Functieboek. Panta Rhei, stichting voor r.k., algemeen bijzonder en openbaar primair onderwijs

Transcriptie

1 Functieboek Panta Rhei, stichting voor r.k., algemeen bijzonder en openbaar primair onderwijs

2 Bestuursbureau Panta Rhei Overgoo 13 Postbus AC Voorburg Functieboek

3 Inhoudsopgave Inleiding pag. 4 Aard en omvang bovenschoolse functies pag. 5 Ontwikkelingen pag. 5 Categorie directie pag. 6 Directeur DB/DC pag. 7 Adjunct-directeur AB/AB+ pag. 9 Categorie onderwijsgevend personeel pag. 11 Leraar L10 pag. 12 Leraar L11 pag. 15 Leraar L12 pag. 17 Onderwijsondersteunend personeel pag. 19 Controller pag. 20 Senior stafspecialist Onderwijs en Kwaliteit pag. 23 Senior stafspecialist Huisvesting, Onderhoud, ICT pag. 26 Senior Stafspecialist P&O (formatie, rechtspositie) pag. 28 Senior stafspecialist P&O (arbo, verzuim, re-integratie,) pag. 30 Bestuurssecretaresse pag. 33 Lerarenondersteuner pag. 36 Managementassistent pag. 38 Medewerker secretariaat bestuursbureau pag. 41 Administratief en secretarieel medewerker (school) pag. 44 Onderwijsassistent pag. 46 Conciërge pag. 48 Functieboek

4 Inleiding In de CAO PO is in Hoofdstuk 5 bepaald dat het bevoegd gezag (de werkgever) over een functieboek beschikt. Hierin staan de functies beschreven die op bovenschools- en schoolniveau kunnen voorkomen. Dit functieboek beantwoordt aan het gestelde. In dit functieboek staan de functiebeschrijvingen van zowel normfuncties als niet-normfuncties. Alle functies zijn op basis van FUWASYS PO beschreven en gewaardeerd (recent: de functies (7) van de medewerkers van het bestuursbureau). Nieuwe functies zullen ook op basis van FUWASYS PO opgesteld en gewaardeerd worden. Het functieboek beschrijft de functies die in de totale organisatie voorkomen. Elke school kan z n eigen functiebouwwerk vorm geven, afhankelijk van de eigen visie van de school. Daarbij worden uitsluitend functies gebruikt uit het functieboek. Als er behoefte is aan andere functies, dan worden deze eerst beschreven en gewaardeerd (conform het bepaalde in Hoofdstuk 5 CAO PO) en ter instemming voorgelegd aan de personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Vervolgens worden ze ook opgenomen in het Bestuursformatieplan. Dit document dient eveneens instemming van de personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad te krijgen. Op basis van het bepaalde in de CAO-PO worden de volgende functiecategorieën onderscheiden: directie onderwijsgevend personeel onderwijsondersteunend personeel Een aparte categorie vormt de leraar in opleiding. De werkzaamheden van deze functionaris (laatste jaar student van een lerarenopleiding basisonderwijs) worden beschreven in een leerwerkplan dat in overleg met de opleiding en praktijkschool opgesteld wordt. Betrokkene wordt vervolgens benoemd voor bepaalde tijd voor een periode die overeenkomt met een benoeming van vijf maanden voor een werktijdfactor 1 binnen één schooljaar. Vanaf het schooljaar biedt Panta Rhei de mogelijkheid om maximaal 10 leraren in opleiding (L10 regelnummer 1, 50%) te benoemen bij scholen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de modelovereenkomst, bijlage I C van de CAO PO. Panta Rhei onderscheidt binnen de genoemde functiecategorieën de volgende functies: directeur (DB/DC) adjunct-directeur (AB/AB+)* leraar primair onderwijs L10, L11, L12 controller senior stafspecialist bestuurssecretaresse lerarenondersteuner managementassistent medewerker secretariaat administratief medewerker onderwijsassistent conciërge *De nieuwe lerarensalarissen hebben als consequentie dat de leraar L11 meer verdient dan de adjunct AB. Tijdelijk wordt een toelage aan adjuncten toegekend om toch het verschil te handhaven. De cao-partijen hebben afgesproken dat ze in de komende periode de directieschalen zullen bespreken. Functieboek

5 Elk personeelslid heeft een werktijdfactor die afgeleid is van de normjaartaak, zijnde uur bij een voltijdbetrekking. De werktijdfactor is dan 1,0. Er is een 40-urige werkweek. De werktijdfactor wordt bepaald door het aantal uren per week te delen door 40. De minimale betrekkingsomvang bij nieuwe benoemingen is 8 uur (0,2). Benoeming vindt plaats in hele uren, evenals een aanpassing van de werktijdfactor. Aard en omvang bovenschoolse functies Tot de bovenschoolse functies per behoren: - senior stafspecialist (P&O, Huisvesting/ICT, Onderwijs en Kwaliteit) omvang: 2,8 fte - controller omvang: 0,7 fte - bestuurssecretaresse/ medewerker secretariaat omvang: 1,5 fte Er is een College van Bestuur (statutair orgaan: het bestuur), bestaande uit een persoon met een omvang van 1,0 fte. Inschaling is schaal B4 van de CAO 2018 voor bestuurders in het primair onderwijs. De loonkosten zijn in het exploitatieoverzicht van het bestuursbureau opgenomen onder loonkosten CvB. Functieboek

6 Categorie Directie Functieboek

7 Functienaam Salarisschaal Directeur DB/DC Context De werkzaamheden worden verricht binnen een school voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs. Het College van Bestuur vervult een beleidsbepalende rol, ontwikkelt de doelstellingen voor de school en stelt de kaders voor het onderwijs- en organisatiebeleid vast. De directeur voert het beleid uit en levert een bijdrage aan de totstandkoming. In het managementstatuut zijn de taken en bevoegdheden van de directeur beschreven. De directeur geeft leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, ontwikkelt het beleid van de school, verzorgt de uitvoering van het onderwijsproces en is belast met het personeelsmanagement. Op de school zijn een directeur, leraren en ondersteunende personeelsleden werkzaam. Karakteristiek van de functie 1. Operationeel management: stuurt het onderwijs en de leerlingenzorg op de school aan; bewaakt de identiteit, doelstelling, en het pedagogisch-didactisch klimaat van de school; creëert en doet een geschikt en passend aanbod voor leerlingen; bewaakt de kwaliteit van de uitvoering van het onderwijs; signaleert (dreigende) problemen in de onderwijsuitvoering en neemt beslissingen over te nemen maatregelen; beslist, binnen vastgestelde kaders en afspraken over toelating en verwijdering van leerlingen; beslist, op advies van en in overleg met specialisten, over het doorverwijzen van leerlingen naar hulpinstanties en specialisten; stelt het school- en ondersteuningsprofiel op; onderhoudt de contacten en voert overleg met ouders/verzorgers van de leerlingen. 2. Beleidsontwikkeling: signaleert en analyseert maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen en ontwikkelingen in de schoolomgeving en adviseert het college van bestuur over consequenties voor het beleid van de school en/of de stichting; vertaalt de door het college van bestuur vastgestelde strategie en visie in meerjaren onderwijsbeleid en programmering; ontwikkelt, evalueert en stelt het (meerjaren) onderwijs- en kwaliteitsbeleid bij alsmede het zakelijk beleid van de school en adviseert het college van bestuur over de consequenties daarvan voor de eigen school en/of de stichting; kiest en/of ontwikkelt (nieuwe) methoden, lesmateriaal e.d.; stelt de jaarlijkse en meerjaren schoolbegroting op; stelt het jaarplan en jaarverslag op van de school; voert het overleg met de Medezeggenschapsraad; levert, in het kader van het directieoverleg, bijdragen aan het gezamenlijk beleid en afstemming van de onder het college van bestuur vallende scholen en neemt daartoe deel aan werkgroepen en/of leidt deze; realiseert schooloverstijgende en organisatie brede multidisciplinaire meerjarige beleidsprojecten, bijvoorbeeld de vorming van een integraal kindcentrum.. 3. Leiding geven: geeft leiding aan het team van medewerkers aan de school; Functieboek

8 draagt zorg voor de ontwikkeling van de medewerkers en begeleidt deze daarbij; is verantwoordelijk voor de uitvoering van de functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers; draagt zorg voor de personele zorg en het personeelsbeheer; draagt zorg voor de werving en selectie; beslist over personele vraagstukken en te nemen maatregelen; delegeert zo nodig personele zaken aan een adjunct directeur of teamleider/bouwcoördinator. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het organiseren van het onderwijs en de leerlingenzorg op de school, het vertalen van ontwikkelingen binnen de schoolorganisatie en de omgeving van de school (onderwijs, welzijn, jeugdzorg) naar beleidsvorming en uitvoeringsprogramma's voor de school, het opstellen van de begroting en het jaarverslag van de school, het leiding geven aan de medewerkers op de school. Kader: de onderwijswet- en regelgeving, het voor de school beschikbare budget en de beleidskaders op bovenschools niveau. Verantwoording: aan het bestuur over de leiding en sturing aan het onderwijs en de organisatie van de school, het ontwikkeld beleid van de school, de uitvoering van het onderwijsproces en het personeelsmanagement. Kennis en vaardigheden brede theoretische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; kennis van de organisatie van onderwijskundige en bedrijfsvoeringsprocessen; inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormingscircuits; inzicht in vraagstukken die zich op andere terreinen in het onderwijs en de jeugdzorg afspelen; adviesvaardigheden; vaardig in het organiseren en begeleiden van werkprocessen; vaardig in het onderhouden van contacten en omgaan met conflictsituaties; vaardig in het aansturen van professionals. Contacten met ouders/verzorgers om de ontwikkeling en voortgang van de leerlingen te bespreken, te overleggen over knelpunten daarbij en te nemen maatregelen en af te stemmen over te nemen of genomen beslissingen en beleidsmaatregelen; met ouders/verzorgers en andere onderwijsinstellingen over doorverwijzing van leerlingen in het kader van passend onderwijs; met het college van bestuur om verantwoording af te leggen, beleid en uitvoering af te stemmen en knelpunten te bespreken; met het college van bestuur en collega-directeuren om tot afstemming te komen over (operationele) doelstellingen, het beleid en de uitvoering daarvan; met ouders, personeel en andere betrokkenen om hen te overtuigen van onderwijsontwikkeling en implementatie van nieuwe ideeën, methoden en onderwijsvernieuwing; met vertegenwoordigers uit de schoolomgeving om overleg te voeren en af te stemmen over beleid, gezamenlijke knelpunten, aanpak, maatregelen en het te voeren beleid en om de belangen van de school te behartigen; met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om te overleggen en af te stemmen om tot een gezamenlijke aanpak en oplossingen te komen; met medezeggenschap over te nemen of genomen beslissingen om relevante aangelegenheden met hen af te stemmen en/of hierover te onderhandelen. Functieboek

9 Functienaam Salarisschaal Adjunct-directeur AB/AB+ Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs of een school met meerdere locaties. Een directeur geeft leiding aan de school. De adjunct-directeur geeft mede vorm aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, geeft invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, levert een bijdrage aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Karakteristiek van de functie I. Beleidsondersteuning op het gebied van onderwijs, zorg en/of bedrijfsvoering: levert bijdragen aan de ontwikkeling, vernieuwing en kwaliteit van het onderwijs van de school; draagt bij aan het optimaliseren van leerprocessen, methoden en technieken; zet mede de pedagogische koers uit en bewaakt het pedagogisch klimaat; levert bijdragen aan en/of coördineert het zorgbeleid; levert bijdragen aan het zakelijk beleid van de school zoals het opstellen van (delen van) de schoolbegroting en het jaarverslag; bewaakt (een deel van) het schoolbudget; stelt (delen van) het schoolplan en de schoolgids op; levert bijdragen aan de informatievoorziening, rapportages e.d. ten behoeve van het bestuur, de ouders, de inspectie e.d.; levert bijdragen aan het personeelsbeleid bijvoorbeeld bij het opstellen van het scholingsplan. 2. Operationeel management: adviseert de directeur over en levert bijdragen aan de inrichting, organisatie en werkwijze van uitvoering van de werkprocessen op de school; begeleidt en coacht (een deel van) de medewerkers van de school; voert (delen) van de gesprekkencyclus uit; stuurt, organiseert en/of coördineert diverse werkprocessen op het gebied van onderwijs, leerlingzorg en/of de bedrijfsvoering; bewaakt (mede) de kwaliteit van het onderwijs; adviseert de directeur over toelating en verwijdering van leerlingen alsmede over het doorverwijzen naar en inschakelen van hulpinstanties en specialisten; onderhoudt de contacten en voert overleg met ouders/verzorgers van de leerlingen; vervangt de directeur bij afwezigheid. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: de beleidsbijdragen en bij het aansturen, organiseren en/of coördineren van diverse werkprocessen op het gebied van onderwijs, leerlingzorg en/of de bedrijfsvoering. Kaders: de onderwijs wet- en regelgeving, en beleidslijnen van de school en de stichting. Verantwoording: aan de directeur over de kwaliteit van het mede vormgeven aan de inrichting, de uitvoering en de evaluatie van het primair onderwijs, van invulling en uitvoering aan één of meerdere toegewezen beleidsterreinen, van de bijdrage aan de schoolorganisatie en de professionalisering. Kennis en vaardigheden theoretische en praktische kennis van (de ontwikkelingen in) het primair onderwijs; kennis van bedrijfvoeringsprocessen; inzicht in de organisatie en werkwijze van de eigen school; Functieboek

10 inzicht in en kennis van de schoolomgeving; vaardigheid in het leiding geven aan professionals; vaardigheid in het adviseren. Contacten met ouders/verzorgers (al dan niet in het bijzijn van de leraar) om de ontwikkeling en voortgang van de leerling te bespreken, te overleggen over knelpunten daarbij en te nemen maatregelen en af te stemmen over te nemen of genomen beslissingen en beleidsmaatregelen; met de directeur om verantwoording af te leggen, beleid en uitvoering af te stemmen en knelpunten te bespreken; met de directeur en collega s om tot afstemming te komen over (operationele) doelstellingen, voorzetten en ideeën voor veranderingen te geven en te bespreken en over de uitvoering van het beleid; met ouders, personeel en andere betrokkenen om hen te overtuigen van de noodzaak van onderwijsontwikkeling en implementatie van nieuwe ideeën, methoden en onderwijsvernieuwing; met vertegenwoordigers uit de schoolomgeving om overleg te voeren en af te stemmen over gezamenlijke knelpunten, aanpak, maatregelen en operationele zaken om e belangen van de school te behartigen e.d.; met hulpverleners/specialisten over de problematiek van leerlingen om te overleggen en af te stemmen om tot een gezamenlijke aanpak en oplossingen te komen. Functieboek

11 Categorie Onderwijsgevend personeel Functieboek

12 Functienaam Leraar primair onderwijs L10 Context De leraar is een professional die samen met collega s, in teamverband, het onderwijs verzorgt, verantwoordelijk is voor de pedagogisch/didactische aanpak, zorgverlening, onderwijsontwikkeling en verbetering en de professionalisering van het team. Karakteristiek van de functie De leraar L10 is de vakvolwassen leraar die als eindverantwoordelijke leerkracht de werkzaamheden volledig zelfstandig uitvoert en volledig is belast met de in de context omschreven verantwoordelijkheden. Het gaat hierbij om onderwijsverzorging, het actief bijdragen leveren aan visievorming en onderwijsontwikkeling en/ of -verbetering en het kan gaan om een lichte vorm van specialisatie. Er worden daarbij beleidsbijdragen geleverd. Verder wordt gewerkt aan de eigen professionalisering en dat van startende leraren en stagiaires. 1. Onderwijsverzorging/regievoering onderwijsproces Voert de volledige regie over het onderwijsproces van de eigen groep: Sub 1. Lesgeven Bereidt de dagelijkse onderwijsactiviteiten voor. Geeft les aan en begeleidt leerlingen. Structureert en coördineert activiteiten van de leerlingen. Organiseert en plant activiteiten in homogene en heterogene groepen, inclusief subgroepen. Houdt hierbij rekening met de onderwijsbehoeften van de individuele leerling, de subgroep of de groep als geheel. Vertaalt het cyclisch handelings- en opbrengstgericht werken van schoolniveau naar groepsniveau. Meet en volgt gedurende het schooljaar door middel van observaties en toetsen de ontwikkeling van de leerling en acteert actief gericht op de verdere ontwikkeling. Speelt, als onderdeel van het onderwijsaanbod, in op ontwikkelingen op terreinen van burgerschap zoals maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing. Is in staat om de ontwikkeling van leerlingen systematisch te volgen zodat een leerling een ononderbroken ontwikkeling kan doorlopen en legt dit op passende wijze vast. Sub 2. Pedagogisch/didactische aanpak Hanteert verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, aansluitend op de leer- en opvoedingsdoelen van de school en die van de leerling. Creëert een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. Bewaakt de orde in de klas. Stimuleert en begeleidt sociale vaardigheden bij leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden en leerlingen met achterstanden, leer- en opvoedingsproblemen e.d. Stimuleert dat deze leerlingen met verschillende achtergronden op respectvolle wijze samen leren. Observeert, registreert en evalueert ontwikkelings- en leerprocessen van leerlingen en stelt handelingsplannen op. Biedt onderwijs aan dat bij het kind past en zet daarbij desgewenst individuele leerlijnen/aanpak uit, voert deze uit en stelt ze bij. Begeleidt, rekening houdend met zowel de sociaalemotionele als de cognitieve ontwikkeling van het individuele kind, leerlingen met gedrags- en/of leermoeilijkheden, handicaps, achterstanden maar ook hoogbegaafden e.d. Functieboek

13 Bespreekt de voortgang en de ontwikkeling van leerlingen met ouders/verzorgers Overlegt en doet suggesties over de doorstroom binnen de school, naar het speciaal onderwijs en naar het vervolgonderwijs. Houdt het leerlingdossier bij. Geeft voorlichting aan ouders/groepen ouders en verzorgers over de situatie van het kind. Sub 3. Zorgverlening Onderkent en formuleert de vraag naar hulp en ondersteuning. Signaleert (sociaal) pedagogische problemen bij leerlingen en stelt vast wat er aan de hand is, of schakelt daarvoor een deskundige in. Doet voorstellen, al dan niet na of in overleg met een deskundige, voor een behandelplan/ ontwikkelperspectief. Organiseert/coördineert/regisseert de leerlingenzorg voor de eigen leerlingen op basis van het zorgplan. 2. Onderwijsontwikkeling/verbetering (in teamverband) Bestudeert en analyseert maatschappelijke, pedagogische, didactische en vakmatige ontwikkelingen onder meer aan de hand van literatuur en onderzoek. Draagt bij aan de visievorming van de school. Draagt bij aan de formulering van leer- en opvoedingsdoelen van de school, in onderlinge samenhang en voor één of meer leerjaren (doorlopende leerlijn). Heeft kennis van de doorlopende leerlijn, in ieder geval van de voorafgaande groep en de vervolggroep c.q. vervolgonderwijs. Vertaalt de visie van de school en leer- en opvoedingsdoelen van de school naar het onderwijs voor de eigen groep. Vertaalt ontwikkelingen op terreinen als maatschappij en cultuur, natuur en techniek, gezondheid en milieu, politiek en levensbeschouwing naar didactische werkvormen en leeractiviteiten en het eigen lesplan. Doet voorstellen voor nieuwe lesmethoden en programma s. Zet mede, in multidisciplinair of teamverband, de pedagogische koers uit. Voert hierover overleg met collega s, directie, ouders en specialisten en verwerkt de visie in didactische werkvormen en leeractiviteiten. Evalueert lesmethoden, lesprogramma s, didactische werkvormen e.d. en stelt deze bij. 3. Professionalisering Houdt de voor het beroep vereiste bekwaamheden op peil en breidt deze zo nodig uit. Neemt deel aan scholings- en ontwikkelingsactiviteiten waaronder collegiale consultatie. Houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen op het vakgebied, bestudeert relevante vakliteratuur. Begeleidt de lerarenondersteuner, onderwijsassistent en/of stagiaires in de eigen les/groep. Coacht/begeleidt minder ervaren collega s (o.a. startmentor). Onderhoudt (incidenteel/op verzoek) contacten met de ouderraad. 4. Organisatie Neemt deel aan teamvergaderingen. Organiseert schoolactiviteiten zoals feesten, sport- en spelactiviteiten, schoolkampen en themaweken en voert deze uit. Bovenstaande werkzaamheden kunnen eventueel gecombineerd worden met onderstaande werkzaamheden die op hetzelfde functieniveau worden ingedeeld. 4. Specialisme Levert bijdragen aan één van de volgende delen van het vak zoals ICT-specialist, Remedial Teaching, Functieboek

14 Rekenspecialist, Bouwleider/coördinator, Lees- en taalspecialist, Intern begeleider, enz, enz. Houdt zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Maakt zich het onderwerp eigen door zelfstudie, op basis van ervaring of het volgen van een korte cursus op het betreffende vakgebied. Deelt de opgedane kennis met collega s en zorgt samen met collega s voor de vertaling daarvan in het onderwijs. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Beslissingen zijn gericht op het geven van les en leerlingbegeleiding, bij het hanteren van verschillende didactische werkvormen en leeractiviteiten, bij het organiseren, coördineren en regisseren van de leerlingenzorg voor de eigen leerlingen, bij de organisatie en eigen professionalisering en bij de onderwijsontwikkeling en verbetering of bij de uitvoering van het eigen specialisme of bij het begeleiden van minder ervaren leraren. De aanpak is vastgelegd in onderwijswet- en regelgeving, kerndoelen en het beleid van de school en/ of stichting. De leraar legt verantwoording af aan de leidinggevende over de kwaliteit van de werkzaamheden. Kennis en vaardigheden Theoretische en praktische vakinhoudelijke, didactische en pedagogische kennis en vaardigheden (hbo werk- en denkniveau). Kennis van de leerstof. Inzicht in de taak, organisatie en werkwijze van de school. Inzicht in en kennis van de organisatie en de mogelijkheden van relevante hulpverlening. Invoelingsvermogen en sociale vaardigheden. Vaardigheid in het overdragen van kennis en vaardigheden. Communicatieve vaardigheden. Contacten Met leerlingen bij het leren, om vaardigheden bij te brengen en te begeleiden. Met ouders om in voorkomende gevallen over adviezen, te nemen maatregelen e.d. te overleggen waarbij sprake is van verschillende en tegengestelde belangen. Met ouders, specialisten, hulpverleners en onderwijsinstanties bij leerlingen met leer- en/of gedragsmoeilijkheden, hoogbegaafden, e.d. over aanpak van en plaatsing elders (vervolgonderwijs en speciaal onderwijs) om tot een gezamenlijke en gedragen aanpak en afstemming te komen en te overleggen waarbij sprake is van verschillende en tegengestelde belangen. Met peuterspeelzalen over plaatsing van de leerling om tot afstemming te komen. Met collega s over visievorming, onderwijsontwikkeling, methoden, aanpak, zorg, enz. om tot een gezamenlijke en gedragen aanpak en afstemming te Functieboek

15 Functienaam Leraar primair onderwijs L11 Context De leraar is een professional die samen met collega s, in teamverband, het onderwijs verzorgt, verantwoordelijk is voor de pedagogisch/didactische aanpak, zorgverlening, onderwijsontwikkeling en verbetering en de professionalisering van het team. Karakteristiek van de functie De leraar L11 is naast het takenpakket van de leraar L10 trekker/projectleider bij onderwijsvernieuwing of verbetering of neemt deel aan onderzoek en vertaalt dat in visievorming en onderwijsontwikkeling voor de eigen school. De leraar kan al dan niet in combinatie met de hiervoor genoemde werkzaamheden een specialist zijn op een bepaald vakgebied. Er wordt daarbij beleid ontwikkeld. De leraar kan de werkzaamheden combineren of als afzonderlijke taak uitvoeren. Verder wordt gewerkt aan de eigen professionalisering en dat van startende leraren en stagiaires alsmede van ervaren leraren en verzorgt her- en bijscholing van leraren. Het kan hier ook gaan om een gezaghebbende leraar die een voorbeeldfunctie verricht op de school en op pedagogisch en didactisch vlak andere, ook ervaren leraren en de schoolleiding adviseert over de korte en lange termijn aanpak. Deze leraar ontwikkelt geen beleid. Aanvullend t.o.v. leraar L10, sub 3. Zorgverlening 2. Onderwijsontwikkeling/verbetering (in teamverband) Is trekker/projectleider bij ontwikkel- of verbetertrajecten. Ontwikkelt daarbij beleidsvoorstellen en adviezen. Levert diverse bijdragen op het eigen vakgebied op bovenschools niveau. Aanvullend t.o.v. leraar L10 sub 4. Organisatie: Eerder beschreven werkzaamheden kunnen eventueel gecombineerd worden met onderstaande werkzaamheden die op hetzelfde functieniveau worden ingedeeld. Het gaat dan om: 3.Onderzoekstaken Neemt deel aan onderzoek en vertaalt dat in visievorming en onderwijsontwikkeling of -verbetering voor de eigen school. Stelt daarbij onderzoeksvragen op voor onderzoeksplannen. Zet het onderzoek op en voert dit uit. Publiceert en presenteert de resultaten van eigen onderzoek. 4. Specialisme Heeft zich diepgaand gespecialiseerd op één van de delen van het vak zoals genoemd bij de leraar L10. Organiseert en regelt discussies rond dit onderwerp, bereidt het onderwerp voor in de vorm van discussienotities of verbetervoorstellen en door het ontwerpen of bijstellen van toetsen, onderwijsmateriaal en coördineert de implementatie. Is daarbij het aanspreekpunt voor de collega s op de school. Treedt bij beleidswijzigingen, vernieuwingen en verbeteringen op als eerste aanspreekpunt, trekker en/ of projectleider (schoolbreed). Maakt zich het onderwerp eigen door uitgebreide zelfstudie en ervaring of een master of vergelijkbaar niveau. Zorgt voor de afstemming/integratie van het specialisme in aanverwante specialismen en heeft ook een actieve rol bij de implementatie van een schoolbrede aanpak. Levert, samen met collega s, bijdragen op bovenschools niveau. of: Functieboek

16 5. Professionalisering Ontwikkelt en verzorgt de scholing van andere leraren, geeft daarbij cursussen en instructies. Onderhoudt contacten met de PABO in het kader van de opleidingsschool en coördineert en begeleidt stagiaires. of: 6. Voorbeeldfunctie Is een voorbeeld/gezaghebbend en daarbij klankbord, vraagbaak of coach voor ervaren docenten, het schoolteam of de directie. Geeft daarbij tips en adviezen aan ervaren en minder ervaren leraren en de schoolleider voor de pedagogisch/didactische aanpak voor zowel de korte als de lange termijn. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Zie leraar L10 plus: Beslissingen zijn gericht op de ontwikkeling van beleidsvoorstellen en adviezen, bij onderzoekstaken, bij de complexe specialistische taken, bij de ontwikkeling van de scholing voor andere leraren of bij het geven van adviezen aan ervaren en minder ervaren leraren en de schoolleider voor de pedagogisch/didactische aanpak Kennis en vaardigheden Zie leraar L10 plus: Brede of gespecialiseerde kennis van het eigen vakgebied of op pedagogisch/didactisch terrein of toegepast wetenschappelijk onderzoek (hbo-plus of academisch niveau). Inzicht is nodig in vraagstukken en problemen op andere werkterreinen. Contacten Zie leraar L10 plus: Met collega s, leidinggevenden, specialisten en andere betrokkenen om tot beleidsafstemming of afstemming over onderzoek te komen. Functieboek

17 Functienaam Leraar primair onderwijs L12 Context De leraar is een professional die samen met collega s, in teamverband, het onderwijs verzorgt, verantwoordelijk is voor de pedagogisch/didactische aanpak, zorgverlening, onderwijsontwikkeling en verbetering en de professionalisering van het team. Karakteristiek van de functie De leraar is naast het takenpakket van de leraar L11 vaak werkzaam (als specialist) op bovenschools niveau, voert breed en of diepgaand onderzoek uit naar best practices, nieuwe aanpakken, nieuwe wegen, enz. (in samenwerking met HBO of academisch onderwijs of onderwijsinstituten) en vertaalt dat in visievorming en onderwijsontwikkeling voor de lange termijn voor de eigen school of scholengroep of als bijdrage voor de sector. Het kan ook gaan om dit type bijdrage aan de sector bij voorbeeld in regionaal verband, landelijk of voor andere scholen. Er wordt meerjarig en complex beleid ontwikkeld. Aanvullend t.o.v. leraar L11, sub 3. Zorgverlening 2. Onderwijsontwikkeling/verbetering (in teamverband) Is trekker/projectleider bij ontwikkel- of verbetertrajecten voor de lange termijn. Ontwikkelt daarbij beleidsvoorstellen en adviezen met lange termijnaspecten. Leidt daarbij multidisciplinaire werk- en projectgroepen. Vertegenwoordigt de school/bovenschools in- en externe werkgroepen, commissies of projectgroepen. Is trekker/projectleider voor ontwikkelingen op het eigen vakgebied op bovenschools niveau. Het kan ook gaan om dit type bijdrage aan de sector bij voorbeeld in regionaal verband, landelijk of voor andere scholen. Aanvullend t.o.v. leraar L11 sub 4. Organisatie: Eerder beschreven werkzaamheden kunnen eventueel gecombineerd worden met onderstaande werkzaamheden die op hetzelfde functieniveau worden ingedeeld. Het gaat dan om: 3. Onderzoekstaken Neemt deel aan, veelal multidisciplinair, onderzoek en vertaalt dat in visievorming en onderwijsontwikkeling en/of verbetering voor de eigen school en/of bovenschools. Signaleert daarbij nieuwe onderzoeksmogelijkheden, methoden en -technieken. Stuurt daarbij onderzoekers aan. 5. Professionalisering Ontwikkelt en verzorgt scholingsprogramma s op bovenschools niveau of voor andere onderwijsinstellingen. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Zie leraar L11 plus: Beslissingen zijn gericht op de korte en lange termijn onderwijsontwikkeling en verbetering (en/of onderzoek) en op afstemming met externen zoals HBO-instellingen, Universiteiten), onderzoeksinstituten en andere onderwijsinstellingen. Functieboek

18 Kennis en vaardigheden Zie leraar L11 plus: Inzicht is nodig in een bredere context, in de nieuwste ontwikkelingen en onderzoek op het vakgebied en de zich daarmee bezig houdende onderzoekers, instellingen, etc. Contacten: Zie leraar L11. Functieboek

19 Categorie Onderwijsondersteunend personeel Functieboek

20 Functienaam Controller Salarisschaal 12 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair onderwijs. De organisatie werkt met het raad van toezichtmodel. De bezetting van het bestuursbureau bestaat uit het College van Bestuur (een persoon), een controller, senior stafspecialisten (huisvesting/ict, onderwijs en kwaliteit en p&o), een bestuurssecretaresse en een medewerker secretariaat. De controller neemt een ondersteunende rol in gericht op de financiële beheersing van de organisatie: het ondersteunen van de organisatie bij het in control geraken en blijven. Hiertoe verzamelt en interpreteert de controller financieel-economische gegevens, eventueel aangevuld met niet-financieeleconomische gegevens. Deze informatie verstrekt de controller aan de bestuurder en (de auditcommissie van) de Raad van Toezicht om hen in staat te stellen de organisatie adequaat te besturen (strategievorming, plannen, beheersen, beslissen) en verantwoording af te leggen. De controller adviseert de bestuurder inzake de begrotingsvoorbereiding, de jaarrekening en coördineert de uitvoering ervan, voert interne controle activiteiten uit, is gesprekspartner voor de auditcommissie van de Raad van Toezicht en de financiële werkgroep van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en is verbindingsschakel voor financiële zaken naar het administratiekantoor. Daarnaast is de controller sparringpartner voor de directies van de scholen maar ziet ook toe op het treffen van passende maatregelen teneinde de vastgestelde begroting te realiseren. Karakteristiek van de functie 1. Adviseert de bestuurder inzake de begrotingsvoorbereiding, de jaarrekening en coördinatie van de uitvoering ervan o.a.: stelt de jaarlijkse financiële cyclus op en bewaakt de planning; stelt analyses en nadere adviezen op inzake de verantwoordingsrapportages; analyseert en becommentarieert gegevens uit begrotingen van voorgaande jaren, analyseert de consequenties van nieuw beleid en (voorgenomen) wijzigingen in bestaand beleid en stelt aan de hand daarvan een notitie met beslispunten op; beoordeelt ontwerpbegrotingen van de scholen en adviseert de bestuurder daarover; stelt in dit kader rapportages op, waarbij indien noodzakelijk tevens voorstellen worden gedaan voor wijzigingen in de ontwerpbegrotingen of voor beleidsalternatieven; inventariseert bij schooldirecties beleidsvoornemens ten behoeve van de begrotingsvoorbereiding en ondersteunt de bestuurder bij het overleg met de schooldirecties; is betrokken bij de ontwikkeling van het financiële beleid voor de totale organisatie; rekent beleidswijzigingen door op hun financiële consequenties en formuleert beleidsalternatieven; beoordeelt de financiële rapportage op basis van de vastgestelde begroting en meerjarenramingen; signaleert en analyseert in-en externe ontwikkelingen relevant voor de (financiële) strategische ontwikkeling van de organisatie; beoordeelt de input die medewerkers, directies en bestuurder leveren voor de begrotingen en de jaarrekening, ziet toe op het opstellen van de cijfermatig deel van de conceptbegroting, meerjarenbegroting en jaarrekening door het administratiekantoor en coördineert het leveren van de beleidsmatige input voor genoemde documenten; analyseert en beoordeelt tijdens het lopende begrotingsjaar voorgenomen beleidswijzigingen op budgettaire consequenties; beheert en bewaakt de financiële positie, draagt zorg voor treasury-management. Functieboek

21 2. Draagt zorg voor interne controles en ziet toe op de naleving van regels en procedures o.a.: legt administratieve organisatieprocessen vast en doet voorstellen voor aanpassing en verbetering voor gegevensverwerking en het managementinformatiesysteem; controleert de besteding van de gelden van de instellingen op doelmatigheid en rechtmatigheid en de naleving van randvoorwaarden en meldt eventuele misstanden aan de bestuurder en - in voorkomende situaties - aan de auditcommissie van de Raad van Toezicht; identificeert en beoordeelt operationele, strategische en financiële risico s en stelt desgewenst beheersmaatregelen op; coördineert de periodieke actualisatie van de risicoanalyse; toetst de werking van (financiële) administraties; signaleert en meldt afwijkingen aan leidinggevenden; rapporteert daarover aan de bestuurder en doet aanbevelingen ter verbetering. 3. Is verbindingspersoon tussen de organisatie en het administratiekantoor o.a.: inventariseert de (financiële) informatiebehoefte, formuleert eisen en vertaalt deze naar rapportages en systemen en stemt af met het administratiekantoor; ziet toe op een goede uitvoering van de werkzaamheden van het administratiekantoor; stelt mede draaiboeken en protocollen op voor de verschillende werkzaamheden. 4. Levert een bijdrage aan de algemene beleidsontwikkeling en het functioneren van de organisatie door o.a.: het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen in het overleg van het bestuursbureau; het kunnen participeren in werkgroepen; het sparren met de directies over de inzet/besteding van middelen en pro actief handelen inzake vragen/knelpunten die directies ondervinden; adequaat reageren op vragen van directies en desgewenst alternatieven aanreiken; directies informeren over subsidieregelingen die van toepassing kunnen zijn; het volgen en analyseren van relevante ontwikkelingen op het gebied van planning & control; de voor de functie vereiste kennis en bekwaamheden op peil te houden en zo nodig uit te breiden; deel te nemen aan scholings-/ontwikkelingsactiviteiten van het bestuursbureau. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het opstellen van de jaarlijkse financiële cyclus, het bewaken van de planning, het beoordelen van ontwerpbegrotingen van de scholen en het adviseren van de bestuurder daarover, het vastleggen van administratieve organisatieprocessen en het doen van voorstellen voor aanpassing en verbetering, de planning, verdeling, voortgang en kwaliteit van werkzaamheden. Kader: beleidslijnen van de organisatie, financiële wet- en regelgeving, richtlijnen, begrotingsprocedures en leidraden voor het financiële beheer. Verantwoording: aan de bestuurder voor wat betreft het opstellen van de begroting en de meerjarenbegroting, de kwaliteit van advisering van de bestuurder inzake de begrotingsvoorbereiding, de jaarrekening, van coördinatie van de uitvoering ervan, van interne controle activiteiten en het afstemmen met het administratiekantoor. Kennis en vaardigheden beschikt over academisch werk- en denkniveau,; heeft een bedrijfseconomische of bedrijfskundige achtergrond; heeft meerjarige ervaring als controller of in een verantwoordelijke financiële functie in het onderwijs, bij voorkeur in het primair onderwijs; heeft actuele kennis van financiële en administratieve processen; is analytisch, cijfermatig sterk en heeft een uitstekend strategisch inzicht; Functieboek

22 neemt initiatieven, zet ideeën om in plannen, doelen om in resultaten en durft besluiten te nemen. is communicatief sterk, beschikt over goede adviesvaardigheden en heeft overtuigingskracht. is een sterke persoonlijkheid en beschikt over een uitstekend probleemoplossend en conceptueel vermogen. kan goed luisteren, samenwerken en heeft een groot omgevings- en organisatiebewustzijn. schakelt makkelijk tussen verschillende stakelholders met een divers kennisniveau op het gebied van financien. past de wijze van communicatie aan op het kennisniveau van de gesprekspartner(s). heeft een energieke werkhouding en heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan. is benaderbaar, dientverlenend en handelt op basis van gelijkheid. is energiek, pro-actief, doortastend en daadkrachtig; is in staat prioriteiten te stellen; is van nature gericht op samenwerking maar ook in staat zelfstandig te opereren; is bevlogen en heeft gevoel voor humor. Contacten met de bestuurder, collega s van het bestuursbureau; met directies van de scholen over begrotingsvoorstellen en begrotingsuitvoering om af te stemmen over eventuele bijstellingen van de begroting of de inrichting van het beheer; met de auditcommissie van de Raad van Toezicht en de werkgroep Financiën van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad; met derden (waaronder OCW, DUO, gemeente, administratiekantoor) over financieel-economische aangelegenheden om informatie te geven en afspraken te maken; met de externe accountant over de controle aanpak, uitvoering en bevindingen om tot afstemming te komen. Functieboek

23 Functienaam Senior stafspecialist Onderwijs en Kwaliteit Salarisschaal 11 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair onderwijs. De organisatie werkt met het raad van toezichtmodel. De bezetting van het bestuursbureau bestaat uit het College van Bestuur (een persoon), een controller, senior stafspecialisten (huisvesting/ict, onderwijs en kwaliteit en p&o), een bestuurssecretaresse en een medewerker secretariaat. De senior stafspecialist Onderwijs en Kwaliteit adviseert en ondersteunt het College van Bestuur en de leidinggevenden van scholen bij de ontwikkeling van beleid ten aanzien van onderwijskwaliteit, geeft uitvoering aan het beleid in deze op stichtingniveau, verricht procesondersteuning (waar onder het vertalen van beleid naar effectief/waarneembaar gedrag op school- en bovenschools niveau), informeert het College van Bestuur en leidinggevenden over regelingen, trends, ontwikkelingen en landelijke beleid inzake onderwijskwaliteit, monitort de ontwikkeling van de onderwijskwaliteit en is betrokken bij en medeverantwoordelijk voor het implementatieproces en de uitvoering van (aspecten van) kwaliteitsbeleid op de scholen. Karakteristiek van de functie 1. Ontwikkelt beleid t.a.v. onderwijskwaliteit door: het informeren en adviseren van het College van Bestuur over wet- en regelgeving, trends en ontwikkelingen op het gebied van onderwijskwaliteit; het hebben van een eigen visie op ontwikkelingen in het brede vakgebied en deze te vertalen naar behoeften en wensen vanuit de eigen organisatie; het doen van voorstellen voor verbetering van werkprocessen rond onderwijs en kwaliteit; het op verzoek van het College van Bestuur of schooldirecties verrichten van onderzoek naar en hen adviseren over onderwijskundige, scholings- en opleidingsvraagstukken; het verzamelen van relevante gegevens (o.a. middels schoolbezoek en toetsresultaten) met betrekking tot de onderwijskwaliteit, het analyseren van deze gegevens en op basis daarvan het opstellen van adviesrapportages; het voeren van (voor)overleg met in- en externe instanties, personen etc. over onderwijskundige ontwikkelingen om informatie te verkrijgen en het afstemmen met het College van Bestuur over in te nemen standpunten; het adviseren van het College van Bestuur bij het overleg met externe instanties; het nader uitwerken van door het College van Bestuur geïnitieerd en vastgesteld beleid. 2. Begeleidt de (kwaliteit van) uitvoering van het onderwijskundig beleid door: het (mede) ontwikkelen en onderhouden van een systeem voor kwaliteitszorg op stichtingsniveau; het adviseren en toezien op de toepassing van het systeem van kwaliteitszorg en het adviseren over bijstellingen van dit systeem wanneer die noodzakelijk zijn; het adviseren van de schooldirecties bij de verdere vormgeving en uitvoering van beleid op schoolniveau; het inhoudelijk begeleiden van de schooldirecties bij onderwijskundige projecten en/of vraagstukken; het begeleiden van scholen die bij de Onderwijsinspectie onder verscherpt toezicht staan, dan wel van hen een attendering of waarschuwing hebben gekregen; het opstellen van projectplannen voor bovenschoolse projecten en het daarin op hoofdlijnen aangeven van de planning, aanpak, te verwachten resultaten en begroting; het geven van leiding aan bovenschoolse onderwijsinhoudelijke projecten, werkgroepen of leerkringen en het naast inhoudelijke zorg ook bijdragen aan de financiële en organisatorische zorg; Functieboek

24 het begeleiden van door het College van Bestuur geïnitieerde, uitbestede (deel)onderzoeken en ondersteunings-trajecten en het daarbij bewaken van de voortgang en kwaliteit; het opstellen van langere termijn beleidsadviezen vanuit het eigen vakgebied; het bewaken van het proces op onderdelen van het eigen domein (PDCA-cyclus); het aanleveren van informatie voor onder andere het strategisch beleidsplan, de managementrapportages en de managementrapportagegesprekken van het College van Bestuur met de schooldirecties; het samen met de scholen voorbereiden van het bezoek van de Onderwijsinspectie; het dragen van verantwoordelijkheid voor succesvolle implementatie van bovenschools onderwijsen kwaliteitsbeleid: en toezien op de vertaling van beleid naar effectief/ waarneembaar gedrag in de organisatie; vanuit verbinding tot eigenaarschap bij de betrokkenen te komen, waarbij verschillende stijlen gehanteerd worden om draagkracht te generen en medewerkers van scholen in de uitoefening van hun functierol te motiveren en stimuleren. 3. Verricht overige werkzaamheden door: het ontwikkelen van beleid op het gebied van klachten en het zorgen voor noodzakelijke bijstellingen ervan; het zijn van aanspreekpunt voor schooldirecties bij conflicten met ouders en klachtenprocedures; het zijn van aanspreekpunt indien zich op scholen incidenten voordoen die verband houden met het welzijn van kinderen, ouders of personeel; het vertalen van interne wensen en externe eisen naar voorstellen voor nieuwe producten of diensten; het adviseren van en/of (mede) ontwikkelen van beleid op het gebied van de samenwerking met kinderopvanginstellingen; het (mede) ontwikkelen van het opleidingsbeleid met betrekking tot pabo-studenten en het (mede) overleggen hieromtrent met de betrokken pabo s en de stagecoördinatoren van de scholen; het desgevraagd (mede) organiseren van beleidsdagen voor de gezamenlijke schooldirecties en het College van Bestuur; het doen van subsidieaanvragen en het zorg dragen voor de daarbij horende inhoudelijke/ financiële verantwoording; in voorkomende situaties extern vertegenwoordigen van het bestuur, bijvoorbeeld bij het samenwerkingsverband of gemeentelijke overlegorganen; het adviseren van het College van Bestuur inzake kwesties rond toelating, verwijdering en schorsing van leerlingen en het communiceren hierover namen het College van Bestuur met ouders,school en externe instanties; het terug kunnen vallen op een breed en relevant relatienetwerk. 4. Levert een bijdrage aan de algemene beleidsontwikkeling en het functioneren van het bestuursbureau door o.a.: het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen in het overleg van het bestuursbureau; het participeren in werkgroepen; het volgen en analyseren van relevante ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en kwaliteitszorg. Bevoegdheden, kader en verantwoordelijkheden Beslist bij/over: het formuleren van alternatieven voor noodzakelijk maatregelen ten behoeve van de onderwijskwaliteit en bij het opstellen van beleidsstukken- en rapportages. Kader: wet- en regelgeving en specifieke beleidslijnen van de stichting, waaronder het strategisch beleidsplan. Functieboek

25 Verantwoording: aan het College van Bestuur over de bruikbaarheid van adviezen en beleid, de uitvoering van bovenschoolse projecten, de rapportage aan het College ten aanzien van de onderwijskwaliteit op de scholen, het vroegtijdig signaleren van problemen ten aanzien van de onderwijskwaliteit op scholen en de overige uitvoerende taken. Kennis en vaardigheden brede kennis van alle domeinen binnen het onderwijsveld en beleid; onderwijskundige kennis; kennis van systemen die informatie over de onderwijskwaliteit kunnen genereren; kennis van de overige beleidsterreinen binnen het primair onderwijs (o.a. personeel, financiën, huisvesting, Passend Onderwijs en ICT) en de verschillende deelgebieden daarbinnen; kennis van relevante wet- en regelgeving; kennis van het opleidingsbeleid van pabo s en hun samenwerking met basisscholen; inzicht in het functioneren van de organisatie en de daarmee samenhangende besluitvormings- en overlegcircuits; vaardig in het projectmatig werken; vaardig in het adviseren ten aanzien van onderwijskundige processen; vaardig in het vertalen van informatie en inzichten naar adviezen, plannen en rapportages en in het beoordelen van de daaruit voortvloeiende (financiële en) beleidsmatige consequenties; vaardig in het ondersteunen van schooldirecties bij het reflecteren op de wijze waarop zij het onderwijs op hun scholen vorm geven en willen verbeteren; vaardigheid in het beoordelen van het daadwerkelijk functioneren van scholen en het vaststellen van sterke en zwakke punten in relatie tot de onderwijskwaliteit; vaardig in het vertalen van deze sterke en zwakke punten naar mogelijke interventies om de onderwijskwaliteit te verbeteren; vaardig in het digitaal verzamelen, verwerken en presenteren van gegevens uit diverse bronnen; vaardig in het opstellen van toegankelijke, goed leesbare teksten waarin het gevoerde of voorgenomen onderwijskundig beleid helder wordt beschreven; een opleiding op hbo/academisch niveau. Contacten met het College van Bestuur, schooldirecties omtrent (uitvoering van) onderwijskundig beleid; met pabo s rond Opleiden in de School en stages; met de samenwerkingsverbanden in het kader van Passend Onderwijs; met extern deskundigen omtrent hun inzet in het kader van onderwijskwaliteit; met de medewerkers P&O over de kwaliteit en inzetbaarheid van personeel t.b.v. het realiseren van goede onderwijskwaliteit: bijvoorbeeld indien zich op scholen incidenten voordoen die verband houden met het welzijn en/of het functioneren van het personeel en omtrent het stage/opleidingsbeleid; met leden van project-/werkgroepen, leerkringen over de voortgang en de te boeken resultaten; met de stagecoördinatoren in de scholen t.a.v. (de uitvoering van) het stage-/opleidingsbeleid; met overheidsinstellingen (leerplichtambtenaar, vertrouwensinspecteur) over incidenten die zich op de scholen voordoen; met kinderopvanginstellingen inzake de samenwerking op en met de scholen; met externe instanties over lokaal/regionaal onderwijsbeleid, regelingen, subsidies, etc. Functieboek

26 Functienaam Senior stafspecialist Huisvesting, Onderhoud en ICT Salarisschaal 11 Context De werkzaamheden worden verricht binnen een bestuursbureau van een onderwijsinstelling voor primair onderwijs. De organisatie kent het raad van toezichtmodel. De bezetting van het bestuursbureau bestaat uit het College van Bestuur (een persoon), een controller, senior stafspecialisten (huisvesting/ict, onderwijs en kwaliteit, p&o), een bestuurssecretaresse en een medewerker secretariaat. De stafspecialist huisvesting, onderhoud en ICT is onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur belast met de advisering van het College op het gebied van (ver)bouw, huisvesting, beheer en onderhoud en het coördineren van werkzaamheden op het gebied van huisvesting, beheer en onderhoud, alsmede ICT. Karakteristiek van de functie 1. Adviseert het College van Bestuur op het gebied van (ver)bouw, huisvesting, beheer en onderhoud: ontwikkelt plannen met betrekking tot nieuwbouw, verbouw en overige aanpassingen van gebouwen en de (technische) inrichting ervan en stelt kostencalculaties op; analyseert door de directies ingediende vernieuwings- of vervangingsaanvragen op technische haalbaarheid, doelmatigheid en wenselijkheid, alsmede op de budgettaire gevolgen ervan; adviseert over de aanpassing van het meerjaren investeringsplan en meerjaren onderhoudsplan (MOP); monitort het budget huisvestingszaken; stuurt op het beschikbare budget en onderneemt actie in geval van afwijkingen; voert overleg in het kader van nieuwbouw, verbouw en/of onderhoud met directies van de scholen, aannemers en onderhoudsbedrijven en doet voorstellen aan het College van Bestuur; 2. Coördinatie van werkzaamheden op het gebied van huisvesting, beheer en onderhoud: het opstellen van een meerjaren onderhoudsplan (MOP) en het, na goedkeuring door het College van Bestuur, zorg dragen voor de uitvoering ervan; het opstellen van de jaarbegroting inzake het onderhoud en het, na goedkeuring door het College van Bestuur, zorg dragen voor de uitvoering daarvan; het aansturen van externen voor de operationele uitvoering van (ver)bouw en onderhoudswerkzaamheden; draagt zorg voor de planning, voortgang en kwaliteit van onderhouds- en huisvestingsprojecten; draagt zorg voor de afhandeling van schades; draagt in voorkomende situaties zorg voor de aanvraag van gebruiksvergunningen; draagt zorg voor huisvestingsaanvragen richting gemeenten inzake nieuwbouw; voert overleg met leveranciers, fabrikanten, bedrijven en gebruikers van de gebouwen en terreinen over te leveren goederen of diensten en maakt afspraken over prijzen en leveringsvoorwaarden; het doen van voorstellen voor verbetering van werkprocessen rond huisvesting en ICT met als doel kostenbesparing te realiseren; inventariseert de staat van onderhoud van gebouwen en inventaris en adviseert met betrekking tot vervanging en reparatie. 3. Advisering van het College van Bestuur en directies op het gebied van ICT: mede ontwikkelen van een bovenschools ICT beleid; adviseren van directeuren over technische ICT oplossingen; Functieboek