Burgerparticipatie in de lokale politiek Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie
|
|
- Sandra Sanders
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Burgerparticipatie in de lokale politiek Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie Mieke Dinjens Instituut voor Publiek en Politiek Amsterdam, februari 2010
2 Colofon Auteur: Mieke Dinjens Begeleiders: Anna Domingo Roelof Martens Pieter Sturm Instituut voor Publiek en Politiek Prinsengracht KD Amsterdam
3 Inhoudsopgave Inleiding Opbouw rapport Definitie Blz.5 Blz.6 Blz.6 Onderzoeksmethode Representativiteit Blz.6 Blz.7 Analyse Participatienota en collegeprogramma Rolverdeling Burgerinitiatieven Referenda Ambtenaren Nieuwe media Gemeentelijke raden Dorps/wijkbudgetten Participatiemethoden Het bereiken van de burger Evaluatie Blz.8 Blz.8 Blz.9 Blz.10 Blz.11 Blz.12 Blz.12 Blz.13 Blz.13 Blz.13 Blz.14 Blz.15 Conclusie De belangrijkste bevindingen Vervolgonderzoek Blz.17 Blz.17 Blz.18 Bibliografie Blz.19 Bijlagen Blz
4 4
5 Inleiding In september 2009 is het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een onderzoek gestart naar burgerparticipatie bij Nederlandse gemeenten. Bovengenoemde instellingen signaleerden een duidelijk gebrek aan informatie over de inspanningen en resultaten van lokaal bestuur op het terrein van burgerparticipatie. Het voornaamste doel van dit onderzoek is dan ook het maken van een inventarisatie van de huidige stand van zaken op het gebied van burgerparticipatie op lokaal niveau. In een volgend onderdeel van dit onderzoek zal meer ruimte zijn voor een kwalitatieve verdieping van de onderzoeksresultaten. Over burgerparticipatie (al dan niet op lokaal niveau) is en wordt veel geschreven. Veel onderzoek wordt uitgevoerd naar het nut van het betrekken van burgers bij de ontwikkeling van bestuur en ook de wenselijkheid ervan staat vaak ter discussie. Daarnaast heeft de Nederlandse overheid burgerparticipatie hoog in het vaandel staan en gemeenten beweren de burgerparticipatie zoveel mogelijk te bevorderen (IPP, 2006). Wat er daadwerkelijk gebeurt op het gebied van burgerparticipatie, blijft echter onduidelijk. Onderzoek naar welke activiteiten gemeenten ondernemen om burgerparticipatie te bevorderen is niet of nauwelijks gedaan. Binnen gemeenten zijn vaak verschillende beleidsterreinen en afdelingen betrokken bij het onderwerp, waardoor het lastig is om een beeld te krijgen van het totaal aan burgerparticipatie. Daarnaast is burgerparticipatie in de meeste gemeenten niet verankerd in de interne organisatie, maar wordt zij vaak ad hoc georganiseerd. Door deze niet-structurele organisatie is het lastig om inzicht te verkrijgen in de manier waarop lokale overheden met burgerparticipatie omgaan. Met dit onderzoek heeft het IPP een begin gemaakt met het in kaart brengen van burgerparticipatie op lokaal niveau. Zoals hierboven al duidelijk werd, richt dit onderzoek zich op burgerparticipatie in de Nederlandse gemeenten. Hierbij wordt onderzocht op welke manier gemeenten omgaan met burgerparticipatie en hoe burgerparticipatie binnen de gemeentelijke organisatie wordt ervaren. De ervaringen van burgers over burgerparticipatie in hun gemeente worden in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. De voornaamste reden hiervoor is dat dit onderwerp al in andere onderzoeken aan bod is gekomen 1. 1 Zie bijvoorbeeld het onderzoek We gooien het de inspraak in van de Nationale Ombudsman, september Daarnaast zijn er veel gemeenten die zelf een tevredenheidonderzoek uitvoeren onder de bevolking, waarbij ook het onderwerp burgerparticipatie wordt behandeld. 5
6 Opbouw van dit rapport Na dit inleidende gedeelte zal er allereerst worden ingegaan op de - in dit onderzoek gehanteerde - definitie van burgerparticipatie. Vervolgens wordt de methodologische verantwoording besproken, waarna de onderzoeksresultaten behandeld zullen worden. Tot slot komt de conclusie aan bod, waar de belangrijkste bevindingen worden herhaald en waar wordt ingegaan op vervolgonderzoek. Definitie burgerparticipatie De definitie van burgerparticipatie waarmee in dit onderzoek is gewerkt luidt als volgt: Burgerparticipatie is een manier van beleidsvoering waarbij burgers (al dan niet georganiseerd in maatschappelijke organisaties) direct of indirect bij het lokale beleid betrokken worden om door middel van samenwerking tot de ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van beleid te komen. Er wordt hier gesproken over ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van beleid. Wanneer dit wordt vertaald naar de zogenoemde participatieladder, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen vijf verschillende rollen die burgers krijgen toebedeeld in een participatieproces; de treden van de participatieladder. Elke trede stelt een bepaalde mate van invloed voor. De verschillende treden zijn: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen. In dit onderzoek wordt informeren niet als een vorm van participatie beschouwd, aangezien de burger hierbij slechts op de hoogte wordt gesteld van een bepaald beleidsvoornemen van de gemeente. De burger krijgt hierbij niet de kans om - op welke manier dan ook - invloed uit te oefenen op dat beleid. Zoals hierboven ook al werd vermeld richt dit onderzoek zich op de activiteiten die gemeenten ondernemen om burgerparticipatie te laten plaatsvinden; het geheel aan methoden om burgers bij het gemeentelijk beleid te betrekken (Nationale Ombudsman, 2009: 5). Activiteiten die burgers zelf ondernemen wat betreft burgerparticipatie worden in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Onderzoeksmethode Om het doel van dit onderzoek, het maken van een inventarisatie van burgerparticipatie op lokaal niveau, te bereiken, is er kwantitatief onderzoek uitgevoerd. Dit is gedaan door middel van een digitale enquête die is verstuurd naar alle gemeentesecretarissen van de 441 Nederlandse gemeenten. De enquête heeft een respons van 32% gekregen, 145 gemeenten 6
7 hebben de enquête volledig ingevuld 2. De enquête is verstuurd naar de gemeentesecretaris, zodat deze kon inschatten welke persoon binnen de gemeente het meest geschikt is om de enquête in te vullen. In enkele gevallen heeft de gemeentesecretaris de enquête ingevuld, in de meeste gevallen gaat het om een ambtenaar van bijvoorbeeld de afdeling communicatie of wijkgericht werken. De digitale enquête 3 bestond uit veertig vragen, waarvan er achtendertig verplicht waren. De twee vragen die niet verplicht waren (vraag 24 en 25), zijn twee open vragen. Er werd hierbij gevraagd positieve punten en verbeterpunten te noemen van het participatiebeleid in de gemeente. Het invullen van deze vragen kan tijdsintensief zijn en om te voorkomen dat respondenten de gehele enquête zouden wegklikken omdat ze geen tijd hadden om deze vragen te beantwoorden, is ervoor gekozen om ze optioneel te houden. In de enquête werd zowel naar de kwaliteit van de gemeentelijke regelingen en activiteiten als naar de omvang van de daadwerkelijke participatie gevraagd. De vragen in de enquête zijn onder andere opgesteld naar aanleiding van een klein kwalitatief onderzoek dat het IPP voorafgaand aan de enquête heeft uitgevoerd. Dit is gedaan door middel van het voeren van gesprekken over burgerparticipatie met een aantal gemeenten 4. Deze gemeenten waren allen deelnemer aan een experiment van het project In Actie met Burgers 5. Door de gesprekken werd duidelijk waar de knelpunten van burgerparticipatie bij gemeenten zaten en waar wij ons op konden richten in het onderzoek. Bovendien hebben de gemeenten in de gesprekken aangegeven aan welke informatie zij zelf behoefte hebben. De gesprekken hebben een leidraad gevormd bij het opstellen van de vragen voor de enquête. Representativiteit Over de respons van de enquête (32%) kan gezegd worden dat dit een redelijk responspercentage is, aangezien er sprake is van een groen onderzoeksveld waarbij nog nauwelijks gegevens bekend zijn over de kwaliteit en kwantiteit van burgerparticipatie bij gemeenten. Echter, omdat 32% van de gemeenten de enquête heeft ingevuld, zal er gekeken worden in hoeverre de gemeenten die de enquête hebben ingevuld een afspiegeling vormen van alle Nederlandse gemeenten. Hierbij zal gekeken worden naar de bevolkingsgrootte en naar de provincie waartoe de gemeenten behoren. In bijlage 4, figuur 1 is te zien hoe de verdeling van gemeenten over de provincies in Nederland er in 2007 uitzag. Wanneer deze figuur wordt vergeleken met figuur 2 (ook in bijlage 4), is te zien hoe de 2 De lijst van alle gemeenten die de enquête hebben ingevuld is te vinden in de bijlage (bijlage 3). 3 De volledige enquête is te vinden in de bijlagen (bijlage 1), samen met de toelichting daarop (bijlage 2). 4 Het gaat hier om de gemeenten Boskoop, Dordrecht, Eindhoven, Oude IJsselstreek, Smallingerland en Valkenswaard. 5 Zie voor meer informatie over dit project. 7
8 verdeling van de gemeenten die de enquête hebben ingevuld afwijkt van de verdeling in Nederland 6. Bij deze vergelijking wordt duidelijk dat de twee verdelingen goed met elkaar overeenkomen. In het onderzoek is slechts een kleine ondervertegenwoordiging waarneembaar van gemeenten uit de provincie Gelderland. Daarnaast staat in de bijlage ook de verdeling van gemeenten naar inwonertal in Nederland (figuur 3) en in het onderzoek (figuur 4). Wanneer deze figuren met elkaar vergeleken worden, is te zien dat ook deze verdelingen goed met elkaar overeenkomen, slechts een kleine ondervertegenwoordiging van gemeenten met minder dan inwoners en een kleine oververtegenwoordiging van gemeenten van tot inwoners is waarneembaar. Door bovenstaande vergelijkingen kan er gezegd worden dat de gemeenten die aan het onderzoek hebben meegedaan een goede afspiegeling vormen van alle Nederlandse gemeenten wat betreft de verdeling over provincies en inwonertal. Analyse De analyse van de onderzoeksresultaten zal hieronder per onderwerp gedaan worden. Participatienota en collegeprogramma Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat 66 van de 145 gemeenten uit het onderzoek een participatienota hebben, dat is 45,5%. Deze uitkomst komt goed overeen met het resultaat van de VNG-ledenpeiling van 2009, waarbij 47% van de gemeenten aangaf dat participatiebeleid in de gemeente formeel is vastgelegd (VNG, 2009). Daarnaast geeft 83,4% van de gemeenten uit het onderzoek aan wel afspraken in het collegeprogramma te hebben staan over het bevorderen van burgerparticipatie. Door middel van een kruistabel (tabel 1) is onderzocht of er een verband bestaat tussen de bevolkingsgrootte van een gemeente en het hebben van een participatienota. In de kruistabel blijkt dat er inderdaad een verband is, vanaf inwoners of meer is te zien dat het percentage gemeenten met een participatienota stijgt wanneer ook de gemeentegrootte stijgt 7. 6 Hier moet worden opgemerkt dat er in gemeenten waren, in 2009 waren dat er 441. Dit is echter een verwaarloosbaar verschil, dat geen gevolgen heeft voor de representativiteit van het onderzoek. 7 Dit verband is statistisch significant (P=0.002). De Cramer s V is hier 0.347, wat een zwak verband aanduidt. Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 8
9 Tabel Participatienota 3 14 (33,3%) (32,6%) Geen 6 29 participatienota (66,7%) (67,4%) Totaal 9 43 (100%) (100%) (40,6%) 38 (59,4%) 64 (100%) (78,9%) 4 (21,1%) 19 (100%) > Totaal 8 (80%) 2 (20%) 10 (100%) 66 (45,5%) 79 (54,5%) 145 (100%) Rolverdeling Op de vraag of er schriftelijke afspraken zijn gemaakt over de rolverdeling tussen het college en de raad wat betreft burgerparticipatie, antwoordt 70,3% van de geënquêteerde gemeenten dat dat niet is gebeurd. Wanneer gevraagd wordt naar de rol van de gemeenteraad bij processen van burgerparticipatie blijkt dat deze in de meeste gevallen het stellen van kaders voor, en het achteraf controleren van de participatietrajecten is. 21,4% van de onderzochte gemeenten geeft aan dat de raad ook zelf participatietrajecten opzet. Enkele gemeenten geven bij deze vraag bovendien aan dat de gemeenteraad geen specifieke rol heeft bij participatietrajecten en dat ze nog aan het pionieren zijn. Ook in enkele gesprekken die het IPP met gemeenten heeft gevoerd, werd verteld dat de rol van de gemeenteraad bij processen van burgerparticipatie vaak onduidelijk is. Op de vraag welke functionaris binnen de gemeente gezien kan worden als het boegbeeld, het gezicht van de burgerparticipatie, wordt dan ook nauwelijks het antwoord van gemeenteraadslid gegeven (1,4%). In de meeste gevallen wordt hier de burgemeester (38,6%) en wethouder(s) (29,7%) genoemd. Daarnaast geven veel gemeenten aan geen specifiek iemand als boegbeeld van burgerparticipatie te hebben, omdat dit sterk afhankelijk van het onderwerp is. Het is aannemelijk om te denken dat gemeenten die een participatienota hebben ook vaker een schriftelijke afspraak over de rolverdeling tussen de raad en het college wat betreft burgerparticipatie hebben gemaakt dan gemeenten die geen participatienota hebben. Het feit dat een gemeente over een participatienota beschikt hoeft niet te betekenen dat er in die gemeente ook veel aan burgerparticipatie wordt gedaan, maar het geeft wel aan dat een gemeente er belang aan hecht. In de kwantitatieve analyse (bijlage 6) is deze relatie inderdaad zichtbaar 8 ; er is een verband te zien tussen het hebben van een participatienota en een schriftelijke afspraak over de rolverdeling. Zie ook onderstaande kruistabel. 8 Dit is getoetst middels een kruistabel en de Cramers V. Met behulp van de Cramers V kan gekeken worden of de mate van associatie tussen nominale variabelen statistisch significant is en wat de sterkte van het verband is. In dit geval is het verband significant en de Cramers V heeft een waarde van 0,468. Dit geeft aan dat er een matig sterke samenhang tussen de variabelen bestaat. Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 9
10 Tabel 2 Participatienota Geen participatienota Totaal Afspraak rolverdeling 35 (53%) 8 (10,1%) 43 (29,7%) Geen afspraak rolverdeling 31 (47%) 71 (89,9%) 102 (70,3%) Totaal 66 (100%) 79 (100%) 145 (100%) Burgerinitiatieven Van de gemeenten die hebben deelgenomen aan het onderzoek, heeft 60,7% een verordening burgerinitiatief. De gemeenten die aangaven deze verordening te hebben, kregen vervolgens de vraag hoe vaak deze in de afgelopen twee jaar door burgers is gebruikt (dus hoe vaak er een formeel burgerinitiatief werd ingediend). Van de gemeenten die een verordening hebben gaf 48,9% aan dat er geen gebruik van is gemaakt, 50% antwoordde dat er 1 tot 5 keer gebruik van is gemaakt 9. Slechts één gemeente (de gemeente Eindhoven) antwoordde dat er 10 tot 20 keer gebruik van is gemaakt (zie de hierboven afgebeelde figuur). Uit deze gegevens blijkt dat burgers slechts incidenteel gebruik hebben gemaakt van het formele burgerinitiatief. De burgerinitiatieven die werden ingediend, hadden vooral betrekking op de beleidsterreinen van Ruimtelijke Ordening & Milieu, Leefbaarheid en Verkeer & Vervoer. Figuur 5 Gebruik burgerinitiatief Er zou verondersteld kunnen worden dat wanneer een gemeente een participatienota heeft, deze ook sneller een verordening burgerinitiatief zal hebben. Wellicht heeft het hebben van een participatienota een positieve invloed op het hebben van een verordening 9 In het onderzoek naar burgerinitiatieven van het IPP dat in de zomer van 2009 werd uitgevoerd, gaf 34% van de geënquêteerde gemeenten aan dat er sinds de invoering van de verordening burgerinitiatief geen gebruik van is gemaakt. Daarnaast gaf 45% van de gemeenten aan dat er 1 tot 5 keer gebruik van was gemaakt (van Ankeren, 2009: 28). Het verschil tussen deze uitkomsten en de uitkomsten van dit onderzoek zal vooral te maken hebben met het feit dat er toen gevraagd werd naar de mate van gebruik sinds de invoering van de verordening en nu naar de mate van gebruik in de afgelopen twee jaar. Bovendien zit er een klein verschil tussen de responspercentages van de twee onderzoeken. 10
11 burgerinitiatief. Deze veronderstelling is getoetst door middel van een kruistabel (bijlage 6). Aan de percentages in deze tabel is te zien dat gemeenten in dit onderzoek vaker een verordening burgerinitiatief hebben als ze ook een participatienota hebben. Echter, in de statistische toets is te zien dat het verband niet statistisch significant is 10. Met de onderzoeksgegevens kan dan ook geen verband tussen het hebben van een participatienota en het hebben van een verordening burgerinitiatief worden aangetoond. Daarnaast is er gekeken naar een relatie tussen de bevolkingsgrootte van een gemeente en het hebben van een verordening burgerinitiatief. Hierbij bleek dat er een verband bestaat tussen de bevolkingsgrootte van een gemeente en het hebben van een verordening burgerinitiatief; vanaf inwoners is te zien dat het percentage gemeenten met een verordening burgerinitiatief stijgt wanneer ook de gemeentegrootte stijgt 11. Uit de antwoorden op de vraag over informele bewonersinitiatieven blijkt dat deze initiatieven in de meeste gemeenten via de wijkambtenaar en de griffie bij de gemeente terecht komen. Ook kunnen bewoners met hun initiatief in veel gevallen terecht bij een gemeentelijk loket. 23% van de gemeenten geeft aan dat ze voor informele burgerinitiatieven (nog) geen speciale voorzieningen hebben. Hierbij zeggen vooral kleine gemeenten dat er vanwege de kleinschaligheid vaak een intensief contact bestaat tussen bewoners en de gemeente. In het geval van bewonersinitiatieven worden wethouders, raadsleden en ambtenaren in kleine gemeenten meestal rechtstreeks aangesproken door de bewoner. Referenda Ondanks het feit dat het lokale referendum sinds de jaren negentig een veel serieuzer karakter heeft gekregen (Derksen, Schaap, 2007: 47), heeft 64,1% van de geënquêteerde gemeenten geen referendumverordening. Daarnaast is het zo dat in vijf van de tweeënvijftig gemeenten die wel over een referendumverordening beschikken de afgelopen twee jaar een referendum heeft plaatsgevonden 12. Het gaat hier om de gemeenten Lisse, Wormerland, Utrechtse Heuvelrug, Delft en Eindhoven. Twee van deze referenda vonden plaats op initiatief van de inwoners. De referenda hadden betrekking op de beleidsterreinen Ruimtelijke Ordening & Milieu, Leefbaarheid en Jongeren. 10 P > 0,1. Een mogelijke reden voor deze non-significantie is het responspercentage. Als dit hoger was geweest, waren de resultaten wellicht wel significant geweest. Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 11 Dit verband is statistisch significant. De Cramer s V heeft een waarde van 0,274, er is dus sprake van een zwak verband. Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 12 Ter illustratie: in 2006 en 2007 vonden in Nederland in totaal negen lokale referenda plaats (Referendumplatform, 2008). 11
12 Ambtenaren Uit het onderzoek blijkt dat 40,7% van de gemeenten ambtenaren in dienst heeft die specifiek belast zijn met burgerparticipatie. Daarnaast geven enkele gemeenten aan dat in principe alle beleidsmedewerkers zich bezighouden met burgerparticipatie en dat hiervoor niemand specifiek is aangesteld. Vaak zijn de ambtenaren die belast zijn met burgerparticipatie werkzaam op de afdeling Wijkgericht Werken en Leefomgeving. Gemeenten geven aan dat deze ambtenaren soms extra tijd krijgen om hun werk wat betreft burgerparticipatie te verdiepen, in 10,2% van de gevallen krijgen ambtenaren een cursus over burgerparticipatie aangeboden. Meestal behoort burgerparticipatie echter tot het reguliere takenpakket van de ambtenaar, er worden fte s vrijgemaakt om zich bezig te houden met participatie. Daarnaast worden dan vaak geen extra mogelijkheden geboden om het werk op het terrein van participatie te verdiepen. Middels een kruistabel is onderzocht of er een verband bestaat tussen de gemeentegrootte van een gemeente en het hebben van specifiek aangestelde ambtenaren voor burgerparticipatie. Hierbij bleek dat er inderdaad een verband zichtbaar is, hoe groter een gemeente, hoe vaker de gemeente ambtenaren specifiek heeft aangesteld om zich bezig te houden met burgerparticipatie 13. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat grotere gemeenten meer middelen beschikbaar hebben dan kleinere gemeenten om een ambtenaar zich specifiek te laten bezighouden met burgerparticipatie. Nieuwe media Uit onderzoek blijkt dat burgers eerder geneigd zijn om te participeren in de (lokale) politiek wanneer dit laagdrempelig is en niet te veel tijd kost. Om deze redenen heeft participeren via het internet vaak de voorkeur van inwoners (BurgerOverheidPanel, 2007). Internet biedt aan (lokale) overheden een nieuwe manier om burgers te betrekken bij de beleidsvorming (eparticipatie). In de enquête werden twee vragen gesteld over eparticipatie. Op de vraag of gemeenten beschikken over een interactieve website/webcommunity waarbij ook de gemeente een actieve rol speelt, blijkt dat in 23 gemeenten (15,9%) een dergelijke website bestaat. Uit de kwalitatieve analyse door middel van een kruistabel (zie bijlage 6) blijkt dat er een verband bestaat tussen de bevolkingsgrootte van de gemeente en het wel of niet gebruik maken van een webcommunity. Hoe groter een gemeente, des te vaker het middel webcommunity wordt gebruikt 14. Ook hier kan het feit dat grotere gemeenten meer middelen beschikbaar hebben dan kleinere gemeenten een verklaring voor het verband zijn. Daarnaast werd er gevraagd of de gemeente in de afgelopen twee jaar gebruik heeft 13 Dit verband is statistisch significant (P = 0.017). De Cramer s V heeft een waarde van 0.288; er is sprake van een zwakke samenhang. Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 14 Dit verband is statistisch significant (P = 0.000). De Cramer s V heeft een waarde van Dit geeft aan dat er sprake is van een matig sterke samenhang. Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 12
13 gemaakt van een website waarbij inwoners kunnen meebeslissen of meeontwerpen over/aan een ruimtelijk ontwerp gemeenten (19,3%) hebben in de afgelopen twee jaar gebruik gemaakt van zo n website 16. Gemeentelijke raden In de enquête werd gemeenten gevraagd naar het bestaan van verschillende raden in de gemeente. Hieruit bleek dat in 50,3% van de geënquêteerde gemeenten territoriale raden bestaan (dorps- en/of wijkraden). In de meeste gevallen komt de samenstelling van deze raden tot stand door middel van coöptatie (62,5%), in andere gevallen ook wel door middel van verkiezingen (27,8%). In 9,7% van de gevallen worden de raden benoemd door de gemeente. De territoriale raden hebben meestal een raadplegende (36,6%) of adviserende (43,4%) functie in het besluitvormingsproces. In wat minder gemeenten krijgen de raden ook een coproducerende rol toegekend (23,4%), maar een meebeslissende functie blijkt in de meeste gemeenten toch een stap te ver te zijn (9%). Naast territoriale raden die veel gemeenten kennen, heeft iedere gemeente ook een aantal adviesraden. De seniorenraad, jeugdraad, culturele adviesraad en de sportraad komen het vaakst voor in de gemeenten. Daarnaast noemen veel gemeenten nog de cliëntenraad ,4% van de gemeenten wist een voorbeeld te noemen waarbij een adviesraad een onderwerp op de agenda van de gemeenteraad heeft gezet. Dorps/wijkbudgetten 46,2% van de gemeenten uit het onderzoek werkt met (een vorm van) dorps- en/of wijkbudgetten. 76,1% hiervan reserveerde de afgelopen twee jaar euro of minder voor deze budgetten. 11,9% had tot 1 miljoen euro beschikbaar en 9% tussen de en euro. Participatiemethoden Bij de vraag welke participatiemethoden - waaraan alle inwoners kunnen meedoen - de gemeente de afgelopen twee jaar gebruikt heeft, blijkt dat de (thema)bijeenkomsten en inspraakavonden door bijna alle gemeenten gebruikt worden (beide door 93,8%). Ook de enquête en de stads-, dorps- of wijkgesprekken zijn veelgebruikte methoden (respectievelijk 75,9% en 79,3%). De schouw wordt daarnaast door 55,9% van de gemeenten toegepast. Het internetforum blijkt minder populair te zijn; 24,8% van de gemeenten zegt deze methode 15 Te denken valt bijvoorbeeld aan een woonwijk of de inrichting van een park. 16 Een lijst van voorbeelden van deze websites is te vinden in bijlage Ook de Wmo-raad wordt vaak genoemd door gemeenten. Gemeenten zijn echter verplicht om burgers mee te laten denken en te betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van de Wmo. Daarom staat deze raad niet in de antwoordcategorieën van de enquête. 13
14 aangewend te hebben. Opvallend is dat elke gemeente aangeeft activiteiten te hebben ondernomen om haar burgers bij het lokale beleid te betrekken; geen enkele gemeente heeft het antwoord geen ingevuld. Bij de optie anders werden daarnaast enkele keren de werkateliers en rondetafelgesprekken genoemd. Vervolgens werd er gevraagd naar de hoogste rol die de burgers bij bovenstaande participatiemethoden kregen. In 28,3% van de gemeenten was dat de raadplegende rol, in 30,3% de adviserende en in 31,7% de coproducerende rol. De meebeslissende rol kregen inwoners in 9% van de gemeenten (zie figuur 6). Bij de vraag naar gebruikte participatiemethoden waaraan een geselecteerd deel van de inwoners kon meedoen was de enquête ook een vaak toegepaste methode (75,2%). Daarnaast werd in 31,7% van de gemeenten het burgerpanel gebruikt, 20% koos voor de digitale variant daarvan: het internetpanel. De meer tijdsintensieve burgerjury werd in 5,5% van de gemeenten gebruikt. Tot slot geeft 16,6% van de gemeenten aan dat er in de afgelopen twee jaar geen participatiemethoden zijn ingezet waaraan een geselecteerd deel van de inwoners kon meedoen. Op de vraag wat de hoogste rol was bij bovenstaande participatiemethoden werd door 48,8 % van de gemeenten de raadplegende en door 27,3% de adviserende rol ingevuld. In 18,2% van de gemeenten was dit de coproducerende rol (zie figuur 7) 18. Tussen de antwoorden op deze vraag en de vorige vraag naar de hoogste rol van burgers is een redelijk groot verschil waarneembaar wat betreft de raadplegende en coproducerende rol. Figuur 6 Hoogste Rol 1 Figuur 7 Hoogste Rol 2 Het bereiken van de burger Participatiemogelijkheden kunnen op verschillende manieren worden gepromoot bij de inwoners. Aan de gemeenten is gevraagd op welke manier zij hun inwoners op de hoogte 18 In bijlage 6 staan de gegevens van de gebruikte participatiemethoden samen met die van de hoogste rol weergegeven in een kruistabel. In de tabel over participatiemethoden voor een geselecteerd deel van de bevolking valt op dat burgers via een enquête of internetpanel minder verantwoordelijkheid krijgen dan bij een burgerjury of panel. 14
15 stellen van participatiemogelijkheden in de gemeente. De meest gebruikte methoden zijn het plaatsen van een aankondiging op de gemeentelijke website(s) en in regionale kranten/huisaan-huisbladen (respectievelijk 97,2% en 95,2%). Dat deze twee methoden het vaakst worden ingezet is logischerwijs te verklaren door het feit dat deze het snelst en gemakkelijkst te implementeren zijn. Het versturen van een persoonlijke brief aan de inwoners gaat wat verder, 77,2% van de gemeenten geeft aan dit te doen. Daarnaast worden in 42,1% van de gemeenten brochures/flyers uitgedeeld en gebruikt 26,9% aankondigingen op de regionale tv- en/of radiozender(s). Ook worden dorps- en wijkraden vaak ingezet om de inwoners te bereiken, in de gemeente Winschoten voert de gemeente bovendien huis-aan-huisbezoeken uit om de burgers van participatiemogelijkheden op de hoogte te brengen. De gemeente Dordrecht geeft aan dat afhankelijk van het onderwerp en de doelgroep alle mogelijke communicatiemiddelen worden ingezet om de inwoners te bereiken. In de enquête is ook gevraagd of de gemeente moeilijk bereikbare doelgroepen 19 op een andere manier benadert dan de rest van de inwoners. Opvallend hierbij is dat 48,3% van de gemeenten aangeeft hiervoor (nog) geen speciale methoden te gebruiken. 42,1% geeft echter aan dat moeilijk bereikbare groepen afzonderlijk van andere groepen, op hun eigen ontmoetingsplaatsen worden benaderd. 24,8% van de gemeenten gebruikt andere communicatiemiddelen voor moeilijk bereikbare doelgroepen en 19,3% gebruikt de eigen media van de moeilijk bereikbare groepen. Daarnaast worden huis-aan-huisbezoeken vaker ingezet bij moeilijk bereikbare doelgroepen. De gemeenten Rotterdam en Dordrecht geven bovendien aan de verschillende burgerschapsstijlen 20 van Motivaction te gebruiken als hulpmiddel bij het bepalen van de communicatiestijl. Evaluatie Tot slot is er gevraagd naar de mate van evaluatie van de participatiemethoden in gemeenten. Hierbij viel op dat processen van burgerparticipatie weinig geëvalueerd worden. Slechts 13,1% van de gemeenten antwoordt dat participatiemethoden vaak geëvalueerd worden, 2,8% evalueert deze altijd (dit zijn de gemeenten Borsele, Figuur 8 Mate van evaluatie 19 Met 'moeilijk bereikbare doelgroepen' worden groepen bedoeld die structureel niet of nauwelijks worden bereikt door de gemeente. Dit uit zich in het verschijnsel dat deze groepen vaak afwezig zijn bij participatieprocessen. Te denken valt aan bijvoorbeeld jongeren, laagopgeleiden, allochtonen etc. 20 Een manier van onderverdeling waarbij leeftijd, opleidingsniveau en/of inkomen niet van belang zijn. In plaats daarvan wordt gekeken naar leefstijl, houding ten aanzien van de overheid en communicatiestijl. Voor meer informatie zie Motivaction. 15
16 Rozenburg, Aa en Hunze en Bergen NH). Deze percentages steken schril af tegen de 51% van de gemeenten die participatiemethoden soms evalueert, 27,6% die zelden evalueert en 5,5% die burgerparticipatie nooit evalueert. Waarschijnlijk worden methoden van burgerparticipatie weinig geëvalueerd, omdat het lastig te benoemen is op welke manier de kwaliteit ervan bepaald kan worden. Op de vraag wanneer burgerparticipatie een succes is, is lastig antwoord te geven. Een hoge mate van tevredenheid onder de inwoners, of een hoog opkomstpercentage hoeft geen garantie voor succes te zijn. Los daarvan kan in een evaluatie wel bepaald worden wat er in bepaalde processen goed is gegaan en wat beter zou kunnen. Gekeken is of de mate van evalueren samenhangt met het wel of niet hebben van een participatienota. Aannemelijk zou zijn dat gemeenten met een participatienota hun participatiebeleid ook vaker evalueren (omdat dit wellicht in de nota staat). In de kruistabel (zie bijlage 6) is een zwakke relatie tussen beide variabelen te zien. Deze relatie is echter niet statistisch significant, waardoor er met de onderzoeksgegevens geen verband tussen het hebben van een participatienota en de mate van evalueren kan worden aangetoond. Ook is gekeken of er een verband bestaat tussen het hebben van ambtenaren die zich specifiek bezighouden met burgerparticipatie en de mate van evalueren. Wanneer een gemeente ambtenaren heeft aangesteld die zich specifiek bezighouden met burgerparticipatie, behoort wellicht ook het evalueren ervan tot hun taak, waardoor de mate van evaluatie bij gemeenten met deze ambtenaren hoger ligt. Uit de kruistabel (bijlage 6) blijkt dat dit verband inderdaad zichtbaar is, er is echter wel sprake van een zwak verband 21. In de enquête is daarnaast aan de respondenten gevraagd om drie positieve en drie verbeterpunten van participatiebeleid van hun gemeente aan te geven. Over de positieve punten van participatiebeleid zijn gemeenten het erover eens dat dit voor een vergroting van het draagvlak van beleid zorgt, ook als dit beleid niet helemaal overeenkomt met de wensen van de burger. Een fijne bijkomstigheid van participatie is dat de afstand tussen burger en bestuur overbrugd wordt, de burger krijgt meer vertrouwen in het gemeentebestuur. Veel gemeenten geven ook aan dat het erg fijn is om te merken dat de burger bereid is om mee te denken over lokaal beleid - mensen willen zich ervoor inzetten. Bij de vraag over de verbeterpunten werd vooraal vaak genoemd dat burgerparticipatie een meer structurele vorm zou moeten krijgen, door middel van verankering in de gemeentelijke organisatie. Momenteel wordt burgerparticipatie in veel gemeenten vrij ad hoc georganiseerd. Wanneer dit op een meer structurele manier kan gebeuren, is het in de gemeente duidelijk wat de ruimte, tijd en het budget voor burgerparticipatie is en hoe de rolverdeling bij participatie eruit ziet. In de 21 De Cramers s V is hier Dit betekent dat er sprake is van een zwakke samenhang. Bovendien is het verband alleen significant bij een betrouwbaarheidsniveau van 90% (P = 0.061). Zie bijlage 6 voor de statistische toets. 16
17 communicatie naar burgers toe geven gemeenten aan dat er meer aandacht voor verwachtingsmanagement moet zijn en dat de resultaten van de burgerparticipatie goed moeten worden teruggekoppeld naar de inwoners. Daarnaast geven veel gemeenten aan dat er (nog) meer gebruik moet worden gemaakt van nieuwe media, vooral om via internet de dialoog te voeren (en niet alleen als raadplegend instrument). Conclusie Met dit onderzoek is een begin gemaakt met het in kaart brengen van burgerparticipatie op lokaal niveau. Onderzocht werd op welke manier en in welke mate gemeenten zich bezig houden met burgerparticipatie. Dit is gedaan met behulp van een digitale enquête die onder alle Nederlandse gemeenten is uitgezet. In deze enquête is naar verschillende aspecten van het breed omvattende begrip burgerparticipatie gevraagd, waarbij de kwaliteit en kwantiteit aan bod kwamen. Met een respons van 32% was het mogelijk om de activiteiten die gemeenten ondernemen op het terrein van burgerparticipatie voor een deel te inventariseren. Hieronder zullen de meest opvallende bevindingen van het onderzoek nog eens worden benoemd. De belangrijkste bevindingen Iets minder dan de helft van de gemeenten uit het onderzoek (45,5%) heeft een participatienota. De gemeenteraad heeft nog vaak een onduidelijke rol bij burgerparticipatie. Over de rolverdeling tussen college en raad wat betreft burgerparticipatie worden dan ook nauwelijks afspraken gemaakt. Ruim 60% van de gemeenten uit het onderzoek heeft een verordening burgerinitiatieven. In bijna 49% van deze gemeenten is de mogelijkheid om een initiatief in te dienen niet gebruikt door burgers. 64,1% van de gemeenten uit het onderzoek heeft geen referendumverordening. Ruim 46% van de gemeenten uit het onderzoek werkt met een vorm van dorps- of wijkbudgetten. 40,7% van de gemeenten heeft ambtenaren specifiek aangesteld om zich bezig te houden met burgerparticipatie. Daarnaast zijn er ook gemeenten waarbij alle beleidsmedewerkers activiteiten verrichten op dit terrein. 48% van de gemeenten onderneemt (nog) geen speciale activiteiten om moeilijk bereikbare doelgroepen tot participatie te stimuleren. Processen van burgerparticipatie worden weinig geëvalueerd door gemeenten. 17
18 Vervolgonderzoek Door praktische redenen is er in dit onderzoek vooral plaats geweest voor kwantitatief onderzoek. Voor vervolgonderzoek naar specifieke aspecten van burgerparticipatie is het van belang om nog meer in gesprek te treden met verschillende medewerkers van de gemeenten. Op deze manier kunnen de aspecten van burgerparticipatie die bij kwantitatief onderzoek onbelicht blijven, boven water worden gehaald. Bovendien wordt de betrouwbaarheid van het onderzoek vergroot wanneer verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt. Uit de onderzoeksresultaten, maar ook uit de gesprekken die gevoerd zijn, bleek dat veel gemeenten moeite hebben met de verankering van burgerparticipatie in de interne organisatie. Doordat dit vaak niet goed geregeld is, ondervinden ambtenaren moeilijkheden bij het meekrijgen van de organisatie. Dit komt de burgerparticipatie niet ten goede. Onderzoek naar de verankering van burgerparticipatie in de interne organisatie zou dan ook een mogelijk onderwerp kunnen zijn voor een meer kwalitatieve benadering van burgerparticipatie in de lokale politiek. 18
19 Bibliografie Ankeren, van (2009) Wipkippen, wisselgeld en wisselend succes. Over de invloed van gemeentelijke burgerinitiatieven op de binding tussen burger en bestuur. Verkregen op van BurgerOverheidPanel (2007). eparticipatie. Verkregen op van CBS (2008) Provincie op maat Verkregen op van NL/menu/themas/dossiers/nederland-regionaal/publicaties/provincie-opmaat/archief/2007/default.htm. Decentraal Bestuur (2009) Basisgegevens gemeenten Verkregen op van Derksen, W. & Schaap, L. (2007) Lokaal bestuur. s Gravenhage: Reed Business bv. Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) (2006) Burgerparticipatie in gemeenteland. Quickscan van 34 coalitieakkoorden en raadsprogramma s voor de periode Nationale Ombudsman (2009) We gooien het de inspraak in Een onderzoek naar de uitgangspunten voor behoorlijke burgerparticipatie. Referendumplatform (2008). Overzicht van gehouden referenda in Nederland. Verkregen op van Vereniging Nederlandse Gemeenten (2009) VNG Ledenpeiling uitkomst bevraging december Onderwerpen: Burgerparticipatie, Crisis- en herstelwet, Reclamebelasting. Verkregen op van Ledenpeiling%20december2009.pdf. 19
20 Bijlage 1 Vragenlijst burgerparticipatie 22 Beleid 1) Heeft uw gemeente een participatienota die door de gemeenteraad is vastgesteld? o Ja o Nee 2) Zijn er in het huidige collegeprogramma afspraken gemaakt om burgerparticipatie in uw gemeente te bevorderen? o Ja o Nee (ga verder met vraag 3) b. Op welke beleidsterreinen zijn deze afspraken ook daadwerkelijk toegepast? (meerdere antwoorden mogelijk) o Ruimtelijke Ordening & Milieu o Leefbaarheid o Jongeren o Cultuur en Sport o Onderwijs o Sociale Zaken o Zorg en Welzijn o Verkeer en Vervoer o Veiligheid o Anders, namelijk.. 3) Welke rol speelt de gemeenteraad binnen uw gemeente wat betreft burgerparticipatie? (meerdere antwoorden mogelijk) o De raad stelt kaders voor participatiemogelijkheden o De raad zet zelf participatietrajecten op o De raad controleert participatietrajecten achteraf o Anders, namelijk 4) Zijn er in uw gemeente schriftelijke afspraken gemaakt over de rolverdeling tussen het college en de raad wat betreft burgerparticipatie? 22 Voor een motivatie van bepaalde vragen en uitleg over keuzemogelijkheden: zie de toelichting op de vragenlijst (bijlage 2). 20
21 o o Ja Nee 5) Welke functionaris kan binnen uw gemeente worden gezien als boegbeeld van de burgerparticipatie? o De burgemeester o De griffier o De gemeentesecretaris o Één of meerdere gemeenteraadsleden o Één of meerdere wethouders o Anders, namelijk:. 6)a. Heeft uw gemeente een verordening burgerinitiatief? o Ja o Nee (ga verder met vraag 7) b. Hoe vaak is daar in de afgelopen twee jaar gebruik van gemaakt? Vul in hoe vaak het formele burgerinitiatief in de afgelopen twee jaar door burgers is gebruikt. o Er is geen gebruik van gemaakt (ga verder met vraag 7) o 1 tot 5 keer o 5 tot 10 keer o 10 tot 20 keer o Meer dan 20 keer c. Op welke beleidsterreinen hadden deze ingediende burgerinitiatieven betrekking? (meerdere antwoorden mogelijk) o Ruimtelijke Ordening & Milieu o Leefbaarheid o Jongeren o Cultuur en Sport o Onderwijs o Sociale Zaken o Zorg en Welzijn o Verkeer en Vervoer o Veiligheid o Anders, namelijk 7) Op welke manier wordt er in uw gemeente omgegaan met informele bewonersinitiatieven? (meerdere antwoorden mogelijk) 21
22 o o o o o o o o Hiervoor kunnen mensen terecht bij een gemeentelijk loket Hiervoor kunnen mensen een formulier invullen op de gemeentelijke website Hiervoor kunnen mensen bij de griffie terecht Bewonersinitiatieven komen via wijkambtenaren bij de gemeente terecht Bewonersinitiatieven komen via een speciaal aangestelde procesmakelaar/ ideeënmakelaar bij de gemeente terecht Elke gemeentelijke afdeling heeft hiervoor een eigen aanspreekpunt Hiervoor worden (nog) geen speciale activiteiten ondernomen Anders, namelijk.. 8)a. Werkt uw gemeente met (een vorm van) dorps- en/of wijkbudgetten? o Ja o Nee (ga verder met vraag 9) b. Welk bedrag is er het afgelopen jaar in uw gemeente aan deze budgetten gereserveerd? Bedragen zijn in euro s o Minder dan o tot o tot 1 miljoen o 1 miljoen tot 2 miljoen o 2 miljoen tot 5 miljoen o 5 miljoen tot 10 miljoen o 10 miljoen of meer 9)a. Heeft uw gemeente een referendumverordening? o Ja o Nee (ga verder met vraag 10) b. Is er in de afgelopen twee jaar in uw gemeente een referendum gehouden? o Ja o Nee (ga verder met vraag 10) c. Wie was/waren hierbij de initiatiefnemer(s)? (meerdere antwoorden mogelijk) o De gemeenteraad o Inwoners d. Op welke beleidsterreinen hadden deze referenda/had dit referendum betrekking? (meerdere antwoorden mogelijk) o Bestuurlijke Organisatie (bijvoorbeeld een burgemeestersreferendum of een referendum over herindeling) 22
23 o o o o o o o o o o Ruimtelijke Ordening & Milieu Leefbaarheid Jongeren Cultuur en Sport Onderwijs Sociale Zaken Zorg en Welzijn Verkeer en Vervoer Veiligheid Anders, namelijk.. 10)a. Heeft uw gemeente ambtenaren die specifiek belast zijn met burgerparticipatie? o Ja o Nee (ga verder met vraag 12) b. Bij welke afdeling(en) zijn deze ambtenaren werkzaam? (Meerdere antwoorden mogelijk) o Griffie o Wijkgericht werken o Communicatie o Dienstverlening o Leefomgeving o Sociale Zaken o Anders, namelijk:... 11) Welke mogelijkheden biedt uw gemeente aan deze ambtenaren om hun werk wat betreft burgerparticipatie te verdiepen? (meerdere antwoorden mogelijk) o Ze krijgen er extra tijd voor o Ze krijgen een speciale cursus over burgerparticipatie o Anders, namelijk.. Praktijk 12) Bestaat er in uw gemeente een interactieve website/webcommunity 23 voor inwoners waarbij ook de gemeente een actieve rol speelt? o Ja o Nee 23 Zie toelichting vragenlijst. 23
24 13) Is er in uw gemeente de afgelopen twee jaar gebruik gemaakt van een website waarbij inwoners digitaal kunnen meebeslissen/meeontwerpen over/aan een ruimtelijk ontwerp? (bijvoorbeeld een woonwijk of een park) o Ja, op de volgende website(s) : o Nee 14)a. Bestaan er in uw gemeente territoriale raden (zoals dorps- en/of wijkraden)? o Ja o Nee (ga verder met vraag 16) b. Wordt/worden deze meestal gekozen, benoemd of gecoöpteerd? o Gekozen o Benoemd o Gecoöpteerd 15) Welke bevoegdheid hebben deze raden (meerdere antwoorden mogelijk)? o Er wordt naar hun mening gevraagd (raadplegend) o Gevraagd of ongevraagd advies geven aan de gemeente (adviserend) o In samenwerking met de gemeente beleid ontwikkelen (coproducerend) o Binnen gegeven grenzen zelf beleidsbeslissingen nemen (meebeslissend) o Anders, namelijk.. 16)a. Welke van onderstaande adviesraden bestaan in uw gemeente? (meerdere antwoorden mogelijk) o Seniorenraad o Jeugdraad o Culturele adviesraad o Sportraad o Economische adviesraad o Stedenbouwkundige adviesraad o Adviesraad Natuur en Milieu o Integratie/migrantenraad o Anders, namelijk... b. Is er een voorbeeld binnen uw gemeente waarbij een adviesraad een onderwerp op de agenda van de gemeenteraad heeft gezet? o Ja, namelijk o Nee o Weet niet 24
25 17) Welke van onderstaande vormen van burgerparticipatie waaraan alle inwoners kunnen meedoen heeft uw gemeente de afgelopen twee jaar gebruikt (meerdere antwoorden mogelijk)? 24 o Enquête (schriftelijk en/of digitaal) o (Thema)bijeenkomsten o Schouw o Internetforum o Stads-, dorps- of wijkgesprekken o Inspraakavonden o Anders, namelijk... o Geen (ga verder met vraag 19). 18) Wat was de hoogste rol die burgers bij deze participatiemogelijkheden hadden? o Van de gemeente informatie ontvangen over een bepaald beleidsterrein (informeren) o Er werd naar hun mening gevraagd (raadplegen) o Gevraagd of ongevraagd advies geven aan de gemeente (adviseren) o In samenwerking met de gemeente beleid ontwikkelen (coproduceren) o Binnen gegeven grenzen zelf beleidsbeslissingen nemen (meebeslissen) 19) Welke van onderstaande participatievormen waaraan een geselecteerd deel van de inwoners kan meedoen heeft uw gemeente de afgelopen twee jaar gebruikt? (meerdere antwoorden mogelijk) 25 o Enquête (schriftelijk en/of digitaal) o Burgerjury o Burgerpanel o Internetpanel o Anders, namelijk... o Geen ( Ga verder met vraag 21) 20) Wat was de hoogste rol die burgers bij deze participatiemogelijkheden hadden? o Van de gemeente informatie ontvangen over een bepaald beleidsterrein (informeren) o Er werd naar hun mening gevraagd (raadplegen) o Gevraagd of ongevraagd advies geven aan de gemeente (adviseren) o In samenwerking met de gemeente beleid ontwikkelen (coproduceren) 24 Voor uitleg van de antwoordmogelijkheden: zie de toelichting op de vragenlijst. 25 Voor uitleg van de antwoordmogelijkheden: zie de toelichting op de vragenlijst. 25
26 o Binnen gegeven grenzen zelf beleidsbeslissingen nemen (meebeslissen) 21) Op welke manier worden inwoners op de hoogte gesteld van participatiemogelijkheden in uw gemeente (meerdere antwoorden mogelijk)? Door middel van: o Een aankondiging op de gemeentelijke website(s) o Een aankondiging in regionale kranten/ huis-aan-huis bladen o Het uitdelen van brochures/flyers o Een aankondiging op de regionale tv- en/of radiozenders o Een persoonlijke brief van de gemeente o Anders, namelijk:... 22) Welke speciale methoden hanteert uw gemeente om moeilijk bereikbare doelgroepen te stimuleren om te participeren (meerdere antwoorden mogelijk)? o Er worden andere communicatiemiddelen gebruikt voor moeilijk te bereiken doelgroepen (bijvoorbeeld een andere taal) o Moeilijk te bereiken doelgroepen worden afzonderlijk van andere groepen benaderd: op hun eigen ontmoetingsplaatsen o Moeilijk te bereiken doelgroepen worden afzonderlijk van andere groepen benaderd: via hun eigen media o Anders, namelijk o Er worden geen speciale methoden gebruikt. Evaluatie 23)a. Hoe vaak worden gebruikte participatiemethoden in uw gemeente geëvalueerd? o Nooit o Zelden o Soms o Vaak o Altijd 24) Wat zijn de drie meest positieve punten van het participatiebeleid in uw gemeente?.. 25) Wat zijn de drie belangrijkste verbeterpunten voor het participatiebeleid in uw gemeente? 26
27 Afsluitend Uw persoonlijke gegevens zullen slechts door het IPP worden gebruikt om u later eventueel te benaderen voor een interview. Deze gegevens zullen niet worden verstrekt aan derden. 26) Wat is uw naam? 27) Welke functie bekleedt u binnen de gemeente? 28) Wat is uw telefoonnummer? 29) Wat is uw adres? 27
28 Bijlage 2 Toelichting vragenlijst Vraag 1 Met een participatienota wordt een nota bedoeld waarin specifiek beschreven staat hoe burgerparticipatie in de gemeente geregeld wordt. Hiermee wordt niet de verordening inspraak bedoeld. Vraag 4 Met schriftelijke afspraken over de rolverdeling tussen het college en de raad worden bijvoorbeeld afspraken in een nota, in het college- of raadsprogramma bedoeld. Vraag 7 Met informele bewonersinitiatieven worden initiatieven of plannen van burgers bedoeld die op een andere manier dan de formele manier (burgers die een onderwerp op de agenda van de raad plaatsen via de verordening burgerinitiatief) bij de gemeente terechtkomen. Vraag 12 Met een interactieve website wordt een website bedoeld waar burgers met elkaar en met de gemeente in discussie kunnen gaan en waarop ze bijvoorbeeld (eigen georganiseerde) evenementen kunnen aankondigen (web2.0 toepassing). Vraag 14 Territoriale raden zijn bijvoorbeeld dorps- en/of wijkraden. Wanneer raden gekozen worden, worden ze gekozen door de inwoners van de betreffende wijk of het dorp. Wanneer ze benoemd worden, wordt dit door de gemeente gedaan en wanneer raden gecoöpteerd worden, betekent dit dat de leden van de betreffende raad zelf hun nieuwe leden kiezen of benoemen. Vraag 15, 18 en 20 Deze antwoordcategorieën zijn afgeleid van de participatieladder. Hierbij is het zo dat de verschillende treden op de ladder de mate van invloed van de participanten weergeeft. Informeren: burgers worden op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van beleid, maar krijgen geen mogelijkheid om een eigen bijdrage te leveren aan dit beleid. Raadplegen: burgers worden hier gezien als gesprekspartners bij het ontwikkelen van beleid. De agenda wordt in hoge mate door politiek en bestuur bepaald en zij verbinden zich niet aan de resultaten die uit de gesprekken met burgers voortkomen. 28
29 Adviseren: politiek en bestuur stellen in beginsel zelf de agenda samen, maar burgers krijgen de mogelijkheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. Deze ideeën spelen vervolgens een volwaardige rol bij de ontwikkeling van beleid. De politiek verbindt zich niet aan de resultaten, maar dient bij de uiteindelijke besluitvorming wel te beargumenteren wat er met de input van burgers is gedaan. Coproduceren: politiek, bestuur en burgers stellen gezamenlijk een agenda samen, waarna ook gezamenlijk naar oplossingen wordt gezocht. De politiek verbindt zich aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming. Meebeslissen: politiek en bestuur laten de ontwikkeling van en de besluitvorming over het beleid over aan de betrokkenen, waarbij het ambtelijk apparaat een adviserende rol vervult. De politiek neemt de resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden. Vraag 17 Met alle inwoners worden alle inwoners van de gemeente bedoeld, of alle inwoners van een bepaalde wijk/buurt/dorp. Themabijeenkomsten: Tijdens themabijeenkomsten krijgen inwoners informatie over de stand van zaken van bepaalde beleidsplannen. Hierbij kunnen ze ook vragen stellen en in discussie treden met de gemeente. Schouw: Dit wordt ook wel een knelpuntentour genoemd. Tijdens een schouw gaan medewerkers van de gemeente samen met inwoners van een bepaalde wijk/dorp langs een aantal specifieke plekken in die wijk of dorp. Op deze manier kunnen inwoners letterlijk aan de gemeente laten zien over welke plekken zij vragen en/of klachten hebben. Het doel is dat op deze manier de problemen in bepaalde wijken/dorpen meer gaan leven bij de gemeente. Internetforum: bij een internetforum heeft iedereen de mogelijkheid online zijn of haar mening te uiten over bepaalde beleidsonderwerpen. Mensen kunnen hierbij reageren op stellingen en kunnen zelf ook een nieuwe discussie starten. Politici en ambtenaren kunnen ook deelnemen aan het internetforum. Stads-, dorps- of wijkgesprekken: gesprekken waarbij de gemeente in gesprek treedt met inwoners van een bepaalde stad, dorp of wijk. Het gaat hierbij niet slechts over bepaalde beleidsonderwerpen, maar inwoners kunnen zelf onderwerpen inbrengen die spelen in hun leefomgeving. Inspraakavonden: Hierbij kunnen inwoners reageren op beleidsplannen van de gemeente. De gemeente is hierbij verplicht de mening van de inwoners mee te wegen in het besluit. 29
MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE
MONITOR BURGERPARTICIPATIE 2013 ENQUÊTE De Monitor Burgerparticipatie wordt tweejaarlijks uitgevoerd om het gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie landelijk in kaart te
Nadere informatieBurgerparticipatie in Alkmaar. Gemeente Alkmaar
Burgerparticipatie in Alkmaar Gemeente Alkmaar 1 Burgerparticipatie in Alkmaar Aanleiding en ambitie In het kader van het programma Harmonisatie is ook het burgerparticipatiebeleid opnieuw bekeken. Voor
Nadere informatieLokale democratie onder / december 2017
Lokale democratie onder druk @Ostaaijen / december 2017 Spoorboekje Wat is er aan de hand met de lokale democratie? - afhakende inwoners - aanhakende inwoners Rol gemeenteraad in de lokale democratie -
Nadere informatieN ec ke. Oplegnotitie panelonderzoek afvalinzameling. Gemeenteraad Kaag en Braassem. Necker van Naem (Nicolette Ouwerling)
N ec ke r Oplegnotitie panelonderzoek afvalinzameling Gemeenteraad Kaag en Braassem Necker van Naem (Nicolette Ouwerling) Aanleiding onderzoek Voor u ligt de rapportage van het onderzoek naar afvalinzameling.
Nadere informatieVRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]
VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol] Inleiding De vragenboom is een hulpmiddel om weloverwogen te bepalen of en in welke vorm interactief wordt gewerkt. Bij het aanbieden van de ingevulde vragenboom
Nadere informatieStad en raad Een Stadspanelonderzoek
Stad en raad Een Stadspanelonderzoek Kübra Ozisik 13 Juni 2016 Laura de Jong www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Inleiding... 2 2. Resultaten... 3 2.1 Respons... 3
Nadere informatieToespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009. Dames en heren,
Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009 Dames en heren, Een maand geleden mocht ik in Utrecht samen met vertegenwoordigers van 47 Europese landen
Nadere informatieHET LEIDERDORPPANEL OVER...
HET LEIDERDORPPANEL OVER... Resultaten peiling 13: Meedenken en meedoen in de openbare ruimte april 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de 13 e peiling met het burgerpanel van
Nadere informatieVerordening op de Burgeragendering en het Burgerinitiatief gemeente Utrecht 2018
Initiatiefvoorstel Opgesteld door Kenmerk Vergaderdatum Portefeuille Geheim Has Bakker (raadslid D66) 0000 27 september (aanbieding) Wijkgericht werken en participatie Nee Verordening op de Burgeragendering
Nadere informatieAllochtonen, burgerinitiatieven en participatie IIP
Allochtonen, burgerinitiatieven en participatie IIP Gevraagd: initiatieven. Doen allochtone bewoners ook mee? Het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP) heeft in 2004 een onderzoek gedaan naar het gebruik
Nadere informatie(Burger) participatie. De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli 2015 Tessa van den Berg
(Burger) participatie De raad aan zet!? ZomerRaad Dinsdag 14 juli Tessa van den Berg AGENDA - Welke soorten en vormen van (burger)participatie zijn er? - Een korte theoretische introductie - Wat is en
Nadere informatieGebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL
RAADSVOORSTEL Registr.nr. 1423468 R.nr. 52.1 Datum besluit B&W 6juni 2016 Portefeuillehouder J. Versluijs Raadsvoorstel over de evaluatie van participatie Vlaardingen, 6juni 2016 Aan de gemeenteraad. Aanleiding
Nadere informatieBurgerbetrokkenheid in Beweging. Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente?
Burgerbetrokkenheid in Beweging Wat vraagt succesvolle participatie van en met burgers van uw gemeente? 12/19/2017 Wie ben ik en wat doe ik? Burgerbetrokkenheid in beweging Waar hebben we het eigenlijk
Nadere informatieBurgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad
Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen
Nadere informatieParticipatiemogelijkheden in het decreet over het lokaal bestuur. Prof. Dr. Frankie Schram KU Leuven Instituut voor de Overheid
Participatiemogelijkheden in het decreet over het lokaal bestuur Prof. Dr. Frankie Schram KU Leuven Centrale Stelling Artikel 2 1. De gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beogen
Nadere informatieWIE BESTUURT DE GEMEENTE?
WIE BESTUURT DE GEMEENTE? De gemeente dichtbij Dagelijks heeft u met de gemeente te maken. Zo zorgt de gemeente ervoor dat uw vuilnis wordt opgehaald en dat er wegen en fietspaden worden aangelegd. Bij
Nadere informatieOnderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten
Onderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten Burgers nemen veel initiatieven. Het wordt óók van hen verwacht dat ze zich steeds meer inzetten voor hun eigen buurt. Ieder initiatief, of het nu
Nadere informatiePARTICIPATIE IN GORINCHEM
PARTICIPATIE IN GORINCHEM Gemeente Gorinchem April 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017 / 58 Datum April 2017 Opdrachtgever
Nadere informatieHoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving?
Hoeveel invloed hebben Groningers op hun directe leefomgeving? De Raad voor Openbaar Bestuur stelde onlangs vast dat veel gemeenten op lokaal niveau experimenteren met nieuwe democratievormen, waarbij
Nadere informatieBurgerpanel Wijdemeren
BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING 3 2019 DORPENBELEID Gemeente April-mei 2019 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl
Nadere informatieEvalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek
Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2
Nadere informatieInventarisatie van Wmo-raden 2012 - de uitgewerkte antwoorden -
Inventarisatie van Wmo-raden 2012 - de uitgewerkte antwoorden - 27-9-2012 Vooraf De jaarlijkse inventarisatie van de Koepel van Wmo-raden onder Wmo-raden heeft ook in 2012 een goede respons gekregen. Uitgezet
Nadere informatiegfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.
Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team ST/PU/CO Participatieladder 1- Notagegevens Notanummer 2007.40363 Datum 21-11-2007 Portefeuillehouder Burgemeester 2- Bestuursorgaan
Nadere informatieI Inleiding. Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk. Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010.
Startnotitie Burgerparticipatie binnen de gemeente Cuijk Vastgesteld in de rekenkamercommissie van 23 februari 2010 I Inleiding De Rekenkamercommissie doet onafhankelijk onderzoek naar het gevoerde beleid
Nadere informatieHier de titel van de presentatie invoegen Opkomstbevordering bij gemeenteraadsverkiezingen
Hier de titel van de presentatie invoegen Opkomstbevordering bij gemeenteraadsverkiezingen Julien van Ostaaijen, ProDemos De opkomst bij lokale verkiezingen 75 70 65 60 55 50 1970 1971 1972 1974 1977 1978
Nadere informatieOnderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners
Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April
Nadere informatieKadernota Burgerparticipatie 2013 Investeren in betrokkenheid. Gemeente Reusel-De Mierden
Kadernota Burgerparticipatie 2013 Investeren in betrokkenheid Gemeente Reusel-De Mierden 1 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1. Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Probleemstelling... 4 1.3 Doelstelling...
Nadere informatieDelfts Doen! Delftenaren maken de stad
Inhoud A Delfts Doen! Delftenaren maken de stad 1 Delfts Doen! Delftenaren maken de stad P lannen maken in de stad doe je niet alleen. Een goed initiatief vraagt samenwerking en afstemming met bewoners,
Nadere informatieAfdeling Samenleving November Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem
Afdeling Samenleving November 2011 Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is burgerparticipatie? 3 2. Doelen burgerparticipatie 3 3. Participatievormen
Nadere informatieWijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen
Wijkraad Lent - Rekenkamer Nijmegen Hieronder een eerste en tweede reactie van de Rekenkamer. 1 Bijlage: Ambitiedocument Burgerparticipatie met bijbehorende Verordening te downloaden via deze link. Eerste
Nadere informatieBIJLAGE BIJ STAP 8: UITVOERINGSPROTOCOL FACILITERENDE REGIEROL
BIJLAGE BIJ STAP 8: UITVOERINGSPROTOCOL FACILITERENDE REGIEROL Voorbeeld uitvoeringsprotocol faciliterende regierol Algemeen Het uitvoeringsprotocol heeft betrekking op de volgende onderwerpen: A. Het
Nadere informatieWerkstijl Oog voor kwaliteit, zorgvuldigheid en timing (vorm en inhoud)vanuit eigen expertise ingezet
2011/33242 Bijlage Uitwerking van treden van de participatieladder Trede 1: Informeren De gemeente bepaalt in grote mate zelf de agenda voor besluitvorming en houdt betrokkenen hiervan op de hoogte. Het
Nadere informatieMonitor Burgerparticipatie Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie
Monitor Burgerparticipatie 2018 Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie Monitor Burgerparticipatie 2018 Een inventarisatie van gemeentelijk beleid
Nadere informatieMonitor Burgerparticipatie
2013 Monitor Burgerparticipatie Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie David Bos Den Haag, februari 2014 HDR-014 advertentie 232x175.indd 11 12-08-11
Nadere informatieOnderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten
Onderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten De gemeente wil steeds vaker met de inwoners van dorpen en wijken in gesprek. Dat kan gaan over de nieuwbouw van een wijk; over de toekomst
Nadere informatieVerslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)
Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht) De vier cursisten, die aanwezig waren, begonnen zich aan elkaar voor te stellen onder leiding van de cursusleidster. Van de vier cursisten waren
Nadere informatieWorkshop Stakeholderparticipatie Hoe betrekken van verschillende doelgroepen bij het ontwikkelen van (beleids)plannen? 15/09/2015. CIVINET, Antwerpen
Workshop Stakeholderparticipatie Hoe betrekken van verschillende doelgroepen bij het ontwikkelen van (beleids)plannen? 15/09/2015 CIVINET, Antwerpen Welkom! Programma van de workshop Theoretische achtergrond
Nadere informatieOnderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017
Onderzoek mediagebruik Maastricht 2016 mei 2017 1 Publicatiedatum donderdag 4 mei 2017 Contact Gemeente Maastricht Team Communicatie (043) 350 42 00 communicatie@maastricht.nl pagina 2 Onderzoek Mediagebruik
Nadere informatieDe stand van mediation
De stand van mediation Onderzoek bij gemeenten naar de stand van zaken rond mediation 30 november 2007 1 Inleiding Steeds meer gemeenten ontdekken mediation als manier om conflictsituaties op te lossen.
Nadere informatieBij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.
rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):
Nadere informatieZit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok
Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar
Nadere informatieWat heeft het Provinciebestuur met de participatiesamenleving?
Wat heeft het Provinciebestuur met de participatiesamenleving? PlattelandsParlement Gelderland 2017 3 februari 2016 Ben van Essen Ben van Essen: even voorstellen Senior-strateeg provincie Limburg (tot
Nadere informatieVragenlijst effectmeting herindeling gemeenten provincie Zuid-Holland
Vragenlijst effectmeting herindeling gemeenten provincie Zuid-Holland De Rijksuniversiteit Groningen (RuG) en Berenschot onderzoeken in opdracht van de provincie Zuid-Holland gemeentelijke herindelingen.
Nadere informatieAfdeling Samenleving Februari Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem
Afdeling Samenleving Februari 2012 Concept-nota burgerparticipatie gemeente Woudrichem Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Wat is burgerparticipatie? 3 2. Doelen burgerparticipatie 3 3. Participatievormen
Nadere informatieBeter beleid door burger-participatie: doel en methoden
Beter beleid door burger-participatie: doel en methoden 27 maart 2008 Jonge Ambtenarendag Suzanne van der Pijll en Marjolein Sterk Burgerparticipatie is een containerbegrip Overheid (1945-1975) _ Nederland
Nadere informatieDeze brochure is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus EA Den Haag
Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Maart 2019 Publicatie-nr. 120128 120128_Brochure_SVHBV2.indd
Nadere informatieResultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015
Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden
Nadere informatieRapport Onderzoek Toegang Wmo 2015
Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende
Nadere informatieRouteplanner Right to Challenge
Routeplanner Right to Challenge Netwerk Right to Challenge www.righttochallenge.nl Voor bewoners, maatschappelijke initiatiefnemers, gemeentebestuurders en ambtenaren Een praktische aanpak om als gemeente,
Nadere informatieBurgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek burgerparticipatie
Burgerpanel gemeente Oisterwijk Resultaten onderzoek burgerparticipatie Colofon Het PON heeft dit onderzoek verricht in opdracht van Gemeente Oisterwijk Auteurs Susanne Agterbosch, Koen Vinckx en Mariëlle
Nadere informatieWijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie
Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12
Nadere informatieRKC Medemblik Opmeer. Notitie onderzoeksopzet
Notitie onderzoeksopzet Rekenkamerrapport: Burgerparticipatie en de rol van de raad 25 mei 2016 Rekenkamercommissie Medemblik - Opmeer 1 Inhoudsopgave 1 Aanleiding onderzoek 3 2 Inleiding, doelstelling
Nadere informatieWie bestuurt de provincie?
Wie bestuurt de provincie? Nederland heeft twaalf provincies. En die provincies hebben allemaal hun eigen volksvertegenwoordigers en hun eigen bestuurders. De provincies staan tussen het Rijk en de gemeenten
Nadere informatieDe Utrechtse Participatiestandaard
De Utrechtse Participatiestandaard Participatie leidt tot betere projecten, betere afwegingen en besluitvorming en tot meer draagvlak. Bij ieder project is de vraag aan de orde wanneer en in welke mate
Nadere informatieParticipatieladder. Vorm van participatie
Statenvoorstel nr. PS/2014/1080 Participatiecode Overijssel Datum GS-kenmerk Inlichtingen bij 09-12-2014 2014/0332094 dhr F. v. Damme, telefoon 038 4999268 e-mail F.v.Damme@overijssel.nl Aan Provinciale
Nadere informatieDe gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.
Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.
Nadere informatieMonitor Volwaardige Arbeidsrelaties
Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen
Nadere informatieHoofdstuk 25. Burgemeestersreferendum
Hoofdstuk 25. Burgemeestersreferendum Samenvatting Van de Leidenaren heeft 52% in 2003 bij de verkiezingen van de Provinciale en 48% bij het burgemeestersreferendum. Hoger opgeleiden, 50-plussers en respondenten
Nadere informatieZelfevaluatie Wmo-raden 2014
Zelfevaluatie Wmo-raden 2014 Deze evaluatie is gericht op het functioneren van de Wmo-raad tot nu toe: doen we de goede dingen? En doen we die dingen op de goede manier? Daarmee krijgt u zicht op het huidige
Nadere informatieONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN
ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN Gemeente Oss November 2017 www.ioresearch.nl ONDERZOEKSVRAGEN 1. Hoe is het beleid rondom gebiedsgericht werken vormgegeven? 2. Wat zijn de ervaringen van de intern en extern
Nadere informatieBurgerparticipatie. Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie
monitor Burgerparticipatie 2016 Een inventarisatie van gemeentelijk beleid en activiteiten op het gebied van burgerparticipatie Auteur Anna Domingo Eindredactie Sandra Boersma ProDemos Huis voor democratie
Nadere informatieDe betrokken burger INITIATIEFVOORSTEL BURGERPARTICIPATIE THEO KERSTEN EN HOLGER RODOE
De betrokken burger INITIATIEFVOORSTEL BURGERPARTICIPATIE THEO KERSTEN EN HOLGER RODOE VOORWOORD De gemeente Gennep ondergaat op dit moment veel veranderingen die te maken hebben met het zwaar weer waarin
Nadere informatieLandelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005
Resultaten tussenmeting, begin juli 2005 O&S Nijmegen 13 juli 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen
Nadere informatieDe rol van de raad bij de omgevingswet
De rol van de raad bij de omgevingswet Onderzoeksenquête onder gemeenteraadsleden in Nederland 23 augustus 2016 Raadslid.Nu Vereniging van Nederlandse Gemeenten Inleiding De omgevingswet heeft een grote
Nadere informatieInteractief bestuur. Omnibus 2015
Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit
Nadere informatieOnderzoeksopzet Communicatie
Onderzoeksopzet Communicatie Rekenkamercommissie Heerenveen Februari 2009 Rekenkamercommissie Heerenveen: onderzoeksopzet communicatie 1 Inhoudsopgave A. Wat willen we bereiken 1. Aanleiding en achtergronden
Nadere informatieVerordening Sociale Adviesraad Waalwijk 2016
De raad van de gemeente Waalwijk; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 maart 2016; Gelet op de Gemeentewet, artikel 149 en gelet op de cliënten- en burgerparticipatie
Nadere informatieUitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015
Uitkomsten vragenlijst nulmeting Statenverkiezingen 2015 Respons Eind augustus 2014 zijn 3500 vragenlijsten naar willekeurige adressen gestuurd met het verzoek mee te werken aan het onderzoek. In totaal
Nadere informatieDigitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout
Digitaal burgerpanel gemeente Noordwijkerhout 0-meting burgerparticipatie en communicatie De gemeente Noordwijkerhout heeft een nieuw communicatiebeleidsplan dat uitgaat van meer omgevingsbewust werken
Nadere informatieEvaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers
Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010
Nadere informatieonderzoeksopzet burgerparticipatie
onderzoeksopzet burgerparticipatie 2 burgerparticipatie 1 inleiding aanleiding Op 7 oktober 2015 heeft de Rekenkamer Capelle aan den IJssel een zogenoemde stemkastsessie georganiseerd met de raad. Op basis
Nadere informatiei n t e r n e t p a n e l o v e r b e z u i n i g i n g e n
i n t e r n e t p a n e l o v e r b e z u i n i g i n g e n Mening internetpanel over bezuinigingen In opdracht van: College van burgemeester en wethouders gemeente Purmerend Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek
Nadere informatieRapportage Wmo onderzoek Communicatie
Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling
Nadere informatieINFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW
INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009
Nadere informatieBurger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader
Burger- en overheidsparticipatie Theoretisch kader Inleiding Deze notitie beschrijft het theoretisch kader van de begrippen burger- en overheidsparticipatie. Het is tegelijkertijd bedoeld als agenda voor
Nadere informatieWat voor burgemeester wilt u? Resultaten inwonersenquête profielschets nieuwe burgemeester
Wat voor burgemeester wilt u? Resultaten inwonersenquête profielschets nieuwe burgemeester April 2007 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurs- en Concernzaken Gemeente Utrecht Postbus
Nadere informatieAVI-activiteiten 2014-2015. Aanbod van programma Aandacht voor iedereen
AVI-activiteiten 2014-2015 Aanbod van programma Aandacht voor iedereen Januari 2014 Inhoudsopgave AVI-activiteiten 2014-2015... 3 Aandachtspunten... 4 Aandacht voor iedereen Het programma Aandacht voor
Nadere informatieSamen werken aan Roerdalen. Praktische handleiding voor burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming
Samen werken aan Roerdalen Praktische handleiding voor burgerparticipatie en interactieve beleidsvorming Gemeente Roerdalen Oktober 2012 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.. 3 2. Definitie Burgerparticipatie..
Nadere informatieRAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO
RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO Emmen 1 INDEX Index...2 Inleiding...3 1 Samenvatting...4 2 Verantwoording en achtergrondgegevens...5 3 Toegang tot de ondersteuning...7 4 Hulp bij het huishouden...9 5
Nadere informatieParticipatie van jeugd en ouders in gemeenten
Participatie van jeugd en ouders in gemeenten E-panel De digitale vragenlijst is uitgezet onder wethouders en beleidsmedewerkers Jeugd, projectleiders Transitie Jeugd, CJG-coördinatoren en via hen CJG-medewerkers
Nadere informatieDeelnemers: denktank uit de samenleving, gemeenteraad, college en ambtelijk managementteam
Samen bouwen aan het huis van de democratie in Bloemendaal Verslag werkatelier over participatie en samenspel tussen samenleving en gemeentebestuur op 4 juni 2015 van 20:00 tot 23:00 uur in het Dorpshuis
Nadere informatieVerordening Individuele Voorzieningen. Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem
Verordening Individuele Voorzieningen Een onderzoek onder leden van Digipanel Haarlem Onderzoek en Statistiek Haarlem, november 2009 1 Colofon Opdrachtgever: Samensteller: Gemeente Haarlem Programmabureau
Nadere informatieStartdocument participatieproces LAB071
Startdocument participatieproces LAB071 Dit startdocument beschrijft het participatieproces in het kader van de Verkenning Leidse Agglomeratie Bereikbaar (LAB071). Het bevat de nadere uitwerking van hoofdstuk
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo & Jeugd 2016
Cliëntervaringsonderzoek Wmo & Jeugd 2016 Inleiding Zowel in de Wmo als in de Jeugdwet is opgenomen dat gemeenten jaarlijks de ervaringen van cliënten moeten onderzoeken. Daarbij wordt vanaf 2016 voor
Nadere informatieVNG-Ledenpeiling Uitkomst bevraging december 2010
VNG-Ledenpeiling Uitkomst bevraging december 2010 onderwerp: Teambuilding in een versplinterd politiek landschap uitgevoerd door Congres- en Studiecentrum VNG 10 januari 2011 Inhoud Inleiding... 2 Respons...
Nadere informatieThis is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam
This is APP! Jongerenparticipatie Gemeente Appingedam ! De gemeente Appingedam wil jongeren actiever laten participeren in beleidsvorming, zodat ze beter kan inspelen op de behoeften van jongeren. Om dit
Nadere informatieBeleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'
Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics' Voor u ligt de beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'. Dit betreft een tijdelijke beleidsregel voor de periode 2014 en 2015, tot de aanvang
Nadere informatieBurgerparticipatie of Overheidsparticipatie?
Burgerparticipatie of Overheidsparticipatie? Berenschot seminar Hoe dienend is uw gemeente? Even voorstellen Marieke Knobbe Openbaar bestuur Participatie Maaike Zunderdorp Procesmanagement Participatie
Nadere informatieGemeente Leusden. Bomenplan 2012-2021. Module E: Bomen en burgers
Gemeente Leusden Bomenplan 2012-2021 Module E: Bomen en burgers Colofon Gemeente Leusden 't Erf 1 3831 NA LEUSDEN september 2011 Samenvatting Goede communicatie is een van de peilers van goed bomenbeleid.
Nadere informatieOnderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling 2011... Antidiscriminatievoorziening Limburg
Proces klachtbehandeling 2011................................................................... Antidiscriminatievoorziening Limburg Mei 2012...................................................................
Nadere informatieDatum raadsvergadering. Initiatiefvoorstel
Raadsvoorstel Datum vaststelling voorstel door het college Datum raadsvergadering Nummer raadsvoorstel 2017-455 Bijbehorend veld van de programmabegroting Bestuurlijke Zaken Naam portefeuillehouder college
Nadere informatieGGD ondersteuning asbest in scholen deel twee
GGD ondersteuning asbest in scholen deel twee Inzicht stand van zaken asbestinventarisaties scholen Auteur(s) GGD Amsterdam Fred Woudenberg GGD Amsterdam Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Eerste deel project 3
Nadere informatieInformatienota voor de gemeenteraad
Informatienota voor de gemeenteraad Datum 2 februari 2016 Behandelend ambtenaar P. Wieggers Team Sociaal Beleid Portefeuillehouder J.H.A.P. Sluiter/H.W.M. Witjes Registratienummer 16RDS00046 *16RDS00046*
Nadere informatieAdviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017
Adviesraad Wmo Arnhem Jaarplan 2017 1 Inhoudsopgave Pagina 1. Voorwoord 3 2. Missie, visie en uitgangspunten van de Adviesraad Wmo 2.1 De Verordening adviesraad Wmo 4 2.2 Missie 4 2.3 Visie 4 2.4 Uitgangspunten
Nadere informatiePROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING
PROCEDURE EN CRITERIA VOOR VERSTREKKING financiële bijdragen uit het leefbaarheidsbudget 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Hellendoorn heeft enkele budgeten overgedragen aan de dorpen en wijken in de
Nadere informatieNaam project. Participatie- en communicatieplan. Versie concept dd-mm-jjjj
Kerngegevens Hier kan je een uitspraak of overkoepelende tekst over je onderwerp plaatsen, met evt. de naam van degene die de uitspraak heeft gedaan. Maar dat hoeft niet; je kunt deze tekst ook gewoon
Nadere informatieMEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING
MEER ZIELEN, MEER IDEEËN, MEER OPLOSSINGEN BEWONERSPARTICIPATIE IN STEDELIJKE ONTWIKKELING P5, 30 januari 2014 TU DELFT - BK - RE&H/UAD Wilson Wong INHOUD - Onderwerp en context - Onderzoeksopzet - Theoretisch
Nadere informatieExperimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden
Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen december 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Contactpersoon: Marieke Selten
Nadere informatie