Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d
|
|
- Nienke Janssen
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d MOSSELZAADVISSERIJ OOSTERSCHELDE 2009 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
2 DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de mosselzaadvisserij in het Natura 2000-gebied Oosterschelde. De aanvraag is ingediend door.. Meer specifiek betreft het hier het bevissen van mosselzaad voorkomend op de vrije gronden op de locaties Schaar van Roggenplaat, Roompot, Vuilbaard, het Nunnenplaatje, Zeelandbrug, Kop Vondelingenplaat en Val. In de twee voorgaande jaren werd aan de vergunning verleend voor het opvissen van het mosselbestand gelegen bij het Nunnenplaatje in de Oosterschelde. Het belang van de visserij in de Oosterschelde voor is net als bij de visserij in de Waddenzee van economische aard. In verband met de continuïteit van de mosselkweeksector is het volgens nodig dat het momenteel aanwezige bestand wordt opgevist, zodat de kweekpercelen in de Oosterschelde bezaaid kunnen worden. Daarbij komt dat dit bestand niet tot wasdom zal komen als het blijft liggen. Zeesterren zullen ervoor zorgen dat dit bestand voortijdig verdwijnt. Inventarisatie De bestandopname in juli 2009 is uitgevoerd met de mosselkotter YE57. De bemonstering heeft plaatsgevonden met een standaard mosselkor (1.90 m breed, zonder mes en voorzien van een slikknuppel), waarmee per monsterpunt is gevist over een afstand van m. In totaal zijn er 123 stations bemonsterd. Van de vangst zijn per trek het volume en de samenstelling geregistreerd, waaronder de samenstelling van de mosselen (zaad, halfwas en grote mosselen), het aantal zeesterren, de aanwezigheid van slib en in hoeverre de mosselen getrost zijn. De grootte van de mosselen is steekproefsgewijs bepaald. Daarbij is vastgesteld hoeveel mosselen er passen in een conservenblik van 880 ml (= ca 620 gram mosselen), het zogenaamde bus-stukstal. Vanwege het vroege moment van de inventarisatie en de daarmee samenhangende nog geringe grootte van het aanwezige zaad zijn nog geen bestandsschattingen gemaakt. Volgens adviesbureau MarinX, de opsteller van de passende beoordeling en de inventarisatiesurvey, heeft het in dit stadium van de ontwikkeling van de banken nog weinig zin om een schatting te maken. Wanneer het zaad overleeft kan de biomassa in enkele weken verveelvoudigen en anderzijds kunnen jonge zaadbanken ook weer snel verdwijnen als gevolg van bijvoorbeeld vraat door zeesterren, hetgeen op een aantal plaatsen ook is geconstateerd. Het primaire doel van de survey in juli was om de gebieden met zaad in kaart te brengen. Op 18 augustus 2009 heeft er met mosselvaartuig YE157 een herbemonstering van de aangevraagde gebieden plaatsgevonden. Uitgaande van de verzamelde gegevens uit beide bestandsopnamen is door de aanwezigen tijdens de survey (mosselkwekers en dhr. M van Stralen van onderzoeksbureau MarinX) op basis van expert judgement een bestandsschatting gemaakt van het totale mosselbestand en het gedeelte daarvan dat voorkomt in visbare dichtheden (>0.15 kg/m 2 ). De banken zoals aangetroffen tijdens de survey op 13 juli bleken in de meeste gevallen nog aanwezig, uitgezonderd de bank in het Schaar van Roggenplaat, welke voor het merendeel bleek te zijn verdwenen. Tijdens de survey van 13 juli werden hier al grote hoeveelheden zeesterren aangetroffen. Dit geldt in mindere mate ook voor de noordwestzijde van de zaadbank bij het Nunnenplaatje en de zuidwestzijde van de bank in de Roompot (Bultengat). Hier is op 18 augustus nog wel mosselzaad 2
3 aanwezig, maar zijn de dichtheden zeesterren eveneens hoog en zijn sporen van vraat reeds zichtbaar. De totale omvang van het mosselbestand is geschat op tot mosselton (20 25 miljoen kg) bruto versgewicht. Dit is inclusief de nog aanwezige halfwasmosselen bij het Nunnenplaatje, die veelal gemengd met zaad zijn aangetroffen. Van deze hoeveelheid komt tot mt (15 tot 20 Mkg) voor in visbare dichtheden. WETTELIJK KADER Beschermde natuurmonumenten Artikel 60, lid 1 en lid 2, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat besluiten welke genomen zijn op basis van de Nb-wet 67 (waaronder o.a. het besluit tot aanwijzing van het natuurmonument Oosterschelde-buitendijks ) gelden als besluiten welke genomen zijn op basis van artikel 10 van de Nb-wet 1998 (besluiten ter aanwijzing van beschermde natuurmonumenten). Artikel 10, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de minister van LNV bij besluit een natuurmonument kan aanwijzen als beschermd natuurmonument. Artikel 10a, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat de minister van LNV gebieden aanwijst ter uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Lid 3 van dit artikel stelt dat de instandhoudingsdoelstelling van deze gebieden mede betrekking kan hebben op doelstellingen ten aanzien van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist ingevolge de Vogel- en Habitatrichtlijn. Artikel 15a, lid 2, van de Nb-wet 1998 stelt dat een besluit houdende aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument onder de Nb-wet 1998 vervalt met ingang van het tijdstip waarop, doch slechts voor zover, dat beschermd natuurmonument deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied. Indien met toepassing van het tweede lid van artikel 15a een besluit houdende de aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument geheel of gedeeltelijk is vervallen, heeft de instandhoudingsdoelstelling voor het op grond van artikel 10a, eerste lid, aangewezen gebied mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen besluit. Natura 2000-gebied Artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan een dergelijke vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, projecten of andere handelingen te realiseren c.q. te verrichten die, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Artikel 19e, sub a en sub b, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat GS c.q. de minister van LNV bij het verlenen van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nbwet 1998 rekening houden met: 3
4 - de gevolgen die een project of andere handeling, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingsdoelstelling kan hebben voor een op grond van artikel 10a, lid 1, van de Nb-wet 1998 aangewezen gebied of het gebied waarvan de aanwijzing als zodanig in overweging is genomen als bedoeld in artikel 12, lid 3, van de Nb-wet 1998 en - met een op grond van artikel 19a of artikel 19b, van de Nb-wet 1998, vastgesteld beheersplan. In casu kan vastgesteld worden dat ten aanzien van de voorgenomen bevissing, op het moment van besluitvorming, geen beletsel voortvloeit uit enig beheersplan o.b.v. de Nb-wet VERGUNNINGPLICHT De Oosterschelde is een gebied welke krachtens de richtlijn inzake het behoud van de Vogelstand (79/409/EEG) door de staatssecretaris van Landbouw is aangewezen als Vogelrichtlijngebied. Het betreffende gebied is voorts bij de Europese Commissie aangemeld als Habitatrichtlijngebied. Op 19 mei 2003 heeft Nederland de Europese Commissie een lijst van 141 Habitatrichtlijngebieden aangeboden. Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie bekend gemaakt dat zij deze lijst heeft vastgesteld. Ik stel vast dat de voorgenomen bevissing in potentie de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Oosterschelde en de waarden van het voormalig staatsnatuurmonument Oosterschelde-buitendijks zou kunnen aantasten. Daarom ben ik van mening dat de voorgenomen bevissing als vergunningplichtig onder de Nb-wet 1998 moet worden aangemerkt. Ik maak u er, bij deze, op attent dat u ten behoeve van de voorgenomen bevissing tevens dient te beschikken over een vergunning op basis van de Visserijwet. PASSENDE BEOORDELING Uit artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 volgt dat voor nieuwe projecten of andere handelingen die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, de initiatiefnemer een passende beoordeling opstelt. Artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 stelt dat een vergunning slechts verleend kan worden indien het bevoegd gezag zich er uit de passende beoordeling van verzekerd heeft dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied niet zal worden aangetast. Geen beheer, nieuw project De voorgenomen visserij heeft geen direct verband met en is niet nodig voor het beheer van het Natura 2000-gebied Oosterschelde. De visserijactiviteiten zijn voorts nog niet eerder in exact dezelfde vorm beoordeeld in het kader van de Nb-wet Mogelijk significante gevolgen Het Europese Hof van Justitie heeft in zijn uitspraak van 7 september 2004 aangegeven dat een passende beoordeling slechts dan achterwege kan worden gelaten indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat uitvoering van de werkzaamheden afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor dat gebied. 4
5 Naar mijn mening zijn, naar de aard van de aangevraagde activiteit, op voorhand op basis van objectieve gegevens, dergelijke gevolgen niet uit te sluiten. Derhalve concludeer ik dat een passende beoordeling conform artikel 19f van de Nb-wet 1998 vereist is. Een passende beoordeling houdt in dat op basis van de beste wetenschappelijke kennis ter zake, alle aspecten van een plan of project die op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen geïnventariseerd moeten worden. U heeft een passende beoordeling genaamd Passende Beoordeling voor de mosselzaadvisserij in de Oosterschelde in 2009 opgesteld door adviesbureau MarinX bij uw aanvraag gevoegd. BELEIDSMATIGE AFWEGING Algemene Handreiking Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: de Handreiking) In de Handreiking wordt het volgende gesteld: Als (een deel van) een bestaand beschermd natuurmonument en een Natura gebied samenvallen, gaan de bestaande, voor het natuurmonument geldende doelstellingen over de bescherming van natuurschoon en natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied over naar het nieuwe Natura 2000-gebied. De status van beschermd natuurmonument komt te vervallen voor het gedeelte van het beschermd natuurmonument dat deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied. Wanneer dat gebeurt heeft de instandhoudingsdoelstelling voor dat gedeelte van het Natura gebied mede betrekking op de doelstellingen voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, zoals bepaald in het vervallen besluit van het beschermde natuurmonument (artikel 15a, lid 3, Nb-wet 1998). In dat verband kan opgemerkt worden dat het Natura 2000-gebied Oosterschelde het gehele voormalige staatsnatuurmonument Oosterschelde-buitendijks omvat. Omwille van inzicht in de wezenlijke kenmerken en waarden waarvoor dit natuurmonument is aangewezen (deze waarden maken immers sinds de inwerkingtreding van de Nb-wet 1998 deel uit van het Natura 2000-gebied Oosterschelde ) worden verwijs ik u naar de hieromtrent vermelde informatie op Beleidsbesluit Schelpdiervisserij Enkele belangrijke uitgangspunten voor de vergunningverlening ingevolge de Nb-wet 1998 voor de voorgenomen visserij zijn neergelegd in het Beleidsbesluit Schelpdiervisserij ( Ruimte voor een zilte oogst ) (hierna: Beleidsbesluit). Specifiek ten aanzien van voedselreservering in relatie tot de najaarsmosselvisserij zegt het Beleidsbesluit: Het nieuwe beleid zet in op een systematiek waarbij de mosselcultuur via haar productieproces een bijdrage levert aan het voedselaanbod voor schelpdieretende vogels. In die bijdrage kan worden voorzien door in het najaar de instabiele bestanden veilig te stellen, een groot deel van de vangsten uit de voorjaarsvisserij gedurende een winter op de percelen te houden en door te investeren in alternatieve bronnen van mosselzaad. Specifiek ten aanzien van de sublitorale mosselzaadvisserij in de Oosterschelde stelt het Beleidsbesluit: 5
6 De mosselzaadvisserij vindt plaats in het najaar en in het voorjaar met als doel het vergaren van grondstof ten behoeve van het verzaaien en kweken op mosselpercelen. De op te vissen grondstof betreft veelal mosselzaad (kleine mosselen uit de meest recente broedval), doch ook de visserij op grotere mosselen (halfwas of consumptiemosselen) is mogelijk. Deze visserij vindt voornamelijk plaats in de Waddenzee. In de Oosterschelde is slechts zeer incidenteel sprake van een mosselzaadval van enige omvang. Af en toe wordt in de Noordzee-kustzone en Westerschelde gevist. [ ] In de Oosterschelde (exclusief de gesloten gebieden, zie kaart 1), Westerschelde, Voordelta (exclusief accentnatuurgebieden) en Noordzeekustzone is de mosselzaadvisserij toegestaan op de vrije gronden (nier verhuurde percelen). Het Beleidsbesluit stelt, kortweg, dat de mosselsector ruimte wordt geboden om de hoeveelheid mosselzaad te vergroten door in het najaar de mosselzaad bestanden te bevissen die anders verloren zouden gaan. Hierbij wordt gedacht aan natuurlijke factoren als storm, stroming en predatie door zeesterren. De bestanden die zich bevinden in het aangevraagde visgebied bestaan vrijwel uitsluitend uit mosselzaad en kunnen worden aangemerkt als instabiele bestanden omdat ze door zeesterrenvraat bedreigd worden. Nota Ruimte (2006) In zijn algemeenheid is het ruimtelijk beleid voor de VHR-, NB-wet- en EHSgebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De wezenlijke kenmerken en waarden zijn de actuele en potentiële waarden, gebaseerd op de natuurdoelen voor het gebied. Het gaat daarbij om: de bij het gebied behorende natuurdoelen en -kwaliteit, geomorfologische en aardkundige waarden en processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde. De bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden vindt plaats door toepassing van een specifiek afwegingskader, het zogenoemde «nee, tenzij»-regime. Aangezien het afwegingskader van de Nota Ruimte met betrekking tot de onderhavige activiteit, het afwegingskader van de Habitatrichtlijn volgt, is met het doorlopen van het afwegingskader zoals opgenomen in artikel 19f, lid 1, van de Nbwet 1998 materieel aan de vereisten van het afwegingskader van de Nota Ruimte voldaan. Beheers- en inrichtingsplan Nationaal Park Oosterschelde Het Beheers- en inrichtingsplan Nationaal Park Oosterschelde ( Van de parels en het slik ) (hierna: Beheersplan) heeft de hoofddoelstelling van het Beleidsplan Oosterschelde overgenomen: Het behoud en zo mogelijk versterking van de aanwezige natuurlijke waarden met inachtneming van de basisvoorwaarden voor een goed maatschappelijk functioneren van het gebied, waaronder met name de visserij wordt begrepen. Het Beheersplan geeft een nadere invulling aan de eerder in het Beleidsplan Oosterschelde geformuleerde uitgangspunten. Met betrekking tot beroepsvisserij in de Oosterschelde zet het Beheersplan het volgende streefbeeld neer: Benutting van de overcapaciteit tot regeneratie en reproductie van het natuurlijk systeem, waarbij het natuurlijk systeem in al zijn facetten duurzaam in stand blijft. 6
7 ECOLOGIE Reeds in het bovenstaande werd vastgesteld dat een passende beoordeling van de voorgenomen bevissing vereist is. U heeft een dergelijke passende beoordeling, genaamd Passende Beoordeling voor de mosselzaadvisserij in de Oosterschelde in 2009 opgesteld door adviesbureau MarinX. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van de bij de aanvraag gevoegde effectenanalyse en conclusies. Kwalificerende waarden Voor een uitgebreid overzicht van de kwalificerende habitattypen en habitatsoorten en wezenlijke kenmerken en waarden van zowel het natuurmonument als het Natura 2000-gebied Oosterschelde verwijs ik naar de hieromtrent weergegeven informatie in het ontwerpbesluit op Aangezien het Natura 2000-gebied Oosterschelde het voormalige natuurmonument Oosterschelde-buitendijks volledig omsluit, ben ik van mening dat voor wat betreft de effect-beoordeling in relatie tot het natuurmonument Oosterschelde-buitendijks integraal verwezen kan worden naar de, ten aanzien van het Natura 2000-gebied Oosterschelde, uitgevoerde Passende Beoordeling en mijn beoordeling hiervan. Selectie Naar de aard van de aangevraagde activiteit zullen eventuele negatieve effecten zich beperken tot het habitattype 1160 (en daaronder geschaard bodemleven en bodemstructuren) en de habitatsoort zeehond. Zoals nader toegelicht in het Profieldocument worden de habitattypen Permanent overstroomde zandbanken (H1110) en Slik- en zandplaten (H1140) als kenmerkende onderdelen van de structuur en functie gerekend tot het habitattype H1160. Omdat de beoogde visserij plaatsvindt in het sublitoraal wordt ook ingegaan op de mogelijke effecten op de relevante kenmerken van habitattype Voor de beoordeling van de effecten op de kwalificerende vogelsoorten zijn vooral de vogelsoorten die in het visgebied zelf kunnen voorkomen en daar duikend zoeken naar voedsel van belang. Van deze soorten is de brilduiker de enige die foerageert op bodemdieren, waaronder schelpdieren. De fuut, kuifduiker, aalscholver en middelste zaagbek zijn vogels die duikend en op zicht op vis jagen. De foerageermogelijkheden voor deze vogels zou kunnen worden beïnvloed wanneer de visserij effect heeft op de aanwezige vispopulaties dan wel via vertroebeling van het water waardoor het doorzicht vermindert. De effectenbeoordeling richt zich daarmee op de volgende vogelsoorten: brilduiker, fuut, kuifduiker, aalscholver en middelste zaagebk. Relevante kenmerken van het voormalig natuurmonument Oosterscheldebuitendijks zijn onder meer de bodemfauna, de voedselketens in het water, vissen en kreeftachtigen, zeehonden en vogels. Gezien de aard van de aangevraagde activiteit beperken de mogelijke effecten zich voornamelijk tot de in het gebied voorkomende vogelsoorten, zeehonden en bodemstructuren. Vanuit het gegeven dat het gros van deze waarden tevens beschermd is onder het Natura 2000-gebied Oosterschelde volsta ik in de onderhavige effectanalyse met een bespreking van de kwalificerende Natura 2000-waarden. Aanvullend beoordeel ik de voorgenomen visserij op enkele natuurmonument-eigen waarden. 7
8 Habitattype 1160 Mosselbanken In het profieldocument wordt de aanwezigheid van soortenrijke (litorale en sublitorale) mosselbanken genoemd als één van de kenmerken van een goede structuur en functie van H1160. De mosselzaadvisserij is een bodemberoerende activiteit, waarbij tijdens het vissen naast mosselen ook een deel van de daaraan geassocieerde fauna aan de banken wordt ontrokken. De mosselzaadvisserij vind enkel plaats in het sublitoraal. Er bestaat daardoor mogelijk een verschil tussen beviste en ongestoorde sublitorale mosselbestanden. De visserij heeft daarmee in potentie een effect op de natuurlijke kenmerken van het habitat. De huidige ongunstige staat van instandhouding van H1160 is terug te voeren op de voortgaande erosie van de platen (de zandhonger) en de daarmee verslechterde omstandigheden voor soorten die daar leven, zoals zeegras, bodemdieren zoals kokkels en vogels die weer van deze bodemdieren leven. Met het verdwijnen van de platen zijn ook de vooruitzichten voor litorale mosselbanken ongunstig. De beschikbare ruimte voor sublitorale mosselbanken zal echter juist toe nemen. Een tweede oorzaak van de ongunstige staat van instandhouding is het zoutere milieu als gevolg waarvan kenmerkende estuariene brakwatersoorten zo goed als zijn verdwenen. De mossel is geen typische brakwatersoort, maar wel een soort die zich in de brakkere milieus in het algemeen beter weet te handhaven. Dit verklaart waarom in de tijd dat de Oosterschelde nog een open verbinding had met de grote rivieren er met grotere regelmaat in het wild op mosselzaad en halfwasmosselen kon worden gevist en ook op droogvallende platen met enige regelmaat mosselzaadval plaatsvond. Met het verplaatsen van mosselzaad naar de kweekpercelen nemen de overlevingskansen van dat zaad toe. De nadelige effecten van het zouter geworden milieu op het ontstaan en de verdere ontwikkeling van wilde mosselbanken, worden daarmee in zekere mate gecompenseerd. Met het uitzaaien van mosselzaad op droogvallende percelen geldt dit ook voor het verdwijnen van wilde mosselbanken in het litoraal. Samengevat lijken de negatieve en positieve effecten van de mosselvisserij in evenwicht. De onderhavige mosselvisserij leidt dan ook per saldo niet tot effecten op mosselbanken. Biodiversiteit Gegeven de korte levensverwachting van de momenteel aanwezige zaadbanken zijn ook de ontwikkelingskansen voor de aan mosselbanken geassocieerde fauna gering. De mosselbestanden op percelen hebben als leefgebied voor deze soorten mogelijk zelfs meer te bieden gezien de langere levensverwachting op de percelen en de duur dat de mosselen op de percelen met rust gelaten worden (de periode tussen uitzaaien en weer opvissen is een half tot 2 jaar.) Wanneer een perceel wordt bevist zijn er voor mobiele soorten als vissen altijd andere met mosselen bezaaide percelen in de buurt te vinden. Wilde mosselbanken die wel overleven blijken in praktijk een geschikt substraat voor broed van Japanse oesters, met als gevolg dat binnen enkele jaren (3 tot 5) deze banken vaak in oesterbanken veranderen. Op zich is de Japanse oester een geschikt habitat voor veel soorten die van nature voorkomen op mosselbanken. Een verdere ontwikkeling van het al bestaande areaal oesterbanken in de Oosterschelde wordt in het algemeen echter als minder gewenst beschouwd. Dit vanwege de draagkracht van de Oosterschelde voor ook andere plankton etende organismen en omdat oesters nauwelijks geschikt zijn als voedsel voor vogels. 8
9 Bevissing van de zaadbanken leidt dan ook niet tot negatieve effecten op dit habitattype vanuit een oogpunt van biodiversiteit. Gewone zeehond Gezien het ruimtelijk kleinschalige en incidentele karakter van de beoogde visserij zijn er op het voedselaanbod voor zeehonden geen nadelige effecten te verwachten. Zeehonden foerageren vooral op de Noordzee en vinden hun prooien in het algemeen op de tast. De kans dat zeehonden worden bijgevangen of verdrinken bij de mosselvisserij kan daarbij worden uitgesloten. Zeehondenpopulaties zijn met name gevoelig voor verstoring in de kraamperiode (werpen en zogen van de jongen), welke plaatsvindt in de periode mei-juli. Voor zover bekend worden er incidenteel alleen op het westelijk deel van de Roggenplaat jongen geboren (0-2 per jaar). De voor verstoring relatief gevoelige kraamlocaties op het westelijk deel van de Roggenplaat liggen daarbij op een afstand van meer dan 1500 m. van de meest nabij gelegen zaadbanken. De visserij zal op zijn vroegst eind augustus plaatsvinden, dus na de voor zeehonden gevoelige kraam- en zoogperiode. In de huidige vergunning wordt een voorschrift opgenomen dat er een afstand van 1500 meter tot zeehonden moet worden bewaard. Zeehonden blijken vooral gevoelig voor verstoring door recreatief gebruik, waarbij op een afstand van 1200 m. de eerste verstoringen optreden. Voor de schelpdiervisserij ligt volgens MarinX de waargenomen verstoringsafstand op 100 to 200 m. en biedt het voorschrift van 1500 m. voldoende zekerheid om verstoring te voorkomen. De mogelijke verstoring van de gewone zeehond als gevolg van de mosselvisserij zal onder deze voorwaarden tot een minimum teruggebracht worden en zeker geen negatieve effecten hebben in het licht van de instandhoudingstdoelstelling. Verstoring van vogels Brilduiker Van de vogelsoorten waarvoor de Oosterschelde zich kwalificeert in het kader van de Vogelrichtlijn is de brilduiker de enige soort die duikend foerageert op bodemdieren. De soort is een wintergast en daarmee vooral aanwezig in de periode novembermaart. Het voedsel van brilduikers is niet in detail bekend, maar het meest aannemelijk is dat deze in de Oosterschelde vooral bestaat uit kleine dierlijke prooien, zoals kleine schelpdieren en kreeftachtigen. De populatie is toegenomen tot midden jaren negentig, daarna weer afgenomen. Recent heeft enig herstel plaatsgevonden. Behoud van de huidige situatie is volgens het aanwijzingsbesluit voldoende gezien de landelijk gunstige staat van instandhouding. Zowel de telgegevens uit de negentiger jaren als de aanvullende tellingen in laten zien dat in het westelijk deel van de Oosterschelde, waar de beoogde visserij plaats vindt, weinig brilduikers voorkomen. Bij de tellingen in werden ook geen verhoogde aantallen waargenomen op plaatsen met mosselzaad. Met het verplaatsen van mosselzaad naar percelen en de toename van het mosselbestand die daarvan het gevolg is kan ook het voedselaanbod voor brilduikers, voor zover deze mosselzaad eten, toenemen. Hetzelfde geldt in geval de brilduikers leven van andere aan mosselvoorkomens geassocieerde prooisoorten. Daarbij kan worden aangetekend dat tijdens de mosselzaadvisserij in het algemeen nog zoveel mosselzaad achterblijft dat, voor zover dat overleeft, zich daaruit alsnog mosselbanken kunnen ontwikkelen en daarmee beschikbaar blijven als foerageergebied. 9
10 Omdat de brilduiker een wintergast is en de beoogde visserij voornamelijk plaatsvindt in het zomerhalfjaar kunnen directe effecten van de visserij, zoals fysieke verstoring van de vogels en/of vertroebeling van het water, op voorhand worden uitgesloten. Fuut, Kuifduiker, Aalscholver en Middelste zaagbek De fuut, kuifduiker, aalscholver en middelste zaagbek zijn duikende vogelsoorten die op het zicht op vis jagen. De bijvangst van vis tijdens de mosselvisserij is minimaal. Dit hangt samen met de aard van het vistuig (mosselkor). Door de lage snelheid waarmee deze over de bodem wordt voortgetrokken kan deze door vissen gemakkelijk worden ontweken. De maaswijdte van de kor is ca. 8 cm, waardoor kleine vissen, maar ook kleine krabben en garnalen die toch in de kor terecht zijn gekomen nog door het net kunnen ontsnappen. Een direct effect van de mosselvisserij op het voedselaanbod voor deze visetende vogels is daarmee onwaarschijnlijk. In de passende beoordeling en hierboven onder het kopje mosselbanken wordt besproken dat de mosselzaadvisserij leidt tot een groter en minder sterk fluctuerend mosselbestand. De beoogde visserij zou daarmee invloed kunnen hebben op het voorkomen van (bodem)vissen die een voorkeur of juist een afkeer hebben voor sublitorale mosselvoorkomens en via deze weg dus ook op het voedselaanbod van visetende vogels. In hoeverre visbestanden door de aanwezigheid van mosselbanken worden beïnvloed is niet goed bekend. Het gaat bij de beoogde visserij echter om zaadbanken die van nature weer snel zullen verdwijnen en ook zonder visserij dus maar kort als habitat voor vis beschikbaar zijn. De mosselpercelen in de Oosterschelde worden van oudsher gebruikt voor de mosselcultuur. Bij gebrek aan zaad uit de Oosterschelde, worden de percelen bezaaid met mosselzaad of halfwasmosselen afkomstig de Waddenzee en uit het buitenland (Duitsland, UK, Ierland). Met het gebruik van zaad uit de Oosterschelde verandert het gebruik van de percelen niet en zijn ook om die reden veranderingen van betekenis in de vispopulaties in de Oosterschelde verwachten. Tijdens de visserij zelf kan fysieke verstoring van vogels optreden en zal het water als gevolg van het vissen vertroebelen. Deze effecten zijn lokaal, van tijdelijke aard en spelen zich voornamelijk af in het zomerhalfjaar. In de voor vogels cruciale winterperiode zijn deze effecten weer verdwenen. Genoemde visetende vogelsoorten zijn daarbij minder gebonden aan mosselvoorkomens dan de brilduiker en zullen daardoor ook gemakkelijker kunnen uitwijken naar plaatsen elders in de Oosterschelde. De huidige leefomstandigheden voor genoemde vogelsoorten in de Oosterschelde wordt in het aanwijzingsbesluit als gunstig omschreven. Deze soorten worden daarbij regelmatig foeragerend boven mosselkweekpercelen waargenomen. Ook dit geeft geen aanleiding om nadelige effecten van de mosselvisserij en kweek in de Oosterschelde op deze vogels te vermoeden. Scholekster De scholekster foerageert op droogvallende platen. Omdat de visserij plaatsvindt in delen van de Oosterschelde die altijd onder water staan zijn nadelige effecten van de visserij op deze vogels via het voedselaanbod en/of verstoring niet et everwachten. Door het uitzaaien van het mosselzaad op droogvallende percelen kan het 10
11 voedselaanbod voor de scholeksters wel verbeteren. Voor de scholeksters in de Oosterschelde geldt een behoudsopgave. De kwaliteit van de Oosterschelde als foerageergebied voor de scholekster staat als gevolg de erosie van de platen echter sterk onder druk. Met het uitzaaien van mosselzaad op droogvallende percelen zal het voedselaanbod nog enigszins verbeteren. Concluderend kan gesteld worden dat er hooguit een positief effect op de scholekster zal optreden als gevolg van de onderhavige mosselvisserij. Conclusie Samenvattend wordt door het opvissen en verplaatsen van mosselzaad naar de kweekpercelen het voedselaanbod voor duikende vogels maar niet nadelig en mogelijk zelfs gunstig beïnvloed. Het laatste wordt ook verwacht voor de scholekster wanneer een deel van het zaad op de droogvallende percelen verder wordt opgekweekt. Het optreden van fysieke verstoring van vogels en vertroebeling van het water tijdens de visserij zijn van onderschikt belang, gegeven het moment waarop deze plaatsvinden en hun tijdelijke en lokale karakter. Dit leidt tot de conclusie dat het optreden van significante negatieve effecten van de beoogde visserij op vogelsoorten waarvoor de Oosterschelde zich kwalificeert, niet zijn te verwachten. Natuurschoon De voorgenomen bevissing heeft naar mijn oordeel, naar de aard van de aangevraagde activiteit, geen invloed op de waarborging van het kenmerkende weidse, open en ongeschonden karakter van het landschap. CUMULATIE Gezien de aard van de beoogde visserij zouden cumulatieve effecten kunnen optreden met andere vormen van sleepnetvisserij en met de overige scheepvaart. De volgende vormen van sleepnetvisserij zijn daarbij mogelijk relevant: mosselcultuur zelf, de oestervisserij en de sleepnetvisserij op garnalen, kreeft en platvis. Mosselcultuur De beoogde visserij is feitelijk onderdeel van de mosselcultuur. In termen van inspanning en tijd maakt de mosselzaadvisserij daarvan maar beperkt onderdeel uit. Zoals hierboven reeds beschreven leidt de gezamenlijke activiteit er niet toe dat de staat van instandhouding van het habitat voor de aangewezen habitat- en vogelsoorten zal verslechteren. In een aantal gevallen kan de instandhouding volgens MarinX zelfs verbeteren. Negatieve cumulatieve effecten zijn daarbij niet te verwachten. Oestervisserij In de oestervisserij wordt gebruik gemaakt van dezelfde technieken en vistuigen (korren) als in de mosselvisserij. Op wilde oesterbestanden wordt op jonge oesters gevist om deze op de percelen uit te zaaien voor verdere opkweek. Daarnaast wordt er in het wild op marktwaardige oesters gevist die direct kunnen worden aangevoerd. De oestervisserij vindt jaarlijks plaats, met een verhoogde activiteit in het najaar en het begin van de winter, wanneer de meeste marktwaardige oesters worden aangevoerd. Beide visserijen zijn ruimtelijk van elkaar gescheiden. De beoogde mosselzaadvisserij richt zich op de aanwezige zaadbanken, welke met name zijn gelegen in het westelijk deel van de Oosterschelde. De visgebieden voor oestervisserij liggen juist meer naar 11
12 het oosten. Een tweede verschil tussen beide visserijen is het incidentele karakter van de mosselzaadvisserij, waarbij betreffende zaadbanken ook zonder bevissing van nature weer snel verdwijnen. De oestervisserij vindt meer structureel plaats, hetgeen ook mogelijk is omdat in de oesterbanken waarin wordt gevist regelmatig broedval plaatsvindt en de bestanden steeds weer met jonge oesters worden aangevuld. Gezien de ruimtelijke scheiding van beide visserijen als ook het verschil van aard van de banken waarop wordt gevist is een stapeling van effecten niet te verwachten. Dit is ook in de passende beoordeling voor de oestervisserij en de Nb-wetvergunning die daarop is verleend geconstateerd. Sleepnetvisserij In de Oosterschelde wordt met de boomkor gevist op garnalen, kreeft en platvis. Deze visserijen worden uitgevoerd door 1 tot 3 schepen, welke echter het merendeel van het jaar actief zijn op de Noordzee. Bij de visserij met bodemnetten worden mosselbanken gemeden. De reden daarvoor is het risico dat de tuigen vastlopen in de mosselen en het daaronder opgehoopte slik. Dit leidt tot visverlet en schade aan de netten. Het vissen op mosselpercelen is sowieso niet toegestaan. Een directe beïnvloeding van beide visserijen vindt daardoor niet plaats en kan in die zin dus geen aanleiding geven tot cumulatieve effecten. Er is wel overlap in soorten die, weliswaar op andere plaatsen, door beide visserijen worden gevangen. In de mosselvisserij wordt nauwelijks vis of garnalen bijgevangen, maar wel krabben en zeesterren. Het zijn dus met name deze die door beide visserijen kunnen worden beïnvloed. Uit onderzoek naar discards in de sleepnetvisserij is bekend dat krabben en zeesterren in het algemeen levend weer overboord worden gezet. Cumulatieve effecten van beide visserijen zijn daarmee op ook deze soorten niet te verwachten. Overige scheepvaart Gezien de aard en het tijdelijke karakter van de visserij en periode waarin deze plaats vindt zijn ook andere cumulatieve effecten met andere vormen van beroepsvaart en recreatievaart, gegeven ook de daarop van toepassing zijnde regels ter voorkoming van bijvoorbeeld de verstoring van zeehonden, onwaarschijnlijk. Conclusie De conclusie is derhalve dat ook het optreden van significante negatieve effecten door cumulatie van effecten van de beoogde visserij met andere menselijke activiteiten in de Oosterschelde niet zijn te verwachten. BESPREKING VAN INSPRAAK Naar aanleiding van deze aanvraag zijn, op grond van artikel 44, lid 3, van de Nbwet 1998 de provincie Zeeland en de gemeenten Noord-Beveland, Schouwen- Duiveland en Tholen in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. Ingevolge artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn Rijkswaterstaat Zeeland, Productschap Vis, Nationaal Park Oosterschelde, de Zeeuwse Milieufederatie, Vogelbescherming Nederland, Faunabescherming in de gelegenheid gesteld tot het indienen van een zienswijze betreffende de onderhavige aanvraag. Alle belanghebbenden hebben te kennen gegeven geen bezwaar te hebben en/of geen zienswijze te zullen indienen betreffende deze vergunningaanvraag. 12
13 CONCLUSIE Uit de overwegingen zoals opgenomen in de, als integraal onderdeel van dit besluit te beschouwen, passende beoordeling kan geconcludeerd worden dat er slechts zeer beperkt sprake zal zijn van een aantasting van de natuurlijke kenmerken en waarden van het betrokken gebied. Ik ben daarom van mening dat met de betreffende passende beoordeling en mijn overwegingen daarover de zekerheid is verkregen dat de aangevraagde activiteit geen significante negatieve effecten tot gevolg zal hebben op de natuurlijke kenmerken en waarden van het betrokken beschermde gebied, nu er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er geen blijvende schadelijke gevolgen zijn. Deze conclusie geldt nadrukkelijk onder de door mij specifiek hiertoe geformuleerde vergunningvoorschriften. Derhalve ben ik van mening dat de gevraagde vergunning onder de gestelde voorschriften en beperkingen kan worden verleend. 13
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1109, d.d. 19-03-2009 VERPLAATSING VAN OESTERPERCELEN EN DE AANLEG VAN ZEVEN NIEUWE OESTERPERCELEN IN DE GREVELINGEN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvrager verzoekt
Nadere informatieInventarisatie van het wilde mosselbestand in de Oosterschelde en Voordelta in het najaar van 2005
onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl notitie nr. 2005.48.1 Inventarisatie
Nadere informatieDatum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van
Nadere informatieDatum 26 november 2009 Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij. Geachte heer,
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Betreft Verlenging Nb-wetvergunning ensisvisserij Geachte heer, Bij brief van
Nadere informatieProcedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur Postbus 116 4400 AC YERSEKE Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl
Nadere informatieNederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus AB EMMELOORD
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC EINDHOVEN Nederlandse Vissersbond T.a.v. de heer J.K. Nooitgedagt Postbus 64 8300 AB EMMELOORD Keizersgracht 5 5611 HB EINDHOVEN Postbus 6111 5600 HC EINDHOVEN www.rijksoverheid.nl/eleni
Nadere informatieDRZZ/
Directie Regionale Zaken uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 13-02-2009 DRZZ/2009-2069 22-06-2009 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Vergunning Nb-wet uitzaaien uit IRL en VK geïmporteerde scheldpdieren
Nadere informatieProducentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. Geachte,
Directie Regionale Zaken Producentenorganisatie Kokkelvisserij t.a.v. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 3-5-2006 DRZZ 06-4525/MT/GV 2-11-2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Nb-wet 1998, vergunning,
Nadere informatieProcedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Directie Agroketens en Visserij t.a.v.ir. ing. A.J. Vermuë Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl
Nadere informatieuw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen
Directie Regionale Zaken Wageningen-IMARES afd. WOT t.a.v. Postbus 77 4400 AB Yerseke uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-11-2006 06/IMA 0511 DRZZ 07-567/MT 14-02-2007 onderwerp doorkiesnummer
Nadere informatieEffecten van mosselzaadvisserij op sublitorale natuurwaarden in de westelijke Waddenzee
Effecten van mosselzaadvisserij op sublitorale natuurwaarden in de westelijke Waddenzee Achtergrond De kweek van mosselen in Nederland is gebaseerd op bodemcultuur. Deze vindt plaats op mosselkweekpercelen
Nadere informatieVergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever
Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1968, d.d. 09-06-2009 Opvissen van (clusters van) Japanse oesters en oesterschelpen op de vrije gronden in de Oosterschelde ten behoeve van verwerking tot oestergrit. INHOUDELIJKE
Nadere informatieInventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2005
onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl notitie nr. 2005.48.2 Inventarisatie
Nadere informatieMOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee
MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)
Nadere informatie1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2
Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...
Nadere informatieInventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het najaar van 2018.
onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2018.184 Inventarisatie
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZ/06/2060/SD/SM, d.d. 10 mei 2006 VOORJAARSMOSSELZAADVISSERIJ 2006 WESTELIJKE WADDENZEE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Directie Regionale Zaken uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZ/02060/SD/SM 10-05-2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Bijlage 1 bij besluit DRZ/06/2060/SD/SM, d.d. 10 mei 2006 VOORJAARSMOSSELZAADVISSERIJ
Nadere informatieInventarisatie van het wilde mosselbestand in de Waddenzee in het najaar van 2009
Onderzoek en advies - mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 mobiel: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl rapport nr. 2009.87 Inventarisatie
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-2741 d.d. 8-7-2010 OESTERKWEEK OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna:
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen mosselhangcultuur op de mosselkweekpercelen Slaak 5 en 7 in de Oosterschelde
Directie Regio en Ruimtelijke Economie Vestiging Zuid Inhoudelijke overwegingen mosselhangcultuur op de mosselkweekpercelen Slaak 5 en 7 in de Oosterschelde Keizersgracht 5 5611 HB EINDHOVEN Postbus 6111
Nadere informatieDatum 1 september 2009 Betreft Besluit Nb-wet 1998; Importeren mosselen uit Denemarken; verzaaien in Oosterschelde
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.minlnv.nl Bijlagen 3 Betreft Besluit Nb-wet 1998; Importeren mosselen uit Denemarken; verzaaien
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-3332, d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de jaarlijkse onderzoeksactiviteiten
Nadere informatieWij verzoeken u deze brief, alsmede de twee bijlagen aan de leden van Provinciale Staten door te geleiden.
bericht op brief van: uw kenmerk: Aan de voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland t.a.v. de statengriffie ons kenmerk: 08007603/38 afdeling: Economie bijlage(n): 2 behandeld door: Broodman, J. doorkiesnummer:
Nadere informatieCoöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij u.a. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
Directie Regionale Zaken Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij u.a. uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 13-07-2007 - DRZZ/2007-4761 20-12-2007 onderwerp doorkiesnummer
Nadere informatieBIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen
BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/2010-3163, D.D. 31-08-2010 Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen Inhoudelijke overwegingen DE AANVRAAG De aanvrager verzoekt om een vergunning
Nadere informatieRIVO / marinx Rapport Nummer: C021/03
ederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
Nadere informatieOverwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2
Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20
Nadere informatieMr. H.J. van Geesbergen Postbus AC YERSEKE. Project nummer: Ir. H. van der Mheen Clusterleider Zeecultuur en Visteelt
ederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus Postbus 68 Centrum voor 1970 AB IJmuiden Schelpdier Onderzoek Tel.: 0255 564646 Postbus 77 Fax.: 0255 564644 4400 AB Yerseke E-mail: visserijonderzoek.asg@wur.nl
Nadere informatieDatum 25 februari 2011 Betreft Wijzigingsbesluit Natuurbeschermingswet 1998; MZI's Oosterschelde, Voordelta en Waddenzee
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur T.a.v. H.J. van Geesbergen Postbus 116 4400 AC Yerseke Keizersgracht 5 5611 GB Eindhoven Postbus 6111
Nadere informatieuw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april DRZ/07/3012/FB/HG onderwerp doorkiesnummer bijlagen
Directie Regionale Zaken Zeehondencrèche Lenie t Hart t.a.v. Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 28 april 2007 - DRZ/07/3012/FB/HG 01-08-2007 onderwerp doorkiesnummer
Nadere informatieFax: Fax: Fax: Fax: P. C. Goudswaard, M. R. van Stralen, J. J. Kesteloo, J. Jol, C.
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Den Helder Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 57 Postbus 167 1970 AB IJmuiden
Nadere informatieBestandsopname van mosselen op mosselkweekpercelen in de Waddenzee in juni 2018
Bestandsopname van mosselen op mosselkweekpercelen in de Waddenzee in juni 2018 Auteurs Jacob J. Capelle en Marnix R. van Stralen Wageningen University & Research rapport C063/18 Bestandsopname van mosselen
Nadere informatieBijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)
Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T
Nadere informatieRIVO / marinx Rapport
ederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 672300 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl
Nadere informatiewebsite - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1
website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT
Nadere informatieInventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2008
Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2008 J.M.J. Jansen 1, M.R. van Stralen 2, J.J. Kesteloo 1, C. van Zweeden 1 Rapport C044/2008 1 Wageningen
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-1777 d.d. 31-3-2010 MOSSELZAADINVANGINSTALLATIE OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-1777 d.d. 31-3-2010 MOSSELZAADINVANGINSTALLATIE OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan
Bijlage nummer 1 Horend bij 253769 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Mosselkweek en invang in de Voordelta en Vlakte van de Raan Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven
Nadere informatieDatum 9 april 2018 Betreft Wnb; meerjarige vergunning; mosselzaadvisserijen Waddenzee 2018 t/m 2020
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur Directie en Biodiversiteit Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Overheidsidentificatienr 00000001003214369000
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d MOSSELZAADHANGCULTUUR OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2010-2019 d.d. 20-4-2010 MOSSELZAADHANGCULTUUR OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieInventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2017.
onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel.: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2017.175 Inventarisatie van
Nadere informatie1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2
Inhoudelijke overwegingen Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17203395 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen
Nadere informatieMOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee
MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek
Nadere informatieBijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging
Nadere informatieInventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2018.
onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schelpdierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel.: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2018.180 Inventarisatie van
Nadere informatieDUURZAAM EN DYNAMISCH. Advies van de Beleidsadviesgroep EVA II inzake het toekomstig beleid voor de schelpdiervisserij
DUURZAAM EN DYNAMISCH Advies van de Beleidsadviesgroep EVA II inzake het toekomstig beleid voor de schelpdiervisserij Juni 2004 Inleiding De Beleidsadviesgroep EVA II (BAG) is in juni 2003 door minister
Nadere informatieuw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZZ /GV onderwerp doorkiesnummer bijlagen
Directie Regionale Zaken W.D. van den Berg BV uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 8-3-2006 - DRZZ 06-2416/GV 22-8-2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Natuurbeschermingswet 1998; 2 vergunning Oosterschelde;
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard
Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Onze referentie Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn;
Nadere informatieWageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies
Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies Vestiging IJmuiden Postbus 68 1970 AB IJmuiden Tel.: 0255 564646 Fax: 0255 564644 Vestiging Yerseke Postbus 77 4400 AB Yerseke Tel.:
Nadere informatieUw aanvraag is op 12 mei 2010 door mij ontvangen. Bij brief van 2 juni 2010 (kenmerk: DRZZ/ ) heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.
> Retouradres Postbus 19143 3501 DC Utrecht Rijkswaterstaat T.a.v. de heer ing. J.C. de Kok Postbus 5807 2280 HV RIJSWIJK Herman Gorterstraat 55 3511 EW Utrecht Postbus 19143 3501 DC Utrecht www.minlnv.nl
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AZ4794
ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 20-12-2006 Zaaknummer 200607725/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1074 d.d. 19-03-2009 PROEF MET EEN MOSSELZAADINVANGINSTALLATIE IN DE OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond
Nadere informatieWijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe
Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op de artikelen 10a en 15 van de Natuurbeschermingswet 1998; BESLUIT:
Nadere informatieKokkels in Waddenzee en Zeeuwse Delta,
Indicator 2 juli 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De natuurlijke dynamiek van het
Nadere informatieConform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.
> Retouradres Postbus 30032 9700 RM Groningen Vereniging Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur U.A. T.a.v. mr. H.J. van Geesbergen Postbus 116 4400 AC YERSEKE Cascadeplein 6 Groningen
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1802, d.d. 25-05-2009
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1802, d.d. 25-05-2009 Uitbreiding van de testhal voor F16 motoren nabij Natura-2000 gebied Brabantse Wal Inhoudelijke overwegingen De aanvraag De aanvrager verzoekt om een
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage 1 bij besluit DRZ/09/2001/AN d.d. 12 juni 2009 HELIKOPTER-INZET MULTIDISCIPLINAIRE OEFENING INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De voorgenomen helikopter-inzet maakt deel uit van een multidisciplinaire
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2008-2356, d.d. 16-06-2008 VERPLAATSING VAN MOSSELPERCELEN IN DE OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Getijdenenergie Oosterscheldekering
Inhoudelijke overwegingen Getijdenenergie Oosterscheldekering Keizersgracht 5 5611 GB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven www.rijksoverheid.nl/eleni T 070 888 32 80 F 070 888 32 90 Bijlage nummer
Nadere informatieDatum: 21 februari 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14040
Ministerie van Economische Zaken DG Natuur en Regio t.a.v. mevrouw mr. S.N.M. van Dijk Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Aantekenen Datum: 21 februari 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14040 Betreft: Zienswijze garnalenvisserij
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2008-4014, d.d. 31-10-2008 MOSSELZAADVISSERIJ OOSTERSCHELDE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de mosselzaadvisserij in het Natura 2000-gebied
Nadere informatieGebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen
Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZ/07/148/SD/SM, d.d. 12 januari 2007 SCHELPDIERINVENTARISATIES NOORDZEEKUSTZONE INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Directie Regionale Zaken uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZ/07148/SD/SM 12-01-2007 onderwerp doorkiesnummer bijlagen Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/148/SD/SM, d.d. 12 januari 2007 SCHELPDIERINVENTARISATIES
Nadere informatieBijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)
Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen
Nadere informatie1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2
Inhoudelijke overwegingen Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17102956 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet
Nadere informatieDatum: 27 juni 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14134
Ministerie van Economische Zaken DG Natuur en Regio t.a.v. mevrouw mr. S.N.M. van Dijk Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Aantekenen Datum: 27 juni 2014 Kenmerk: EG/AWo/WvdH/14134 Betreft: Zienswijze garnalenvisserij
Nadere informatie/1. Datum uitspraak: 27 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:
zaaknummer 200607555/1 datum van uitspraak woensdag 27 februari 2008 tegen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 1 - RO - Natuurbeschermingswet
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZ/07/4424/FB/SM, d.d. 27 november 2007
Bijlage 1 bij besluit DRZ/07/4424/FB/SM, d.d. 27 november 2007 SCHELPDIERINVENTARISATIES WADDENZEE 2008-2017 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op het inventariseren van
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen; exploitatie MZI's; Oosterschelde
Inhoudelijke overwegingen; exploitatie MZI's; Oosterschelde Cascadeplein 6 9726 AD Groningen Postbus 30032 9700 RM Groningen www.rijksoverheid.nl/eleni T 050 750 83 00 F 050 750 83 99 Bijlage nummer 1
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en
Nadere informatieGEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998. verleend aan STAATSBOSBEHEER. voor
GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN VERGUNNING NATUURBESCHERMINGSWET 1998 verleend aan STAATSBOSBEHEER voor plaatsen en gebruik schuilvoorziening Rottumeroog (art. 20 gebied) besluit 16 juli
Nadere informatieConform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.
> Retouradres Postbus 6111 5600 HC Eindhoven Oosterschelde Tidal Power 1 B.V. T.a.v. de heer H. van Breugel De Weel 20 1736 KB ZIJDEWIND Keizersgracht 5 5611 GB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2017
VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2017 1 INHOUD INLEIDING 4 1. GESLOTEN GEBIEDEN VOOR DE MOSSELZAADVISSERIJ 6 2. MOSSELBESTANDEN EN -ZAAD VISSERIJ IN 2016 8 3. INVANG VAN
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2016
VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2016 1 17015012-1_PRW_Mosseltransitie_2017.indd 1 01-05-17 15:08 INHOUD INLEIDING 4 1. GESLOTEN GEBIEDEN VOOR DE MOSSELZAADVISSERIJ 6 2.
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2015
VOORTGANGSRAPPORT VERDUURZAMING MOSSELZAAD VISSERIJ OVER HET JAAR 2015 1 INHOUD INLEIDING 4 1. GESLOTEN GEBIEDEN VOOR DE MOSSELZAADVISSERIJ 6 2. MOSSELBESTANDEN EN -ZAAD VISSERIJ IN 2015 8 3. INVANG VAN
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)
Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T 070 888 32 00 F
Nadere informatieWnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.
Directoraat-generaal, Visserij en Landelijk Gebied Behandeld door Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Datum 5 december 2018 Bijlage nummer 1 Horend
Nadere informatieDe Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk 14-1694WB d.d. 16-01-2015.
Aantekenen Burgermeester en wethouders van de gemeente Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht, Stichting Oostflank Sint Pieter Ursulinenweg 3 6212 NC Maastricht Maastricht, 10 maart 2015. Geachte
Nadere informatieNatura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe
Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe De Staatssecretaris van Economische Zaken Gelet op artikel 3, eerste lid, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van
Nadere informatieBijlage 2 bij besluit DRZZ 06-3825/GV, d.d. 19 september 2006
Bijlage 2 bij besluit DRZZ 06-3825/GV, d.d. 19 september 2006 KOKKELVISSERIJ VOORDELTA 2006 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN DE AANVRAAG De aanvraag heeft betrekking op de mechanische kokkelvisserij in het Natura
Nadere informatieWijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer
Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april
Nadere informatieOverwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6
Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20 juli 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17118551
Nadere informatieBijlage bij besluit DRZO/2010-2825
Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Natuurbeschermingswet 1998 Vergunning project Verbreding A50 tracé Ewijk-Valburg, aanleg en gebruik extra Waalbrug en renovatie huidige Waalbrug INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Schouwen Renesse
Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning; Nb-wet 1998 Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en -suppletie voor de kust van Schouwen Renesse Keizersgracht 5 5611 HB Eindhoven Postbus 6111 5600 HC Eindhoven
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d AANLEG AARDGASTRANSPORTLEIDING WIJNGAARDEN ZELZATE (B) INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-737 d.d. 16-2-2009 AANLEG AARDGASTRANSPORTLEIDING WIJNGAARDEN ZELZATE (B) INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN 1 De aanvraag De aanvraag betreft werkzaamheden ten behoeve van de aanleg
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West
www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West Bijlagen - DE AANVRAAG
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden
www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden Bijlagen - DE AANVRAAG
Nadere informatieArtikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:
Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: 2016-600903 Kenmerk: 2016/86141 d.d. 3
Nadere informatieInhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2
Wnb; overwegingen; Spisulavisserij in Natura 2000- gebieden; Nederlandse kustzone voor zover gelegen buiten de Natura 2000-gebieden (maar binnen de NAP - 20 meter dieptelijn) Noordzeekustzone, Vlakte van
Nadere informatieOnderwerp: Aanvraag vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Handmatige kokkelvisserij in de Waddenzee
Vereniging 'Op handkracht verder' de heer B.J. Keus Postbus 116 4400 AC Yerseke Leeuwarden, 3 augustus 2006 Verzonden, Ons kenmerk : 649112 Afdeling : Landelijk Gebied Telefoon : 058-2925024 / M. Flipse
Nadere informatieHenrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie
Mosselkweek & Natuur KOMPRO Henrice Jansen, 27 Januari, schelpdierconferentie Aad Smaal, Pauline Kamermans, Karin Troost, Margriet v Asch, Marnix v Stralen, Jacob Capelle, Sander Glorius,..,.. Overzicht
Nadere informatieSportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000
Sportvisserij de grenzen Vissen binnenbinnen de grenzen van Natura 2000 van Natura 2000 Afspraken over het visserijbeheer in de Noordzeekustzone en Vlakte van de Raan voor de ontwikkeling vanopnatuur en
Nadere informatieAnalyse van jurisprudentie inzake de Vogel- en Habitatrichtlijn
Analyse van jurisprudentie inzake de Vogel- en Habitatrichtlijn 1. Aanleiding De aanleiding van deze nota is het besluit van de Ministerraad van 28 januari 2005 om de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak
Nadere informatieBijlage 1 bij besluit DRZZ/ d.d. 4 april 2007
Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2007-1363 d.d. 4 april 2007 PROEF MET MOSSELZAADINVANGINSTALLATIES IN DE VOORDELTA INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN AANVRAAG De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de
Nadere informatieWageningen IMARES. De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling van de Waddenzee. Pauline Kamermans
De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling van de Waddenzee Pauline Kamermans is een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR en TNO De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling
Nadere informatieNederlandse Vissersbond T.a.v. Postbus AB EMMELOORD. Geachte,
Directie Regionale Zaken Nederlandse Vissersbond T.a.v. Postbus 64 8300 AB EMMELOORD uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 04-10-2006 200602366/4.0/ DRZ/07/1557/HD/SM 23-04-2007 onderwerp doorkiesnummer
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE MOSSELCONVENANT OVER HET JAAR 2018
VOORTGANGSRAPPORTAGE MOSSELCONVENANT OVER HET JAAR 2018 inhoud INLEIDING 5 1. SITUERING MOSSELBANKEN IN WESTELIJKE WADDENZEE EN DE GESLOTEN GEBIEDEN 6 2. MOSSELZAAD VANGST VAN DE BODEM 8 3. INVANG VAN
Nadere informatie2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b
2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -
Nadere informatieInhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2
Wnb; wijziging vergunning onderhoudsbaggerwerk in de haven van Delfzijl; Waddenzee Directoraat-generaal Agro en Behandeld door Datum 20 december 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB / 17206945
Nadere informatie