groenvoorzieners en slechts bij 16% van de tuinliefhebbers. Het project is het best gekend bij de openbare groenvoorzieners. Dit is niet verrassend gezien de hoge mate van betrokkenheid van deze doelgroep. Het duidt ook aan dat communicatie-inspanningen en/of de verspreiding van het communicatiemateriaal verschillend waren naargelang de doelgroep. De inbreng van de organisaties betrokken bij het AlterIAS-project (beroepsverenigingen, natuurverenigingen enz.) heeft ook een actieve rol gespeeld in de verspreiding van informatie. De professionele groensector hoorde van het AlterIAS-project via (1) studiedagen, (2) het internet, (3) folders en brochures, (4) artikels in tuinbouwmagazines, (5) nieuwsbrieven en (6) persartikels. Deze bevinding moet worden vergeleken met de communicatiemiddelen en methoden die door het project 11 Het project is beter gekend bij de boomtelers in Vlaanderen: 39% kent het AlterIAS-project (tegenover 20% in Wallonië). 23

24 werden gebruikt (tabel 14). Er is inderdaad een grote correlatie tussen het aantal door het project gerealiseerde communicatieacties en de door de doelgroepen meest aangehaalde communicatiekanalen waardoor ze kennis maakten met het project. Tabel 14: Aantal communicatieacties gerealiseerd door het AlterIAS-project en het percentage van de professionele groensector dat hoorde van het AlterIAS-project per communicatieactie. Communicatieactie Nb % Studiedagen/informatiesessies/conferenties 78 Artikels in tuinbouwmagazines/ledenbladen van federaties 61 Verdeling van folders en brochures* 60 Artikels in regionale en lokale pers 43 Radio- en tv-reportages 25** *: tijdens tuinbouwevenementen **: met inbegrip van alle heruitzendingen Radio- en tv-reportages werden minder gebruikt door het AlterIAS-project omwille van dezelfde redenen als hoger vermeld. Journalisten en presentatoren zijn moeilijk bereikbaar of onvoldoende geïnteresseerd in het onderwerp van invasieve planten. Het AlterIAS-project had weinig budget om communicatie via massamedia te verzekeren, die bovendien afhankelijk is van de wil van journalisten of radio- en tvpresentatoren om het onderwerp te behandelen. De kwaliteit van de informatie die geleverd werd door het AlterIAS-project werd positief geëvalueerd door de doelgroepen: gemiddeld vond 86% van de professionele groensector en 83% van de tuinliefhebbers dat het project relevante informatie heeft afgeleverd. Het deel van de professionele groensector en de tuinliefhebbers dat gehoord heeft van Gedragscodes is aanzienlijk toegenomen tussen 2010 en 2013 (tabel 15). Interessant is het feit dat de Gedragscode invasieve planten in België beter gekend is bij de verschillende doelgroepen dan het AlterIAS-project zelf. Voor de tuinliefhebbers is de doelstelling van het project bereikt. Er werd inderdaad verwacht dat tenminste 10% van de tuinliefhebbers zich bewust zou zijn van de Gedragscode in België. Tabel 15: Percentage van de ondervraagden die gehoord heeft van de Gedragscode invasieve planten in België Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers % 56% 13% 73% 15% 69% 7% 24% Dit is een goede indicator van de doeltreffendheid van de campagne rond de Gedragscode ( Plant anders ) twee jaar na de lancering. In de Verenigde Staten had slechts 7% van de boomtelers gehoord over de St.-Louis Vrijwillige Gedragscodes drie jaar na de goedkeuring (Burt et al., 2007). In het Verenigd Koninkrijk was 46% van de plantenverkopers zich bewust van de Praktijkrichtlijn voor de tuinbouw die in 2005 door het Defra werd gelanceerd (Creative research, 2009). Een meerderheid van de ondervraagden vindt dat het probleem van IUP moet geregeld worden door wetgeving, met uitzondering van de boomtelers waar de tendens van richting is veranderd in vergelijking met 2010 (tabel 16). Openbare groenvoorzieners staan meer open voor wetgeving dan de boomtelers. Deze laatsten hebben hun tegenstand tegen dit soort instrumenten geuit en beschouwen wetgeving als opdringerig en restrictief (beperkend). De meeste boomtelers vinden dat er reeds genoeg reglementering van kracht is voor de sector. Gedragscodes worden aanzien als een praktisch alternatief voor bindende 24

25 middelen die strikte reglementeringen opleggen en tegenstand krijgen van de sectoren die ze beïnvloeden (Vanderhoeven et al., 2011; Drew et al., 2010). Ongeacht de doelgroep moet vermeld worden dat wetgeving wel werd geaccepteerd voor enkele specifieke soorten, maar zeker niet voor de hele lijst van invasieve planten in België. Wanneer de ondervraagden denken aan regelgeving, dan denken ze aan regelgeving van de best-gekende invasieve planten (de meest als voorbeeld aangehaalde planten) en niet aan regelgeving van alle invasieve planten. Tabel 16: Percentage van de ondervraagden dat vindt dat het probleem van IUP moet geregeld worden door wetgeving Openbare groenvoorzieners Private groenvoorzieners Tuinliefhebbers % 34% 66% 75% 57% 67% 72% 63% Deze vraag opent het debat over wetgeving (vaak aangeduid als command and control, sensu Moss et al., 2005) versus zelfregulatie (vrijwillige benaderingen), wat steeds vaker het onderwerp is van de literatuur in de laatste decennia (Alberini et al., 2002). Ondanks eenzelfde doel (d.w.z. het verminderen van vrijwillige introductie van invasieve planten), is de reikwijdte van deze tools verschillend voor de betrokkenen, met voor- en nadelen, stimulansen en beperkingen. Bovendien is de doeltreffendheid en de efficiëntie van zowel regelgeving als zelfregulerende instrumenten i.v.m. IUS slechts weinig gedocumenteerd. Dit ten gevolge van de gebrekkige monitoring na introductie van deze instrumenten. Regelgeving mag niet gezien worden als een wondermiddel om het probleem van IUS op te lossen, zonder geschikte communicatie- en controlemiddelen is de mogelijke doeltreffendheid van verplichte instrumenten in vraag te stellen Monitoren van de Gedragscode invasieve planten in België In juni 2013 gaf 29% van de boomtelers, 35% van de openbare groenvoorzieners en 49% van de private groenvoorzieners aan dat ze de Gedragscode aanvaard hebben. Sommige ondervraagden beweerden de Gedragscode te hebben aanvaard, maar waren niet geregistreerd op de partnerlijst (d.w.z. ze waren niet opgenomen in de partnerdatabase beschikbaar op Met inachtneming van deze aantallen zijn de doelstellingen van het AlterIAS-project bereikt voor de boomtelers en de private groenvoorzieners, maar niet voor de openbare groenvoorzieners 12. Deze resultaten zijn bemoedigend, maar de Gedragscode zal meer tijd nodig hebben dan twee jaar om wijdverspreid te worden aanvaard in de professionele groensector van België. Vrijwillige systemen moeten met een lange termijnvisie gepland worden om progressief een groot deel van de belanghebbenden te bereiken. In het Verenigd Koninkrijk gaf 40% van de plantenverkopers aan de Praktijkrichtlijn voor de tuinbouw te volgen vier jaar na de verwezenlijking ervan. (Creative research, 2009) 13. Vanderhoeven et al. (2011) stelde dat er in 2006 een sterke bereidheid was van de professionele groensector om deel te nemen aan programma s voor de preventie van de verspreiding van IUS. In 2010 werd deze uitspraak bevestigd in de initiële studie, waar 61% van de boomtelers en 73% van de private groenvoorzieners aangaven dat ze zich zouden engageren in een vrijwillige gedragscode (hoewel de Belgische gedragscode nog niet was ontwikkeld). De hierboven vermeldde resultaten tonen het verschil 12 De objectieven waren aanvaarding van de Gedragscode door (1) 20% van de professionele groensector aangesloten bij een beroepsvereniging (boomtelers, tuin- en landschapsarchitecten, tuinaannemers) en (2) 60% van de openbare groenbeheerders van de steden en gemeenten. 13 In 2005 werd Helping to prevent the spread of invasive non-native species Horticultural code of practice gepubliceerd in het Verenigd Koninkrijk. Deze Code geeft advies en richtlijnen voor het ver gebruik, controle en verwijdering van invasieve uitheemse planten aan iedereen die bezig is met tuinbouw, tuinieren en gerelateerde activiteiten die het gebruik van planten inhouden. 25

Invasieve planten en de Gedragscode

Invasieve planten en de Gedragscode Projet LIFE «Information & Communication» AlterIAS als communicatieen sensibiliseringsproject Mariijke Dierickx (Proefcentrum voor Sierteelt) Wat kunnen WIJ doen? Solidago gigantea 1758 Cotoneaster horizontalis

Nadere informatie

Gedragscode invasieve soorten ook voor de openbare groenvoorziening

Gedragscode invasieve soorten ook voor de openbare groenvoorziening Projet LIFE «Information & Communication» Gedragscode invasieve soorten ook voor de openbare groenvoorziening Heemers Leen (PCS) Solidago gigantea 1758 Cotoneaster horizontalis 1877 Aster lanceolatus 17ème

Nadere informatie

Gedragscode invasieve planten in België

Gedragscode invasieve planten in België LIFE + Information & Communication Gedragscode invasieve planten in België Halford Mathieu (ULg GxABT) Mathys Catherine (CTH) Heemers Leen (PCS) Proefcentrum voor Sierteelt - Destelbergen 15 september

Nadere informatie

Eindconclusies AlterIAS

Eindconclusies AlterIAS Eindconclusies AlterIAS Communicatie over invasieve planten en de Gedragscode invasieve planten in België Dorien Van Wesemael (PCS) AlterIAS-team Demonamiddag Groenvoorziening Destelbergen, 27/09/2013

Nadere informatie

2. Voorstelling van de strategie om de communicatie de komende jaren voort te zetten. Dit After LIFE-programma is gepland voor vijf jaar [2014 2018].

2. Voorstelling van de strategie om de communicatie de komende jaren voort te zetten. Dit After LIFE-programma is gepland voor vijf jaar [2014 2018]. Gedrag wijzigen is een langetermijnproces voor elk thema gerelateerd aan biodiversiteitsbehoud. Het AlterIAS-project en de Belgische Gedragscode invasieve planten moeten gezien worden als een eerste stap

Nadere informatie

Gedragscode invasieve planten in België. Plant anders

Gedragscode invasieve planten in België. Plant anders Gedragscode invasieve planten in België Plant anders December 2013 Document opgemaakt in september 2011 door M. Halford, C. Mathys, L. Heemers, S. Vanderhoeven, E. Branquart & G. Mahy, in samenwerking

Nadere informatie

GEDRAGSCODE INVASIEVE PLANTEN

GEDRAGSCODE INVASIEVE PLANTEN GEDRAGSCODE INVASIEVE PLANTEN Resultaten & eerste lessen Dorien Van Wesemael AlterIAS-team Proefcentrum voor Sierteelt (PCS) Slotsymposium LIFE AlterIAS Gembloux, 25/09/2013 BOS & HOUT ENERGIE CHEMIE VISSERIJ

Nadere informatie

Gedragscode invasieve planten in België. Plant anders

Gedragscode invasieve planten in België. Plant anders Gedragscode invasieve planten in België Plant anders September 2011 Deze Code werd ontwikkeld in het kader van het LIFE project AlterIAS dat gecoördineerd wordt door het Departement Biodiversiteit en Landschap

Nadere informatie

Stap 1 : vóór de informatiesessie... 4. Stap 2 : tijdens de informatiesessie... 5. Identificeren van invasieve planten... 6

Stap 1 : vóór de informatiesessie... 4. Stap 2 : tijdens de informatiesessie... 5. Identificeren van invasieve planten... 6 AlterIAS Inleiding... 3 Educatie over invasieve planten in 3 stappen... 4 Stap 1 : vóór de informatiesessie... 4 Stap 2 : tijdens de informatiesessie... 5 o Module 1 en module 2... 5 o Klassikale animaties...

Nadere informatie

Belgisch Biodiversiteits Platforum

Belgisch Biodiversiteits Platforum Belgisch Biodiversiteits Platforum Sonia Vanderhoeven Etienne Branquart [HET HARMONIA INFORMATIESYSTEEM EN HET ISEIA PROTOCOL] Verklarend document voor het Life + Project AlterIAS Oktober 2010 Algemene

Nadere informatie

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy Sociale media hebben in onze samenleving een belangrijke rol verworven. Het gebruik van sociale media is groot en dynamisch. Voor de vierde

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Wetenschap bij jou in de buurt/bib

Wetenschap bij jou in de buurt/bib Januari 2007 Vlaamse Overheid - departement Economie, Wetenschap en Innovatie Nobody s Unpredictable Inhoud I. Inleiding II. Synthese 1 I. INLEIDING 2 Onderzoeksdoelstelling De Vlaamse overheid besteedt

Nadere informatie

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 5 - DECEMBER 2013

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 5 - DECEMBER 2013 ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 5 - DECEMBER 2013 Beste, ONZE COFINANCIERS TWEE JAAR GEDRAGSCODE ALTERIAS ONLINE 2 SLOTSTUDIE HARMONIA SYS- TEEM AANGEPAST GETUIGENISSEN 3 WERKEN AAN BIO- SLOTSYMPOSIUM 3 DIVERSITEIT

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 1 - FEBRUARI 2011

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 1 - FEBRUARI 2011 ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 1 - FEBRUARI 2011 Beste, ONZE COFINANCIERS WEBSITE ONLINE ALTERIAS ONLINE 2 HARMONIA SYSTEEM ALTERNATIEVEN VOOR INVASIEVEN SOCIO- ECONOMISCHE STUDIE INTERESSANTE LINKS 5 NIEUWS

Nadere informatie

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 3 - SEPTEMBER 2012

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 3 - SEPTEMBER 2012 ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N - SEPTEMBER 2012 ONZE COFINANCIERS CAMPAGNE GE- DRAGSCODE ALTERIAS ONLINE 2 SCHOOLBANKEN HARMONIA SYS- TEEM AANGEPAST GETUIGENISSEN AANBEVELINGEN WERKEN BIO- DIVERSITEIT EEN ALTERNATIEVE

Nadere informatie

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek?

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Rapportage van: Irene Mol Stichting Pequeno pequeno@planet.nl en René Bekkers Werkgroep Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam R.Bekkers@fsw.vu.nl

Nadere informatie

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek?

Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Rapportage van: Irene Mol Stichting Pequeno pequeno@planet.nl en René Bekkers Werkgroep Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam R.Bekkers@fsw.vu.nl

Nadere informatie

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in 2012. Stijging van het aantal overstappers zet door.

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in 2012. Stijging van het aantal overstappers zet door. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma- van Rooijen, Anne Brabers en Judith de Jong. De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het

Nadere informatie

Socio-economische studie over invasieve sierplanten in België

Socio-economische studie over invasieve sierplanten in België LIFE + «Information & Communication» AlterIAS project Socio-economische studie over invasieve sierplanten in België - Eindrapport februari 2011 - M. Halford, L. Heemers, C. Mathys, S. Vanderhoeven, G.

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 4 - SEPTEMBER 2013

ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N 4 - SEPTEMBER 2013 ALTERIAS - NIEUWSBRIEF N - SEPTEMBER 201 ONZE COFINANCIERS Beste, PERCEPTIE GEDRAGSCODE ALTERIAS ONLINE 2 ENKELE HARMONIA SYS- TEEM AANGEPAST STANDPUNTEN GETUIGENISSEN DIVERSITEIT NIEUWS SYMPOSIUM WERKGROEP

Nadere informatie

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland

Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met

Nadere informatie

Aanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014

Aanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014 Aanpak Invasieve exoten Henk Siebel mei 2014 Aanpak probleem met invasieve exoten in bos- en natuurgebieden Waar hebben we het over? Welke strategie is de beste? Algemene opties Struiken, bomen en ruigtekruiden

Nadere informatie

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren

Nadere informatie

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen Bezoekadres: Van Alkemadelaan 357 Postadres: MPC 58 A Postbus 90701 2509 LS Den Haag Nederland www.cdc.nl Draagvlakmeting TNS NIPO: Drs. Anneloes Klaassen Lisanne van Thiel GW: Drs. Amber Vos +31 (070)

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EUROPA - ADR A2 Brussel, 26 mei 2011 MH/SL/AS A D V I E S over DE RAADPLEGING VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE GESCHILLENBESLECHTING

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Peiling Kerntechnologie

Peiling Kerntechnologie Augustus 2013 TNS Augustus 2013 J032 Contents 1 Het onderzoek 3 2 Introductie/Context 6 3 Kernenergie: een kritische maar 9 genuanceerde blik 4 Onbekend maakt onbemind 18 TNS Augustus 2013 J032 2 1 Het

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Tevredenheidsenquête bij operatoren 2017

Tevredenheidsenquête bij operatoren 2017 Tevredenheidsenquête bij operatoren 2017 Participatie 66.769 operatoren gecontroleerd door het FAVV in 2016 Online tevredenheidsenquête 22.247 uitnodigingen per e-mail 16.086 uitnodigingen per brieven

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Wetenschappelijke namen

Wetenschappelijke namen Vraag advies aan uw groenvoorziener alvorens de soorten van deze lijst aan te planten. Deze planten kunnen in sommige natuurlijke habitats of onder bepaalde omstandigheden, inclusief in tuinen en parken,

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren Stichting toetsing verzekeraars Datum: 8 februari 2016 Projectnummer: 2015522 Auteur: Marit Koelman Inhoud 1 Achtergrond onderzoek 3 2

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers November 2014 GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 1 Beleggingsportefeuille GfK 2014 AFM Consumentenmonitor November 2014 2 Zes op de tien beleggers

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Opiniepeiling over het onverdoofd slachten van dieren

Opiniepeiling over het onverdoofd slachten van dieren Opiniepeiling over het onverdoofd slachten van dieren September 2012 1 Methodologie Universum De onderzoekspopula/e bestaat uit Belgen van 16 tot 70 jaar oud. Dataverzamelingsmethode De interviews werden

Nadere informatie

FOD VOLKSGEZONDHEID Victor Hortaplein 40 bus 10 Blok II 7 de verdieping 1060 BRUSSEL

FOD VOLKSGEZONDHEID Victor Hortaplein 40 bus 10 Blok II 7 de verdieping 1060 BRUSSEL FOD VOLKSGEZONDHEID Victor Hortaplein 40 bus 10 Blok II 7 de verdieping 1060 BRUSSEL Brussel, 14 april 2009. O. Ref.: LDB / ED / 09.100 U. Ref.: Werkgroep Zoutreductie in de voedselketen Geachte, Fed.

Nadere informatie

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage -

De dienstverlening van SURFnet Onderzoek onder aangesloten instellingen. - Eindrapportage - De dienstverlening van Onderzoek onder aangesloten instellingen - Eindrapportage - 09-09-2009 Inhoud Inleiding 3 Managementsamenvatting 4 Onderzoeksopzet 5 Resultaten 6 Tevredenheid 6 Gebruik en waardering

Nadere informatie

Enquete over invasieve Exoten (Invasive Aliens). Graag uw aandacht en hulp gevraagd. Thursday, 22 March 2012 12:01

Enquete over invasieve Exoten (Invasive Aliens). Graag uw aandacht en hulp gevraagd. Thursday, 22 March 2012 12:01 De Europese commissie gaat er van uit dat vreemde exotische (niet inheemse) planten en diersoorten schadelijk kunnen zijn voor het plaatselijke ecologische evenwicht in Europa. Dit is in bepaalde gevallen

Nadere informatie

OPINIEPEILING. Het eten van foie de feestdagen. January

OPINIEPEILING. Het eten van foie de feestdagen. January OPINIEPEILING Het eten van foie gras @jdens de feestdagen January 2013 12-093655- 01 Inhoud ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN EN ALGEMEEN KADER 1. Context en onderzoeksdoelstellingen 2. Methodologie 3. Steekproefprofiel

Nadere informatie

Rookgedrag in België

Rookgedrag in België Rookgedrag in België - 2017 Een rapport voor Stichting tegen Kanker Uitgevoerd door GFK Met steun van de overheden 1 Context en methodologie Stichting tegen Kanker is een Belgische stichting met als missie

Nadere informatie

Onderzoek naar een toekomstgerichte online beleidstool in het kader van het KB Externe Diensten uitgewerkt voor de kapperssector.

Onderzoek naar een toekomstgerichte online beleidstool in het kader van het KB Externe Diensten uitgewerkt voor de kapperssector. Onderzoeksrapport Titel Onderzoek naar een toekomstgerichte online beleidstool in het kader van het KB Externe Diensten uitgewerkt voor de kapperssector. Auteur onderzoeksrapport Pascal Meyns Auteur eindwerk

Nadere informatie

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren

Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Stand van zaken jongeren en de e-sigaret en andere alternatieve rookwaren Onderzoek in opdracht van VWS December 2017 244108113 Inhoud 1 Inleiding 01 2 Belangrijkste resultaten en samenvatting 07 3 In

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten Uwe Matzat/Chris Snijders Technische Universiteit Eindhoven Management samenvatting De grote meerderheid

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium Context & methodologie Stichting tegen Kanker Stichting tegen Kanker is een Belgische stichting met als missie de strijd

Nadere informatie

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET Brussel, juli 2014 Volgens de nieuwe rookenquête van kent de elektronische sigaret geen doorbraak in België in 2014. Slechts 0,5% van de bevolking

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

3.6 Informatie en communicatie

3.6 Informatie en communicatie 3.6 Informatie en communicatie Binnen dit hoofdstuk gaan we dieper in op de informatiekanalen via dewelke de Belgen zich informeren over de klimaatverandering. Daarnaast staan we stil bij de informatiekanalen

Nadere informatie

Communicatielijst (Bijlage II van de Gedragscode) Wetenschappelijke namen

Communicatielijst (Bijlage II van de Gedragscode) Wetenschappelijke namen Enkele vormen van de planten (cultivars, variëteiten, hybriden) van deze communicatielijst kunnen invasief worden in sommige natuurlijke habitats of onder bepaalde omstandigheden, en occasioneel ook in

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Meting september 2013

Meting september 2013 Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D.

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Reitsma-van Rooijen, M., Brabers, A.E.M., Jong, J.D. de. Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een

Nadere informatie

Algemene inleiding Reclame is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bekende producenten brengen hun producten en diensten onder de aandacht van het grote publiek via verschillende

Nadere informatie

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017 Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik

Nadere informatie

Persdossier ikgeeflevenaanmijnplaneet.indeklas.be 28 september 2010

Persdossier ikgeeflevenaanmijnplaneet.indeklas.be 28 september 2010 Persdossier ikgeeflevenaanmijnplaneet.indeklas.be 28 september 2010 Persbericht Wat vind je in de virtuele edukit? Een dynamische website Activiteiten in detail De algemene campagne ikgeeflevenaanmijnplaneet.be

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport De Tabakswet Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief

Nadere informatie

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden

Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden Conceptrapportage Preferentie keuzes aanpak crisis van CNV leden In opdracht van: Contactpersoon: CNV De heer P. Hazenbosch Utrecht, mei 2009 DUO MARKET RESEARCH drs. Vincent van Grinsven Henk Westerik

Nadere informatie

Hulpprogramma voor het stoppen met roken voor zwangere vrouwen en hun partner

Hulpprogramma voor het stoppen met roken voor zwangere vrouwen en hun partner Hulpprogramma voor het stoppen met roken voor zwangere vrouwen en hun partner Fares asbl Service Prévention Tabac Vlaams Vereniging voor respiratoire gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding Rue de la

Nadere informatie

EWI Dag van de Klant. Zelfstandige ondernemers. Roland Van Gompel & Sandra Jansen Research Managers (Indigov) Wouter Samyn Research Director (Indigov)

EWI Dag van de Klant. Zelfstandige ondernemers. Roland Van Gompel & Sandra Jansen Research Managers (Indigov) Wouter Samyn Research Director (Indigov) EWI Dag van de Klant Zelfstandige ondernemers Roland Van Gompel & Sandra Jansen Research Managers (Indigov) Wouter Samyn Research Director (Indigov) 1 Inhoud Methodologie Populatie Steekproef Deelname

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) Achtergrond Het millenniumdoel (2000-2015) Education for All (EFA, onderwijs voor alle kinderen) heeft in ontwikkelingslanden veel losgemaakt. Het

Nadere informatie

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen

Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Invloed van het Belgische vergoedingssysteem voor medische ongevallen op het gedrag van artsen Tom Vandersteegen Wim Marneffe Tom De Gendt Irina Cleemput UHasselt Symposium Patiëntveiligheid en Medische

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN

N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS ADVIES. over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN N Mensenrechten A Brussel, 15 december 2015 MH/JC/AS 740-2015 ADVIES over HET VOORONTWERP VAN NATIONAAL ACTIEPLAN BEDRIJVEN EN MENSENRECHTEN Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO WTC III (17 e verd.)

Nadere informatie

Percentage wisselaars blijft gelijk. Premie net als in eerdere jaren de belangrijkste reden om te wisselen.

Percentage wisselaars blijft gelijk. Premie net als in eerdere jaren de belangrijkste reden om te wisselen. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A. Brabers, A. Verleun, R. Hoefman en J. de Jong, Percentage wisselaars blijft gelijk. Premie net als in eerdere jaren

Nadere informatie

Communicatieplan windenergie

Communicatieplan windenergie Communicatieplan windenergie 1. Inleiding De eigenaren van alle windturbines in Dongeradeel hebben de wens geuit om 23 turbines in Dongeradeel in te ruilen voor een cluster van maximaal 4 grote turbines.

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 27565 Alcoholbeleid Nr. 133 Herdruk 1 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 mei 2015 Vanuit de Drank-

Nadere informatie

8% wisselt van zorgverzekeraar. Deel verzekerden lijkt steeds vaker inhoudelijke overwegingen mee te nemen bij keuze zorgverzekering.

8% wisselt van zorgverzekeraar. Deel verzekerden lijkt steeds vaker inhoudelijke overwegingen mee te nemen bij keuze zorgverzekering. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (W. van der Schors, A.E.M. Brabers, & J.D. de Jong. 8% wisselt van zorgverzekeraar. Deel verzekerden lijkt steeds vaker

Nadere informatie

U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval!

U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval! U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval! Opvolging van de Seveso Informatiecampagne 2012 8 november 7 december 2012 FOD Binnenlandse Zaken AD Crisiscentrum Op 8 november 2012 startte de AD Crisiscentrum

Nadere informatie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland In april 2013 heeft TNS NIPO in opdracht van Thuiswinkel.org een herhalingsonderzoek uitgevoerd naar

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit rapport werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in. Dit document vertegenwoordigt

Nadere informatie

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 1. Inleiding Vanaf 2015 verandert het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (vanaf

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Resultaten enquête. Onderzoek van Leen Leys. Master in de pedagogische wetenschappen

Resultaten enquête. Onderzoek van Leen Leys. Master in de pedagogische wetenschappen Resultaten enquête Onderzoek van Leen Leys Master in de pedagogische wetenschappen Voorwoord van de directie BESTE OUDERS, In wat volgt, tonen we de resultaten van een enquête die tijdens het eerste trimester

Nadere informatie

Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste reden om te wisselen.

Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste reden om te wisselen. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne Brabers & Judith de Jong. Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste

Nadere informatie

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Meting stoppers-met-roken juli 2008 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Consumer & Media Rapport Meting stoppers-met-roken juli 2008

Nadere informatie

AFM Consumentenmonitor Q3 2009 Kredietwaarschuwingszin

AFM Consumentenmonitor Q3 2009 Kredietwaarschuwingszin AFM Consumentenmonitor Q3 009 Kredietwaarschuwingszin GfK Michel van der List Marcel Cools/ Niek Damen Indeling Rapportage Kredietwaarschuwingszin 1 Onderzoeksverantwoording Kennisvragen Kredietwaarschuwingszin

Nadere informatie

ENABEL: Eerlijke handel Barometer 2018

ENABEL: Eerlijke handel Barometer 2018 ENABEL: Eerlijke handel Barometer 2018 Augustus 2018 ivox Over het onderzoek Online onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau ivox in opdracht van Enabel tussen 8 en 29 augustus 2018 bij 1.000 Belgen

Nadere informatie

Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012

Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012 Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012 Onderzoek naar de antroposofische zorg die verleend wordt aan patiënten met kanker en het effect van de zorg. Geachte

Nadere informatie

Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen 0-meting en 1-meting

Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen 0-meting en 1-meting Van Hulzen Public Relations Europees Jaar Gelijke Kansen voor Iedereen en Management summary Amsterdam, 19 december 2007 Ronald Steenhoek en Stefan Klomp 1.1 Inleiding Dit jaar is door de Europese Commissie

Nadere informatie

niet-inheemse vaatplanten in Nederland

niet-inheemse vaatplanten in Nederland niet-inheemse vaatplanten in Nederland Wil Tamis & Ruud van der Meijden in samenwerking met de PGO FLORON naar het proefschrift van W.L.M Tamis: Changes in the flora of the Netherlands in the 20th century

Nadere informatie

Pilot Mag het een tasje minder zijn? Consumentenonderzoek. Rapportage van de peiling onder inwoners van Deventer, Tilburg en Zoetermeer,

Pilot Mag het een tasje minder zijn? Consumentenonderzoek. Rapportage van de peiling onder inwoners van Deventer, Tilburg en Zoetermeer, Pilot Mag het een tasje minder zijn? Consumentenonderzoek Rapportage van de peiling onder inwoners van Deventer, Tilburg en Zoetermeer, in opdracht van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken 4 februari

Nadere informatie

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en de ziekenhuiszorg? Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013 Wat vindt Nederland van de ziekenhuizen en

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op... (datum); Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 2 en artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende bevolkingsonderzoek in het kader van ziektepreventie

Nadere informatie

Invasieve uitheemse planten in het beheer

Invasieve uitheemse planten in het beheer Invasieve uitheemse planten in het beheer Casper de Groot september 2011 Aanleiding project Keuze voor zes soorten: Japanse duizendknoop, reuzenberenklauw, reuzenbalsemien, Amerikaanse vogelkers, rododendron

Nadere informatie

Een steekproef van 20.000 personen is in januari 2006 door het Nederlandse Donateurspanel benaderd om mee te doen aan delweemaandelijkse monitor van

Een steekproef van 20.000 personen is in januari 2006 door het Nederlandse Donateurspanel benaderd om mee te doen aan delweemaandelijkse monitor van Een steekproef van 20.000 personen is in januari 2006 door het Nederlandse Donateurspanel benaderd om mee te doen aan delweemaandelijkse monitor van het donateursvertrouwen. Het veldwerk is uitgevoerd

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

VEA - Draagvlak windenergie

VEA - Draagvlak windenergie Elke Van Hamme Significant GfK Februari 2011 VEA - Draagvlak windenergie Inhoud Achtergrond & doelstelling van het onderzoek 2 Is er anno 2011 een draagvlak voor windenergie? Attitude tov windenergie:

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie