Opgave 1. a = =994. b = = c. 37,5 x 64 = 75x32=150x16=300x8=2400. d.

Transcriptie

1 Opgave 1 Los elk van de volgende opgaven zo handig mogelijk, niet cijferend, op. Noteer de oplossingen wiskundig correct en laat duidelijk uitkomen hoe je tot je antwoord bent gekomen. a = =994 b = = c. 37,5 x 64 = 75x32=150x16=300x8=2400 d. 240,24 : 12 = 240:12=20 0,24:12=0, ,02=20,02 1

2 Opgave 2 a. Bijna tien miljoen hectare genetisch gemanipuleerde mais... "Dat is meer dan de oppervlakte van heel Nederland!", zei mijn buurman. Kan dit kloppen? Laat duidelijk zien hoe je globaal, schattend rekent. Lengte 300 km = 3000 hm Breedte 200 km = 2000 hm Oppervlakte Nederland is ha (6 miljoen ha) Dus de stelling is correct/ b. Bente is één miljoen seconden oud. Ans is één miljard seconden oud. Kan Ans de moeder van Bente zijn. Licht je antwoord duidelijk toe. 1 uur sec 24 u 1dag sec 10dagen sec 11 dagen sec. 1 miljard sec.= 1000 miljoen sec.= dagen is ongeveer 30 jaar. Dus Ans kan de moeder van Bente zijn. 2

3 Opgave 3 a. Ik wil 20 chocoladecakejes maken. Wat heb ik aan ingrediënten nodig? Geef een duidelijke toelichting. Recept voor 25 chocoladecakejes 200 gram pure chocolade 2½ eetlepel boter 175 gram bruine suiker 75 gram gehakte pecannoten 2½ losgeklopte eieren 125 gram bloem 20 cakejes is 4/5 deel van 25 cakejes. Maak eventueel een verjoudingstabel. Recept voor 20 chocoladecakejes 160 gram pure chocolade 2 eetlepels boter 140 gram bruine suiker 60 gram gehakte pecannoten 2 losgeklopte eieren 100 gram bloem b. De motor rijdt 1 op 15 (dat wil zeggen dat de motor voor het rijden van 15 kilometer 1 liter benzine nodig heeft). Hoeveel liter gaat er in de tank? Geef een duidelijke toelichting. 1 liter 15 km 3 liter 45 km 3 liter is één zesde van de tank. De tank is dus 6x3 liter = 18 liter 3

4 Opgave 4 a. Maak met de cijfers 4, 6, 7 en 8 een vermenigvuldigopgave waar 3276 uitkomt. Gebruik ieder cijfer precies één keer (bijvoorbeeld 46 x 78). Toelichten is niet nodig. 7 x 468 = 3276 b. Er zitten 24 kinderen in de klas. Er zijn tweemaal zoveel meisjes als jongens. Hoeveel jongens zitten er in die klas. Verhouding jongens meisjes is 1 : 2 één derde deel jongens is dus 8 jongens twee derde deel meisjes id dus 16 meisjes 4

5 Opgave 5 a. De tuinman vraagt Ruben of hij de bak van de aanhanger precies tot de rand wil vullen met zwarte grond. De afmetingen zijn 2 m lang, 1,2 m breed en 50 cm hoog. Hoeveel zakken grond van 25 liter kunnen in de aanhanger? inhoud: 2 m x 1,2 m x 0,5 m = 1,2 m m 3 = 1200 liter 1000 liter = 40 zakken 200 liter = 8 zakken totaal 48 zakken b. De tuinman verdeelt zijn tuin als volgt. Op welke schaal is dit stuk grond getekend? Geef een duidelijke toelichting. 16 m 2 bloemen 24 m 2 groenten 24 m 2 aardappelen 16 m 2 fruit Schaal: 1 : 25 1 : 50 1 : : cm is in werkelijkheid hier 200cm de schaal is dus 1 : cm. 5

6 Opgave 6 a. Vul het juiste getal in bij de pijl. Licht je antwoord duidelijk toe.??? 5 6? Tussen 5/6 en 1 5/6 zitten precies zes stapjes van 1/6. Als je halverwege bent dan heb je drie van die stapjes gezet. Je bent dan bij 5/6 + 3/6 = 8/6 = 1 2/6 = 1 1/3. b De breuken in het hok hebben dezelfde waarde. Welke van onderstaande breuken mag dan ook in dit hok staan?

7 Opgave 7 a. Morgen wordt de rente verhoogd met ¼ %. De prijs is nu 56. Wat wordt de nieuwe prijs? Licht je antwoord duidelijk toe. A. 5,74 B. 57,40 C. 70 D. 56,14 1% = 0,56 ¼ % = 0,14 de nieuwe prijs wordt 56,14 b. Welk kommagetal past er bij de pijl? 4,898 7

8 Opgave 8 a. Snelheidscontrole op de Voorstraat. Meer dan 200 bromfietsers werden gecontroleerd. 3 op de 8 hielden zich niet aan de toegestane snelheid. Er werden veel bekeuringen uitgedeeld Hoeveel procent reed te hard? a 3/8 % b 60 % c. 37½ % d. 38% 37½ % van de bromfietsers reed te hard b. Multimedia computer Normale prijs: AH prijs: Hoeveel % procent korting geeft AH ongeveer? Geef een duidelijke toelichting. 10 % 181,50 1 % is ruim 18 2 % is ruim 36 Het verschil is 216 dit is ruim 11 % 8

9 Opgave 9 Licht elk onderdeel duidelijk toe. Los de onderstaande sommen op. Cijferen is toegestaan. a = b = Schat de volgende opgaven eerst en reken ze daarna precies uit. c. 197,8 x 4,9 200 x 5 = 1000 d. 1858,40 : 1, : 18 = , ,44 9

10 Opgave 10 a. Geef bij elke tekening hieronder aan of het de uitslag van een kubus kan zijn. ja nee ja b. Beide bakken zijn kubusvormig. De grote bak heeft een ribbe van 6 cm. De kleine bak heeft een ribbe van 3 cm. Met het kleine bakje scheppen we water in de grote bak. Hoe vaak moet je scheppen om de grote bak vol te krijgen? Licht je antwoord duidelijk toe. Er gaan 2 x 2 x 2 = 8 kleine in de grote kubus 6 cm. 3 cm. 10

11 Opgave 11 PINDY PINDAKAAS Rijk aan vitamine E Voedingswaarde per 100g energie kj(660 kcal) eiwit...25g koolhydraten...11g waarvan suikers... 4,5g vet...57g waarvan verzadigd...13g enkelvoudig onverzadigd...19g meervoudig onverzadigd...23g voedingsvezel...7g natrium...0,4g vitamine E...10mg a. Wat is de dagelijkse behoefte aan Vitamine E? b. Hoeveel boterhammen met pindakaas moet je eten om de dagelijkse behoefte aan Vitamine E binnen te krijgen. Geef een duidelijke toelichting. 10 mg per 100 gr is 70 % 10 % is ongeveer 15 mg 100 % is ongeveer 150 mg Dit zullen tussen de 10 en 15 boterhammen zijn. 100g pindy pindakaas levert 70% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine E 500g e 11