Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8
|
|
- Kurt van der Wal
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8
2 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke voornaamwoorden,persoonlijke voornaamwoorden, Aanwijzende voornaamwoorden Telwoorden Bijwoorden Voegwoorden Ontleden Persoonsvorm, Onderwerp, Voltooid deelwoord, Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp, Bepaling Leestekens Getallen Romeinse cijfers Procenten Breuken Metriekstelsel 1 18
3 Meten en meetkunde Omtrek= Als je de omtrek van een voorwerp of gebied wilt weten, doe je het zo: Lengte+breedte+lengte+breedte= omtrek Oppervlakte= Om de oppervlakte te berekenen moet je eerst de lengte en de breedte weten. Maak dan deze som. Woordsoorten (taalkundig ontleden) Werkwoorden Werkwoorden worden ook wel doewoorden genoemd. Voorbeelden: fietsen, schrijven, denken,staan. Je kunt er altijd IK voor zetten, bijvoorbeeld: ik loop, ik denk, etc. Schema: Lengte x breedte= oppervlakte ( in mm 2, cm 2, dm 2 etc.) Tegenwoordige tijd (nu) Verleden tijd (toen) Inhoud= Als je de inhoud van iets wilt berekenen, heb je de lengte, de breedte en de diepte (of hoogte) nodig. Lengte x breedte x hoogte(of diepte)= inhoud ( in mm 3, cm 3, dm 3 etc.) Ik hoor maak vind Ik/hij/jij hoor de maak te vond LET OP: zorg dat alle maten die je gebruik hetzelfde zijn, dus allemaal mm,cm,dm,m,dam,etc. Hij hoor +t maak +t vind +t Wij hoorden maakten vonden Wij horen maken vinden Lengte x breedte x hoogte= 10 x 4 x 3= 120 cm 2 Voltooid deelwoord: Ik heb. Gehoord gemaakt- gevonden 17 Ik ben.. 2
4 Lidwoorden De-het-een de fiets- het varken- een telefoon Zelfstandig naamwoord Namen van mensen, dieren, dingen en plaatsen (landen of steden bijvoorbeeld) Je kunt er ook een lidwoord voorzetten. Een jongen, het paard, de auto Eigen namen Namen van mensen, landen of andere plaatsen, bijvoorbeeld: Henk, Els, Tijn, Nederland, Middelrode, Noordzee, België. Bijvoeglijke naamwoorden Dit zegt iets over het zelfstandig naamwoord en eindigt vaak op een e. Het mooie huis Metriek stelsel Gewicht: kg hg dag g dg cg mg : 10 X 10 1 kg= 1000 gram = 2 pond = 10 ons 1 pond= 500 gram = ½ kg 1 ons= 100 gram Bruto-tarra-netto Bruto: het gewicht van de inhoud en de verpakking samen (alles) Tarra: het gewicht van de verpakking Netto: het gewicht van de inhoud De lange weg De grote fiets Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: (gemaakt van een speciale grondstof) schrijf je met en. Bijvoorbeeld: De katoenen blouse De ijzeren fiets 3 16
5 Metriek stelsel Lengtematen: km hm dam m dm cm mm : 10 Inhoud: kl hl dal l dl cl ml m 3 dm 3 cm 3 : 10 Oppervlakte: km 2 hm 2 dam 2 m 2 dm 2 cm 2 mm 2 ha a ca Inhoud: : 100 X 100 X 10 X 10 km 3 hm 3 dam 3 m 3 dm 3 cm 3 mm 3 :1000 X 1000 Voorzetsels Dit zijn woorden waarbij je iets laat weten over waar het zich bevindt. aan boven in KAST over voor onder Vragende voornaamwoorden wie-wat-welke-wat voor (een) Wie heeft dat gedaan? Wat is er gebeurd? Welke kleur is dat? Bezittelijke voornaamwoorden naast Deze woorden geven bezit aan (het is van mij!) 1. mijn 2. jouw-je-uw 3. zijn-haar 4. ons (onze 5. jullie-uw 6. hun-haar Persoonlijk voornaamwoord enkelvoud: ik-me-mij je-jou-u hij-zij meervoud: wij-we-ons jullie-u-zij-ze 15 4
6 Aanwijzende voornaamwoorden Woorden die je gebruikt als je iets aanwijst. die dat deze dit zo n Die jongen speelt vals. Dit autootje is van mij. Telwoorden Woorden die met tellen en getallen te maken hebben. drie vijfhonderd elfde eerste middelste laatste Keersommen met breuken Voorbeeld 1 3 x 5 = 15 = Voorbeeld x 3 1 = 12 x 13= 156 = 7 16 = Bijwoorden Bijwoorden zijn woorden die bij een werkwoord of bij een bijvoeglijk naamwoord horen. Bijvoorbeeld: Hij speelt vals. Hij lacht me uit. Je hebt een heel goed rapport. Voegwoorden Voegwoorden zijn woorden die twee zinnen aan elkaar plakken (voegen). en maar wanneer toen omdat zodat nadat hoewel terwijl Delen door een breuk Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde!! LET OP: De eerste breuk blijft hetzelfde, de TWEEDE breuk verandert!! Voorbeeld 1 7 : 3= 7 x 8 = 56= Hij wilde fietsen, maar zijn fiets was kapot. Terwijl hij zijn huiswerk zat te maken, stond de radio aan. Voorbeeld 2 1 : 3 = 1 x 4 = 4 =
7 Breuken Plussommen met breuken Maak de beide breuken gelijknamig! Voorbeeld 1: = ik maak van 3 e -> 6 e = = 9 = 1 3 = X 2 Voorbeeld 2: = 5x3 (ik maak 15 e ) = X 3 x 5 Minsommen met breuken Maak de breuken gelijknamig! 5-2 = ik maak er van: 40 e -> = (8x5) = ik maak er van: 90 e --> = X 10 x9 13 (Redekundig) Ontleden Persoonsvorm Het werkwoord wat vooraan komt te staan als je de zin vragend maakt. voorbeeld: Morgen gaan we op vakantie. Gaan we morgen op vakantie? (werkwoordelijk) gezegde Alle werkwoorden die in de zin staan. De persoonsvorm zit hier altijd bij! Maar denk ook aan een voltooid deelwoord en hele werkwoorden! Onderwerp Wie doet/doen het? Stel jezelf de vraag: De bomen waaien in de wind. WIE OF WAT + PV? Waaien de bomen in de wind? Waaien= persoonsvorm --->WIE OF WAT WAAIEN? De bomen= onderwerp Het onderwerp verandert ook als je de zin van aantal veranderd. enkv.--> meerv. of meerv.--> enkv. Voltooid deelwoord Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-. Het eindigt op: en/d/t Een voltooid deelwoorden kun je vinden door deze hulp zinnen te gebruiken: - Ik heb of Ik ben. Ik ben naar huis gerend. 6
8 Lijdend voorwerp Wat wordt er gedaan? WAT + GEZEGDE+ONDERWERP? Ik maak een mooie tekening. Maak ik een mooie tekening? Wie maakt een mooie tekening? WAT+MAAK+IK? --> maak = gezegde --> ik= onderwerp --> een mooie tekening= lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp AAN WIE OF VOOR WIE + GEZEGDE+ONDERWERP+LIJDEND VOORWERP? Ik maak een mooie tekening voor mijn oma. Ik maak een mooie tekening voor mijn oma. Maak ik een mooie tekening voor mijn oma? --> maak = gezegde Wie maakt een mooie tekening voor mijn oma? --> ik= onderwerp Wat + maak+ik? --> een mooie tekening= lijdend voorwerp AAN WIE OF VOOR WIE + MAAK+IK+EEN MOOIE TEKENING? ---> voor mijn oma= meewerkend voorwerp Bepaling Alle zinsdelen die nog over zijn. Morgen/ sta/ ik/ vroeg/ op. sta= persoonsvorm ik= onderwerp op= bijwoord (zegt iets van het werkwoord) morgen + vroeg= bepaling 7
9 Procenten 15 % > reken uit op een van de volgende manieren: - 1% van 4800= 48 48x15%= 720-0,15 x 4800= 720 Werkwoordschema Tegenwoordige tijd (nu) 1.Ik hoor maak vind Verleden tijd (toen) 4. Ik/hij/jij hoor de maak te vond Procenten en breuken Als je van een breuk, procenten wilt maken, kun je het omrekenen. Doe het zo: 1 Maak er honderdste van--> 5 = 5 % 20 (reken naar de 100) 100 1/2 0,5 50 % 1/3 0, /3% 1/4 0,25 25% 1/5 0,2 20% 1/6 0, /3 % 1/7 0, ,28 % 1/8 0,125 12,5% 1/9 0, ,1% 1/10 0,1 10% 1/20 0,05 5% 1/25 0,04 4% 1/50 0,02 2% 1/100 0,01 1% 2. Hij hoor +t maak +t vind +t 3.Wij horen maken vinden 6. Voltooid deelwoord: Ik heb. gehoord gemaakt- gevonden Ik ben.. 1. ik-vorm 2. ik-vorm + t 3. hele werkwoord 5. Wij hoorden maakten vonden 4. verleden tijd enkelvoud: +te / + de / klankverandering 5. verleden tijd meervoud: +ten / +den / klankverandering 6. voltooid deelwoord Hoe weet je of het +te/+ten/+de/+den/het voltooid deelwoord moet schrijven? langer maken (speelde--> gespeeld).als je het nog niet weet 11 t sexy fokschaap = als de stam van het woord eindigt op een van deze letters--> t juichen-juich--> juichte - gejuicht let op: niezen- niez --> niesde--> geniesd 8
10 2 Miljoen 3 Honderdduizend 7 Tienduizend 8 Duizend 3 honderd 5 Tiental 5 Eenheden 1 Tiende 8 Honderdste 6 duizendste Aanhalingstekens en sluittekens Getallen - Rita zei: Ga je mee zwemmen? - Wij gaan zwemmen, zei Rita. - Wij gaan zwemmen, zei Ronald, maar daarna gaan we vissen ,186 Komma s In een samengestelde zin: Ik kan niet meer, ik ben doodop. In een opsomming: Ik ben op vakantie geweest in Afrika, Azië, Oceanië en Europa. Als je iemand aanspreekt: Joep, stop daar eens mee. Dames, jullie hebben hard jullie best gedaan. Romeinse cijfers I =1 IX=9 V=5 XII=12 X=10 XL=40 L= 50 LVX= 65 C = 100 CMXLIX= 949 D= 500 MCLXVII=1167 Regels: - Staat in het Romeinse schrift een kleiner cijfer vóór een grote cijfer, dan moet je dat er af halen. - Staat er een kleiner cijfer achter een groter cijfer, dan moet je dat er bij optellen. 9 10
11
In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.
In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de
Nadere informatieZinsontleden en woordbenoemen groep 7/8
Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk
Nadere informatie1.Tijdsduur. maanden:
1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieOntleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.
Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen
Nadere informatieSpiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden
Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm
Nadere informatieWerkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.
DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden
Nadere informatieStrategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2
Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..
Nadere informatieHet metriek stelsel. Grootheden en eenheden.
Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die
Nadere informatieBenodigde voorkennis taal verkennen groep 5
Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatieTOELICHTING METRIEK STELSEL
TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieREKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.
REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN Procenten betekent per honderd. Percentage Groeifactor 1% 1/100 0,01 2% 2/100 0,02 10% 10/100 0,10 99% 99/100 0,99 104% 104/100 1,04 150% 150/100 1,50 Rekenen met procenten:
Nadere informatieHet Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud
Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de
Nadere informatie71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.
v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatieDuizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend
Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen
Nadere informatieMeten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm
Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65
Nadere informatieKAPSTOK REKENEN inhoud
KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatiespiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de
Nadere informatieCompacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek
Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van
Nadere informatiehandelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen
handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3
Nadere informatieBij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.
Boekverslag door Eline 801 woorden 23 april 2016 6.8 5 keer beoordeeld Vak Rekenen Rekenen hoofdstuk 5 Meten Paragraaf 1 Lengte Lengte Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieRekenen. Doelen in groep 7
Doelen in Rekenen Hieronder ziet u de doelen voor rekenen die in aan de orde komen. Deze doelen zijn verdeeld in: M: doelen die in de eerste helft van het jaar behandeld worden. E: doelen die in de tweede
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
-b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3
Nadere informatieTijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren
Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen
Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG
Nadere informatie0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100
Breuken 8 teller breukstreep 9 noemer Breukvorm - kommagetal 0,6 6 / 10 0,36 36 / 100 0,05 5 /100 2,02 2 gehelen en 2 / 100 Breuken en gehelen 1) Hoeveel keer gaat de noemer in de teller? 2) Hoeveel is
Nadere informatieOnderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN
Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18
Nadere informatiespiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON 3 DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO
Nadere informatieBloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige
Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur
Nadere informatieHoofdstuk 1: Basisvaardigheden
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen
Nadere informatieOptellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M
Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M5 8 + 1 38 + 23 2 + 5 47 + 48 5 + 3 26 + 57 4 + 6 55 + 38 IT2 Antwoord E3 IT7 Antwoord E5 14 + 3 200 + 380 4 + 15 240 + 80 12 + 7 440 + 270 2 + 16 245 + 383 IT3 Antwoord
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatiewat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan
e it re st r st 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de antwoorden, antwoorden die niet kunnen streep ik in mijn hoofd weg! 5.
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatie1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010
November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons
Nadere informatie2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies
Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend
Nadere informatieOverzicht rekenstrategieën
Overzicht rekenstrategieën Groep 3 erbij tot tien Groep 3 eraf tot tien Groep 4 erbij tot twintigt Groep 4 eraf tot twintigt Groep 4 erbij tot honderd Groep 4 eraf tot honderd Groep 4 en 5 tafels tot tien
Nadere informatieMeting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie
Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie Dit is versie 2.0 van de methode Reken Remedie en is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Mochten er onverhoopt fouten in voor komen, zou u zo vriendelijk
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatieSpiekkaart. Persoonsvorm - p.v.
Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de
Nadere informatieInhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10
Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden
Nadere informatiehandelingswijzer rekenen
handelingswijzer rekenen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders HANDELINGSWIJZER REKENEN INHOUD HANDELINGSWIJZER REKENEN... 1 1 INHOUD... 1 HOOFDBEWERKINGEN... 2 OPTELLEN... 3 AFTREKKEN... 3 VERMENIGVULDIGEN...
Nadere informatiePdf versie uitleg Grammatica
Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen
Nadere informatieDe laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.
Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke
Nadere informatieRekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12
Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde
Nadere informatieDPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling
Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het
Nadere informatieOnline cursus spelling en grammatica
Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts
Nadere informatieLeerlijnen rekenen: De wereld in getallen
Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde
Nadere informatieHet weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool
Het weetjesschrift Dit is het weetjesschrift. In dit schrift vind je heel veel weetjes over taal, rekenen en andere onderwerpen. Sommige weetjes zal je misschien al wel kennen en anderen leer je nog! Uiteindelijk
Nadere informatieDagdeel 2 Werkwoordspelling: t ex-kofschip, vervoegen, werkwoordtijden
Nederlands Dagdeel 1 Introductie en vaststelling leerdoelen Redekundig ontleden: persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieKlok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN
OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine
Nadere informatieinstapkaarten taal verkennen
6 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema
Nadere informatiespiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep
spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 7 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieDe laatste loodjes...
De laatste loodjes... Hieronder vindt je een uittreksel van alles dat we met rekenen hebben geoefend. En nog een paar herhaalsommetjes. Om als laatste nog even door te lezen om te zien of je alles nog
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieAanvulling hoofdstuk 1
Natuur-Scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd VMBO- Tl2 H. Aelmans SG Groenewald 1.
Nadere informatieGrammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten
Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatiespiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL
spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 3 Auteur:
Nadere informatiedrs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs
Stadsdeel zuidoost H1 Getallen een 1 tien 10 honderd 100 duizend 1 000 tienduizend 10 000 honderdduizend 100 000 een miljoen 1 000 000 tien miljoen 10 000 000 honderd miljoen 100 000 000 een miljard 1
Nadere informatieLeerdoelen groep 7. Pluspunt rekenen
Leerdoelen groep 7 Pluspunt rekenen NB. De leerdoelen van deze rekenmethode bieden wij de kinderen aan middels Denken in Doelen. Dat betekent dat we niet exact de blokken van de methode volgen, maar dat
Nadere informatieMetriek stelsel. b. Grootheden. b-1. Lengte. Uitgangspunt (SI-eenheid): meter ; symbool: m. Gebruikte maten: mm-cm-dm-m-dam-hm-km
Inhoudsopgave: a: Inleiding b: Grootheden: (voor het basis-onderwijs) 1. Lengte 2. Oppervlakte 3. Volume, inhoud 4. Massa (vroeger: gewicht) 5. Tijd (voor het voortgezet onderwijs) 6. Temperatuur c. Omrekenregels
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieStudiewijzer TaalCompetent
TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen
Nadere informatieLeerlijnen groep 7 Wereld in Getallen
Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600
Nadere informatieRedekundig ontleden. Arend van den Brink
Redekundig ontleden Arend van den Brink - Inhoudsopgave Redekundig ontleden... 3 Persoonsvorm... 3 Onderwerp... 4 Naamwoordelijk gezegde... 4 Werkwoordelijk gezegde... 7 Lijdend voorwerp... 8 Meewerkend
Nadere informatieDe bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer
Nadere informatieWerkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1
Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 6 2. Werkwoorden schrijven, een verhaal (1). 9 We missen iemand Werkwoorden: een begin 3. Werkwoorden
Nadere informatieJan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek
Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.
Nadere informatieGrammatica Zinsontleding - Uitgebreid. Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8
Zinsontleding - Uitgebreid Ondersteunend materiaal - Uitlegkaarten Geschikt voor de groepen 7 en 8 Inhoudsopgave Persoonsvorm 4 Onderwerp 6 Gezegde: werkwoordelijk en naamwoordelijk 7 Lijdend voorwerp
Nadere informatieHoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.
Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,
Nadere informatieDOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.
DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatiespiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep SPECIMEN
spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep deora en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar
Nadere informatieWEEK 47 (21 nov-25 nov)
WEEK 47 (21 nov-25 nov) Met taal zijn we dit blok bezig geweest met zinnen ontleden. Zo leren we wat ieder zinsdeel betekent. Bovendien kun je zinsdelen dan gemakkelijk in een andere volgorde zetten. Gezegde
Nadere informatieNederlands C.T samenvatting
Nederlands C.T samenvatting Wat te leren: Blok 4 + helft blok 5, op de leer s.o stof na. Blok 4 2.2 Chronologische tijdsvolgorde: de ene gebeurtenis na de andere Tijdsprong: het overslaan van een stuk
Nadere informatie(werkwoordelijk gezegde)
Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen
Nadere informatie11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd
De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers
Nadere informatieNiveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad
Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieDIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN
Groep 5 6 & 2 DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN TIP PAS OP 2 HOE? hoi, ik ben DiKiBO samen met mijn vrienden help ik jou bij het leren 3 COLOFON DiKiBO presenteert het complete reken-zakboek voor groep 5 & 6
Nadere informatieExtra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis
Extra opdrachten met het zinsbouwpakket Bijlage bij het Basisboek syntaxis 1 Hoofdstuk 1: 1. De volgende opdrachten kun je alleen uitvoeren als je het zinsbouwpakket hebt. a. Zoek het puzzelstukje 'wolf'
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieBij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:
Cijferend optellen t/m 1000 Voor u ligt de verkorte leerlijn cijferend optellen groep 5 van Reken zeker. Deze verkorte leerlijn is bedoeld voor de leerlingen die nieuw instromen in groep 6 en voor de leerlingen
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatie