VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 10 DECEMBER 2015 OM UUR.

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 10 DECEMBER 2015 OM UUR. Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raad is te beluisteren op Aanwezig: De heer C.J.M. de Bruin, voorzitter; De dames: T.C. van Es (D66), S.H. de Keizer (VVD), K.E.Middelkoop-van den Adel (CDA), C. van Veen-Hak (PAB) en D. Yildiz-Karso (PvdA); de heren: A.P.J. den Dekker (ChristenUnie); R.V. van Engelen (GroenLinks), L.S. Essoussi (CDA), R.A. Groene (PAB), M. de Haas (VVD), L. J. van Hal (D66), F. den Hartog (PAB), J.H. Hoogeveen (PAB), M.C. Hoogland (SGP), A.M.J.M. Janssen (PAB), A.J. Kosten (SGP), R. Lammers (Onafhankelijk Papendrecht; vanaf uur), E.B.A. Lichtenberg (CDA), H.A. Nieuwstraten (VVD), C. de Ruijter (ChristenUnie), E.J. Schotting (PvdA), A. Stremler (PAB) en M. van der Valk (VVD); Voorts aanwezig: mevrouw J.R. Reuwer-Verheij (D66), de heer C. Koppenol (CDA), R.T.A. Korteland (VVD) en J.N. Rozendaal (SGP), wethouders en de heer Van Netten, gemeentesecretaris; Afwezig met kennisgeving: er zijn geen afmeldingen; Publieke tribune: ± 20 belangstellenden; De heer A.P.M.A.F. Bergmans, raadsgriffier; Verslaglegging: CTT; 01. Opening De VOORZITTER opent de vergadering met een hartelijk welkom. 02. Vaststelling van de agenda. Ordevoorstel De VOORZITTER: er is naar aanleiding van de commissie ABZ-vergadering nog een stuk nagestuurd over de toeristenbelasting en de vraag is of we dat nog op de agenda van vanavond plaatsen onder 8b. De heer VAN DER VALK geeft er de voorkeur aan het door te schuiven en de normale weg te bewandelen waarbij de heer HOOGLAND zich aansluit. De heer LICHTENBERG geeft aan dat het besluit om het in te voeren reeds genomen is bij de vaststelling van de begroting en het gebruikelijk is dat na de vaststelling van de begroting zonder dat het in de commissie is geweest, alle belastingverordeningen in een keer langs komen en dat is hier ook gebeurd. Het feit dat de verordening nu is aangereikt doet zijn fractie deugd. Dat was ook toegezegd dus wat zijn fractie betreft kan het gewoon behandeld worden vanavond: de meerderheid kiest voor een zorgvuldige invoering: daar is de CDA-fractie ook voor en heeft daar in het verleden ook voor gepleit. In die zin roept hij in herinnering nog steeds een heel ongemakkelijke smaak in de mond te hebben overgehouden aan de wijze waarop de koopzondag is ingevoerd, want dat ging op een andere manier. Mevrouw VAN ES ziet geen bezwaar in het wel vanavond behandelen, omdat het inderdaad bij de begroting is vastgesteld en voor wat betreft de koopzondag: dat was natuurlijk een bijzonder geval omdat het een burgerinitiatief was en die verordening moet ook nog steeds aangepast worden. De heer STREMLER geeft aan dat zijn fractie vóór behandeling èn besluitvorming vanavond is. Als de meerderheid een andere mening is toegedaan wil zijn fractie graag van de wethouder weten of het mogelijk is om volgend jaar de toeristenbelasting in te voeren, want als je het nu niet doet is het volgend jaar ook niet mogelijk. 1

2 De heer VAN ENGELEN constateert hier een heel unieke situatie, maar is vóór behandeling vanavond. De heer LAMMERS sluit zich aan bij de fractie van de SGP en de VVD ook omdat hij van mening is dat er nog inspraak moet plaatsvinden en het goed zou zijn het eerst nog in de commissie te bespreken alvorens het in de raad te bespreken. De heer VAN ENGELEN herhaalt vóór behandeling vanavond te zijn. De VOORZITTER: de griffier en ondergetekende constateren dat 11 leden van de raad zeggen: laten we het maar opschuiven en 12 leden van de raad zeggen: interessant om vanavond te behandelen. Dus, behandelen wij het vanavond. De heer STREMLER geeft aan dat zijn fractie een motie Vreemd aan de orde van de dag wil indienen èn vanavond graag wil behandelen. De VOORZITTER bevestigt de ontvangst van de motie die in voldoende mate is getekend en legt aan de raad voor of dit aan de agenda zal worden toegevoegd en het na agendapunt 14 te behandelen, terwijl het de verbouwingskosten van het gemeentehuis betreft. Met 1 stem tegen en 21 stemmen vóór (de heer Lammers is op dit punt afwezig) zal de motie Vreemd aan de orde van de dag vanavond worden behandeld. De agenda wordt conform vastgesteld. 03. Vaststelling van het verslagen van de openbare vergadering van 12 november Er zijn geen opmerkingen en het verslag van de openbare vergadering van 12 november 2015 (na schorsing op 12 november 2015 voortgezet op 17 november 2015) wordt ongewijzigd vastgesteld. 04. Ingekomen en ter inzage gelegde stukken. I. Het voorstel om de onder deze categorie vermelde stukken voor kennisgeving aan te nemen (de betreffende stukken zijn al als ingekomen stuk te boek gesteld en aan de orde geweest in de laatst gehouden vergaderingen van de raadscommissies): de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. II II.a II.b II.c II.d Het voorstel om de onder deze categorie genoemde stukken (die hierbij rechtstreeks te boek worden gesteld ten behoeve van de onderhavige vergadering van de gemeenteraad) als volgt te behandelen: Het voorstel om de genoemde stukken (afkomstig van derden) voor kennisgeving aan te nemen: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om genoemde stukken (afkomstig van de fractie van Onafhankelijk Papendrecht en van derden) in handen te stellen van het college: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om de genoemde stukken (afkomstig van het college van burgemeester en wethouders en de fractie van het PAB) voor kennisgeving aan te nemen: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om het overzicht van aangehouden en aangenomen moties voor kennisgeving aan te nemen: er zijn geen bijzonderheden en de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. 2

3 II.e II.f Het voorstel om kennis te nemen van het overzicht met de stand van zaken in de Lange Termijn Agenda per de datum van de onderhavige raadsvergadering: er zijn geen bijzonderheden en de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om kennis te nemen van de antwoorden van het college van burgemeester en wethouders op schriftelijk ingediende vragen ex artikel 40 van het Reglement van Orde: de heer Van Engelen verzoekt om de brief van het college met de beantwoording van vragen over bedrijfsafval, te agenderen in een van de volgende vergaderingen van de raadscommissie Ruimte, dat wil zeggen op een moment dat daarover nader overleg is geweest met het college. Voor het overige zijn er onder dit agendapunt geen bijzonderheden. 05. Voorstel tot het met instemming kennis nemen van het onderzoek van de burgemeester naar aanleiding van de zo te noemen casus RTV Papendrecht, resp. tot het onderschrijven van aanbeveling a) uit dit onderzoek door de bestaande praktijk en de geldende gedragscode tegenover elkaar te herbevestigen. De heer LAMMERS: voorzitter, ten aanzien van het ontwerp raadsbesluit (057/2015) dat het CDA heeft ingediend heeft Onafhankelijk Papendrecht het volgende naar voren te brengen: Er wordt ons gevraagd met instemming kennis te nemen van het onderzoek van de burgemeester. Onafhankelijk Papendrecht stemt daar niet mee in, ten eerste omdat het onderzoek van de burgemeester en de uitkomsten ervan niet in het openbaar behandeld dienen te worden en ten tweede omdat het onderzoek onvolledig is. Ik licht dat hierna toe: Integriteitkwesties behoren niet in het openbaar te worden behandeld. Sinds het voorjaar van dit jaar volgen het College, de burgemeester en de raadsleden het programma politiek bestuurlijke integriteit, een cyclus van zo n vijf bijeenkomsten. Tijdens die bijeenkomsten is door de ter zake deskundigen die ons daarbij begeleiden benadrukt dat integriteitkwesties nimmer in het openbaar in de raadszaal uitgevochten mogen worden. Integriteitkwesties mogen immers nooit inzet worden van politieke afrekeningen of van concurrentie tussen politieke partijen, want dat maakt het samenwerken binnen de kaders van de lokale democratie volstrekt onmogelijk en schaadt uiteindelijk ook het aanzien van het College en de Raad. Op 5 maart dit jaar - overigens twee weken voor de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen waaraan ik meedeed - hebben het CDA en de coalitiepartijen die met het onderzoek hebben ingestemd in een openbaar raadsdebat om een strafrechtelijk onderzoek naar mijn integriteit verzocht. Die handelwijze is, gelet op de aanbevelingen van de deskundigen, niet alleen betreurenswaardig maar bovendien klachtwaardig. Ook betreurenswaardig is de veroordelende uitspraak naar mij toe in datzelfde openbare raadsdebat door de burgemeester in zijn rol van voorzitter van de Raad, nog voordat hij enig onderzoek had gedaan en welke uitspraak ook geciteerd werd in diverse media. Ondanks herhaalde verzoeken van de zijde van Onafhankelijk Papendrecht om het onderzoek van de burgemeester van de publieke agenda af te halen, volhardt het CDA ook nu weer om het desbetreffende onderwerp in een openbare commissie en Raadsvergadering te behandelen. Een handelswijze, die, zoals gezegd, in strijd is met de regels hoe om te gaan met integriteitkwesties. Bijzonder betreurenswaardig maar het geeft ook aan dat een partij die stelt waarden en normen hoog in het vaandel te hebben diezelfde waarden en normen opzij schuift al naar gelang het haar uitkomt. Samengevat: om tijdens een openbaar raadsdebat met instemming kennis te nemen van het onderzoek van de burgemeester, daar stemt Onafhankelijk Papendrecht niet mee in. Dat is in strijd met de regels van bestuurlijke politieke integriteit. Het neemt niet weg dat het voor zich spreekt dat Onafhankelijk Papendrecht zich kan vinden in dat onderdeel van de conclusie van het onderzoek, en dan in het bijzonder in hetgeen in de memo van de 3

4 geraadpleegde juristen is verwoord, dat er geen vertrouwelijke informatie is gelekt en dat aangifte in juridische zin niet haalbaar is. Een tweede reden om tegen te stemmen voor wat betreft het met instemming kennis nemen van het onderzoek van de burgemeester is gelegen in het feit, dat het onderzoek niet volledig is. Ter toelichting daarvan is het van belang het juridisch kader te schetsen waarbinnen het College en de Raad opereren, zo ook tijdens de RTV Papendrecht kwestie. Openbaarheid is uitgangspunt, geheimhouding slechts in uitzonderlijke gevallen Uitgangspunt van de Grondwet (artikel 110) en nader vastgelegd in artikel 25 Gemeentewet, is dat álle informatie openbaar is. Daar mag slechts van worden afgeweken als een belang als genoemd in artikel 10 WOB in het geding zou komen, de wet somt limitatief op wanneer daar sprake van is. Dan moet worden gedacht aan informatie die de veiligheid van de Kroon en de Staat in gevaar kan brengen. De uitzonderingen zijn zodanig geformuleerd, dat slechts bij hoge uitzondering afgeweken mag worden van de wet, dat alle informatie openbaar is of behoort te zijn. Als het College iets als geheim wil aanmerken, zal daaraan een bijzonder zorgvuldige belangenafweging vooraf moeten gaan: valt het belang tot geheimhouding onder een van de strikte uitzonderingsgevallen van artikel 10 WOB of niet? Zo niet, dan is geheimhouding niet aan de orde en zou daar wel toe over worden gegaan, dan is dat handelen in strijd met de wet. Maar de wet en regelgeving stellen nog meer strenge eisen voordat informatie geheim mag worden gemaakt. Het College dient naar de Raad toe expliciet te motiveren waarom het de informatie als geheim aanbiedt. Tenslotte is het een voorwaarde dat het geheim maken van informatie door de Raad wordt bekrachtigd. Wordt dat nagelaten, dan is niet voldaan aan de vereisten en is de informatie gewoon openbaar. Uitsluitend door het op strikte wijze hanteren van de wet wordt het democratisch proces gewaarborgd en wordt voorkomen dat een College al te makkelijk, in gevallen waarin het hem goed uitkomt, kan besluiten om geheimhouding aan de Raad op te leggen en daarmee in de praktijk vooral de oppositiepartijen aan handen en voeten te binden. De strikte eisen waaraan moet zijn voldaan voordat geheimhouding mag en kán worden opgelegd zijn overigens ook uitdrukkelijk opgenomen in de memo van de in het onderzoek geraadpleegde juristen, welke memo als bijlage B bij het onderzoek van de burgemeester is gevoegd. Opmerkelijk is wel, dat juist die vereisten, dus het pakket aan waarborgen dat vooraf dient te gaan aan het geheim maken van informatie, in het onderzoek van de burgemeester niet wordt overgenomen en ook niet wordt onderzocht. Anders gezegd: er is niet onderzocht of het besluit van het College tot het geheim maken van informatie in de RTV Papendrecht casus getoetst is aan artikel 10 WOB dus of zich een van de uitzonderingsgevallen voordeed waar het College zich op mocht beroepen, er is niet onderzocht of bij het aanbieden van de vertrouwelijke informatie aan de Raad expliciet is gemotiveerd waarom van de wet, dat informatie openbaar is en moet zijn, dient te worden afgeweken en bovendien is de geheimhouding niet bekrachtigd in het Raadsdebat van 5 maart Het lijkt er veeleer op dat het College helemaal niet bekend was met de wet en regelgeving op dit gebied en als het dat wel was, dan kunnen eens te meer grote vraagtekens bij zijn handelen worden gezet, immers, dat zou dan kunnen betekenen dat het College willens en wetens de wet naast zich neerlegt en daar een eigen beleid op na houdt onder de noemer usance of gebruik om zo informatie aan het democratisch proces en uiteindelijk aan de inwoners van Papendrecht te onthouden. Wat er van zij, indien de voorfase, dus de fase voordat de informatie als vertrouwelijk aan de Raad werd aangeboden, niet heeft voldaan aan de vereisten van de wet, dan komt men op grond van die wet en regelgeving niet meer toe aan een onderzoek naar de integriteit van een raadslid ten aanzien van die informatie. Dan zou veeleer een onderzoek naar de integriteit en handelen van het College aan de orde zijn! Het onderzoek van de burgemeester is dan ook onvolledig: een essentieel onderdeel is buiten het onderzoek gebleven, er is volstaan met verwijzing naar gebruik binnen Papendrecht en de gedragscode en op basis daarvan is een conclusie getrokken. 4

5 Ten aanzien van het gebruik brengt de burgemeester naar voren, dat in Papendrecht gebruik is dat als informatie als vertrouwelijk wordt aangeboden, er geheimhouding moet worden betracht. Die conclusie is echter onhoudbaar op het moment dat vast komt te staan dat het College reeds in de voorfase in strijd met de wet en regelgeving heeft gehandeld. Het kan toch niet zo zijn, dat gebruik boven wet en regelgeving gaat? Waarop is dat dan gebaseerd, waar staat dat een recht dat nota bene is neergelegd in de Grondwet (artikel 110) dat luidt dat burgers recht hebben op inzage in overheidshandelen en op deelname aan de democratie en besluitvorming en een recht, dat álle informatie openbaar is (artikel 25 Gemeentewet) moet wijken voor een gebruik binnen een Gemeente? Dus de conclusie, zonder nadere motivering, dát ten aanzien van vertrouwelijk aangeboden informatie geheimhouding moet worden betracht, is onhoudbaar. Dan de verwijzing naar de Gedragscode van 2003, de burgemeester verwijst naar pagina 2 van die Gedragscode en stelt dat daarin staat vermeld dat een raadslid op basis van de code vertrouwelijke informatie onder zich houdt. Maar dat staat er niet, er staat méér dan dat, namelijk een toevoeging die de essentie weergeeft van de RTV Papendrecht casus, ik citeer letterlijk uit de Gedragscode: Informatie. Een raadslid beschikt uit hoofde van zijn functie over veel informatie, die ook voor derden zeer interessant kan zijn. Het is voor een raadslid belangrijk om zorgvuldig en correct met deze informatie om te gaan. Een raadslid houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. Anders gezegd: een raadslid mág helemaal geen informatie achterhouden, tenzij dat achterhouden voldoet aan de strenge eisen die de wet daaraan stelt. En daarmee is de Gedragscode in lijn met de wet en regelgeving. In de Gedragscode van 2003 voor de wethouders is de desbetreffende bepaling overigens in exact dezelfde bewoording opgenomen. Dat betekent dat het op grond van de Gedragscode veeleer het College is die zich moet verantwoorden op basis waarvan het informatie voor de inwoners van Papendrecht meende te mogen achterhouden. Diezelfde verantwoording dienen ook die raadsleden te geven die, al dan niet op basis van gebruik, zich zonder slag of stoot bij dat achterhouden van die informatie hebben neergelegd. Ik wil hier nog aan toevoegen een uitspraak van Dr. J. de Wit, universitair hoofddocent van de Erasmus Universiteit. Die stelde in een landelijk dagblad, naar aanleiding van deze RTV Papendrecht kwestie, dat het College vertrouwelijkheid helemaal niet kán afdwingen, ik citeer: Waarom eigent de burgemeester of het College zich dat recht eigenlijk toe? Het college wil sommige punten misschien juist onder deze noemer van vertrouwelijkheid scharen omdat er anders commotie kan ontstaan. En zolang raadsleden dat accepteren vinden ze dat wellicht heel gemakkelijk, aldus het citaat. Het is dus maar de vraag wie hier verantwoording moet afleggen en waarop het onderzoek zich zou moeten of had moeten richten. Samenvattend: als een gebruik of usance op gespannen voet kan zijn komen te staan met de Grondwet, de wet en regelgeving, is een beroep op dat gebruik in een onderzoek naar de integriteit onhoudbaar geworden. Datzelfde geldt voor een beroep op de Gedragscode, daar waar deze, naar het zich vooralsnog laat aanzien, bij uitstek is toegepast door het raadslid dat zich kritisch tegenover dat achterhouden heeft opgesteld. Ondertussen zijn we daarmee beland bij het voorstel in het concept Raadsbesluit om in te stemmen met de aanbeveling van de burgemeester, om de bestaande praktijk en gedragscode te herbevestigen. Het herbevestigen van de bestaande praktijk die mogelijk op gespannen voet staat met de Grondwet, de wet en regelgeving lijkt op z n zachtst gezegd riskant. Onafhankelijk Papendrecht zal daar dan ook niet mee instemmen. Het herbevestigen van een Gedragscode die door de Gemeenteraad in 2003 reeds ís vastgesteld, roept de vraag op: wat is het doel daar dan van? De Gedragscode ís geldend, alle wethouders en raadsleden dienen zich bij de uitoefening van hun functie te houden aan die Code. Daargelaten de vraag of herbevestiging van een bestaande, geldende Code in juridische zin mogelijk is, heeft een herbevestiging dan ook geen enkele toegevoegde waarde ten opzichte van de huidige stand van zaken. Daarbij komt dat de bestaande gedragscode niet meer voldoet aan de eisen van deze tijd, zo hebben de deskundigen tijdens de bijeenkomsten over bestuurlijke en politieke integriteit aan ons allen laten 5

6 weten. Dat is de reden dat onze fractie ervoor opteert om éérst met elkaar het programma politiekbestuurlijke integriteit af te ronden dat zal binnen enkele maanden zijn om vervolgens de gedragscode tezamen met de deskundigen kritisch tegen het licht te houden en deze eerst dan met de nieuw opgedane kennis en ervaring te actualiseren. Dit alles samenvattend: - Onafhankelijk Papendrecht stemt tegen het voorstel om met instemming kennis te nemen van het onderzoek van de burgemeester, aangezien het onderzoek onvolledig is en de handelswijze van het College onderbelicht is gelaten; - onze fractie stemt eveneens tegen het voorstel om de bestaande praktijk respectievelijk de gedragscode te herbevestigen, aangezien de bestaande praktijk mogelijk op gespannen voet staat met de Grondwet, de wet en regelgeving en de gedragscode geldend ís en bovendien aanpassing behoeft. Volgens de heer VAN DER VALK is in het verleden afgesproken dat in bepaalde zaken vertrouwelijkheid betracht zal worden om mensen niet vooraf te beschadigen, maar om met elkaar goed en op een nette manier te communiceren. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Lammers denkt de VVD-fractie dat met bepaalde zaken op een bepaalde manier moet worden omgegaan. Dat is niet om in een achterkamertje weg te stoppen, maar om mensen niet te beschadigen en op een normale wijze met elkaar te communiceren. De VVD-fractie vindt het goed om het te herbevestigen, maar aan de andere kant kun je ook zeggen: als we het nu gaan herbevestigen dan zit hier een man aan tafel die zegt: ik heb hier geen boodschap aan en ik doe dat niet. Dat stuit me tegen de borst. Tweede termijn De heer LICHTENBERG constateert dat in de raad geen unanimiteit bestaat over dit raadsbesluit waarbij de CDA-fractie tevoren ook bij heeft stil gestaan. De intentie van de CDA-fractie is de aanbevelingen van de voorzitter van de raad op te volgen en het als een incident te beschouwen en de bestaande mores te herbevestigen bij voorkeur gezamenlijk met de betrokkenen. Hij vervolgt dat als die unanimiteit er niet is, dat voor de CDA-fractie geen reden is om het besluit niet te nemen. De mooiste reden gaf de heer Lammers zelf aan: de gedragscode van 2003 is vastgesteld en geldt dus voor iedereen. Dus, op het moment dat het vanavond herbevestigd wordt, geldt dat voor iedereen. Dus ook voor de heer Lammers. Ik heb in eerste termijn in kunnen gaan op het uitgebreide feitenrelaas dat u in uw rapport heeft neergelegd waarin klip en klaar helder geworden is dat er een persoon de integriteit heeft geschonden. Daar is ook helder geworden dat er weliswaar geen geheimhouding was opgelegd en een strafrechtelijk onderzoek niet in de rede ligt, maar dat er wel degelijk sprake is van schending van de gedragscode en dat het op zich laakbaar is. Als voorzitter heeft u volgens mij een juiste aanbeveling gegeven door het te willen beschouwen als incident en hiermee heeft u de betrokkene een Koninklijke (uit)weg willen bieden. Dat had het CDA ook voor ogen met het besluit vanavond. Vervolgens horen we een heel betoog en toen begon het mij te dagen dat dat koninklijke op de heer Lammers van toepassing lijkt te zijn, want in de kern zegt hij in zijn betoog: dit onderzoek mag niet in de openbaarheid. Alles wat ik wil zeggen moet in de openbaarheid, maar iets wat me niet welgevallig is moet geheim blijven en vervolgens zegt hij in het tweede deel van zijn betoog: alles mag alleen geheim blijven als het de veiligheid van de Kroon of de Staat schendt. Ik hoop dat we vanavond het besluit gaan herbevestigen. Wat het CDA betreft is het ook een reden om uit te spreken dat die code voor iedereen geldt, ook voor de heer Lammers. De heer LAMMERS: voorzitter, de heer Lichtenberg maakt graag grapjes. Ik wacht op mijn tweede termijn; ik ga hierop niet interrumperen. De heer LICHTENBERG benadrukt goed geluisterd en gelezen te hebben hetgeen in het onderzoek is geschreven dat een strafrechtelijk onderzoek niet in de rede ligt en gezien die eenmalige gebeurtenis is deze conclusie goed voorstelbaar, maar meent dat art. 272 van het Wetboek van Strafrecht wel degelijk in het geding is: Hij, die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijke voorschriften, dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste 1 jaar of geldboete van de 4 e categorie. Voorzitter, na vanavond weten we dat vertrouwelijkheid schenden van de gedragscode en dat dit artikel in het geding is en dat aangifte 6

7 behoort te worden gedaan. Ik ga er van uit dat u als voorzitter van de raad dezelfde mening bent toegedaan en er dan ook meteen toe zal overgaan mocht het zich onverhoopt een keer voordoen na vanavond. Mevrouw VAN ES: als je goed luistert naar hetgeen gezegd wordt dan hoor je dat het betoog ging over geheimhouding, waarop de heer LAMMERS bij interruptie zegt dat juist bij de cursus politiek bestuurlijke integriteit werd geleerd dat persoonlijke aanvallen ten aanzien van integriteit niet in het openbaar gedaan dienen te worden en u houdt zich er gewoon niet aan! Wat heeft het dan voor zin om die cursus te volgen? Een samenleving die alleen en uitsluitend de wet als grens accepteert is dàt wat de heer Lammers voorstelt? Dat is een buitengewoon armoedige samenleving, want elke samenleving kan alleen maar werken als je ook afspraken kunt maken en je daaraan kunt houden. Wij hebben gezien dat geheimhouding gestraft kan worden met een gevangenisstraf, maar daarbuiten heb je soms vertrouwelijkheid nodig. We hebben de zaak RTV en we hebben To Be gehad. RTV: de betrokkenen vroegen of het nog even onder ons mocht blijven zolang we de gesprekken hebben en niet in de krant terecht komen. De wethouder moest de raad informeren dat dat vertrouwelijk zou worden gedaan. Bij To e was het een vakantieperiode toen het slecht ging. Als we dat direct in de openbaarheid hadden gebracht hadden mensen, die op vakantie waren in de krant moeten lezen dat zij mogelijk hun baan kwijt waren. Laten we dat niet doen heeft het college toen gezegd. Dat soort zaken moet aan het college zijn om te beoordelen en als we het er niet mee eens zijn dan kunnen we er natuurlijk altijd vragen over stellen. De fractie van D66 steunt dit voorstel. De heer DE RUIJTER: ook wij blijven dit voorstel steunen, alleen jammer dat nu alles in de sfeer van de rechter getrokken moet worden, want ik denk dat ook onderling goede afspraken gemaakt kunnen worden. Daar hechten we meer waarde aan. Hoe gaan we hier als leden van de raad mee om. Ik denk dat het van belang is dat we elkaar onderling kunnen vertrouwen. Laten we alstublieft op zorgvuldige wijze en eerlijk met elkaar omgaan. De heer HOOGLAND: wij zijn vóór herbevestiging van de bestaande mores, Ik heb het gevoel dat de onderlinge verhoudingen enigszins op scherp staan en heb het gevoel dat wij dat als raad niet moeten willen. Dus ik roep iedereen op om vanavond nog eens even rustig na te denken en onszelf in de spiegel aan te kijken en zich af te vragen: willen wij dit in de toekomst op deze wijze nog eens doen of niet. Wat mij betreft niet. De heer LAMMERS verzoekt een korte schorsing van de vergadering. De VOORZITTER schorst de vergadering om uur en heropent de vergadering uur. De heer LAMMERS wil nogmaals benadrukken geen vertrouwelijke informatie gelekt te hebben en er ook niet is uitgezocht wie het wel is geweest. De fractie van Onafhankelijk Papendrecht wil dat nogmaals expliciet onderstrepen, omdat een aantal coalitiepartijen hier diverse keren publiekelijk hebben gesuggereerd dat de fractie van Onafhankelijk Papendrecht vertrouwelijke informatie zou hebben gelekt in de RTV Papendrecht casus. Dat is niet het geval! Als er wordt gesproken over het plegen van schendingen dan is dat niet het geval. Zijn fractie wil dat degenen die dat hebben uitgesproken hiervoor hun excuses aanbieden en die uitspraken terug nemen. Vervolgens wil de fractie van Onafhankelijk Papendrecht stipuleren wel degelijk vertrouwelijkheid in acht te kunnen nemen, maar zoals eerder in dit betoog is aangegeven: in zaken waarbij dat expliciet wordt aangegeven op grond waarvan vertrouwelijkheid geldt. Dat was niet het geval in de casus RTV Papendrecht. Dat kan alleen op basis van art. 10 WOB. Dat is ook duidelijk verwoord in mijn betoog en ik denk dat we met elkaar nu moeten vaststellen dat het keer op keer publiekelijk beschimpen en voor gek verklaren van mij als raadslid nu eens moet stoppen! Ik ben in 2014 in de raad gekomen op eigen kracht. Dat heeft natuurlijk veel pijn gedaan, maar dan moet op een gegeven moment ook een periode intreden dat men zegt O.K, Onafhankelijk Papendrecht ìs niet overbodig! Die bestaat en die doet volwaardig mee. En geen slagen meer onder de gordel wat mij betreft! Gewoon op een goede manier met elkaar omgaan, met elkaar in debat gaan over vertrouwelijkheid en een actualisatie van de code. Ook van uit de coalitie zeg ik duidelijk: probeer de argumenten, die ingebracht worden door de oppositie ook serieus te wegen en mee te nemen en ga niet uit van blokpolitiek: wij hebben de macht en jullie doen wat wij zeggen. 7

8 Mevrouw VAN ES bij interruptie: voor ik het vergeet en zonder af te dwalen van het onderwerp is er een punt in het betoog dat ik wil ondersteunen namelijk dat bij het geven van informatie die vertrouwelijk is en die als zodanig ook wordt bestempeld dat hierin ook in 1 of 2 alinea s bij staat wat de reden daarvan is: dat zou verhelderend zijn en voorkomt ook allerlei vragen. De heer VAN DER VALK denkt dat gestemd moet worden en de raad zijn mening kenbaar moet maken. Ten aanzien van het laatste stukje van het betoog van de heer Lammers denkt de heer Van der Valk dat de heer Lammers het te eenzijdig ziet. De heer SCHOTTING zegt ten aanzien van de oproep van de heer Lammers, ook aan de coalitiepartijen, om toch vooral argumenten e.d. die de oppositie aandraagt serieus te nemen hetgeen de PvdA-fractie altijd gedaan heeft.. De heer LAMMERS stelt voor zijn betoog aan de raad ter beschikking te stellen, waarop de VOORZITTER opmerkt dat dat betoog onderdeel is van het raadsverslag van deze raadsvergadering en de raad voorstelt tot besluitvorming over te gaan. De heer STREMLER geeft aan graag de volgende stemverklaring af te leggen: voor de fractie van het PAB geldt: afspraak is afspraak ook al is die afspraak 13 jaar geleden gemaakt! De fractie van het PAB houdt zich aan de geldende gebruiken inzake vertrouwelijkheid en hoopt dat het college en de raad op korte termijn tot nieuwe heldere afspraken komen. Daarom is voor zijn fractie een herbevestiging van een bestaand raadsbesluit overbodig en niet wenselijk. De fractie van het PAB zal om die reden tegenstemmen. Het voorstel wordt vervolgens met 16 stemmen vóór en 7 stemmen tegen aanvaard. 06. Voorstel tot het herbenoemen van leden van de Rekenkamercommissie Papendrecht. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten (waarbij de raad geacht wordt schriftelijk te hebben gestemd). 07. Voorstel tot het: a. vaststellen van de Tweede Concernrapportage 2015 (inclusief reservemutaties en gewijzigd investeringsprogramma 2015); b. positief bijstellen van het negatief resultaat van de Programmabegroting 2015 van ,- (stand Eerste Concernrapportage 2015) met ,- tot een nadelig resultaat van ,- c. instemmen met de toevoegingen en onttrekking aan de reserves; d. vaststellen van de begrotingswijzigingen voor en het voorstel van toevoegingen aan de reserves voor 2015, naar aanleiding van de Tweede Concernrapportage Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 08. a. Voorstel tot het vaststellen van de Belasting- en Retributieverordeningen 2016; b. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening op de heffing en invordering van de Toeristenbelasting De heer VAN ENGELEN: wij wilden graag het debat aangaan over de vraag of het verstandig is om dit zo snel in te voeren. We hebben als raad gezegd dat we toeristenbelasting willen invoeren, maar wij vragen ons af of dit wel zorgvuldig zal gebeuren en of het wel de gewenste effecten zal hebben. Twee vragen aan het college: als we dit voorstel aan zouden nemen vanavond wat zou dit betekenen voor de mensen, die namens bedrijven tijdelijk in Papendrecht zijn: moeten zij dan ook deze verblijfsbelasting betalen? Wij vinden dat namelijk een ongewenst effect waarmee we nu niet zo 8

9 maar in willen stemmen. De tweede vraag luidt: is het de enige manier om deze belasting te heffen of zou meer tijd betekenen naast meer zorgvuldigheid in besluitvorming en inspraak niet ook kunnen betekenen dat we een efficiëntere heffing krijgen, die ook minder kosten met zich meebrengt? De heer DEN DEKKER vraagt waarop het bedrag van 1 euro is gebaseerd. Zijn fractie hecht ook aan een zorgvuldige invoering op 1 april aanstaande zoals het er staat. Wellicht kan de wethouder ook eens te rade gaan bij Alblasserdam waar het goed geregeld is. De heer LICHTENBERG is blij dat het voorstel er nu ligt en vervolgt dat de raad bij de begrotingsvergadering heeft besloten dit in te voeren en het gebruikelijk is dat een besluit van de begroting wordt verwerkt in de belastingverordening, terwijl driekwart van de Nederlandse gemeenten inmiddels al een verblijfsbelasting heeft ingevoerd. Het besluit om het met ingang van 1 april aanstaande in te voeren kan de CDA-fractie steunen. De heer VAN DER VALK geeft aan dat de VVD-fractie tegen toeristenbelasting is en vraagt wat de opbrengst en wat de kosten zijn. De heer STREMLER dankt het college voor de snelle manier waarop zij gevolg heeft gegeven aan de motie of het amendement, zoal aangenomen is bij de begrotingsbehandeling. De fractie van het PAB is vóór toeristenbelasting en steunt dit voorstel. Wethouder KORTELAND licht toe dat het college op stel en sprong een verordening heeft gekopieerd van de buren en dat aan de raad heeft voorgelegd. Het college heeft er wel een paar dingen in gewijzigd met betrekking tot de invoering van 1 april a.s. en dat ruimte geeft er nog even over na te denken, aangezien er modaliteiten denkbaar zijn in toeristenbelasting. Het is ook goed gebruik dat met partners gesproken wordt alvorens rekeningen worden gestuurd, zoals bijvoorbeeld hotels die de rekening doorberekenen aan de klant. Waarop het bedrag is gebaseerd is een inschatting en wat het opbrengt kan wellicht na een voorjaar zichtbaar zijn. Wethouder ROZENDAAL voegt hieraan toe dat het gaat om ruimten, die commercieel verhuurd worden zoals het Apollo hotel en 2x een bed en breakfast. In de Verordening is een aantal uitzonderingen opgenomen voor situaties waarvoor het niet geldt. Tweede termijn De heer VAN ENGELEN dankt het college voor de beantwoording en constateert dat uitstel in deze verstandig is om een betere afweging te kunnen maken en te bekijken hoe het efficiënter kan. Als het college een meer efficiënte manier van heffen kan vinden dan is het wellicht verstandig om burgers in te laten spreken. Hij stelt de raad voor dit voorstel aan te houden tot na behandeling in de commissie en het daarna opnieuw in de raad te agenderen. Volgens de heer STREMLER betekent aanhouden feitelijk afstel voor invoering in 2016, want het is gebruikelijk dat belastingverordeningen vóór het jaar waarin het ingaat, worden aangenomen. Volgens de heer VAN ENGELEN betekent het dat het met ingang van 1 april a.s. ingevoerd zal worden en dat het geen grap is. De heer STREMLER geeft aan dat de normale inspraak niet van toepassing is op een belastingverordening. Volgens de heer VAN ENGELEN mogen er ook insprekers komen, waarop de heer LICHTENBERG antwoordt dat een besluit genomen moet worden en deze verordening nu vastgesteld moet worden om tot invoering volgend jaar over te kunnen gaan. De heer VAN ENGELEN merkt op dat dit feitelijk het enige moment is om invloed als volksvertegenwoordiger/raadslid in de raad aan te wenden. De heer LICHTENBERG zegt bij interruptie dat volgens hem na besluitvorming nog mogelijkheden 9

10 zijn om het college te bevragen op de uitvoering vóór 1 april a.s. om te beluisteren of er andere wegen gevonden worden om initiatiefvoorstellen te nemen om het voor 1 april a.s. anders te doen dan nu wordt voorgesteld. De heer VAN ENGELEN constateert dat hetgeen de raad heeft gevraagd, geleid heeft tot een voorstel waarvan geconstateerd moet worden dat als het nu wordt aangenomen het te kort door de bocht en niet weloverwogen is. De fractie van GroenLinks wenst geen correcties achteraf te plegen en constateert nu dat er nog wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht die het stuk zouden kunnen verbeteren. De VOORZITTER verwijst naar de agenda waarop dit voorstel is geagendeerd en waartoe aan het begin van de vergadering is besloten en stelt voor hierover te stemmen. Ten aanzien van inspraak (2 e vraag): op belastingzaken is geen inspraak. Waarop mevrouw VAN ES aansluit dat de fractie van D66 er geen voorstander van is dat men mensen laat inspreken als ze geen invloed hebben. De heer LICHTENBERG constateert dat er een voorstel ligt dat van een buurgemeente gekopieerd is en waarover de wethouder zegt dat er soms goede dingen gebeuren, terwijl de verordening in feite niets minder is dan dat er staat en betreft de invoering van een belasting van 1 euro per overnachting. Dat doen we voor ruimten die commercieel verhuurd worden en er wordt vervolgens gezegd dat de invoering van de verordening zorgvuldig en in overleg met partners zal plaatsvinden en het niet eerder dan 1 april daadwerkelijk wordt ingevoerd. Wethouder KORTELAND merkt op dat de raad bij de begroting een uitspraak heeft gedaan wat hij vindt van een toeristenbelasting en moet het college daarmee aan de slag, terwijl de raad tot extra voortvarendheid heeft opgeroepen en dat dan in deze vergadering te doen. Derhalve lig er nu een Verordening voor. Als de raad zou besluiten om voor dit voorstel te stemmen, dan zou het voorstelbaar zijn dat het college vóór 1 april a.s. een modaliteit voorlegt. De heer VAN ENGELEN vraagt, bij interruptie, of het college voor het best mogelijke voorstel gaat en mogelijk met een nog betere modaliteit terugkomt naar de raad. Wethouder KORTELAND merkt op dat de raad het college opdracht heeft gegeven om met een goed voorstel inzake toeristenbelasting te komen en dat ligt nu voor. De heer VAN ENGELEN zegt samenvattend dat, als de raad hiermee instemt, de wethouder op zoek gaat naar de beste modaliteiten en mogelijkheden om dit vorm te geven en zal dat delen met de raad, waarop wethouder ROZENDAAL het bevestigt en aangeeft dat er nog een gewijzigde Verordening wordt aangeboden maar kan dat niet uitsluiten. De heer HOOGLAND zegt bij interruptie dat dan de SGP-fractie voor stemt. Wethouder KORTELAND dacht aan invoering m.i.v Dan is het nog steeds kansrijk dat de opbrengst zoals geprognosticeerd bij de begroting kan worden gehaald. Volgens de heer VAN ENGELEN is de vraag van de heer Stremler: als we niet in dit jaar vaststellen dat we volgend jaar die belasting willen heffen het dan niet zo dat heel 2016 die belasting niet meer geheven kan worden, waarop wethouder KORTELAND ontkennend antwoordt. Het voorstel wordt vervolgens met 18 stemmen vóór en 5 stemmen tegen aangenomen. 09. Voorstel tot het aanwijzen van Deloitte B.V. als accountant belast met de controle van de Jaarrekening 2015 en tot het vaststellen van het Auditplan Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 10

11 10. Voorstel tot het akkoord gaan met het beschikbaar stellen van een krediet voor vermogensinbreng in de op te richten CV voor de realisatie van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker, zijnde 3,2 miljoen en tot het instemmen met het beschikbaar stellen van een krediet voor de te verstrekken lening ter financiering van het hoofdkantoor van Fokker, zijnde 9,6 miljoen. Mevrouw VAN ES is blij dat Fokker hier haar hoofdkantoor gaat vestigen, terwijl voorliggend besluit een uitvoering is van een eerder genomen besluit het hoofdkantoor in Papendrecht te vestigen hetgeen historische betekenis heeft, omdat Fokker en Papendrecht bij elkaar horen, en dit is voor Papendrecht economisch van belang. Volgens de cijfers van het CBS zien we dat Zuid-Holland het hoogste banenverlies laat zien. Een overheid kan niet met een enkele maatregel hierin verandering brengen, maar met een pakket aan maatregelen kan dat wel. Er moet nog veel gebeuren in de regio Drechtsteden om het potentieel aan economische groei te realiseren. De bouw van het internationaal hoofdkantoor van Fokker beschouwt D66 binnen dat geheel aan maatregelen als een belangrijke stap en gaat akkoord met het voorstel. De heer GROENE acht het voorstel tot het verstrekken van een krediet een logisch gevolg van het besluit van december 2011 om in te stemmen met de uitwerking van de samenwerking van Fokker en de gemeente Papendrecht. In de commissie is ons duidelijk gemaakt dat er geen enkel risico bestaat m.b.t. de overname van Fokker. Alle andere risico s zijn voldoende en naar behoren afgedekt en behoren geen risico op te leveren voor deze gemeente. De fractie van het PAB zal daarom instemmen met dit voorstel. Mevrouw DE KEIZER merkt op dat de VVD-fractie zich sterk maakt voor ondernemers in Papendrecht en met het beschikbaar stellen van een krediet wordt een logische vervolgstap genomen in de realisatie van het nieuwe hoofdkantoor en de herontwikkeling van de openbare ruimte Slobbengors, terwijl voldoende zekerheden zijn ingebouwd. Derhalve gaat de VVD-fractie akkoord met het beschikbaar stellen van beide kredieten. De heer LAMMERS geeft aan dat Fokker een bijzondere plaats inneemt in Papendrecht. Tegelijkertijd wordt via het integraal ontwikkelingsplan Slobbengors opgeknapt: een impuls voor Papendrecht, maar daar is veel geld mee gemoeid in totaal 12,8 miljoen euro. Omgerekend naar het aantal huishoudens is dat 850 euro per huishouden en wat levert het de inwoners van Papendrecht op als zij dit moeten bijdragen aan het nieuwe hoofdkantoor. Het gaat ook om werkgelegenheid en lange termijn samenwerking tussen gemeenten en Fokker en het gaat hier nu om een vervolgbesluit op een eerder genomen besluit in het najaar van Het gaat om veel geld van de gemeente in deze krappe tijden. De fractie van O.P. gaat akkoord met het voorstel om het gevraagde krediet te verlenen, maar heeft er wel moeite mee. Dat de gemeente zich met deze deal buiten de eigenlijke gemeentelijke kerntaken begeeft baart zijn fractie zorgen. De heer ESSOUSSI geeft aan dat het CDA kan instemmen met dit kredietvoorstel, maar kan zich voorstellen dat er bij andere fracties principiële bezwaren zijn. Het CDA is voorstander, omdat het gaat om een groot bedrijf met veel arbeidsplaatsen van grote waarde voor deze gemeente en omdat het gaat om het verbeteren van de prachtige locatie Slobbengors en met deze samenwerking meer grip wordt verkregen op die centrale locatie in Papendrecht. Het CDA stemt in met het voorstel. De heer KOSTEN is blij dat het hoofdkantoor van Fokker in Papendrecht blijft. Gezien het feit dat de gemeenteraad heeft ingestemd met het plan en dit een vervolgbeslissing is zal de SGP-fractie instemmen, maar laat onverlet dat we nog steeds de mening zijn toegedaan dat het plan om het hoofdkantoor van Fokker daar te bouwen niet goed is. De heer VAN ENGELEN blijft tegen het principebesluit: er ligt een vervolgbesluit, maar vindt de argumenten van zijn fractie zo zwaar wegen dat de fractie van GroenLinks ook nu tegen is. Het betreft hier commercieel vastgoed en dat is niet een kerntaak van de gemeente benadrukt hij en vindt de risico s van deze deal te groot voor een gemeente als Papendrecht. Ten aanzien van de uitvoering van het project merkt hij op dat een deel van Slobbengors moet worden opgehoogd 11

12 dat voor de verenigingen nadelig kan zijn. De gemeente Papendrecht gaat 12,8 miljoen krediet steken in Fokker en vraagt het college een toelichting naar aanleiding van het feit dat de heer Van Joolingen voor 2% in de Commanditaire Vennootschap fabriek Slobbengors Beheer BV (twee stille vennoten) zit: de gemeente en Fokker en beheerder Van Joolingen beheer bv die voor 2% in deze CV zit. In geen enkel stuk aan de raad is het feit dat de adviseur van de gemeente voor 2% deelneemt in de CV Fabriek Slobbengors Beheer BV als enige beheerder gemeld en vraagt waarom het college dit niet gedeeld heeft met de raad en 2: waarom de gemeente ervoor heeft gekozen om de commercieel onafhankelijk adviseur als enig beherende vennoot in de CV fabriek Slobbengors BV aan te stellen. Wethouder KORTELAND licht toe dat dit bedrag nodig is om aan de gang te gaan met de aanbesteding, terwijl het doel is om werkgelegenheid op lange termijn, onderwijs, duurzaamheid en de inrichting van het gebied te stimuleren, terwijl de gelden ook terug vloeien naar het gebied. De CV is bedoeld ter financiering en de strekking van de CV is dat je een stille vennoot hebt en een beherend vennoot. De CV is alleen relevant in de opstartfase, want als dat gebouw er staat dan functioneert het gebouw en moet iedere maand huur worden overgemaakt. Tweede termijn Mevrouw DE KEIZER geeft aan dat de VVD-fractie niet anders kan concluderen dan dat vestiging van het hoofdkantoor van Fokker en de herontwikkeling van Slobbengors een visitekaartje zijn voor Papendrecht en de regio. De heer LAMMERS vindt het een fors bedrag per huishouden in deze tijden; misschien kan de wethouder nog reageren op de vraag of de namen van de CV en BV bekend zijn. De heer VAN ENGELEN bevestigt dat de constructie is zoals voorgelegd aan de raad, maar merkt op dat hier een schijn van vermenging lijkt te zijn en daar wil zijn fractie graag duidelijkheid over en waarom destijds niet aan de raad is gemeld dat de heer Van Joolingen beheerder is. Wethouder KORTELAND licht toe dat de constructie er op toe ziet dat het geld terugkomt plus opslag. Het is relevant om iemand te hebben met kennis van zaken: een BV is de mogelijkheid om dat te kunnen doen om uitvoering te kunnen geven aan een opdracht van het college. Een CV/BV constructie betekent ook dat een CV naar een BV gaat waar 2 bestuurders in zitten. De CV is het financiële deel en de BV is de uitvoering daarvan. De heer VAN ENGELEN merkt op dat het voor de essentie van de zaak duidelijk is. De VOORZITTER stelt voor tot besluitvorming over te gaan. De heer VAN ENGELEN geeft aan tegen te zullen stemmen en voegt hieraan toe dat het in totaal gaat om 12,8 miljoen +.22 = 34,8 miljoen en vindt dat geen taak voor de gemeente en vindt dat Papendrecht er teveel risico mee loopt waardoor Papendrecht wellicht in het gedrang komt ten aanzien van de uitvoering van de taken van de gemeente. De heer LAMMERS stemt voor met de aantekening dat de fractie van Onafhankelijk Papendrecht vindt dat de gemeente hier veel geld in steekt voor zaken die niet tot de kerntaken behoren, terwijl zijn fractie de opmerkingen van de wethouder dat er geld terugkomt, betwijfelt. Het voorstel wordt daarop met 22 stemmen vóór en 1 tegen aangenomen. 11. Voorstel tot het niet uiten van wensen en bedenkingen ten aanzien van en instemmen met het van 01 januari 2016 tot 01 januari 2020 aangaan van een gelimiteerde achtervangovereenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), ten behoeve van Woonkracht

13 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten 12. Voorstel tot het vaststellen van de gewijzigde Verordening Jeugdhulp ZHZ. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten 13. Voorstel tot het kennisnemen van het concept meerjarenbeleidsplan van de dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ en tot het instemmem met de door het college hierop ingediende zienswijze. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten 14. Voorstel tot het vaststellen van de nieuwe Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten 15. Ingelast agendapunt: Verbouwing van het gemeentehuis, motie PAB. De VOORZITTER: de motie is vermenigvuldigd, wordt zo dadelijk op mijn verzoek door griffier Funs Bergmans voorgelezen, wordt verspreid en zal na voorlezing deel uitmaken van de beraadslagingen (een afschrift van deze motie - Motie I - wordt aan dit verslag gehecht). Zijn er leden van de raad, die het woord hierover wensen te voeren? De heer VAN DER VALK vraagt waarom de heer Stremler, als hij denkt dat de verbouwing voor een lager bedrag kan dan met een constructie komt dat maar 5 ton wordt bespaard, terwijl dan wel moet worden aangegeven hoe dat bespaard zou kunnen worden. Volgens mevrouw VAN ES is afgesproken dat binnenkort nog eens met elkaar gesproken zal worden over hetgeen mogelijk kan worden geschrapt. De kosten variëren van rond de ,- per plek hetgeen omgeslagen is naar het gehele gebouw tot bijna ,- per plek. Het gemiddelde was ,- per plek en afgesproken was dat binnen een maand hierover nog met elkaar gesproken zou worden. Half december zou de raad hiertoe een uitnodiging ontvangen. Wellicht dat de wethouder hier iets over kan zeggen. De heer VAN ENGELEN vindt dat de raad zich moet houden aan een goed programma van eisen waarin geformuleerd wordt wat men met de verbouwing wil bereiken. Zijn fractie wil ook graag naar een duurzame toekomst en kijkt liever naar de financiële effecten per jaar. Voor de fractie van GroenLinks zijn duurzaamheidseffecten, medewerkerstevredenheid, toegankelijkheid die burgers ervaren en de vernieuwde omgeving die past bij de nieuwe relatie tussen gemeente en burger van belang en vindt het onverstandig om het kader dat gesteld is ten aanzien van de financiën met een half miljoen euro te verlagen. De heer DE RUIJTER vindt het ook onverstandig om op dit moment het financiële kader te verlaten. Voor zijn fractie is de 5.61 miljoen euro akkoord. Dat betekent niet dat het uitgegeven moet worden: het is het maximum bedrag voor het nieuwe gemeentehuis. Zijn fractie vindt dat het huidige plan met de hierbij gestelde kaders snel ter hand moet worden genomen, omdat de ambtelijke organisatie behoefte heeft aan een nieuw huis en zijn fractie zal de motie niet steunen. 13

14 De heer LICHTENBERG geeft aan dat de CDA-fractie niet instemt met de motie: het college heeft opdracht gekregen om op zoek te gaan naar verbouwing van het gemeentehuis binnen bepaalde kaders waarbij men nog met elkaar in gesprek is. Het CDA heeft meerdere keren aangegeven dat die kaders ook toekomstbestendig moeten zijn. Zo zal de CDA-fractie hiernaar kijken, terwijl dat gesprek nog zal volgen. Hij ziet geen reden om daar nu nadere besluiten al dan niet via een motie te nemen. De heer HOOGLAND zal ook niet voor deze motie stemmen: de SGP-fractie heeft eerder aangegeven te kunnen leven met het bedrag van 5,6 miljoen euro, een investering van 5,6 miljoen en vraagt als een miljoen bespaard kan worden waarom gaat men dan maar voor 5 ton? De SGP-fractie zal niet instemmen met de motie. Wethouder KORTELAND merkt op dat begin dit jaar de raad een krediet van 5,61 miljoen euro heeft gevoteerd en vindt het een beetje vreemd om dat middels moties te gaan verminderen, terwijl is toegezegd namens het college dat de raad half december zal worden uitgenodigd. Het is mogelijk dat het collegebesluit op18 januari 2016 een mooi moment is waarop een en ander toegelicht kan worden en het is juist dat die investering leidt tot een fors lager jaarlijks exploitatiebedrag van dit huis waaraan sinds 1991 niks aan gedaan is. Tweede termijn De heer STREMLER dankt voor de reactie en vervolgt dat de bedoeling is te voorkomen dat men te laat reageert en derhalve minder invloed kan uitoefenen op eventuele aanpassingen en men dan niet meer terug kan. Dat is waarom het nu voor ons ligt, terwijl het PAB een en ander ervaart als bovengemiddeld duur. Mevrouw VAN ES vraagt of vergeleken wordt met de (ver)bouw van gemeentehuizen. De heer STREMLER antwoordt dat de index een gemiddelde som aangeeft. Volgens mevrouw VAN ES moet vergeleken worden met de (ver)bouw van andere gemeentehuizen. De heer VAN DER VALK geeft aan dat bij gemeenten, die verbouwd werden door een architect heel zorgvuldig mee is omgegaan. De heer STREMLER merkt op dat wanneer veel mensen ernaar gekeken hebben, dat niet wil zeggen dat het kosten efficiënt uitgevoerd zal worden. Het moet duidelijk zijn dat kostenbewust met gemeenschapsgeld wordt omgegaan. Volgens de heer HOOGLAND moet op basis van een programma van eisen gekomen worden tot een investeringsbedrag en wil derhalve het PAB uitdagen om met een kostendeskundige aan tafel te gaan zitten en op basis van het programma van eisen het bedrag ad 4,6 miljoen te laten onderbouwen. De heer STREMLER benadrukt dat, zoals de heer De Ruijter opmerkte, het aan de raad is om de inwoners duidelijk te maken hoe dit bedrag verantwoord wordt en is het er niet mee eens dat het de taak is van het college voor wie nog een belangrijke taak ligt om de samenleving duidelijk te maken hoe dit bedrag verantwoord wordt en dat het college daar nog niet geheel in geslaagd is. Mevrouw VAN ES benadrukt dat de raad de bevolking vertegenwoordigt. De heer HOOGLAND is van mening dat het van onderaf moet worden opgebouwd en adviseert de raad met een programma van eisen te komen waartegen de kosten kunnen worden geplaatst en waarvan de uitkomst dan niet hoger is dan de 4,6 miljoen. Als dat lukt zal de hele raad hierin meegaan. De heer STREMLER benadrukt dat de fractie van het PAB een en ander in zijn totaliteit bekijkt, maar inmiddels begrepen te hebben dat het nu nog niet het moment is om hierop in te gaan en er blijkbaar nog een moment komt dat duidelijk wordt dat het mogelijk goedkoper had gekund. 14