Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.XI.2005 C (2005) 4567 Betreft: Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland Excellentie, 1. Procedure Deze regeling is op 20 september 2005 elektronisch bij de Commissie aangemeld en door de Commissie geregistreerd onder nummer N 462/ Beschrijving 2.1. Doel en aard van de steun De aangemelde regeling is gericht op de financiering van de buitenbedrijfstelling van vissersvaartuigen in de provincie Flevoland. De subsidies in het kader van de aangemelde regeling worden verleend voor de definieve beëindiging van de visserijactiviteiten van de betrokken vaartuigen, waaronder moet worden verstaan: - de sloop van het vissersvaartuig, of - het definitieve gebruik van vissersvaartuigen voor niet-commerciële andere doeleinden dan visserij Context In de Nederlandse kottersector, die vooral op platvis vist, bestaat sinds enkele jaren een zorgelijke situatie. De quota zijn verlaagd, terwijl de vangstcapaciteit van de vloot gelijk is gebleven. Met name de vangstmogelijkheden van schol zijn de afgelopen jaren sterk verminderd. De visserijsector heeft, gezien deze situatie, het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een zogenaamd scholbeheersplan dat een aantal maatregelen omvat om de druk op het scholbestand te verminderen. Een van de onderdelen van voornoemd plan is de definitieve reductie van de vangstcapaciteit door middel van een sanering van een gedeelte van de kottervloot, ongeveer BT. Zijne Excellentie de Heer Bernard Rudolf Bot Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 NL EB Den Haag Commission européenne, B-1049 Bruxelles Belgique Europese Commissie, B-1049 Brussel België Telefoon: (0)

2 Tegen die achtergrond hebben de Nederlandse autoriteiten besloten een regeling in te stellen voor de financiering van de buitenbedrijfstelling van vissersvaartuigen die vissen op platvis en op garnalen; de regeling zou voor heel Nederland gelden. De capaciteit die is uitgekocht, wordt niet vervangen. In alle regio s, behalve in Flevoland, wordt de regeling gecofinancierd door de Nederlandse autoriteiten en de Europese Unie, via het financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV). In Flevoland evenwel zijn de in het kader van het FIOV beschikbare geldmiddelen voor deze sanering volledig opgebruikt, zodat de regeling volledig zal worden gefinancierd uit nationale middelen. Dit besluit betreft derhalve de subsidies die worden verleend aan visserijbedrijven waarvan de vaartuigen in Flevoland zijn geregistreerd Begroting, begunstigden en procedure Het aantal begunstigden wordt op maximaal 50 geschat. De begroting voor de buitenbedrijfstellingsregeling bedraagt maximaal 38 miljoen euro; daarvan is maximaal 18 miljoen euro geoormerkt voor de toepassing van de maatregel in Flevoland en deze brief heeft betrekking op dit laatste bedrag. Aanvragen voor subsidieverlening in het kader van de regeling moeten door de visserijbedrijven bij de Nederlandse autoriteiten worden ingediend in de periode van 12 september tot en met 7 november De aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend bij de directeur van de directie Visserij van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 3. Beoordeling 3.1. Betreft het een steunmaatregel in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag? In het kader van de aangemelde regeling zal de buitenbedrijfstelling worden gefinancierd door de Nederlandse autoriteiten. Het gaat derhalve om staatsmiddelen in de zin van artikel 87. De steunverlening houdt normaliter in dat aan de begunstigden een economisch voordeel wordt verleend. Het kan niet worden uitgesloten dat de aldus verleende steun de mededinging dreigt te vervalsen aangezien bepaalde ondernemingen financieel worden begunstigd in vergelijking met hun concurrenten, en aangezien het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan worden beïnvloed wanneer de begunstigden gaan concurreren met bedrijven uit andere lidstaten. De in deze regeling bedoelde steun is derhalve een steunmaatregel van de staten in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag Verenigbaarheid van de steun Rechtsgrond De regeling wordt volledig gefinancierd uit nationale middelen en valt derhalve niet onder toepassing van artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2792/ waarin het volgende is bepaald: De artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag zijn niet van toepassing op de verplichte 1 PB L 337 van , laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 485/

3 financiële bijdragen van de lidstaten aan door de Gemeenschap gecofinancierde maatregelen in het kader van ontwikkelingsplannen als bedoeld in artikel 3, lid 3, van deze verordening en als gedefinieerd in artikel 9, onder b), van de Verordening (EG) nr. 1260/1999 ( ). De aan sommige begunstigden van de regeling verleende steun zal bovendien meer dan 1 miljoen euro bedragen. De regeling komt derhalve niet in aanmerking voor de vrijstelling van de aanmeldingsverplichting voor steun voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten als omschreven in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1595/2004 2, aangezien krachtens artikel 1, lid 3, van laatstgenoemde verordening, de vrijstelling van de aanmeldingsverplichting alleen van toepassing is indien het steunbedrag niet meer dan 1 miljoen euro bedraagt. Op grond van punt 3.10 van de richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserijen aquacultuursector 3 geldt in dergelijke gevallen dat: Staatssteun voor maatregelen die vallen onder Verordening (EG) nr.1595/2004, maar die ten gunste komt van andere dan kleine en middelgrote ondernemingen of die het in artikel 1, lid 3, van die verordening bedoelde maximum overschrijdt, zal worden beoordeeld in het licht van deze richtsnoeren en van de criteria van de artikelen 4 tot en met 13 van die verordening. Steun voor de buitenbedrijfstelling van vaartuigen wordt als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt beschouwd, op voorwaarde dat wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 7, bijlage III en bijlage IV (steunintensiteit en maximumbedragen naar gelang van de tonnage van de vaartuigen) Criteria voor het verlenen van de steun De voorwaarden voor steunverlening zijn vastgesteld in de nationale regeling houdende regels betreffende capaciteitsvermindering in de zeevisserij, en zijn door de Nederlandse autoriteiten vastgesteld op basis van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 2792/99. De voorwaarden zijn: - Een subsidie voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten wordt slechts verleend aan eigenaren van vissersvaartuigen: - die meer dan tien jaar oud zijn; - die, in elk van de twee aan de datum van de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening voorafgaande perioden van twaalf maanden, zijn gebruikt voor een visserijactiviteit van ten minste 75 zeedagen; - met een lengte over alles van meer dan 15 meter en een tonnage van minder dan BT; - waarvoor een visvergunning is toegekend. - De subsidieverlening wordt in ieder geval geweigerd indien: a) voor de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten met het vissersvaartuig reeds uit andere hoofde een uit overheidsmiddelen bekostigde subsidie is of wordt verstrekt; 2 PB L 291 van , blz PB C 229 van , blz. 5. 3

4 b) de definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten met het vissersvaartuig heeft plaatsgevonden alvorens de ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening schriftelijk aan de aanvrager is bevestigd; c) de subsidieaanvraag niet is ingediend in de daarvoor vastgestelde periode; d) de aanvrager met betrekking tot de aan het vissersvaartuig verleende garnalenvergunning of een aan het vissersvaartuig toegekend contingent in de periode tussen 22 juli 2005 en de datum van subsidieverlening is overgegaan tot: 1) overdracht; 2) toewijzing aan een ander vissersvaartuig binnen zijn onderneming; of 3) indiening van een verzoek tot aanhouding van de toekenning. - De minister verdeelt het beschikbare bedrag in volgorde van ontvangst van de aanvragen tot subsidieverlening. Indien subsidie wordt toegekend voor het beëindigen van de visserijactiviteiten van een vaartuig, worden de visvergunning, de garnalenvergunning en het speciale visdocument dat is afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1627/94, ingetrokken. De betrokken scheepseigenaar ontvangt hiervoor geen financiële vergoeding. - Na de verlening van de subsidie is de subsidieontvanger verplicht om binnen drie maanden, te rekenen vanaf de datum van de beschikking tot subsidieverlening, erop toe te zien dat: a) hetzij de sloop van het vissersvaartuig, hetzij de definitieve bestemming van het vissersvaartuig voor niet-commerciële andere doeleinden dan de visserij heeft plaatsgevonden, waarbij in het laatstgenoemde geval de op het vissersvaartuig aanwezige vistuigen en de overige apparatuur specifiek bestemd en geschikt voor de visserij, zijn verwijderd; b) de lettertekens en de nummers van het vissersvaartuig van de Registratieregeling vissersvaartuigen 1998, zijn verwijderd; c) de inschrijving van het vissersvaartuig in het register is doorgehaald. - De subsidieontvanger dient binnen vier weken na afloop van bovengenoemde termijn van drie maanden een aanvraag tot subsidievaststelling in op een daartoe vastgesteld formulier. De aanvraag gaat vergezeld van: a) een verklaring van een ambtenaar van de Algemene Inspectiedienst waarmee wordt aangetoond dat is voldaan aan de eis van sloop of van het verwijderen van alle aanwezige vistuigen en de overige apparatuur specifiek bestemd en geschikt voor de visserij, en dat is voldaan aan het verwijderen van de lettertekens en de nummers van het vissersvaartuig; b) overige bescheiden waarmee wordt aangetoond dat aan de overige bovengenoemde verplichtingen is voldaan; c) het originele exemplaar van de voor het betreffende vissersvaartuig toegekende visvergunning; 4

5 d) het originele exemplaar van de garnalenvergunning, voor zover voor het betreffende vissersvaartuig een garnalenvergunning is toegekend; e) het originele exemplaar van het speciale visdocument dat is afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1627/94, voor zover voor het betreffende vissersvaartuig een speciaal visdocument is toegekend. - Na de subsidievaststelling kan de subsidie worden uitbetaald. Overeenkomstig bijlage IV, tabel 1, bij Verordening (EG) nr. 2792/1999 bedraagt, in geval van definitieve beëindiging, de subsidie: a) voor vaartuigen met een brutotonnage van minder dan 10 BT: euro per brutoton, vermeerderd met euro; b) voor vaartuigen met een brutotonnage van 10 BT of meer, doch minder dan 25 BT: euro per brutoton, vermeerderd met euro; c) voor vaartuigen met een brutotonnage van 25 BT of meer, doch minder dan 100 BT: euro per brutoton, vermeerderd met euro; d) voor vaartuigen met een brutotonnage van 100 BT of meer, doch minder dan 300 BT: euro per brutoton, vermeerderd met euro; e) voor vaartuigen met een brutotonnage van 300 BT of meer, doch minder dan 500 BT: euro per brutoton, vermeerderd met euro; of f) voor vaartuigen met een brutotonnage van 500 BT of meer: euro per brutoton, vermeerderd met euro. Indien het vaartuig tussen 16 en 29 jaar oud is, wordt de subsidie verlaagd met 1,5% per jaar dat het vaartuig ouder is dan 15 jaar. Indien het vaartuig 30 jaar of ouder is, wordt de subsidie verlaagd met 22,5%. In geval van definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten, door het vissersvaartuig nog uitsluitend te gebruiken voor niet-commerciële andere doeleinden dan visserij, is de subsidieontvanger verplicht om ervoor zorg te dragen dat het vissersvaartuig niet op enig tijdstip terug als vissersvaartuig in gebruik wordt genomen. De aangemelde regeling voldoet derhalve aan de criteria die gelden voor staatssteun voor de buitenbedrijfstelling van vissersvaartuigen en is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt. 4. Besluit Op grond van bovenstaande analyse heeft de Commissie besloten geen bezwaar te maken tegen de steunregeling. Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Wanneer de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek ontvangt, neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven op de 5

6 volgende website: Een dergelijk verzoek dient bij aangetekend schrijven of bij faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Visserij DG FISH/D/3 Juridische vraagstukken B-1049 Brussel (Fax: ) Met bijzondere hoogachting, Voor de Commissie Joe BORG Lid van de Commissie 6