Inleiding 2. Uitgangspunten 2. Taken en verantwoordelijkheden 2. Vergoeding van scholingskosten en overige faciliteiten 4

Transcriptie

1 Inhoudsopgave

2 Inleiding 2 Uitgangspunten 2 Taken en verantwoordelijkheden 2 Vergoeding van scholingskosten en overige faciliteiten 4 Jaarlijks vast te stellen vergoeding in tijd van de doorgebrachte uren op school/college 4 Uitvoeren beleid m.b.t. voorbehouden en risicovolle handelingen (wet BIG) 4 Vormen van scholing 5 Evaluatie en effectmeting 5 Verantwoording opleidingen 2013/

3 Inleiding: Dit meerjaren opleidingsbeleidsplan beschrijft het opleidingsplan van BCM en vloeit logischerwijs voort uit het meerjarenbeleidplan en het uitvoeringsplan van BCM en daarmee de organisatiedoelstellingen. Medewerkers zijn een cruciale factor voor het bereiken van de (primaire) doelstelling van de organisatie. Het is daarom van belang dat zij optimaal toegerust zijn voor hun taak. Het opleidingsbeleidsplan bestaat uit 2 onderdelen: 1. Algemeen deel; 2. Uitvoeringsplan opleidingen 2013/2014. Deel 1: Algemeen Uitgangspunten: Het opleidingsbeleid van BCM stoelt op 2 pijlers: 1. Toerusten van medewerkers voor hun huidig en toekomstig functioneren. De scholing is primair gericht op groei en meegroei, zoals het: Actueel houden van kennis en vaardigheden; Opheffen van een tekort aan kennis en/of vaardigheden; Aanleren van nieuwe kennis en/of vaardigheden in geval van nieuwe ontwikkelingen of nieuwe diensten; Verbeteren van het sociaal functioneren en de beroepshouding van medewerkers; Voldoen aan extern opgelegde wet- en regelgeving. 2. De bevordering, ontwikkeling en ontplooiing van activiteiten. De scholing is primair gericht op doorgroei, zoals functieverbetering of promotie. En het toerusten van deze medewerkers bij het functioneren in de hogere functie, zoals: BBL- opleidingen t.b.v. doorgroei naar bv verpleegkundige of verzorgende IG; Managementopleiding. Medewerkers zijn in eerste instantie zelf ervoor verantwoordelijk dat ze aangeven wanneer er tekorten in kennis en/of vaardigheden dreigen te ontstaan, dan wel door willen groeien naar een hogere functie. BCM is ervoor verantwoordelijk dat haar medewerkers aantoonbaar beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om de functie uit te oefenen. Taken en verantwoordelijkheden De directie is verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van het opleidingsbeleid en het bijbehorende opleidingsbudget. Het opleidingsbudget is een jaarlijks opnieuw vastgesteld bedrag en wordt opgenomen in de begroting, uitgangspunt is hierbij de norm zoals die in de CAO VVT wordt genoemd. Jaarlijks wordt het uitvoeringsplan m.b.t. opleidingen opgesteld. Input hiervoor vormen o.a.: 2

4 Nieuwe ontwikkelingen in de zorg- en dienstverlening; Gesignaleerde tekorten in kennis en/of vaardigheden; Uitkomsten POP- gesprekken /functioneringsgesprekken; Ontwikkelingen binnen de organisatie; Ontwikkelingen en eisen binnen de wet- en regelgeving. De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor het tijdig indienen van de opleidingsbehoefte van de medewerkers bij de praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren. Aanvragen voor BBL -scholing waarvoor de afdrachtvermindering onderwijs van toepassing is worden, bij gebleken geschiktheid van de medewerker en bij voldoende budget van de organisatie, gehonoreerd. Deze aanvragen moeten vóór eind april bij de praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren worden ingediend, zodat de medewerkers in september met de opleiding kunnen starten. Bij gebleken geschiktheid van de medewerker wordt er gekeken naar: o De werkhouding van de medewerker; o Het initiatief nemen van de medewerker; o Het niveau van de werknemer (is deze al overstijgend bezig), bij twijfel kan het niveau ook getoetst worden door een onafhankelijke school; o Kan de medewerker voldoende studietijd vrijmaken; o Het aantal contracturen dat de medewerker heeft. Is dit voldoende om de gewenste opleiding te kunnen volgen; o Ziekteverzuim van het laatste jaar. Aanvragen voor overige scholing moet vóór 1 augustus worden ingediend bij de praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren, zodat deze aanvragen meegenomen kunnen worden bij het vaststellen van het opleidingsbudget voor het volgende jaar. Wanneer na deze datum nog opleidingsaanvragen binnenkomen blijven deze liggen en worden pas meegenomen met de vaststelling van het opleidingsbudget het jaar erna. De afdelingshoofden zijn tevens verantwoordelijk voor het scheppen van de randvoorwaarden zodat medewerkers kunnen deelnemen aan de afgesproken scholingen en zien er op toe dat de afspraken worden nagekomen. De praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren beslissen in samenwerking met de P&O-functionaris welke opleidingen gehonoreerd kunnen worden. De afdelingshoofden horen uiterlijk 1 december van het betreffende jaar welke opleidingen door kunnen gaan. Daarnaast heeft elke afdeling een afdelingsbudget voor workshops e.d. die niet van te voren aangevraagd (kunnen) worden. De praktijkopleiders hebben een budget om tussentijdse scholingen te geven, zoals klinische lessen. De praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren zijn belast met: De organisatie van de scholing; De registratie van de gevolgde scholingen, op medewerkers niveau; Evalueren van de gevolgde scholing. 3

5 Vergoeding van scholingskosten en overige faciliteiten. De vergoeding van scholingskosten en overige faciliteiten zijn vastgelegd in de studieregeling van BCM, uitzondering hierop is de jaarlijks vast te stellen vergoeding in tijd van de doorgebrachte uren op school/college. Jaarlijks vast te stellen vergoeding in tijd van de doorgebrachte uren op school/college. Voor het volgen van een studie, zoals de opleiding tot helpende niv. 2, verzorgende IG, verpleegkundige niv.4/5 of een andere HBO-opleiding, zal met ingang van het schooljaar 2013/2014 de helft van de schooltijd/collegetijd worden vergoedt door BCM. Ieder jaar in de maand maart zal bekeken worden of er een vergoeding in tijd van de doorgebrachte uren op school/college kan worden verstrekt, dit hangt af van het de volgende zaken: Het jaarresultaat over het voorgaande jaar; de toekenning van intensiveringsmiddelen; verstrekking van subsidies, zoals de afdrachtvermindering onderwijs en Calibris. Uitvoeren beleid m.b.t. klinische lessen, voorbehouden en risicovolle handelingen (wet BIG) Om voorbehouden handelingen en overige risicovolle handelingen goed te kunnen blijven uitvoeren, is periodieke scholing een vereiste. In de scholing wordt aandacht besteed aan theoretische kennis en aan training in praktische vaardigheden en attitude. Met betrekking tot de uitvoering van het beleid inzake klinische lessen, voorbehouden en risicovolle handelingen heeft BCM het volgende beleid afgesproken: De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn bekwaamheid en voor het zelf om scholing vragen indien zij/hij dit nodig acht. Binnen redelijke grenzen en voor zover het direct of indirect voortvloeit uit het belang van het werk, is de medewerker verplicht in te stemmen met deelneming aan vormen van aanvullende opleiding en bijscholing voor zover het vereist is voor het vervullen van de overeengekomen functie. De praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren lichten de afdelingshoofden in, welke medewerkers deze periode naar scholing moet. Het afdelingshoofd zal de medewerker hierover inlichten ; Aan het begin van het jaar komt er op de afdeling een lijst te liggen, waarop de medewerker per te volgen scholing haar/zijn naam kan zetten. De medewerker heeft de keus uit het volgen van de aangeboden scholing in het voorjaar of in het najaar; 4

6 Om een juiste verdeling te krijgen per scholing kan het zijn dat de medewerker niet conform haar/zijn keuze maar juist eerder of later in het jaar de scholing zal moeten volgen; De medewerker kan alleen in overleg met het afdelingshoofd een reeds ingeplande scholing afzeggen. De afdelingshoofd rapporteert dit aan de praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren; Bij het niet op komen dagen, ongeoorloofd of zonder bijzondere omstandigheden, op de ingeschreven scholing vindt er een gesprek plaats met het afdelingshoofd en krijgt de medewerker een aantekening. De aantekening wordt gearchiveerd in het personeelsdossier; Bij een tweede keer niet op komen dagen, ongeoorloofd of zonder bijzondere omstandigheden, worden er behoudens een aantekening ook kosten bij de medewerker in rekening gebracht. De hoogte van de kosten is afhankelijk van wat de scholing de werkgever heeft gekost. Het bedrag zal met de salarisverwerking worden ingehouden. Er is op iedere afdeling een overzicht beschikbaar van de: Voorbehouden en risicovolle handelingen die door medewerkers van BCM uitgevoerd worden; Medewerkers die bevoegd en bekwaam zijn om deze handelingen uit te voeren. Medewerkers zijn bevoegd en bekwaam als zij beschikken over een vereist diploma en Deze handelingen met een zekere regelmaat uitvoeren; Beschikken over een bekwaamheidsverklaring waarin aantoonbaar is dat deze handeling minimaal 1 keer per 3 jaar wordt getoetst door een functionaris die hiertoe bevoegd en bekwaam is. Bovenstaande eisen worden geborgd door: In POP- gesprekken/functioneringsgesprekken gaat de leidinggevende met de medewerker alle handelingen bij langs en worden er kruisjes gezet bij de handelingen die het afgelopen jaar door de medewerker regelmatig zijn verricht, dit overzicht wordt afgetekend door de afdelingshoofd of de praktijkopleider/ opleidingscoördinator; De praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren houden door middel van een aftekenlijst per locatie en per afdeling bij welke medewerkers scholing, klinische lessen en voorbehouden en risicovolle handelingen hebben gevolgd. Hierdoor is in één oogopslag te zien welke medewerker bevoegd en bekwaam is en wie niet. 1 x per jaar in juli ontvangen de hoofden een bijgewerkt exemplaar. De praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren dragen er zorg voor dat alle medewerkers eens per 3 jaar in de gelegenheid worden gesteld om op herhalingsscholing te gaan voor de bekwaamheidsverklaringen. Vormen van scholing: Scholing kan al naar gelang de aard en noodzaak in verschillende vormen gegeven worden. Meerdaagse cursussen, trainingen, training on the job, train de trainer projecten, instructie op de werkplek, klinische lessen, themamiddagen, etc. In het uitvoeringsplan wordt dit per onderdeel aangegeven. 5

7 Evaluatie en effectmeting: Het ingezette opleidingsbeleid en de uitvoering hiervan moet in effecten zichtbaar zijn in de dagelijkse werksituatie. De effectmeting vindt plaats op de volgende wijze. Na afloop van de cursus/scholing ontvangen de medewerkers een evaluatieformulier met het verzoek om deze in te vullen. Hieruit trekken de praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren een voorlopige conclusie. De praktijkopleiders/ opleidingscoördinatoren nodigen de afdelingshoofden een half jaar later uit voor een evaluatie-overleg. Hierin zal per cursus/scholing vastgelegd worden wat het effect in de praktijk tot dan toe is geweest. Jaarlijks, in de 1 e week van november, worden de dag en meerjaren scholingen geëvalueerd en wordt er nagegaan of het beoogde effect is bereikt. Op basis van deze uitkomsten wordt het ingezette beleid bijgesteld dan wel gecontinueerd. Verantwoording opleidingen 2013/2014: Niet jaarlijkse scholing Scholing Ergocoaches In 2013 worden er op alle zoegafdelingen een ergo-coach aangesteld. De ergocoaches zullen een basiscursus gaan volgen. Cursus gedragscompas De medewerkers van de Beukenhof en 2 medewerkers van de Dagopvang leren op een praktische wijze moeilijk begeleidbaar gedrag en gedragsverandering te herkennen. Dit gebeurt aan de hand van de door Welnis Preventie ontwikkelde signaleringslijst de Niet Pluis Index. In de cursus wordt veel voorkomend moeilijk begeleidbaar gedrag besproken. Aan de hand van de interactiecirkel van dr. T. Leary worden deelnemers bewust gemaakt van het effect van het eigen gedrag op het gedrag van de bewoner. De cursus zal worden gehouden in 2 groepen van 14 personen in het najaar van 2010 en in het voorjaar van Cursus wondzorg BCM heeft een actieve wondcommissie met als voorzitter een decubitusverpleegkundige. De nieuwe leden van de wondcommissie worden in de gelegenheid gesteld om zo kennis te verkrijgen en nieuwe technieken te leren tijdens deze cursus.. Scholing zorggerelateerde taken Onder scholing zorggerelateerde taken wordt verstaan: Tillen, Verplaatsen, Diabetes, Tena, COPD, Compressie zwachtelen, Stoma, Zuurstof enz. In groepen van 14 medewerkers, zal in een 3 jaarlijkse scholing /training /klinische les alle zorg gerelateerde taken aan bod komen. Opleiding verzorgende IG verkort traject BCM start in september met een verkort traject opleiding tot verzorgende IG. 15 Medewerkers in de functie van helpende worden via de BBL-leerweg in de gelegenheid gesteld om zich in 1 jaar om 6

8 scholen tot verzorgende IG. Dit project wordt in samenwerking met het Noorderpoort te Stadskanaal gestart. Opleiding verpleegkundige De veranderde zorg heeft tot gevolg dat een andere deskundigheid van medewerkers wordt verwacht. Dit heeft tot gevolg dat BCM medewerkers de mogelijkheid heeft geboden een BBL- route te volgen om opgeleid te worden tot verpleegkundige niveau 4. Zes medewerkers volgen nu de opleiding verpleegkundige niveau 4, waarvan 4 de opleiding hopen af te ronden in 2014 en 2 in Jaarlijkse scholing Scholing OR BCM heeft een actieve ondernemingsraad. De OR wordt elk jaar in de gelegenheid gesteld om bijscholingen en cursussen te volgen. Scholing voorbehouden handelingen Om het personeel bevoegd te houden om voorbehouden handelingen te kunnen uitvoeren, vinden jaarlijks scholingen plaats. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn bekwaamheid. Afdelingshoofden en praktijkopleiders zijn ervoor verantwoordelijk dat voldoende werknemers bevoegd (en bekwaam) zijn om handelingen uit te voeren. Scholing HACCP Om het HACCP certificaat voor voeding te behouden, worden verschillende cursussen gevolgd door het keukenpersoneel. Scholing BHV Voor BHV (bedrijfshulpverlening) wordt elke 2 jaar een cursus aangeboden waar een oefening aan gekoppeld is. In september /oktober 2010 wordt een cursus BHV aangeboden aan de bedrijfshulpverleners. Hieronder hoort onder andere een brandoefening en een reanimatiecursus. De reanimatiecursus komt jaarlijks terug. Scholing wondcommissie BCM heeft een actieve wondcommissie met als voorzitter een decubitusverpleegkundige. De wondcommissie wordt in de gelegenheid gesteld om hun kennis up-to-date te houden en nieuwe technieken te leren tijdens cursussen en bijeenkomsten. Scholing ergocoach Om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen wordt de ergocoach in de gelegenheid gesteld om zich jaarlijks bij te scholen. Opfriscursus omgevingszorg afdeling meerzorg 7

9 De medewerkers van de afdeling meerzorg volgen jaarlijks de opfriscursus omgevingszorg van één dag. Tijdens deze training leren de medewerkers onder meer praktische vaardigheden om professioneel met het gedrag van dementerende bewoners om te gaan. Verder wordt er aandacht besteed aan het op één lijn zitten wat betreft afspraken die in het behandelplan zijn gemaakt. Palliatieve aandachtsvelders. BCM heeft 3 palliatieve aandachtsvelders. Hun aandacht gaat uit naar cliënten die extra zorg nodig hebben. Zij weten wat er op de afdeling speelt en bewaken dit. Jaarlijks zullen zij 1 á 2 themabijeenkomsten t.a.v. palliatieve zorg voor de medewerkers organiseren. De jaarlijks bijscholing zal verzorgt worden door het Refaja ziekenhuis. Bijscholing ECD Qic is het Elektronisch Cliënten Dossier (ECD) van BCM. Jaarlijks zullen de superusers een bijscholing krijgen met betrekking tot de veranderingen in Qic. De superusers zorgen ervoor dat de medewerkers op de werkvloer up to date blijven. BBL opleidingen BCM biedt medewerkers de gelegenheid om in kader van hun persoonlijke ontwikkelingsplan een opleiding te volgen. Bijscholing huishouding De huishoudelijke medewerkers ontvangen jaarlijks een scholing gegeven door Argo. 8