vergadering raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit datum : 23 november 2010 plaats : zaal 8 aanvangsuur : u einde : 18.

Transcriptie

1 directie infrastructuur dienst mobiliteit Vragen naar Nele Tierens Tel - fax 016/ / nele.tierens@vlaamsbrabant.be Ons kenmerk IST-MOB vergadering raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit datum : 23 november 2010 plaats : zaal 8 aanvangsuur : u einde : u voorzitter Chris Taes aanwezig leden Albert Absillis Fons Heyvaert Kris Poelaert Michel Vanderhasselt Ann Schevenels Jan Vangramberen Dieudonné Horlait Jo Stulens Geert Schellens Roel Anciaux Ben Bessemans Robert Van der Stappen Bart Siffert Leen Van Aken Corinne François plaatsvervanger Herman Pelgrims Linda Van den Eede technische raadgever Roger Heyvaert Nele Tierens (dienst mobiliteit) verontschuldigd Karin Jiroflé Monique Swinnen Walter Zelderloo Anne Sobrie De voorzitter opent de vergadering om uur. Op de agenda staat: - Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 7 september Toelichting fietssubsidiedossiers - Varia 1

2 1. Goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering Het verslag van de raadscommissie d.d. 07/09/2010 wordt goedgekeurd. 2. Toelichting fietssubsidiedossiers De toelichting wordt gegeven door Nele Tierens van de dienst mobiliteit. De presentatie wordt als bijlage toegevoegd bij het verslag. De toelichting bestaat uit 2 delen: - in een eerste deel wordt een stand van zaken gegeven van de subsidiedossiers (Fietsfonds, recreatieve fietssubsidies, strategische projecten) van de voorbije jaren en van de te verwachte dossiers voor de komende jaren. - in een tweede deel worden de belangrijkste discussiepunten bij het ontwerp van fietspaden toegelicht. De richtlijnen van het Fietsvademecum worden overlopen, alsook hoe de dienst mobiliteit met deze discussiepunten omgaat. Roger Heyvaert merkt op dat een bedrag van euro voor de fietspaden langs de Pelikaanberg in Pepingen-Sint-Pieters-Leeuw laag is (tabel slide 10). Nele Tierens antwoordt dat dit een geraamd bedrag is op basis van de projectnota en het voorontwerpplan. Het is pas bij gunning van de werken dat het definitieve bedrag als subsidie wordt vastgelegd. Roel Anciaux vult aan dat dit bedrag sowieso 40% zal zijn van de kost van het fietspad. Leen Van Aken stelt dat een tweede deel van de spoorwegroute Londerzeel-Kapelle-op-den-Bos wordt aangelegd op grondgebied van Kapelle-op-den-Bos en dat Infrabel daar de resterende 20% van zou betalen in plaats van de gemeente (normaal is Fietsfonds 40% provincie, 40% Vlaams gewest, 20% gemeente). Leen Van Aken vraagt of de provincie meer weet over deze werking en of de provincie hierbij betrokken is aangezien het fietspad toch van de provincie is. Nele Tierens antwoordt dat de provincie wel een fietsroute parallel aan de spoorlijn heeft opgenomen in het bovenlokaal fietsroutenetwerk, maar dat de grond zelf niet van de provincie is. De provincie heeft pas in 2009 kennis kunnen nemen van de gemaakte afspraken tussen de gemeente en Infrabel. De provincie heeft zelf de plannen opgevraagd. Omdat er geen subsidie is aangevraagd voor de aanleg van deze fietsroute, kon de provincie ook geen advies geven op deze plannen. Leen Van Aken vraagt of de provincie ook op de hoogte is van of een rol heeft gespeeld in het afsluiten van 2 van de 3 tunnels onder de spoorlijn. Nele Tierens antwoordt dat dit ook is afgesproken tussen gemeente en Infrabel, zonder dat de provincie werd betrokken. Bart Siffert vraagt of er een verklaring is waarom er meer fietsfondsdossiers worden opgestart in het arrondissement Leuven. Hij vraagt of er een bepaalde verdeling van het beschikbare budget wordt vastgelegd tussen de arrondissementen of tussen de gemeenten. Nele Tierens antwoordt dat daar geen verklaring voor is, dat dit toevallig is. De gemeenten zijn zelf initiatiefnemer en melden zich spontaan aan voor subsidies. De dienst mobiliteit probeert alle gemeenten op dezelfde manier warm te maken voor het Fietsfonds. Kris Poelaert vraagt welke regeling en welke voorwaarden er concreet zijn uitgewerkt voor de strategische projecten. Nele Tierens antwoordt dat bepaalde projecten (kunstwerken) niet in aanmerking komen voor het Fietsfonds, bv. bruggen over waterlopen. Deze projecten, indien gelegen op het bovenlokaal netwerk, komen in aanmerking voor een subsidie als strategisch project. Hiervoor is afgesproken dat er 40% subsidies kunnen worden gegeven, begrensd tot een maximum van euro per project. 2

3 Kris Poelaert vraagt om deze regeling en de voorwaarden voor strategische projecten voor te leggen aan de provincieraad. Chris Taes sluit zich aan bij deze vraag en stelt voor dat de provincieraadsleden hierover worden geïnformeerd. Bij de toelichting over het materiaalgebruik van fietspaden stelt Robert Van de Stappen dat betonstraatstenen of klinkers bij vriesweer kunnen loskomen. Leen Van Aken stelt dat klinkers minder berekend zijn op zwaar verkeer dat er moet overrijden. Ann Schevenels merkt op dat de fundering in dat geval misschien kan worden aangepast. Roel Anciaux stelt dat een aangepaste fundering niet kan als de nutsleidingen eronder liggen. Michel Vanderhasselt vraagt of er onderzoek is gebeurd naar dubbelrichtingsfietspaden en de vergelijking met enkelrichtingsfietspaden. Nele Tierens antwoordt dat het Vademecum duidelijke uitspraken doet wat betreft de nadelen van dubbelrichtingsfietspaden en de voorzichtigheid waarmee er best wordt omgesprongen. Een van de grootste nadelen is dat de fietsers op een dubbelrichtingsfietspad uit de onverwachte richting komen voor autobestuurders die uit een zijstraat komen. Autobestuurders zijn geneigd om enkel naar links te kijken en niet naar een fietser die van rechts komt. Dubbelrichtingsfietspaden in woonstraten met bebouwing aan beide kanten en meerdere zijstraten wordt altijd afgeraden. Het kan wel overwogen worden in vb. een open ruimte gebied met bebouwing aan 1 kant en geen of slechts een beperkt aantal zijstraten. Met betrekking tot bovenstaand antwoord van Nele Tierens vraagt Michel Vanderhasselt zich vervolgens af of het dubbelrichtingsfietspad in de Brusselstraat in Ternat is gesubsidieerd via het Fietsfonds. Nele Tierens antwoordt dat ze dit zal navragen bij een collega aangezien zij zelf niet instaat voor de begeleiding van de gemeente Ternat. Uit navraag blijkt dat voor de Brusselstraat een aanvraag voor subsidies lopende is. De start- en projectnota werden goedgekeurd door GBC en PAC in Bedoeling is om enkelrichtingsfietspaden aan te leggen over het grootste deel van het traject. Deze fietspaden sluiten dan aan op de al bestaande enkelrichtingsfietspaden in buurgemeente Dilbeek. Naar het centrum toe wordt inderdaad een stuk dubbelrichtingsfietspad voorzien, afgescheiden van de rijweg door middel van een plantvak (haag). De gemeente Ternat is bezig met het onteigeningsdossier voor de Brusselstraat. De officiële goedkeuring voor de subsidies door deputatie moet nog gebeuren. Fons Heyvaert vindt het aantal kilometers dat per jaar voorzien wordt van fietsinfrastructuur bedroevend laag (15 km op een jaar via het Fietsfonds) en stelt dat de oorzaak hiervan moet gevonden worden in de voorwaarden, de kwaliteitsnormen en de richtlijnen die zo zwaar zijn dat gemeenten afhaken. Roel Anciaux wijst erop dat deze voorwaarden net zorgen voor kwaliteitsbewaking en vraagt aan Fons Heyvaert welke voorwaarden dan moeten wegvallen. Herman Pelgrims vindt dat met deze interventie laatdunkend wordt gedaan over de gemeenten. Fons Heyvaert geeft aan dat de fietsers gewoon fietspaden willen. Ann Schevenels wijst erop dat het grootste probleem voor de aanleg van fietspaden plaatsgebrek is. Chris Taes stelt dat de richtlijnen van het Fietsvademecum en dus van het Fietsfonds wel toepasbaar zijn als het gaat om de aanleg van nieuwe wegen of een totale heraanleg van een weg. Voor enkel aanleg van fietspaden (zonder werken aan de rijweg zelf) moet er een beter evenwicht gezocht worden tussen kwaliteitsbewaking en pragmatisch realisme. Een eigen ervaring in de gemeente voor een bepaald fietsfondsdossier is dat er in het begin op de GBC een starre situatie was omtrent de richtlijnen, maar dat er nadien wel tevredenheid is over de bemiddeling die er is gekomen met meer aandacht voor het pragmatische. Fons Heyvaert zegt dat bij het fietsfondsdossier voor de Kardinaal Sterckxlaan de gemeenten Meise en Merchtem verplicht worden om aan beide zijden van de rijweg een fietspad aan te leggen, terwijl een dubbelrichtingsfietspad aan 1 kant toch veel sneller en goedkoper is. Chris Taes antwoordt dat het toch allemaal pragmatischer moet kunnen verlopen. Fons Heyvaert is van mening dat het Fietsvademecum te streng is. 3

4 Robert Van der Stappen merkt op dat de fietspaden langs de weg Tienen - Sint-Joris-Winge (vanaf Kumtich tot Tienen) in zeer slechte staat zijn en zeer sterk afhellen. Chris Taes stelt dat dit een vroegere provincieweg is. De weg is overgedragen aan het Vlaams Gewest. Leen Van Aken wijst op de strenge winter van vorig jaar met veel sneeuwval en vraagt of er preventief aan de gemeenten kan worden aangegeven dat het ruimen van sneeuw op fietspaden ook een prioriteit moet zijn. Idem voor het vegen van bladeren in de herfst. Nele Tierens verwijst naar de overlegronde die de voorbije maanden en nu nog plaatsvindt bij alle gemeenten in de provincie rond het fietsroutenetwerk. Op deze overlegronde stelt de dienst mobiliteit telkens een aantal vragen rond deze thematiek. Dit ter voorbereiding van een studiedag die zal plaatsvinden in mei 2011 rond meer technische aspecten van fietspaden: materiaalgebruik, ruimte maken voor fietspaden, procedure rooilijnplannen, maar dus ook specifiek rond onderhoud (sneeuw, bladvak,...). Met deze studiedag wil de provincie de gemeenten sensibiliseren rond onderhoud van fietspaden. Chris Taes vraagt aan de dienst mobiliteit om meer te communiceren naar de gemeenten rond de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het Fietsfonds (goedgekeurd mobiliteitsplan, richtlijnen Fietsvademecum,...) en om de gemeenten tijdig een inschatting te geven van de looptijd van de procedure van GBC en PAC. Nele Tierens antwoordt dat de gemeenten nu normaal goed op de hoogte zijn, zeker gelet op de overlegronde die nu plaatsvindt bij alle gemeenten. In het verleden vond ook al regelmatig een studiedag plaats rond het Fietsfonds. Dit jaar heeft de dienst ook een duidelijke en overzichtelijke publicatie opgesteld rond de "realisatie van het bovenlokaal functioneel en recreatief fietsroutenetwerk in de provincie Vlaams-Brabant" (met onder andere de concrete werking van het Fietsfonds). Deze publicatie is ook bezorgd aan alle gemeenten en studiebureaus. Chris Taes benadrukt om blijvend te werken aan de communicatie, en dit ook telkens te doen in een vroeg stadium van opstart van fietsfondsdossiers. Chris Taes stelt voor dat de dienst mobiliteit de publicatie "realisatie van het bovenlokaal functioneel en recreatief fietsroutenetwerk in de provincie Vlaams-Brabant" aan alle provincieraadsleden bezorgt. Fons Heyvaert wijst op de brief die de provincie enkele maanden geleden heeft gekregen van de gemeente Merchtem met de vraag aan de provincie om te coördineren in het dossier van de OMA-route om een fietsweg aan te leggen langs de spoorlijn Opwijk-Merchtem-Asse, en vraagt wat de verdere stappen zijn van de dienst mobiliteit. Nele Tierens antwoordt dat de dienst de brief inderdaad heeft ontvangen en dat er momenteel al met de ambtenaren van de gemeenten een eerste contact is geweest. De provincie zal nu eerst een terreinbezoek doen en met het materiaal van dit terreinwerk zal een overleg worden gepland met de drie gemeenten om na te gaan wat de haalbaarheid is van dit traject, wat het engagement is van de gemeenten en wat de verdere stappen zijn. Fons Heyvaert vraagt of hij mee kan worden uitgenodigd voor dit terreinbezoek. Nele Tierens antwoordt dat de dienst bij voorkeur eerst zelf het terrein verkent, maar dat er uiteraard nadien officieel met de gemeenten een afspraak kan worden gemaakt om samen te gaan kijken. Afspraken - Kris Poelaert vraagt om de regeling en de voorwaarden voor strategische projecten voor te leggen aan de provincieraad. Chris Taes sluit zich aan bij deze vraag en stelt voor dat de provincieraadsleden hierover worden geïnformeerd. - De dienst mobiliteit zal de publicatie "realisatie van het bovenlokaal functioneel en recreatief fietsroutenetwerk in de provincie Vlaams-Brabant" (met onder andere de concrete werking van het Fietsfonds) aan alle provincieraadsleden bezorgen. 4

5 3. Varia Bart Siffert vraagt wat de impact is geweest van de overdracht van de provinciewegen op het personeel van de dienst mobiliteit. Zijn de mensen die werkten rond de provinciewegen nog in dienst, telt de dienst nu nog evenveel personeelsleden dan voor de overdracht van de wegen? Nele Tierens antwoordt dat zij de vraag noteert, maar oordeelt dat deze vraag best door haar leidinggevende en/of de bevoegde gedeputeerde kan worden beantwoord. Dit antwoord volstaat voor de voorzitter. De vergadering wordt afgesloten rond uur. De volgende raadscommissies zijn gepland op: - dinsdag 11 januari 2011 om uur; - dinsdag 8 februari 2011 om uur; - dinsdag 15 maart 2011 om uur; - dinsdag 5 april 2011 om uur (= aansluitend op de raad); - dinsdag 10 mei 2011 om uur (= aansluitend op de raad); - dinsdag 14 juni 2011 om uur (= aansluitend op de raad). datum volgende vergadering: dinsdag 11 januari 2011 om uur Nele Tierens technisch raadgever en plaatsvervangend verslaggever Chris Taes voorzitter 5