EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2017) 1968 final Betreft: Staatssteun / België SA (2016/N) Steunpunt Levend Erfgoed vzw Excellentie, De Europese Commissie (hierna "de Commissie") wenst België mee te delen dat zij, na bestudering van de door de Belgische autoriteiten verstrekte informatie over de in hoofde genoemde staatssteunmaatregel, heeft besloten daartegen geen bezwaar te maken omdat deze verenigbaar is met de interne markt op grond van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna "VWEU" genoemd). Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen. 1. PROCEDURE (1) Op 25 oktober 2016 hebben de Belgische autoriteiten de in hoofde genoemde steunmaatregel overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU elektronisch aangemeld en heeft de Commissie deze aanmelding geregistreerd. (2) Op 15 december 2016 heeft de Commissie om aanvullende informatie verzocht, die door de Belgische autoriteiten op 30 januari 2017 en 31 januari 2017 is verstrekt. 2. BESCHRIJVING 2.1. Titel (3) Steunpunt Levend Erfgoed vzw Doelstelling (4) De aangemelde maatregel betreft acties die zijn gericht op de instandhouding en het duurzame gebruik van genetische hulpbronnen van lokale rassen van landbouwhuisdieren in Vlaanderen. De Belgische autoriteiten willen steun verlenen voor acties ter bevordering van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw, met inbegrip van de opstelling van webgebaseerde inventarissen van de genetische hulpbronnen en databases, en de uitwisseling van informatie in verband met Zijne Excellentie de heer Didier Reynders Vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken Karmelietenstraat Brussel Europese Commissie, 1049 Brussel België

2 genetische hulpbronnen. De maatregel draagt bij aan de instandhouding van de biodiversiteit in de landbouw en aan een duurzaam gebruik van genetische hulpbronnen van lokale rassen van landbouwhuisdieren. Tevens dragen de acties bij aan de doelstelling van de Vlaamse overheid om de kwaliteit van het uitgangsmateriaal te blijven verzekeren en uitdagingen aan te pakken die voortkomen uit andere beleidsdomeinen en de landbouw van morgen mee bepalen. (5) De Belgische autoriteiten hebben uitgelegd dat de aangemelde maatregel een op een plattelandsontwikkelingsmaatregel lijkende maatregel is, die geen onderdeel uitmaakt van het plattelandsontwikkelingsprogramma voor Vlaanderen voor de periode (hierna "POP" genoemd) en dat hij desalniettemin is opgezet op een wijze die in overeenstemming is met Verordening (EU) nr. 1305/ en met het plattelandsontwikkelingsbeleid. Volgens de door de Belgische autoriteiten verstrekte informatie sluit de aangemelde maatregel aan bij het POP, met name bij de actie inzake het behoud van lokale veerassen, die bijdraagt aan de in het POP van Vlaanderen vastgestelde prioriteiten, in het bijzonder Elfposubprioriteit 4(a) "het herstellen, in stand houden en versterken van biodiversiteit". Aangezien de aangemelde maatregel uitsluitend met staatsmiddelen wordt gefinancierd en geen deel uitmaakt van het POP, is er geen risico op overlapping en is dubbele financiering uitgesloten. (6) De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat met de aangemelde maatregel het behoud van milieu- en klimaatvriendelijke landbouwpraktijken wordt beoogd alsook de bevordering van de nodige wijzigingen daarvan. De Belgische autoriteiten hebben uitgelegd dat de instandhouding van agrarische biodiversiteit en een duurzaam gebruik van genetische hulpbronnen van lokale rassen van landbouwhuisdieren ook wijzen van gebruik van landbouwgrond bevorderen die verenigbaar zijn met de bescherming en verbetering van het milieu, het landschap en de kenmerkende elementen daarvan, de natuurlijke hulpbronnen, de bodem en de genetische verscheidenheid, en de verlaging van de productiekosten Rechtsgrondslag (7) "Ontwerp van ministerieel besluit tot toekenning van een algemene werkingssubsidie aan Steunpunt Levend Erfgoed vzw" (hierna "ministerieel besluit" genoemd) Looptijd (8) Vanaf de datum van het besluit van de Commissie tot en met 31 december Begroting (9) De totale begroting bedraagt EUR en de jaarlijkse begroting EUR. De begroting wordt gefinancierd met nationale begrotingsmiddelen van de Vlaamse Gemeenschap. 1 Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 347 van , blz. 487). 2

3 2.6. Begunstigden (10) De subsidie wordt verleend door de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw aan het Steunpunt Levend Erfgoed vzw (hierna "SLE" genoemd), een niet-gouvernementele organisatie die zich bezighoudt met acties inzake de instandhouding van genetische hulpbronnen in het Vlaamse Gewest van België. Gezien de doelstelling van de maatregel in kwestie zijn de eindbegunstigden van de beoogde maatregelen ondernemingen in de landbouwsector die actief zijn in de primaire landbouwproductie. Deze ondernemingen zijn kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's) in de zin van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 702/ (11) Het aantal eindbegunstigden wordt op meer dan duizend geraamd. (12) De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de steun niet wordt verleend aan een onderneming in moeilijkheden in de zin van punt (35)15 van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (hierna "de richtsnoeren" genoemd). (13) De Belgische autoriteiten hebben toegezegd dat, indien de begunstigde nog steeds de beschikking heeft over eerdere, onrechtmatige steun die door een besluit van de Commissie (betreffende individuele steun of een steunregeling) onverenigbaar is verklaard, de uitkering van de aangemelde steun zal worden opgeschort totdat de begunstigde het totale onrechtmatige en onverenigbare steunbedrag en de rente voor terugvordering heeft terugbetaald of op een geblokkeerde rekening heeft gestort Vorm van de steun (14) Rechtstreekse subsidie. De Belgische autoriteiten hebben met betrekking tot de aangemelde maatregel meegedeeld dat momenteel geen andere minder verstorende vormen van steun beschikbaar zijn Beschrijving van de steunmaatregel (15) Overeenkomstig artikel 4(3 ) van het ministerieel besluit (punt (7)) betreft de aangemelde maatregel steun voor acties voor de instandhouding, het duurzame gebruik en de ontwikkeling van genetische hulpbronnen van lokale rassen van landbouwhuisdieren. De beoogde acties omvatten de ontwikkeling en bevordering van een erfgoedlabel en de ontwikkeling van specifieke toepassingen inzake het beheer en de verspreiding van informatie inzake genetische hulpbronnen. (16) De Belgische autoriteiten willen steun verlenen voor acties ter bevordering van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw in situ en ex situ, met inbegrip van de opstelling van webgebaseerde inventarissen van de genetische hulpbronnen die momenteel in situ in stand worden gehouden, inclusief instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf, en van de verzamelingen ex situ en de databases. 2 3 Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in de plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van , blz. 1). PB C 204 van , blz. 1, zoals gewijzigd bij Bericht van de Commissie tot wijziging van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden (PB C 390 van , blz. 4). 3

4 (17) De aangemelde maatregel omvat ook acties ter bevordering van de uitwisseling van informatie in verband met genetische hulpbronnen in de landbouw van de Unie tussen bevoegde organisaties en overheidsinstanties in Vlaanderen en Lidstaten. (18) Zoals is vastgesteld in het ontwerp van ministerieel besluit, worden de acties uitgevoerd door SLE, een niet-gouvernementele vereniging zonder winstoogmerk die zich inzet voor de bescherming en instandhouding van oude en lokale dierenrassen. De SLE is erkend door de Vlaamse overheid voor het bijhouden van het stamboek van verschillende rassen van schapen en geiten, en voor het beheer voor de fokkerij van Belgische rassen van pluimvee en konijnen 4. (19) In het ontwerp van ministerieel besluit is bepaald dat de steunaanvraag door de aanvrager bij de bevoegde autoriteit moet worden ingediend vóór de aanvang van de activiteiten. De steunaanvraag omvat onder meer de naam van de aanvrager en de grootte van de onderneming, een beschrijving van het project of de activiteit, met vermelding van de locatie en de start- en einddatum, het steunbedrag dat nodig is om het project of de activiteit uit te voeren en de in aanmerking komende kosten. (20) De steun mag enkel worden gebruikt voor kosten van goedgekeurde acties die in de steunaanvraag zijn opgenomen. De steunintensiteit bedraagt 100 % van de bewezen in aanmerking komende kosten De in aanmerking komende kosten zijn beperkt tot de aanvaarde kosten die zijn opgenomen in de steunaanvraag. De SLE moet een functionele en financiële verantwoording indienen van de realisatie van de activiteiten, de evaluatie en de besteding van de subsidie. (21) Onverminderd de bevoegdheden van het Belgische Rekenhof en de Inspectie van Financiën kan het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse regering ter plaatse controle uitoefenen op de aanwending van de subsidie en de voortgang van de realisatie van de acties in het kader van de aangemelde maatregel controleren Cumulatie (22) Volgens de aangemelde maatregel kan de desbetreffende steun niet worden gecumuleerd met steun die in het kader van andere lokale, regionale, nationale of EU-regelingen is toegekend voor dezelfde in aanmerking komende kosten Transparantie (23) België heeft aan de Commissie meegedeeld dat, ter nakoming van de transparantievereiste, de steunregeling en individuele steun van meer dan EUR via de volgende webpagina zullen worden bekendgemaakt: 3. BEOORDELING 3.1. Is er sprake van staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU? (24) In artikel 107, lid 1, VWEU is het volgende bepaald: "Behoudens de afwijkingen waarin de Verdragen voorzien, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging 4 Erkend bij Vlaams ministerieel besluit van 27 september

5 van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt". (25) Om als steun in de zin van deze bepaling te worden aangemerkt, moet bijgevolg aan elk van de volgende voorwaarden zijn voldaan: i) de maatregel is toerekenbaar aan de Staat en wordt uit staatsmiddelen bekostigd; ii) de maatregel moet een voordeel toekennen aan de ontvanger; iii) dat voordeel is selectief; en iv) de maatregel vervalst de mededinging of dreigt deze te vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig te beïnvloeden. (26) De maatregel in kwestie kent een economische bate, resulterend in een voordeel, toe aan de ontvangers. Dit voordeel wordt met staatsmiddelen toegekend (punt (9)), daarom is de maatregel toerekenbaar aan de Staat. De maatregel is selectief aangezien hij enkel landbouwers in Vlaanderen begunstigt (punt (10)). (27) Volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie wijst louter het feit dat de concurrentiepositie van een onderneming wordt versterkt ten opzichte van andere, concurrerende ondernemingen, door deze onderneming een economisch voordeel te geven dat die anders bij de normale bedrijfsuitoefening niet zou hebben gekregen, op een mogelijke verstoring van de concurrentie 5. (28) Volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie kan steun aan een onderneming het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden wanneer die onderneming actief is op een markt die openstaat voor handelsverkeer binnen de Unie 6. De begunstigden van de steun zijn actief in de landbouwsector, wat een marktsector is waar handelsverkeer binnen de EU plaatsvindt. De intra-eu-handel in landbouwproducten was in 2015, wat uitvoer betreft, goed voor circa 318 miljard EUR en, wat invoer betreft, goed voor circa 314 miljard EUR. De intra- EU-handel in de veehouderijsector was in 2015, wat uitvoer betreft, goed voor circa 6,5 miljard EUR en, wat invoer betreft, goed voor circa 6,1 miljard EUR 7. Deze sector wordt gekenmerkt door concurrentie op EU-niveau en is bijgevolg vatbaar voor de gevolgen van maatregelen ten gunste van de productie in een of meer lidstaten. Daarom kan deze maatregel het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden. (29) In het licht van het bovenstaande wordt aan de voorwaarden van artikel 107, lid 1, VWEU voldaan. Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat het bij de voorgestelde steunmaatregel gaat om staatssteun in de zin van dat artikel. De steun kan slechts als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd wanneer deze in aanmerking komt voor een uitzondering waarin het VWEU voorziet Wettigheid van de steun toepassing van artikel 108, lid 3, VWEU (30) De maatregel is bij de Commissie aangemeld op 25 oktober Hij is nog niet ten uitvoer gelegd. België heeft bijgevolg voldaan aan zijn verplichting op grond van artikel 108, lid 3, VWEU Arrest van het Hof van 17 september 1980 in zaak C-730/79, Philip Morris Holland BV tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ECLI EU:C:1980:209. Zie met name het arrest van het Hof van 13 juli 1988 in zaak 102/87, Franse Republiek tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, ECLI EU:C:1988:391. Bron: Eurostat. 5

6 3.3. Verenigbaarheid van de steun Toepassing van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU (31) Volgens artikel 107, lid 3, onder c), VWEU kunnen steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. (32) Om voor deze uitzondering in aanmerking te komen, moet de steun voldoen aan de toepasselijke Unieregels inzake staatssteun Toepassing van de richtsnoeren (33) Deel II, afdeling "Steun voor agromilieuklimaatverbintenissen", van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden is van toepassing op de aangemelde steunmaatregel. (34) Volgens punt (207) van de richtsnoeren zal de Commissie steun voor agromilieuklimaatverbintenissen aanmerken als verenigbaar met de interne markt krachtens artikel 107, lid 3, onder c), VWEU als die steun voldoet aan de gemeenschappelijke beoordelingsbeginselen van de richtsnoeren en aan de voorwaarden van deel II, afdeling , van de richtsnoeren In deel II, afdeling , van de richtsnoeren vastgestelde voorwaarden (35) Overeenkomstig de in de punten (10) en (11) verstrekte informatie verricht de begunstigde van de subsidies acties met betrekking tot de instandhouding van genetische hulpbronnen in de landbouw ten gunste van de eindbegunstigden van de steun (kmo's die actief zijn in de primaire landbouwsector). Bijgevolg wordt voldaan aan de voorwaarden van punt (206) van de richtsnoeren. (36) De steun uit hoofde van de maatregel wordt verleend voor de instandhouding en het duurzame gebruik en de ontwikkeling van genetische hulpbronnen in de landbouw voor concrete acties die niet onder het bepaalde in de punten (208) tot en met (219) van afdeling vallen. Bijgevolg is voldaan aan de voorwaarde van punt (220) van de richtsnoeren. (37) Overeenkomstig punt (227), onder a) en b), van de richtsnoeren dient steun voor de instandhouding van genetische hulpbronnen in de landbouw voor de financiering van de volgende concrete acties: a) acties ter bevordering van de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw in situ en ex situ, met inbegrip van de opstelling van webgebaseerde inventarissen van de genetische hulpbronnen die momenteel in situ in stand worden gehouden, inclusief instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf, en van de verzamelingen ex situ en de databases; en b) acties ter bevordering van de uitwisseling tussen de bevoegde organisaties van de lidstaten van gegevens ten behoeve van de 6

7 instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw van de Unie. Uit de beschrijving in de punten (4), (15), (16) en (17) hierboven volgt dat aan de vereisten van punt (227), onder a) en b), is voldaan. (38) Overeenkomstig punt (230) van de richtsnoeren moet de steun voor de instandhouding van genetische hulpbronnen in de landbouw beperkt blijven tot 100 % van de in aanmerking komende kosten. De steunintensiteit in het kader van de aangemelde maatregel is 100 % van de bewezen in aanmerking komende kosten (punt (20)); bijgevolg is aan de voorwaarde van punt (230) van de richtsnoeren voldaan. (39) Op basis van het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat aan de vereisten van afdeling van de richtsnoeren betreffende de steun voor de instandhouding en voor het duurzame gebruik en de ontwikkeling van genetische hulpbronnen in de landbouw is voldaan Gemeenschappelijke beoordelingsbeginselen Bijdrage aan een gemeenschappelijke doelstelling (40) Zoals in punt (4) hierboven is beschreven, wordt met de aangemelde maatregel in kwestie beoogd een maatregel in te voeren voor de instandhouding en het duurzame gebruik van dierlijke genetische hulpbronnen in de landbouw. De aangemelde steunmaatregel draagt bij aan een gemeenschappelijke doelstelling overeenkomstig de punten (43) en (44) van de richtsnoeren. De maatregel is een op een plattelandsontwikkelingsmaatregel lijkende maatregel, die niet in het POP van Vlaanderen voor de periode is opgenomen en uitsluitend met nationale middelen wordt gefinancierd. Daarom is er geen risico op overlapping en dubbele financiering. Zoals is beschreven in punt (5), kan de aangemelde steunmaatregel worden beschouwd als zijnde in overeenstemming met het POP van Vlaanderen voor de periode Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat aan de voorwaarden van punt (47) van de richtsnoeren is voldaan en dat de maatregel bijdraagt aan de plattelandsontwikkelingsdoelstellingen. (41) Zoals is uitgelegd door de Belgische autoriteiten (de punten (4) en (6)), draagt de maatregel inzake de instandhouding en het duurzame gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw bij tot wijzen van gebruik van landbouwgrond die verenigbaar zijn met de bescherming en verbetering van het milieu, het landschap en de kenmerkende elementen daarvan, de natuurlijke hulpbronnen, de bodem en de genetische verscheidenheid. Derhalve zijn geen negatieve gevolgen voor het milieu in de zin van punt (52) van de richtsnoeren geconstateerd. Noodzaak van overheidsmaatregelen geschiktheid van de steunmaatregel (42) Aangezien de onderhavige maatregel voldoet aan de specifieke voorwaarden die zijn vastgesteld in de richtsnoeren (punt (39)) en er geen andere minder verstorende vorm van steun is (punt (14)), is de Commissie, overeenkomstig de punten (55), (57) en (59) van de richtsnoeren, van oordeel dat de steun noodzakelijk is, dat hij wordt verleend door middel van een geschikt beleidsinstrument en dat de steun een geschikt steuninstrument is voor het financieren van de acties om een doelstelling van algemeen belang te helpen bereiken. 7

8 Stimulerend effect (43) Uit punt (19) hierboven volgt dat de werkzaamheden in verband met de betrokken activiteit slechts zullen aanvangen als de begunstigde een steunaanvraag bij de nationale autoriteiten heeft ingediend en de steunaanvraag de krachtens punt (71) van de richtsnoeren vereiste elementen bevat. Derhalve is aan de voorwaarde inzake het stimulerend effect van de steunmaatregel voldaan. Evenredigheid (44) Krachtens punt (82) van de richtsnoeren gaat de Commissie er in de regel van uit dat steun slechts evenredig is als het steunbedrag niet hoger is dan de in aanmerking komende kosten. Uit punt (20) volgt dat de steun beperkt is tot 100 % van de in aanmerking komende kosten. Zoals in de aangemelde maatregel (punt (22)) is vermeld, kan de steun voorts niet worden gecumuleerd met steun die in het kader van andere lokale, regionale, nationale of EU-regelingen is toegekend voor dezelfde in aanmerking komende kosten. Derhalve is aan het evenredigheidscriterium voldaan. Vermijden van ongewenste negatieve effecten op de mededinging en het handelsverkeer (45) Overeenkomstig punt (113) van de richtsnoeren is de Commissie van mening dat als steun voldoet aan de in de toepasselijke afdelingen van deel II van de richtsnoeren vastgestelde voorwaarden en niet meer bedraagt dan de ook daarin vastgestelde toepasselijke maximale steunintensiteiten, het negatieve effect op de mededinging en de handel tot het minimum beperkt is. De onderhavige maatregel voldoet aan de voorwaarden die in de richtsnoeren zijn vastgesteld (punt (39)). Daarom is de Commissie van oordeel dat het negatieve effect op de mededinging en de handel tot het minimum beperkt is. Transparantie (46) De krachtens punt (128) van de richtsnoeren vereiste informatie zal worden bekendgemaakt op (zie punt (23)). Derhalve is aan het transparantiecriterium voldaan Overige verplichtingen (47) De Commissie neemt er nota van dat ondernemingen in moeilijkheden overeenkomstig punt (26) van de richtsnoeren van de steunmaatregel zijn uitgesloten (punt (12)) en dat België de betaling van de aangemelde steun zal opschorten indien de begunstigde nog steeds de beschikking heeft over eerdere, onrechtmatige steun die door een besluit van de Commissie onverenigbaar is verklaard overeenkomstig punt 27 van de richtsnoeren (punt (13)) Looptijd van de steunmaatregel (48) Overeenkomstig punt (719) van de richtsnoeren verleent de Commissie slechts toestemming voor regelingen van beperkte duur. De maximale looptijd voor steunregelingen bedraagt zeven jaar, behalve als het steunregelingen met medefinanciering op grond van Verordening (EU) nr. 1305/2013 en de bijbehorende uitvoeringsverordening betreft. Uit punt (8) volgt dat aan deze vereiste is voldaan. 8

9 4. CONCLUSIE De Commissie heeft besloten geen bezwaar tegen de aangemelde steunmaatregel te maken aangezien deze op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU verenigbaar is met de interne markt. Als delen van deze brief, overeenkomstig de mededeling van de Commissie over geheimhouding bij beschikkingen inzake staatssteun, onder de geheimhoudingsplicht vallen 8 en niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht dit uiterlijk vijftien werkdagen na kennisgeving van deze brief te melden aan de Commissie. Als de Commissie binnen die termijn geen met redenen omkleed verzoek ontvangt, gaat zij ervan uit dat België instemt met de integrale publicatie van deze brief. Als bepaalde informatie volgens België onder de geheimhoudingsplicht dient te vallen, gelieve dan de betrokken delen aan te geven en voor elk deel te motiveren waarom om nietopenbaarmaking wordt verzocht. Gelieve uw verzoek overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie 9 via het beveiligde systeem PKI (Public Key Infrastructure) naar het volgende adres te sturen: agri-state-aids-notifications@ec.europa.eu. Voor de Commissie Phil HOGAN Lid van de Commissie 8 9 Mededeling van de Commissie C(2003) 4582 van 1 december 2003 over geheimhouding bij beschikkingen inzake staatssteun, PB C 297 van , blz. 6. Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag, PB L 140 van , blz. 1. 9