directie infrastructuur dienst mobiliteit

Transcriptie

1 directie infrastructuur dienst mobiliteit Vragen naar Katrien Putzeys Tel - fax 016/ / katrien.putzeys@vlaamsbrabant.be Ons kenmerk IST-MOB vergadering raadscommissie Ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit datum : 12 juni 2012 plaats : Raadszaal aanvangsuur : uur einde : uur voorzitter Chris Taes aanwezig Julien Dekeyser, gedeputeerde leden Albert Absillis Fons Heyvaert Kris Poelaert Michel Vanderhasselt Jaak Pijpen Ann Schevenels Jan Vangramberen Dieudonné Horlait Jo Stulens Geert Schellens Roel Anciaux Ben Bessemans Robert Van der Stappen Bart Siffert Leen Van Aken plaatsvervanger Herman Pelgrims Linda Van den Eede Luc Debraekeleer technische raadgevers verontschuldigd Katrien Putzeys (diensthoofd ruimtelijke ordening) Els Van Loon (dienst ruimtelijke ordening) Shary Heuninckx (dienst ruimtelijke ordening) Karin Jiroflé Walter Zelderloo Anne Sobrie De voorzitter opent de vergadering om uur. Op de agenda staat : 1. Goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering; 2. Provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen 'Weekendverblijven - deel 1' - voorlopige vaststelling; 3. Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen - onteigeningsplannen bij ontwerp provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen deel 1; 4. Varia. 1

2 1. goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering Leen Van Aken merkt op dat in het verslag ontbreekt dat zij een materiële fout signaleerde in de bespreking van de bezwaarschriften over het addendum bij het provinciaal ruimtelijk structuurplan. Op pagina 31 van de bespreking staat bij het advies van de gemeente Londerzeel verkeerdelijk de gemeente Opwijk geciteerd. Met deze aanvulling wordt het verslag van de commissie van 5 juni 2012 goedgekeurd. 2. Provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen 'Weekendverblijven - deel 1' - voorlopige vaststelling Els Van Loon licht het dossier toe en licht tevens het hieraan gekoppelde dossier in verband met onteigeningsplannen toe (zie volgend agendapunt). Zij wijst er in het bijzonder op dat er de dag voor deze vergadering van de raadscommissie een brief van het stadsbestuur van Halle toegekomen is met de vraag om de plannen voor de stad Halle uit te stellen tot na de verkiezingen. Chris Taes antwoordt hierop dat hieraan tegemoet kan worden gekomen door middel van een amendement waarbij deze deelplannen uit het raadsvoorstel worden gehaald. Leen Van Aken merkt op dat de herbestemming van de recreatiezones gebeurt omdat er maatschappelijk geen nood meer is voor dergelijke weekendverblijven. Bedoeling van het plan is om een oplossing te bieden aan de mensen die er nu wonen. Met de plannen wordt het nu mogelijk om tot 50 m² aan woonwagens te plaatsen of een nieuwbouwwoning tot 80 m² op te richten. Zij merkt op dat er nu al speculatieve aankopen gebeuren op gronden waar mogelijk nieuwe woningen kunnen komen. Hoe kan gegarandeerd worden dat de afbakening van de nu herbestemde gebieden behouden blijft, en dat dus geen bijkomende gebieden omgevormd zullen worden naar woongebied? Els Van Loon antwoordt dat er met betrekking tot het creëren van bijkomend woonaanbod een duidelijke voorwaarde gesteld is door het Vlaams Gewest. In de plannen moet het in totaal om een nuloperatie gaan; met andere woorden, er mag enkel bijkomend woonaanbod gecreëerd worden dat noodzakelijk is om de bewoners op te vangen die vanuit andere clusters, die niet bestemd worden als zone waar permanent wonen wordt toegelaten, geherhuisvest moeten worden. Deze aantallen zijn becijferd, en de grootte van de te herbestemmen zones naar zone voor permanent wonen is hierop afgestemd. Bij deze afbakening is bovendien steeds gezocht naar een duidelijke begrenzing van de zones. Soms gaat het om een ingesloten gebied, waardoor sowieso geen verdere uitbreiding mogelijk is, soms zijn er natuurlijke begrenzingen, en op sommige plaatsen wordt de begrenzing gerealiseerd doordat een buffer voor de landschappelijke inpassing moet worden aangelegd. Op die manier zijn de zones dus duidelijk afgebakend en is het duidelijk dat deze niet meer verder kunnen uitbreiden. Leen Van Aken informeert wie erop gaat toezien dat er geen overtredingen gebeuren als de bestemming verandert, zeker aangezien er voor dergelijke kleine oppervlaktes alleen een meldingsplicht geldt. Els Van Loon antwoordt dat er een dubbele verantwoordelijkheid is, enerzijds bij het verlenen van de stedenbouwkundige vergunningen, anderzijds op vlak van handhaving. In eerste instantie is het de gemeente die voor beide aspecten verantwoordelijk is. Chris Taes vult aan dat er voor het oprichten of plaatsen van nieuwe constructies in elk geval een stedenbouwkundige vergunning nodig is; een melding is in dergelijke gevallen niet voldoende. Leen Van Aken stelt dat er in de herbestemde zones heel wat ingrepen nodig zullen zijn, onder andere op vlak van de aanleg van de buffers, maar ook wegenis en aansluiting op het rioleringsnetwerk. Zij vraagt of de gemeente ook hiervoor verantwoordelijk is. Els Van Loon antwoordt dat er over al deze noodzakelijke maatregelen afspraken worden gemaakt in het kader van het draaiboek. Hierin wordt de rol van alle betrokken actoren verduidelijkt. Voor de riolering bijvoorbeeld zullen zowel de gemeenten als de nutsmaatschappijen hun rol moeten opnemen. 2

3 Leen Van Aken informeert of er voor het creëren van de bijkomende woningen nog bijkomende compensaties nodig zijn, of volstaan de herbestemmingen naar natuurgebied die voor bepaalde zones gebeuren. Els Van Loon antwoordt dat er geen compensaties worden gevraagd voor de geplande herbestemmingen. Ben Bessemans verwijst naar de bepaling in de stedenbouwkundige voorschriften van de deelplannen voor woonwagenterreinen, waarin voorzien is dat per veelvoud van 10 standplaatsen 10 m² wordt toegelaten voor vaste constructies. Wie bepaalt waar deze vaste constructies moeten komen, en dus welke eigenaren hier grond zullen moeten voor afstaan? Els Van Loon verduidelijkt dat voor de woonwagenterreinen een beperkte oppervlakte nodig is voor voorzieningen zoals afvalverzameling en dergelijke. Per terrein wordt daarom een inrichtingsplan gevraagd waarin zowel een verdeling in kavels voorzien is als een aanduiding van de plaats waar de vaste voorzieningen moeten komen. Het is dus niet zo dat deze vaste voorzieningen op de private kavels zullen komen, maar wel in een gemeenschappelijke zone. Er wordt dus uitgegaan van een globale aanpak per site, waarin al deze zaken, maar ook de ontsluiting en de eventuele aanleg van groenvoorzieningen opgenomen zijn. Dit inrichtingsplan moet mee voorgelegd worden bij de vergunningsaanvraag, zodat de algemene inrichting van de site kan beoordeeld worden. Geert Schellens stelt dat in nog heel wat gemeentes, waaronder Aarschot, de problematiek van wonen in weekendverblijven of campings voorkomt. Hij wijst er ook op dat bijvoorbeeld de stad Aarschot heel wat initiatieven neemt op vlak van woonprojecten en ook sociale huisvesting, maar niets onderneemt om deze problematiek aan te pakken. Hij vraagt waarom Aarschot niet in de provinciale plannen is opgenomen. Els Van Loon verduidelijkt dat Aarschot wel degelijk is opgenomen in het planproces. Het was echter niet mogelijk om tijdig tot een consensus te komen met de stad, zodat deze clusters niet zijn meegenomen in deze eerste reeks van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Intussen is wel een overeenstemming bereikt met de stad in verband met de te herbestemmen gebieden. Enerzijds zou een deel van de camping Sparrenhof bestemd worden als zone voor permanente bewoning, anderzijds zou een kleinschalig woonproject worden voorzien in het woonuitbreidingsgebied Gijmelberg voor de herhuisvesting van de doelgroep. Geert Schellens vraagt wanneer verder zal gegaan worden met deze plannen. Els Van Loon antwoordt dat het tweede deel van de RUPs zal opgemaakt worden tegen het einde van het jaar, zodat de officiële procedure in 2013 kan opgestart worden. Luc Debraekeleer verwijst naar het deelplan voor woonwagenterreinen 'Bergensesteenweg 777'. Hij stelt dat dit nu gaat om een klein perceel met woonwagens, maar dat in het RUP ook de achterliggende weide wordt meegenomen. Hij vraagt zich af waarom dit deel open ruimte opgenomen is in het plan, aangezien het nu niet in gebruik is als woonwagenterrein. Els Van Loon antwoordt dat de uitbreiding nodig is omwille van de herhuisvestingsbehoefte. De oppervlakte van het bestaande terrein is onvoldoende om die behoefte te kunnen opvangen. Luc Debraekeleer wijst erop dat het terrein op dit moment weinig zichtbaar is omwille van een dichte groene haag rondom. Als de weide ook wordt ingenomen als woonwagenterrein, zal dit veel meer zichtbaar zijn vanuit de woningen aangrenzend aan het gebied. Shary Heuninckx verduidelijkt dat in het plan een ruime bufferzone voorzien is naar de woningen toe. Het is dus niet de volledige weide die zal ingenomen worden door het woonwagenterrein. Op die manier is er een garantie ingebouwd om de inpassing van het terrein in de omgeving te kunnen verzekeren. 3

4 Leen van Aken wijst erop dat voor de cluster Walenpot / Den Tomme in Bertem en Kortenberg het oorspronkelijke voorstel was om de bewoning niet te bestendigen, hoewel het toch een grote hoeveelheid van zo'n 145 woningen betreft. In het uiteindelijke plan wordt het gebied toch herbestemd naar een zone voor permanente bewoning. Is deze beslissing genomen in samenspraak met de gemeente? Chris Taes antwoordt hierop dat er in het project een objectief afwegingskader is uitgewerkt, dat ook toegepast is op de zone in Bertem en Kortenberg. Het klopt dat uit de eerste afweging voortkwam dat het beter zou zijn de zone niet te bestendigen. Een aantal bijkomende argumenten, vooral sociaalmaatschappelijke argumenten, hebben ertoe geleid dat uiteindelijk beslist is om de zone toch te herbestemmen naar een gebied voor wonen. Dit is gebeurd in overleg met de gemeente. Leen Van Aken stelt dat er voor deze zone de nodige aandacht dient te gaan naar buffering en het beheersen van de waterproblematiek. Els Van Loon bevestigt dit en verduidelijkt dat in het plan een bufferzone wordt opgelegd van minstens 10 m breed, voor de landschappelijke inpassing. Aan de oostkant grenst het gebied aan herbevestigd agrarisch gebied en wordt daarom geen bijkomende ruimte ingenomen voor buffering. Aan deze zijde zijn er voornamelijk grote percelen gelegen met veel groen. Het RUP legt daarom op dat het groene karakter van die zijde moet behouden worden, zodat op deze manier de landschappelijke inpassing toch kan verzekerd worden. Binnen het plangebied bovendien een zone voor waterhuishoudingswerken voorzien is om de waterproblematiek aan te pakken. Chris Taes stelt dat dit een zeer complex dossier is, waar vele jaren van voorbereidend werk aan vooraf gegaan zijn. Dit alles heeft nu wel geleid tot een aantal oplossingen voor een historisch gegroeid probleem. Hij concludeert dat er verder geen inhoudelijke bemerkingen zijn op het dossier en dat het voorstel met een amendement betreffende het deelplan in Halle kan voorgelegd worden aan de provincieraad. Besluit: De raadscommissie beslist om het raadsvoorstel "provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven - deel 1' - voorlopige vaststelling" te amenderen met volgend amendement: In het raadsvoorstel worden de verwijzigingen naar het ruimtelijk uitvoeringsplan 'camping Luna' te Halle geschrapt op pagina 1, laatste alinea en op pagina 5 de verwijzing onder titel Deelruimte West. 3. Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen - onteigeningsplannen bij ontwerp provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen deel 1 Er worden geen specifieke opmerkingen geformuleerd over dit voorstel. Chris Taes concludeert dat het voorstel met een gunstig advies kan worden voorgelegd aan de provincieraad. Besluit: Het raadsvoorstel "Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen - onteigeningsplannen bij ontwerp provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen deel 1" wordt goedgekeurd. 4. Varia Er zijn geen variapunten. De voorzitter sluit de vergadering om uur. datum volgende vergaderingen: 11 september 2012 om uur 25 september 2012 om uur 16 oktober 2012 om uur 6 november 2012 om uur (= aansluitend op de provincieraad) 4

5 Katrien Putzeys waarnemend secretaris Chris Taes voorzitter 5