1.1 Wat we willen en hoe we het willen: verbinding met de praktijk

Transcriptie

1 1.1 Wat we willen en hoe we het willen: verbinding met de praktijk 1. Betekenisvoller leren door verbinding met praktijk, praktijken 43x observeren en zelf doen. Contextrijk onderwijs in de context. Bv. Onderwijs koppelen aan stage, beoordelen en coachen op de werkplek 2. Samen met scholen leren en ontwikkelen, en opleiden. Geen 29x onderscheid instituut en school. 3. Meer stage; meer en eerder praktijkervaring nodig voor betekenisvol 22x leren (en ontdekken of het docentschap iets voor je is ). Leren hoe je met leerlingen omgaat. 4. Coachen, vakdidactiek en vakinhoud combineren. Vakkennis en 16x operationele vaardigheden/pedagogisch klimaat beide nodig. Een opleider die veel weet is ook inspirerend. Niet alleen maar aandacht voor coaching. 5. Praktijkroutes, regioleren, bedrijfsleren en de docent als coach en spin 13x in het web 6. Samenwerken docent, student en werkveld, samen verantwoordelijk. 13x 7. Beroepsgerichte learning outcomes voor stages 11x 8. Gedeeld eigenaarschap leerproces en vakdidactiek 9x 9. Stagebegeleiding sluit niet altijd goed aan, stagebegeleider moet ook 7x maar de tijd willen nemen 10. Bijblijven op vakgebied en verbinden met bedrijfsleven door 6x bedrijfsleven meer betrekken bij het onderwijs. Hanteren nieuwe social media in combinatie met gereedschappen. Ook: docenten die met 1 been in de echte wereld staan en met het andere in de NHL. 11. Stageplekken meer koppelen aan leervragen, nu te weinig 4x 12. Opleider kan helpen om de koppeling theorie en praktijk te maken, 3x het impliciete expliciet maken en zo hbo-niveau erin krijgen 13. Leerlingen zelf bijles voor elkaar laten organiseren in leegstaande 2x lokalen. Goede leerlingen laten uitleggen aan minder goede leerlingen. 14. Ontwikkelingen in het onderwijs meer integreren met 2x lerarenopleiding, zeker in mbo vanwege directe aansluiting bij werkveld. VO is daarin nog traditioneler. Kijk wat er gebeurt in alle onderwijs soorten en geef die ontwikkeling een plek in de opleiding. 15. Leren als interactie i.p.v. kennisoverdracht 1x 16. Studenten moeten zich meer thuis gaan voelen in de opleiding en 1x meer verbonden voelen met de doelgroep waar ze terecht komen 1

2 1.2. Categorie-specifieke kanttekeningen 1. Deel buitenwereld, kennis en expertise zit al in de basis in de kom 4x 2. Te weinig stageplekken voor vraag gestuurd onderwijs 3x 3. Beter samenwerken en afstemmen met scholen bij stages 3x 4. Wordt de afstand niet te groot als mensen weinig meer op school 3x komen? 5. Wat je leert op de opleiding loopt soms achter bij wat in de praktijk 3x gebeurt bv. vernieuwingsscholen (maar ook wel andersom). Aan elkaar toetsen nodig. 6. Het werkveld verandert, weg van het klassieke lesmodel en gaat meer 3x voorwaarden stellen over waar een docent aan moet voldoen. 7. Praktijkopdrachten vormgeven is moeilijk; kader nodig 2x 8. Student niet koppelen aan 1 school maar aan werkveld 2x 9. Waar je stageloopt maakt uit voor het type docent dat je aflevert 1x 1.2. Categorie-specifieke vragen 1. Moet de lerarenopleider vakspecialist of generalist zijn? En moet je alle vakken leren op de NHL of kan het op de scholen? 1x 2

3 2.1. Wat we willen en hoe we het willen: meer vraag gestuurd en minder aanbodgericht onderwijs 1. Aanbodgericht, docent-gestuurd onderwijs met orerende docent boeit, 48x prikkelt en verdiept niet. Veroorzaakt consumptiegedrag en smoort/ infantiliseert student of is niet altijd even prettig. Aanbodgericht onderwijs op NHL komt soms maar weinig overeen met praktijk en motiveert te weinig. 2. Vraag gestuurd onderwijs helpt praktische leervragen student invullen. 16x Ook: studenten moeten leren vragen te stellen, zich dingen af te vragen. 3. Leren vanuit talenten en interesse 8x 4. Onderwijs is te sterk aanbodgericht, dat kan minder 8x 5. Aanbodgericht onderwijs, reproductie leidt louter op voor examen. 8x Focust op individuele prestaties Blijft niet hangen. 6. Meer vraag gestuurd onderwijs, samen met student onderwijs maken 5x 7. Studenten bevragen op leerwensen 4x 8. Relatie opbouwen en rolmodel zijn is nodig voor stabiliteit en om 3x tieners te kunnen gidsen. Dat lukt niet in standaardroosters. 9. Zowel vraag gestuurd als aanbod gestuurd onderwijs (studenten) 3x 10. Vraag gestuurd onderwijs geeft boodschap van vertrouwen af 2x 11. Veel keuzemogelijkheden bieden als vraag gestuurd 1x 12. Meer vraag gestuurd digitaal en nieuwe middelen 1x 13. Ik wil meer de diepte in, er is bv. weinig aandacht voor literaire kant 1x bij Nederlands (student) 2.2. Categorie-specifieke kanttekeningen 1. Kennisbasis is feitjeskennis en belemmerend (maar volgens velen ook 21x nodig) 2. Vraag gestuurd past niet altijd bij elke student en/van elke opleiding 15x 3. Studenten vinden aanbodgericht prettig, vragen zelf om colleges 11x 4. Af van aanbodgericht onderwijs betekent uit je comfort zone voor 7x student en docent 5. De docent ontwerpt momenteel nog het onderwijs 6x 6. Voorkeur voor aanbodgericht en vraaggericht is afhankelijk van het vak. 4x Bijvoorbeeld: onderwijskunde liever in de groep, wiskunde liever traditioneel klassikaal. Voor alles is een route (deeltijdstudenten). 7. Colleges kunnen ook activerend, zonder consumptief gedrag op te 2x roepen, bv. met betrekken ICT en praktijk. 8. Vraag gestuurd en samen met studenten onderwijs maken is ook een 2x vraag van wat past bij jou als docent 3

4 2.3. Categorie-specifieke vragen 1. Hoe help je studenten hun voorkeuren leren kennen? 1x 2. Hoe ga je bij vraaggericht onderwijs om met zinvolle vakken waarvan 1x studenten de zin niet meteen zien? 3. Hoe kom je bij vraag gestuurd onderwijs uit bij de kern of kaders van 1x wat je moet kunnen? (studenten) 4

5 3.1: Wat we willen en hoe we het willen: samen onderwijs maken, leren van en met elkaar en de opleider als coach en facilitator 1. Leren van en met elkaar (wederzijds, dialoog). Ook als opleiders meer 29x samen delen en met en van elkaar leren. Expliciet maken en bespreken wat we van elkaar hebben geleerd 2. Faciliteren en coachen van de trektocht, intervisie 26x 3. Samen onderwijs maken 23x 4. Leren in communities en netwerken 14x 5. Leren doe je overal, niet alleen in school of klaslokaal 6x 6. Coachen om voorkeuren student te achterhalen 6x 7. Open systemen 4x 8. Open deuren bij het onderwijs. Elkaar laten meekijken en binnenlaten 4x voor gezamenlijk leerproces. Ook samen met studenten vervolgopleidingen en vooropleidingen van leerlingen bezoeken: waar leiden we voor op? 9. Overig samen onderwijs maken en leren met en van elkaar 3x 3.2. Categorie-specifieke kanttekeningen 1. Student kan leerdoelen niet zelf aangeven 10x 2. Leren van elkaar vraagt andere verhoudingen docent student en 4x ander beeld van student 3. Meer coachende rol opleider en meer zelfsturing naarmate de student 3x verder is gekomen in de opleiding. 4. Dilemma s rond vakkennis en coaching 2x 5. Samen onderwijs vormgeven student en docent wordt soms slepend. 1x Lestijd gaat op aan bepalen van onderwerpen volgende lessen 3.3. Categorie-specifieke vragen 1. Hoe geef je gepersonaliseerd leren vorm in een klas van 30 leerlingen? En hoe maak je dat betaalbaar? (studenten) 2x 5

6 4.1 Wat we willen en hoe we het willen: leren als trektocht en leerweg onafhankelijk onderwijs 1. Firm goals, flexible means (ook: firm goals herformuleren naar 26x betekenisvoller doelen) 2. Meer differentiëren, personaliseren 19x 2. Leren als trektocht 18x Mensen die nieuwsgierig blijven, levenskunstenaars redden het wel 3. Leerwegonafhankelijk onderwijs, betekent meer eigenaarschap en 10x ruimte voor studenten 4. Flexibel omgaan met kennisbasis; bv. ook te leren door in het veld te 9x gaan kijken en onderzoeken 5. Flexibele leraar 7x 6. Leren in een community, samen, steun zoeken bij elkaar. Makkelijker 7x propedeuse halen 7. Combinatie trektocht en georganiseerde reis 2x 8. Liever leren als georganiseerde reis (student) 1x 9. Gedifferentieerd leren is leuker (student) 1x 4.2. Categorie-specifieke kanttekeningen 1. Belemmeringen voor leerweg onafhankelijk onderwijs in bv. toetsen en 5x aanwezigheidsverplichting 2. Wel duidelijkheid en structuur nodig bij trektocht 5x 3. Volgtijdelijke planning in onderwijs hindert leerweg onafhankelijk leren 4x 4. Systeem nu ook best goed met verplichte vakken en een aantal 4x keuzevakken. Ik wil eerst mijn klas onder controle leren krijgen, gepersonaliseerd leren doorvoeren zou mij niet lukken (studenten) 5. Kanttekeningen bij leerwegonafhankelijk onderwijs, bv. aansluiting op 3x VO. 6. Veel studenten hebben nog weinig weet van hun leerstijlen, wordt nog 2x onderbelicht 7. Gepersonaliseerd leren is hier nog niet aan de orde (student) 1x 8. Je leert weinig in de opleiding over differentiëren (studenten) 2x 9. Leerstof jaarsysteem verdwijnt, werkt niet meer. Steeds meer gepersonaliseerd 1x leren. Door technologisering is nakijken niet meer nodig Categorie-specifieke vragen 1. Hoe organiseer je leren als trektocht? 3x 2. Hoe voorkom je gefractioneerdheid bij gepersonaliseerd leren? 2x 3. Hoe overkom je je eigen sturingsbehoefte als opleider als het niet 1x meteen lukt? 4. Hoe sla je piketpalen bij leerwegonafhankelijk onderwijs? Beoordelen 1x op deelvaardigheden? 5. Veel leerlingen hebben geen zin om alvast verder te gaan met hun werk 1x als ze het snel snappen (reactie student op gepersonaliseerd leren) 6. Wat is leerweg afhankelijk en onafhankelijk onderwijs? (studenten) 2x 6

7 5.1 Wat we willen en hoe we het willen: grenzen van de NHL en landsgrenzen overstijgen, Instituut Educatie en de NHL-hogeschool als facilitators van ontmoeting en ontwikkeling en een breder aanbod. Vakdocent versus wereldburger blijft een punt van discussie. 1. Bildung, socialisatie (als hoger doel) (o.a. voor buiten kaders denken, 35x meer bewuste keuzes). Meer focus op ontwikkeling, wie ben je en wat drijft je, wat past bij je, ook vakgerelateerd. Leidt tot betere keuzes voor opleiding in een vroeg stadium. Vmbo laat socialisatie liggen, dat kan leiden tot verkeerde keuzes. Gids nodig om je te ontplooien, maar ook nauwe banden met het werkveld. 2. Mondiaal denken, internationaliseren. Buiten kaders en grenzen kijken: 35x in het werkveld (regionaal), bij meerdere scholen, en ook in het buitenland (mondiaal). Regionale werkveld in het BO is cruciaal. Contacten met regio zijn voor verbetering vatbaar. 3. Aanbod, werkveld en markt verbreden, bv. voor docent ongeschikte 33 x student, voor leven lang leren bv. oudere docenten bijscholen, bijscholen na een aantal jaren werkervaring, bij nieuwe ontwikkelingen, naar PO, terugkomdagen voor jonge docenten, verbreden wereldburgerschap voor te nauw georiënteerde docenten. Ook: vakonderwijs evolueert heel sterk en daar moet je als hogeschool veel meer op inspelen, dan blijft vakspecialisme bestaan. 4. Vakdocent én wereldburger (als hoger doel, beide zinvol). Ook: de 21x aandacht verschilt per opleiding en mag meer verdeeld over beide. 5. Profileren (op een bepaald type docent) 18x 6. NHL hogeschool als thuisbasis, plek van ontmoeting en verbinding, bron 17x van expertise en versneller van leren 7. Instituut Educatie niet scheiden van werkveld, expertisecentrum van 13x waaruit docenten communities opzoeken en ingeschakeld kunnen worden 8. Kritisch denken en discussie stimuleren in onderwijs 9x 9. Vakdocentschap moeten studenten (meer) van weten want daarmee 5x verdien je je brood 10. Vak mag wel wat minder en meer aandacht voor leerproces in de 5x opleiding (studenten) 11. Een opleiding die opleidt tot de professional van de toekomst 3x 5.2. Categorie-specifieke kanttekeningen 1. Je leidt (nu) voornamelijk op voor de noordelijke vier, vijf provincies 6x 2. Er wordt nu voornamelijk opgeleid tot vakdocent, niet tot 5x wereldburger. Vakdocent worden is waar je voor gaat (studenten). 3. Steeds sterkere focus op vaardigheden, maar vakspecialisme nog steeds 4x aan de orde. Koppeling vakinhoud en stage (zoals Pabo) 4. Praktijk, vakkennis verdwijnt steeds meer (o.a. mbo) 3x 5. Leven lang leren is duur en zou meer gestimuleerd moeten worden 2x 7

8 vanuit de overheid 6. Docenten verschillen: sommige zijn goed in vakdoceren, andere in 1x coachen 7. NHL is nu nog te veel een plek. Geen verbinding met cloud en thuis. 1x 8. MBO meer noodzaak tot vakbekwaamheid dan vmbo. 1x 5.3. Categorie-specifieke vragen 1. Wat is wereldburgerschap, waar ligt de relatie met de 4x lessen/docentschap en hoe kan dat vorm krijgen in lessen? Wat vraagt dat van de opleider? 2. Kies je voor het vak of voor leraarschap? Veel tweedegraads kiezen wel 4x specifiek voor een vak (vorming dan wellicht minder nodig) 3. Vakspecialisatie verdwijnt met brede vakken en daarmee verdwijnt 3x liefde voor het vak. Hoe krijgen we de vakmensen weer op de werkvloer? Vastbijten in vakinhoud, dan ga je kapot. 4. Heeft de hogeschool de verschillende specialisaties en ontwikkelingen 2x van nu scherp? Administratieve banen mbo zijn er straks niet meer. Opleidingsstroom die opleidt tot werkeloosheid? Nieuwe makers zijn de nieuwe doelgroep. Anticiperen op splitsing beroepen. 5. Vakspecialisme op school aanbieden of in het veld? 1x 6. Is vakspecialistische begeleiding wel nodig? We hebben een goede 1x opleider op school die de studenten begeleidt. 8

9 6.1 Wat we willen en hoe we het willen: proces van visieontwikkeling 1. De dilemma s: het is en-en, niet of-of 43x 2. Profileren sluit scholen uit 15x 3. Brede visiedialoog voeren, inclusief werkveld, studenten andere 13x faculteiten en die faculteiten zelf 4. Fusie staat niet in scope 8x 5. Visiedialoog relateren aan andere ontwikkelingen 7x 6. Niet dichttimmeren, geen eenheidsworst; ieder moet eigen kleuring 6x kunnen geven. Ook: toon eerst maar eens aan dat het werkt (ook deeltijd studenten) 7. Visie is ongelijk aan strategie 3x 8. Op basis van gesprekken goed luisteren naar wat studenten willen leren 1x en dat in een vorm schenken. 9. Zoek de verbinding met platform x 9

10 7.1 Generieke kanttekeningen 1. Het systeem hindert, leidt af van het echte leren. 33x (O.a. prestatieafspraken studiekeuze, 50 EC halen (frustratie studenten), voorschriften, bevoegdheid halen, onbevoegd is nog niet onbekwaam) o.a. bij focus op ontwikkeling, motivatie). Een foute beroepskeuze bestaat niet in het kader van LLL. Maar VO wordt afgestraft als kind uitstroomt (prestatieafspraken, verdienmodel centraal). Competenties aantonen, bewijsmateriaal leveren zorgt dat studenten vergeten te leren voor zichzelf. Rendement denken is oorzaak consumptiegedrag studenten. We willen een georganiseerde reis omdat we het binnen vier jaar moeten doen. 2. Consumptieve houding onder studenten 21x 3. Studenten leren verschillend (mannen/vrouwen, typen studenten etc) 21x 4. Scholen werken niet mee (bv. traditioneel klassikaal; hoe vinden we 16x dan aansluiting) 5. Vraag gestuurd past niet altijd bij elke student en/van elke opleiding 16x 6. Kennisbasis is nodig maar ook belemmerend 15x 7. Profileren sluit scholen uit 15x 8. We selecteren te vroeg in Nederland, dat kan beter. Kinderen zien 11x niemand meer bezig. Vanaf 10-14/15 jaar meer laten ruiken aan allerlei beroepen, techniek, etc. Zeker in vmbo. Leerlingen geforceerd laten kiezen kost achteraf veel meer geld dan breed oriënteren. Vgl. Ook de ITIklassen van vroeger. 9. Studenten vinden aanbodgericht, programma s, methode waaraan je je 9x kunt houden prettig 10. Student kan leerdoelen niet zelf aangeven 7x 11. Student heeft beperkte handelingsruimte (om ruimte voor 6x vernieuwing te creëren in scholen) 12. Strakke structuren en een efficiëntie model resulteren in saaie 5x studenten zonder levenservaring en praktijkkennis. Vraagt wellicht werkplekleren in combinatie met leren in de school. 13. Studenten vinden hun weg niet in wat er al is 3x 14. Wel je eigen blinde vlekken blijven zien, een meetlat blijft nodig (bij 3x onbevoegd is nog niet onbekwaam). 15. (focus op) ontwikkeling kan niet zonder (focus op) resultaat 3x 16. Kwaliteit van de opleiding is de (eind)verantwoordelijkheid van de 3x opleiding, niet van de driehoek (studenten) 17. In de cloud leren is moderne jibber (deeltijdstudenten) 2x 18. Gebrekkige aansluiting MBO bij HBO, mag meer begeleiding op, evt 2x door VWO-leerlingen of door coach 19. Uitstroom uit vmbo is nu te breed. In het vmbo leren leerlingen een 2x klein beetje van alles. Meer samenwerken met bedrijfsleven en mbo. 10

11 7.2 Generieke vragen 1. Wat is kwaliteit en (hoe) meet je dat? Wat is goed onderwijs? Hoe 31x zorg je voor een hoger eindniveau? Ook: kennisbasis zegt niets over kwaliteit. Ook: Hoe check je of een student afstudeert met kennis als geen kennisbasis toets? Kun je in collegevorm vat krijgen op kennis? 2. Hoe ga je om met doorgaande veranderingen in onderwijs? 15x 3. Hoe krijgen we studenten uit consumptieve houding? (hoe dan met 10x vakkennis omgaan?) (bv. aansluiten bij werkveld, praktijk, stages, leeruitkomsten en flexibele weg) 4. Hoe ga je om met doorgaande veranderingen in onderwijs? 9x 5. (hoe) kan ICT, nieuwe technologie ondersteunen? Mengvormen met 9x ICT. Bv. flipping the classroom, meer thuis doen en in de groep vooral verwerkingsopdrachten. 6. Is het een bezuinigingsmaatregel? 6x 7. Hoe organiseer je leren als trektocht? Hoe maak je de slag naar 6x zelfgestuurd? 8. Hoe gaan we om met eisen van het systeem? 2x 9. Hoe verbind je de driehoek? 2x 10. Hoe ga je om met kennisbasis bij vernieuwen? 2x 11. Hoe weet je wat docenten in de toekomst moeten kunnen? Hoe kun je 2x dan plannen maken voor de opleiding? (studenten). Doe werkveldonderzoek. 12. Hoe voorkom je gefractioneerdheid bij gepersonaliseerd leren? 2x 13. Hoe week je leren los van het leslokaal? 2x 14. Hoe verbind je de driehoek? 2x 15. Wat kun je waar het beste leren en hoe, en is dat voor iedereen 2x hetzelfde? 16. Hoe kan de student vernieuwing stimuleren? 1x 17. Wat kan het IE met verbinding met praktijk? 1x 18. Hoe ga je om met verschillen tussen opleidingen? 1x 19. Kan elke student diversiteit aan? 1x 20. Binding met de ouders verdwijnt als kinderen naar het vo gaan. Hoe 1x bereik je ouders dan? Digitale ouderbetrokkenheid?. 21. Hoe help je studenten hun voorkeuren leren kennen? 1x 22. Hoe ga je bij vraaggericht onderwijs om met zinvolle vakken waarvan 1x studenten de zin niet meteen zien? 23. Financiën van een verbreed aanbod? 1x 11