4 Schat. ja / nee 1 punt / 0 punten. 3 gram links en gram rechts. nee. Alle gewichten van 1 t/m 13 gram.
|
|
- Ida Koster
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Schat ja / 1 punt / 0 punten 3 gram links en gram rechts Alle gewichten van 1 t/m 13 gram. 17 gram Alle gewichten van 1 t/m 40 gram ja 2 91 = 182 cm 2? ja? (20 meter) Ja, gemakkelijk! 17 0,02 = 0,34 km 2 Ja, ongeveer 20, ja 22, ja Ik schat de groepjes: ( ) = 680 vierkantjes
2 Minder Omdat 9,65 minder is dan 10 en 89,3 minder is dan km 112 km Precies: 861, , ja 1,0856 ja 10016,57 990,59 50 km Ik meet 48 mm; dus 48 km. 16 x kilometer Moeilijk te, schatten: 100 km? ,5 Minder. Anneke heeft maar drie cijfers boven de 7 en een heleboel cijfers ver onder de 7. A 1,2 x euro 6 meer Alle cijfers opgeteld: 74. Delen door 12 geeft 65 of 6, a 15 % 587,1 liter 150 m 3 Precies: ,45 3, = 143,964 m 3 B 120 : 16 1,2 = 9 euro 76,6 : 5, % tegels Precies: = In groep A zitten ongeveer 30 puntjes. In groep B zitten ongeveer 10 puntjes. Er zijn 6 groepen A en 6 groepen B = 240 puntjes 12,60 : 1,2 = 10,5 liter benzine 10,5 16 = 168 km 176,5 : 5, % Er gaan 5 koppen koffie in 1 liter. Dus 5 176,5 = 883 koppen. Dat is 883 : 365 2,5 kop per dag.
3 Ruim 100 emmers? (vijf) badkuipen? (10 a 20 keer) douchen Bankpapier aankoop verkoop amerikaanse dollar 0,9404 0,9219 australische dollar 0,5642 0,5370 canadese dollar 0,6290 0,5987 engelse pond 1,5004 1,4672 japanse yen 0,0080 0,0076 nieuwzeelandse dollar 0,5361 0,4863 zweedse kroon 0,1118 0,1064 zwitserse franc 0,6820 0, m 3 is ongeveer 125 emmers. 1 m 3 is ongeveer 5 badkuipen. 1 m 3 is ongeveer 16 douchebeurten ,6820 = 409,20 euro Ja: 3 0,6820 is ongeveer 2. Zeg dat je 1 tel doet per seconde. Dan heb je seconden nodig. Dat is 278 uur, dus ongeveer 12 dagen. 1 : : 25 = 3 : 5 12 m 36 m 36 m dat is ongeveer 10 euro. dat is ongeveer 1 euro. dat is ongeveer 1,3 euro. dat is ongeveer 1,8 euro. dat is ongeveer 24 euro. 10,23 1,02 23,8 mm (0,34 70 mm) 12% van 70 mm is 8,4 mm 55% van 70 mm is 38,5 mm ,5 cm 130 m 1 : cm 20 m De blauwe vinvis, namelijk met 99,6 % 1,36 1,84 24, ,6752 geeft 101, ,7 = 9,1 87 0,7 = 60, = = 250
4 OMREKENEN 100% 48% 38,4% = 13,6% voor: 48% van 875 is 420 tegen: 38,4% van 875 is 336 geen mening: is 119 5% van 475 is 23,75 Totaal: ,75 = 498,75 4,6% van 680 is 31, ,28 = 711,28 20 in de lengte, 6 in de breedte en 30 in de hoogte. Dus = 3600 kisten. Eén steen is = 1000 cm stenen is cm 3 = 1000 dm 3 = 1 m 3. Het past dus precies. 100 Zwitserse franc kost 68,20 euro, dus 650 franc kost (precies) euro. 15 km per uur is : 1 km in minuten. 24 km per uur is : km per minuut. Eén uur parkeren kost 1,50. Voor 2,-- kun je dan uur en minuten parkeren. VERHOUDINGEN, SCHAAL tegen: 44% van 425 is 187 voor: 40% van 425 is 170 geen mening: 16% van 425 is ,75 6 : 8 = 3 : 4 = 18 : = : : 8 : 20 = 3 : : = : 4 : = : : ,31 Nee, dan zou die bank erg veel rente geven. (Namelijk 16,4 %; reken maar na!) De voegen tussen de stenen hebben ook een oppervlakte. Schaal 1 : betekent: 1 cm op het kaartje = km in werkelijkheid. Als een werkelijke afstand van 7 km in een kaartje 2 cm is, is de schaal van het kaartje: Ongeveer 1500 stenen. MATEN Procenten-Test << Selectie >> 1 km = hm = dam = m Een reep delen met Ellen en Esther Jorrit en het meer -model Kasper en het minder -model Een stuk pizza voor Femke (% raden) Eva gaat winkelen Luuk springt trampoline Youri met zijn basketbal Hester wil reclame maken Maik koopt groot, Jet koopt klein 1 km 2 = hm 2 = dam 2 = m 2 1 km 3 = 3 hm = dam 3 3 = m 1 ha = are = dam 2
5 % 30% % (iets minder dan de helft) 10 12, blokjes ; 12 blokjes 30% 38% 55% 80% = 15 blokjes 7 cm 3 12 cm O : N = 2 : 3 1 cm 3 = mm 3 1 dm 3 = 0,001 m 3 1 dm 3 = cm 3 11 : 33 = 1 : 3 (deel door 4) 350 mm mm 3 0,5 cm 3 1 m 3 = cm 3 1 dam 3 = m 3 1 dam 3 = cm 3 1,7 cm 3 34,5 cm 3? (tussen 300 m 3 en? (tussen 0,3 en 900 m 3 ) 0,9 dam 3 ) V: 10% T: 30% B: 20% G: 40% 45 : 75 = 3 : 5 (deel door 15) 28 : 42 = 2 : 3 (deel door 14) 4 : 16 : 32 = 1 : 4 : 8 (deel door 4) 8 : 16 : 32 = 1 : 2 : 4 (deel door 8) 5 : 15 : 25 : 35 = 1 : 3 : 5 : 7 (d.d. 5)
6 ? (van 100 m 2 tot... m 2 ) 22 1,5 33 euro A Zundert? (van 1 are tot... are) ,5 hectare = 250 are Nodig is 250 1,25 = 312,5 kg zaaizaad. Dat kost 312,5 0,5 = 156,25 euro = 225 klontjes Minder, namelijk 1000 : 225 4,4 gram e = 1,5 p k = 9 e 9,5 4 = 38 km 360 pond = 360 1,5 euro = 540 euro 540 euro = kronen = 4860 kronen Moeilijk te schatten: 48 km? 5 19 De oppervlakte van het kleed is = 168 dm 2. Daarvoor zijn nodig: 168 : 12 = 14 knotten katoen. Die kosten: 14 2,25 = 31,50 euro. 4 3 = 12 dozen = 2700 klontjes , b = 4 a k = 13,5 p 1 mm is 400 m. in werkelijkheid. Zo breed is een autoweg natuurlijk niet!
7 ,5 cm :3 = 20 km 60:20 = 3 minuten 35 3 = 105 minuten = 1 uur en 45 minuten Kastelen konden worden veroverd. De landadel verloor haar macht. Links: 4 10 = 40 ; rechts: 5 6 = 30 Samen: 70 tegels 75 minuten 30 min. 15 min. 75 min Je moet 5 keer zo veel salpeter als houtskool gebruiken en 11 keer zo veel houtskool als zwavel. Zie boven: 120 bij 120 cm 25 0,25 uur is niet 25 minuten, maar 100 uur, 1 kwartier dus. 60 kg salpeter + 12 kg houtskool + 8 kg zwavel. Dat geeft 80 kg buskruit : 60 = 300 meter 300: 60 = 5 meter cm 2 = 100 mm 2 1 dm 2 = 100 cm 2 1 dm 2 = mm 2 1 m 2 = 100 dm 2 1 km 2 = m 2 1 km 2 = dm 2 Rekenmachine-Test << Selectie >> Een foutje bij de boodschappen Compost maken. Hoeveel %? Gras in de tuin. Hoeveel %? Stefanie op de fiets Lange-baan wedstrijd schaatsen Verkoopketting: prijzen en winst Suzanne gaat geld wisselen Diana op haar superbike Moeilijke formules invullen Japie: , Jopie: , Joepie: : 2 : 1
8 Niet iedereen loopt even snel. Dan weet je nog niet hoe zwaar een wandeling is.? (tussen 40 en 90 cm) Door bijvoorbeeld 100 meter te lopen en je aantal passen te tellen. 580 = 10 58, 638 = Door bijvoorbeeld 1 km te fietsen en te tellen hoe vaak je rond trapt.? (tussen 15 en 20 cm)?? m. 12 m m. 16 m bij 8 m. 7 m. 910 passen Het aantal keer dat ze rond trapt vermenigvuldigen met 5, Ja; na 1000 keer heeft ze pas 5150 meter afgelegd.? (tussen 40 en 50 cm) mm 260 km = 1200 meter? (tussen 2 en 3) 3 4 0,3 mm 10 bij 15 cm 5 6 2,5 cm 300 m = 3480 passen korter, want : 3480 = 2,87uur en dat is minder dan 3 uur Niet iedereen maakt even grote passen.? (tussen 1,5 en 2,5 cm)? (ongeveer 3) voet Niet iedereen is even groot. 1 hm = cm 1 km = mm 1 km = 100 dam 7 meter plus 3 dm plus 2 cm 8 km plus 8 hm plus 4 dam plus 8 m
Valuta U verkoopt U koopt. Amerika - dollar 1,2444 1,1488. Australië - dollar 1,7232 1,5296. Canada - dollar 1,5658 1,3893
Koersen lezen Valuta U verkoopt U koopt Amerika - dollar 1,2444 1,1488 Australië - dollar 1,7232 1,5296 Canada - dollar 1,5658 1,3893 China - yuan renminbi 11,0400 9,0700 Denemarken - kroon 7,9794 7,0811
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm
Nadere informatie1.Tijdsduur. maanden:
1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal
Nadere informatie1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm
Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E. 2500 m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm²
Nadere informatieHoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.
Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,
Nadere informatieRekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1
Rekenboek havo/vwo Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 04 REKENBOEK HAVO/VWO ANTWOORDEN Blok Getallen. Bewerkingen a 45 d 6 g 8 b 60 e 90 h 687 c 4 f 56 i 48 a 4 d 000 b 4 000 e 000 c 70 f 0 000 a 7 d 0 b 70
Nadere informatieMeten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm
Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65
Nadere informatieDuizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend
Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen
Nadere informatieBij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.
Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal
Nadere informatieHoofdstuk 1: Basisvaardigheden
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen
Nadere informatieJe ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?
Heeft Uw kind problemen met redactiesommen? Hieronder staan een aantal redactiesommen specifiek voor groep 7 en 8 van de basisschool U kunt het gebruiken voor wat extra training. Van welke combinatie van
Nadere informatieWat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de
Nadere informatieInhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10
Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Voorkennis V-a Het edrijf rekent 35 euro voorrijkosten. 3t+ 35 = k Als de monteur 7 uur ezig is kost het 3 7 + 35 = 75 euro. d 3t + 35 = 7 3t = 3 t = 5, De monteur is,5 uur of uur en kwartier ezig geweest.
Nadere informatieBlok 1 Herhalingstoets
7 herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Hoeveel ongeveer? Maak vast. 2 Hoeveel ongeveer? Kleur het juiste wolkje. 9000 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 5899 + 2900 8000 40.109 3 Reken uit. 4 Reken
Nadere informatieAntwoordblad Rekentoets 3F
Antwoordblad Rekentoets 3F Vraag 1 Het goede antwoord is: 259,65 K - 273,15 Cº = 0 K - 13,5 Cº = 273,15-13,5 = 259,65 K Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Het goede antwoord is: 1150 kwh Gemiddeld kwh per huishouden
Nadere informatiewat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan
e it re st r st 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de antwoorden, antwoorden die niet kunnen streep ik in mijn hoofd weg! 5.
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatie4.0 INTRO. Quiz. Als je 2250,- op je spaarrekening zet, heb je dan na twee jaar meer dan 3050? Vraag 9
71 4.0 INTRO Quiz We houden een quiz van tien vragen. Op elk van de vragen moet je met ja of nee antwoorden. Waarschijnlijk weet je bij de meeste vragen niet zeker wat het goede antwoord is; dan kies je
Nadere informatieRekenrijk. Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers
Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk Antwoordenboek Derde editie 8a auteurs Joop Bokhove Ceciel Borghouts Arlette Buter Keimpe Kuipers Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers
Nadere informatieOnderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN
Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18
Nadere informatie1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010
November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons
Nadere informatieHet metriek stelsel. Grootheden en eenheden.
Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die
Nadere informatiehandleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken
week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatieKAPSTOK REKENEN inhoud
KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers
Nadere informatieSpiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden
Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10
Nadere informatieKies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75
Blok les. Hoeveel kilometer is er gefietst? Wat stond er bij vertrek op de teller van Murat?. Zet in volgorde van klein naar groot. a,8 m b 0,7 km c, kg d, g,8 m 7 km kg, g 8 m 7, km 0,0 kg 0, g 0,8 m
Nadere informatieKlok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN
OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine
Nadere informatieTipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke
Nadere informatiestraat Van uur tot en met 3.30 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 20 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 16 uren en 20 minuten.
VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DINSDAG 9 JULI 0 TIJD : 08.5 09.45 UUR 4 Van 9.50 uur tot en met.0 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 0 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 6 uren en 0
Nadere informatieOverstapprogramma 6-7
Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder
Nadere informatie2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte
H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.
Nadere informatieStrategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2
Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..
Nadere informatieTijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week
Nadere informatieAntwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE
Antwoorden rekenopdracht OPPERVLAKTE 1. Wanneer gaat het over oppervlakte? Omcirkel het goede antwoord. a. Els gaat de schutting verven oppervlakte/inhoud b. Peter vult het zwembadje met water oppervlakte/inhoud
Nadere informatieTOELICHTING METRIEK STELSEL
TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen
Nadere informatie11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd
De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers
Nadere informatieSchaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.
Schaal Hieronder staat een afbeelding van het raam van het van Gogh-museum waardoor een inbreker zou zijn ontsnapt. Een advocaat voert aan dat door het gat in de ruit zijn client niet heeft kunnen ontsnappen,
Nadere informatieREKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN
REKENTECHNIEKEN - OPLOSSINGEN 1] 3,52 m + 13,6 cm =? 3,52 m 3,52 m - 2 13,6 cm 0,136 m - 3 3,656 m eindresultaat 3,66 m 2 cijfers na komma en afronden naar boven 3,52 m 352 cm - 0 13,6 cm 13,6 cm - 1 365,6
Nadere informatieBloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige
Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur
Nadere informatieHET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S
Bestelnr. Het grote rekenboek - oefenboek - Antwoorden en uitwerkingen K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +()- Telefax +()- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl HGRB-Methode-Antwoorden-M_:Opmaak
Nadere informatieREKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.
REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:
Nadere informatiede aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieOefenexamen rekenen 3F - 2013
1. Op tijd op school Als je 10 minuten doet over 2,5 km, fiets je dus 2,5 x 6 = 15 km/uur Je legt in totaal 9 km op dit tempo af. 9 is 3 / 5 van 15, dus je doet daar ook 3 / 5 van een uur over: 60/5 =
Nadere informatieLeerlijnen rekenen: De wereld in getallen
Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde
Nadere informatieOptellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M
Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M5 8 + 1 38 + 23 2 + 5 47 + 48 5 + 3 26 + 57 4 + 6 55 + 38 IT2 Antwoord E3 IT7 Antwoord E5 14 + 3 200 + 380 4 + 15 240 + 80 12 + 7 440 + 270 2 + 16 245 + 383 IT3 Antwoord
Nadere informatieWat is een standaardmaat?
Meten kun je op veel verschillende manieren. Als we iets meten dan vergelijken we dit met een afgesproken standaardmaat. Wat is een standaardmaat? Lang geleden is er afgesproken dat de afstand tussen twee
Nadere informatieRembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College
Rembrandt College Veenendaal Protocol medicijnverstrekking Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Mei 206 Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Leerlingen met dyscalculie krijgen
Nadere informatieREKENMODULE LENGTE/SCHAAL
REKENMODULE LENGTE/SCHAAL Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Lengte/Schaal Leerlingtekst Versie 1.0. Oktober 2012 Auteurs:
Nadere informatieVerkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE
Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen
Nadere informatie9.1 Oppervlakte-eenheden [1]
9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +
Nadere informatierekenboek lessen FJ E
rekenboek 7a lessen 5383 FJ E E O R P VOORBLOK 2 Een voorproefje van groep 7 Het materiaal van De wereld in getallen voor de onderbouw is gereed. Dit schooljaar (2009-200) verschijnen alle materialen voor
Nadere informatieNaam: Klas:.. Oppervlakte 1/11
Naam: Klas:.. Oppervlakte 1/11 Wat is oppervlakte? Als je op een groene school zit heb je vaak te maken met oppervlakte. Bij het aanleggen van een tuin of een terras, bij het bemesten van grond, bij het
Nadere informatieMetriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km
Inhoudsopgave: a: Inleiding b: Grootheden: (voor het basis-onderwijs) 1. Lengte 2. Oppervlakte 3. Volume, inhoud 4. Massa (vroeger: gewicht) 5. Tijd (voor het voortgezet onderwijs) 6. Temperatuur c. Omrekenregels
Nadere informatieEconomie. Vreemde valuta Klas 2, M&M Hooghuis Heesch
Economie Vreemde valuta Klas 2, M&M Hooghuis Heesch 2 Deel 1 Omdat niet alle landen dezelfde munt hebben, zul je soms geld moeten wisselen. De bank heeft verkooplijstjes gemaakt. Hierop staat wat je moet
Nadere informatieToelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD VOORBEELDEXAMEN REKENKUNDE Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten - Het examen bestaat uit twee onderdelen: hoofdrekenen en inzichtelijk rekenen. Bij het eerste
Nadere informatieColofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke
Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels, Monica Wijers, Elise van Vliet, Vincent Jonker www.rekengroen.nl
Nadere informatieToelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs
VOORBLAD VOORBEELDEXAMEN 2015 Vak: Rekenkunde (voorbeeldexamen) De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het examen: geen Aantal vragen: 20 Aantal pagina s: 4 Bijlage(n): antwoorden oefentoets Beoordeling
Nadere informatieVastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1).
Tentamen rekenen 2F Naam... klas... locatie... Datum... tijdsduur 60 minuten. (versie: 30-3-2015) Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0,41379-1,5862 (met een minimum van 1). Opgave
Nadere informatieSRD 39.600, + SRD 60.900, = ton A 1,005 B 10,05 C 100,5 D 1005
VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DONDERDAG 0 JULI 009 TIJD : 08.5 09.45 UUR SRD 9.600, + SRD 60.900, = ton A,005 B 0,05 C 00,5 D 005 Chantal heeft drie rekenrepetities gemaakt. Het gemiddelde
Nadere informatieHoofdstuk 12 GETALLEN EN GRAFIEKEN. d e = 1,5p ; p = 3 2 e e euro's kronen f k = 9e ; e =
Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1.0 INTRO 1 a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1
Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:
Nadere informatieOpgave 1. a = =994. b = = c. 37,5 x 64 = 75x32=150x16=300x8=2400. d.
Opgave 1 Los elk van de volgende opgaven zo handig mogelijk, niet cijferend, op. Noteer de oplossingen wiskundig correct en laat duidelijk uitkomen hoe je tot je antwoord bent gekomen. a. 2593-1599 = 2594-1600=994
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H12 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1
Hoofdstuk GETALLEN EN GRAFIEKEN.0 INTRO a De slak klimt een uur met onstante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz.,5 m/u 0,5 m/u d 8 uur en 40 minuten tot 0 gram:
Nadere informatieTafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5
Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15
Nadere informatie6 a 22,5 gram b v = 1,5m. 7 a 1,95 kg b g = 0,78 v c 13 / 0,78 16,7 dm 3. 8 a. b p = 200d
Hoofdstuk 1 GETALLEN EN GRAFIEKEN 1. INTRO 1 a De slak klimt een uur met constante snelheid, glijdt dan een uur langzaam naar eneden, stijgt dan weer een uur, enz. 1,5 m/u c,5 m/u d 8 uur en 4 minuten
Nadere informatieOverzicht rekenstrategieën
Overzicht rekenstrategieën Groep 3 erbij tot tien Groep 3 eraf tot tien Groep 4 erbij tot twintigt Groep 4 eraf tot twintigt Groep 4 erbij tot honderd Groep 4 eraf tot honderd Groep 4 en 5 tafels tot tien
Nadere informatie7 a. naam Hulp blad 1. 1 Reken uit (kolomsgewijs) 2 Reken uit met (cijferen) Je mag de hulpsommen opschrijven
naam Hulp blad 1 1 Reken uit (kolomsgewijs) Je mag de hulpsommen opschrijven. Met hulpsommen: 47 Zonder hulpsommen: 48 4 4 7 1 9 1 + 8 16 + 4 7 4 8 4 8 7 9 5 7 8 6 + + + + 6 1 9 7 6 7 8 5 9 5 9 6 8 + +
Nadere informatieKern 1 Lineaire functies
Kern 1 Lineaire functies 1 a V = 10 kw b V = 0,07 100 + = 7 + = 10 c Alle lijnen beginnen bij V =, alleen het hellingsgetal is verschillend. Bij 15 C geldt V = 0,05 I + Bij 1 C geldt V = 0,06 I + Bij C
Nadere informatieLEERWERKBOEK. 2F Meten en meetkunde. Les Schaal
LEERWERKBOEK 2F Meten en meetkunde Les Schaal 1 REKENBLOKKEN LES 1 SCHAAL EVEN OEFENEN LENGTEWEETJES 10 10 10 10 10 10 km hm dam m dm cm mm : 10 : 10 : 10 : 10 : 10 : 10 1 Reken om naar de andere maat.
Nadere informatieStenvertblok Rekenen 4 Antwoorden
Stenvertblok Rekenen Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Auteur Gré Schreuder D. Huigen Illustraties Ben Horsthuis Richard Flohr Omslag Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Uitgeverij Bekadidact,
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk 1
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1 1. Grootheden en eenheden Opgave 1 Opgave Opgave Opgave 4 Opgave 5 a De afstand tot een stoplicht om nog door groen te kunnen fietsen. b Als je linksaf wilt slaan moet
Nadere informatie1 Hallo, dit ben ik! 1ste leerjaar. 2de leerjaar. 4de leerjaar 3de leerjaar. 6de leerjaar 5de leerjaar
MEETBOEKJE 1 Hallo, dit ben ik! Teken jezelf of plak een foto van jezelf in het vak voor elk leerjaar. ty n 1ste leerjaar yr ig ht Pl an 2de leerjaar op 4de leerjaar C 3de leerjaar 6de leerjaar 5de leerjaar
Nadere informatieDe antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.
Handig met getallen Antwoorden Verhoudingen De antwoorden bij de opgaven van het hoofdstuk Verhoudingen zijn hier kort en bondig dus zonder uitleg weergegeven. Ze zijn per paragraaf gerangschikt. De paragrafen
Nadere informatieUitwerking. Oefentoets Rekenen 3F Mss04
Uitwerking Oefentoets Rekenen 3F Mss04 Vraag 1: Hoogste korting op hoogste bedrag om goedkoopst uit te zijn 50% korting op 69,- = 34,50 40% korting op 35,- = 21,00 30% korting op 29,- = 20,30 34,50 + 21,00
Nadere informatieEen voorbeeld van een deel van een officiële koerslijst (15 januari 2010). land valuta afkorting De bank koopt Jij verkoopt
b uitenlands geld Bij het uitwerken van de opgaven over buitenlandse valuta mag je een rekenapparaat gebruiken. hoe zit het ook weer m et die koersen De handel in buitenlands geld verloopt in de praktijk
Nadere informatieWerkblad 20A. tijd. kwart over 12. half 6 10 over 9 10 voor 7 5 over 3 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.
Werkblad 20A tijd 1 Hoe laat is het? kwart over half 10 over 9 10 voor over 3 2 Teken de wijzers. 11.00.00 13.00 14.00 1.00 1.00 1.00 18.00 19.00 20.00 21.00 1.00 uur is... 3 uur in de middag 20.00 uur
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur
Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatie11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten
Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl De dollar
Nadere informatieLeerlijnen groep 5 Wereld in Getallen
Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren
Nadere informatieRekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12
Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde
Nadere informatieEindexamen wiskunde vmbo gl/tl 2008 - I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte
Nadere informatieDe laatste loodjes...
De laatste loodjes... Hieronder vindt je een uittreksel van alles dat we met rekenen hebben geoefend. En nog een paar herhaalsommetjes. Om als laatste nog even door te lezen om te zien of je alles nog
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1
Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.
Nadere informatiekilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm
Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal.
Nadere informatieM.R. 56 : Overzicht scenario s.
M.R. 56 : Overzicht scenario s. Leerlingengedeelte Schermafdruk uit leerlingenvolgsysteem. Vorderingen per leerling. ALLEMAAL MATEN Leerinhoud Probeer en leerfase (M.R. 56) Oefenreeks(*) A1 Lengte. Tabel
Nadere informatieNaam:... Datum:... 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =.
Opvraging Wiskunde W1 36 + 12 =. 2 x 15 =. 47 + 43 =. 4 x 12 =. 25 + 11 =. 6 x 7 =. 38-16 =. 100 : 4 =. 17-6 =. 36 : 6 =. 2 Goed lezen en oplossen. Ik koop in de supermarkt een krant (80 cent), een brood
Nadere informatieOpdracht 1 Je zoekt bij het noteren van een verhouding naar de kleinst mogelijke verhouding. Eventueel kun je hierbij een verhoudingstabel gebruiken.
Vierde domein: verhoudingen en procenten 1 Kennismaken met verhoudingen Je zoekt bij het noteren van een verhouding naar de kleinst mogelijke verhouding. Eventueel kun je hierbij een verhoudingstabel gebruiken.
Nadere informatieWerkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!
Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij! 3. En nu iets moeilijker. Schrijf de berekening erbij! Werkblad bij lesvoorbereiding
Nadere informatieDeterminatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.
Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen. B-versie Rekenen met rekenmachine Je mag voor dit onderdeel de rekenmachine gebruiken. Een kladblaadje
Nadere informatieRekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 3 Verhoudingen en procenten
Uitwerkingen hoofdstuk 3 Verhoudingen en procenten 3.1 Kennismaken met verhoudingen Opdracht 3.1 Bij het noteren van een verhouding gebruik je de kleinst mogelijke hele getallen die onderling nog dezelfde
Nadere informatieKennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.
Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatieHieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4
Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m
Nadere informatieOpdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.
Uitwerkingen hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. Deel van geheel Opdracht. a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde
Nadere informatieA 155 B 310 C 3838 D
VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DINSDAG 0 JULI 00 TIJD : 08.5 09.45 UUR 3 De grafiek laat zien het aantal bezoekers dat Hotel NICK heeft bezocht gedurende een half jaar. Wat is waar? I In juni
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 donderdag 22 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten
Nadere informatieUitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3
Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 3.4.1 Basis Tijd meten 1 Juli heeft 31 dagen. Wanneer 25 juli op zaterdag valt, valt 31 juli dus op een vrijdag. Augustus heeft ook 31 dagen. 1 augustus valt dus op
Nadere informatie