Aanvulling hoofdstuk 1
|
|
- Nienke Peeters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald
2 1. Temperatuur in graden Celsius en Kelvin De grootheid temperatuur wordt in verschillende eenheden weergegeven. In Amerika gebruik men de eenheid graden Fahrenheit ( F). In de meeste landen, waaronder ook Nederland, drukken we de temperatuur in het dagelijks leven uit in graden Celsius ( C). Zo hoor je de weerman zeggen dat het morgen wel 25 C kan worden. Sterker nog, meestal wordt volstaan met de temperatuur is 19 graden en wordt het woord Celsius helemaal weggelaten. Toch is de standaardeenheid van temperatuur niet de graden Celsius en ook niet de graden Fahrenheit. De standaardeenheid van temperatuur is Kelvin. De schaalverdeling van Celsius De Zweedse natuurwetenschapper Celsius ( ) ontdekte het volgende. Iedere keer dat hij een glasthermometer in smeltend ijs zetten, kwam de vloeistof in de thermometer op dezelfde hoogte terecht. Hij stelde vast dat smeltend ijs altijd dezelfde temperatuur heeft. Dit noemen we nul graden Celsius (0 C). Ook ontdekte hij dat iedere keer dat hij de thermometer in kokend water zette, de vloeistof dezelfde hoogte terecht kwam. Ook kokend water heeft dus een vaste temperatuur. Deze temperatuur noemen we honderd graden Celsius (100 C). De schaalverdeling maakte hij op een plaatje achter het capillair. Hij zette een streepje bij 0 C en bij 100 C. De afstand ertussen verdeelde hij in honderd gelijke delen. Ieder schaaldeel geeft dus 1 C meer of minder aan. De schaalverdeling werd voltooid door ook onder de 0 C en boven de 100 C op gelijke afstanden streepjes te zetten. Zo kunnen er temperaturen onder het vriespunt en boven het kookpunt van water worden gemeten. Het aanbrengen van een schaalverdeling en het vervolgens controleren of bij een bepaalde situatie (bv. het smelten van ijs) de juiste waarde wordt aangegeven noemen we ijken van een meetinstrument. De schaalverdeling van Kelvin De Britse wis- en natuurkundige Lord Kelvin ( ) ging bij het maken van zijn schaalverdeling van een heel nader principe uit. Een stof bestaat uit zeer kleine deeltjes die bewegen. De beweeglijkheid van de deeltjes verandert als de temperatuur verandert. Als de temperatuur hoger wordt, bewegen de deeltjes sneller. Bij lagere temperatuur wordt de beweging minder. Dit minder bewegen kan zolang doorgaan, totdat de deeltjes helemaal niet meer bewegen en dus stilstaan. Nog minder bewegen is niet mogelijk. Een lagere temperatuur dus ook niet. Kelvin noemde de temperatuur waarbij de deeltjes stil zouden staan het absolute nulpunt. 1
3 Uit metingen en berekeningen volgde dat het absolute nulpunt bij 273 C moet liggen. Kelvin noemde dit absolute nulpunt nul Kelvin, afgekort 0 K. (let op het ontbreken van het gradensymbooltje). Dus -273 C is gelijk aan 0K. Kelvin verdeelde verder zijn schaal in eenheden die gelijk zijn aan die van Celsius. Een temperatuurverschil van 1 Kelvin = 1 graad Celsius. Hierdoor ontstond een schaalverdeling waarbij 0 C 273 graden hoger ligt dan het absolute nulpunt; 0 C is dus gelijk aan 273 K. De temperatuur volgens de schaal van Kelvin wordt de absolute temperatuur genoemd. De absolute temperatuur (T) kan nooit negatief zijn! De laagste temperatuur die ooit op aarde is gemeten is -89,2 C. Deze temperatuur ligt altijd nog ruim 183 boven het absolute nulpunt. In laboratoria zijn temperaturen bereikt tot enkele honderdste graden boven het absolute nulpunt. Als je de temperatuur in C weet, kun je je waarde in Kelvin berekenen. Het omgekeerde is ook mogelijk. Namelijk: of: Vragen en opdrachten: 1. Reken de volgende temperaturen in graden Celsius om naar Kelvin. a. 100 C =.K b. 20 C =.K c. 120 C =..K 2
4 2. Reken de volgende temperaturen in Kelvin om naar graden Celsius. a. 20 K =... C b. 300 K =. C c. 100 K =. C 3. Reken de volgende temperaturen om. a C =.K b K =.. C c. 273 K =. C d. 350 C =.K 4. Leg uit dat de absolute temperatuur nooit negatief kan zijn In een Amerikaanse film hoor je dat de temperatuur op en zomerse dag 95 graden is. a. Leg uit dat deze waarde niet in Kelvin of in graden Celsius is uitgedrukt. b. Ga na om welke temperatuureenheid het hier gaat. 3
5 2. Het metriek stelsel Tot het einde van de 18e eeuw bezat elke stad of land een eigen systeem van standaardmaten. Zo werden de duim, yard, el, food, inch enzovoort gebruikt. Dit bemoeilijkte internationale handel en wetenschap ernstig. In 1816 werd in het koninkrijk de Nederlanden (dat toen het huidige Nederland, België en Luxemburg omvatte) een wet aangenomen die verplichte het metriek stelsel te gebruiken. In 1872 werd in Parijs een vergadering gehouden om de Franse standaarden van het metriek stelsel te internationaliseren. Sindsdien is in het overgrote deel van de wereld dit stelsel ingevoerd. De Verenigde Staten, delen van Canada en Groot-Brittannië en enkele andere landen gebruiken echter nog steeds een afwijkend systeem. Het metriek stelsel is gebaseerd op de standaardmaat, de meter. Om te voorkomen dat er enorm grote of kleine getallen gebruikt moeten worden maken we gebruik van voorvoegsels. Op borden langs de autosnelweg staan de afstanden aangegeven in kilometer. De diameter van een waterleidingbuis wordt in millimeter vermeld. In de tabel zie je de meest gebruikte voorvoegsels. 4
6 Lengtematen De standaardmaat voor lengte is de meter. Door het gebruik van voorvoegsels kan worden voorkomen dat de waarden van de lentemaat erg grote of erg kleine getallen worden. Zo kan 0,01 m ook worden genoteerd als 1 cm, of 3700 m is gelijk aan 3,7 km. In het onderstaande overzicht zie je hoe je lengtematen met verschillende voorvoegsels moet omrekenen. Bij elke stap naar rechts wordt vermenigvuldigd met 10; Bij een stap naar links wordt er gedeeld door 10. Hieruit lees je ook af dat 1 dam bestaat uit 1000 cm, of dat 1 dm gelijk is aan 0,001 hm. Op de onderstaande afbeelding is nogmaals op een andere manier aangegeven hoe je de lengtematen met de verschillende voorvoegsels moet omrekenen. Voorbeelden: 387 cm =..m (3,87) 1,27 km =.. dam (127) 690 μm = mm (0,690) 3620 dm =.. hm (3,620) 5
7 Vragen en opdrachten 6. Reken de volgende lengtematen om. a. 387 mm =. dm b. 54 m =. cm c. 0,473 km =. dam d μm =... mm e. 0,067 m =. cm 7. Reken ook de volgende lengtematen om. a cm =.. hm b. 3,7 mm =. µm c. 417 m =... dm d. 0,88 m = cm e. 0,00267 km =.. m 8. De marathon is de langste loopafstand op de olympische spelen. De afstand die er gelopen moet worden is 42 km en 195 m. Bereken de afstand van de marathon in m
8 oppervlaktematen De standaardmaat voor de oppervlakte is de m 2 (= vierkante meter) We weten dat 1 m = 10 dm. In de onderstaande afbeelding zie je dat 1 m 2 = 10 x 10 = 100 dm 2.. Op exact gelijke wijze kun je deze afbeelding ook gebruiken om te kijken hoeveel mm 2 overeenkomen met 1 cm 2. Je weet dat 1 cm = 10 mm. Dus: 1cm 2 = 10 x 10 = 100 mm 2 We kunnen nu ook een rijtje voor de oppervlaktematen maken, vergelijkbaar met hetgeen we bij de lengtematen hebben gedaan. Bij elke stap naar rechts moet nu worden vermenigvuldigd met 100; bij een stap naar links wordt er gedeeld door 100. Op de onderstaande afbeelding is nogmaals op een andere manier aangegeven hoe je de lengtematen met de verschillende voorvoegsels moet omrekenen. 7
9 De oppervlakte van een rechthoek kun je berekenen door: oppervlakte = lengte x breedte. Hierbij moet je goed opletten dat de lengte en breedte in gelijke lengtematen zijn weergegeven. In de rechthoek hiernaast is de lengte 4 cm en de breedte 3 cm. De oppervlakte van deze rechthoek is dus 4 x 3 = 12 cm 2. De oppervlakte van een cirkel is ook te berekenen: Oppervlakte = 3,14 x r x r. Hierin is r de straal van de cirkel. Het berekenen van de oppervlakte van andere figuren, zoals een driehoek, leer je bij wiskunde. Wel kun je de oppervlakte van alle figuren ongeveer bepalen door ze op een papier met ruitjes (bijv. mm-papier) te leggen of over te tekenen en dan te kijken hoeveel hokjes er worden bedekt. (zie afbeelding). Voorbeelden: 460 cm 2 =.. dm 2 ( 4,60) 0,00023 m 2 =. cm 2 ( 2,3) m 2 = dam 2 (12,75) 0,0005 m 2 =.. mm 2 (500) In de nevenstaande afbeelding zie je een figuur met bijbehorende lengtematen. Om de oppervlakte te berekenen verdelen we de totale figuur in 2 rechthoeken. De oppervlakte van de bovenste rechthoek is 5 x 8 = 40 m 2 De oppervlakte van de onderste rechthoek is 4 x 5 = 20 m 2 De totale oppervlakte van de figuur is. m 2 (60) 8
10 Vragen en opdrachten 9. Reken de volgende oppervlaktematen om. a. 3,5 km 2 =.. m 2 b dm 2 =.. dam 2 c mm 2 =.m 2 d cm 2 = m 2 e. 0,0056 hm 2 =. m Hiernaast zie je een afbeelding met een figuur met bijbehorende lengtematen. a. Bereken de oppervlakte van deze figuur in cm b. Hoe groot is de oppervlakte uitgedrukt in m 2? Je hebt nieuwe vloerbedekking nodig. In een advertentie worden tegels van 40 cm bij 40 cm aangeboden voor 2,65 per stuk. De lengte van je kamer is 4,8 m en de breedte is 3,6 m. a. Bereken hoeveel tegels er in de lengte naast elkaar passen. b. Bereken hoeveel tegels er in de breedte naast elkaar passen. 9
11 c. Bereken hoeveel het kost om met deze tegels nieuwe vloerbedekking in je kamer te leggen. 12. Hiernaast is een stukje mm-papier afgebeeld. a. Bepaal de oppervlakte van het getekende figuur in mm 2 door het aantal hokjes te tellen. b. Teken rechtsonder op het papier een munt van 2,= na en bepaal de oppervlakte in mm 2 door het aantal hokjes te tellen... c. Je docent heeft met een schuifmaat de diameter van een 2,= muntstuk gemeten deze is 26,0 mm Bereken nu de oppervlakte van deze munt en vergelijk je antwoord met de uitkomst van vraag b. Inhoudsmaten Inhoud van een balk of kubus kun je berekenen door: lengte x breedte x hoogte. We drukken de inhoudsmaten uit in kubieke maten, bijvoorbeeld m 3 (= kubieke meter). Bij de lengtematen hebben we gezien dat 10 dm gelijk is aan 1 meter. Ook weten we dat er 100 dm 2 in 1m 2 passen. In de onderstaande tekening zie je dat er 10 x 10 x 10 = 1000 dm 3 nodig zijn om een kubus met een inhoud van 1 m 3 te vullen. 10
12 Daaruit volgt een rijtje me inhoudsmaten, vergelijkbaar met hetgeen we bij de lengte- en oppervlaktematen hebben gedaan. Bij elke stap naar rechts moet nu worden vermenigvuldigd met 1000; bij een stap naar links wordt er gedeeld door Bij de inhoud wordt echter heel vaak een andere eenheid gebruikt. Op een pak melk zie je bijvoorbeeld staan dat de inhoud 1 liter (L) is. In het overzicht op de vorige pagina zie je ook hoe je met deze eenheid moet rekenen. Bij de liter worden ook de reeds bekende voorvoegsels gebruikt. Zo is één centiliter (1 cl) het honderdste deel van een liter is. Of één decaliter ( 1 dal) is gelijk aan tien liter. Bij gebruik het gebruik van liter, of daarvan afgeleide eenheden, wordt weer gebruik gemaakt van de vermenigvuldigingsfactor 10 (bij één stap naar rechts) of wordt gedeeld door 10 (bij één stap naar links) Moeilijker is het om kubieke maten (bijvoorbeeld dm 3 ) om te rekenen in liters. Voor een dergelijke omrekening moet je het volgende onthouden: 1 cm 3 = 1 ml; 1 dm 3 = 1 L; 1 m 3 = 1 kl. 11
13 In de onderstaande twee afbeeldingen zie je deze omrekeningen nog eens toegelicht. Links zie je dat bij elke stap van de kubieke maten de factor 1000 moet worden gebruikt. Rechts zie je dat bij het gebruik van liter (met voorvoegsels) een factor 10 wordt gebruikt. Om in de rechtse afbeelding van m 3 naar dm 3 te gaan zijn het drie stappen, dus ook uit deze afbeelding blijkt dat 1 m 3 = 10 x 10 x 10 = 1000 dm 3. Welke kubieke maat kan er rechts naast de ml worden geschreven? Voorbeelden: 6300 dm 3 =.. m 3 (6,3) 2,34 m 3 =.. L ( 2340) dm 3 =..kl (34,750) 0,00057 hl =. cm 3 (57) Vragen en opdrachten 13. Reken de volgende inhoudsmaten om. a. 30,0 dm 3 =. m 3 b. 0,00093 hm 3 = dm 3 c. 780 dam 3 = km 3 d cm 3 = m 3 e mm 3 =. dm 3 12
14 14. Reken ook de volgende inhoudsmaten om. a. 0,005 L =. ml b cl = L c. 0,010 hl =.. cl d. 25 L =.cl e L = cl 15. Maak nu deze moeilijke opgaven waarbij je inhoudsmaten moet omrekenen.. a ml = dm 3 b. 0,4 m 3 = L c cm 3 =..L d. 15 dl =.. cm De inhoud van een balk of kubus kun je berekenen door: lengte x breedte x hoogte. Ook de inhoud van een cilinder kun je berekenen. Bij de oppervlakte hebben we al geleerd dat de oppervlakte van een cirkel = 3,14 x r x r. Ook voor de inhoud van een cilinder bestaat er formule, namelijk: inhoud van een cilinder = de oppervlakte van het grondvlak x de hoogte a. Bereken de inhoud (in cm 3 ) van een cilinder met een straal van 6 cm en een hoogte van 14 cm. b. Hoe groot is de inhoud van deze cilinder uitgedrukt in liter?.. 13
15 17. Er is ook een methode om het volume van onregelmatig gevormde voorwerpen te bepalen. Hiervoor wordt een maatcilinder gebruikt, die gedeeltelijk gevuld is met water. Op de maatverdeling wordt afgelezen hoeveel water er in de maatcilinder zit. Vervolgens wordt het voorwerp in de maatcilinder onder water gedompeld. Nu wordt opnieuw het volume afgelezen. (zie afbeelding) Bepaal in de nevenstaande tekening het volume van het ondergedompelde voorwerp..... De massa Als we in het dagelijks leven aangeven hoe zwaar iets is spreken we over gewicht. Zo zeggen we dat het gewicht van een pak suiker 1 kilogram is. Of achter op een vrachtauto lees je dat het maximaal laadgewicht 10 ton is. Feitelijk is dit echter niet juist. In de natuur-scheikunde gebruiken we een andere grootheid om aan te geven hoe zwaar iets is, namelijk de massa. We moeten dus zeggen: De massa van een pak suiker is 1 kilogram. De standaardeenheid van massa (m) is de kilogram (kg). Ook deze eenheid kunnen we kleiner maken door voorvoegsels te gebruiken. In de onderstaande afbeelding zie je hoe je de eenheden van massa kunt omrekenen. In dit overzicht ontbreekt 1 veel gebruikte eenheid: 1 ton = 1000 kg 14
16 Zoals we bij de lengte-, oppervlakte en inhoudsmaten al eerder hebben gezien, kun je ook het omrekenen van de eenheden van massa in een trapje weergeven, waarbij je bij naar het beneden gaan van de trap moet vermenigvuldigen met 10. Bij elke trede naar boven, moet er worden gedeeld door 10. Voorbeelden: 258 g =.. hg (2,58) 0,0005 kg =.. mg (500) 800 dg =.. dag (8,00) 2,30 ton =. kg (2300) Vragen en opdrachten 18. Reken de volgende eenheden van massa om. a g = kg b. 0,30 hg = dg c cg = g d g =.. dag e. 0,15 dg =.. mg 15
17 19. Reken ook de volgende eenheden van massa om. a. 35 ton =.. kg b cg =. hg c kg =. ton d. 0,005 ton = kg e dg = kg 3. De eenheden van tijd In het dagelijks leven, maar ook bij allerlei vakken op school, krijg je te maken met de grootheid tijd (t). Hierbij druk je de tijd uit in verschillende eenheden. Als iemand vraagt hoe oud je bent, zal je een antwoord bijvoorbeeld 13 jaar zijn. De duur van een les op school is 50 minuten. Een goede sprinter loopt de 100 meter in minder dan 10 seconden. Precies zoals we eerder met andere eenheden hebben gedaan, kunnen we ook deze eenheden omrekenen. Hierbij zijn de stappen bij het omrekenen echter niet altijd even groot. Eén minuut bestaat uit 60 seconden. Dus 30 seconden = 0,5 minuten. Hoe ben je aan deze uitkomst gekomen? Als je het aantal seconden weet, bereken je het aantal minuten door te delen door 60. In de onderstaande afbeelding zie je hoe je de verschillende eenheden van tijd kunt omrekenen. 16
18 Voorbeelden: 20 minuten =.. uur ( = 0,333) 40 seconden =. uur ( = 0,0111) 2 dagen =.. minuten (2 x 24 x 60 = 2880) 1 week =. uren (7 x 24 = 168) Vragen en opdrachten 20. Reken de volgende eenheden van tijd om. a. 237 seconden =. minuten b. 3 dagen =. uren c. 1 week =.. minuten d. 385 seconden =.. uren e. 480 minuten = dagen 17
19 Bij heel korte tijden wordt de eenheid seconde nog kleiner gemaakt door gebruik te maken van de al bekende voorvoegsels. Zo is 1 milliseconde (ms) gelijk aan 0,001 seconde. Extreem korte tijden worden uitgedrukt in microseconden (μs). 1 μs = 0,001 ms of 0, s. (Zie afbeelding) Vragen en opdrachten 21. Reken de volgende eenheden van tijd om. a. 280 ms =.. s b. 0,015 s = ms c μs =.. s d. 780 μs =. ms e. 0, s =. ms 18
20 Op de onderstaande internetsite kun je het omrekenen van eenheden nog eens oefenen. Kies met welke grootheid je het omrekenen wil oefenen. Er is ook een combinatie van meer grootheden mogelijk. Kies een moeilijkheid van de oefenopdrachten Bij een goed antwoord wordt er één persoon in de draaimolen geplaatst. Probeer de draaimolen zo snel mogelijk vol te krijgen, door met goede antwoorden alle personen in de draaimolen te plaatsen! 19
21 20
Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm
Nadere informatieMetriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km
Inhoudsopgave: a: Inleiding b: Grootheden: (voor het basis-onderwijs) 1. Lengte 2. Oppervlakte 3. Volume, inhoud 4. Massa (vroeger: gewicht) 5. Tijd (voor het voortgezet onderwijs) 6. Temperatuur c. Omrekenregels
Nadere informatie1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010
November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons
Nadere informatieHet metriek stelsel. Grootheden en eenheden.
Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die
Nadere informatieTOELICHTING METRIEK STELSEL
TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de
Nadere informatieNee, ik heb de cijfers nog niet. Ja, ik ga zo tijdens de les verder met nakijken REKENEN. Les Grootheden en Eenheden.
Nee, ik heb de cijfers nog niet. Ja, ik ga zo tijdens de les verder met nakijken REKENEN Les 2.3.8 Grootheden en Eenheden Hoofdstuk 11 - VANDAAG Studiewijzer Terugblik Grootheden en Eenheden Tijd voor
Nadere informatieWat is een standaardmaat?
Meten kun je op veel verschillende manieren. Als we iets meten dan vergelijken we dit met een afgesproken standaardmaat. Wat is een standaardmaat? Lang geleden is er afgesproken dat de afstand tussen twee
Nadere informatieBloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige
Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur
Nadere informatie11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd
De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers
Nadere informatieInhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10
Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden
Nadere informatieTijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatieKAPSTOK REKENEN inhoud
KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers
Nadere informatie1 de jaar 2 de graad (2uur) Naam:... Klas:...
Hoofdstuk 1 : Mechanica 1 de jaar de graad (uur) -1- Naam:... Klas:... 1. Basisgrootheden en hoofdeenheden In de Natuurkunde is het vaak van belang om de numerieke waarde van natuurkundige grootheden te
Nadere informatieSchaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.
Schaal Hieronder staat een afbeelding van het raam van het van Gogh-museum waardoor een inbreker zou zijn ontsnapt. Een advocaat voert aan dat door het gat in de ruit zijn client niet heeft kunnen ontsnappen,
Nadere informatie1.Tijdsduur. maanden:
1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal
Nadere informatieklas 2-3 - 4 "Eenheden"
Naam: klas 2-3 - 4 "Eenheden" Klas: Het woord eenheid betekent dat dingen hetzelfde zijn. In de natuurkunde, scheikunde en techniek kan van alles gemeten worden. Iedereen kan elkaars metingen pas gebruiken
Nadere informatieWerken met eenheden. Introductie 275. Leerkern 275
Open Inhoud Universiteit Appendix B Wiskunde voor milieuwetenschappen Werken met eenheden Introductie 275 Leerkern 275 1 Grootheden en eenheden 275 2 SI-eenhedenstelsel 275 3 Tekenen en grafieken 276 4
Nadere informatieEn wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?
Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp
Nadere informatieREKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.
REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:
Nadere informatiespiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de
Nadere informatieRembrandt College Veenendaal. Protocol medicijnverstrekking. Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College
Rembrandt College Veenendaal Protocol medicijnverstrekking Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Rembrandt College Mei 206 Begeleiding van leerlingen met dyscalculie Leerlingen met dyscalculie krijgen
Nadere informatie11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten
Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl De dollar
Nadere informatieHoofdstuk 1: Basisvaardigheden
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen
Nadere informatieBij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.
Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal
Nadere informatiehandelingswijzer rekenen
handelingswijzer rekenen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders HANDELINGSWIJZER REKENEN INHOUD HANDELINGSWIJZER REKENEN... 1 1 INHOUD... 1 HOOFDBEWERKINGEN... 2 OPTELLEN... 3 AFTREKKEN... 3 VERMENIGVULDIGEN...
Nadere informatiedeel B Vergroten en oppervlakte
Vergroten en verkleinen - wiskunde deel B Vergroten en oppervlakte Als je een figuur door een fotokopieerapparaat laat vergroten dan worden alle afmetingen in de figuur met dezelfde factor vermenigvuldigd.
Nadere informatieEXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.
EXACT- Periode 1 Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden.
Nadere informatieGebruik van dit aanvullingskatern Maten en gewichten is alleen toegestaan aan gebruikers van NOI-uitgaven voor (bedrijfs)rekenen.
19 19 matenengewichten Gebruik van dit aanvullingskatern Maten en gewichten is alleen toegestaan aan gebruikers van NOI-uitgaven voor (bedrijfs)rekenen. NOI 1.9 1 INLEIDING In het dagelijkse leven wordt
Nadere informatieMeten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.
1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een
Nadere informatieFoutenberekeningen. Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Leerdoelen :... 3 1. Inleiding.... 4 2. De absolute fout... 5 3. De KOW-methode... 7 4. Grootheden optellen of aftrekken.... 8 5. De relatieve fout...10 6. grootheden vermenigvuldigen en
Nadere informatie9.1 Oppervlakte-eenheden [1]
9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +
Nadere informatieIn het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.
Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve
Nadere informatieVerkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE
Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen
Nadere informatieBereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.
Lucifers Lucifers worden meestal gemaakt van het hout van de ratelpopulier. Van één populier worden gemiddeld 6 miljoen lucifers gemaakt. In een luciferdoosje zitten gemiddeld 60 lucifers. 3p 1 Het bedrijf
Nadere informatieMeten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm
Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65
Nadere informatieMassa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1
Massa Volume en Dichtheid Over Betuwe College 2011 Pagina 1 Inhoudsopgave 1 Het volume... 3 1.1 Het volume berekenen.... 3 1.2 Volume 2... 5 1.3 Symbolen en omrekenen... 5 2 Massa... 6 3 Dichtheid... 7
Nadere informatieStrategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2
Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..
Nadere informatieKennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.
Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige
Nadere informatieDe laatste loodjes...
De laatste loodjes... Hieronder vindt je een uittreksel van alles dat we met rekenen hebben geoefend. En nog een paar herhaalsommetjes. Om als laatste nog even door te lezen om te zien of je alles nog
Nadere informatie1. De afstand van onweer in kilometer bereken je door de tijd tussen bliksemflits en donder te delen door 3.
Uitwerkingen practicum ontluikende algebra Vuistregels Geef de vuistregels weer met wiskundige symbolen.. De afstand van onweer in kilometer bereken je door de tijd tussen bliksemflits en donder te delen
Nadere informatieUitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3
Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3 3.4.1 Basis Tijd meten 1 Juli heeft 31 dagen. Wanneer 25 juli op zaterdag valt, valt 31 juli dus op een vrijdag. Augustus heeft ook 31 dagen. 1 augustus valt dus op
Nadere informatieLOPUC. Een manier om problemen aan te pakken
LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk
Nadere informatieFYSICA. voor 4 ST & 4 TW. Deze cursus fysica vind je op en op pmi.smartschool.be
FYSICA voor 4 ST & 4 TW Deze cursus fysica vind je op www.hetwarmewater.tk en op pmi.smartschool.be Fysica - Fysica in 3ST en 3TW! 1 / 1 Fysica in 3 ST & 3 TW Fysica is een wetenschap. Wat is een fysisch
Nadere informatieHoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.
Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,
Nadere informatieSpiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden
Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10
Nadere informatie8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]
8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatie2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte
H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.
Nadere informatie1 WAT IS MENS EN TECHNIEK? Inleiding Wat heb je nodig voor Mens en Techniek? Beoordeling Hoe leer je bij Mens
1 WAT IS MENS EN TECHNIEK?... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Wat heb je nodig voor Mens en Techniek?... 3 1.3. Beoordeling... 3 1.4. Hoe leer je bij Mens en Techniek voor een toets?... 3 2 WERKEN BIJ MENS
Nadere informatie10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.
1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand
Nadere informatieInleiding tot de natuurkunde
OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-09-2009 W.Tomassen Pagina 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Rekenen.... 3 Hoofdstuk 2 Grootheden... 5 Hoofdstuk 3 Eenheden.... 7 Hoofdstuk 4 Evenredig.... 10 Inleiding... 10 Uitleg...
Nadere informatieTipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke
Nadere informatieLeerlijnen rekenen: De wereld in getallen
Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde
Nadere informatieVervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers
Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers 1 league is. miles 1 mile is.. furlongs 1 furlong is. chains 1 foot is.. inches 1 yard is inches 1 league
Nadere informatieRekenrijk. F-schrift Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers
Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Rekenrijk F-schrift Antwoordenboek Derde editie 8b auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen Noordhoff Uitgevers 10 Les 1 1 Hoe
Nadere informatiehandleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters
week 32 les 1 / OVSG toets en foutenanalyse handleiding pagina s 964 tot 981 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 722: inhoud en lengte pagina 723: gewicht en geldwaarden pagina 724:
Nadere informatieFoutenberekeningen Allround-laboranten
Allround-laboranten Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 LEERDOELEN :... 3 1. INLEIDING.... 4 2. DE ABSOLUTE FOUT... 5 3. DE KOW-METHODE... 6 4. DE RELATIEVE FOUT... 6 5. GROOTHEDEN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN....
Nadere informatiespiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON 3 DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 935 woorden 5 november 2014 7,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Kwantitatieve waarneming: waarnemen zonder
Nadere informatieInleiding tot de natuurkunde
OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 008 tijdvak woensdag 18 juni 13.30-16.30 wiskunde B1, Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. it examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten te behalen. Voor elk
Nadere informatie1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm
Oefenopgaven. 1. Bereken. A. 5 m = cm B. 4 hm = dm C. 3 km = m D. 300 cm = dm E. 2500 m = km F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm 2. Bereken. A. 3 dm² = cm² B. 4 cm²
Nadere informatieblikken b dat nodig is voor de toren. Op de uitwerkbijlage staat een tabel, die hoort bij dit verband. Vul de tabel op de uitwerkbijlage verder in.
Blikken stapelen Sander gaat blikken stapelen op dezelfde manier als op de foto hieronder. Hierdoor krijgt hij een toren die bestaat uit een aantal lagen. Op de foto zie je een toren die bestaat uit 5
Nadere informatieOnderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN
Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18
Nadere informatie4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen
1.1 Grootheden en eenheden Opgave 1 a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief: het aantal kinderen
Nadere informatieExact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2
Exact periode 1.1 0 = 1 h = 0,000000000000000000000000000000000662607Js h= 6,62607. -34 Js 12 * 12 = 1,4. 2 1 Instructie gebruik CASIO fx-82ms 1. Instellingen resetten tot begininstellingen
Nadere informatieSamenvatting natuurkunde Recht evenredig verband =als de ene grootheid 2x zo groot wordt, is dat met de andere grootheid ook zo.
Samenvatting door K. 577 woorden 10 december 2012 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nieuwe natuurkunde Samenvatting natuurkunde 1.1-1.7 1.1 Weersgrootheden Recht evenredig verband =als de ene
Nadere informatieReken je wijs. De kunst van het leren rekenen. Benito Kaarsbaan. aantal x 1000. tijd in jaren 15000 4,5
Reken je wijs De kunst van het leren rekenen Niveau 1F 2F 3F aantal x 1000 18000 20 15000 12000 4,5 9000 6000 3000 0 0 1960 1970 1980 1990 2000 tijd in jaren inen: 5 = 24 k Benito Kaarsbaan ij k ex e m
Nadere informatieWat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.
Nadere informatiekilometer hectometer decameter meter decimeter centimeter milimeter km hm dam m dm cm mm
Op een plattegrond van een stad, maar ook op de landkaart van Nederland worden allerlei wegen kleiner afgebeeld. Omdat je niet de werkelijke maten op papier kunt zetten, maak je gebruik van een schaal.
Nadere informatieM V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.
Inleiding opdrachten Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden Vul het schema in. Meetinstrument Grootheid stopwatch liniaal thermometer spanning hoek van inval oppervlak Opgave. Formules Leg de betekenis
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2012 tijdvak 1 maandag 21 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 75 punten
Nadere informatieLeerlijnen groep 7 Wereld in Getallen
Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600
Nadere informatieREKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen
REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,
Nadere informatieM.R. 56 : Overzicht scenario s.
M.R. 56 : Overzicht scenario s. Leerlingengedeelte Schermafdruk uit leerlingenvolgsysteem. Vorderingen per leerling. ALLEMAAL MATEN Leerinhoud Probeer en leerfase (M.R. 56) Oefenreeks(*) A1 Lengte. Tabel
Nadere informatieExact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren
Exact periode 2.1 Q-test Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren 1 Q-test Eenzelfde bepaling is meerdere malen gedaan. Zit er een uitschieter (ook wel genoemd uitbijter) tussen de
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde
opgave (blz 4) Uitwerkingen van de opgaven in Basisboek Natuurkunde De zwaarte-energie wordt gegeven door de formule W zwaarte = m g h In de opgave is de massa m = 0(kg) en de energie W zwaarte = 270(Joule)
Nadere informatieHoofdstuk 4: Meetkunde
Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair
Nadere informatieWISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR
WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden
Nadere informatieHoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.4/1.5 Significantie en wiskundige vaardigheden Omrekenen van grootheden moet je kunnen. Onderstaande schema moet je
Nadere informatiedrs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs
Stadsdeel zuidoost H1 Getallen een 1 tien 10 honderd 100 duizend 1 000 tienduizend 10 000 honderdduizend 100 000 een miljoen 1 000 000 tien miljoen 10 000 000 honderd miljoen 100 000 000 een miljard 1
Nadere informatieDuizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend
Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen
Nadere informatieProbeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
1 Formules gebruiken Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Werken met formules Formules gebruiken Inleiding Verkennen Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Nadere informatieHoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de
Nadere informatieOnthoudboekje rekenen
Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet je wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 5) 2. Duizendtal, honderdtal,
Nadere informatieColofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke
Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Oppervlakte Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels, Monica Wijers, Elise van Vliet, Vincent Jonker www.rekengroen.nl
Nadere informatieLENGTE. 1. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte
LENGTE. DOORSTREEP DE BEGRIPPEN WAARVAN JE DE LENGTE NIET KUNT METEN. hoogte inhoud diepte breedte omtrek afstand temperatuur oppervlakte 2. AAN WELKE VOORWERP IN DE KLAS VIND EEN LIJNSTUK VAN (ONGEVEER)
Nadere informatiehandleiding pagina s 678 tot 686 1 Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde 614 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken
week les toets en foutenanalyse handleiding pagina s 678 tot 686 nuttige informatie Handleiding. Kopieerbladen pagina 69: oppervlakte ruit pagina 500: kaart van België pagina 50: afstandentabel België
Nadere informatievwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011
Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-GL en TL 2019 tijdvak 2 maandag 17 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 70 punten
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-II
Koffiekan Bij het zetten van koffie wordt soms een koffiezetapparaat gebruikt. eze opgave gaat over een koffiezetapparaat waarbij de koffiekan, zonder het handvat en de bovenrand, de vorm heeft van een
Nadere informatie2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies
Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend
Nadere informatieHoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen
Kern Prisma en cilinder a De inhoud is G h=,5 = 4,5cm. b Die inhoud is even groot. a De inhoud is G h= ( 4) 8 = 64 cm b Op iedere hoogte geldt dat de doorsnede van het rechte prisma dezelfde oppervlakte
Nadere informatieTafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5
Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15
Nadere informatieSignificante cijfers en meetonzekerheid
Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5
Nadere informatiewiskunde CSE GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2016 tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten
Nadere informatie