Zorgplan November 2013

Transcriptie

1 Zorgplan November 2013

2 Inhoudsopgave Inleiding 1. Wij zorgen voor uw kind 1.1 De leerkracht 1.2 De intern begeleider 1.3 De remedial teacher (R.T.) / (Rugzak) Leerling begeleider 1.4 De directie 1.5 Het Zorgteam 1.6 WSNS De Kop 2. Het volgen van de ontwikkeling binnen de school 2.1 Groepsniveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school, de signalering 2.2 Groepsniveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school, Groepsplannen en individuele handelingsplannen 2.3 Schoolniveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school, De groepsbespreking, leerlingbespreking en zorgbespreking in de bouw 2.4 Bovenschools niveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school, Het zorgteam 3. Het rugzakje 4. Rol van de ouders 5. Het Voortgezet Onderwijs 6. De sociale veiligheid 7. Bijlagen 2

3 Inleiding In het eindrapport over het thema kwaliteit in het kader van Passend onderwijs, IJkpunten voor basiszorg in het primair onderwijs (C.J.M. Hoffmans, 2010) wordt er gesproken over de begrippen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg. In globale zin worden deze begrippen als volgt ingevuld: -Basiszorg: Het is de zorg die de school zelf in en om de groepen en binnen de eigen organisatie biedt aan alle leerlingen. Onder de basiszorg vallen ook de maatregelen van de school die open staan voor alle leerlingen, zoals het bieden van remediale hulp, de inzet van onderwijsassistenten, de begeleiding en coaching door de intern begeleider en/of de inzet van andere deskundigen (bijvoorbeeld taal- en rekenspecialisten); -Breedtezorg: Dit is de zorg om de school heen. De school wil zelf de verantwoordelijkheid blijven dragen voor het onderwijs, de zorg en de ontwikkeling van de leerlingen, maar heeft daarbij hulp van buitenaf nodig. Het kan daarbij gaan om ambulante begeleiders uit het speciaal (basis)onderwijs, gespecialiseerde collega leraren van andere scholen, deskundigen uit het (school)maatschappelijk werk, jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg; -Dieptezorg: Dit is de zorg in gespecialiseerde voorzieningen, settings of groepen. In het geval het een eigenstandige voorziening betreft, wordt de verantwoordelijkheid voor de leerling overgedragen aan deze voorziening. Deze indeling roept inmiddels veel vragen op. Behoort de inzet van schoolmaatschappelijk werk tot de basiszorg of tot de breedtezorg? Is de opvang van leerlingen met een rugzakje in het basisonderwijs dat ambulant wordt begeleid basiszorg, breedtezorg of dieptezorg? In het zorgplan van basisschool t Tuselant omschrijven wij aan de hand van de opgestelde uitgangspunten van eerder genoemd eindrapport hoe wij onze leerlingenzorg (volgens de 1-zorgroute, naar onze mening de basiszorg en een gedeelte van de breedtezorg) tot op heden binnen onze school organiseren om zo optimaal mogelijk tegemoet te komen aan het geven van goed onderwijs. Onder goed onderwijs verstaan wij, dat er onderwijs wordt gegeven waarbij zoveel mogelijk wordt gekeken naar de behoeften van de kinderen en is er waar mogelijk extra aandacht voor kinderen die bijzondere zorg nodig hebben. Het onderwijs wordt aangeboden volgens het leerstof/jaarklassensysteem waar rekening wordt gehouden met de verschillen tussen alle kinderen. In de groepen 1 en 2 wordt ontwikkelingsgericht gewerkt, binnen de groepen 3 t/m 8 werken we handelingsgericht m.b.v. onderwijsmethoden. Vanaf september 2011 zijn we gestart met het werken met groepsplannen, waarin staat beschreven wat de kinderen nodig hebben om zoveel mogelijk aan de onderwijs en ontwikkelbehoeften van de kinderen tegemoet te komen. Vanaf het schooljaar worden wij tevens geschoold in het werken met DGO s (didactische groepsoverzichten) die ons helpen bij de indeling van de te maken groepsplannen. De pijlers van adaptief onderwijs, relatie, competentie en autonomie liggen aan ons onderwijs ten grondslag. Dit zorgplan is geschreven voor het schooljaar en wordt in december 2014 geëvalueerd. 3

4 1.Wij zorgen voor uw kind 1.1 De leerkracht Kerntaken: - Scheppen van een veilig en stimulerend klimaat, waarbinnen iedere leerling zichzelf mag zijn. Er is ruimte voor verschillen in opvatting, leerwijze en interesse. Respect voor elkaar en elkaars zienswijze staan centraal; - Draagt zorg voor een goede relatie tussen kinderen onderling en tussen leerkracht en leerling; - Stemt onderwijs in die mate af dat de leerling zich competent voelt; - Creëert een leeromgeving waarbij kinderen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen leerproces; - Is te allen tijde eindverantwoordelijk voor de planning, uitvoering en evaluatie van het onderwijs binnen de groep; - Communiceert helder met ouders teneinde de betrokkenheid te stimuleren en de ouders van de benodigde informatie te voorzien; - Administreert en registreert alle relevante informatie betreffende de groep en de individuele leerling. 1.2 Intern begeleider ( I.B.) Om de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de zorg te kunnen waarmaken, is het nodig dat de intern begeleider bevoegdheden heeft. Zij is proces-eigenaar op dit gebied, wat betekent dat zij het initiatief kan nemen tot afspraken en protocollen, die de kwaliteit van het zorgbeleid verhogen. Kerntaken: - Vormgeven aan een effectieve zorgstructuur en zorgcultuur binnen de school; - Mede met directie aansturen van veranderingsprocessen aangaande de leerlingenzorg; - Coachen en begeleiden van individuele leraren en het team als groep, zodat deze zelfstandig en zelfverantwoordelijk hulpvragen, incidenten en problemen aangaande leerlingenzorg ter hand (leren) nemen; - Up to date houden deskundigheidsniveau door (bij-)scholing, bijwonen netwerkbijeenkomsten, volgen recente ontwikkelingen o.m. door lezen van vakliteratuur en vragen om directe feedback aan collega s. 1.3 Remedial Teacher (R.T.) / (Rugzak) Leerling begeleider Kerntaken: - Het planmatig begeleiden van kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte op cognitief, motorisch en/of sociaal-emotioneel gebied; - Mede vormgeven aan een effectieve zorgcultuur en structuur binnen de school; - Zorg dragen voor een adequaat en effectief werkcontact met intern begeleider en leerkrachten m.b.t. de door de remedial teacher begeleide leerlingen. 4

5 1.4 Directie Kerntaken: - Is eindverantwoordelijk voor het functioneren van het Zorgteam; - Draagt zorg voor afstemming algemene beleidsvoornemens en zorgbeleid; - Neemt actief deel aan de maandelijkse zorgvergaderingen; - Draagt zorg voor de benodigde facilitering om het voorgenomen zorgbeleid naar behoren uit te kunnen voeren; - Neemt deel aan bovenschoolse bijeenkomsten t.b.v. afstemming en optimalisering zorgbeleid; - Controleren van de door de leerkrachten, IB en RT uit te voeren taken, zoals beschreven in het stuk de leerkracht, IB en RT. 1.5 Zorgteam Binnen onze school is er een zorgteam. Van dit zorgteam maken deel uit: - De betreffende leerkracht die een casus inbrengt, IB-er, de orthopedagoog van de Onderwijs Begeleiding Dienst en Directie (incidenteel). Afhankelijk van de casus kunnen ouders ook deelnemen aan het zorgteamoverleg, tevens kunnen er deskundigen op afroep deelnemen (bijvoorbeeld een jeugdarts van de GGD, hulpverlener van het JAT, helpende hand in de wijk van Parlan, etc.). - Het zorgteam heeft wanneer nodig minstens 3 keer per jaar overleg. Tijdens dit overleg wordt er gesproken over de zorg (casus ingebracht) op school. Verder zijn er eens in de 8 weken zorgvergaderingen met het team. Tijdens deze vergaderingen worden er leerlingbesprekingen gehouden en / of belangrijke dingen omtrent de algemene zorg besproken. 1.6 SWV De Kop van Noord Holland Onze school maakt deel uit van het Samenwerkingsverband De Kop van Noord Holland. Er wordt jaarlijks een zorgplan opgesteld waarin het continuüm van zorgvoorzieningen wordt beschreven. Hierin zijn ook toekomstige activiteiten opgenomen en wordt het afgelopen schooljaar geëvalueerd. Alle vragen omtrent externe hulp kunnen via één loket (ZAT) worden gesteld. Er is een netwerk van verschillende hulpverleners. Te weten o.a.: OBD Noord-Holland, deskundigen van de REC s (cluster 1,2,3, en 4), maatschappelijk werk, GGD, BJZ, MEE,, leerplichtambtenaar, Raad voor Kinderbescherming, Schoolmaatschappelijk Werk De Wering etc. Het regionale zorgplan is een document om verantwoording af te leggen aan de overheid (inspectie). Het zorgplan wordt dan ook jaarlijks vastgesteld door het bevoegd gezag en direct na vaststelling toegezonden aan inspectie. Ook kan er sprake zijn van samenwerking met particuliere externen of externen die van buiten ons samenwerkingsverband komen. Vaak komen deze professionals via of met ouders de school binnen en wordt met leerkracht en IB-er de samenwerking afgestemd. 5

6 2. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school wordt gedaan volgens de 1-zorgroute op - Groepsniveau; - Schoolniveau; - Bovenschools niveau. 2.1 Groepsniveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school De signalering Op onze school geven we les aan ongeveer 100 leerlingen. Al deze kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op t Tuselant stimuleren we de kinderen en dagen we ze hiertoe uit. We volgen hun ontwikkeling op de voet. Dit doen we om de kinderen zo goed mogelijk te kunnen helpen, eventuele problemen tijdig te kunnen signaleren en ouders optimaal te kunnen informeren over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. De signalering start rond de officiële inschrijfdatum van het kind. Wij hechten op school veel waarde aan de informatie van de ouders over hun kind en daarom maakt de intern begeleider een afspraak met de ouder(s) en /of verzorger(s) voor een intakegesprek. Er wordt van het intakegesprek een verslag gemaakt waardoor de betreffende groepsleerkracht meteen kan inspelen op de ontwikkelbehoeften van het kind. Na de start van het kind op t Tuselant houden we de ontwikkeling nauwlettend in de gaten. Dit doen we door middel van: - observaties en (leer)gesprekken; - dictees en toetsen die bij de lesmethoden horen. Tevens maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. In de kleutergroepen maken we gebruik van verschillende systemen: 1. Het (digitale) leerlingvolgsyteem van PRAVOO wordt op basis van observaties en (leer)gesprekken, afhankelijk van de inschrijfdatum van het kind, 4 tot 6 keer ingevuld (zie bijlagen voor de afnameperiode). Dit leerlingvolgsysteem volgt het kind in de groepen 1 en 2 op de volgende punten: o Kringgedrag; o Spelgedrag; o Werkhouding; o Sociaal-emotionele ontwikkeling; o Taalontwikkeling; o Motoriek; o Zintuiglijke ontwikkeling; o Beginnende gecijferdheid; 6

7 o Redzaamheid. Voor iedere kleuter wordt er een signaleringslijst dyslexie ingevuld. 2. Het toetspakket van het CPS brengt de beginnende geletterdheid in kaart. Dit leerlingvolgsysteem volgt het kind door middel van methode onafhankelijke toetsen die een tot twee keer afgenomen worden in de groepen 1 en 2 op de volgende punten: o Rijmen; o Woordenschat; o Letterkennis; o Analyse; o Synthese; o Benoemsnelheid letters / cijfers. 3. Tevens maken we gebruik van het (digitale) leerlingvolgsysteem van CITO. Dit leerlingvolgsysteem bestaat net als het toetspakket van het CPS uit een aantal methode onafhankelijke toetsen die gemiddeld 2 keer per jaar (afhankelijk van de toets) worden afgenomen. Bij groep 2 maken we gebruik van de toets Rekenen voor kleuters. Tevens worden de kinderen in groep 1 getoetst door middel van de TAK (Taal Alle Kinderen) toets in verband met mogelijke deelname aan het project Puk en Co. Ook in de groepen 3 tot en met 8 maken we gebruik van verschillende leerlingvolgsystemen: 1. Voor methode onafhankelijke toetsing met betrekking tot technisch en begrijpend lezen, spelling, woordenschat en rekenen maken we gebruik van het (digitale) CITO leerlingvolgsysteem. In groep 8 wordt de NIO, NPV-J en Drempeltoets afgenomen. 2. De sociaal-emotionele ontwikkeling willen we tevens graag volgen wij hebben op dit moment geen leerlingvolgsysteem die dit in kaart brengt voor de groep 3-8. Wij hopen dit gerealiseerd te hebben voor de zomervakantie De gehele signalering; observaties en (leer)gesprekken, dictees en toetsen die bij de lesmethoden horen en het leerlingvolgsysteem) wordt bijgehouden door de groepsleerkracht (en intern begeleider) in de leerling-administratie. Voor de inhoud hiervan wordt u verwezen naar de bijlage Leerling administratie van dit zorgplan. 7

8 2.2 Groepsniveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school Groepsplannen en individuele handelingsplannen Groepsplannen Aan de hand van de signalering (observaties en (leer)gesprekken, dictees en toetsen die bij de lesmethoden horen en het leerlingvolgsysteem) worden de kinderen onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht ingedeeld in een didactisch groepsoverzicht [DGO] en vanuit dit DGO wordt het groepsplan opgesteld. (zie bijlagen). Zo wordt het kind in de groep op zijn / haar eigen niveau uitgedaagd en wordt de onderwijsbehoefte van de individuele leerling beschreven. Het DGO wordt tweemaal per jaar geëvalueerd en bijgesteld. De groepsplannen worden jaarlijks 4 keer geëvalueerd. Individuele handelingsplannen Kinderen met een speciale aanpak op het gebied van gedrag of werkhouding, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een REC-indicatie, krijgen een individueel handelingsplan (zie bijlagen). Dit individuele handelingsplan loopt maximaal drie maanden, na deze periode wordt het plan geëvalueerd en aan de hand van het beoogde doel afgerond, gecontinueerd of bijgesteld. Extra zorg Soms heeft een groep of kind extra zorg nodig. Kinderen die extra zorg nodig hebben worden door de groepsleerkracht gesignaleerd. Definitie van een kind dat extra zorg nodig heeft op t Tuselant: Een kind dat extra zorg nodig heeft op t Tuselant heeft extra onderwijsbehoeften. Dit betekent dat het kind op grond van systematisch verzamelde informatie aantoonbaar in onze school en afgezet tegen zijn of haar mogelijkheden onvoldoende profiteert van het onderwijsaanbod. Daarom vraagt het van de leerkracht het aanbod didactisch en / pedagogisch zo af te stemmen dat het kind weer zo optimaal mogelijk kan leren om de gestelde doelen te bereiken. Extra zorg kan zich voordoen op het gebied van het leren, de werkhouding, het sociaal emotioneel functioneren of de thuissituatie van het kind. Wanneer er extra signalen zijn voor zorg dan probeert de groepsleerkracht deze zelf op te lossen. Hij/zij overlegt met ouder(s) / verzorger(s), collega s en waar mogelijk met het kind om te komen tot een betere aanpak. De groepsleerkracht stelt het lesprogramma bij door middel van het DGO en het groepsplan en geeft specifieke hulp in de groep. De ouder(s) / verzorger(s) worden van deze specifieke hulp op de hoogte gesteld. 8

9 2.3 Schoolniveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school De groepsbespreking De groepsbespreking, leerlingbespreking en zorgbespreking in de bouw Bij de groepsbespreking zijn de groepsleerkracht en intern begeleider aanwezig. De groepsbespreking kent twee functies op t Tuselant: 1. Het bespreken van de opbrengsten; 2. Het evalueren en opnieuw opstellen van het DGO, de groepsplannen en individuele handelingsplannen aan de hand van de observaties, (leer)gesprekken, dictees en methode gebonden toetsing en methode onafhankelijke toetsing. 1. Het bespreken van de opbrengsten wordt gedaan aan de hand van de uitslagen van de methode onafhankelijke toetsing, besproken in paragraaf 2.1. De intern begeleider maakt (in het geval van CITO) een uitdraai van de analyse van de toets gegevens en biedt deze gegevens een week vooraf aan de groepsbespreking aan de groepsleerkracht aan. De groepsleerkracht analyseert voor zichzelf waarom bepaalde (groepjes) leerlingen betreffende scores hebben behaald en bespreekt dit met de intern begeleider. Aan de hand van de besproken opbrengsten maakt de intern begeleider een trendanalyse op schoolniveau. Deze wordt besproken in het zorgoverleg binnen het (gehele) team. Aan de hand van de trendanalyse worden er nieuwe doelen gesteld voor het (gehele) team. De directie bewaakt deze doelen. Voor de reeds gestelde doelen verwijs ik u naar het schoolplan. 2. Tijdens de groepsbespreking worden ook het DGO, de groepsplannen en individuele handelingsplannen besproken. Het DGO wordt vier keer per jaar geëvalueerd en bijvastgesteld. Het groepsplan wordt vier keer per jaar geëvalueerd en eventueel waar nodig bijgesteld. De periode van werken met (groeps-/individuele) plannen wordt in februari en juni afgesloten met een groepsbespreking. De groepsbespreking is tevens de start van een nieuwe periode van werken met (groeps-/individuele) plannen. Tijdens deze groepsbespreking wordt het DGO besproken en bekeken hoe kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften binnen een haalbare manier geclusterd kunnen worden. Op t Tuselant zijn we na de E-afname 2011 gestart met het werken met groepsplannen en didactische groepsoverzichten (DGO s). Tijdens de evaluatie houden wij de volgende punten in het oog: o Naast de uitkomsten van de methode onafhankelijke toetsen nemen we ook de methode gebonden toetsing mee in de evaluatie (verwerken in een didactisch groepsoverzicht); o Van de kinderen die een grote terugval laten zien (bijvoorbeeld van een A naar een C-score) en de E-kinderen kan een nadere analyse worden gemaakt en de onderwijsbehoefte aangepast; De groepsbespreking is tevens de schakel naar de leerlingbespreking. 9

10 De individuele leerlingbespreking Wanneer een kind herhaaldelijk onvoldoende profiteert van het groepsplan, de onderwijsbehoeften onduidelijk blijven of als er vermoedens zijn van een ernstige problematiek of stoornis, kan de intern begeleider hiervan op de hoogte worden gesteld door middel van een individuele leerlingbespreking. De groepsleerkracht maakt een afspraak met de intern begeleider en levert drie dagen van te voren een ingevuld aanmeldingsformulier individuele leerlingbespreking (zie bijlagen) in. De intern begeleider houdt vinger aan de pols over de geconstateerde zorgen. Tijdens een groepsbespreking wordt dit teruggekoppeld aan de intern begeleider. Zorgbespreking in het team De groepsleerkracht heeft nadat het kind besproken is in een individuele leerlingbespreking, tevens de mogelijkheid de zorg in te brengen tijdens de zorgbespreking in het team. De zorgbespreking biedt ruimte tot bespreken van zorg gerelateerde vraagstukken en beleidsvorming, maar ook tot het bespreken van een probleem omtrent het klassenmanagement binnen een groep of geconstateerde zorg bij een kind. De groepsleerkracht levert het casusformulier (zie bijlagen) drie dagen van te voren in en de casus wordt besproken aan de hand van de incidentmethode, onder leiding van de intern begeleider. Bij de zorgbespreking zijn naast de groepsleerkracht de directie, intern begeleider en collega s aanwezig. Er kan met betrekking tot de besproken specifieke problematiek tijdens een groepsbespreking, individuele leerlingbespreking of zorgbespreking in de bouw een protocol in werking gesteld worden. Verschillende protocollen die wij hanteren op school zijn o.a.: o o o o Toetsing; Overgang 2-3, doublure en versneld overgaan; Dyslexie; Meerkunners en hoogbegaafden. Voor de gehele inhoud van deze protocollen wordt u verwezen naar de verschillende bijlagen behorend bij dit zorgplan. 2.4 Bovenschools niveau: Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen binnen de school Het zorgteam De verschillende besprekingen reeds hierboven genoemd vormen tevens de schakel naar boven schoolse zorg binnen het samenwerkingsverband (SWV De Kop van Noord Holland). Er kan op basis van een duidelijke begeleidingsvraag van de leerkracht en toestemming van de ouders over worden gegaan tot een bespreking in het Zorgteam wanneer de zorg op schoolniveau niet voldoende blijkt. Het zorgteam komt ongeveer 3 tot 6 keer (op afroep) per jaar bij elkaar en bestaat uit een orthopedagoog van de Onderwijs begeleiding Dienst (OBD), de intern begeleider, de groepsleerkracht en mogelijk op afroep de directie, een arts van de GGD, een helpende hand in de wijk, een medewerker van het Schoolmaatschappelijk Werk De Wering of andere hulpverlenende instanties en ouders. De leerkracht vult het casusformulier voor het Zorgteam 10

11 (zie bijlagen) in en de intern begeleider zorgt ervoor dat de orthopedagoog van de Onderwijs Begeleiding Dienst deze papieren drie dagen van te voren ontvangt. Naar aanleiding van deze bespreking worden de ouders door de groepsleerkracht en waar noodzakelijk ook de intern begeleider geïnformeerd over het vervolg. Dit kan bijvoorbeeld zijn: - Een psycho-diagnostisch onderzoek; - Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief (als een kind (een gedeelte van) het leerstofaanbod van groep 8 niet ontvangt, bij het werken met een eigen leerlijn, zie bijlagen) ; - Verwijzing naar een onderzoeksinstelling zoals De Praktijk of Triversum; - Aanmelding Schoolmaatschappelijk Werk De Wering; - Ondersteuning van een ambulant begeleider; - Aanmelding consult zorgcommissie (zie zorgplan SWV De Kop van Noord Holland); - Aanvraag JRK (Jong Risico Kind) of zorgindicatie (zie zorgplan SWV De Kop van Noord Holland); - (Tijdelijke) verwijzing andere basisschool (zie zorgplan SWV De Kop van Noord Holland); - Aanvraag rugzak / verwijzing REC (SO); - Aanmelding PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg, SBO zorgplan SWV De Kop van Noord Holland). 3. Het rugzakje Wanneer de zorg om een kind van dien aard is dat ouders en/of school door externen onderzoek laten doen kan het zijn dat er sprake is van een belemmering of stoornis. In dat geval zijn de onderwijsbehoeften van het kind specifieker en gaan we het kind binnen onze school zo goed mogelijk ondersteunen en begeleiden. Dit in samenwerking met ouders en evt. andere expertise. Wanneer er sprake is van handelingsverlegenheid, kunnen ouders en school een aanvraag doen voor leerlinggebonden financiering (LGF). Ouders moeten deze aanvraag zelf doen en school dient hen hierin te begeleiden en te ondersteunen. Het is erg belangrijk dat school helder kan maken wat zij binnen de school heeft gedaan voor dit kind, maar dat dit niet heeft geleid tot het gewenste resultaat. Wanneer na een aanvraag, waarin ook de betrokkenheid van externen zichtbaar moet zijn, het LGF wordt toegekend zal er een ambulant begeleider aan het kind worden gekoppeld (die samen met school en ouders voor een zo optimaal mogelijke begeleiding zorgt). Het LGF bestaat uit budget voor materialen en uit formatie. De leerlinggebonden financiering wordt aangevraagd bij het Regionaal Expertise Centrum (REC) van de samenwerkende scholen voor speciaal onderwijs van het cluster waar de beperking van het kind onder valt. Er zijn vier clusters, te weten: - Cluster 1: Voor kinderen met visuele handicaps of meervoudig gehandicapte kinderen met deze handicap; - Cluster 2: Voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor-, taalen/spraakproblemen) of meervoudig gehandicapte kinderen met één van deze handicaps; - Cluster 3: Voor kinderen met verstandelijke en/of lichamelijke handicap of kinderen met een motorische beperking; - Cluster 4: Voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap. 11

12 4. Rol van de ouders Het is van groot belang dat er duidelijkheid is over de gemaakte afspraken binnen het zorgtraject. Afstemming binnen school is op alle niveaus de basis van een goed zorgsysteem. Wij streven er naar om dit samen uit te dragen en helder te communiceren over dit traject. Ook verwachten wij van ouders dat zij meedenken. Het streven is het welzijn van de kinderen en daar is samenwerking voor nodig. Leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen krijgen zoveel mogelijk aangepaste begeleiding binnen onze school. Wanneer dit noodzakelijk is worden de onderwijsbehoeften in kaart gebracht zodat er adequaat kan worden aangesloten bij wat het kind nodig heeft. Zoals eerder beschreven, fungeren toetsen, observatiemiddelen en observaties van de leerkracht als filter. Ouders spelen hierbij ook een belangrijke rol. Ook zij kunnen signaleren en kenbaar maken dat hun kind een probleem heeft. Ouders en school zijn immers samen verantwoordelijk voor een goede ontwikkeling van het kind. Wanneer er sprake is van extra zorg wordt dit te allen tijden met ouders gecommuniceerd. Wij zien ouders als partner als het gaat om de zorg van hun kind. Zowel van leerkrachten als ouders wordt verwacht, dat zij open communiceren in direct contact en dat zij zich pro-actief opstellen. Al vanaf de signalering op groepsniveau worden ouders meegenomen in het traject. 5. Het Voortgezet Onderwijs Als de kinderen (meestal) alle acht groepen doorlopen hebben gaan ze naar het Voortgezet Onderwijs. Wij proberen de kinderen en ouder(s) en/of verzorger(s) bij deze keuze te helpen. In de periode oktober november wordt er in groep 8 de NIO-test (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) afgenomen samen met de Drempeltoets (geeft een indruk van de taalvaardigheid en het redeneervermogen van de leerling) en de NPV-J (geeft een indruk van de prestatie en motivatie die kinderen hebben ten aanzien van de schoolse taken). De resultaten worden door de schoolbegeleider bekeken. Op grond hiervan formuleert de Onderwijs Begeleiding Dienst een advies. Het advies gebruikt de groepsleerkracht van groep 8 als hulpmiddel om tot een uiteindelijk schooladvies te komen. In een enkel geval bespreken wij met de ouders of een hertest is aan te raden. Naast het advies van de Onderwijs Begeleiding Dienst wordt er nog rekening gehouden met: - De persoonlijkheid van het kind; - De wijze waarop hij / zij de gehele schoolperiode heeft doorlopen; - De wijze waarop hij / zij heeft gepresteerd; - De resultaten van het leerlingvolgsysteem; - De eigen mening en de belangstelling van de leerling; - De mening van de ouders. Zodra alle gegevens beschikbaar zijn worden deze met de ouders besproken, om zo tot een eerste advies te komen en uiteindelijk samen de definitieve keuze te kunnen bepalen in februari - maart. 12

13 6. Sociale veiligheid Een school moet een plek zijn waar kinderen, ouders en ook het onderwijsgevend personeel zich veilig voelen. Wij denken hierbij aan veilig spelen, een beschermde omgeving, het welbevinden voor allen die op school zijn. Daarbij horen schoolafspraken over pesten, schoolregels- en afspraken het gedrag op het plein, in de gang en in de klas. Wij willen dit vastleggen in een document genaamd 'Sociale Veiligheid', wat einde schooljaar gereed moet zijn. Om dit allemaal te kunnen borgen is t Tuselant onlangs gestart met het volgen van een scholing (PBS: Positive Behaviour Support), aangeboden door Gedragpunt en de OBD (onderwijs Begeleiding Dienst). 13

14 Stroomdiagram Zorg op groepsniveau Signalering: de groepsleerkracht; Opstellen groepsplannen en individuele handelingsplannen door de groepsleerkracht; Bij gesignaleerde extra zorg : n.a.v. gesprekken ouders en verzorgers van het kind en collega's stelt de groepsleerkracht de groepsplannen en individuele handelingsplannen bij; Ouders worden van deze extra zorg op de hoogte gesteld door de groepsleerkracht. Zorg op schoolniveau Groepsbesprekingen n.a.v. plannen en toetsing (groepsleerkracht en intern begeleider): 1. Bespreken en analyseren opbrengsten; 2. evalueren en opstellen nieuwe groepsplannen en individuele handelingsplannen. Bij onvoldoende voortgang kind: Individuele leerlingbespreking (groepsleerkracht en intern begeleider); Eventuele mogelijkheid groepsleerkracht inbreng casus tijdens de leerlingbespreking tijdens de zorgbespreking in de bouw (team). De ouders worden van de laatstgenoemde twee punten op de hoogte gesteld door de groepsleerkracht. Zorg op bovenschools niveau Wanneer de zorg op schoolniveau onvoldoende resultaat biedt: Zorgteam (groepsleerkracht, intern begeleider, ortopedagoog OBD Noordwest, expert en ouders op afroep. Mogelijke besluiten kunnen zijn: 1. Een psycho-diagnostisch onderzoek; 2. Het opstellen van een ontwikkelingsperspectief 3. Verwijzing naar een onderzoeksinstelling 4. Schoolmaatschappelijk Werk 5. Ondersteuning ambulant begeleider; 6. Aanmelding consult zorgcommissie 7. Aanvraag JRK 8. (Tijdelijke) verwijzing andere basisschool 9. Aanvraag rugzak / verwijzing REC (SO); 10. Aanmelding PCL. 14

15 BIJLAGEN 1. Intake gespreksformulier 2. Leerling-administratie 3. PRAVOO-afname 4. Signaleringslijst dyslexie (individuele leerling) 5. Verantwoording kleuterverlenging 6. Toetsprotocol 7. Toetskalender 8. Doublure en versneld overgaan 9. Dyslexieprotocol 10. Meerkunners en (hoog)begaafdenprotocol 11. Individueel handelingsplan 12. Formulier ter kennisgeving 13. Formulier aanmelding individuele leerlingbespreking 14. Formulier aanmelding zorgbespreking in de bouw 15. Werkwijze incidentmethode 16. Formulier aanmelding Zorgteam 17. Ontwikkelingsperspectief 15