Uitvoeringsprogramma handhaving 2017

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma handhaving 2017

2 2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Kwaliteitseisen 3 Evaluatie Wat wilden we bereiken en waar lag dat vast Wat deden we daarvoor Wat kostte het 13 4 Activiteiten Wat willen we bereiken en waar ligt dat vast Wat gaan we daarvoor doen Wat mag het kosten 19 5 Planning 6 Afstemming 7 Bekendmaking 3

4 Hoofdstuk 1 Inleiding 4

5 Het Integraal beleidsplan handhaving geeft sturing aan de uitvoering van toezicht en handhaving voor die vier jaren. Elk jaar stellen we een uitvoeringsprogramma op. Paragraaf 5.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht en hoofdstuk 10 van de Regeling omgevingsrecht geven aan waaraan dit programma moet voldoen. In hoofdstuk 2 gaan we in op de kwaliteitseisen die voor onze gemeente zijn vastgesteld. We houden in dit programma rekening met deze eisen. Vervolgens evalueren we in hoofdstuk 3 onze activiteiten op gebied van toezicht en handhaving in De hoofdvraag in dit programma is conform artikel 7.3 van het Besluit omgevingsrecht: Welke van de voorgenomen activiteiten worden in 2017 uitgevoerd? Op deze vraag geven we antwoord in hoofdstuk 4 van dit programma. In het programma wordt rekening gehouden met de gestelde doelen uit paragraaf 3.2 van het beleidsplan en de prioriteiten uit hoofdstuk 4 en de bijlagen van dat beleidsplan. De planning van de activiteiten, de afstemming met andere betrokken bestuursorganen en de bekendmaking aan de gemeenteraad zijn verwoord in de hoofstukken 5 tot en met 7. In dit programma zijn geen taken van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel opgenomen omdat die in een apart beleidscyclus worden beschreven. 5

6 Hoofdstuk 2 Kwaliteitseisen 6

7 De Wabo is op 14 april 2016 gewijzigd en heeft daarmee de wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) opgenomen. Deze wet beoogt de kwaliteit te bevorderen op gebied van VTH. Op 19 december 2016 heeft de gemeenteraad van Voorst de Verordening kwaliteit, vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Voorst 2016 vastgesteld. Op vragen tijdens het rondetafelgesprek van 28 november 2016 antwoordde het college aan de raad dat vaststelling van de verordening een wettelijke plicht is op basis van artikel 5.4 van de Wabo, die vooral voortkomt uit de behoefte eisen te kunnen stellen aan degenen die controles uitoefenen in het veld. Eigenlijk is daar een HBO-opleiding vereist, die onze mensen niet altijd hebben, maar door ervaring voldoen ze volop aan de kwalificaties die nodig zijn. De gemeenteraad heeft de verordening ook vastgesteld voor wat betreft artikel 5.5 van de Wabo. In zoverre heeft de raad bepaald dat de kwaliteitseisen (dat zijn de functievereisten die zijn vastgelegd in koppelingsformulieren) van toepassing zijn op de uitvoering en handhaving van de 'betrokken' wetten. De betrokken wetten zijn die in artikel 5.1 van de Wabo zijn genoemd, voorzover het college van burgemeester en wethouders een taak hebben deze wetten te handhaven. De provincie Gelderland heeft vooraf per brief van 15 juli 2016 gereageerd op de conceptverordening (haar kenmerk: ; ons kenmerk: ): "Wij zijn ook verheugd dat u, conform de zorgplicht van artikel 5.5 van de Wet, voornemens bent om al bij verordening nadere invulling te geven aan een goede kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de taken die niet in het verband van een omgevingsdienst worden uitgevoerd. Gelet hierop heeft ambtelijke afstemming plaatsgevonden en is geconstateerd dat artikel 2 van de verordening in dat geval in afwijking van het Gelders model moet worden vastgesteld zonder de onderdelen a en b." 7

8 Hoofdstuk 3 Evaluatie

9 3.1 Wat wilden we bereiken en waar lag dat vast In het uitvoeringsprogramma voor 2016 hebben we verwoord welke accenten we dat jaar legden. Het programma noemde vier onderwerpen (speerpunten): 1. Voortgang van het handhavingsproject recreatiepark De Scherpenhof om recreatief gebruik weer mogelijk te maken. 2. Tegengaan van strijdig en onacceptabel gebruik van het mobilisatiecomplex bij Bussloo. 3. Inhaalslag controles op brandveilig gebruik van gebouwen. 4. Toezicht op uitvoering van bouw/sloop, bevordering van ruimtelijke kwaliteit, tegengaan van drankgebruik door minderjarigen, toezicht op evenementen en het tegengaan van overlast. De doelen uit het Integraal beleidsplan handhaving zijn in paragraaf 3.2 daarvan verwoord. Hieronder zijn de doelen opgesomd. We geven in de volgende paragraaf een toelichting op de invulling van deze meerjarenbeleidsdoelen in Een helder en consequent toegepast beleid ter bevordering van de rechtszekerheid. Het bevorderen van uniformiteit en rechtsgelijkheid. Het bevorderen van een positieve gedragsbeïnvloeding van burgers, bedrijven en instellingen ter verhoging van het naleefgedrag. Het verder verbeteren van het imago van de gemeente. Een veilige en gezonde leefomgeving bevorderen. Reële overlast beperken. Het huidige ruimtelijke kwaliteitsniveau vasthouden binnen de beschikbare middelen. Het mede realiseren van het bestaande omgevingsbeleid binnen de gemeente. 9

10 3.2 Wat deden we daarvoor Speerpunten De speerpunten voor 2016 zijn puntsgewijs opgesomd in de vorige paragraaf. Hieronder geven we per speerpunt aan wat we daarvoor deden. 1. Voortgang van het handhavingsproject recreatiepark De Scherpenhof om recreatief gebruik weer mogelijk te maken. Op 24 maart 2015 hielden we een grootschalige interventie op recreatiepark De Scherpenhof. Daarna is gewerkt aan het tegengaan van strijdig gebruik van het park, waaronder permanente bewoning. De doelstelling van de interventie en het tegengaan van strijdig gebruik is als volgt: 10 Het wensbeeld is De Scherpenhof als kwalitatief hoogwaardig vakantiepark, waarbij geen sprake is van permanente bewoning en voldaan wordt aan de wettelijke eisen qua ruimtelijke ordening en veiligheid. Na de controle op 24 maart 2015 waren er 116 ingeschreven personen op Bandijk 60 in Terwolde. Op 17 november 2016 waren er 86 ingeschreven personen op dat adres. Dat betekent dat er in de tussengelegen periode een vermindering heeft plaatsgevonden met 30 personen. Deze dalende lijn zet zich voort, zoals het zich laat aanzien. In december 2016 hebben we een aantal termijnen voor diverse bewoners verlengd, afhankelijk van de situatie waarin zij verkeren in relatie tot de inspanning die men de afgelopen tijd heeft getoond om te verhuizen. 2. Tegengaan van onacceptabel gebruik van het mobilisatiecomplex bij Bussloo. Op 24 mei 2016 hebben we een tweede controle laten plaatsvinden op het mobilisatiecomplex bij Bussloo (MOB-complex). In vergelijking met de eerste controle op 14 oktober 2015 was het aantal intensieve activiteiten afgenomen. Onder intensieve activiteiten verstaan we vooral autohandel en -reparatie. Na de tweede controle op 24 mei 2016 is de daling van intensieve activiteiten verder ingezet, mede door de maatregelen die de verhuurder van het MOB-complex heeft genomen. We willen toe naar een acceptabel gebruik van het terrein dat past in de omgeving (natuur/recreatie). 3. Inhaalslag controles op brandveilig gebruik van gebouwen. We hebben 50 controles gedaan in 2016 op brandveilig gebruik van gebouwen. Die betroffen met name scholen, peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. Dit is nog steeds een inhaalslag; in 2017 zal deze slag zich moeten voortzetten. 4. Toezicht op uitvoering van bouw/sloop, bevordering van ruimtelijke kwaliteit, tegengaan van drankgebruik door minderjarigen, toezicht op evenementen en het tegengaan van overlast. In 2016 waren er enkele asbestbranden en was er sprake van illegale afvoer/ opslag van asbest. Gelet op de hoge prioriteit die hiervoor geldt werd direct ingegrepen door in overleg te gaan met de veroorzaker. Een voorbeeld is de brand in september 2016 in voormalig restaurant Dennenlust te Klarenbeek. Na overleg heeft de eigenaar het pand in december 2016 gesloopt en de asbest afgevoerd. We hebben een aanzienlijke inzet gepleegd op het tegengaan van gebruik in strijd met een bestemmingsplan. Als we letten op het klachtenpatroon (zie hierna) blijkt dat veel klagers zich storen aan het gebruiken van agrarische gronden voor niet-agrarische (bedrijfs)activiteiten. Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn autohandel, bedrijfsopslag, verharding/uitbreiding, verrommeling en geluidsoverlast.

11 In 2016 controleerden we met name bij evenementen op drankverstrekking aan minderjarigen. Tijdens de meeste evenementen hebben organisatoren een goed resultaat bereikt door niet of nauwelijks de Drank- en Horecawet te overtreden. Tijdens twee evenementen was er sprake van duidelijk onvoldoende naleving. Aan de twee organisatoren zijn bestuurlijke boetes opgelegd. Verder werd in samenwerking met de politie actief gecontroleerd op sluitingstijden van evenementen, om deze beheersbaar, veilig en ordelijk te laten plaatsvinden en om de overlast voor de omgeving te beperken. Het evenementenbeleid van de gemeente Voorst voorziet in een richtlijn voor de genoemde sluitingstijden Wijze van uitvoering Doordat we ons beleid steeds consequent willen toepassen, proberen we daarmee de rechtszekerheid voor inwoners en bedrijven te bevorderen. Door dat op hoofdlijnen te doen en niet op zeer gedetailleerd niveau, hopen we daarmee uit te stralen dat het handhavingsbeleid redelijk en billijk is. Zo kunnen we mede hierdoor een positieve kijk van inwoners op de overheid bevorderen. Op die manier kan er meer draagvlak ontstaan om regels ook na te leven. Een positieve en tijdig persoonlijke benadering (een keukentafelgesprek aan het begin van een proces) kan bijdragen aan: 1. meer draagvlak voor het gemeentelijk beleid op voornamelijk het gebied van de fysieke leefomgeving; 2. meer efficiency in optreden door een goede start van het proces. Als het gaat om overlast, zullen we altijd aandringen op onderling overleg, zonder tussenkomst van de gemeente. Immers, als de één last heeft van de ander gaat het om de leefomgeving van beiden en niet die van de overheid. Juist het gesprek met elkaar kan ervoor zorgen dat er begrip over en weer ontstaat. Zodat men in vertrouwen afspraken met elkaar kan maken. Pas als onderling overleg zonder onze tussenkomst niet meer mogelijk is, kunnen we faciliteren door bemiddelend en zo nodig handhavend op te treden. Is er sprake van direct onaanvaardbare overlast, dan zullen we uiteraard eerder overwegen op te treden Monitoring In het uitvoeringsprogramma van 2016 is een monitoringsmethodiek opgenomen, die we hanteren om te bepalen of de gestelde doelen worden bereikt. De methodiek betreft het kunnen filteren van gegevens uit een geautomatiseerd systeem en het beantwoorden van vraagpunten aan de hand van die gegevens. Het behalen van de gestelde doelen in hoofdstuk 3 van het beleidsplan kan pas na afloop van de vierjarencyclus worden gemeten. Uit ons systeem zijn de volgende aantallen te filteren. Gegevens Het aantal uitgevoerde controles Het aantal geconstateerde overtredingen Het aantal ontvangen klachten Het aantal opgelegde bestuurlijke sancties Het aantal opgemaakte strafrechtelijke processenverbaal Toelichting bij tabel 11

12 Controles en overtredingen Het aantal uitgevoerde controles en geconstateerde overtredingen in 2015 was een uitschieter door de grootschalige interventie op De Scherpenhof. In 2016 zijn de aantallen weer genormaliseerd. Klachten De stijging van het aantal klachten tot 45 laat zich in hoofdzaak verklaren door meer meldingen over asbest. Ook afvaldumpingen zijn vaker voorgekomen. De aantallen klachten over bouwen en gebruik in strijd met een bestemmingsplan zijn in mindere mate gestegen, hoewel ze het grootste aandeel uitmaken van het totaal aantal klachten. Asbest:8 Afval: 7 Bouwen: 8 Gebruik bestemmingsplan: 11 Openbare weg: 4 Verbrandingen: 3 Overig: 4 Bestuurlijke sancties Bestuurlijke sancties zijn er enerzijds op gericht overtredingen geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken of te beëindigen (dwangsom/bestuursdwang/intrekking vergunning) en anderzijds op gericht een overtreder leed toe te voegen (bestuurlijke boete). Het aantal bestuurlijke sancties is licht gedaald ten opzichte van De lichte daling laat zich verklaren door onze werkwijze die we meer en meer doorvoeren: we hebben een stevige inzet op het voortraject van een proces. We proberen zoveel mogelijk in het voortraject af te spreken met burgers en bedrijven (het reeds genoemde keukentafelgesprek). We zien dat zij dat als redelijk ervaren. We willen een zo groot mogelijk maatschappelijk draagvlak voor ons optreden, daarbij in ogenschouw nemend wat ons doel is ten aanzien van de leefomgeving in de gemeente Voorst. Processen-verbaal De processen-verbaal liggen qua aantal tussen die van de jaren 2014 en Deze werden voornamelijk opgemaakt voor asbestsloop, afvaldumping en verbrandingen. 12

13 3.3 Wat kostte het De kosten voor de inzet van toezicht en handhaving zitten hoofdzakelijk in het aantal bestede uren. Vakgroep handhaving heeft 4,4 fte beschikbaar om haar taken uit te voeren. De formatie van 4,4 fte is zeer beperkt en minimaal benodigd om de speerpunten uit te voeren. Eén fte is gebaseerd op een volledige werkweek van 36 uren en ofwel 'productieve uren' per jaar. De activiteiten die we in dit programma noemen zouden normaliter niet kunnen worden uitgevoerd binnen die uren. Maar omdat er op handhavingsgebied wordt samengewerkt met andere gemeenten en overheidsorganisaties waaronder met name de politie, kunnen er meer en effectiever uren worden ingezet. 13

14 Hoofdstuk 4 Activiteiten

15 15

16 4.1 Wat willen we bereiken en waar ligt dat vast De doelen uit het Integraal beleidsplan handhaving zijn in paragraaf 3.2 daarvan verwoord. Hieronder zijn de doelen nogmaals opgesomd. Een helder en consequent toegepast beleid ter bevordering van de rechtszekerheid. Het bevorderen van uniformiteit en rechtsgelijkheid. Het bevorderen van een positieve gedragsbeïnvloeding van burgers, bedrijven en instellingen ter verhoging van het naleefgedrag. Het verder verbeteren van het imago van de gemeente. Een veilige en gezonde leefomgeving bevorderen. Reële overlast beperken. Het huidige ruimtelijke kwaliteitsniveau vasthouden binnen de beschikbare middelen. Het mede realiseren van het bestaande omgevingsbeleid binnen de gemeente. We willen deze doelen nader bereiken door uitvoering te geven aan de speerpunten die we noemen in de volgende paragraaf. Bij het maken van keuzes in de uitvoering staan bovengenoemde doelen steeds voorop. In dit nieuwe programma voor 2017 wordt rekening gehouden met de Kadernota integrale handhaving en bovenstaande gestelde doelen en de prioriteiten in het Integraal beleidsplan handhaving Dit programma borduurt voort op de uitvoering van het programma van

17 4.2 Wat gaan we daarvoor doen In het jaar 2017 hebben we de volgende speerpunten: 1. Voorbereiding en inzet op preventie en/of bestrijding (georganiseerde) criminaliteit en ondermijning In de Kadernota integrale handhaving van de gemeenteraad en ons handhavingsbeleidsplan voor de periode staat handhaving van de veiligheid op de eerste plaats. Hieraan geven we nader invulling door (georganiseerde) criminaliteit en ondermijning te bestrijden, voor zover er een taak voor ons ligt. Eén van de thema's hierover is hennepteelt. Op 1 september 2014 is het Regionaal Hennepconvenant Oost Nederland in werking getreden. Onze gemeente is convenantpartner. In 2017 starten we qua handhavingsaanpak een offensief tegen hennepteelt en bijkomende verschijnselen. Deze aanpak stemmen we nader af met de convenantpartners. Op deze wijze geven we nadere invulling aan de kadernota, het beleidsplan in relatie tot het hennepconvenant. De aanpak is zowel preventief als repressief van aard. Preventie is nodig om te voorkomen dat Voorst uitloopgebied wordt van de omliggende steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen, gelet op de aanpak die ook daar vorm krijgt. Van de repressieve aanpak gaat een signaalfunctie uit met als doel hennepteelt en aanverwante zaken (zoals ook bijvoorbeeld adresfraude en heling van goederen) onaantrekkelijk te maken in de gemeente Voorst. 2. Vervolg handhavingsproject recreatiepark De Scherpenhof. Tijdens de grootschalige controle op 24 maart 2015 waren er 116 personen ingeschreven op De Scherpenhof. Op dit moment staan er nog 77 personen ingeschreven. Daarvan vallen 24 personen onder het overgangsrecht of bedrijfswoningen. Dat betekent dat in ieder geval 53 personen op korte termijn moeten vertrekken. Een gedeelte van de vertrektermijnen is al op 1 januari 2017 afgelopen. De betreffende 31 recreatiewoningen worden gecontroleerd op het gebruik ervan; 36 recreatiewoningen, waar nog niet eerder een strijdig gebruik werd geconstateerd, worden ook gecontroleerd. Een tweede gedeelte van de termijnen loopt af op 1 juli 2017 en een derde gedeelte op 1 januari Zodra deze termijnen aflopen, zullen ook die betreffende recreatiewoningen worden gecontroleerd. Als toch strijdig gebruik wordt aangetroffen, heeft dat dwangsomverbeurte tot gevolg. Het wensbeeld is De Scherpenhof als kwalitatief hoogwaardig vakantiepark, waarbij geen sprake is van permanente bewoning en voldaan wordt aan de wettelijke eisen qua ruimtelijke ordening en veiligheid. 3. Vervolg tegengaan strijdig gebruik van het mobilisatiecomplex bij Bussloo. Met de verhuurder van het terrein zijn al goede basisafspraken gemaakt en uitgevoerd met betrekking tot het gebruik ervan. Activiteiten in de autobranche zijn grotendeels gestopt; een laatste gedeelte daarvan heeft de tijd tot 30 april Met de verhuurder worden nadere afspraken gemaakt over de overige activiteiten. Doel van de afspraken is om op korte termijn een ruimtelijk acceptabele situatie te bereiken: voorlopig is alleen opslag toegestaan (nadat daarvoor een vereiste tijdelijke vergunning is verleend). Voor de langere termijn ontwikkelt de verhuurder een plan. 4. Voortzetting inhaalslag controles op brandveilig gebruik van gebouwen. In 2017 willen we het aantal van 50 controles op brandveilig gebruik van gebouwen (zoals ook is gebeurd in 2016) blijven vasthouden. Het aantal ingezette uren was in 2016 lager dan gepland, namelijk 410 uren minder. Meer controles zijn niet te realiseren, gelet op de beperkte capaciteit. 17

18 5. Toezicht op uitvoering van bouw/sloop, behoud van ruimtelijke kwaliteit, tegengaan van drankgebruik door minderjarigen, toezicht op evenementen en het tegengaan van overlast. De reguliere controles op bouw en sloop zullen plaatsvinden zoals die sinds 2014 worden uitgevoerd. Het aantal uren dat hiervoor voor 2017 is gereserveerd, is met 200 verminderd. Er zal daarentegen een extra focus komen op controles op landschappelijke inpassingen (denk aan houtsingels om woonen bedrijfspercelen). Ook blijft er onverminderde aandacht voor toezicht op de veiligheid en sluitingstijden van en drankgebruik tijdens evenementen. Het tegengaan van overlast zal voornamelijk worden toegepast op basis van klachten, waarbij de nadruk steeds meer zal komen te liggen op het onderlinge overleg tussen de klager en de overlastgever. 18

19 4.3 Wat mag het kosten In het beleidsplan is in hoofdstuk 7 aangegeven welke formatie beschikbaar is om de activiteiten uit hoofdstuk 4 uit te voeren. De formatie van 4,4 fte is zeer beperkt en minimaal benodigd om de speerpunten uit te voeren. Eén fte is gebaseerd op een volledige werkweek van 36 uren en ofwel 'productieve uren' per jaar. De beschikbare financiële en personele middelen worden als vaststaand gegeven aangenomen in dit uitvoeringsprogramma. Als in de toekomst mocht blijken dat extra inzet vereist is worden de middelen zonodig aangevuld (bijvoorbeeld door onvoorziene omstandigheden of door het oppakken of verder uitvoeren van een project als het college of de burgemeester de uitvoering daarvan wensen). Hierna volgt een cirkeldiagram met uren per taak ingevuld. De uren houden zowel toezichts- als handhavings- en coördinatietaken in (totaal aantal uren: 6.380). Ten opzichte van vorig jaar daalt het aantal geplande uren voor bouw/sloop en brandveiligheid en voor het MOB-complex bij Bussloo. Daar tegenover stijgt het aantal geplande uren voor veiligheid en tegengaan van overlast en bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit. 19

20 Hoofdstuk 5 Planning 20

21 De geraamde uren worden ingepland voor zover het betreft het preventief toezicht. Dit betreft de routinematige controlebezoeken. Afhankelijk van het type object worden meerdere controlebezoeken ingepland. De frequentie van deze routinematige bezoeken is als volgt: Bouwen/sloop Voor wat betreft dit onderdeel wordt aangesloten bij een voorheen vastgesteld bouwbeleidsplan, zij het dat het aantal controlemomenten naar beneden wordt bijgesteld vanwege beperkte capaciteit. In het bouwbeleidsplan worden zes categorieën bouwwerken genoemd. Categorie 1: Publiek toegankelijke gebouwen en bouwwerken Categorie 2: Bedrijfsgebouwen Categorie 3: Projectmatige nieuwbouw Categorie 4: Particuliere nieuwbouw Categorie 5: Particuliere- en bedrijfsmatige aan- en uitbouwen Categorie 6: Particuliere- en bedrijfsmatige bijgebouwen en overige bouwwerken Categorie 1: Deze categorie laat zich het minst gemakkelijk in standaard controlemomenten vastleggen omdat de diversiteit groot is. Voor de reguliere capaciteitsraming is het gewenst extreme bouwplannen buiten beschouwing te laten. Wanneer een dergelijk bouwproject zich aandient of een uitbreidingswijk in ontwikkeling gaat zal er van geval tot geval moeten worden beoordeeld hoeveel extra toezichtcapaciteit benodigd is. Buiten extremen schatten we voor deze categorie aan toezichtmomenten in: Minimaal 4 toezichtmomenten (bijv. klein bedrijfsgebouw op industrieterrein); Maximaal 8 toezichtmomenten (grotere verbouw publieksgebouw); Maximaal 12 toezichtmomenten (bijv. woongebouw met meerdere verdiepingen, bejaardentehuis etc.); Gemiddeld 8 toezichtmomenten. Categorie 2: Als 'gemiddeld' bouwplan in deze categorie beschouwen we de nieuwbouw van een bedrijfsgebouw. Uitzetten en fundering, begane grondvloer, verdiepingsvloer, kapconstructie en eindoplevering levert 5 toezichtmomenten op. Minimaal 2 toezichtmomenten (bij eenvoudige verbouw winkel volstaat start en eindoplevering); Minimaal 4 toezichtmomenten (bijv. klein bedrijfsgebouw op industrieterrein); Maximaal 7 toezichtmomenten (grote verbouwing complex bedrijfsgebouw) Gemiddeld 5 toezichtmomenten. Categorie 3: Als 'gemiddeld' bouwplan in deze categorie beschouwen we de nieuwbouw van een een aantal woningen of appartementengebouw. Uitzetten en fundering, begane grondvloer, verdiepingsvloer, kapconstructie en eindoplevering levert 5 toezichtmomenten op. Minimaal 4 toezichtmomenten (bijv. klein aantal woningen uitbreidingsplan); Maximaal 8 toezichtmomenten (groter appartementengebouw); Gemiddeld 6 toezichtmomenten. Categorie 4: Als 'gemiddeld' bouwplan in deze categorie beschouwen we de nieuwbouw van een vrijstaande woning. Uitzetten en fundering, begane grondvloer, verdiepingsvloer, kapconstructie en eindoplevering levert 5 toezichtmomenten op. Minimaal 2 toezichtmomenten (bij eenvoudige bouw winkel volstaat start en eindoplevering); Maximaal 5 toezichtmomenten (grotere en complexere bouw ); Gemiddeld 3 toezichtmomenten. 21

22 Categorie 5: Dakkapellen met constructieve wijzigingen: 0 x controle ter plaatse, waarbij controle op constructie en welstand (uiterlijk). Schuren en garages vrijstaand > 15 m²: 1 x controle ter plaatse, waarbij controle op fundering, constructie, welstand (uiterlijk) en afmetingen. Aan- en uitbouwen: 1 x controle ter plaatse, waarbij controle op fundering, constructie, welstand (uiterlijk) en afmetingen. Gemiddeld is er 1 toezichtmoment bij deze categorie. Categorie 6: Dakkapellen zonder constructieve wijzigingen: geen controle ter plaatse. Erfafscheidingen: geen controle ter plaatse. Tuinhuisjes < 15 m²: geen controle ter plaatse. Wijzigingen kozijninvulling en gevelopeningen: geen controle ter plaatse. Overig (dakramen, antennes, collectoren, etc.): geen controle ter plaatse. Gemiddeld is er geen toezichtmoment bij deze categorie. Brandveilig gebruik Het aantal controles op brandveilig gebruik sluit aan bij de risicoklassen. Risicoklasse I: eenmaal per jaar Risicoklasse II: eenmaal per 3 jaar Risicoklasse III: eenmaal per 5 jaar Evenementen Het aantal controles op evenementen sluit aan bij de risicoklassen. Risicoklasse I: 3 keer per evenement Risicoklasse II: 1 keer per evenement Risicoklasse III: 0 keer per evenement Veiligheid en gezondheid De controles voor het onderdeel veiligheid zijn (vooralsnog) hoofdzakelijk repressief, qua uren wel geraamd maar nog niet ingepland. Afhankelijk van situaties die zich voordoen wordt de handhavingsplanning daarop afgestemd. Daarbij houden wij de prioriteiten aan, zoals gesteld in de Kadernota integrale handhaving en het Integraal beleidsplan handhaving Bij het onderdeel veiligheid zal al gauw sprake zijn van een hoge prioriteit. De controlefrequentie op drank- en horeca wordt in het Preventie- en handhavingsplan alcohol vastgelegd. Ruimtelijke kwaliteit Dit onderdeel is hoofdzakelijk repressief van aard en wordt in zoverre niet gepland. Als het gaat om controles op landschappelijke inpassing, wordt na afloop van een termijn gecontroleerd. De Scherpenhof en MOB-complex De controles op De Scherpenhof in Terwolde worden gedaan voor zover voor bepaalde recreatie-objecten een termijn is verlopen en voor zover bij bepaalde recreatiewoningen nog niet duidelijk is welk gebruik er plaatsvindt. Voor wat betreft het MOB-complex bij Bussloo worden er incidentele controles gehouden. 22

23 Hoofdstuk 6 Afstemming 23

24 Dit uitvoeringsprogramma is afgestemd met de bevoegdheden van het college en de burgemeester. Voor wat betreft het Preventie- en handhavingsplan alcohol dat de gemeenteraad in 2014 heeft vastgesteld geldt dat er een aantal uren is gereserveerd voor de uitvoering van dat handhavingsplan. Voor het overige is met het openbaar ministerie afgesproken wanneer er strafrechtelijk wordt opgetreden. Dit is reeds verwoord in paragraaf van het Integraal beleidsplan handhaving Met de politie worden nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop de wederzijdse inzet in 2017 plaatsvindt. 24

25 Hoofdstuk 7 Bekendmaking 25

26 In de eerste plaats maken het college en de burgemeester dit uitvoeringsprogramma bekend aan de gemeenteraad. Dit gebeurt via een raadsmededeling. In de tweede plaats wordt dit programma samen met het beleidsplan gepubliceerd op de gemeentelijke website onder Beleid en regelgeving > Overzicht Regelgeving > Programma Veilig Voorst > Beleidsnota s. Deze publicatie is geen bekendmaking in de zin van de Awb. 26