Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederland en het Vijfde Kaderprogramma"

Transcriptie

1 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma Een totaaloverzicht van de Nederlandse deelname aan projecten in het Vijfde Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling van de Europese Gemeenschap.

2 INLEIDING INLEIDING Het Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische Ontwikkeling van de Europese Gemeenschap is inmiddels aan zijn zesde editie toe, volgend op de afronding van het Vijfde Kaderprogramma in In de periode daarna zijn de laatste gegevens over de indieningen en toekenningen door de Europese Commissie verzameld en aan de Lidstaten ter beschikking gesteld. Nog steeds worden deze databases bricks genoemd, een herinnering aan de tijd dat de informatie in de vorm van lijvige pakken papier op de bureaus van EG-Liaison belandde. Tegenwoordig worden de gegevens elektronisch aangeleverd. Dit maakt een uitgebreidere analyse van de ingediende projectvoorstellen mogelijk. Een vereiste is wel dat de bricks eenduidig en consistent zijn samengesteld, en dat is helaas niet steeds het geval. Opschoningacties zijn dan een tijdrovende noodzakelijkheid. EG-Liaison werd in 1983 (20 jaar geleden) in het leven geroepen om de Nederlandse deelname in omvang en kwaliteit te bevorderen. Ook heeft EG-Liaison - sinds 1997 onderdeel van het Agentschap Senter - tot taak om over de deelname te rapporteren aan haar opdrachtgevers en aan de onderzoekswereld. Door EG-Liaison zijn reeds drie brick-boekjes over het Vijfde Kaderprogramma uitgebracht. Deze betreffen de jaren 1999, 2000 en Het thans voor u liggende boekje bestrijkt de gehele looptijd van KP5: van 1998 tot Het maakt het voor de geïnteresseerde lezer mogelijk om zich een goed beeld te vormen van de projectdeelname per thema, en van het Nederlandse aandeel hierin. Een belangrijke uitkomst van de analyses is altijd het Nederlandse succespercentage. Niet zozeer in absolute zin, maar vooral in vergelijking met het Europese gemiddelde. We zien het als een belangrijke doelstelling van EG-Liaison om het Nederlandse succespercentage hoger te doen zijn dan het EU-gemiddelde. Bestudering van de tabellen in dit boekje zal de lezer leren dat dit in KP5 bij vrijwel alle thema s het geval is. Een andere belangrijke maatstaf is het Nederlandse aandeel in de goedgekeurde projecten. Een goed resultaat wordt hier bepaald door een combinatie van (veel) indieningen en van (hoge) scores. EG-Liaison draagt aan beide factoren bij middels haar promotieactiviteiten respectievelijk door haar adviespraktijk. De uitkomst is het bedrag dat als EU-bijdrage naar Nederlandse partijen vloeit als percentage van het totale KP-budget. De overzichtstabel die u op pagina 3 aantreft geeft de retourpercentages per thema. Hierbij dient u te bedenken dat de just retour (de Nederlandse bijdrage aan het EU-budget) op circa zes procent ligt. In dat licht kan er enige tevredenheid zijn dat Nederland, net als in het verleden, bovenmodaal scoort. Dit keer is het Nederlandse aandeel circa tien procent (0,7 procentpunt) boven de norm. Nederlandse partijen hebben uit KP5 een EU-bijdrage van ruim EUR 800 miljoen ontvangen. Dit is een reflectie van de actieve opstelling van Nederlandse indieners en ook van de goede reputatie die zij in het internationale veld hebben. Dit omvangrijke bedrag, maar daarnaast ook de gecreëerde mogelijkheid om op hoog internationaal niveau samen te werken, betekenen een belangrijke impuls voor de verdere ontwikkeling van Nederland als kenniseconomie. Waar het in dit boekje om bedragen gaat, blijft een onzekerheidsmarge bestaan, omdat de bricks uitgaan van de bedragen vóór de contractonderhandelingen. De impact van de onderhandelingen is echter, naar we aannemen, tamelijk gelijk verdeeld over de lidstaten. Zoals aangegeven zijn de analyses in dit boekje gebaseerd op cijfers aangeleverd door de Europese Commissie. Hoewel dit boekje met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan EG-Liaison geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele onjuistheden. Ik hoop dat de informatie in dit boekje de lezer tot nut zal zijn. Eelco Denekamp, Manager EG-Liaison NEDERLANDSE PARTICIPATIE EN RETOUR Onderdeel Budget in Succesvolle Raming NL Retour miljoen participaties retour in percentage euro NL EU miljoen Euro t.o.v. budget QoL ,1 IST ,9 Growth ,3 Milieu ,9 Energie ,0 INCO ,5 MKB ,5 IHP ,2 Totaal ,7 2 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 3 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

3 INLEIDING THEMA 1 SUCCESPERCENTAGE NEDERLANDSE INDIENINGEN PER THEMA Quality of Life and management of living resources GEMIDDELD KERNACTIVITEIT 6 KERNACTIVITEIT 5 KERNACTIVITEIT 4 KERNACTIVITEIT 3 KERNACTIVITEIT 2 KERNACTIVITEIT 1 GEMIDDELD KERNACTIVITEIT 4 KERNACTIVITEIT 3 KERNACTIVITEIT 2 KERNACTIVITEIT 1 GEMIDDELD KERNACTIVITEIT 4 KERNACTIVITEIT 3 KERNACTIVITEIT 2 KERNACTIVITEIT 1 GEMIDDELD KERNACTIVITEIT 4 KERNACTIVITEIT 3 KERNACTIVITEIT 2 KERNACTIVITEIT 1 GEMIDDELD LANGE TERMIJN KORTE TERMIJN KERNACTIVITEIT 6 KERNACTIVITEIT QUALITY OF LIFE ENERGY ENVIRONMENT GROWTH INFORMATION SOCIETY Binnen het eerste thema van KP5, Het hogere succespercentage in de laatste Quality of Life and Management of Living twee jaar is grotendeels te verklaren door de Resources, heeft Nederland goede resultaten behaald. Van het totaal aangevraagde vormen in het werkprogramma van die specificaties van onderwerpen en project- bedrag in goedgekeurde projecten jaren. (EUR miljoen), is EUR 212 miljoen aangevraagd door Nederlandse deelnemers Nederlandse projectcoördinatoren namen in goedgekeurde projecten. Op basis van 8,7 procent van de in totaal projectindieningen voor hun rekening. De deze bedragen is de Nederlandse retour 8,1 procent. De retour komt daarmee op Nederlandse projectcoördinatoren blijken EUR 195 miljoen. overigens een succespercentage te hebben (twintig procent) dat twee procentpunt Projectindieningen hoger ligt dan het Europese gemiddelde Binnen het eerste thema zijn projecten ingediend. In de eerste twee jaren lag activiteiten, dan zijn de verschillen tussen (achttien procent). Kijken we naar de kern- het succespercentage rond de vijftien het Europese gemiddelde en dat van de procent, de laatste twee jaar steeg het naar Nederlandse coördinatoren nog iets groter, negentien à twintig procent; gemiddeld over zoals de tabel illustreert. Voor de activiteiten de looptijd van KP5 dus achttien procent. 3, 4, 12 en 13 is het succespercentage 6 tot Kernactiviteit 1 (KA1) - voeding, voedingswetenschappen en gezondheid Kernactiviteit 2 (Ka2) - beheersing van infectieziekten Kernactiviteit 3 (KA3) - de cel als fabriek Kernactiviteit 4 (KA4) - milieu en gezondheid Kernactiviteit 5 (KA5) - duurzame landbouw, visserij en bosbouw Kernactiviteit 6 (KA6) - vergrijzing van de bevolking en handicaps succespercentage> NL EU Aanvullende activiteiten Generieke activiteit 7 (GA7) Generieke activiteit 8 (GA8) Generieke activiteit 9 (GA9) Generieke activiteit 10 (GA10) Generieke activiteit 11 (GA11) Generieke activiteit 12 (GA12) Generieke activiteit 13 (GA13) Infrastructures (INFRA) - hart- en vaatziekten, diabetes, chronische en degeneratieve ziekten, kanker, diabetes, hart- en vaatziekten en zeldzame ziekten - genomica en erfelijke ziekten - neurowetenschappen - volksgezondheidsonderzoek - onderzoek naar handicaps - bio-ethiek - socio-economische aspecten - steun voor onderzoeksinfrastructuur 4 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 5 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

4 THEMA 1 THEMA 1 8 procentpunt hoger. Voor de activiteiten 9 en 10 is het succespercentage 6 tot 8 procentpunt lager. Binnen Onderzoek voor Handicaps zijn geen projecten van Nederlandse coördinatoren goedgekeurd. Participatie van Nederlandse organisaties Totaal participeren er organisaties in thema 1, waarvan krap zeven procent Nederlandse organisaties. In de goedgekeurde projecten zijn participaties, waarvan (acht procent) van Nederlandse organisaties. Een goedgekeurd project heeft gemiddeld 7,5 deelnemers. Het succespercentage van de Nederlandse participanten ligt met zeventien procent, tweeënhalf procentpunt hoger dan het Europese gemiddelde (ruim veertien procent). Mogelijke verklaring hiervoor is de deelname van Nederlandse onderzoekers in Europese netwerken en de deelname aan voorgaande kaderprogramma's. Door de kennis die ze daar hebben opgedaan, zijn Nederlandse onderzoekers wellicht beter in staat goede consortia en goede projecten selecteren. Voor de kernactiviteiten Infectieziekten (KA2), Duurzame Landbouw (KA5) en Milieu en Gezondheid (KA4) vallen de hogere succespercentages op. Opvallend genoeg zijn de succespercentages voor Onderzoek naar Handicaps (GA11), Neurowetenschappen (GA9) en Steun voor Onderzoeksinfrastructuur (INFRA) juist lager. Typering Nederlandse organisaties De grootste aandacht voor het Quality of Life -programma kwam van universiteiten en hogescholen en van onderzoeksinstellingen; beide groepen ongeveer veertig procent. Voor de industrie en het midden- & kleinbedrijf is het deelnameaandeel volgens de beschikbare gegevens op drie procent gebleven. In werkelijkheid schatten wij de deelname van de industrie en het midden- & kleinbedrijf enkele procentpunten hoger. De resterende vijftien procent is toe te rekenen aan andere organisaties, waaronder internationale organisaties en lokale en regionale overheden. Ontwikkeling gedurende het kaderprogramma De slagingskans van projecten is gedurende het kaderprogramma licht toegenomen met ongeveer drie procentpunt. Dit komt doordat meer projecten zijn geaccepteerd. In 1999 was de animo voor het indienen van projectvoorstellen veel groter dan in 2000 en Het succespercentage van Nederlandse deelnemers is fors gestegen van negentien procent in 1999 naar vierentwintig procent in 2001, terwijl het succespercentage van de overige lidstaten in 2001 op achttien procent is blijven steken. Mede door de afname van het aantal ingediende projecten is ook het aantal deelnemende bedrijven gedurende het kaderprogramma teruggelopen. Dit heeft voor de Nederlandse participatie en slagingskans goed uitgepakt. PROJECTINDIENINGEN PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE ORGANISATIES Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage deel miljoen participaties participaties percentage euro NL* EU NL* EU NL EU KA KA KA KA KA KA KA KA KA KA KA KA GEN GEN GA GA GA GA GA GA GA GA GA GA GA GA GA GA INFRA INFRA Totaal Totaal DEELNAMEPERCENTAGE NL PARTICIPANTEN NAAR TYPE ORGANISATIE VAN GOEDGEKEURDE PROJECTEN Onderdeel IND + MKB UNIV OND Anders KA KA KA KA KA KA GEN GA GA GA GA GA GA GA INFRA Totaal * Een Nederlandse organisatie is coördinator 6 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 7 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

5 THEMA 1 THEMA 2 INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN THEMA 1 User-friendly information society KA1 KA2 KA3 KA4 KA5 KA6 GEN INFRA Projectindieningen In totaal werden binnen het thema Information Society Technologies (IST) programma projectvoorstellen ingediend. Van deze voorstellen zijn projecten toegekend (25,2 procent). Van deze toegekende projecten heeft 5,5 procent een Nederlandse organisatie als coördinator. Het succespercentage van een Nederlandse coördinator is hoger dan het Europese gemiddelde: 32 procent voor Nederlandse organisaties tegenover een gemiddelde van vijfentwintig procent voor organisaties uit de rest van Europa. Opvallend is ook dat een projectvoorstel met een Nederlandse coördinator een aanzienlijk hogere slagingskans heeft dan een met een andere Europese coördinator. Nederlandse organisaties participeren in 398 toegekende projecten. Dit betekent dat in 15 procent van alle toegekende projecten tenminste één Nederlandse partij zit. Participatie van Nederlandse organisaties Het aantal indieningen van Nederlandse partijen is niet zo hoog als mag worden verwacht op basis van de economische grootte van ons land. Slechts 3,8 procent van de indieners in het IST-programma komt uit Nederland. Met name in kernactiviteit twee Nieuwe werkmethoden en elektronische handel is de deelname gering. Een aantal Nederlandse partijen ontbrak opvallend in het IST-programma. Vooral banken, softwarehuizen en de industrieën van de oude economie namen slechts sporadisch deel in IST-projectvoorstellen. We constateren dat degenen die wel meedoen een hogere slagingskans hebben dan het Europees gemiddelde. Typering Nederlandse organisaties Van alle Nederlandse organisaties die deelnamen aan het IST-programma was 23 procent afkomstig uit het MKB. Dit percentage MKB-ers is aanzienlijk lager dan de gemiddele Europese deelname van het MKB (dertig procent). De onderlinge verschillen in aantallen MKB s voor de diverse kernactiviteiten zijn vrij groot. Zo ligt in kernactiviteit twee Nieuwe werkmethoden en elektronische handel het percentage MKB s (33 procent) juist hoog. Helaas hebben MKB s een lager succespercentage dan overige organisatietypen. Kernactiviteit 1 (KA1) Kernactiviteit 2 (KA2) Kernactiviteit 3 (KA3) Kernactiviteit 4 (KA4) - systemen en diensten voor de burger - nieuwe werkmethoden en elektronische handel - multimedia-inhoud en instumenten - essentiële technologie en infrastructuur Aanvullende activiteiten CPA - Cross Programme Actions FET - langere termijn onderzoek voor toekomstige en opkomende technologie OM - ondersteunende maatregelen 8 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 9 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

6 THEMA 2 THEMA 2 Samenwerking in Europa Zoals te verwachten vindt de meeste samenwerking plaats met de grote landen om ons heen, met name Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Ook het aantal samenwerkingsverbanden met Griekenland is relatief hoog. Gelet op de naar verhouding forse deelname van Griekenland aan het IST-programma is dit niet opzienbarend. Tot slot blijken Nederlandse organisaties weinig met Oost- Europese landen samen te werken. Ontwikkeling gedurende het kaderprogramma De enorme groei en later de malaise in de ICT-sector hebben geen invloed gehad op het aantal Nederlandse bedrijven en instellingen dat deelneemt aan het Vijfde Kaderprogramma, ten opzichte van de rest van Europa. Het succespercentage werd hierdoor niet beïnvloed en steeg van 24 procent in 1999 naar 36 procent in 2001 met een piek in 2000 van ruim veertig procent. PROJECTINDIENINGEN PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE ORGANISATIES Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage deel miljoen participaties participaties percentage euro NL* EU NL* EU NL EU KA KA KA KA KA KA KA KA CPA CPA FET FET OM OM Totaal Totaal * Een Nederlandse organisatie is coördinator DEELNAMEPERCENTAGE NL PARTICIPANTEN NAAR TYPE ORGANISATIE VAN GOEDGEKEURDE PROJECTEN Onderdeel IND MKB UNIV OND Anders KA KA KA KA CPA FET OM Totaal INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN THEMA 2 KA1 KA2 KA3 KA4 CPA FET OM Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 11 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

7 THEMA 3 THEMA 3 Competitive and sustainable growth PROJECTINDIENINGEN PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE ORGANISATIES Projectindieningen In totaal zijn er in het Growth-programma voorstellen ingediend, waarvan 250 door Nederlandse coördinatoren (vijf procent). Van de 250 voorstellen zijn er 118 goedgekeurd, een succespercentage van 47 procent. Ter vergelijking: in heel Europa zijn voorstellen goedgekeurd, een succespercentage van 32 procent. Nederlandse coördinatoren hebben dus vaak kwalitatief goede voorstellen ingediend. Uiteindelijk coördineert Nederland 8,8 procent van alle projecten binnen Growth. Opvallend is dat Nederland vooral in Intermodaal Transport en in het onderdeel Meten en Testen bovengemiddeld het initiatief heeft. Participatie van Nederlandse organisaties. De top 10 van Nederlandse organisaties die succesvol zijn geweest in het Growth-programma ziet er als volgt uit: 1. TNO 2. NLR 3. Technische Universiteit Delft 4. NEA 5. Philips 6. Universiteit Twente 7. NEI 8. Joint Research Centre Petten 9. MARIN 10. Technische Universiteit Eindhoven Duidelijk is dat de onderzoeksinstellingen het goed gedaan hebben. De drie Technische Universiteiten zijn alle ook in de top-10 aanwezig. Verrassend zijn de posities van NEA en NEI. Deze twee instellingen acteren vooral op het gebied van Intermodaal Transport ; een voor Nederland belangrijk gebied. Philips heeft het voornamelijk goed gedaan op materialengebied. In totaal zijn er 869 succesvolle Nederlandse participaties geweest; 6,8 procent van alle participaties. Nederland is in 499 van de goedgekeurde voorstellen, (37 procent) vertegenwoordigd. Dit betekent ook dat Nederlanders gemiddeld met 1,74 partner in deze projecten vertegenwoordigd is. Typering Nederlandse organisaties In de tabel is te zien dat de deelnemers vanuit Nederland verschillend van aard is. De belangrijkste Nederlandse participanen zijn de grote industrie en de kennisinstellingen. Met name in kernactiviteit één (producten/ processen) en het generiek gedeelte Materialen is veel industrie aanwezig. In kernactiviteit vier (luchtvaart) echter, is slechts een zeer geringe industriële vertegenwoordiging. Het aandeel van het MKB (zestien procent) en de universiteiten (achttien procent) blijft in beide gevallen onder het Europese gemiddelde. Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage deel miljoen participaties participaties percentage euro NL* EU NL* EU NL EU KA KA KA KA KA KA KA KA MAT MAT M&T M&T Totaal Totaal * Een Nederlandse organisatie is coördinator DEELNAMEPERCENTAGE NL PARTICIPANTEN NAAR TYPE ORGANISATIE VAN GOEDGEKEURDE PROJECTEN Onderdeel IND MKB UNIV OND anders KA KA KA KA MAT M&T Totaal INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN THEMA 3 KA1 KA2 KA3 KA4 Kernactiviteit 1 (KA1) - innovatieve producten, processen en organisatie Kernactiviteit 2 (KA2) - intermodaal transport Kernactiviteit 3 (KA3) - landtransport en maritieme technologie Kernactiviteit 4 (KA4) - nieuwe perspectieven voor de luchtvaart Aanvullende activiteiten MAT - materialen M&T - meten en testen MAT M&T Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 13 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

8 THEMA 4 DEEL A THEMA 4 DEEL A Environment and sustainable development Projectindieningen In het Vijfde Kaderprogramma zijn in totaal vier oproepen gedaan voor het indienen van voorstellen binnen thema 4, deel A. In totaal werden projecten ingediend waarvan 308 uit Nederland. Uiteindelijk werden hiervan slechts 470 projecten gefinancierd. 51 projecten hadden een Nederlandse coördinator, wat overeenkomt met 11 procent van de succesvolle projecten. De meeste projecten werden ingediend in de kernactiviteiten Waterbeheer en -kwaliteit (kernactiviteit 1) en Klimaatverandering en biodiversiteit (kernactiviteit 2), gebieden waarin ook Nederland zeer actief was. Traditioneel is Nederland bijzonder succesvol in het onderdeel Waterbeheer en kwaliteit met 14 goedgekeurde projecten. Het gemiddelde succespercentage voor Nederland bedraagt 17 procent met uitschieters voor de generieke activiteiten, met meer dan vijftig procent kans op succes. Daarmee was het succespercentage voor Nederlandse coördinatoren voor bijna alle kernactiviteiten hoger dan het Europees gemiddelde, met als enige uitzondering kernactiviteit 3 Duurzame mariene ecosystemen. Participatie van Nederlandse organisaties Van de deelnemers aan alle ingediende projecten is zes procent Nederlands. Voor goedgekeurde projecten ligt dit getal iets hoger, met een Nederlands aandeel van zeven procent. Dat betekent dat het succespercentage bij projecten met Nederlandse partners hoger is dan het Europees gemiddelde. Thema 4A telde in totaal 325 Nederlandse participaties. Verder blijkt dat Nederland deelneemt in ruim 38 procent van alle 470 goedgekeurde projecten. Dit betekent dat in meer dan éénderde van de projecten ten minste één Nederlandse organisatie kennis nam van Europees onderzoek. Typering Nederlandse organisaties Het thema Milieu en Duurzame Ontwikkeling wordt, door het fundamenteel karakter van het onderzoek, gekenmerkt door een lage participatie van industriële partijen. Zo namen de industrie en het MKB slechts twaalf procent van het onderzoek voor hun rekening. Zowel in Europa als in Nederland, zijn universiteiten en onderzoeksinstellingen de belangrijkste spelers binnen dit thema. Opvallend was het grote aandeel van overheden in kernactiviteit 4 De stad van morgen en het culturele erfgoed. Ontwikkeling gedurende het kaderprogramma Het succespercentage is in de loop van het kaderprogramma gestegen van 22 procent in 1999 tot 31 procent in Het jaar 2000 kende een zeer laag succespercentage, slechts negen procent. Ondanks de vele projectindieningen werden vooral in kernactiviteit 3 en 4 geen Nederlandse projecten Samenwerking in Europa Zoals eerder gemeld neemt Nederland deel in ruim 38 procent van de projecten. Bovendien werkt Nederland samen met organisaties uit vrijwel alle Europese landen. De samenwerking binnen Milieu en duurzame ontwikkeling vindt traditioneel plaats met organisaties uit de grotere lidstaten van de EU: Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. goedgekeurd. In 2001 was dit weer wel het geval en steeg het succespercentage voor beide kernactiviteiten weer naar dertig procent. De participatie van Nederlanders in het milieuthema heeft niet te lijden gehad onder zo n grote daling. Hoewel in 2000 het succespercentage in participatie drie procent lager lag dan in 1999, steeg het in 2001 weer tot 22 procent. Het aantal deelnames door Nederlandse partijen is steeds gestegen. PROJECTINDIENINGEN PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE ORGANISATIES Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage deel miljoen participaties participaties percentage euro NL* EU NL* EU NL EU KA KA KA KA KA KA Kernactiviteit 1 (KA1) - duurzaam waterbeheer en waterkwaliteit KA KA Kernactiviteit 2 (KA2) - klimaatverandering en biodiversiteit GEN GEN Kernactiviteit 3 (KA3) - duurzame mariene ecosystemen GEN GEN Kernactiviteit 4 (KA4) - de stad van morgen en het culturele erfgoed GEN GEN INFRA INFRA Aanvullende activiteit ENRICH ENRICH GEN - generieke activiteiten Onbek Onbek INFRA - steun voor onderzoeksinfrastructuur ENRICH - Europees netwerk voor onderzoek naar klimaatverandering Totaal Totaal * Een Nederlandse organisatie is coördinator 14 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 15 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

9 THEMA 4 DEEL A THEMA 4 DEEL B DEELNAMEPERCENTAGE NL PARTICIPANTEN NAAR TYPE ORGANISATIE VAN GOEDGEKEURDE PROJECTEN Energy Onderdeel IND MKB UNIV OND anders KA KA KA KA GEN GEN GEN INFRA ENRICH nb Onbekend Totaal INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN THEMA 4A KA1 KA2 KA3 KA4 Projectindieningen Binnen het thema Energie was het succespercentage voor projecten met een Nederlandse coördinator maar liefst 45 procent, aanzienlijk hoger dan het Europese gemiddelde van 31 procent. Van de zeshonderd succesvolle projecten, werden er maar liefst 74 getrokken door een Nederlandse organisatie, ruim twaalf procent. Hoewel Nederland het al niet slecht deed binnen de initiële structuur van kernactiviteiten (KA 4 en KA5) lijkt vooral de indeling naar korte termijn (KT) en lange termijn (LT), vanaf 2001, koren op de Nederlandse molen. Gemiddeld is in 2001 het succespercentage 56 procent. Bij LT is dat maar liefst 64 procent, tevens wordt bij LT bijna één op de vijf projecten (negentien procent) gecoördineerd door een Nederlandse organisatie. Participatie van Nederlandse organisaties Op de lijst van het totaal aantal organisaties dat participeert (4.317) blijkt tien procent Nederlands te zijn (432). Een zeer hoog percentage, dat gekoppeld is aan een hoog succespercentage van 45 procent, elf procentpunt hoger dan het Europees gemiddelde. Het hoge succespercentage van zowel coördinatoren als participanten wijst erop dat Nederlandse organisaties goed in staat zijn projecten op te zetten en te verbeteren èn dat zij zowel intern als extern voldoende ondersteuning vinden. Ook binnen de participaties heeft de nieuwe indeling opvallende gevolgen. Bij de kernactiviteiten (KA5 en KA6) is te zien dat Nederland gemiddeld iets vaker als coördinator deelneemt dan als participant (resp 11,4 procent en 10,6 procent). In de nieuwe indeling zien we dit verschil echter toenemen. Binnen KT levert Nederland in GEN1 GEN2 GEN3 INFRA ENRICH ONBEKEND Kernactiviteit 5 (KA5) Kernactiviteit 6 (KA6) Korte termijn (KT) Lange termijn (LT) - schonere energiesystemen, met inbegrip van systemen op basis van hernieuwbare energie - economische en efficiënte energie vor een concurrerend Europa - brandstofcellen en waterstof, bio-elektriciteit, duurzame energie voor (afgelegen) gemeenschappen, ecobouwen, schone elektriciteitsopwekking - brandstofcellen en waterstof, biomassa, integratie van duurzame energie, schonere brandstoffen voor transport, energie-opslag, photovoltaische energie Aanvullende activiteiten GEN - generieke activteiten gericht op de sociaal-economische effecten van energietechnologie, -systemen en diensten 16 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 17 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

10 THEMA 4 DEEL B THEMA 4 DEEL B twaalf procent van de gevallen een coördinator en in 8,7 procent een participant; binnen LT zelfs in negentien procent een coördinator en in slechts 9,2 procent van de gevallen een deelnemer. Typering Nederlandse organisaties Door alle jaren van het Vijfde Kaderprogramma heen valt op dat ongeveer de helft van de participaties op naam komt van industriële bedrijven en MKB s. Onderzoeksinstellingen nemen voor circa dertig procent deel en het resterende deel wordt door universiteiten ingevuld. Toch is er een subtiel verschil met de overgang van de twee kernactiviteiten (KA5 en KA6) naar de indeling in termijnen (KT en LT). Bij het onderdeel LT is te zien dat de deelname van onderzoeksinstellingen stijgt van 30 naar 38 procent ten koste van de deelname van industrie en MKB (43 procent). Daarnaast geven in het onderdeel KT universiteiten en onderzoeksinstellingen een aantal procenten prijs ten gunste van andere organisatietypen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan gemeenten die een rol spelen binnen demonstratieprojecten. Samenwerking in Europa Nederlandse partijen werken bij voorkeur samen met de landen direct om ons heen. Met name Duitsland en Groot-Britannië scoren goed, maar ook met België en Denemarken wordt regelmatig samengewerkt. Die samenwerking met Denemarken is er met name op het gebied van windenergie. Binnen de groep deelnemers uit toetredingslanden zien we met name participanten uit Polen en Slovenië in de consortia met Nederlandse partijen terugkeren. PROJECTINDIENINGEN Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage euro NL* EU NL* EU NL EU KA KA KT LT GEN Totaal PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE ORGANISATIES Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen participaties participaties percentage KA KA KT LT GEN Totaal * Een Nederlandse organisatie is coördinator DEELNAMEPERCENTAGE NL PARTICIPANTEN NAAR TYPE ORGANISATIE VAN GOEDGEKEURDE PROJECTEN Onderdeel IND+MKB UNIV OND anders KA KA KT LT GEN Totaal INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN THEMA 4B KA5 KA6 KT LT GEN Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 19 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

11 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 1 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 1 Confirming the international role of Community research Nederlandse participatie net boven het maaiveld In de tabel projectparticipaties treft u een analyse van de Nederlandse deelneming ten opzichte van de top 15 van landen in aantallen participaties in het onderdeel Confirming the international role of Community Research (INCO). In de tabel staat het totaal aantal participaties in ingediende voorstellen die zijn geselecteerd voor onderhandeling. Doorgaans leidden deze onderhandelingen tot een EU-gefinancieerd project. De laatste kolom betreft het succespercentage van de top-15-landen in aantallen participaties. De grotere EU-lidstaten zijn veelgevraagd, evenals enkele van de kandidaatlidstaten. In het bijzonder Polen en Bulgarije zijn opgeklommen in de top-15-participaties. Deze ontwikkeling zal zich in KP6 vermoedelijk doorzetten. Het competitieve karakter van deelnemen aan het kaderprogramma wordt daarmee nog sterker. Nederland presteert met het aantal participaties net boven het totale gemiddelde (zie tabel participatie en succespercentage ). Het totaal komt op 113 succesvolle Nederlandse participaties, op een totaal van 3199 participaties wereldwijd. Typering Nederlandse organisaties Het merendeel van de Nederlandse indieners wordt gevormd door universiteiten en onderzoeksinstellingen. Het aandeel industrie in het INCO-programma is beperkt, evenals het aandeel van het midden- en kleinbedrijf. Dit hangt samen met de door de werkprogramma s geformuleerde onderzoeksonderwerpen. Samenwerking in Europa en de niet-eu Landen In de INCO-projecten werkt Nederland het meest samen met partijen uit de grotere EU lidstaten, te weten het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Spanje. Maar ook Denemarken en België zijn geziene projectpartners. Partijen buiten Europa die vaak met Nederland samenwerken zijn Zuid Afrika, Argentinië, Kenia en Tanzania. Ontwikkeling gedurende het kaderprogramma Gedurende het kaderprogramma ligt de interesse van organisaties in INCO op een gelijk niveau. Ondanks dat in 2002 diverse onderzoeksgebieden geen calls meer hebben gehad is ook in dit jaar de belangstelling op peil gebleven. Het succespercentage voor Nederlandse organisaties is uiteindelijk uitgekomen op een respectabele 26 procent waardoor Nederland in de top mee heeft gedraaid. PROJECTPARTICIPATIES Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen participaties participaties percentage A A A A A B B C Totaal PARTICIPATIE-AANTAL EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 1 A1 A2 A3 A4 A5 A1 A2 A3 A4 A5 B1 B2 C1 - staten in de pre-toetredingsfase - GOS-landen en landen niet in de pre-toetredingsfase (copernicus) - mediterrane partnerlanden (INCO-MED) - research voor ontwikkeling (INCO-DEV) - opkomende economieën en geïndustrialiseerde landen - NCO training van onderzoekers - Training van onderzoekers voor Japan - Coördinatie van onderzoek B1 B2 C Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 21 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

12 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 2 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 2 Promotion of innovation and encouragement of SME participation Exploratory Awards (EA s) Voor het voorbereiden en schrijven van een voorstel voor een Europees project bestond voor MKB s in het Vijfde Kaderprogramma de mogelijkheid tot het aanvragen van een premie van maximaal EUR , de zogenaamde Exploratory Award. Het betrof hier een openstaande oproep, wat betekent dat aanvragen op ieder moment konden worden ingediend. De evaluatie vond steeds plaats in januari, april en september. De deadline voor de laatste evaluatie was 18 april 2001, zodat er in totaal 7 evaluaties plaatsvonden. Dat deze vorm van ondersteuning zeer populair was, blijkt wel uit het feit dat er aanvragen binnenkwamen in Brussel. Hiervan waren er 225 (ruim acht procent) afkomstig van Nederlandse coördinatoren. CRAFT Het CRAFT-programma is de regeling bij uitstek voor consortia van MKB s uit verschillende landen, waarbij het door hen aan R&D-uitvoerders uitbestede onderzoek volledig wordt gesubsidieerd door de Europese Commissie. Bovendien worden de MKB s eigenaar van de resultaten. Voor CRAFT stonden aanvankelijk negen evaluatie s gepland (drie per jaar), ware het niet dat de laatste evaluatie wegens budgettaire redenen werd geannuleerd. Hierdoor werd voor deze laatste evaluatie een ongekend hoog aantal van duizend voorstellen ingediend; veertig procent van het totaal aantal in KP5 ingediende CRAFT-voorstellen! In KP5 hebben 506 Nederlandse organisaties, zowel MKB s als R&D-uitvoerders, deelgenomen aan goedgekeurde CRAFTprojecten. Dit is bijna zeven procent van alle Europese participaties. Projectindieningen onder Nederlandse leiding In heel KP5 zijn projectvoorstellen voor CRAFT ingediend, waarvan de Nederlandse coördinatoren er 180 (7,2 procent) voor hun rekening hebben genomen. Het gemiddelde Europese succespercentage was 35 procent, terwijl dat voor Nederlandse coördinatoren 42 procent was. 76 Nederlandse voorstellen werden goedgekeurd; 8,6 procent van het totaal aantal goedgekeurde voorstellen in Europa. Voor een Exploratory Award hebben 225 Nederlandse MKB-coördinatoren een aanvraag ingediend, waarvan er 121 werden gehonoreerd. Dit is een succespercentage van bijna 54 procent, tegenover het Europese gemiddelde van 43 procent. Participatie van Nederlandse MKB s Bij alle Europese projectvoorstellen voor CRAFT waren 831 Nederlandse MKB s betrokken, waarvan er 332 succesvol waren (veertig procent). Het Europese gemiddelde lag hier op 36 procent. Het Nederlandse MKB was goed voor 6,9 procent van het totaal aantal goedgekeurde voorstellen. Van de mogelijkheid tot het aanvragen van een Exploratory Award hebben 449 Nederlandse MKB s gebruik gemaakt. Dit is Verdeling over de Thema s acht procent van alle Europese EA-aanvragers. Van deze Nederlandse MKB s was 47 werden ontvangen voor Growth, gevolgd De meeste voorstellen in KP5 (51 procent) procent succesvol; het gemiddelde Europese door Life Sciences (24 procent), IST succespercentage was 43 procent. (10 procent) en Milieu & Energie (15 procent). Deze percentages zijn nagenoeg Participatie van Nederlandse gelijk aan die voor de spreiding van de R&D-uitvoerders goedgekeurde voorstellen over de thema s. Van de 478 projectvoorstellen waar R&Dorganisaties bij betrokken waren, werden er Ontwikkelingen gedurende het 174 goedgekeurd (36 procent). Hiermee kaderprogramma volgt Nederland in grote lijnen het Hoewel het succespercentage van gemiddelde Europese succespercentage. De Nederlandse coördinatoren zowel bij EA als 174 voorstellen vormen 7,1 procent van het CRAFT enigszins is afgenomen ten gevolge totaal aantal goedgekeurde voorstellen in van het toenemend aantal indieningen en het Europa. beperkte budget, is het wel ruim boven het Europese gemiddelde gebleven. PROJECTINDIENINGEN Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage EA CRAFT Totaal PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE MKB S Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen participaties participaties percentage EA CRAFT Totaal PARTICIPATIE VAN NEDERLANDSE R&D-UITVOERDERS Onderdeel Budget in miljoenen euro aantal RTD uitvoerders succesvolle indieningen succespercentage NL EU NL EU NL EU CRAFT INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE VAN MKB S BINNEN ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 2 EA CRAFT EA - Exploratory Awards CRAFT - Co-operative Research Action For Technology Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 23 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

13 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 3 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 3 Improving the human research potential and the socio-economic knowledge base Projectindieningen Het ondersteunend programma Improving Human Potential and the Socio-Economic Knowledge Base (IHP) kent activiteiten op het gebied van mobiliteit en training en activiteiten binnen de kernactiviteit Verdieping fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied. Het programma wordt vaak aangeduid als het Marie Curie-programma. In totaal zijn gedurende het Vijfde Kaderprogramma voorstellen ingediend in het IHP-programma. Hiervan zijn 978 voorstellen ingediend door Nederlandse organisaties of Nederlandse onderzoekers, 7,8 procent van het totaal. Nederland heeft voorstellen ingediend in alle onderdelen van het IHP-programma, met uitzondering van de Marie Curie-ontwikkelingsbeurzen (MC3), waarvoor Nederland geen voorstellen mocht indienen. Marie Curie 1 (MC1) Marie Curie 1 (MC2) Marie Curie 1 (MC3) Marie Curie 1 (MC4) IHP1 IHP2 IHP3 IHP4 IHP5 PUB SE STRATA Het succespercentage van Nederlandse indieningen voor fellowships is in alle gevallen hoger dan het gemiddelde Europese succespercentage. Opvallend is dat Nederlandse organisaties beduidend meer individual fellows (MC1) ontvangen dan dat Nederlandse fellows met een individual fellowship naar het buitenland gaan. Deelname van het Nederlandse bedrijfsleven is vooral goed te zien in de Marie Curie Industry Host fellowships (MC2). Nederland diende maar liefst 22 procent van het totaal aantal voorstellen in. Van die ingediende voorstellen werd 38 procent gehonoreerd. Het aandeel Nederlandse indieningen voor Marie Curie Training Sites (MC4) is ongeveer vijf procent. Het succespercentage van deze voorstellen was enorm hoog: bijna zeventig procent van de Nederlandse indieningen werd gehonoreerd. Het aandeel indieningen - Individuele, terugkeer- en ervaren-onderzoeksbeurzen - Beurzen voor opleiding in het bedrijfsleven (Industry Host) - Ontwikkelingsbeurzen - Opleidingscentra (Marie Curie Training Sites) - Opleidingsnetwerken (Research training Networks) - Research infrastructure - toegang tot infrastructure - Research infrastructure - samenwerkingsnetwerken - Research infrastructure - R&D projecten - Wetenschappelijke conferenties van hoog niveau - Publieksvoorlichting - Verdieping fundamentele kennis op soc-ec. gebied - Strategische analyse voor wetenschaps- en technologiebeleid en het succespercentage van Nederlandse voorstellen voor Research Training Networks (IHP1) ligt dicht bij het Europees gemiddelde. De aantallen bij de drie laatstgenoemde activiteiten betreffen de projecten. Bij deze activiteiten kunnen meerdere fellows worden aangesteld per project. Het totaal aantal fellows is helaas niet bekend. Bij Research Infrastructures is een genuanceerder beeld te zien. Nederlandse organisaties zijn met name succesvol geweest bij Access to Research Infrastructures (IHP2). Nederland heeft relatief weinig voorstellen ingediend voor High Level Scientific Conferences (IHP5); slechts drie procent van het Europees totaal. Het succespercentage van Nederlandse voorstellen is gelijk aan het Europese succespercentage. Hoewel Nederlandse organisaties wel relatief veel voorstellen voor de kernactiviteit Verdieping fundamentele kennis op sociaal-economisch gebied hebben ingediend, was het succespercentage hiervoor helaas laag. In KP5 konden aanvragen voor Marie Curie-fellowships niet alleen worden gedaan in het IHP-programma, maar ook in de thema s. Helaas zijn hiervan de gegevens maar slechts ten dele bekend. Participatie van Nederlandse organisaties In het IHP-programma worden de voorstellen voor een aantal activiteiten ingediend door één enkele partij. Het aantal projectindieningen is daarmee gelijk aan het aantal participaties. Daar waar de voorstellen wél worden ingediend door een consortium zijn helaas dermate weinig gegevens beschikbaar dat geen goed overzicht van het aantal participaties van Nederlandse organisaties kan worden gegeven. Ontwikkeling gedurende het kaderprogramma Het aantal Europese en Nederlandse indieningen voor de verschillende onderdelen van het IHP-programma is gedurende het hele kaderprogramma tamelijk stabiel. Bij de Research Training Networks, de Individual Fellowships en de High Level Scientific Conferences is een groei te zien in het aantal Europese indieningen. Het aantal Nederlandse indieningen in deze onderdelen laat veel minder groei zien. Het aandeel Nederlandse indieningen voor individual fellowships is gedurende het hele kaderprogramma laag en varieert van 1,5 procent in 2000 tot drie procent in Het aantal Nederlandse organisaties dat individual fellows ontvangt varieert van vijf procent in 2000 tot 7,8 procent in Een opvallende uitschieter is het aantal Nederlandse indieningen voor Industry Host fellowships in 2001: Nederlandse bedrijven dienden in van de 219 voorstellen in, dus ruim 34 procent! Van dit hoge aantal voorstellen was het succespercentage ook (iets) hoger dan het Europese succespercentage. 24 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 25 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

14 ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 3 PROJECTINDIENINGEN Onder- Budget in Aantal Succesvolle Succes deel miljoen indieningen indieningen percentage MC1 (nat. fellow) 301, MC1 (nat. instituut) MC MC MC IHP IHP IHP IHP IHP5 35, PUB 21, SE STRATA 25 nb nb nb nb Totaal 1340, INGEDIENDE PROJECTEN EN SUCCESPERCENTAGE BINNEN ONDERSTEUNEND PROGRAMMA 3 MC1 (nat. fellow) MC1 (nat. instituut) MC2 MC3 MC4 IHP1 IHP2 IHP3 IHP4 IHP5 PUB SE Nederland en het Vijfde Kaderprogramma 27 Nederland en het Vijfde Kaderprogramma

15 Over deze brochure Deze brochure geeft een overzicht van de resultaten van Nederland in het Vijfde Kaderprogramma over de gehele looptijd van 1998 tot en met Over de resultaten in de jaren 1999, 2000 en 2001 zijn ook aparte overzichten verschenen. Adres Senter / EG-Liaison Juliana van Stolberglaan 3 Postbus AC Den Haag Telefoon +31 (0) Fax +31 (0) info@egl.nl Website Publicatiedatum december 2003

Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005)

Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005) Eerste Snapshot: tussentijdse analyse van de Vlaamse deelname aan het Europese Zesde Kaderprogramma voor Onderzoek (7 november 2005) 1. Inleiding Deze snapshot is een momentopname die in een oogopslag

Nadere informatie

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s

Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten. Meest innovatieve regio s Bijlage 1: Gekozen regio s en hun sterke kanten Meest innovatieve regio s Het Europese Innovatie Scoreboord op regionaal schaalniveau geeft in 2003 zes regio s aan als de leiders van Europa. Deze zijn

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Nederland en het Zesde Kaderprogramma. De eindbalans. in opdracht van

Nederland en het Zesde Kaderprogramma. De eindbalans. in opdracht van Nederland en het Zesde Kaderprogramma De eindbalans in opdracht van Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 Prioriteit 1 16 Levenswetenschappen, genomica en biotechnologie voor de gezondheid Prioriteit 2 20 Technologie

Nadere informatie

Navigatie topsectoren

Navigatie topsectoren Navigatie topsectoren Beleidsthema s en - doelen Beleid in cijfers Beleidsinstrumentarium 1 Versie oktober 215 Beleidsthema s en doelen topsectoren Specifiek beleid, ondersteunend aan doelen Bedrijvenbeleid:

Nadere informatie

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland

Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland MEMO/08/76 Brussel, 7 februari 2008 Grensoverschrijdende territoriale samenwerking: België Duitsland Ierland Frankrijk Luxemburg Nederland Verenigd Koninkrijk Zwitserland 1. Operationeel programma voor

Nadere informatie

Wegwijzer Horizon 2020

Wegwijzer Horizon 2020 Wegwijzer Horizon 2020 1 Voorwoord Deze wegwijzer leidt u door Horizon 2020, hét programma van de Europese Commissie om onderzoek en innovatie (financieel) te ondersteunen. Het geeft een overzicht van

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen

Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen Horizon 2020 Kansen voor Hogescholen DG Onderzoek en Innovatie mei 2013 Inhoud presentatie Opzet toekomstig Europees R&I beleid Hoofdlijnen Horizon 2020 Waar staan we nu? Kansen voor hogescholen in Horizon

Nadere informatie

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020

Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Logistieke uitdagingen en kansen binnen Horizon 2020 Martin Bakker, november 2013 Samenvatting Het nieuwe kaderprogramma voor onderzoek & innovatie van de Europese Unie, Horizon 2020, geeft een breed scala

Nadere informatie

Nederland in KP >> Als het gaat om innovatie

Nederland in KP >> Als het gaat om innovatie Nederland in KP7 2010 >> Als het gaat om innovatie Voorwoord Above all, Framework Programme is a programme for Europeans. It provides tangible evidence of how the EU can improve people s lives. Máire Geoghegan-Quinn,

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Horizon 2020 Secure Societies

Horizon 2020 Secure Societies Horizon 2020 Secure Societies hét Europese programma voor onderzoek en innovatie Paul Kruis, Agentschap NL 12 november 2013 European Union, 2013 Van KP7 naar H2020 Het Zevende Kaderprogramma Security en

Nadere informatie

De definitieve opzet van Horizon 2020

De definitieve opzet van Horizon 2020 De definitieve opzet van Horizon 2020 11 december 2013 Auteur: Martin Bakker (onder verantwoordelijkheid van Davy Pieters) INLEIDING Sinds 2 december 2013 is het wetgevingstraject van Horizon 2020 afgerond.

Nadere informatie

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied

R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied R&D-uitgaven en capaciteit naar wetenschapsgebied In Nederland werd in 2014 in totaal 13,3 miljard uitgegeven aan R&D: wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (de voorlopige cijfers 2015 laten een groei

Nadere informatie

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Publiek gefinancierd energieonderzoek 2018 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) de Monitor publiek

Nadere informatie

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Samenvatting Elf Japanse top-onderzoeksuniversiteiten spraken tijdens zijn bezoek aan

Nadere informatie

HET FWO IN BEELD Een overzicht van de bestedingen in

HET FWO IN BEELD Een overzicht van de bestedingen in HET FWO IN BEELD Een overzicht van de bestedingen in 2002-2010 Inkomsten en besteding Evolutie 2002-2010 & Analyse 2010 Inkomsten evolutie 2002-2010 Inkomsten toelagespreiding 2010 Het FWO had in 2010

Nadere informatie

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018

R&D-barometer Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven. November 2018 R&D-barometer 2018 Onderzoek van VNO-NCW onder de grote Nederlandse R&D-bedrijven November 2018 Inhoud 1. Achtergronden onderzoek 2. Kerncijfers R&D-barometer 2018 3. De trends in R&D; samenwerking blijft

Nadere informatie

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005

Hoe Europeanen denken over biotechnologie en genetisch gemodificeerd voedsel in 2005 Eens in de drie jaar wordt in de Europese Unie onderzoek verricht naar de publieksopvattingen over biotechnologie. Eind 05 zijn in totaal 25.000 respondenten in de 25 lidstaten van de EU ondervraagd. Hier

Nadere informatie

Een Werkende Arbeidsmarkt

Een Werkende Arbeidsmarkt Een Werkende Arbeidsmarkt Bas ter Weel 16 mei2014 Duurzame inzetbaarheid Doel Langer werken in goede gezondheid Beleid gericht op Binden: Gezondheid als voorwaarde voor deelname Ontbinden: Mobiliteit als

Nadere informatie

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het ministerie van

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Oproep Citizen Science 2019

Oproep Citizen Science 2019 Oproep Citizen Science 2019 Budget: Looptijd: Deadline: 1 miljoen euro max. 150.000 per project max. 3 jaar 9 September 2019 om 12u Alle documenten en info op https://ewi-vlaanderen.be/oproep-citizen-science

Nadere informatie

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Wageningen University & Research. Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus Wageningen University & Research Wageningen, 04 November 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s:

Nadere informatie

Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector

Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector Wereld Natuur Fonds Driebergseweg 10 Postbus 7 3700 AA Zeist Tel: +31 30 693 7333 Direct: Fax: +31 30 691 2064 Info@wnf.nl www.wnf.nl Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse

Nadere informatie

Europese InnovatieStimulering (EIS) Mogelijkheden voor onderzoek in internationale context

Europese InnovatieStimulering (EIS) Mogelijkheden voor onderzoek in internationale context Europese InnovatieStimulering () Mogelijkheden voor onderzoek in internationale context Infosessie Europese onderzoeksfinanciering, 23/01/2007 Annelies Vandamme Inhoud presentatie KMO-definitie Subsidiemogelijkheden

Nadere informatie

(1999/C 361/05) Identificatiecode uitnodiging: Growth 2000

(1999/C 361/05) Identificatiecode uitnodiging: Growth 2000 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 361 van 15/12/99 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor

Nadere informatie

Nederland in KP7 2011. >> Als het gaat om innovatie

Nederland in KP7 2011. >> Als het gaat om innovatie Nederland in KP7 2011 >> Als het gaat om innovatie Voorwoord There is no more efficient investment in the future than research and innovation. Máire Geoghegan-Quinn, Eurocommissaris voor Onderzoek, Innovatie

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

Excellente partnerschappen binnen Europa: de KIC s

Excellente partnerschappen binnen Europa: de KIC s Excellente partnerschappen binnen Europa: de KIC s Martin Bakker, 18 februari 2014 Eind 2014 gaan twee nieuwe Europese samenwerkingsverbanden van start. Verspreid over Europa zullen universiteiten, kennisinstellingen,

Nadere informatie

Agendapunt 6: Op weg naar KP8

Agendapunt 6: Op weg naar KP8 Agendapunt 6: Op weg naar KP8 Consultatie ten behoeve van de Nederlandse inzetbepaling Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Waar staan we KP6 is afgerond (2002-2006) Document: Evaluatie achteraf

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Verantwoording selectie Erasmus+ Call KA1 - mobiliteit van personeel. sector primair en voortgezet onderwijs

Verantwoording selectie Erasmus+ Call KA1 - mobiliteit van personeel. sector primair en voortgezet onderwijs Verantwoording selectie Erasmus+ Call 2017 KA1 - mobiliteit van personeel sector primair en voortgezet onderwijs Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training sector primair en voortgezet onderwijs

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006. Ernst & Young ICT Leadership Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing Jaargang 6 17 mei 2006 ICTbarometer Inhoud ICT-conjunctuur ICT-bestedingen Offshore ICT outsourcing

Nadere informatie

Wageningen University & Research. Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus

Wageningen University & Research. Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus Wageningen University & Research Wageningen, 14 Oktober 2017 Prof. dr Arthur Mol, Rector Magnificus 2017 Het begon in 1918 Van Landbouwhogeschool tot University & Research of the Life Sciences 1960s: primair

Nadere informatie

Nederlandse topsectoren in KP7. >> Als het gaat om innovatie

Nederlandse topsectoren in KP7. >> Als het gaat om innovatie Nederlandse topsectoren in KP7 2011 >> Als het gaat om innovatie Voorwoord Kijken in de machinekamer Dit kabinet verbindt bedrijven en kennisinstellingen om de kansen te benutten die economische en maatschappelijke

Nadere informatie

Stimulering Europees Onderzoek

Stimulering Europees Onderzoek Call for proposals Stimulering Europees Onderzoek 2016 Den Haag, oktober 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 1 1.3

Nadere informatie

Europese vergelijking systemen van volwasseneneducatie en aanpak laaggeletterdheid

Europese vergelijking systemen van volwasseneneducatie en aanpak laaggeletterdheid Europese vergelijking systemen van volwasseneneducatie en aanpak laaggeletterdheid Dr. Maurice de Greef Prof. dr. Mien Segers 06-2016 Maastricht University, Educational Research & Development (ERD) School

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

(Deel B: Energie-Sleutelacties 5 en 6) (1999/C 77/13)

(Deel B: Energie-Sleutelacties 5 en 6) (1999/C 77/13) bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 77 van 20/03/99 Eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden in het kader van het specifiek programma voor onderzoek,

Nadere informatie

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. ONDERZOEKSRAPPORT Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut. Introductie In het Human Capital 2015 report dat het World

Nadere informatie

Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd C 159/10 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1.6.

Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd C 159/10 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1.6. NL C 159/10 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1.6.2001 RECTIFICATIES Rectificatie van de oproep tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden in het kader van het specifiek programma

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument

Verantwoordingsdocument Verantwoordingsdocument Lerende mobiliteit (KA1) Call 2017 Middelbaar beroepsonderwijs (mbo) - juni 2017 aangevuld in juni 2018* *zie pagina 3 Verantwoordingsdocument KA1 mbo call 2017 Inleiding Lerende

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie

Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Europese EFRO-subsidies voor innovatie en CO 2 -reductie Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) stimuleert Europa de regionale

Nadere informatie

DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen. Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis. 19 oktober 2016

DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen. Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis. 19 oktober 2016 DOC en EZ-innovatiebeleid: dat moet (kunnen) passen Luuk Klomp Plv directeur Innovatie en Kennis 19 oktober 2016 Beleidsthema s en doelen innovatie 1 Generiek spoor: ruimte voor ondernemers Doelen: NL

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT. RvT maart 2013

Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT. RvT maart 2013 Uw business case voor energiebesparing TKI-ISPT RvT maart 2013 Het topsectorenbeleid Overheid, Rijksdient voor ondernemend Nederland Tenders voor Demo, pilot en Early adapter projecten Topcluster voor

Nadere informatie

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling #BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling Artikel 1: Situering De Europese Week van de Sport is een initiatief van de Europese Commissie om sport en lichaamsbeweging

Nadere informatie

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten

-2- Opleiding, opleidingen en onderwijs aan de universiteiten Verklaring van Münster omtrent de onderlinge relaties op het gebied van hoger onderwijs, wetenschap en onderzoek tussen Nederland, de Vlaamse Gemeenschap van België, het Groothertogdom Luxemburg, Nederland

Nadere informatie

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel 2012. Datum uitgave. Januari 2013. onderwerp Startende ondernemers in beeld Rapport Startersprofiel 2012 van Datum uitgave Januari 2013 onderwerp Startende ondernemers in beeld Pagina 1 van 12 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Kerncijfers startende ondernemers... 4 2.1 Meer

Nadere informatie

AANBEVELING AANGAANDE HET EUROPESE OPLEIDINGS- EN MOBILITEITSPROGRAMMA VOOR ONDERZOEKERS

AANBEVELING AANGAANDE HET EUROPESE OPLEIDINGS- EN MOBILITEITSPROGRAMMA VOOR ONDERZOEKERS AANBEVELING AANGAANDE HET EUROPESE OPLEIDINGS- EN MOBILITEITSPROGRAMMA VOOR ONDERZOEKERS VRWB-R/AANB-16 26 maart 1998 AANBEVELING AANGAANDE HET EUROPESE OPLEIDINGS- EN MOBILITEITSPROGRAMMA VOOR ONDERZOEKERS

Nadere informatie

Innovatie in samenwerking. Jasper Wesseling Plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie Ministerie van Economische Zaken

Innovatie in samenwerking. Jasper Wesseling Plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie Ministerie van Economische Zaken InnoTeP 2013 Innovatie in samenwerking Jasper Wesseling Plaatsvervangend directeur-generaal Bedrijfsleven & Innovatie Ministerie van Economische Zaken Stimuleren en maximeren van technologische vernieuwing

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant

Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant Factsheetrapportage sector biobased economie De provincie Noord-Brabant heeft door Etil het onderzoek 'Arbeidsmarktanalyse HCA Noord-Brabant' laten uitvoeren. Om het

Nadere informatie

Nieuwsbrief KP7 en Eureka: R&D over de grens

Nieuwsbrief KP7 en Eureka: R&D over de grens Nieuwsbrief KP7 en Eureka: R&D over de grens In het Kaderprogramma draait alles om onderzoek en innovatie. Deelnemers aan een project moeten aan allerlei Brusselse regels voldoen, waaronder het bijhouden

Nadere informatie

TOELICHTING. bij de diapresentatie. Publiek gefinancierd Energieonderzoek 2013

TOELICHTING. bij de diapresentatie. Publiek gefinancierd Energieonderzoek 2013 TOELICHTING bij de diapresentatie Publiek gefinancierd Energieonderzoek 2013 (Monitor) 1 De overheid voert energie- en innovatiebeleid, en draagt binnen de gegeven beleidskaders rechtstreeks dan wel via

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Stimulering Europees Onderzoek

Stimulering Europees Onderzoek Call for proposals Stimulering Europees Onderzoek 2015 Den Haag, juli 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 1 1.3 Geldigheidsduur

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

IenM & INTERREG: Circulaire economie

IenM & INTERREG: Circulaire economie IenM & INTERREG: Circulaire economie Inhoud INTERREG t.o.v. andere fondsen context INTERREG zelf De programma s: verschillend en hetzelfde Toegevoegde waarde Succesvol project Deelname INTERREG 2007-2013

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid. Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer

Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid. Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer Draagvlak bij burgers voor duurzaamheid Corjan Brink, Theo Aalbers, Kees Vringer Samenvatting Burgers verwachten dat de overheid het voortouw neemt bij het aanpakken van duurzaamheidsproblemen. In deze

Nadere informatie

In de beleidsnota staat dat de Vlaamse kennisinstellingen opvallend veel samenwerken met de bedrijfswereld.

In de beleidsnota staat dat de Vlaamse kennisinstellingen opvallend veel samenwerken met de bedrijfswereld. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 127 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 17 november 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Spin-offbedrijven - Stand van zaken Met betrekking

Nadere informatie

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten Huishoudensprognose 26 2: belangrijkste uitkomsten Elma van Agtmaal-Wobma en Coen van Duin Het aantal huishoudens blijft de komende decennia toenemen, van 7,2 miljoen in 26 tot 8,1 miljoen in 23. Daarna

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET)

Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET) bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C298 van 30/09/97 Leden van de organisaties voor de bevordering van energietechnologieën (FEMOPET) Oproep tot het indienen van voorstellen voor de

Nadere informatie

Stock picking in bange tijden: Innovatie als keuze criterium

Stock picking in bange tijden: Innovatie als keuze criterium Stock picking in bange tijden: Innovatie als keuze criterium 1. In de huidige aandelenmarkten lijkt het onmogelijk om grote volatiliteit te vermijden en een gezonde performance met een beheerst risico

Nadere informatie

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven

Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven Innovatie en samenwerking door Utrechtse bedrijven 2008-2012 Ester Hilhorst Economic Board Utrecht April 2014 Samenvatting Vinger aan de pols Innovatie is sterk verbonden met vooruitgang, vernieuwing en

Nadere informatie

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 M200410 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 Exportthermometer Jolanda Hessels Kees Bakker Zoetermeer, november 2004 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 In 2003 laat de export

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Horizon 2020. MKB instrument & Fast track to Innovation. Martijn Lammers. Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020.

Horizon 2020. MKB instrument & Fast track to Innovation. Martijn Lammers. Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020. Horizon 2020 MKB instrument & Fast track to Innovation 10 juni 2015 Martijn Lammers Nationaal Contactpunt voor het MKB in Horizon 2020 2 1 Boodschap 3 MKB instrument: wat is het? Financiering voor High

Nadere informatie

Leasingmarkt in Nederland Marktcijfers 2014

Leasingmarkt in Nederland Marktcijfers 2014 Leasingmarkt in Nederland Marktcijfers 2014 Nederlandse Vereniging van Leasemaatschappijen NVL Samengesteld door: Peter-Jan Bentein, Secretaris 31 maart 2015 Versie 1.0 (Leden) Productievolume Productievolume

Nadere informatie

Potplanten en jonge planten 2007

Potplanten en jonge planten 2007 Importnota Potplanten en jonge planten 2007 HBAG Bloemen en Planten Aalsmeer, oktober 2008 Jan Lanning Monique Sassen Inleiding Het HBAG Bloemen en Planten heeft op basis van het meest recente AIPH-Union

Nadere informatie

Topsectoren. Bouwstenen van Bedrijvenbeleid. Hoofdstuk: In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken

Topsectoren. Bouwstenen van Bedrijvenbeleid. Hoofdstuk: In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken Bouwstenen van Bedrijvenbeleid Hoofdstuk: Topsectoren In opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie van het ministerie van Economische Zaken Klik hier voor de handleiding van deze presentatie Versie maart

Nadere informatie

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018

Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018 Nationaal Evaluatie Comité Lerende mobiliteit (KA1) Call 2018 Volwasseneneducatie (ve) 18 april 2018 Inleiding Lerende Mobiliteit, ook wel Mobiliteit of KA1 genoemd, is één van de drie key actions die

Nadere informatie

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Peiling over Europa en EDIC

Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Peiling over Europa en EDIC Datum: september 2013 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Ad Manders tel.: (024) 329 98 89 emailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015

ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2011 tot en met 2015 Ministerie van Veiligheid en Justitie ADOPTIE Trends en Analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 211 tot en met 215 Februari 216 Overzicht van het aantal verleende beginseltoestemmingen

Nadere informatie

Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland

Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland Voor het eerst in zeven jaar stijgt het aantal snelgroeiende bedrijven weer in Nederland Voornamelijk binnen de zakelijke dienstverlening neemt het aandeel snelgroeiende bedrijven snel toe. Binnen de topsectoren

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

De HoGent. Internationaal sterk in Health and Wellbeing

De HoGent. Internationaal sterk in Health and Wellbeing De HoGent Internationaal sterk in Health and Wellbeing Internationalisation Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek In co-creatie met werkveld en studenten Multidisciplinair onderzoek Zorg en maatschappij

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Publiek gefinancierd energieonderzoek 2016 In opdracht van het ministerie van Economische Zaken Inleiding Jaarlijks brengt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het ministerie

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C381 van 16/12/97 Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden (geavanceerde opleidingscursussen) in het kader van het specifieke

Nadere informatie

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011 Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen Heleen de Coninck, 13 september 2011 Energieonderzoek Centrum Nederland Grootste energieonderzoekcentrum van Nederland Missing link tussen

Nadere informatie

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012 2 INHOUD Management samenvatting... 3 Respondenten... 3 Conclusies... 4 1. Inleiding... 6 2. Uitkomsten per vraag... 6 2.1 Energie en energiebesparing binnen de organisatie...

Nadere informatie

Resultaat: 566 projecten mogelijk

Resultaat: 566 projecten mogelijk Resultaat: 566 projecten mogelijk 1 In 2014 heeft Skanfonds bijna 10 miljoen aan 566 projecten toegekend. Stuk voor stuk helpen de projecten kansen scheppen voor kwetsbare mensen in de samenleving. Besteding

Nadere informatie

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed

Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 18 januari 25 Institutionele beleggers verwachten meer te beleggen in vastgoed Drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie