In de beleidsnota staat dat de Vlaamse kennisinstellingen opvallend veel samenwerken met de bedrijfswereld.

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 127 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 17 november 2014 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Spin-offbedrijven - Stand van zaken Met betrekking tot spin-offs stelt de KU Leuven het volgende: Een spin-off bedrijf oprichten is een mechanisme om technologie, kennis en/of intellectuele eigendom over te dragen, waardoor resultaten van universitair onderzoek commercieel worden verzilverd. Dit houdt dus in dat de economische activiteit van een spin-off vertrekt van aan de universiteit ontwikkelde wetenschappelijke of technologische kennis. Het spin-off bedrijf vertaalt deze onderzoeksresultaten in commerciële producten en/of diensten. Om van een spin-off te kunnen spreken moet er kennis of technologie van de universiteit naar het bedrijf worden overgedragen. Het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) onderscheidt drie types van onderzoeksmandaten: - gericht op de oprichting van een spin-off; - gericht op de transfer van basisonderzoek naar bestaande bedrijven; - bestaande spin-offs en gericht op onderzoek binnen een onderzoeksinstelling. In de beleidsnota staat dat de Vlaamse kennisinstellingen opvallend veel samenwerken met de bedrijfswereld. 1. Hoeveel spin-offs werden opgericht sinds 2000? Graag een overzicht per jaar en opdeling naar: d) aandeel tewerkstelling. Hoeveel mensen stellen de spin-offs tewerk? 2. Hoeveel van de spin-offs, opgericht sinds 2000, zijn opgericht in een universiteit (KU Leuven, UGent, )? Graag een overzicht per jaar en opdeling naar: d) aandeel tewerkstelling. Hoeveel mensen stellen de spin-offs tewerk? 3. Hoeveel van de spin-offs, opgericht sinds 2000, zijn opgericht in een kennisinstelling, anders dan een universiteit? Graag een overzicht per jaar en opdeling naar:

2 d) aandeel tewerkstelling. Hoeveel mensen stellen de spin-offs tewerk? 4. Om welke reden werd de spin-off stopgezet? Graag een overzicht per jaar sinds 2000 en opdeling naar: a) naam, aard en oprichtingsjaar van de spin-off; b) reden van stopzetting; c) indien de spin-off werd overgenomen: door wie werd ze overgenomen en in welk jaar? 5. Hoeveel subsidies kreeg de spin-off? Graag een overzicht per jaar sinds 2000 en opdeling naar: a) naam, aard en oprichtingsjaar van de spin-off; b) aandeel toegekende subsidie in euro. 6. In welke verhouding ligt Vlaanderen tegenover de rest van Europa inzake de werking, het type en de tewerkstelling binnen zijn spin-offs? 7. Welke maatregelen neemt de minister (of zal hij nemen) om de oprichting van spinoffs in Vlaanderen te bevorderen?

3 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 127 van 17 november 2014 van ROBRECHT BOTHUYNE 1-5. Antwoorden op vraag 1 t.e.m. 5 kunnen teruggevonden worden in de overzichtstabel in bijlage 1. Noot bij de tabel: a) De tabel werd opgesteld op basis van gegevens geleverd door ECOOM en de afzonderlijke Soc s. Een aantal spin-offs worden zowel vermeld in de lijst van de universitaire spin-offs als in de lijst van de Soc s (deze zijn gemarkeerd in de tabel). De verschillen die voorkomen tussen tewerkstellingsgegevens van de VIB spin-offs, is te wijten aan verschillende jaren van datacollectie (2013 (tabel universiteiten) tov 2014 (tabel Soc s)). b) De meegedeelde (financiële) gegevens van de spin-offs hebben betrekking op de publieke beschikbare gegevens. Sommige bedrijven hebben, in overeenstemming met de daarvoor geldende regelgeving, beslist de andere gegevens niet publiek te maken omwille van confidentialiteits- en concurrentieredenen en wij respecteren deze beslissing en de confidentialiteit ervan. 6. Een recente benchmark van de economische prestaties van de vijf Vlaamse associaties met de universiteiten van Cambridge (UK, UC), Aarhus (Denemarken, AU), Edinburgh (Schotland, UE) en Eindhoven (Nederland, TU/e) en Europese cijfers laat zien dat over het geheel genomen de Vlaamse universiteiten consistent hoger scoren dan het Europese gemiddelde. De AKU Leuven presteert extreem goed en de andere universitaire associaties, en met name AUGent en UAB, heel goed. De vergelijking betreft octrooien, inkomsten uit contractonderzoek en licenties en spinoffs. Enkele concrete cijfers wat spin-offs betreft: Tabel 1. Aantal spin-offs per jaar per universiteit of aggregatie AKU Leuven 7,0 5,0 5,0 8,0 3,0 AUGent 5,0 7,0 4,0 4,0 5,0 AUHA - 2,0 4,0 3,0 1,0 UAB 2,0 1,0 1,0 3,0 1,0 AUHL 2,0 1,0 1,0 2,0 1,0 KTS ,6 - - Proton ,6 1,5 1,9 1,9-1 Proton studie van Het gaat om gegevens over Europese gemiddelden voor enkele van de indicatoren. Proton is een Europese organisatie die als doel heeft om Europese data over valorisatie te verzamelen en de indicatoren te standaardiseren (men is recent samengegaan met ASTP). Bijdragen worden geleverd door nationale valorisatieorganisaties. Proton is vooral gericht op het verzamelen en presenteren van data over de prestaties van technology transfer offices en publiceert de verzamelde data periodiek. De Knowledge Transfer Studies (KTS) worden elke twee jaar gepubliceerd en hebben een breder blikveld dan Proton. KTS richt zich op publieke onderzoeksinstellingen in het algemeen. De focus van KTS is ten opzichte van Proton meer verschoven naar

4 KTS ,6 - TU/e 12,0 10,0 5,0 5,0 - UE 6,0 1,0 8,0 5,0 4,0 AU UC - 2,00 2,00 1,00 2,00 Freiburg 4,2 3 Tabel 2. Aantal spin-offs per universiteit of aggregatie per 1000 onderzoekers Gemiddeld AKU Leuven 4,8 3,4 3,4 5,3 2,0 3,8 AUGent 3,5 4,6 2,5 2,5 3,0 3,2 AUHA - 3,1 6,3 4,9 1,6 4,0 UAB 3,8 1,9 1,9 5,9 2,0 3,1 AUHL 12,0 5,6 5,5 11,4 5,4 7,9 KTS , ,6 Proton2011 1, ,7 KTS ,6 1,6-1,6 TU/e 27,5 13,0 6,3 6,6-11,6 UE 1,8 0,3 2, ,4 AU 0,2 0,2 1,0 0,2 - - UC - 0,7 0,7 0,3 0,0 0,6 Freiburg 1,7 Op de genormeerde score voor het aantal spin-offs per universiteit scoort AUHL het hoogst, gevolgd door de AKU Leuven. De scores van de andere associaties liggen dicht bij elkaar en zijn allen aanzienlijk hoger dan de Europese gemiddelden en Edinburgh. Ook Eindhoven scoort hoog maar heeft dit vooral te danken aan een uitschieter in Over het geheel genomen kunnen we concluderen dat de Vlaamse universiteiten consistent hoger scoren dan het Europese gemiddelde en de andere Europese universiteiten in de benchmark, de AKU Leuven extreem goed presteert en de andere universitaire associaties, en met name de AUGent en de UAB, heel goed. onderzoeksindicatoren en indicatoren voor intellectueel eigendom 2 Knowledge Transfer Studies van 2012 en Het gaat om gegevens over Europese gemiddelden voor enkele van de indicatoren. De Knowledge Transfer Studies (KTS) worden elke twee jaar gepubliceerd en hebben een breder blikveld dan Proton. KTS richt zich op publieke onderzoeksinstellingen in het algemeen. De focus van KTS is ten opzichte van Proton meer verschoven naar onderzoeksindicatoren en indicatoren voor intellectueel eigendom 3 Voor de Universiteit Freiburg is enkel het cijfer over het gemiddelde voor de periode beschikbaar. 4 A start-up is defined in the questionnaire as a company specifically established to exploit technology or know-how created by the institution under consideration.

5 Wat betreft spin-offs bij de SOC s: Bij Flanders Make (SOC maakindustrie) werden nog geen spin-offs opgericht. In het evaluatierapport van het VIB (2011) staat: in vergelijking met de benchmarkinstituten uit deze studie ligt het aantal start-ups dat het VIB opgestart heeft niet bijzonder hoog, maar de succesratio en de kwaliteit (wat betreft investeringen van venture capitalist en de werkgelegenheid) zijn uitstekend. De efficiëntie en de kwaliteit van de spin-offs zal opnieuw ook worden onderzocht in de algemene evaluatie van VIB, IMEC en iminds in 2016 en VITO in SOFI (spin-off financieringsinstrument) bij PMV. PMV investeert in incubatieprojecten en spin-offbedrijven van de vier gerenommeerde strategische onderzoekscentra die Vlaanderen rijk is. Ook beloftevolle ondernemingsprojecten van universiteiten en hogescholen komen aan bod. BIJLAGE Overzichtstabel spin-offs soc s en universiteiten