95e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

Transcriptie

1 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente 's-hertogenbosch Nr april e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling De arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren zijn vastgelegd in de gemeentelijke Rechtspositieregeling. Het college heeft op 27 maart 2018 besloten deze Rechtspositieregeling per 1 april 2018 te wijzigen. De 95ste wijziging, een praktische indeling van het hoofdstuk 17 van de gemeentelijke Rechtspositieregeling en het wijzigen van het artikel (CAR) 17:5 over de loopbaan. Het College van burgemeester en wethouders van s-hertogenbosch in zijn vergadering van 27 maart 2018, Gezien het voorstel met reg.nr gelet op de Gemeentewet; Besluit vast te stellen: De 95ste wijziging van de Rechtspositieregeling met ingang van 1 april De wijzigingen in het hoofdstuk 17 van de gemeentelijke Rechtspositieregeling. Per 1 april 2018 komt het hoofdstuk 17 te luiden als volgt: 17 OPLEIDING EN ONTWIKKELING Paragraaf 1 persoonlijk ontwikkelingsplan Ontwikkeling en mobiliteit Artikel 17:1 1. De ambtenaar is op de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor zijn duurzame inzetbaarheid en loopbaanperspectief, waardoor diens positie op de interne en externe arbeidsmarkt verbetert. 2. In het belang van de organisatie en zichzelf ontwikkelt de ambtenaar zich door middel van scholing en het opdoen van werkervaring. 3. De ambtenaar maakt actief gebruik van het gemeentelijk loopbaanbeleid. 17:1:1 De ambtenaar draagt er mede zorg voor dat gegevens met betrekking tot zijn ontwikkeling en opleiding aan de orde komen in de gesprekken met zijn leidinggevende en worden vastgelegd in de daarvoor bestemde bestanden. Loopbaanadvies Artikel 17:2 1. Het college begeleidt en ondersteunt de ambtenaar bij het verbeteren en ontwikkelen van diens inzetbaarheid en mobiliteit. 2. Het college voert een actief intern en extern mobiliteitsbeleid en onderhoudt loopbaanbeleid, gericht op mobiliteit en organisatieverandering. 3. Het college wijst de ambtenaar op diens mogelijkheden binnen het gemeentelijk loopbaanbeleid. Individueel loopbaanbudget Artikel 17:3 Vervallen. Persoonlijk Ontwikkelingsplan Artikel 17:4 1. Naast de afspraken over het individueel loopbaanbudget leggen het college en de ambtenaar in een persoonlijk ontwikkelingsplan de afspraken vast over de loopbaanontwikkeling en de vereiste kennis en vaardigheden van de ambtenaar, alsmede een in dat kader door hem te volgen opleiding en de te ondernemen activiteiten. 2. Het persoonlijk ontwikkelingsplan wordt ten minste een keer per drie jaar opgesteld en door het college vastgesteld. 1

2 3. Een te volgen opleiding en de te ondernemen activiteiten passen in de doelstellingen, criteria en budgettaire voorwaarden van het gemeentelijk opleidingsbeleid, zoals neergelegd in het door het college vastgestelde opleidingsplan. 4. De kosten die gemaakt worden in het kader van de in het persoonlijk ontwikkelingsplan opgenomen opleiding en activiteiten worden door het college vergoed. 5. In het persoonlijk ontwikkelingsplan worden afspraken vastgelegd met betrekking tot benodigd verlof en eventuele verdere medewerking van de zijde van de werkgever die de ambtenaar in staat moeten stellen de gemaakte afspraken uit te voeren. 6. In het persoonlijk ontwikkelingsplan worden afspraken vastgelegd met betrekking tot een of meer van de volgende onderwerpen: de keuze van opleidingsvorm of instituut, alsmede de redelijkerwijs te maken kosten; de periode gedurende welke een studie gevolgd zal worden; de minimaal te behalen resultaten en te maken voortgang; de omstandigheden onder welke een te volgen studie kan worden onderbroken of gestopt; de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de genoten vergoeding bij het voortijdig afbreken van een studie door de ambtenaar; de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de genoten vergoeding bij het verlaten van de gemeentelijke dienst binnen een te bepalen periode na afronding van de studie; eventuele andere onderwerpen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de gemaakte afspraken. Loopbaanadvies Artikel 17:5 De ambtenaar heeft na elke periode van vijf jaar recht op loopbaanadvies bij een door het college aangewezen interne of externe deskundige. Artikel 17:6 In het persoonlijk ontwikkelingsplan van en het functioneringsgesprek met een ambtenaar van 50 jaar en ouder stelt het college zijn belasting en belastbaarheid aan de orde. Zo nodig worden naar aanleiding hiervan afspraken gemaakt over aanpassingen in het individuele takenpakket. Flankerend beleid Artikel 17:7 Het college stelt vast welke mobiliteitsbevorderende voorzieningen beschikbaar kunnen worden gesteld aan ambtenaren die zich in een Van-werk-naar-werk-traject bevinden. Paragraaf 2 Studiefaciliteiten Opleiding Artikel 17:8:1 Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder opleiding: onderwijs/training door een onderwijsinstituut gericht op het verkrijgen, behouden of verbeteren van kennis en/of vaardigheden. Studiefaciliteiten algemene voorwaarden Artikel 17:8:2 1. Een ambtenaar komt op zijn verzoek in aanmerking voor studiefaciliteiten als: a. De opleiding vereist is voor de uitoefening van de huidige of een mogelijk toekomstige functie van de ambtenaar of b. De opleiding bijdraagt aan de ontwikkeling van de ambtenaar, welke ontwikkeling het belang is van de organisatie. 2. Het college verleent een ambtenaar op diens verzoek in verband met een voorgenomen opleiding studiefaciliteiten zoals omschreven in de volgende artikelen, op voorwaarde dat: 2

3 a. In een voortgangs- of beoordelingsgesprek of in het persoonlijk ontwikkelingsplan van de ambtenaar afspraken zijn vastgelegd dat de ambtenaar de opleiding waarvoor hij faciliteiten vraagt, gaat volgen. b. Voldoende financiële middelen ter beschikking staan; c. De dienst het toelaat. 3. De studiefaciliteiten worden door het college verleend voor de duur van de gehele opleiding, tenzij a. het verzoek zich beperkt tot een deel van de opleiding of b. het college nadrukkelijk bepaalt dat voor een omschreven deel van de opleiding faciliteiten worden verleend.bij de duur van de opleiding wordt uitgegaan van de normaal te achten duur van de opleiding waarvoor faciliteiten worden verleend. 4. Na afloop van de termijn waarvoor studiefaciliteiten zijn verleend, kan door de ambtenaar een nieuw verzoek voor faciliteiten voor de opleiding worden ingediend. 5. De ambtenaar informeert zijn leidinggevende over de voortgang en (tussentijdse) resultaten van zijn opleiding. 6. De ambtenaar stuurt afschriften van (tussentijds) verkregen cijferlijsten, certificaten, diploma s en dergelijke in zodat deze kunnen worden opgenomen in zijn (digitale) dossier. 7. Bij de toekenning van faciliteiten voor een opleiding die qua duur meer dan 12 maanden beslaat, wordt door de ambtenaar minstens één maal per 12 maanden inzicht gegeven in de stand van de opleiding, zijn activiteiten rondom de opleiding en de vorderingen daarbij, op basis van een door hem in te sturen overzicht. Dit overzicht wordt opgenomen in zijn (digitale) dossier. 8. De aan de ambtenaar toegekende faciliteiten vervallen van rechtswege voor de toekomstige periode indien de ambtenaar niet heeft voldaan aan het gestelde in het zevende lid. Soort studiefaciliteiten Artikel 17:8:3 1. De studiefaciliteiten bestaan uit:de vergoeding van noodzakelijke kosten.in aanmerking komt vergoeding van: a. Les- of examengeld; b. Boeken en andere voorgeschreven materialen; c. Excursies en trainingen in Nederland, voortvloeiend uit de opleiding. 2. Het verlenen van verlof. 3. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen: a. Studieverlof voor het volgen van een opleiding onder werktijd, voor het deelnemen aan excursies en examens en voor de daaruit voortvloeiende reistijd. b. Compensatieverlof voor het volgen van een opleiding die geheel of voor een belangrijk gedeelte buiten de voor de ambtenaar geldende werktijd wordt gegeven. Vergoeding van kosten en verlening van studieverlof/compensatieverlof Artikel 17:8:4 1. De noodzakelijke kosten van een opleiding komen voor rekening van het college. 2. Voor het volgen van een opleiding onder werktijd, wordt studieverlof toegekend, gelijk aan de duur van de lessen en dergelijke, plus de eventueel benodigde reistijd met als maximum de voor de ambtenaar op die dag geldende arbeidsduur.de ambtenaar informeert zijn leidinggevende over het lesrooster van zijn opleiding. 3. Voor het volgen van een opleiding volledig of voor een belangrijk gedeelte buiten de voor de ambtenaar geldende arbeidsduur plaatsvindt, wordt compensatieverlof toegekend. Dit verlof bedraagt in de regel per week, twee uur. De ambtenaar neemt het compensatieverlof op in overleg met en na instemming van zijn leidinggevende. 4. Op grond van bijzondere omstandigheden, onder andere gelet op de eigen tijdsinvestering van de ambtenaar voor het volgen van de opleiding, kan meer of minder verlof worden toegekend dan waarvoor de ambtenaar op grond van de voorgaande leden in aanmerking zou zijn gekomen. Hierbij kan ook een combinatie van studie- en compensatieverlof worden toegekend, waarbij het compensatieverlof voor maximaal vier uur per week kan worden toegekend. 3

4 5. Op grond van bijzondere omstandigheden kan een gedeeltelijke vergoeding van de kosten worden toegekend of van vergoeding van de kosten worden afgezien in combinatie met gehele of gedeeltelijke toekenning van studie- of compensatieverlof. Bij toekenning van compensatieverlof bedraagt deze dan maximaal twee uur per week. 6. Aan de ambtenaar met gedeeltelijk dienstverband wordt bij het verlenen van verlof in verband met het volgen van een opleiding op tijdstippen buiten de voor de ambtenaar voor die tijdstippen geldende arbeidsduur, afhankelijk van de omstandigheden, meer of minder verlof toegekend dan waarvoor de ambtenaar op grond van de voorgaande leden in aanmerking zou zijn gekomen of worden andere passende afspraken gemaakt. Hierbij kan ook een combinatie van studie- en compensatieverlof worden toegekend, waarbij het compensatieverlof voor maximaal vier uur per week kan worden toegekend. Rekeningen van het opleidingsinstituut/verstrekken van inlichtingen Artikel 17:8:5 1. De ambtenaar draagt er zorg voor dat rekeningen van het opleidingsinstituut in verband met zijn opleiding op naam van de gemeente, tevens voorzien van zijn persoonsgegevens en de naam van de opleiding, met de juiste betalingskenmerken aan de gemeente worden aangeboden. 2. Het college draagt zorg voor betaling van de rekening van het opleidingsinstituut en legt de hoogte van de gemaakte noodzakelijke kosten die ten behoeve van de opleiding van de ambtenaar zijn gemaakt vast. 3. Voor aanvullende opleidingskosten wordt in beginsel dezelfde werkwijze gevolgd als omschreven in lid 1 en lid 2. Aanvullende door de ambtenaar betaalde noodzakelijke opleidingskosten kunnen ook door de ambtenaar onder overlegging van bewijsstukken worden gedeclareerd bij het college. 4. De ambtenaar is verplicht direct alle inlichtingen te verstrekken die voor de uitvoering van dit hoofdstuk nodig zijn, waaronder de melding dat de opleiding is afgerond of door de ambtenaar is stopgezet. Deelnemen aan examen/tentamen Artikel 17:8:6 De ambtenaar is verplicht aan het eerstvolgende voor zijn opleiding geldende examen deel te nemen tenzij hierover afwijkende afspraken zijn gemaakt tussen de ambtenaar en zijn leidinggevende. Intrekken verleende studiefaciliteiten Artikel 17:8:7 Naast het vervallen van toegekende faciliteiten als bedoeld in 17:8:2 achtste lid, kan het college verleende studiefaciliteiten voor de toekomst intrekken op grond van: a. Onvoldoende studie-inspanningen of onvoldoende resultaten; b. Ontslag van de ambtenaar uit de gemeentelijke dienst; c. Verandering van functie door de ambtenaar waardoor met het volgen van de opleiding niet langer een gemeentelijk belang voorop staat; d. Bijzondere omstandigheden. Terugbetalen van studiefaciliteiten Artikel 17:8:8 1. De ambtenaar dient de hem toegekende vergoeding als bedoeld in artikel 17:8:3 eerste lid terug te betalen indien: a. De studieresultaten onvoldoende zijn, tenzij de ambtenaar daar geen verwijt van kan worden gemaakt; b. De ambtenaar zonder toestemming met de opleiding stopt; c. De ambtenaar door verwijtbaar eigen toedoen of nalaten binnen een termijn van twee jaar na afronding van de opleiding wordt ontslagen. d. Aan het dienstverband van de ambtenaar op eigen verzoek een einde komt tijdens het volgen van de opleiding of binnen twee jaren na afronding van de opleiding tenzij op grond van 4

5 bijzondere omstandigheden bij de verlening van de studiefaciliteiten door het college is bepaald dat een dergelijke terugbetalingsverplichting niet van toepassing is. e. Een tijdelijke aanstelling op initiatief van de ambtenaar of door verwijtbaar eigen toedoen of nalaten, binnen een termijn van twee jaar na afronding van de opleiding niet wordt verlengd of wordt omgezet in een vast dienstverband. 2. Bij terugbetaling van de vergoeding gedurende het dienstverband wordt het bedrag in termijnen ingehouden op het salaris, salaristoelagen(n) en het IKB. 3. Bij terugbetaling bij het einde van het dienstverband wordt het bedrag in zijn geheel invorderbaar en wordt het verrekend met de nog te betalen bedragen aan salaris, salaristoelage(n), IKB en eventuele tegemoetkomingen of onkostenvergoedingen. 4. Bij het vervallen van de studiefaciliteiten als bedoeld in artikel 17:8:2 achtste lid dient de ambtenaar het bedrag van de aan hem toegekende vergoeding volledig terug te betalen. Het tweede en derde lid van dit artikel zijn dan van overeenkomstige toepassing. Hoogte bedrag terug te betalen studiefaciliteiten Artikel 17:8:9 De terugbetalingsverplichting in gevallen omschreven in artikel 17:8:8 onder a, b of c bedraagt het volledige bedrag van de verstrekte vergoeding. Het college kan, in bijzondere omstandigheden, besluiten slechts een deel van de verstrekte vergoeding terug te vorderen. 1. De terugbetalingsverplichting in gevallen omschreven in artikel 17:8:8 onder d en e bedraagt bij beëindiging van het dienstverband binnen twee jaren na afloop van de opleiding het volledige bedrag van de vergoeding, met dien verstande dat voor iedere hele maand dat het dienstverband heeft voortgeduurd na afloop van de opleiding het terug te betalen gedeelte met 1/24 wordt verminderd. Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders, gehouden op 27 maart 2018 De secretaris, mr.drs. I.A.M. Woestenberg De burgemeester, Drs. J.M.L.N. Mikkers 5