kok-keukenverantwoordelijke

Transcriptie

1 FUNCTIEBESCHRIJVING kok-keukenverantwoordelijke Functietitel: Dienst: Niveau: kok-keukenverantwoordelijke centrale keuken C4-C5 A. Plaats in de organisatie: kok-keukenverantwoordelijke woonverantwoordelijke zorgcampus directeur B. Doel van de functie: De kok-keukenverantwoordelijke staat in voor de bereiding van aangepaste, gezonde en gevarieerde maaltijden voor de bewoners en de gebruikers. Hij/Zij is verantwoordelijk voor de opmaak van een menuplanning. De kok-keukenverantwoordelijke geeft rechtstreeks leiding aan het keukenpersoneel en coördineert de praktische werkzaamheden in de centrale keuken. Pagina 1 van 6

2 C. Resultaatgebieden: 1. INSTAAN VOOR DE COORDINATIE VAN DE BEREIDING VAN MAALTIJDEN ZODAT EEN LEKKERE, GEZONDE EN GEVARIEERDE MAALTIJD AANGEBODEN KAN WORDEN AAN DE BEWONERS ZORGVERENIGING OPCURA Het (voor)bereiden van de maaltijden (ontbijt, middagmaal, avondmaal, tussendoortjes) in samenwerking met het keukenpersoneel of de coördinatie ervan. Het voorzien van maaltijden aangepast aan de individuele gezondheidstoestand en mogelijkheden van de bewoner of gebruiker (dieetvoorschriften, aangepaste voeding, ). Zorg dragen voor een kwalitatieve presentatie en cliëntgerichte portionering. Toezien op de kwaliteit en hoeveelheden bij de maaltijdbereiding door het keukenpersoneel. Opmaak en up-to-date houden van checklisten, werkinstructies en takenlijsten. Het informeren van de medewerkers omtrent het gebruik van de voedingswaren, producten, materialen, Coördineren van de keukenwerkzaamheden naar aanleiding van een speciale activiteiten of feestelijke gelegenheden rond het maaltijdgebeuren. Treffen van handelingen rond hygiëne en naleven van normen rond hygiëne. Dit omvat onder meer: o zich houden aan normen FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en HACCP-wetgeving) o rapporteren van onhygiënische situaties o toepassen en opvolgen van instructies m.b.t. hygiëne o het uitwerken van een voorstel ter verbetering of oplossing van een onhygiënische situatie, deze implementeren, opvolgen en bijsturen o nemen van preventieve maatregelen op gepast tijdstippen in het jaar o meehelpen bij onderhoud en hygiëne van de werkplek o opbergen van voedingswaren met respect voor FIFO (First in First Out) o instaan voor een correcte verwijdering van afval o procedures implementeren en opvolgen (o.a. het HACCP-plan) o volgt de verplichte controles mee op en stuurt bij waar nodig 2. OPSTELLEN VAN EEN MENUPLANNING ZODAT EEN GEVARIEERD EN PRIJSBEWUST MENU AAN DE BEWONERS EN GEBRUIKERS AANGEBODEN KAN WORDEN Het opstellen van een maandelijkse en wekelijkse menuplanning, rekening houdende met de behoeften, voorschriften en wensen, met de nodige variatie. Het plaatsen van bestellingen bij leveranciers in uitvoering van de toegewezen overheidsopdrachten en in navolging van de instructies van de woonverantwoordelijke zorgcampus en/of directiecomité. Het maken van duidelijke, praktische afspraken met leveranciers in het kader van het goed functioneren van de dienst en toezicht houden op de kwaliteit van de geleverde producten en voedingswaren Het opvangen van bedenkingen en suggesties van bewoners en gebruikers. Het opvolgen van voorraadbeheer en stockbeheer. Het uitvoeren van een objectieve controle van leveringen op juistheid, hoeveelheid en versheid. Prijsbewust en economisch werken. 3. GEVEN VAN LEIDING MET HET OOG OP EEN EFFICIENTE INZET VAN PERSONEEL Leiden, coachen, motiveren en sensibiliseren van de medewerkers, leerling-stagiairs en jobstudenten in het kader van de dagelijkse werkplanning en organisatie. Constant opvolgen en bijsturen van de dagelijkse personeelsbezetting (o.a. regelen van vervangingen). Signaleren van knelpunten, tekorten, verbeterpunten, in de personeelsbezetting aan de woonverantwoordelijke zorgcampus en/of de directeur. Geven van duidelijke instructies aan de medewerkers. Uitoefenen van controle op en bijsturen van het functioneren van de medewerkers op de werkvloer, opvolgen van het ziekteverzuim. Voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken met medewerkers. Pagina 2 van 6

3 Bemiddelen bij conflicten tussen medewerkers. Signaleren van en oplossen van samenwerkingsproblemen. Verstrekken en verspreiden van alle nuttige kennis, gegevens en informatie aan het personeel. Opvangen en inwerken van nieuwe medewerkers. Stimuleren van de zelfstandigheid en deskundigheid bij het personeel. Detecteren van de vormingsnoden bij de medewerkers. Motiveren van het personeel en bevorderen van de arbeidsvoldoening. Controleren van de naleving van de (brand)veiligheidsvoorschriften bij het personeel. Opvangen en eventueel doorverwijzen van bewoners, familie en/of bezoekers in geval van klachten m.b.t. de keuken. 4. VOEREN VAN EEN GERICHTE COMMUNICATIE MET DIENSTHOOFDEN, DIRECTEUR, MEDEWERKERS EN EXTERNEN ZODAT EEN GOEDE DIENSTVERLENING VANUIT DE CENTRALE KEUKEN GEWAARBORGD KAN WORDEN Ontwikkelen, onderhouden en stimuleren van contacten met andere disciplines, zoals verpleging, verzorging, animatie, Afstemmen van de werkzaamheden binnen de dienst keuken op de werkzaamheden van de andere diensten (verpleging, animatie, ). Rapporteren aan de woonverantwoordelijke zorgcampus en de directeur over de werking in de dienst keuken. Actief deelnemen aan multidisciplinair overleg. Toezicht uitoefenen op de kwaliteit van de dienstverlening van externe leveranciers en signaleren van problemen met externe leveranciers aan de woonverantwoordelijke zorgcampus of de directeur. Zorgen voor een goede informatiedoorstroming en communicatie naar de leden van het eigen team. 5. BIJDRAGE LEVEREN AAN DE UITBOUW VAN EEN KWALITEITSBELEID IN ZORGVERENIGING OPCURA ZODAT MEEGEWERKT WORDT AAN DE MISSIE EN VISIE VAN ZORGVERENIGING OPCURA Een open houding aannemen m.b.t. nieuwe evoluties in de keuken. Initiatief nemen en suggesties formuleren voor het verbeteren en het optimaliseren van de eigen werking. Signaleren van vastgestelde problemen in verband met voeding, keukenwerking, menuplanning en de werking van de dienst in het algemeen Deelnemen aan bijscholingen, trainingen en praktijkoefeningen. Deelnemen aan werkgroepen met het oog op verbetering van de werkorganisatie. Meehelpen aan de uitbouw van een bewonersgerichte werking in zorgvereniging OPcura; Meewerken aan het vertalen van doelstellingen van zorgvereniging OPcura op dienstniveau. Opvolgen van de implementatie van doelstellingen, procedures, werkprocessen en afspraken op de werkvloer. Pagina 3 van 6

4 D. Competentieprofiel: 1. GENERIEKE COMPETENTIES Resultaatgerichtheid inventariseert beschikbare middelen streeft naar een maximaal resultaat zoekt naar de meest optimale werkmethoden grijpt in wanneer resultaten niet voldoen zet door bij tegenslag of problemen Klantgerichtheid leeft zich in de situatie van klanten in stelt zich dienstverlenend op voor iedereen speelt in op wensen van klanten in lijn met de beleidsrichtlijnen neemt verantwoordelijkheid op bij fouten of klachten streeft naar klanttevredenheid Samenwerking helpt anderen stelt het gezamenlijk belang boven het eigenbelang stelt zich positief op, brengt energie en dynamiek in de groep gaat respectvol om met andere(n) en toont waardering voor ieders eigenheid overlegt en maakt afspraken om tot een gezamenlijk resultaat te komen leeft afspraken met leidinggevenden en collega s stipt na blijft meedenken en bijdragen tot een groepsopdracht, ook al is dit niet van persoonlijk belang zoekt mee naar oplossingen bij conflicten Organisatiegerichtheid / loyaliteit voelt zich verbonden met de belangen/problematiek van de organisatie en de eigen rol of opdracht hierin vertegenwoordigt de organisatie op een passende wijze bij anderen en externe contacten toont maatschappelijke dienstbaarheid of public service gezindheid Bouwt mee aan een positief imago van de organisatie. Integriteit houdt vast aan normen, ook wanneer dit voor zichzelf niet de meest gunstige keuze is heeft aandacht voor duurzaamheid, het algemeen belang en maatschappelijke verantwoordelijkheid Geeft een eerlijke en correcte weergave van de feiten. Kent de gangbare waarden en normen en handelt hier consequent naar. Wijst anderen op gedrag dat afwijkt van de normen van de organisatie en/of functie en motiveert hen om deze na te leven. Gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke of delicate informatie Pagina 4 van 6

5 2. FUNCTIESPECIFIEKE COMPETENTIES Leidinggeven zorgt voor een duidelijke formulering van de opdrachten, verwachtingen en rollen van de medewerkers volgt op door een gepast begeleidings- en controlesysteem en stuurt bij indien prestaties ondermaats zijn staat open voor vragen van medewerkers en heeft voeling met wat er bij de medewerkers leeft komt op voor behoeften en verwachtingen van de medewerkers stimuleert medewerkers hun competenties in te zetten en te vergroten voorkomt conflicten of helpt ze indien nodig op te lossen versterkt de samenhorigheid en de goede sfeer in het team leidt het team naar een gezamenlijk resultaat past de leiderschapsstijl aan naargelang de situatie Zelfstandig werken kan met de nodige instructies aan de slag is stipt in het nakomen van afspraken kan werken zonder externe controle stuurt bij indien er fouten optreden werkt taken volledig en tijdig af Ordelijk werken houdt de werkomgeving en het materiaal net voert het werk verzorgd uit en ruimt op bergt documenten en materialen logisch en op de juist plaats op behandelt het materiaal met zorg Kwaliteitsvol werken stelt hoge eisen aan de kwaliteit evalueert het eigen gedrag/werk in het licht van kwaliteitsnormen stuurt bij als de kwaliteit ondermaats is voorkomt dat er fouten worden gemaakt Mondelinge communicatie formuleert helder en duidelijk houdt een samenhangend betoog sluit de boodschap aan op de behoeften van toehoorders en gaat in op reacties kan de aandacht vasthouden, zowel in groep als ten opzichte van één persoon vraagt door op gegeven informatie toetst of de boodschap goed, correct en volledig is overgekomen brengt structuur en geeft houvast gaat strategisch om met argumenten 3. VAKTECHNISCHE COMPETENTIES Grondige kennis van grootkeuken Heeft kennis van HACCP-normering en voedselhygiëne, voorraadbeheer Heeft grondige kennis voedingsleer en dieetleer en kennis van voedingsbehoeften bij ouderen Heeft grondige kennis van voedingswaren, grondstoffen en de behandeling ervan Heeft een grondige kennis van de verschillende kooktechnieken kunnen toepassen. Heeft grondige kennis van bereidingswijzen voor maaltijden in een grootkeuken en restaurantwerking Pagina 5 van 6

6 Heeft kennis van onderhoudsmaterialen, producten en technieken, en let erop dat anderen deze op een veilige manier gebruiken Weet op een veilige manier gebruik te maken van machines nodig voor het uitvoeren van deze opdrachten en weet dit over te brengen aan anderen Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen en ziet er op toe dat anderen deze gebruiken. Kennis van administratie PC vaardigheden (tekstverwerking, internet) kennis inzake brandbestrijding, veiligheidsvoorschriften en reglementeringen basiskennis administratie Pagina 6 van 6