Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 23 juni 2016

Transcriptie

1 Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus CE Utrecht Telefoon Fax Verslag openbare vergadering commissie Mens & Samenleving d.d. 23 juni 2016 Verslag door: Geertjan Benus (in opdracht van de griffie, eindredactie vóór aanbieding van het verslag aan de griffie). Datum verslag: 4 juli 2016 Vaststelling verslag: De commissie stelt dit verslag definitief vast in de vergadering van september Eventuele wijzigingen op dit verslag worden verwerkt in het verslag van die vergadering. Aanwezig: 23 juni s ochtends: De voorzitter, mevrouw B.Paardekooper, de burgemeester J. van Zanen en de wethouders K. Diepeveen, en V. Everhardt en voorts de leden mevrouw A.M. Podt (D66), mevrouw A. Knip (D66), de heer K. Verschuure (D66), de heer S. de Vries (GroenLinks), de heer F. Dekkers (GroenLinks), mevrouw J. Tielen (VVD), de heer A. van Schie (VVD), mevrouw Q. Rajkowski (VVD), de heer M. Eggermont (SP), mevrouw H.Koelmans (SP), mevrouw D. Ten Hoor (CDA), mevrouw J. Inkelaar (ChristenUnie), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), de heer R. Post (PvdA), de heer E. Derks (PvdA), de heer J. Koppelaar (Student & Starter). Bovendien is de heer M. Kiewik (commissiegriffier) aanwezig en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). 23 juni s middags: De voorzitter, de heer S, van Waveren en de wethouders P. Jansen en K. Diepeveen, en voorts de leden mevrouw S. Baş (D66), de heer B. Meijer (D66), mevrouw B. Paardekooper (GroenLinks), mevrouw M. de Regt (GroenLinks), de heer S. de Vries (GroenLinks), mevrouw J. Tielen (VVD), mevrouw N. van Gemert (SP), mevrouw M. Metaal (CDA), mevrouw G. Bouazani (PvdA), mevrouw B.Dibi (PvdA), mevrouw R. Freytag (Student & Starter), de heer H. Stahl (Stadsbelang Utrecht). Bovendien is de heer M. Kiewik (commissiegriffier) aanwezig en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). 23 juni s avonds: De voorzitter mevrouw G Bouazani, de wethouder V. Everhardt, en voorts de leden mevrouw S. Baş (D66), de heer B. Meijer (D66), de heer A. Kleuver (D66), de heer P. van Corler (GroenLinks), mevrouw N. van Gemert (SP), mevrouw B. Dibi (PvdA), de heer R. Post (PvdA), mevrouw M. Metaal (CDA), de heer H. Stahl (Stadsbelang Utrecht), de heer J. Koppelaar (Student & Starter), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), mevrouw R. Freytag (Student & Starter). Overigens zijn aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I Arets (commissiesecretaris). En overigens: Ambtelijke vertegenwoordigers van gemeentelijke afdelingen. Niet aanwezig: Agenda: 23 juni Inhoudsopgave Opening en mededelingen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Ingekomen stukken Verslagen van en voor de commissie Mens en Samenleving Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Geldof Raadsbrief Culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum Raadsbrief Procesbeschrijving culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum Commissiebrief Bundeling van advies- en cliëntenraden en belangenorganisaties in het sociaal domein: stand van zaken Commissiebrief Handhavingsprogramma s Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten Burgemeester Zienswijze conceptbegroting BghU Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Kreijkamp Commissiebrief Derde voortgangsrapportage Meedoen naar Vermogen Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Diepeveen Commissiebrief Jaarverslag Dierenwelzijn Beantwoording technische vragen PvdD over jaarverslag Dierenwelzijn Pagina 1 van 56

2 Commissiebrief Concept nota tarievenbeleid sportaccommodaties Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Jansen Concept zienswijze begrotingen en 2017 GGDrU Commissiebrief Derde Voortgangsrapportage transitie Zorg voor Jeugd Commissiebrief Pilot levensgebeurtenissen Onderzoeksvoorstel Evaluatie pilot levensgebeurtenissen Commissiebrief Afbouwregeling Woonlastenfonds Commissiebrief Amendement 62 extra inzet op schuldhulpverlening Commissiebrief Auditrapport Geen schuld meer Commissiebrief Handhavingprogramma's 2016: handhavingprogramma Inspectie Kinderopvang Beantwoording opmerkingen toezeggingenlijst en vragen uit de commissie Lijst van toezeggingen Opening en mededelingen Opening 23 juni s ochtends De voorzitter, mevrouw Paardekooper, opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. De portefeuilles van wethouders Diepeveen, Geldof, Kreijkamp en de burgemeester zijn aan de orde. 70 Mededelingen vanuit het college aan de commissie Burgemeester Van Zanen doet in het verloop van de vergadering aan het einde van het eerste dagdeel een mededeling over een voornemen van het college een Informatiebijeenkomst te houden in Overvecht voor bewoners vanwege een liquidatie in die wijk. Die vond plaats in de criminele sfeer. Er is geen enkele reden tot paniek. De burgemeester kan zich voorstellen dat de bewoners zijn geschrokken. Ook om die reden is een informatiebijeenkomst zinvol. Heropening 23 juni s middags De voorzitter, de heer S. van Waveren, opent de vergadering omstreeks uur. De portefeuilleonderdelen van wethouder Diepeveen zijn aan de orde. En vervolgens de portefeuilleonderdelen van wethouder Jansen. Hij veronderstelt dat de commissie bekend is met de beoogde spreektijden. Hij noemt de agendapunten zoals ze zijn voorgesteld door de agendacommissie. 80 Heropening 23 juni s avonds De voorzitter, mevrouw Bouazani, deelt mee geen berichten van verhindering te hebben ontvangen. Vanavond worden de agendapunten van wethouder Everhardt behandeld. Mededelingen van het college Geen Vaststellen agenda en inventarisatie te bespreken agendapunten Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de ochtendvergadering van 23 juni 2016 De voorzitter stelt de agenda conform vast. De raadsvoorstellen die de A of de B-status krijgen, komen aan de orde in de raadsvergadering van 7 juli. Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de middagvergadering van 23 juni 2016 De voorzitter stelt de agenda conform het voorstel vast. Inventarisatie van de te bespreken agendapunten in de avondvergadering van 23 juni 2016 Een raadsvoorstel (concept zienswijze begrotingen en 2017 GGDrU) en vijf commissiebrieven staan op de agenda. De voorzitter noemt de commissiebrieven. Zij stelt de agenda conform het voorstel vast Ingekomen stukken 23 juni in de ochtend Geen. 23 juni in de middag Geen. 23 juni in de avond Geen. 4. Verslagen van en voor de commissie Mens en Samenleving Pagina 2 van 56

3 110 a. Verslag van de openbare vergadering van de commissie Mens en Samenleving van 12 mei Bespreking van het verslag in de ochtendvergadering van 23 juni Het verslag van 12 mei 2016 Betreft de portefeuilleonderdelen die in dit dagdeel aan de orde zijn De commissie heeft geen opmerkingen en stelt het verslag conform vast. Bespreking van het verslag in de middagvergadering van 23 juni Betreft de portefeuilleonderdelen die in dit dagdeel aan de orde zijn. Het verslag van 12 mei 2016 De commissie heeft geen opmerkingen en stelt het verslag conform vast. 120 Bespreking van het verslag in de avondvergadering van 23 juni Betreft de portefeuilleonderdelen die in dit dagdeel aan de orde zijn. Het verslag van 12 mei De commissie heeft geen opmerkingen en stelt het verslag conform vast. b. Het verslag van de commissievergadering op 19 mei 2016 De commissie stelt het verslag conform vast. c. Het verslag van de vergadering van de subcommissie Controle en Financiën van 11 april 2016 De commissie neemt het verslag ter kennisgeving aan Mogelijkheid tot het stellen van rondvragen aan de portefeuillehouders. De ochtendvergadering Mevrouw Podt (D66) vraagt wethouder Diepeveen naar de stand van zaken in een toezegging die gedaan is door zijn voorganger bij de bespreking van de Voorjaarsnota Die toezegging heeft betrekking op een boekje over rechten van ongedocumenteerden. Zij kwam destijds met de wethouder overeen dat er een update zou komen. Zij zag die update nog niet. Wanneer kan de commissie deze update verwachten? Zij vraagt wethouder Geldof over een vorige week verschenen promotiefilm Dit is Utrecht. Die film laat aan mensen van binnen en buiten Utrecht bezienswaardigheden in de stad zien met daarbij mooie kerncijfers. Haar fractie was verbaasd over het beeld van veel witte moeders met kinderwagens. Zij vraagt de aandacht van de wethouder daarvoor en vraagt hem zorg te dragen voor een meer gemêleerd en realistischer beeld van ouderschap in de gemeente Utrecht. Mevrouw Ten Hoor (CDA) stelt wethouder Diepeveen vragen mede namens de heer De Vries van GroenLinks naar aanleiding van het amendement in 2013 Meer middelen voor amateurkunst op Wijkniveau. De raad nam dat amendement destijds unaniem aan. Daarin staat dat euro extra besteed zal worden in de komende Cultuurnotaperiode voor amateurkunst op wijkniveau. Dat advies van de commissie is al gepresenteerd. Ook de instellingen die een aanvraag indienden, zijn daarvan op de hoogte. Zij merkt op dat over het bedrag van euro nog vragen zijn. Zeker vanwege gederfde gelden uit het Wijkactieplan hadden de instellingen op wijkniveau gehoopt iets extra s te krijgen uit het bedrag van euro zodat daarmee het gat iets zou worden opgevuld. Zij vraagt of dit bedrag al meegenomen is in het advies van deze commissie. Zo ja, vraagt zij of iets eerder inzichtelijk te maken is hoe dit zal zijn voor september omdat de instellingen graag willen weten waar ze aan toe zijn. Wanneer dat nog niet het geval is, wil zij graag weten of eerder duidelijkheid te geven is over de verdeling. Zij doet de suggestie met een brief de instellingen op de hoogte te brengen. Mevrouw Koelmans (SP) vraagt wethouder Geldof (publieksdienstverlening) over de dienstverlening aan het loket bijzondere doelgroepen. De SP begreep van hulpverleners in de sector dak- en thuislozen dat deze doelgroep eventueel samen met een hulpverlener alleen een bijstandsuitkering kunnen aanvragen bij het loket zelf; zij moeten bij de inloopfunctie langskomen en zij kunnen geen afspraak maken. Dat leidt soms tot uren wachttijd. Het lijkt de SP zinnig de inloopfunctie te behouden voor de aanvraag van een bijstandsuitkering, maar het lijkt de SP eveneens zinnig om ook de mogelijkheid te bieden aan haar cliënten om de aanvraag te doen via een afspraak. Zij vraagt hierover een toezegging van de wethouder. 160 De heer Eggermont (SP) vraagt de burgemeester een signaal af te geven aan de brandweer dat de raad niet te spreken is over de respectloze wijze waarop de onderhandelingsdelegatie van de VNG de onderhandelaars van ook de Utrechtse brandweer heeft tegemoet getreden door niet te komen opdagen in de Uithof. De heer De Vries (GroenLinks) sluit zich hierbij van harte aan. Ten tweede vraagt hij naar aanleiding van het arbeidsconflict bij de brandweer of de burgemeester wil laten horen dat de huisbezoeken van de politie in Amsterdam aan brandweerlieden, in Utrecht niet zullen plaatsvinden. Hij stelt deze vraag ook namens GroenLinks. De middagvergadering Pagina 3 van 56

4 Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) vraagt wethouder Jansen haar vraag door te geven aan wethouder Geldof die op dit tijdstip niet aanwezig kon zijn. Al eerder vroeg haar fractie aandacht voor een groep inwoners van De Meern die dringend behoefte hebben aan hondenspeelveld bij hen in de buurt langs Het Lint. Ook is er contact met een andere groep bewoners, bestaande uit meer dan 50 personen die aan het einde van de Vicuslaan in De Meern een hondenspeelveld willen. De groep ijvert daarvoor al twee jaar. Het wijkbureau staat er positief tegenover. Vaak was er contact tussen de vertegenwoordiger en het wijkbureau. Er was ook een plan ingediend dat 1,5 jaar is blijven liggen omdat daarin een vormfout zou zitten. De bewonersgroep probeert nu contact te leggen met het wijkbureau, maar krijgt steeds te horen dat er nog niets bekend is. Haar vragen aan wethouder Geldof zijn hoe het mogelijk is dat het college in het kader van Utrecht maken we Samen inwoners van Utrecht meer dan twee jaar laat wachten op een gezamenlijke aanpak van een hondenveldje. Wanneer gaat de wethouder in gesprek met deze inwoners om te komen tot een hondenveldje op deze plek in De Meern? De voorzitter merkt op dat dit onderwerp hoort bij het onderdeel openbare ruimte uit de portefeuille van wethouder Geldof. Dit onderwerp betreft de andere raadscommissie. Hij laat het afhangen van wethouder Jansen of hij bereid is de vraag door te geleiden naar wethouder Geldof, of dat hij hierop een antwoord dicht. Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) excuseert zich. Voor het reces vindt geen commissie Stad en Ruimte meer plaats. Zij dacht dat zij deze vraag om die reden in deze commissie zou kunnen stellen. De voorzitter attendeert mevrouw Oskam op de haar bekende middelen om zo nodig hieraan een vervolg te geven. De avondvergadering De heer Meijer (D66) stelt zijn vraag namens zijn collega mevrouw Podt. D66 stelde eerder vragen over het anoniem testen op SOA s voor risicogroepen. Door landelijk beleid zijn mensen met wisselende seksuele contacten uitgesloten van voor hen eerder wél beschikbare anonieme SOA tests bij de SOA-poli. Tijdens de beantwoording van de eerder gestelde vragen, gaf de wethouder destijds aan dat het ingewikkeld was omdat deze testen door de GGD worden uitgevoerd. In maart is in Den Haag een motie van D66 aangenomen. Die maakt het mogelijk dat de gemeente met de GGD Haaglanden gaat regelen deze strenge selectiecriteria los te laten zo dat mensen uit deze voormalige risicogroepen zich anoniem kunnen laten testen. Hij vraagt of de wethouder bereid is alsnog met de GGD regio Utrecht in gesprek te gaan om deze regeling ook voor Utrecht te laten gelden. Mevrouw De Boer (GroenLinks) deelt mee dat in Den Haag vanuit de gemeente actie is ondernomen om iets te doen tegen verdringing door het instellen van een meldpunt en na te gaan wat daarmee mogelijk is. Zij vroeg heeft hier al eerder naar. De wethouder informeerde toen in Den Haag. Nu is men wél zo ver. Is de wethouder van plan om in Utrecht iets soortgelijks te doen? 6. Opmerkingen toezeggingenlijst en beantwoording rondvraagpunten wethouder Geldof Wethouder Geldof beantwoordt de vraag van mevrouw Podt over de promotiefilm Dit is Utrecht. De film toont de vermenigvuldiging van het beeld van moeders met kinderen. Die vermenigvuldiging dient als metafoor voor bevolkingsgroei. Elders in de film zit wel weer een gemêleerd beeld van de bevolking. Hij neemt de suggestie van mevrouw Podt mee. In het najaar zal een nieuwe promotiefilm gemaakt worden en zal het college rekening houden met de suggestie van D66. De wethouder vindt de suggestie van mevrouw Koelmans voor het maken van afspraken voor mensen die in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering prima passen bij de nieuwe dienstverlening. Hij zal die mogelijkheid voor het maken van afspraken zo snel als mogelijk creëren Raadsbrief Culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum De leden van de commissie Stad en Ruimte en wethouder Geldof werden ook uitgenodigd voor de bespreking van dit agendapunt. Geagendeerd door de heer De Vries namens de fracties van GroenLinks, D66, VVD, SP, ChristenUnie en Stadsbelang Utrecht, mevrouw Bouazani, PvdA en mevrouw Metaal (CDA) en de heer Brussaard, CDA. Voor motivering, zie bijlage. 7.2 Raadsbrief Procesbeschrijving culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum De raadsbrief Procesbeschrijving culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum wordt in samenhang besproken met Raadsbrief Culturele voorzieningen Leidsche Rijn, punt 7.1. Ook wethouder Geldof is uitgenodigd voor dit agendapunt. De brief commissie kan de opdrachtverstrekking uitwerking City Hall betrekken bij het betoog. Mevrouw Ten Hoor (CDA) had het liefst gewacht met een agendering nadat de raad op een Raadsinformatiebijeenkomst alle potentiële initiatiefnemers had gehoord. Helaas vond een dergelijke bijeenkomst niet plaats omdat het aan initiatiefnemers ontbreekt. Zij vernam op de meest recente Raadsinformatiebijeenkomst dat het college het Glazen Circus nog aan het lijntje houdt. Initiatiefnemers van het Glazen Circus bevestigden dit na afloop van de bijeenkomst. Zij hadden de indruk dat delen van hun programma in de toekomst mee zouden kunnen in de programmering van een ander initiatief. Een indruk die was blijven hangen na een eerdere Raadsinformatiebijeenkomst. Feit is nu dat het Glazen Circus alleen deze zomer mag programmeren en dat een evaluatie moet uitwijzen wat goed genoeg is voor de toe- Pagina 4 van 56

5 komst. Het CDA vindt het niet zo fraai dat het niet helder was waarop het Glazen Circus kon rekenen. Het CDA had al langere tijd de indruk dat het het college maar niet lukt om deze beloofde trekker voor Leidsche Rijn te realiseren. Met iedere dag die het langer duurt, wordt die indruk versterkt. Een half jaar geleden deed haar collega, de heer Brussaard het voorstel aan de wethouder om van de culturele doelstellingen af te wijken. Daarvan wilde de wethouder niets weten. Het CDA vraagt of de wethouder de kans laat lopen om City Hall aan zich te binden omdat het programma niet helemaal overeenkomt met zijn doelstelling. Of is de wethouder bereid zijn doelstelling iets aan te passen? Zij verneemt graag van hem welke ruimte hij in een dergelijke situatie durft te nemen en of hij af durft te wijken van bepaalde culturele doelstellingen die misschien te ambitieus zijn. De heer Post (PvdA) deelt volledig de kritiek van het CDA op het proces. De PvdA wijkt af van de benadering van het CDA als het gaat om het al dan niet vasthouden aan de culturele voorziening. Hij verneemt graag van het CDA waarom deze fractie dit nu doet. In het verleden zijn duidelijke afspraken gemaakt, ook met de inwoners van Leidsche Rijn over een culturele voorziening en niet over andere voorzieningen. Waarom pleit het CDA ervoor om af te stappen van die culturele voorziening? Mevrouw Ten Hoor (CDA) merkt op dat de woorden van de heer Hendriks van de ASR haar troffen in de Raadsinformatiebijeenkomst: wat hem betreft hoeft het niet Cultuur te zijn met een grote C, maar mag het ook gaan om cultuur meteen kleine c. Zij wil niet volledig af van een culturele instelling. Zij wil meer ruimte en dat iets gerealiseerd wordt dat publiek trekt en cultureel is. Zij zoekt meer ruimte in de ambities van het college. De heer De Vries (GroenLinks) wil de discussie wel aan over cultuur met een grote of een kleine c. Hij zag in de Raadsinformatiebijeenkomst plaatjes van ijsbanen en kerstmarkten. Hij neemt aan dat het CDA en GroenLinks het erover eens zijn dat dat geen cultuur is met een grote óf met een kleine c. Mevrouw Koelmans (SP) hoort het CDA de frustratie uitspreken dat het allemaal zo lang duurt en dat er maar niets komt en dat er maar eens iets gerealiseerd moet worden. Zij vindt dat een beetje apart. Zij vraagt of het CDA nu zegt maar iets neer te zetten onafhankelijk van of dat iets is dat de bewoners of de raad willen. Stelt het CDA voor een gebouw neer te zetten om het daarna maar te zien? Mevrouw Ten Hoor (CDA) is het eens met de heer De Vries. Een kerstmarkt is geen cultuur. Dat is ook niet de beoogde trekker. Richting mevrouw Koelmans merkt zij op te begrijpen dat het zo op haar overkomt. Het CDA wil graag dat de gemeente doorgaat. Zij is het erover eens niet zomaar het eerste het beste idee daar neer te zetten. Die trekker moet er zijn. In eerste instantie werd gesproken over een theater. Zij heeft de indruk dat in bestuurlijk opzicht er overeenstemming over is dat ook dat er niet moet komen. Van belang is dat de publiekstrekker aanvullend is op wat er is in Leidsche Rijn. Zij vervolgt haar betoog in haar termijn. Zij staat op het standpunt dat belofte schuld maakt. Haar fractie vindt het uiterst kwalijk dat het college zijn beloftes vooralsnog niet nakomt. Zij vindt het nog kwalijker hoe de wethouder stapsgewijs de budgettering verlaagt. Vorig jaar halveerde het budget en ging het van 8 naar 4 miljoen euro. Nu wordt euro in mindering gebracht. Het CDA is benieuwd of de wethouder van nu af aan van plan is om het budget voor de publiekstrekker in kleine hapjes op te snoepen. Het CDA vraagt de toezegging van de wethouder dat dat niet het geval is en dat dit de laatste keer is dat gekort wordt op de publiekstrekker in Leidsche Rijn. Momenteel wordt in Leidsche Rijn Centrum hard gebouwd en de opening staat gepland. Het CDA is van mening dat het college op zijn minst verplicht is aan de ontwikkelaars, (aanstaande) inwoners en ondernemers die uitgaan van de publiekstrekker dat zij met de opening van Leidsche Rijn Centrum ook letterlijk zicht hebben op realisatie hiervan. Het CDA krijgt graag de toezegging van de wethouder dat bij 2018 aan die publiekstrekker gebouwd kan worden. Wanneer het college wil dat Leidsche Rijn Centrum een succes wordt, is mevrouw Ten Hoor van mening dat het college heel snel knopen moet doorhakken. Het CDA vindt dan ook dat het college de beloofde reuring moet realiseren die een publiekstrekker met zich mee zou moeten brengen binnen de termijn van nu tot aan de opening. Zij herhaalt haar eerdere inbreng en verneemt graag van andere partijen hoe zij hiertegenover staan. Mevrouw Knip (D66) hoort steeds vaker het woord reuring. Vroeger werden daar begrippen gebruikt als "levendig", bruisend. Wat haar betreft betekent reuring gezellige drukte. Zij vraagt naar de visie van het CDA als het gaat om de verbinding van dat begrip met het begrip cultuur. Wat is die culturele reuring in het winkelcentrum? Mevrouw Ten Hoor (CDA) vraagt zich ook af wat het college bedoelt met dit begrip. Zij denkt dat reuring ontstaat wanneer de gemeente niet een te hoge topcultuur in dit deel van Leidsche Rijn wil neerzetten. Die kleine c vindt zij hierbij passen. Zij verwacht een voorproef te krijgen met de programmering zoals die in de komende zomer. Zij ziet uit naar de gebeurtenissen rond het Berlijnplein en de CineMec. De heer Post (PvdA) betoogde al eerder het zonde te vinden hoe het proces nu loopt en hoe die in de afgelopen periode liep. Deze brief geeft haar niet veel vertrouwen in de toekomst. Hij zet de ontwikkelingen in het perspectief van de geschiedenis en schetst het kleiner worden van het budget. Zijn fractie begrijpt dat zo lang de voorziening er nog niet is, het onzin is om het beschikbare budget op de plank te houden. Hij is van mening dat het college er ook voor had kunnen kiezen het in ieder geval toe te bedelen aan culturele initiatieven in Leidsche Rijn en niet zoals nu gebeurd is aan de algemene middelen. Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. Pagina 5 van 56

6 De heer De Vries (GroenLinks) vraagt of hij het goed begrijpt dat de PvdA ervoor pleit om het beschikbare geld ook beschikbaar te stellen voor culturele initiatieven die op basis van het voorlopige advies buiten de boot dreigen te vallen, zoals Broodnood en de Metaal Kathedraal. De heer Post (PvdA) houdt dat voor goed mogelijk. In de tegenbegroting investeerde zijn fractie euro in de Cultuurcampus van het UCK. Die campus kan komend schooljaar nog net uit met zijn geld en daarna niet meer. Dat zou ook een variant kunnen zijn en daarover zouden de partijen met elkaar kunnen spreken. Het gaat wat hem betreft in ieder geval over de periode vanaf nu totdat de gebouwde voorziening er is. Wat hem betreft had die gebouwde voorziening er al moeten zijn. Hij is er voorstander van het geld vooral voor cultuur en voor Leidsche Rijn te houden. Mevrouw Knip (D66) verneemt desgevraagd van de heer Post (PvdA) dat hij het geld wil bestemmen voor cultuur in Leidsche Rijn en niet voor cultuur in de stad. De suggesties van de heer De Vries klinken de heer Post interessant in de oren: zijn fractie noemde al eerder de Cultuurcampus UCK. Zijn fractie mist in de huidige plannen een visie van het college en een tijdpad. Hij sluit zich aan bij de kritiek van het CDA als het gaat om de manier waarop is omgegaan met het Glazen Circus. Dat verdient geen schoonheidsprijs. Hij vindt het jammer dat een mooie voorziening voor een zo mooie wijk, in een zo negatief daglicht is komen te staan. Hij leest allemaal mooie en dure woorden in de brief: tweesporenbeleid. Opnieuw wordt er een intendant aangesteld, inmiddels de derde al voor Leidsche Rijn. Uiteindelijk moeten al deze initiatieven volgens het college uitmonden in een gebouwde voorziening. Hij vraagt het college wanneer die voorziening gerealiseerd moet zijn als het aan het college ligt. De raad kreeg een brief van de Leidsche Rijn Connectie. Die instelling in Leidsche Rijn maakt zich zorgen over onder andere het advies van de Cultuurnota, maar ook over de stagnatie bij de culturele trekker in Leidsche Rijn. Het lijkt zijn fractie goed om ook met deze organisatie in gesprek te gaan over op welke wijze deze instelling bij kan dragen aan deze voorziening, zowel in de tijdelijke situatie als in de permanente. Hij krijgt hierop graag de reactie van het college. De wijkraad bracht ook een advies uit. Daarop reageerde de wethouder. De PvdA vond die reactie enigszins vrijblijvend. Zijn fractie wil graag weten wat de wethouder precies gaat doen om ook in het vervolgtraject de bewoners en de wijkraad hierbij te betrekken. In de afgelopen tijd zag het bestuur initiatieven die op het laatste moment niet doorgingen, zoals Het Depot aan de Tweede Daalse Dijk. Hij doet de suggestie met die organisatie contact op te nemen om na te gaan of ook voor dat initiatief ruimte zou kunnen zijn in de nieuwe voorziening. De heer De Vries (GroenLinks) wil vandaag geen discussie voeren over de vraag of in Leidsche Rijn al of niet een culturele voorziening moet komen. Het is wat hem betreft duidelijk dat het bestuur daarin ambitie heeft. Inmiddels is het hem helder dat de gemeente daar geen theater moet bouwen. Voor de helderheid daarover refereert hij aan het onderzoek van Lagroup en aan de verschillende marktconsultaties. De zorgen van Groen- Links gaan vooral over het proces, over de wijze, de mate waarin een weging plaatsvindt van maatschappelijke en culturele ambities. Hij krijgt over die weging graag helderheid. GroenLinks zag tijdens de Raadsinformatiebijeenkomst plaatjes van kerstmarkten en ijsbanen. Hij herhaalt zijn standpunt daarover. Hij vraagt helderheid daarover van het college. Zijn fractie vindt het belangrijk dat het initiatief interessant is voor de inwoners van Leidsche Rijn. Een Van de Ende Musical is leuk, maar die is slechts één keer per jaar te bezoeken. Die musicals draaien minimaal een jaar en daarna moet worden gehoopt op een nieuwe musical. In dit opzicht staat zijn fractie niet negatief tegenover het plan van de PvdA, maar ook eerder was ingebracht door inwoners van Leidsche Rijn en cultuurmakers om het geld breder in te zetten voor cultuur in Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern, zonder daarmee de ambitie te verlaten echt iets te doen in Leidsche Rijn Centrum. Hij vindt het buitengewoon verdrietig dat de advisering ertoe leidt dat een aantal interessante partijen buiten de boot dreigt te vallen terwijl veel geld op de plank ligt op haar terrein waarover niet duidelijk is wat ermee te doen. Hij krijgt graag een reactie van het college op de suggestie van de inwoners van Leidsche Rijn en de PvdA. De heer Post (PvdA) is het daarover eens. Hij vindt dat mooi. Dan blijft de vraag wat voor GroenLinks het eindperspectief is. Duidelijk is wat GroenLinks niet wil. De heer De Vries (GroenLinks) vindt dat een goede maar moeilijke vraag. Hij zet uiteen dat op verschillende manieren duidelijk werd dat voor het theater in de markt geen behoefte bestaat. Hij refereert aan het rapport dat hij al eerder noemde van de Leisure Arts groep. Hij adviseert de heer Post dat rapport te lezen wanneer hij dat nog niet had gelezen. Hij brengt ook de navraag bij verschillende theaters in de omgeving van Leidsche Rijn onder de aandacht. Ook daaruit blijkt dat ook die theaters het allemaal moeilijk hebben en dat de slaagkans van een theater in Leidsche Rijn ook om die reden klein zal zijn. Hij noemt in dit verband het overleg dat is genoemd in de procesbrief met Verlinde entertainment, met Van de Ende en met nog een aantal producenten. Ook uit het rapport van de commissie Ter Horst blijkt dat de theaters de crisis nog lang niet te boven zijn. Nog heel veel pijn is te verwachten in de komende jaren. Hij pleitte ervoor daarover eerlijk en helder te zijn. Hij stelt dat daarvoor objectief geen ruimte is. Pagina 6 van 56

7 GroenLinks wil dat de initiatieven die gekozen worden, zeer helder getoetst worden aan culturele en maatschappelijke eisen zoals in het cultuurconvenant. Wat hem betreft neemt het bestuur de criteria en uitgangspunten in het cultuurconvenant over en legt het bestuur die over de initiatieven in Leidsche Rijn. De heer Post (PvdA) vraagt of de heer De Vries het eens is met zijn fractie dat het plan van het college er al lang had moeten liggen. Het college had met deskundigen daarover toch kunnen nadenken? De heer De Vries (GroenLinks) herhaalt zijn inbreng. Hij vindt het vrij logisch en het college te prijzen dat er geen blauwdruk ligt. Niemand zou een blauwdruk moeten willen zonder draagvlak in de samenleving. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Hij herhaalt zijn zorgen over het gevolgde en te volgen proces. Daarmee sluit hij zich aan bij de opmerking van het CDA over het Glazen Circus. Hij hekelt de wijze van werken van het college richting die instelling. Het lijkt hem belangrijk voor de toekomst dat het college zijn relatie met deze organisatie repareert. Hij vindt dat het college een helder kader moet opstellen op basis waarvan er uiteindelijk een keuze of meerdere keuzes te maken zijn. Dat kader moet vastgesteld worden in deze gemeenteraad. Het is hem nu onhelder op basis waarvan het college het beleid uitvoert. Hij benadrukt zijn stellingname in dit dossier. Mevrouw Knip (D66) herhaalt en benadrukt dat in dit dossier vooral het proces belangrijk is. Momenteel is een cultureel intendant aan de slag. In aanvulling op dat kader zou hij graag van de wethouder willen vernemen wanneer het werk van de programmeur een succes is. Zij vraagt hoe dat succes wordt gemeten en getoetst. Hoe houdt het college de raad daarvan op de hoogte? Ook wil zij graag weten hoe het college de bewoners van Leidsche Rijn meeneemt in dit traject. Met betrekking tot de programmering mist zij communicatie naar de hele stad. De heer Post (PvdA) vraagt of mevrouw Knip van mening is dat de 3,7 miljoen die nog beschikbaar is voor cultuur in Leidsche Rijn behouden blijven? Of kan dat geld benut worden ook voor cultuur in de rest van de stad? Of kan dat geld gedeeltelijk naar de algemene middelen gaan? Mevrouw Knip (D66) denkt dat het goed is om die afweging te maken bij de programmabegroting. Dan ligt ook de Cultuurnota voor ter bespreking. Zij pleit ervoor dit geld te laten waar het staat: culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum. De heer Post (PvdA) merkt op dat het geld voor dit moment er staat. Hij herhaalt dat de begroting een belangrijk moment is voor cultuur. Hij begrijpt dat mevrouw Knip niet uitsluit dat zij op het moment van de bespreking bij de begroting een deel van het geld dat nu bestemd is voor Leidsche Rijn zal bestemmen voor andere delen van de stad. Hij vraagt of dat klopt. Mevrouw Knip (D66) denkt dat het verstandig is het proces dat nu gaande is in Leidsche Rijn Centrum zorgvuldig af te wegen. Van belang is nu dat de programmeur aan de slag gaat en dat het bestuur de evaluatie van het werk van de programmeur/intendant beoordeelt. Zij vindt het lastig om op voorhand zaken uit te sluiten of toe te zeggen. Zij denkt het proces van de intendant en de opdracht aan de intendant zwaar te moeten meewegen. Zij doet de suggestie in dat opzicht het najaar 2017 af te wachten. De intendant gaat twee jaar aan de slag. Het onderzoek naar het soort voorziening hoort daar ook bij. De heer Post (PvdA) verneemt van mevrouw Knip (D66) dat haar fractie vindt dat in samenhang afgewogen moet worden tot in hoeverre het geld beschikbaar moet zijn voor cultuur in Leidsche Rijn totdat de gebouwde voorziening er is. Zij benadrukt dat cultuur in Leidsche Rijn zo belangrijk is dat het geld daarvoor bestemd wordt. De heer De Vries (GroenLinks) pleitte niet voor een gebouwde voorziening. Voorop staat dat daar iets op cultureel gebied moet plaatsvinden. Wat hem betreft gaat zoveel mogelijk geld in programmering. De stad heeft al stenen genoeg. Wanneer daarvoor wel een gebouwde voorziening nodig is die zou gaan renderen in maatschappelijke zin, is GroenLinks daar niet op tegen. Hij vindt in deze context het budgetdenken van de PvdA vervelend. Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern komen in vergelijking met andere wijken er zeer goed vanaf als het gaat om de cultuurgelden. Hij vindt niet dat het bestuur enorme medelijden moet hebben met de mensen die in deze wijken wonen. In dat opzicht vindt hij deze discussie surrealistisch. Die gaat niet over wat culturele betekenis heeft, maar vooral over budgetten. Hij spreekt liever over de culturele waarde zelf. De heer Post (PvdA) dacht het eens te zijn met GroenLinks nadat GroenLinks voorbeelden had genoemd van culturele instellingen. Hij dacht dat GroenLinks dit geld in ieder geval aan culturele voorzieningen in Leidsche Rijn wil uitgeven. Hij vraagt of de heer De Vries daar nu al op terugkomt. De heer De Vries (GroenLinks) komt daar niet op terug. Hij maakt een rekensom en kijkt naar instellingen en naar het positieve advies van de adviescommissie. Dan komt hij niet uit op het enorme bedrag dat nu gereserveerd staat voor Leidsche Rijn Centrum. De heer Van Schie (VVD) kan zich aansluiten bij zijn collega's die gezegd hebben dat het nodig is dat er echt iets gaat gebeuren in Leidsche Rijn Centrum. Wat dat betreft is het goed dat er iemand komt die daar de regie gaat voeren en daar de reuring gaat brengen die gewenst is voor de bewoners van Leidsche Rijn er voor de ondernemers. Zijn fractie mist de component samenwerking in de aanpak tot nu toe en in de plannen. Hij ziet dat het liefst zo concreet mogelijk ingevuld. Hij merkt dit door de wijze van aanstelling van de intendant vanuit de gemeente, top down. Dat is voor een liberaal een ongemakkelijke vorm om cultuur te maken, vanuit de gemeente zelf. Hij ver- Pagina 7 van 56

8 zoekt de wethouders dan ook om in de aansturing van de intendant en in de manier waarop het budget wordt ingezet, nadrukkelijk de samenwerking te zoeken met de partners; de commerciële, maatschappelijke en culturele netwerken die rondom Leidsche Rijn-Centrum al bestaan. Er zou wat hem betreft ook ruimte moeten zijn voor bewonersinitiatieven, van huidige en toekomstige bewoners en gebruikers rond het Berlijnplein, om het programma te beïnvloeden. Wat zijn fractie betreft zijn daar dan ook programmeringen welkom van andere culturele partners uit de bestaande Leidsche Rijn Connectie en de oude stad. Hij vindt dat op die plek iets moet gebeuren. Het maakt hem niet uit door welke instelling. Als het dan maar gebeurt onder regie van die intendant en als er maar een soort van wederzijdse synergie kan ontstaan tussen bestaande initiatieven en nieuwe mogelijkheden die met het geld op deze plek worden gecreëerd. Hij denkt in dit verband aan een programmaraad of Stuurgroep waardoor het gevoel ontstaat dat het een programma wordt voor heel-leidsche Rijn-Centrum en niet van één intendant van de gemeente. Hij krijgt hierop graag reactie van de wethouder. De heer Koppelaar (Student & Starter) denkt zich te kunnen aansluiten bij de geuite zorgen. Ook zijn fractie is blij dat deze zomer nu eindelijk een programmering op gang gaat komen. Hij las in de brief dat de programmering na de zomer wordt geëvalueerd. Hij vraagt wat er gebeurt wanneer die evaluatie negatief uitpakt. Wat zal dan worden gedaan om in die tussentijd wel de placemaking te bewerkstelligen. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) sluit zich aan bij de woorden van de PvdA in het bijzonder op het voorstel voor het afgeroomde budget. Zij doet de oproep dat budget wel te investeren in de culturele initiatieven in Leidsche Rijn. Haar fractie steunt de keuze op dit moment nog geen gebouw neer te zetten zodat het geen blauwdruk wordt van bovenaf - in de woorden van de heer De Vries. Wat haar fractie betreft, sluit de gemeente zich aan bij wat er al is en bij waaraan behoefte is. Zij steunt het idee van een soort stuurgroep zoals geopperd door de VVD. De ChristenUnie ziet een vrij ingewikkeld proces op gang komen: enerzijds programmeren vanuit wat er al is en anderzijds een externe speler het plan laten uitwerken. Wat die City Hall inhoudt blijft nog erg vaag. Zij legt de vraag voor of een en ander nog wel te combineren is met de huidige initiatieven. Dat is de belangrijkste vraag van haar fractie op dit moment: of de wethouder ervoor wil zorgen dat die huidige initiatiefnemers onderdeel blijven uitmaken van het gesprek. Zij vraagt hoe de wethouder dat wil waarborgen. Mevrouw Koelmans (SP) is een voorstander van de beweging van onderaf en zij constateert dat die nu wordt ingezet met de placemaking. Het lijkt de SP kansrijker en ook leuker het proces zo vorm te geven en niet daar direct een gebouw neer te zetten waarvan nog niet duidelijk is wat ermee te doen. Zij vindt het programma voor de zomer en het najaar veelbelovend. Het lijkt haar fractie zinnig om in de komende tijd goed te onderzoeken wat de verschillende activiteiten doen. Zij denkt daarbij aan vragen als: wat voor bezoekers trekken de activiteiten, hoeveel bezoekers zijn nodig om de activiteit levendig te kunnen noemen? Hoeveel geven de bezoekers uit? Hoe ervaren zij de activiteiten, welke effect hebben die op de buurt? Zij wil weten of de intendant dergelijke vragen zal onderzoeken. Zo nee, wil zij weten waarom niet. Zo ja, hoe? Haar fractie haakt graag aan bij de vraag van D66 wanneer het allemaal een succes zal zijn. Met betrekking tot het concept City Hall is het ook bij dit initiatief lastig om daarover iets te zeggen, evenals bij het Glazen Circus het ene advies zegt heel mooi, het andere is minder enthousiast. Na de zomer komt er pas een uitgewerkt plan voor de City Hall. Gesproken wordt over evenementen en tentoonstellingen met een nationaal karakter. Zij vraagt wat dat gaat opleveren voor de wijk. In een Raadsinformatiebijeenkomst werd hierover gezegd dat de City Hall eventueel aanvullend is op evenementen, bijvoorbeeld van het Glazen Circus of van andere initiatieven. Zij vindt dat een beetje lastig. Opvallend in de opdracht die het college geeft aan de initiatiefnemer van City Hall, vindt de SP ook dat het woord Cultuur daarin niet meer voorkomt. Zij leest slechts over een levendige voorziening. Wat vindt de wethouder een menselijke verhouding tussen enerzijds cultureel aanbod en anderzijds levendig aanbod, niet nader gespecificeerd. Uit welke pot wordt dat dan betaald? Korte schorsing een hervatting van de vergadering 470 Wethouder Geldof gaat in op de vragen die betrekking hebben op financiën en op het omgaan met partijen. Het college heeft rond de 3,65 miljoen euro in 2018 en vervolgens structureel beschikbaar. In verband met het budget 2017 haalde het college het nodige naar voren zodat het in 2017 met placemaking kan beginnen en daarmee ook met het geven van identiteit aan de plek. Daarbij zou het college een intendant aanstellen. In 2016 en in 2017 zal het college beginnen met een beperkt deel van het bedrag van Omdat oorspronkelijk in de grondopbrengst was voorzien in Leidsche Rijn Centrum met een grote schouwburg XL, zijn hiermee de grondopbrengsten in de grondexploitatie iets naar beneden bijgesteld. De heer Post (PvdA) haalt de woorden aan: naar voren gehaald. Wanneer hij de Voorjaarsnota goed leest wordt 0,8 miljoen euro van het budget áfgehaald in Dat gebruikt het college in zijn beleving voor het financiële beeld en niet voor dit doel. Wethouder Geldof antwoordt bevestigend. Dat was ook in de Voorjaarsnota te zien. Van het bedrag in 2017 is 0,8 miljoen euro overgeheveld naar de algemene middelen. Dat is de gebruikelijke werkwijze. Het college bracht Pagina 8 van 56

9 activiteiten in kaart die het wil uitvoeren. Het beschikbare geld voor een culturele voorziening in Leidsche Rijn Centrum is 3,65 miljoen euro. Dat bedrag is structureel beschikbaar vanaf Hij herhaalt zijn eerder gegeven informatie en licht toe de sporen die zijn uitgezet met elkaar te willen verbinden door middel van een cultureel intendant. Hij noemt in dit verband de samenwerking met de wijkraad. In het najaar zal het college zich bezighouden met de vraag hoe de bewoners van Leidsche Rijn hierbij te betrekken. Dan zal ook gekeken worden naar de opbrengsten van het programma. Het college zal voor de zomer met de wijkraad bespreken in welke vorm bewoners hierbij te betrekken. Hij noemt in dit verband en de placemaking in Leidsche Rijn Centrum. Ook die zal binnenkort van start gaan. Vragen zijn gesteld over de City Hall. In het kader van de programmering geeft de wethouder te kennen dat het college in de opdracht gevraagd heeft naar de verbinding met het andere spoor in de zoektocht naar synergie. Uiteindelijk wil het college via modulaire opbouw tot een culturele voorziening komen in Leidsche Rijn Centrum waarbij de inhoud de vorm bepaalt. Enkele leden van de commissie vroegen ook de programmering leidend te laten zijn. De wethouder noemt in dat verband het rapport in 2014 van Lagroup. Hij benadrukt de intentie van het college Leidsche Rijn Centrum een levendig stadshart te laten zijn en dat ook te laten ontwikkelen. Het college wil niet beginnen met de tekentafelgedachte van een gebouwde voorziening. Het college deed allerlei marktconsultaties. Het zal inhoudelijk aan de slag gaan met Het Glazen Circus. Tegelijkertijd is daar de City Hall. Het college wil een en ander bij elkaar brengen en de inhoud daarbij leidend laten zijn. Dat is wat het college anders doet ten opzichte van het verleden. Hij herhaalt zijn eerder gegeven informatie over de bewoners, initiatiefnemers en de programmeur. Bij de aanbesteding van Leidsche Rijn Centrum gaf het college ook aan naar een culturele voorziening toe te willen. Het college heeft met Leidsche Rijn Centrum een doelstelling. Hij schetst de eerder gegeven informatie over de ambities van het college met het centrum en noemt bovendien wijkoverstijgende activiteiten op deze goed bereikbare locatie. De heer Post (PvdA) haalt een opmerking aan van de wethouder over inhoudelijk doorgaan met het Glazen Circus. Hij meent te hebben begrepen dat dit initiatief is afgevallen. Hij vraagt een toelichting van de wethouder. Wethouder Geldof verwacht dat zijn collega wethouder Diepeveen hierop inhoudelijk zal ingaan. Hij attendeert in dat verband op de programmering. Het college benut hiervoor de organisatoren achter het Glazen Circus. Wethouder Diepeveen gaat specifiek in op de inbreng van mevrouw Koelmans over de City Hall in aansluiting op de woorden van zijn collega wethouder Geldof. Het voorstel van de City Hall hield aanvankelijk in dat de gemeente investeert in een gebouw en dat de initiatiefnemers achter City Hall voor de exploitatie zouden zorgdragen. Het college gaf de opdracht mee ook een ander scenario uit te werken, namelijk het scenario waarin de City Hall als marktpartij investeert in een gebouw en dat de City Hall de gemeente zegt wat hij van de gemeente nodig heeft om bij te dragen aan de exploitatie. Dan is te denken aan een deel van de inzet van de 3,65 miljoen euro die meerjarig op de begroting staat voor de culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum. Dan is een afweging te maken. Wethouder Geldof sprak al over sporen die naar elkaar toe bewegen: het spoor City Hall en het spoor programmatische invulling. Komende zomer zal dat beginnen met veel programmering op en rond het Berlijnplein. Straks zal de afweging gemaakt worden of de voorstellen die City Hall opvoert veel levendigheid veroorzaken en weinig cultuurgeld vragen. Dat zou dan een indicatie zijn om dit te doen. Dat kan dan een deel beslaan van het cultuurbudget voor culturele programmering. Wanneer het gaat zorgen voor weinig levendigheid en veel cultuurgeld zou vragen, zou dat een indicatie zijn om het omgekeerde te doen. Het is in de komende tijd zoeken naar de goede balans daarin. De heer De Vries (GroenLinks) zei omdat hij niet weet langs welke meetlat City Hall te leggen op hoofdlijnen behoefte te hebben aan een kader dat het college aan de raad voorlegt op basis waarvan de raad straks besluiten kan nemen. Hij weet nu niet wat de wethouder bedoelt met een goede balans rond de City Hall. Wethouder Diepeveen zal daarop ingaan in het antwoord op de heer Van Schie. Over het Glazen Circus spraken mevrouw Ten Hoor en anderen hoe daarmee om te gaan. Het initiatief van het Glazen Circus is langs meer maatstaven beoordeeld dan enkel waarop de heer De Vries duidde. Hij duidde op de haken en ogen. En uiteraard beoordeelt het college het Glazen Circus daarop ook. Het college heeft dit ook laten bekijken door een onafhankelijke commissie vanuit culturele zaken, door Lagroup en ook door drie podiumdirecteuren van drie culturele instellingen in de stad: de stadsschouwburg, theater Kikker en Ekko. Zo is het Glazen Circus nadrukkelijk langs de culturele meetlat gelegd. Daarbij kwamen aan de ene kant hele positieve beoordelingen, onderscheidend, bijzonder, et cetera. Tegelijkertijd is deze instelling beoordeeld op artisticiteit en op de schakel naar de ontwikkeling van Leidsche Rijn en op de geprognosticeerde bezoekersaantallen. Daarbij werden veel interessante aanknopingspunten gezien. Het oordeel was dat dit het desondanks nog niet is. Een doorontwikkeling wordt nog voor mogelijk gehouden. De raad en het college hoorden de bijdragen van het Glazen Circus. Het bestuur vond in het proces een goede manier om de samenwerking gestalte te geven. Het profiel van de intendant is besproken met het Glazen Circus zo goed als de keuze van het communicatiebureau en de uitwerking van de communicatie. Al die stappen die nu gezet worden, doet het college nadrukkelijk in samenwerking met het Glazen Circus. De heer Van Schie zegt dat het mooi is dat er iets gaat gebeuren, maar vindt de regie nadrukkelijk vanuit de gemeente gedacht. Hij opperde de component samenwerking sterker in te zetten, ook in de manier waarop de gemeente het proces inrichtte. Hij doet het college de suggestie te gaan werken met een programmaraad of met Pagina 9 van 56

10 een stuurgroep. Het college vindt invulling daaraan een interessante en goede gedachte. Hij noemde het Glazen Circus al. Die speelt nu al een belangrijke rol. Anderen, onder meer de heer Post, spraken ook over de betrokkenheid van de Leidsche Rijn Connectie. Hij zal zeker met deze instelling in gesprek gaan. Het ligt voor de hand om de Leidsche Rijn Connectie waarin de culturele partners verenigd zijn, een plek te geven in een dergelijke programmaraad-constructie. Als het gaat om de betrokkenheid van de Wijkraad zij gezegd dat het college met die raad in gesprek gaat over hoe die raad te betrekken bij de beoordeling later deze zomer over wat in deze zomer aan programmering heeft plaatsgevonden. Dan ligt het voor de hand naast de cultuur ook de wijkvertegenwoordiging een plek te geven in een dergelijke programmaraad. Het derde element lijkt hem te zijn dat marktpartijen daarin een rol zouden moeten spelen. Zijn collega Geldof en hij gaan graag aan de slag met de inrichting van een programmaraad. Hij denkt dat het voor de hand ligt wanneer het proces sterker wordt gericht op de samenwerking rond de programmering, rond het toewerken naar een gebouwde voorziening, en in die samenwerking te komen tot een set van beoordelingspunten. Hij zou er niet op aan willen koersen dat dan zelf te gaan doen. Uiteraard speelt de gemeente hierin een rol. De gemeente financiert een en ander. Hij vindt het goed om anderen te laten meekijken en mee te laten werken aan het opzetten van criteria waaraan straks het succes of het falen (in de richting van de heer Koppelaar) zal worden beoordeeld. Gevraagd is wat te doen wanneer het oordeel negatief is. Het college kan zich niet voorstellen dat het oordeel alleen maar negatief zal zijn. Het stelt zich voor dat er altijd wel aanknopingspunten zijn om op voort te bouwen in de opdracht aan de intendant, in de samenwerking in de programmaraad in wording, om vanuit de ervaringen in de zomer van 2016 toe te werken naar weer een nieuwe programmering rond de zomer van De heer De Vries (GroenLinks) vindt dit een interessante gedachte. Het geeft iets meer helderheid over het te voeren proces. De wethouder stelt voor de criteria en de uitgangspunten bij de programmaraad neer te leggen. Hij neemt aan dat het logisch en reëel is om hierbij de al geldende criteria en uitgangspunten te betrekken. Hij zou het vreemd vinden wanneer het direct ernaast gelegen Broodnood en de Vrijstaat hieraan wel moeten voldoen, en iets in Leidsche Rijn Centrum dan onder hele andere criteria zal gaan vallen. Hij verwacht namelijk dat dit op termijn ook gaat vallen onder de geldende Cultuurnotagelden. Hij vraagt iets meer informatie van de wethouder op dit punt. Wethouder Diepeveen verwacht dat het er ergens tussenin zal zitten. Het Glazen Circus onderging een streng culturele toets. Tegelijkertijd is in de commissie gesproken over de grote en de kleine c en over levendigheid uit de culturele hoek. De gemeente heeft budget voor een culturele voorziening Leidsche Rijn Centrum. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat een kerstmarkt niet gefinancierd wordt uit de pot Cultuur. De wethouder denkt dat de gemeente te maken heeft met middelen die in de komende jaren speciaal zijn voor de culturele voorziening in Leidsche Rijn Centrum. Het gaat om een meerjarige aanvraag voor de Cultuurnotaperiode , zoals beoordeeld door de commissie Van Dockum. Daarbij gaat het om ruim 80 aanvragen. Het bestuur zit in de opbouw. In dat licht kan het ook goed om een combinatie gaan van de grote en de kleine c. De programmering is voor de zomer van 2016 op die manier ingericht: losjes, frivool met ook echt serieuze culturele onderdelen. De wethouder verwacht in de komende tijd om die reden niet zonder meer 100% te kunnen aanhaken bij de criteria in de Cultuurnota. Het college wil toewerken naar uiteindelijk een instelling die te beoordelen is als een van de culturele instellingen. Daarvoor zijn toetsingsmomenten nodig en oog voor de speciale positie van een culturele programmering in opbouw. De heer Van Schie (VVD) lijkt het interessant om juist met betrekking tot de kleine c de verbinding te zoeken met commerciële en maatschappelijke partijen die niet per se de culturele component als doel hebben. Hij denkt daarbij aan een samenwerking met culturele ondernemers in Leidsche Rijn Centrum, met mogelijk ook synergie. Mogelijk is het budget waarover de gemeente nu beschikt te matchen met commercieel geld om nog veel meer mooie dingen mogelijk te maken. Hij denkt hierbij aan cultuur als onderdeel van het hele project. Wethouder Diepeveen denkt dat de heer Van Schie dit hem ook hoort zeggen, ook in relatie met wat hij zei over de City Hall. Hij benadrukt het geld op een verstandige manier te willen inzetten. Het zou mooi zijn wanneer alle betrokkenen hiervan meer kunnen maken doordat de initiatieven van de gemeente investeringen en enthousiasme van anderen uitlokt en andere partijen gaan aanhaken. Het college zet een eerste stap. Het college haalt geld uit 2017 naar voren door in 2016 te gaan programmeren. Dat is vanaf nu wat het college betreft de weg omhoog. De heer Van Schie (VVD) veronderstelt dat in het geval dat de gemeente met de intendant allerlei mooie initiatieven gaat ontwikkelen het college ook graag wil dat bijvoorbeeld de maatschappelijke fondsen een bijdrage leveren aan de programmering. Die zijn in de stad actief en leveren landelijk een bijdrage aan culturele initiatieven. De gemeente kan geen subsidieaanvraag bij het kfheinfonds of bij het prins Bernhard Cultuurfonds indienen. Welk vehikel zal worden ingericht zo dat de maatschappelijke middelen die beschikbaar zijn en bestemd voor dit soort activiteiten te benutten zijn? Wethouder Diepeveen zet uiteen dat dit deels in het initiatiefrijke zit van initiatiefnemers zelf. Hij beseft dat culturele middelen altijd tekortschieten. Het college vraagt daarom alertheid in de markt als het gaat om wat mogelijk is, bijvoorbeeld bij allerlei fondsen. Die zitten onder meer ook in de maatschappelijke verbinding. Heel veel is mogelijk. De wethouder denkt dat het de opdracht gaat zijn aan de culturele intendant om naar dergelijke mogelijkheden te kijken en partijen daarbij verder op weg te helpen. Hij noemt in dit verband de actie Hou je Festijn op het Berlijn plein waarop 19 serieuze inzendingen zijn gekomen uit de buurt. Daarvan zijn vijf gekozen. Pagina 10 van 56