Datum/tijd vergadering 2 juni 2010

Transcriptie

1 Keurmerk Opleidingsschool Keurmerkcommissie Ada de Mol, Arien Bekker, Jacob de Ruiter, Fiona Grooters Aanwezig vanuit de school SO s Henk van Rhijn, Sjaak Treffers, Anet van Genderen. Dir. Bart Stolwijk, Theo Muntingh. WB s, Marca Janssen, Renate vand er Vegt, Erik Mulder. Studenten en nieuwe docenten, Merel Vrolijk, Ilse Pijbnacker, Dabeniel van den Eikel, Zoe van de Kerkhof, Marion Korevaar, Karien van der Wekken IO, Rob Hoevenaars, Perspectief, Marja Hoogendam Bijeenkomst Audit C.S.G. Groene Hart Datum/tijd vergadering Algemene aspecten De school heeft: Een Schoolopleider (SO) aangesteld; elk jaar een substantieel aantal (een nader te bepalen percentage van het totale aantal medewerkers) medewerkers in opleiding, lido s en/of lio s en/of zij-instromers, ongeacht of deze medewerkers in loondienst zijn; heeft werkplekbegeleiders die gefaciliteerd zijn voor hun begeleidingswerk in tijd of in werkkracht van de student. De schoolopleider van de school: is de spil in het keurmerkproces; heeft een beschreven relatie met het management van de school; is gecertificeerd; speelt een rol bij de begeleiding van (nieuwe) leraren, zij-instromers en studenten (lido s, lio s); brengt lido s en lio s in contact met leerlingen en geeft ze verantwoordelijkheden passend bij hun competenties; stuurt de werkplekbegeleiders aan; onderhoudt het contact met de lerarenopleiding en de instituutsbegeleider; heeft een functiebeschrijving die opgenomen is in het IPB. C.S.G. Groene Hart heeft 4 vestigingen, Leerpark, Topmavo en het Lyceum in Alphen aan de Rijn en Rijnwoude in Hazerswoude. Er zijn 3 schoolopleiders (SO), elke schoolopleider heeft zijn eigen vestiging en 1 SO heeft twee vestigingen onder zijn/haar hoede. De 3 SO s hebben het laatste jaar intensief samengewerkt om de beleidskaders helder te krijgen en om commitment vanuit gehele directie te krijgen. De SO s worden gefaciliteerd in uren. Zij krijgen 10 uur per student, met een minimum van 60 uur. De SO is bij het Groen Hart de spil van het opleiden in de school; hij/zij voert de sollicitatiegesprekken met nieuwe studenten, organiseert bijeenkomsten voor nieuwe medewerkers, heeft contact met School-IB van Archimedes, is praatpaal voor WB etc. De taakomschrijving is opgenomen in het IPB. De werkplekbegeleider krijgt 30 klokuren voor de begeleiding van een student. Elk jaar hebben zij een substantieel aantal studenten (afgelopen 3 jaar minimaal 17 studenten), niet alleen van Archimedes, ook van andere lerarenopleidingen: van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, het Marnix, de ALO, ICLON etc. 1/6

2 De drie vestigingen waar een Schoolopleider aanwezig is zijn intensief betrokken bij het opleiden in de school.. Aanbevolen wordt om ook Rijnwoude, de locatie in Hazerswoude meer te betrekken bij het opleiden in de school. De lerende medewerker Er is sprake van professionele reflectie en zelfreflectie De voortgang van het leren wordt bewaakt en gerelateerd aan het bekwaamheidsdossier Er wordt gebruik gemaakt van feedback van leerlingen Het handelen van de medewerker klopt met de missie en de doelstelling van de school Er is sprake van innovatief handelen door de medewerkers Binnen het Groen Hart lijkt er sprake te zijn van professionele reflectie en zelfreflectie. Dat geldt in ieder geval voor studenten en nieuwe docenten. Voor zittende docenten staat het wel goed in de plannen maar het wordt de commissie niet duidelijk in hoeverre het leeft bij iedereen. Stagiaires worden begeleid door de werkplekbegeleider (WB). De WB vult een beoordelingsformulier in over de stagiaire. Nieuwe docenten hebben een persoonlijke begeleider. De begeleiding en de beoordeling van nieuwe medewerkers is gescheiden. Zo wordt de nieuwe docent niet beoordeeld door zijn persoonlijke begeleider, maar ontvangt wel ondersteuning en gerichte feedback van hem/haar. Bij nieuwe docenten worden enquêtes afgenomen onder hun leerlingen (via SCOPEDESKundig, een beleidsondersteunend bureau). De begeleiding van nieuwe docenten is vastgelegd in een notitie waarin doelen, uitgangspunten en de uitvoering van de begeleiding is beschreven.de docenten met een reguliere aanstelling hebben twee maal per jaar een gesprek met de unitleider over een aantal beoordelingspunten. Deze gesprekken worden vastgelegd in een verslag, voor opname in het dossier/portfolio. Alle medewerkers bouwen een portfolio op aan de hand van 8 competenties, de 7 uit de wet BiO en een 8 e competent in het uitdragen van de identiteit van de school. De functioneringsgesprekken gebeuren a.d.h.v. deze 8 competenties.. De activiteiten van de studenten, in de vorm van schoolprojecten wordt nog niet in alle gevallen ingezet voor schoolinnovatie en over het algemeen onvoldoende benut voor de school. Het Leerpark geeft daarvoor een goede aanzet: minimaal één van de drie schoolprojecten moet van direct nut moet zijn voor de unit. Het is (nog) niet echt zichtbaar of de medewerkers innovatief handelen. De schoolprojecten van Archimedes studenten kunnen meer uitgebuit worden om nieuwe dingen uit te proberen. Leermogelijkheden op de werkplek Medewerkers vinden het vanzelfsprekend dat zij zich blijven ontwikkelen Medewerkers zoeken in teamverband naar verbeteringen van hun handelen Medewerkers vragen feedback bij collega s 2/6

3 Samenwerking en communicatie is gestructureerd vormgegeven Informatie over voortgang van het leren is beschikbaar Alle medewerkers participeren in vormen van scholing het team bepaalt de gewenste scholing ivm competentieontwikkeling In het Schoolplan Groene Hart is een paragraaf over scholing opgenomen. 30% van de beschikbare tijd kan door de medewerker vrij worden ingevuld. De unitleider heeft ontwikkelingsgesprekken met de mensen uit zijn team. Hier komen scholingsvragen uit voort. Ook komen er scholingsvragen vanuit de verschillende teams. Aan de hand hiervan wordt een scholingsplan ingevuld en aan het MT overhandigd. De commissie heeft niet de indruk dat dit middel systematisch wordt ingezet voor team- en schoolontwikkeling. De school (de SO s) vinden het van belang dat er deskundigheidsbevordering plaats vindt op het gebied van de begeleidingsstructuur. De WB s onderschrijven deze behoefte; en de meesten hebben zich ingeschreven voor het scholingstraject vanuit de HU. Het is van belang dat er over twee jaar in alle teams geschoolde werkplekbegeleiders aanwezig zijn. In de verzamelde scholingsplannen van de teams is de rol van de studenten en de schoolprojecten beschreven. Tevens wordt de relatie van de team-scholingsplannen met het schoolbeleid aangegeven Praktijken op meso-niveau Competentieontwikkeling speelt een rol in functioneringsgesprekken Het opleiden in de school is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van school en opleidingsinstituut Intake, voortgang en beoordeling van de lerende medewerker gebeurt planmatig afgestemd op de persoon en de door de school geformuleerde competentieprofielen Verantwoordelijkheden en deskundigheid van de begeleiding zijn geëxpliciteerd en vastgelegd Randvoorwaarden en facilitering in geld, tijd en kwaliteit van de begeleiding zijn beschreven De toedeling van taken voor de lerende gebeurt in overleg en gericht op competentieontwikkeling Opleiden in de school is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Groene Hart en Archimedes. Communicatie tussen schoolopleiders en School-IB loopt goed, hebben regelmatig contact. Het is ook de bedoeling om de begeleidingsbijeenkomsten voor de studenten gezamenlijk (SO en School-IB) op de school uit te voeren. Alle soorten begeleiders van het Groen Hart en hun taken zijn beschreven en vastgelegd in het document Samen leren en opleiden Intake, voortgang en beoordeling van de lerende medewerker (stagiair, nieuwe docent of zittende docent) gebeurt aan de hand van gesprekken (intake, functionerings- en beoordelingsgesprekken). De 8 competenties uit Functiemix (bijlage 5) zijn hierbij een leidraad. In portfolio wordt genoemd dat het Groene Hart graag investeert in het versterken van ieders competenties. Dit wordt ook bevestigd, in andere bewoordingen, door de studenten. Studenten geven aan dat ze veel vrijheid hebben bij het Groene Hart en dat ze voldoende eigen inbreng hebben. Wat de taken van de studenten zijn wordt in onderling overleg met de werkplekbegeleider vastgesteld en vastgelegd in een leerwerkplan. 3/6

4 De facilitering in uren van de SO en WB is geregeld en over het algemeen naar tevredenheid van de uitvoerders. Geen aanbevelingen Leren op de werkplek in het schoolbeleid Er is een beleidsplan over opleiden en professionalisering van medewerkers Het beleidsplan streeft naar een cultuur van continue ontwikkeling van individu, team en school Doelen en prioriteiten van competentieontwikkeling zijn gekoppeld aan het primaire proces en de schoolorganisatie Er is een samenwerkingsrelatie met een opleidingsinstituut De visie op leren en professionaliseren heeft draagvlak in de school In de stukken is veel aandacht voor de begeleiding van studenten en (nieuwe) medewerkers. De commissie krijgt hiervoor diverse stukken ter inzage, wat het beleid en de uitvoering ervan niet duidelijker maakt. Uit de stukken is niet duidelijk geworden wat het beleid is voor de zittende medewerkers. Informatie hierover is vooral mondeling verkregen, via de presentatie en het interview. In het Groene Hart staat de leerling centraal. Doelen en prioriteiten van competentieontwikkeling zijn duidelijk gekoppeld aan de praktijk van het onderwijs. De samenwerking met het instituut, tussen de SO s en de IO is goed. Zorg voor overzichtelijke en eenduidige informatie over opleiden, professionaliseren en innoveren in de school, over de begeleiding van nieuwe docenten en van de meer ervaren docenten. Waardering en evaluatie De school beschikt over gegevens van beleving en waardering van medewerkers over hun werk, scholingsmogelijkheden en doorgroeimogelijkheden De school beschikt over gegevens van beleving en waardering van medewerkers-in-opleiding over opleidingstraject, de begeleiding en de helderheid van procedures en verantwoordelijkheden De school beschikt over gegevens van beleving en waardering van het opleidingsinstituut over samenwerking, kennisuitwisseling en helderheid van procedures en verantwoordelijkheden Studenten en werkplekbegeleiders zijn erg enthousiast over het werken bij het Groene Hart. Studenten noemen het thuis voelen vanaf de eerste dag, met open armen ontvangen zijn en veel mogelijkheden tot ontwikkeling. SCOPEDESKundig ondersteunt het Groene Hart. Zij organiseren de enquêtes en de verwerking ervan. Bijvoorbeeld bij de klassen voor nieuwe docenten, maar ook individuele docenten kunnen hier om vragen. 4/6

5 De LIO evaluatie is er een mooi voorbeeld van. Deze laat over vrijwel de hele linie een verbetering zien ten opzichte van het voorgaande jaar. Er ontbreekt een systematische analyse door de SO s en een verbeter/actieplan op grond van de uitkomsten van de enquête. Benut de informatie uit de evaluatie van kwaliteitscholen voor verbeterplannen mbt het opleiden in de school. Maak ook gebruik van de jaarlijkse WER enquête van Archimedes om de uitvoering van het opleiden in de school te verbeteren. Voorbeelden van good-practice en verbeteracties Er worden vrijwel geen voorbeelden van good-practice gegeven. De commissie heeft gehoord en gezien dat ze er wel zijn! : meer etaleren! Het Groene Hart noemt in het portfolio al een aantal aandachtspunten voor (blz. 4). Dit zijn: - De verdere communicatie van de begeleidingsstructuur en inhoud. - Verdere samenwerking van de SO s om gebruik te maken van elkaars expertise. - Afstemming en meer samenwerking met de vestiging Rijnwoude. - Afstemming tussen de vestigingen van de scholing nieuwe docenten. - Scholing van de WB ers. - Beleid ontwikkelen over aanname van stagiaires van diverse leerjaren (financieel verantwoord en met gekwalificeerde begeleiders). - het traject opleiden met perspectief verder ontwikkelen - Profileren van de begeleiding stagiaires in schoolplan en schoolgids We verwachten dat het Groene Hart bij de keurmerkverlenging in 2012 veel aandacht heeft besteed aan bovenstaande aandachtspunten. Conclusies Zowel studenten, als werkplekbegeleiders, als de schoolopleiders hebben hun enthousiasme over het Groene Hart op de keurmerkcommissie weten over te brengen. Het Groen Hart is nu één jaar bezig om de begeleidingsstructuur van nieuwe docenten en stagiaires meer handen en voeten te geven. Dit moet nog wat steviger neergezet worden, maar er ligt een goede basis. Als in de toekomst WER-bijeenkomsten in de school georganiseerd gaan worden, dan raden wij het Groene Hart aan om hier gebruik van te maken door gedeeltelijk een eigen invulling aan te geven. Ook in de schoolprojecten laat het Groene Hart mogelijkheden liggen. De keurmerkcommissie heeft weinig voorbeelden van good practice gezien en gehoord. Bij de verlenging van het keurmerk wil de commissie hiervan meer voorbeelden zien. 5/6

6 Op basis van bovenstaande informatie adviseert de keurmerkcommissie het Regionaal Platform onderwijsarbeidsmarkt vo/bve om het Keurmerk Opleidingsschool te verlenen aan S.G.G. Groene Hart te Alphen aan de Rijn. 6/6