De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest"

Transcriptie

1 De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2017

2 Verantwoordelijke uitgever Grégor Chapelle Directeur-generaal van Actiris, Gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling

3 Directrice-diensthoofd Cathy VAN REMOORTERE (nl) 02/ Directeur: Stéphane THYS (fr) 02/ Medewerkers: Amandine BERTRAND (fr) 02/ Mourad De VILLERS (fr) 02/ Marie DOZIN (fr) 02/ Jérôme FRANÇOIS (fr) 02/ Guillaume JACOMET (fr) 02/ Nicolas MUYLLE (nl) 02/ The Man LAÏ (fr) 02/ Emmanuelle POTTIER (fr) 02/ Marleen SENDERS (nl) 02/ Khadija SENHADJI (fr) 02/ Bénédicte VAN EGEREN (fr) 02/ Dries VANGENECHTEN (nl) 02/ Sandy VAN RECHEM (nl) 02/ Secretariaat: Xavier BERCKMANS (fr) 02/ Sterrenkundelaan Brussel ( studies@actiris.be website Observatorium Verantwoordelijke uitgever: Grégor CHAPELLE, directeur-generaal van Actiris

4 Inhoudstafel VOORWOORD... 3 DE VRAAG NAAR WERK: DE INTERNE WERKGELEGENHEID EN DE DEMOGRAFIE VAN ONDERNEMINGEN DE INTERNE WERKGELEGENHEID... 4 Wat kenmerkt de interne werkgelegenheid? DE LOONTREKKENDE TEWERKSTELLING... 7 Hoe evolueert de loontrekkende tewerkstelling in Brussel?... 8 In welke omstandigheden werken de bezoldigde werknemers? Hoe ziet de loontrekkende tewerkstelling er op gemeentelijk niveau uit? ZELFSTANDIGE ARBEID DE TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN IN HET BRUSSELS GROOTSTEDELIJK GEBIED DE DEMOGRAFIE VAN ONDERNEMINGEN HET ARBEIDSAANBOD: DE BRUSSELSE BEROEPSBEVOLKING DEMOGRAFISCHE ELEMENTEN DE WERKENDE BEROEPSBEVOLKING DE PENDELBEWEGINGEN Hoe evolueert het pendelverkeer naar en vanuit Brussel? Welk profiel hebben de pendelaars naar Brussel? DE NIET-WERKENDE BEROEPSBEVOLKING Hoe evolueert de werkloosheidsgraad? Hoe evolueren de werkzoekenden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke overgangen zijn kenmerkend voor werklozen op de arbeidsmarkt? CONCLUSIE... 47

5 Overzicht van de illustraties Figuur 1: Sectorale specialisatiecoëfficiënt in het Brussels Gewest (2015)... 7 Figuur 2: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling in de drie gewesten ( , index 2010 = 100)... 8 Figuur 3: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling volgens leeftijdscategorie in het Brussel Gewest ( ) Figuur 4: Ondernemingen en loontrekkende tewerkstelling volgens grootte van de onderneming in het Brussels Gewest (2015, in %) Figuur 5: Groeipercentage van de loontrekkende tewerkstelling volgens arbeidsregime en plaats van tewerkstelling ( ) Figuur 6: Percentage deeltijds werkenden volgens geslacht en plaats van tewerkstelling (2016) Figuur 7: Groeipercentage van de loontrekkende tewerkstelling volgens type arbeidsovereenkomst en plaats van tewerkstelling ( ) Figuur 8: Percentage tijdelijk werk volgens geslacht en plaats van tewerkstelling (2016) Figuur 9: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling per gemeente ( ) Figuur 10: Verdeling van de zelfstandigen volgens geslacht en woonplaats (2016, in %) Figuur 11: Verdeling van de zelfstandigen volgens leeftijdscategorie en woonplaats (2016, in %) Figuur 12: Verdeling van de zelfstandigen in het Brussels Gewest volgens activiteitensector (2016). 18 Figuur 13: Tienjarige evolutie van de bevolking volgens het gewest ( , in %) Figuur 14: Componenten van de loop van de bevolking volgens gewest, tussen 2012 en 2017 (in % van de bevolking op 1 januari 2012) Figuur 15: Vervangingsgraad van de beroepsactieven (15-24 jaar/ jaar, in %) Figuur 16: Land van herkomst van personen tussen 20 en 59 jaar in het Brussels Gewest (2014) Figuur 17: Voornaamste indicatoren van de Brusselse bevolking op beroepsactieve leeftijd (2016) Figuur 18: Evolutie van de verdeling van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest ( , in aantal) Figuur 19: Leeftijdsstructuur van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2016, in %) Figuur 20: Opleidingsniveau van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2016, in %) Figuur 21: Tewerkstellingssector van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2016, in %) Figuur 22: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad per gewest ( , in %) Figuur 23: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens geslacht in het Brussels Gewest ( , in %) Figuur 24: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens leeftijdscategorie in het Brussels Gewest ( , in %)... 36

6 Figuur 25: Werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad volgens afkomst en geslacht in het Brussels Gewest (2014, in %) Figuur 26: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren in de voornaamste Belgische steden ( , in %) Figuur 27: Evolutie van het percentage NEET's (Neither in employment nor in education and training) onder de jongeren van 15 tot 24 jaar volgens gewest ( , in %) Figuur 28: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest per gemeente ( , in %) Figuur 29: Instroom in en uitstroom uit de werkloosheid in de loop van 2016 (in aantal) Tabel 1: Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest (2016)... 6 Tabel 2: Evolutie van het aantal loontrekkende arbeidsplaatsen in het Brussels Gewest per sector ( )... 9 Tabel 3: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling volgens statuut en plaats van tewerkstelling ( ) Tabel 4: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling volgens geslacht en plaats van tewerkstelling ( ) Tabel 5: Evolutie van het aantal zelfstandigen volgens het statuut en woonplaats ( ) Tabel 6: Evolutie van het aantal opgestarte en stopgezette activiteiten volgens woonplaats van de zelfstandige (2016) Tabel 7: Structuur en evolutie van de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest en in de twee provincies van Brabant ( ) Tabel 8: Sectorale verdeling van de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest en in de twee provincies van Brabant (2015) Tabel 9: Evolutie van het aantal btw-plichtige ondernemingen per gewest ( ) Tabel 10: Evolutie van de oprichtings- en stopzettingsgraad van ondernemingen per gewest ( , in %) Tabel 11: Evolutie van het aantal faillissementen volgens sector, in het Brussels Gewest ( ) Tabel 12: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest volgens verschillende kenmerken ( ) Tabel 13: Arbeidsreserve (AR) in het Brussels Gewest volgens verschillende kenmerken (2016)... 45

7 Voorwoord Net zoals zijn vorige edities is ook deze jaarlijkse situatieschets van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontstaan vanuit de wens, maar ook de werkelijke behoefte, om de structuur en de recente evoluties van de werkgelegenheid en de werkloosheid in Brussel te analyseren. Deze publicatie is bestemd voor een divers publiek en neem zich voor om de kerngegevens die typisch zijn voor de gewestelijke werkgelegenheids- en werkloosheidsmateries uiteen te zetten. Dankzij de zesde staatshervorming en de overheveling van nieuwe bevoegdheden naar de gewestelijke openbare tewerkstellingsdiensten, beschikt Brussel over nieuwe belangrijke hefbomen om zijn eigen werkgelegenheidsbeleid te voeren. Al is dit een kans voor de Brusselaars, er staan het gewest nog vele uitdagingen te wachten om de werkgelegenheid verder uit te bouwen en de werkloosheid terug te dringen. De statistieken die in deze stand van zaken voorgesteld en besproken worden, zijn het resultaat van berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding gebaseerd op verschillende bronnen. De cijfers steunen op de laatste beschikbare gegevens met, afhankelijk van de bronnen, 2015 of 2016 als referentieperiode en aangevuld met evolutiereeksen van vijf of tien jaar. Het eerste deel, gericht op de Brusselse vraag naar werk, behandelt de bijgewerkte gegevens over de interne werkgelegenheid, loontrekkende tewerkstelling en zelfstandige arbeid (sociodemografische kenmerken van de actieve beroepsbevolking, kwaliteit van de arbeidsplaatsen, evolutie van het personeelsbestand...) en de ondernemersdynamiek in het gewest (aantal btw-plichtigen, oprichting en stopzetting van ondernemingen). Voorts worden de relatief gunstige tewerkstellingsvooruitzichten in Brussel en de Brusselse rand besproken. In het tweede deel worden de categorieën arbeidskrachten (werkende en niet-werkende beroepsbevolking) onder de loep genomen en werpen we een blik op de tendensen qua werknemersmobiliteit, zowel binnen als tussen de verschillende gewesten van het land. Grégor Chapelle Directeur-generaal Caroline Mancel Adjunct-directeur-generaal

8 De vraag naar werk: de interne werkgelegenheid en de demografie van ondernemingen De gegevens over de interne werkgelegenheid en de subtotalen (loontrekkende tewerkstelling en zelfstandige arbeid) werden samengesteld op basis van verschillende statistische bronnen: zowel administratieve gegevens van de RSZ (loontrekkenden) en van het RSVZ (zelfstandigen) als gegevens van de enquête naar de arbeidskrachten (EAK). Deze statistische bronnen werden gekozen omdat ze bepaalde specifieke situaties beter kunnen belichten doordat ze een verdeling volgens verschillende variabelen mogelijk maken: het geslacht, de woonplaats of de gemeente van tewerkstelling, het opleidingsniveau, de gedetailleerde activiteitensector enz. Men dient te vermelden dat er ook andere bronnen beschikbaar zijn (NBB - Regionale rekeningen, DynaM, HERMREG). Elke bron, opgebouwd met specifieke doelstellingen en dus concepten en methoden, heeft haar voordelen en haar beperkingen op het vlak van beschikbare variabelen, reikwijdte van de gegevens of beschrijvende kwaliteit. Daardoor zijn de gegevens van de verschillende bronnen niet met elkaar vergelijkbaar. 1. DE INTERNE WERKGELEGENHEID De interne werkgelegenheid (arbeidsplaatsen in het Gewest, ongeacht de woonplaats van de personen die er werken) bedraagt in het Brussels Gewest om en bij de arbeidsplaatsen, ofwel 16 % van de Belgische interne werkgelegenheid, terwijl slechts iets meer dan 10 % van de nationale bevolking in het gewest woont. We stellen vast dat de interne werkgelegenheid in Brussel tussen 2005 en 2010 een gestage opmars kent (van naar arbeidsplaatsen), gevolgd door enkele jaren met ups en downs (met 2014 als piekjaar), om tussen 2015 en 2016 opnieuw met plaatsen te stijgen (+2,1 % tegenover respectievelijk +0,4 % en +0,8 % in het Vlaams en Waals Gewest). 4

9 Figuur 1: Evolutie van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest ( , in aantal) Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Wat kenmerkt de interne werkgelegenheid? Net zoals vorig jaar wordt meer dan de helft van de arbeidsplaatsen in de hoofdstad ingevuld door Brusselaars. Ondanks de aantrekkingskracht van het Brussels Gewest, is het inkomende pendelverkeer van de beroepsbevolking de laatste tien jaar met 2,4 % gedaald tot 48,5 % in (ongeveer pendelaars die in Brussel werken, wonen in Vlaanderen of Wallonië). Als we de cijfers van de drie gewesten met elkaar vergelijken, zien we dat de verdeling tussen mannen en vrouwen zeer gelijkaardig is (52,8 % van de arbeidsplaatsen in Brussel worden door mannen ingevuld - in Vlaanderen is dat 54,1 % en in Wallonië 52,4 %). Ook de verdeling per leeftijdsgroep is voor alle gewesten min of meer hetzelfde (het aandeel min-25-jarigen ligt in Brussel evenwel iets lager, ten voordele van het aandeel jarigen). Wanneer we naar het opleidingsniveau kijken, wordt 57,9 % van de Brusselse interne werkgelegenheid ingevuld door werknemers met een diploma van het hoger onderwijs (bijna arbeidsplaatsen). Het aandeel arbeidsplaatsen waarvoor een opleiding in het hoger of universitair onderwijs vereist is, ligt elders in België rond de 40 %. Dit kan deels worden verklaard door de overgang naar een diensteneconomie, of een uitbreiding van de tertiaire sector (negen op de tien betrekkingen in Brussel, waarvan meer dan de helft in de commerciële dienstverlening), en door de focus op theoretische kennis in een postindustriële maatschappij, die evolueert naar kennisintensieve activiteiten. Bovendien wegen ook de hogere algemene kwalificaties van de arbeidskrachten, de omvang van het rekruteringsbassin, dat ook een stuk Vlaanderen en Wallonië omvat, en de selectiviteit bij de aanwerving op het 1 +2,0 % tussen 2015 en

10 arbeidsaanbod, waardoor zich een positieve discriminatie van bepaalde categorieën van werknemers, zoals de hogergeschoolden, en een dekwalificatie van de arbeidskrachten ontwikkelen. Tabel 1: Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest, in % (2016) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Geslacht Mannen 52,8 54,1 52,4 Vrouwen 47,2 45,9 47,6 Opleidingsniveau Laag 14,1 16,3 18,4 Midden 28,0 42,6 41,3 Hoog 57,9 41,1 40,3 Leeftijdscategorie < 25 jaar 4,1 7,3 6, jaar 12,1 12,0 11, jaar 28,1 25,2 25, jaar 27,3 26,5 27,4 > 50 jaar 28,4 29,0 29,6 Activiteitensector Landbouw 0,0 1,4 1,9 Industrie 9,5 24,8 20,0 Diensten 90,5 73,8 78,2 Totaal 100,0 100,0 100,0 Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Tabel 2 : Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest, in aantal (2016) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Geslacht Mannen Vrouwen Opleidingsniveau Laag Midden Hoog Leeftijdscategorie < 25 jaar jaar jaar jaar > 50 jaar Activiteitensector Landbouw Industrie Diensten Totaal Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 6

11 2. DE LOONTREKKENDE TEWERKSTELLING Onderstaande tabel geeft de sectorale specialisatie 2 van de economische activiteiten weer voor de drie gewesten in het jaar We zien onder andere de specialisatie in de tertiaire sector van Brussel. Net zoals elders in Europa digitaliseert ook de Brusselse economie. De tertiaire sector neemt een dominerende positie in op de arbeidsmarkt: met meer dan 90 % van de bezoldigde banen in 2015, is deze sector goed voor ongeveer vier arbeidsplaatsen op tien uit de openbare sector (in de ruime zin van het woord). Vooral de overheidsdiensten (17,5 %), de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (10,7 %), het onderwijs (10,3 %), de administratieve en ondersteunende diensten (ook 10,3 %), de handel (9,4 %) en de financiële activiteiten en verzekeringen (9,0 %) vertegenwoordigen een belangrijk deel van het aantal arbeidsplaatsen 3. In Brussel zorgen deze zes sectoren alleen al voor ongeveer twee derde van de loontrekkende tewerkstelling in het gewest. Figuur 2: Sectorale specialisatiecoëfficiënt in het Brussels Gewest (2015) 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 Financiën en verzekeringen Informatie en communicatie Overheidsdiensten Overige diensten Vastgoed Wetenschappelijke en technische activiteiten Energie Huisvesting en horeca Kunst, amusement en recreative activiteiten Administratieve en ondersteunende diensten Onderwijs Vervoer en opslag Handel Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Water en afvalstoffenbeheer Bouw Winning van delfstoffen Verwerkende nijverheid Landbouw, bosbouw en visvangst 0,43 0,22 0,22 0,04 1,98 1,77 1,87 1,71 1,53 1,39 1,33 1,19 1,03 0,95 0,83 0,73 0,71 0,71 2,77 Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 2 Maat voor de verhouding tussen het aandeel van een bepaalde sector in het betreffende gewest ten opzichte van het aandeel van de sector in het hele land. Een sectorale specialisatiecoëfficiënt van 1, betekent dat het gewest in geen enkel opzicht afwijkt van wat voor het hele land werd waargenomen. Als hij echter hoger is dan 1, dan wijst dat op een sectorale overspecialisatie in het gewest, in vergelijking met het land in zijn geheel. Omgekeerd wijst een coëfficiënt lager dan 1 op een sector die op gewestelijk niveau minder is ontwikkeld dan in het gehele land. 3 Deze verschillende sectoren werden in detail onderzocht in de laatste twee publicaties over de stand van zaken van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voor gedetailleerde studies over bepaalde activiteitensectoren die belangrijk zijn voor de gewestelijke werkgelegenheid, verwijzen we naar de publicaties van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding (BOWO), en in het bijzonder naar de sectorfocussen Monitoring en anticipatie die online beschikbaar zijn via de Actiris-website op de link Sinds 2014 werden door het BOW meerdere sectorfocussen gepubliceerd (onderwijs, handel, horeca, maatschappelijke dienstverlening, industrie). Een nieuwe focus, over de transport- en logistieke sector, is in maart 2017 verschenen. 7

12 Hoe evolueert de loontrekkende tewerkstelling in Brussel? Tussen 2010 en 2015 is de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest met 0,2 % gedaald (ofwel een daling met ongeveer arbeidsplaatsen), terwijl deze in de andere twee gewesten is toegenomen (+2,4 % in Vlaanderen en +0,3 % in Wallonië, ofwel respectievelijk een stijging met ongeveer en arbeidsplaatsen). Na het postcrisisherstel, dat in 2010 begon en zich in 2011 voortzette, merken we een wisselende daling op van het aantal loontrekkende arbeidsplaatsen in het Waals en Brussels Gewest, die zich later ook, zij het op meer gematigde wijze, in het Vlaams Gewest voordoet. In het Brussels Gewest zet deze inkrimping van de loontrekkende tewerkstelling zich tot 2014 verder, terwijl de trend in Vlaanderen en in Wallonië wordt omgekeerd. In 2015 stijgt de werkgelegenheid in alle gewesten (+0,1 % in Brussel, +0,9 % in Vlaanderen en +0,7 % in Wallonië). Figuur 3: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling in de drie gewesten ( , index 2010 = 100) ,4 100,3 98, Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Typisch voor het Brussels Gewest is dat de creatie van banen in de sector van de administratieve en ondersteunende diensten gebeurt ( arbeidsplaatsen, met name in de dienstencheques), gevolgd door het onderwijs ( arbeidsplaatsen). We stellen daarentegen een negatieve evolutie vast in de financiële, bank- en verzekeringssector ( arbeidsplaatsen), die zwaar onder de financiële crisis te lijden heeft gehad. De gevolgen van deze crisis zijn nu trouwens nog steeds voelbaar. De actuele ontwikkelingen duiden evenwel ook op een bredere trend van digitalisering in het bank- en verzekeringswezen en bij de diensten in het algemeen. Talrijke handelingen die vroeger door werknemers werden uitgevoerd, gebeuren voortaan immers automatisch. De indicator daalt ook voor de handelssector ( arbeidsplaatsen), de industrie ( plaatsen), de bouwsector ( plaatsen) en bij de diensten voor informatieverlening en communicatie ( plaatsen). 8

13 Tabel 3: Evolutie van het aantal loontrekkende arbeidsplaatsen in het Brussels Gewest per sector ( ) Variatie in aantal in % Winning van delfstoffen en industrie ,1 Energie ,2 Bouw ,0 Handel ,5 Vervoer en opslag Verschaffen van accommodatie en maaltijden ,3 Informatie en communicatie ,8 Financiële activiteiten en verzekeringen ,4 Exploitatie van en handel in onroerend goed ,7 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten ,6 Administratieve en ondersteunende diensten ,7 Openbaar bestuur ,8 Onderwijs ,4 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening ,8 Kunst, amusement en recreatie ,5 Overige ,6 Totaal ,3 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Tussen 2010 en 2015 is de werkgelegenheid voor arbeiders in het Brussels Gewest met 0,4 % gedaald (-500 arbeidsplaatsen). Deze daling is evenwel minder uitgesproken dan in Vlaanderen (-1,1 %) of in Wallonië, waar het aantal mankrachten met 3,7 % is geslonken. De werkgelegenheid voor arbeiders was lange tijd beperkt tot de industrie, een sector die al verschillende decennia aan het achteruitgaan is, maar heeft zich verplaatst naar de tertiaire sector, en in het bijzonder naar de activiteiten van de dienstencheques. Door de ontwikkeling van die activiteiten is de werkgelegenheid voor arbeiders bovendien vervrouwelijkt. Over deze vijf jaar is de toename van het totale aantal arbeiders bijna uitsluitend toe te schrijven aan vrouwen (stijging met ongeveer arbeidsplaatsen, of +5,0 %), terwijl het aantal arbeidsplaatsen voor mannelijke arbeiders gedaald is van in 2010 tot in 2015, waardoor de kloof tussen beide groepen nog groter is geworden. Tijdens diezelfde periode is het totale aantal bedienden met 1,6 % teruggelopen. Het aantal arbeidsplaatsen werd met verminderd om in 2015 op uit te komen. Elders in België gaat de werkgelegenheid er daarentegen wel op vooruit (+2,4 % in Vlaanderen en +0,3 % in Wallonië). De daling die we in het Brussels Gewest zien, doet zich in feite voor in de vastgoedsector in de ruime zin, met inbegrip van de projectontwikkeling en de bouwsector: Het verlies wordt respectievelijk geraamd op en arbeidsplaatsen op vijf jaar tijd (-11,2 % en -8,1 %). 9

14 Tabel 4: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling volgens statuut en plaats van tewerkstelling ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België 2015 Variatie 2015 Variatie 2015 Variatie 2015 Variatie Arbeiders , , , ,8 Bedienden , , , ,9 Totaal , , , ,2 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding In 2015 daalt het aantal mannelijke loontrekkenden met 3,7 % t.o.v Dat zijn arbeidsplaatsen minder. Deze afname is met name voelbaar in de bouwsector en de verwerkende nijverheid. Hoewel de daling van het aantal mannen er in vergelijking minder uitgesproken is, gaat de mannelijke vertegenwoordiging ook in Wallonië in dalende lijn (-2,9 %). In Vlaanderen blijven de mannen het meest vertegenwoordigd, al gaat hun aandeel ook daar met 0,3 % achteruit. Het aantal vrouwelijke loontrekkenden groeit in deze periode met 1,1 % ( arbeidsplaatsen). Dat is trager dan in het Vlaams Gewest (+5,4 %) en in het Waals Gewest (+3,6 %). De verklaring van deze toename in Brussel ligt in de gestage uitbreiding van de dienstenchequesector en, in mindere mate, in de stijging van het aandeel vrouwelijke leerkrachten. Het aandeel vrouwen dat in het Brussels gewest is tewerkgesteld, blijft dus toenemen, van 49,2 % van de totale loontrekkende tewerkstelling in 2010 tot 50,4 % vijf jaar later. Tabel 5: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling volgens geslacht en plaats van tewerkstelling ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België 2015 Variatie 2015 Variatie 2015 Variatie 2015 Variatie Mannen , , , ,5 Vrouwen , , , ,2 Totaal , , , ,2 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De gedetailleerde gegevens volgens leeftijdsgroep wijzen op een vergrijzing van de loontrekkenden in het Brussels Gewest. Hoewel in het verleden de werkgelegenheid van oudere werknemers daalde met de leeftijd, ten gevolge van vervroegde pensioen, stellen we vandaag het omgekeerde vast, nl. een sterkere toename van de werkgelegenheid voor de hogere leeftijdsklassen. Op vijf jaar tijd is het aantal loontrekkenden van 55 tot 64 jaar op de Brusselse arbeidsmarkt met bijna 15 % gestegen ( arbeidsplaatsen) en zijn de min-25-jarigen er met 26,8 % op achteruitgegaan ( arbeidsplaatsen). De demografische evolutie samen met de verschillende reglementaire hervormingen zorgen ervoor dat de beroepsbevolking groeit bij deze oudere werknemers. De verschillende hervormingsplannen die 10

15 bedoeld zijn om het stelsel van vervroegd pensioen te wijzigen, de effectieve pensioenleeftijd op te trekken of de toelatingsvoorwaarden voor een vrijstelling van het statuut van werkzoekende aan te passen, staan rechtstreeks in verband met de stijging van zowel de werkloosheid als de tewerkstelling van deze werknemers. De vergrijzing van de loontrekkende werknemers in het Brussels Gewest is ook een gevolg van de bredere bovenlaag van de leeftijdspiramide die we bij de Vlaamse en Waalse pendelaars zien, die sinds een tiental jaren een gestage toename van het aantal 45-plussers kennen. Figuur 4: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling volgens leeftijdscategorie in het Brussel Gewest ( ) ,1% -2,2% +1,7% +14,2% -26,8% +19,8% < 25 jaar jaar jaar jaar jaar > 65 jaar Bron: RSZ (behalve PPO), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Hoewel de zeer kleine ondernemingen van minder dan vijf loontrekkenden (oververtegenwoordigd in de vastgoedsector) in de meerderheid zijn (63,4 %), maken zij slechts een miniem deel uit van de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels gewest (6,3 %). De zeer grote ondernemingen (200 werknemers of meer) zorgen voor het grootste aandeel in de loontrekkende tewerkstelling (48,2%). Dit percentage is bijzonder omvangrijk vergeleken met de andere gewesten (29,1 % in Vlaanderen en 25,3 % in Wallonië). Dit valt te verklaren door de aanwezigheid van heel wat administratieve zetels (nationaal, gewestelijk of Europees) en grote bedrijven in de hoofdstad, al hebben deze laatste hun aantal bezoldigde werknemers tussen 2010 en 2015 zien teruglopen (-2,1 %) ten gunste van de kleine ondernemingen (tot 20 werknemers). De sterkste daling van de loontrekkende tewerkstelling tekenen we echter op voor de middelgrote ondernemingen: -2,5 % bij de ondernemingen met 20 tot 49 werknemers en -2,3 % bij de ondernemingen met 50 tot 199 werknemers. 11

16 Figuur 5: Ondernemingen en loontrekkende tewerkstelling volgens grootte van de onderneming in het Brussels Gewest (2015, in %) 70 63, , ,4 Minder dan 5 loontrekkers 24,3 5 tot 19 loontrekkers 12,8 12,4 7,2 20 tot 49 loontrekkers 3,7 20,3 50 tot 199 loontrekkers 1,3 Meer dan 200 loontrekkers Ondernemingen Aantal bezoldigde werknemers Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding In welke omstandigheden werken de bezoldigde werknemers? Tussen 2011 en 2016 is het deeltijds werk sneller gegroeid in Vlaanderen (+1,7 %) dan in Brussel (+1,6 %) en Wallonië (+1,0 %). In 2016 werkt één vijfde van de bezoldigde werknemers in Brussel deeltijds. Dat is het laagste aandeel van heel België. Deeltijds werk heeft vooral betrekking op vrouwen: in het Brussels Gewest zijn ongeveer drie op de vier loontrekkende deeltijdse werknemers vrouwen. 32,1 % van de loontrekkende vrouwen werkt deeltijds, tegenover 10,5 % van de mannen. Bijna één loontrekkende op vijf verklaart deeltijds te werken omdat hij/zij geen voltijds werk kon vinden (28,6 % van de mannen en 18,2 % van de vrouwen). Personen die voor deeltijds werk 'kiezen', doen dit om redenen die afhankelijk van het geslacht sterk kunnen verschillen. Mannen geven vaker aan deeltijds te werken als aanvulling op een andere deeltijdse tewerkstelling of om hun werk met een beroepsopleiding te kunnen combineren. Vrouwen kiezen vooral voor dit arbeidsregime om persoonlijke of familiale redenen, zoals de zorg voor de kinderen of voor hulpbehoevende personen. 12

17 Waals Gewest Vlaams Gewest Brussels Gewest Figuur 6: Groeipercentage van de loontrekkende tewerkstelling volgens arbeidsregime en plaats van tewerkstelling ( ) +2,5 +2,0 +1,5 +2,1 +1,9 +1,6 +1,7 +1,0 +0,5 +0,7 +1,0 +0,0 Voltijds Deeltijds Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Figuur 7: Percentage deeltijds werkenden volgens geslacht en plaats van tewerkstelling (2016) 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 Mannen +10,5 Vrouwen +32,1 Totaal +20,3 Mannen +9,4 Vrouwen +43,4 Totaal +25,2 Mannen +9,0 Vrouwen +41,7 Totaal +24,1 Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Tijdelijk werk zit overal in het land in de stijgende lijn. Toch is deze stijging opnieuw meer uitgesproken in Vlaanderen (+6,5 % tussen 2011 en 2016) dan in Wallonië (+1,8 %). Brussel laat zelfs heel wat lagere cijfers optekenen (-2,2 %). Niettemin komen we in 2016 in Brussel vaker tijdelijk werk tegen in vergelijking met de andere twee gewesten (12,8 % in Brussel 4 tegenover respectievelijk 8,0 % en 10,7 % in het Vlaams en Waals Gewest), en dit zowel bij de mannen (12,5 %) als bij de vrouwen (13,1 %). Het aandeel tijdelijk werk is verhoudingsgewijs het hoogst bij de jongeren (42,4 % bij de min-25-jarigen, 4 Waarvan 62,2 % tijdelijke contracten en 13,1 % interimcontracten. 13

18 Waals Gewest Vlaams Gewest Brussels Gewest 13,3 % bij de jarigen en 4,6 % bij de 50-plussers). Dit is in tegenstelling met het aandeel vast werk, dat toeneemt met de leeftijd van de loontrekkenden. Figuur 8: Groeipercentage van de loontrekkende tewerkstelling volgens type arbeidsovereenkomst en plaats van tewerkstelling ( ) 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0-1,0-2,0-3,0 +1,1 +0,1-0,1 Vast werk +6,5 +1,8-2,2 Tijdelijk werk Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Figuur 9: Percentage tijdelijk werk volgens geslacht en plaats van tewerkstelling (2016) 0,0 5,0 10,0 15,0 Mannen Vrouwen Totaal +12,5 +13,1 +12,8 Mannen +7,1 Vrouwen Totaal Mannen +8,0 +8,8 +9,8 Vrouwen Totaal +10,7 +11,6 Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 14

19 Variatie aantal Hoe ziet de loontrekkende tewerkstelling er op gemeentelijk niveau uit? De verdeling van de loontrekkende arbeidsplaatsen per gemeente verschilt van de verdeling van de inwoners van het Brussels Gewest. De belangrijkste afwijking is het feit dat één derde van de loontrekkende tewerkstelling van het gewest (35,3 %) zich in Brussel-Stad bevindt, het belangrijkste centrum van tewerkstelling voor pendelaars, terwijl slechts 14,3 % van de bevolking daar woont. We merken op dat in de achttien andere gemeenten het aantal inwoners het aantal werknemers ruimschoots overtreft (Ganshoren en Koekelberg, die drie keer meer inwoners dan werknemers tellen, of nog Jette, Vorst en Ukkel). Tussen 2010 en 2015 tekenen we voor de Brusselse gemeenten sterk verschillende resultaten op. Hoewel voor het Brussels Gewest de totale loontrekkende tewerkstellingsgraad in 2015 nog steeds 1,5 % lager ligt dan in 2010 ( arbeidsplaatsen in absolute waarde), is deze in dertien gemeenten gestegen. De grootste groei zien we in Sint-Agatha-Berchem ( arbeidsplaatsen), Schaarbeek ( arbeidsplaatsen) en Sint-Gillis ( arbeidsplaatsen), terwijl Etterbeek en Sint-Jans- Molenbeek beide een groei van om en bij de arbeidsplaatsen laten optekenen. De loontrekkende tewerkstelling in Brussel-Stad is daarentegen gedaald van arbeidsplaatsen in 2010 tot zo'n arbeidsplaatsen in Ook in Oudergem werd een niet onaanzienlijke daling met arbeidsplaatsen genoteerd. Figuur 10: Evolutie van de loontrekkende tewerkstelling per gemeente ( ) ,2-17,3 +49,4 +5,1-1,5-1,8-7,6-2,1 +1,5-28,6 +4,8 +4,5 +3,6 +6,4-7,6-21,1 +2,4 +4,9-1, De relatieve variaties tussen 2010 en 2015 worden gegeven op grafiek ,9 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 15

20 3. ZELFSTANDIGE ARBEID Op 31 december 2016 telde Brussel zelfstandigen (13,7 % van de totale werkgelegenheid), waarvan in de strikte zin van het woord (de meewerkende partners 5 zijn goed voor ongeveer 6 % van de zelfstandige arbeid in de ruime zin). Bovendien zijn acht op tien van hen zelfstandige in hoofdberoep. De zelfstandige arbeid ligt in het Brussels Gewest op één tiende van zijn equivalent op nationaal niveau, terwijl de bezoldigde tewerkstelling er relatief meer vertegenwoordigd is (ongeveer één arbeidsplaats op zes in loondienst bevindt zich in Brussel). Tussen 2011 en 2016 is de zelfstandige arbeid in het Brussels Gewest sneller toegenomen (+16,9 %) dan in de rest van het land (+8,1 % in Vlaanderen en +8,5 % in Wallonië). Vooral het aantal meewerkende partners is in Brussel toegenomen (+32,0 %), terwijl dit aantal in de andere twee gewesten is gedaald. Tabel 6: Evolutie van het aantal zelfstandigen volgens het statuut en woonplaats ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Variatie Variatie (in aantal) (in %) Zelfstandigen ,1 Meewerkende partners ,0 Totaal ,9 Zelfstandigen ,3 Meewerkende partners ,4 Totaal ,1 Zelfstandigen ,5 Meewerkende partners ,7 Totaal ,5 Totaal België ,1 Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Op vijf jaar tijd werden in het gewest ongeveer zelfstandige activiteiten opgestart. Dat komt overeen met een stijging van 23,9 %. Deze stijging ligt hoger dan in de andere twee gewesten en is een gevolg van de massale komst van zelfstandigen uit Oost-Europa, voornamelijk uit Roemenië, terwijl Brussel vroeger meer Poolse zelfstandigen telde. Ook het aantal zelfstandigen dat hun activiteit stopzette, kende in Brussel de meest uitgesproken toename (bijna stopzettingen, of een stijging van 38,3 % tussen de twee jaren). Op het einde van de periode volgend op de crisis heeft men aldus een grotere ondernemersdynamiek kunnen vaststellen, zowel wat de start als de stopzetting van activiteiten betreft. Het aantal stopzettingen ligt evenwel lager dan het relatief hoge aantal opgestarte activiteiten, zodat we wel degelijk van een toename van het aantal zelfstandigen in het Brussels Gewest kunnen spreken. 5 Men gaat uit van het gewest waar de werknemer is gedomicilieerd, wetende dat voor de zelfstandigen dit in de meeste gevallen ook overeenkomt met het gewest waarin wordt gewerkt. Wordt als meewerkende partner beschouwd, elke persoon die in België een zelfstandige helpt of vervangt bij de uitoefening van zijn beroep, zonder hiervoor door een arbeidsovereenkomst verbonden te zijn. De meewerkende partner is in principe onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandigen. 16

21 Tabel 7: Evolutie van het aantal opgestarte en stopgezette activiteiten volgens woonplaats van de zelfstandige (2016) Opgestarte activiteiten 2016 Variatie in aantal Variatie in % Brussels Gewest ,9 Vlaams Gewest ,7 Waals Gewest ,1 België ,7 Stopgezette activiteiten Brussels Gewest ,3 Vlaams Gewest ,6 Waals Gewest ,1 België ,3 Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Rekening houdend met wat er in Vlaanderen en Wallonië wordt vastgesteld, is het aandeel vrouwen onder de zelfstandigen nog steeds het laagst in het Brussels Gewest (ongeveer 28 % tegenover 35 % in de twee andere gewesten). Dit geldt voor de meeste activiteitensectoren, en specifiek voor de industrie (waaronder ook de bouwsector valt) en de handel. Figuur 11: Verdeling van de zelfstandigen volgens geslacht en woonplaats (2016, in %) ,7 64,7 64, ,3 35, , Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Mannen Vrouwen Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Bovendien is 60 % van de zelfstandigen jonger dan 45 jaar. Dat is niet zo in het Vlaams en het Waals Gewest, waar de meeste zelfstandigen in de categorie van de jarigen vallen. Meer dan één vierde van de zelfstandigen in het Brussels Gewest is tussen 25 en 34 jaar oud. Amper 4 % is jonger dan 25 jaar en 7 % is 65 jaar of ouder. 17

22 Figuur 12: Verdeling van de zelfstandigen volgens leeftijdscategorie en woonplaats (2016, in %) < 25 jaar jaar jaar jaar jaar > 65 jaar Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding In Brussel vormen de vrije beroepen (dokters, chirurgen, advocaten, paramedische functies enz.) met meer dan één zelfstandige op drie (36 %) de meest vertegenwoordigde sector, vóór de handel en de nijverheid. De stijging van het aantal zelfstandigen die tussen 2011 en 2016 in het Brussels Gewest werd geregistreerd, is vooral goed zichtbaar bij de vrije beroepen ( eenheden) en in de nijverheid en de bouwsector ( eenheden). Figuur 13: Verdeling van de zelfstandigen in het Brussels Gewest volgens activiteitensector (2016) 5,5% 2,8% 28,6% Nijverheid Handel 36,0% Vrije beroepen Diensten 27,2% Diversen Bron: RSVZ, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 18

23 4. DE TEWERKSTELLINGSMOGELIJKHEDEN IN HET BRUSSELS GROOTSTEDELIJK GEBIED De arbeidsmarkten van de drie gewesten van België vertonen grote onderlinge verschillen en hebben elk hun eigen kenmerken. Zo onderscheidt de Brusselse arbeidsmarkt zich wegens zijn stedelijk en meerlaags karakter en de hoge graad van segmentatie, maar ook vooral wegens de gevolgen van de demografische en economische evolutie, die de werkelijke prestaties van het gewest minimaliseren ten voordele van de rand. De administratieve grenzen van het Brussels Gewest zijn immers geen grenzen op economisch vlak. De Brusselse metropool spreidt zich uit over de 19 Brusselse gemeentes, de gemeentes uit Vlaams-Brabant en de gemeentes van het arrondissement Nijvel (provincie Waals- Brabant). Zo'n 29 % van alle loontrekkenden in België worden tewerkgesteld in het Brussels grootstedelijk gebied (BGG). Tussen 2005 en 2015 is de loontrekkende tewerkstelling er met 5,9 % gestegen. De loontrekkende tewerkstelling is fors gegroeid in Waals-Brabant (+22,8 %) en iets trager in Vlaams- Brabant (+8,2 %). In het Brussels Gewest is de stijging met 1,7 % eerder beperkt gebleven. Ten opzichte van Brussel tellen Vlaanderen en Wallonië proportioneel gezien meer werknemers met een arbeidersstatuut (ongeveer 29 % in de twee Brabantse provincies tegenover 20 % in Brussel). Dit statuut is over het algemeen toegankelijker voor laaggeschoolden en middelmatig geschoolden. Voorts kent het Brussels Gewest een positieve groei van het aantal arbeiders (+5,0 %). In 2015 is bijna één derde van de Brusselse arbeiders tewerkgesteld in een administratieve en ondersteunende dienstactiviteit (voornamelijk schoonmaakactiviteiten), gevolgd door de horecasector en de transporten logistieke sector. Wanneer we naar de loontrekkende tewerkstelling volgens bedrijfsgrootte kijken, zien we dat 48,1 % van de arbeidsplaatsen in Brussel zich in ondernemingen met meer dan 200 werknemers bevinden. Dit kan onder meer worden verklaard door de aanwezigheid van de vele hoofdzetels op het Brussels grondgebied. In Vlaams- en Waals-Brabant concentreert de loontrekkende tewerkstelling zich vooral bij de kleine ondernemingen (hoogstens 50 werknemer): respectievelijk 38,7 % en 46,6 % in Vlaams- en Waals-Brabant (tegenover 31,6 % in Brussel). 19

24 Tabel 8: Structuur en evolutie van de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest en in de twee provincies van Brabant ( ) Totaal 2015 Var in % Tewerkstelling in de privésector Tewerkstelling van arbeiders Tewerkstelling volgens bedrijfsgrootte in % van het totaal in % van het totaal Var in % in % van het totaal Var in % < 50 werkne mers werkne mers > 200 werkne mers Brussels Gewest ,7 62,8 +4,8 20,1 +5,0 31,6 20,2 48,1 Vlaanderen ,0 77,5 +11,5 38,7 +2,1 42,5 28,3 29,1 Vlaams-Brabant ,2 79,7 +10,0 29,1-0,6 38,7 27,0 34,3 Wallonië ,6 66,8 +14,4 35,1 +4,8 46,6 28,1 25,3 Waals-Brabant ,8 76,1 +29,2 29,5 +22,1 46,6 26,5 26,9 Totaal BGG ,9 69,9 +9,3 24,2 +4,7 35,7 23,2 41,2 Totaal België ,7 72,3 +11,2 34,7 +3,1 41,9 27,0 31,2 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De voornaamste activiteitensector in het Brussels Gewest is de sector van de overheidsadministratie, die meer dan 17 % van de werknemers tewerkstelt. Deze sector wordt gevolgd door de gezondheidssector (10,7 %), het onderwijs (10,3 %) en de administratieve en ondersteunende diensten (10,3 %). We zien overigens een hoge specialisatiecoëfficiënt in de dienstverleningssector en in het openbaar bestuur, twee sectoren die in Brussel sterk vertegenwoordigd zijn ten opzichte van België in zijn geheel, dat hier als referentiegebied fungeert (de specialisatie is groter naarmate de waarde van de coëfficiënt hoger is dan 1). We benadrukken dat de tewerkstelling in de internationale instellingen (Europese Commissie, NAVO enz.) hier niet in beschouwing werd genomen, aangezien de arbeidsplaatsen in deze instellingen niet zijn opgenomen in de gegevens van de RSZ (betreffende de aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen werknemers). Het spreekt voor zich dat de concentratie van zulke jobs op het Brussels grondgebied niet te verwaarlozen is. Eind 2015 telt de provincie Vlaams-Brabant zo'n arbeidsplaatsen voor loontrekkenden, of 16,5 % van de loontrekkende tewerkstelling in Vlaanderen. De handelssector biedt met 19,2 % een belangrijk aandeel in de werkgelegenheid. Daarna volgen de gezondheidssector (13,2 %), het onderwijs (10,4 %), de administratieve en ondersteunende diensten (10,0 %), de industrie (8,2 %) en de transporten opslagsector (8,0 %). Verder is de werkgelegenheid in deze provincie gespecialiseerd in transporten opslagactiviteiten en de handel, en nog iets meer in de informatie- en communicatiesector en de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten. De provincie Waals-Brabant telt in 2015 bijna arbeidsplaatsen, wat overeenkomt met 12,3 % van het totale aantal loontrekkende arbeidsplaatsen in het Waals Gewest. De activiteiten in de industrie zijn goed voor 16,0 % van de loontrekkende tewerkstelling (met de farmaceutische industrie op kop), op de voet gevolgd door de handel met 15,5%. Voorts volgen het onderwijs (11,8 %), de gezondheidszorg (11,3 %) en de administratieve en ondersteunende diensten (10,0 %). In vergelijking met de sectorale samenstelling van het land in zijn geheel, is de Waalse economie uitermate gespecialiseerd in de industriële bedrijfstakken. 20

25 Tabel 9: Sectorale verdeling van de loontrekkende tewerkstelling in het Brussels Gewest en in de twee provincies van Brabant (2015) Activiteitensectoren Brussels Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Aantal % SC Aantal % SC Aantal % SC Industrie en winning van delfstoffen ,6 0, ,2 0, ,0 1,32 Bouw ,2 0, ,2 0, ,3 0,83 Handel ,4 0, ,2 1, ,5 1,21 Transport en opslag ,6 0, ,0 1, ,6 0,66 Hotels en restaurants ,3 1, ,0 0, ,3 1,02 Informatie en communicatie ,0 1, ,5 1, ,8 1,10 Financiële activiteiten en verzekeringen ,0 2, ,4 0, ,1 0,95 Exploitatie van en handel in onroerend goed ,9 1, ,3 0, ,6 1,06 Vrije beroepen en wetenschappelijke en ,0 1, ,5 1, ,8 1,21 technische activiteiten Administratieve en ondersteunende diensten ,3 1, ,0 1, ,0 1,00 Openbaar bestuur en defensie ,5 1, ,4 0, ,9 0,90 Onderwijs ,3 0, ,4 0, ,8 1,10 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke ,7 0, ,2 0, ,3 0,75 dienstverlening Kunst, amusement en recreatie ,5 1, ,0 0, ,3 1,04 Overige diensten ,8 1, ,4 0, ,5 0,75 Andere ,7 0, ,2 0, ,1 0,63 Totaal ,0 1, ,0 1, ,0 1,00 SC = specialisatiecoëfficiënt Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 5. DE DEMOGRAFIE VAN ONDERNEMINGEN De gegevens over de demografie van ondernemingen maken het mogelijk om de economische vitaliteit van het Brussels Gewest te begrijpen. Ze geven aan dat de crisis de ondernemersdynamiek niet heeft aangetast aangezien het aantal btw-plichtige ondernemingen sinds 2011 in Brussel sterker is toegenomen dan in de andere twee gewesten. We merken op dat deze gegevens niet vergelijkbaar zijn met de gegevens van de zelfstandigen aangezien een aantal zelfstandige werknemers (in het bijzonder de vrije beroepen) niet in het btwregister zijn opgenomen. 21

26 Tabel 10: Evolutie van het aantal btw-plichtige ondernemingen per gewest ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Totaal Variatie in aantal Variatie in % +19,2 +13,1 +10,9 Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De afgelopen vijf jaar is de oprichtingsgraad van ondernemingen in de drie gewesten van het land gestegen, al ligt dit cijfer in Brussel het hoogst. Het saldo van het percentage van oprichtingen en stopzettingen van ondernemingen is eveneens beter in Brussel dan in de rest van het land. Tabel 11: Evolutie van de oprichtings- en stopzettingsgraad van ondernemingen per gewest ( , in %) Saldo oprichtingstopzetting Oprichtingsgraad Stopzettingsgraad Brussels Gewest 11,2 11,8 8,0 7,3 3,2 4,5 Vlaams Gewest 8,5 9,8 6,2 5,7 2,3 4,2 Waals Gewest 9,1 9,7 7,4 6,5 1,7 3,2 Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding In de loop van 2016 werden in het Brussels Gewest bijna faillissementen opgetekend. Dat is één vijfde van het totale aantal faillissementen in België. Als we kijken naar de waargenomen tendensen van de voorbije jaren, zijn de meest getroffen sectoren de handel (27,2 % van het totale aantal faillissementen in Brussel), de horeca (21,4 %) en de bouw (14,8 %). Tot slot was voor 63,8% van de Brusselse ondernemingen die in 2016 failliet zijn verklaard, het aantal loontrekkenden lager dan 5. In 2010 bedroeg het aandeel faillissementen in zeer kleine ondernemingen 52,5%. 22

27 Tabel 12: Evolutie van het aantal faillissementen volgens sector, in het Brussels Gewest ( ) 2016 Variatie in aantal in % Verwerkende industrie ,3 Bouw ,7 Handel ,7 Vervoer en opslag ,4 Horeca ,2 Informatie en communicatie ,6 Financiële activiteiten en verzekeringen ,6 Exploitatie van en handel in onroerend goed ,3 Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten ,6 Administratieve en ondersteunende diensten ,7 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening ,1 Kunst, amusement en recreatie ,8 Overige ,8 Totaal ,8 Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Het arbeidsaanbod: de Brusselse beroepsbevolking 1. DEMOGRAFISCHE ELEMENTEN In de loop van 2016 kreeg het Brussels Gewest er zo'n inwoners 6 bij. Dit is een stijging van 0,3 %. De bevolking in Brussel bedroeg op 1 januari 2017 bijgevolg inwoners. De demografische groei in het gewest is sinds de jaren 2000 bijzonder sterk. Sinds 2011 bedraagt de groei zelfs systematisch meer dan 16% op tienjarige basis, m.a.w. aanzienlijk hoger dan in de andere twee gewesten. 6 De bevolking opgenomen in de demografische statistieken is de bevolking van rechtswege, wettelijk gedomicilieerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de personen die kandidaat zijn voor het vluchtelingenstatuut. Ze sluit dus een deel van de bevolking uit: kotstudenten of niet-gedomicilieerde vreemdelingen, diplomaten, daklozen, illegalen en asielzoekers. Cf. BISA, HERMIA J.-P., (2015), Demografische barometer 2015 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Focus van BISA nr. 11, december

28 Figuur 14: Tienjarige evolutie van de bevolking volgens het gewest ( , in %) Interpretatie : de tienjarige bevolkingsgroei was bijna nul in het Brussels Gewest van 1992 tot 2002; van 2002 tot 2012, bedroeg ze 16 % Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Vlaams Brabant Waals Brabant Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Figuur 15: Jaarlijkse evolutie van de bevolking van het Brussels Gewest ( , in aantal) Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De bevolkingsevolutie is het resultaat van het gezamenlijke effect van de natuurlijke bewegingen (geboortes en overlijdens) en de migratiebewegingen (nieuwe en vertrekkende inwoners). De groei van de Brusselse bevolking wordt verklaard door de zeer hoge natuurlijke en internationale migratiesaldo's die het aanzienlijk negatief intern migratiesaldo duidelijk compenseren. Dit laatste getuigt van de sterke behoefte van de Brusselaars om hun gewest te verlaten en zich in de twee Brabantse provincies te vestigen. 24

29 Figuur 16: Componenten van de loop van de bevolking volgens gewest, tussen 2012 en 2017 (in % van de bevolking op 1 januari 2012) ,6 +4,6 +4,0 +3,2 +3,4 +1,8 +2,5 +2,6 +1,5 +1,9 +0,8 +0,6 +1,1 +0,4 +0,5 +0,6 +0,5 +0,7 +0,1-6,0 Brussels Gewest Vlaams Brabant Waals Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest Internationaal migratiesaldo Intern migratiesaldo Natuurlijk saldo Totaal saldo Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Hoewel de stijging van de Brusselse bevolking voornamelijk de jongste leeftijdscategorieën betreft, heeft ze ook een belangrijke impact op de bevolking op beroepsactieve leeftijd. De voorbije 10 jaar stellen we bijgevolg een stijging van 23,1 % vast van het aantal jongeren onder de 15 jaar en een stijging van 16,4 % bij de 15- tot 64-jarigen, terwijl het aantal personen van 65 jaar of ouder ongeveer stabiel is gebleven. De volgende grafiek toont op basis van de demografische evoluties en de vooruitzichten tegen 2030, de verhouding tussen het aantal jongeren van 15 à 24 jaar die de arbeidsmarkt zouden kunnen betreden en het aantal personen van 55 à 64 jaar die de arbeidsmarkt gaan verlaten. Indien deze ratio hoger ligt dan 100 betekent dit dat meer jongeren toegang zullen hebben tot de arbeidsmarkt dan dat er mensen ouder dan 55 jaar zullen stoppen. Hoewel begin de jaren '90 de situatie in de drie gewesten vergelijkbaar was, is dit nu niet meer het geval. Terwijl de vervangingsgraad van de beroepsactieven in Brussel 120 bedraagt, is dit cijfer in Vlaanderen gezakt tot 83 en in Wallonië tot 93. Volgens de demografische vooruitzichten op 5 jaar zal dit cijfer zich in Brussel stabiliseren op zijn huidige niveau, terwijl het in de andere twee gewesten zal blijven dalen. 25

30 Figuur 17: Vervangingsgraad van de beroepsactieven (15-24 jaar/ jaar, in %) Bevolkingsprojectie Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Vlaams Brabant Waals Brabant Bronnen: : waarnemingen FOD Economie -ADSEI; : perspectieven Federaal Planbureau en FOD Economie - ADSEI, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Behalve een verjongingstendens zien we ook dat de Brusselse bevolking gekenmerkt wordt door de sterke aanwezigheid van vreemdelingen. Binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd (hier gedefinieerd als de personen van 18 tot 64 jaar) is zo'n drie vierde van buitenlandse afkomst. 7 Dit aandeel daalt tot één derde in het Waals Gewest en één vijfde in het Vlaams Gewest. 7 Onder buitenlandse afkomst wordt verstaan alle personen van buitenlandse nationaliteit en/of personen geboren met een buitenlandse nationaliteit en/of personen van wie één ouder geboren is met een buitenlandse nationaliteit. 26

31 Figuur 18: Bevolking op beroepsactieve leeftijd (18 tot 64 jaar) volgens afkomst en per gewest (2015) 100% 80% 60% 4,0 42,2 7,6 7,5 7,2 11,1 11,2 14,5 9,8 21,7 15,9 40% 31,1 71,5 59,6 62,4 20% 22,7 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Belgische origine Europese origine Niet-europese origine Origine onbepaald Bron: KSZ - Datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 2. DE WERKENDE BEROEPSBEVOLKING In 2016 telde het Brussels Gewest op zijn territorium zo'n mensen tussen 15 en 64 jaar. Deze bevolking, die als de bevolking op beroepsactieve leeftijd wordt beschouwd, kende een belangrijke groei. De voorbije vijf jaren is deze bevolking met 5,1 % gestegen. Dit is een sterkere stijging dan de stijging waargenomen in de andere twee gewesten (+0,6 % in Vlaanderen en +0,3 % in Wallonië). Figuur 19: Voornaamste indicatoren van de Brusselse bevolking op beroepsactieve leeftijd (2016) Bevolking op beroepsactieve leeftijd Activiteitsgraad 66,5% Werkzaamheidsgraad 55,3% Beroepsbevolking Actieve beroepsbevolking (werkenden) Niet-werkende beroepsbevolking (werklozen) Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Werkloosheidsgraad 16,9% Niet alle personen op beroepsactieve leeftijd zijn actief op de arbeidsmarkt (student, huisman/-vrouw, arbeidsongeschikt enz.) onder hen worden werkelijk beschouwd als zijnde actief, namelijk aan 27

32 het werk of op zoek naar werk (werkloos). De beroepsbevolking bestaat dus uit tewerkgestelde mensen, zowel loontrekkenden als zelfstandigen en zo'n werkloze mensen. In 2016 bedraagt de activiteitsgraad 8 in het Brussels Gewest 66,5 % (+1,6 % op vijf jaar), 69,9 % in het Vlaams Gewest en 63,9 % in het Waals Gewest. Op landelijk niveau is dit cijfer met 0,9 % gedaald ten opzichte van 2011 (67,6 % in 2016). De activiteitsgraad kan verschillen naargelang van een reeks individuele kenmerken. Volgens geslacht De activiteitsgraad ligt aanzienlijk hoger bij de mannen (73,1 %) dan bij de vrouwen (59,9 %), aangezien de vrouwen zich vaker in situaties bevinden die hen van de arbeidsmarkt weghouden. Dit is zeker zo in Brussel waar het verschil tussen de geslachten het grootst is in vergelijking met Vlaanderen en Wallonië. Volgens leeftijd De min-25-jarigen kennen een vrij lage activiteitsgraad (23,4%) omwille van het hoge aantal studenten dat het aandeel van actieven in deze leeftijdscategorie doet dalen. Het aandeel van de beroepsactieve jongeren is bovendien minder groot in Brussel dan in de twee andere gewesten. Ongeacht het gewest kent de activiteitsgraad van de jongeren de voorbije jaren een dalende tendens. In Brussel bedroeg deze in ,4 %. De activiteitsgraad van de 50-plussers gaat daarentegen sinds enkele jaren in stijgende lijn, van 52,3 % in 2011 tot 63,7 % in Deze stijging weerspiegelt de tendens van oudere werknemers die langer actief blijven, die voornamelijk voortvloeit uit wettelijke wijzigingen die de leeftijd voor vervroegd pensioen hebben opgetrokken alsook uit het activeringsbeleid gericht op deze doelgroep. Volgens kwalificatieniveau Er is een groot verschil tussen de activiteitsgraad van de hooggeschoolden (85,1 % in 2016) en die van de laaggeschoolden (46,7 % voor datzelfde jaar). Dit verschil is nog groter in Vlaanderen en Wallonië. De werkzaamheidsgraad geeft bijkomende duidelijkheid wat betreft de activiteitsgraad, aangezien hij de verhouding uitdrukt tussen de personen die werkelijk tewerkgesteld zijn en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. In 2016 bedroeg dit percentage 55,3 % in het Brussels Gewest, 66,5 % in het Vlaams Gewest en 57,1 % in het Waals Gewest. Op nationaal niveau kan de werkzaamheidsgraad beschouwd worden als een economische performantie-indicator aangezien hij een indicatie geeft van de capaciteit van een economie om jobs te creëren. Op regionaal niveau weerspiegelt dit percentage echter in de eerste plaats het niveau van participatie aan de werkgelegenheid. Als we de werkzaamheidsgraad willen gebruiken als maat voor de 8 Aandeel van de bevolking op beroepsactieve leeftijd dat actief is op de arbeidsmarkt. 28

33 capaciteit van de Brusselse economie om werk te creëren, moet er rekening worden gehouden met de invloeden die bestaan tussen het stedelijke centrum en zijn hinterland. Wanneer we, in dit opzicht, de performanties van Vlaams- en Waals-Brabant meetellen, stijgt de werkzaamheidsgraad van het Brussels grootstedelijk gebied (61,4 %). Net zoals de activiteitsgraad kan ook de werkzaamheidsgraad volgens verschillende kenmerken worden benaderd. Volgens geslacht De werkzaamheidsgraad is hoger bij mannen dan bij vrouwen (60,3 % tegenover 50,3 %). Dit is echter geen typisch Brussels kenmerk aangezien we in beide andere gewesten ook een kloof zien, zij het minder groot. Volgens leeftijd De werkzaamheidsgraad bij jongeren van 15 tot 24 jaar (studenten uitgezonderd) bedroeg in ,7 %. Dit blijft duidelijk onder de cijfers de we in Vlaanderen (81,9 %) en in Wallonië (67,1 %) optekenen. Volgens kwalificatieniveau Zoals de activiteitsgraad doet vermoeden, is ook de werkzaamheidsgraad het hoogst bij de hooggeschoolden (77,9 %) en het laagst bij de laaggeschoolden (32,4 %). De werkzaamheidsgraad van de middelmatig geschoolden, m.a.w. personen die het hoger secundair onderwijs hebben afgerond maar geen diploma van het hoger onderwijs hebben, is in Brussel zeer laag (51,5 %), vergeleken met Vlaanderen (68,6 %) en Wallonië (59,8 %). In 2016 is de tewerkgestelde beroepsbevolking in het Brussels Gewest met 7,9 % toegenomen in vergelijking met Dat is een snellere groei dan in Vlaanderen en Wallonië (respectievelijk +1,1 % en -0,6 %). Ook de werkzaamheidsgraad is gestegen (+1,5 %) terwijl de werkloosheidsgraad op hetzelfde peil terugkwam. Sinds de oprichting van het gewest is de tewerkgestelde beroepsbevolking, of het aantal Brusselaars dat aan het werk is, ongeacht hun plaats van tewerkstelling, met bijna personen aangegroeid. Dat is een stijging van meer dan 40 %. Toch blijft ook het aantal werkzoekenden enkel in stijgende lijn gaan. Dit heeft voor een groot stuk te maken met het dynamisme van de beroepsactieve bevolking, in combinatie met een hoge mate van migratie, een stijgende activiteitsgraad en de demografische invloeden. 29

34 Figuur 20: Evolutie van de tewerkgestelde beroepsbevolking in het Brussels Gewest ( , in aantal) Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Figuur 21: Evolutie van de tewerkstellingsgraad in het Brussels Gewest ( , in %) , Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 3. DE PENDELBEWEGINGEN In 2016 heeft het Brussels Gewest zo'n betrekkingen waarvan 48,5% door Vlaamse of Waalse pendelaars wordt ingenomen (respectievelijk 31,0 % en 17,5 %), meestal afkomstig uit de twee Brabantse provincies en in mindere mate uit Oost-Vlaanderen en Henegouwen. 30

35 De tewerkstellingsevolutie wijst op vele opportuniteiten voor de Brusselse arbeidskrachten zowel in het centrum als in de rand. In 2016 wordt in de hoofdstad meer dan 1 arbeidsplaats op 2 door een Brusselaar ingenomen. Ondanks de aantrekkelijkheid van het grondgebied is het inkomend pendelverkeer van werknemers de voorbije 10 jaar met 2,4 % gedaald en ligt nu lager dan 50 %. Deze tendens zal zich waarschijnlijk voortzetten gelet op de relatieve vergrijzing van de Vlaamse en Waalse pendelaars. De vergrijzing van de bevolking woonachtig in de rand kan ook als gevolg hebben dat er jobs voor Brusselaars beschikbaar worden (de beschikbare arbeidsreserve is nog voldoende groot), aangezien in beide Brabantse provincies de instroom op de arbeidsmarkt onvoldoende zal zijn om het tekort door de uitstroom op te vangen. In 2016 zijn minder dan één vijfde van de werkende Brusselaars tewerkgesteld buiten de grenzen van het gewest (16,0 %). Datzelfde jaar werkten 11,1 % van de pendelaars woonachtig in de 19 gemeenten van Brussel in Vlaanderen en 4,9 % in Wallonië. Het uitgaand pendelverkeer naar Vlaanderen ligt dus hoger dan 5 % en weerspiegelt de omvang van de migratiebewegingen naar dit gewest, in het bijzonder richting Vlaams-Brabant, dat de Brusselaars meer tewerkstellingsmogelijkheden biedt. Hoe evolueert het pendelverkeer naar en vanuit Brussel? Hoewel de pendelstroom naar Brussel afkomstig van de andere twee gewesten aanzienlijk is, toont het onderzoek van de pendelbewegingen over een lange periode aan dat het inkomend pendelpercentage in de loop der jaren geleidelijk is afgenomen. Terwijl het inkomend pendelverkeer tot het einde van de jaren 1990 in stijgende lijn ging, merken we sindsdien een continue relatieve daling op van het aantal inkomende pendelaars in Brussel, van in 2000 naar in 2006 en in De reden hiervoor is de stijging van het aantal Brusselaars tewerkgesteld in Brussel (+18,5 % de voorbije 10 jaar). De stijging van de Brusselse interne werkgelegenheid is dus vooral voor de bewoners van het gewest positief geweest (+7,4 % in dezelfde periode). Figuur 22: Evolutie van de verdeling van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest ( , in aantal) Brusselaars die in Brussel werken Vlamingen en Walen die in Brussel werken (binnenkomende pendelverkeer) Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 31

36 Tegelijkertijd heeft het uitgaand pendelverkeer een sterke stijging gekend, onder meer door het effect van maatregelen zoals de interregionale samenwerkingsakkoorden van 2005 met het oog op de versterking van de mobiliteit van de werknemers. Een toenemend aantal actieven woonachtig in Brussel werkt in één van de twee andere gewesten van het land, m.a.w meer dan in 1996 en meer dan in Sinds 2011 bedraagt het uitgaand pendelpercentage ongeveer 16 %. Dit komt overeen met zo'n mensen in 2016, waarvan naar Vlaanderen. Welk profiel hebben de pendelaars naar Brussel? De Vlaamse en Waalse pendelaars die in Brussel werken zijn gemiddeld ouder dan de Vlamingen en Walen die in hun eigen gewest werken. Voor de Brusselaars die in Brussel werken geldt het omgekeerde. Dit feit wordt verduidelijkt door de vergelijking van de leeftijdspiramides voor deze bevolkingsgroepen: de jongeren zijn ondervertegenwoordigd en de personen ouder dan 40 jaar zijn oververtegenwoordigd wat betreft het inkomend pendelverkeer in Brussel: 29,4% voor de klasse van 40 tot 49 jaar, 31,3 % is ouder dan 50 jaar (tegenover respectievelijk 25,3 % en 25,7 % van de Brusselse werknemers). Figuur 23: Leeftijdsstructuur van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2016, in %) ,5 3,4 3,8 13,6 9,4 12,6 30,8 25,1 25,2 29,2 29,9 25,3 25, jaar jaar jaar jaar 50 jaar en + Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest 32,9 28,5 Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Het aandeel werknemers afkomstig van de twee andere gewesten varieert naargelang het studieniveau. 9,3 % van de werknemers die hoogstens in het bezit zijn van een diploma van het lager secundair onderwijs (of zonder diploma) zijn niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd. Dit is 29,5 % voor de werknemers in het bezit van een diploma van het hoger secundair onderwijs of uit het leerlingwezen, en 61,2 % voor het hoger onderwijs. Wat het hoger onderwijs betreft, behalen de Brusselse werknemers een lager percentage dan de pendelaars (slechts 54,7 % van de Brusselaars tewerkgesteld in Brussel hebben een diploma van het hoger onderwijs). Omgekeerd is het aandeel werknemers woonachtig en tewerkgesteld in Brussel groter voor het laagste kwalificatieniveau. 32

37 Figuur 24: Opleidingsniveau van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2016, in %) ,7 61,3 61, ,7 8,7 10,4 26,6 30,1 28,6 0 Laag Midden Hoog Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De Brusselse arbeidskrachten zijn geconcentreerd in een aantal activiteitensectoren. Hun sterke of geringere aanwezigheid wordt bepaald door de arbeidsvoorwaarden (aangepaste of onderbroken werktijden, flexibiliteit enz.) in de sector en de aard van de uitgeoefende activiteit. Sectoren met een grote concentratie lokale arbeidskrachten zijn onder meer de Horeca waar meer dan drie vierde van het personeel Brusselaars zijn (73,3 %), de extraterritoriale organisaties (71,6 %), de bouw (70,3 %), de administratieve en ondersteunende diensten (64,9 %) of de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (60,0 %). Omgekeerd werven andere sectoren meer mensen aan van buiten Brussel. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de sector van financiën en verzekeringen (27,7 %), het openbaar bestuur (31,4 %), de informatie- en communicatiesector (40,2 %) of vervoer- en opslagactiviteiten (41,6 %). 33

38 Figuur 25: Tewerkstellingssector van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2016, in %) Winning van delfstoffen en verwerkende nijverheid Energie 42,7 42,3 Bouw 70,3 Handel 56,4 Vervoer en opslag 41,6 Horeca 73,3 Informatie en communicatie Financiën en verzekeringen 27,7 40,2 Vastgoed Wetenschappelijke en technische activiteiten Administratieve en ondersteunende diensten 59,6 60,0 64,9 Openbaar bestuur 31,4 Onderwijs Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Kunst, amusement en recreatie Extraterritoriale organisaties 53,8 58,7 59,2 71,6 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding 4. DE NIET-WERKENDE BEROEPSBEVOLKING Hoe evolueert de werkloosheidsgraad? Net zoals in andere grote Europese steden is de werkloosheidsgraad in Brussel de afgelopen jaren fel gestegen. Sinds de oprichting van het gewest in 1989 is de werkloosheidsgraad gegroeid van 12,4 % naar 17,6 % in 2016, terwijl deze in Vlaanderen relatief stabiel is gebleven en in Wallonië is gestegen. In het Brussels Gewest is de werkloosheid in drie fases toegenomen: eerst tussen 1991 en 1997, vervolgens tussen 2002 en 2007 en ten slotte naar aanleiding van de crisis van In 2016 is de werkloosheidsgraad in Brussel na de piek van 2013 (20,6 %) opnieuw onder de cijfers van 2011 (20,2 %) gedaald. In Wallonië lag de werkloosheid in 2016 op 14,2 %, een daling ten opzichte van de cijfers van 2011 (15,2 %), terwijl deze in Vlaanderen met 0,8 % is aangegroeid. 34

39 Figuur 26: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad per gewest ( , in %) 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 17,6 14,2 10,4 7,2 0, Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, VDAB, Forem RVA - Directie Statistiek, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Figuur 27: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad per gewest ( , in %) 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0, ,6 14,2 10,4 7,2 Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, VDAB, Forem RVA - Directie Statistiek, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Hoewel de werkloosheidsgraad bij de vrouwen historisch hoger ligt dan bij de mannen, lijkt deze kloof gaandeweg te verkleinen. In 2016 stond de werkloosheidsgraad bij de vrouwen op 18,1 %, wat slechts 1 % hoger is dan de werkloosheidsgraad bij de mannen. Eén van de mogelijke verklaringen hiervoor is dat de tewerkstelling van de vrouwen de voorbije jaren een sterkere groei heeft gekend dan die van de mannen, meer bepaald sinds de crisis van 2008 die een sterkere weerslag op de mannen heeft gehad. De vrouwen hebben bovendien meer profijt getrokken van de nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen in de dienstensector, de distributiesector, het onderwijs en de gezondheidssector. 25,0 Figuur 28: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens geslacht in het Brussels Gewest ( , in %) 20,0 15,0 18,1 17,1 10,0 5,0 0, Mannen Vrouwen 35

40 Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De administratieve werkloosheidsgraad van de min-25-jarigen in het Brussels Gewest blijft structureel hoog liggen (26,9 %). Toch heeft dit percentage sinds 2011 een aanzienlijke daling gekend (-4,5 %). De leeftijdscategorie van 25 tot 49 jaar heeft de voorbije vijf jaar ook een daling van de werkloosheidsgraad gekend (-3,0 %), terwijl dit cijfer in Wallonië rond de 17,5 % blijft schommelen. Hoewel de werkloosheid bij de jongeren een verontrustende kwestie in Brussel blijft, mag dit de werkloosheidsevolutie die in de andere leeftijdscategorieën minder gunstig is, niet verhullen. Figuur 29: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens leeftijdscategorie in het Brussels Gewest ( , in %) ,4 26, ,6 16,6 17,4 20,2 17,5 17, Minder dan 25 jaar 25 tot 49 jaar 50 jaar en meer Totaal Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De werkloosheidsgraad volgens origine vertoont daarentegen de afgelopen jaren geen grote schommelingen. We blijven in het Brussels Gewest de hoogste werkloosheidsgraad registreren voor personen met een niet-europese nationaliteit (25,8 %), terwijl deze aanzienlijk lager is voor personen van Belgische afkomst (10,4 %). Dit bewijst dat de toegang tot werk bijzonder moeilijk blijft voor personen met een niet-europese afkomst. De zeer lage werkzaamheidsgraad bij vrouwen van niet-europese afkomst (34,4 % tegenover 70,9 % voor vrouwen van Belgische nationaliteit) doet trouwens vermoeden dat velen onder hen zich niet meer in het actieve leven bevinden. 36

41 Figuur 30: Werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad volgens afkomst en geslacht in het Brussels Gewest (2014, in %) ,9 70,9 71,4 48,2 41,4 34,4 24,9 27,0 25,8 10,8 10,0 10,4 Belgische origine Niet-europese origine Belgische origine Niet-europese origine Werkloosheidsgraad Werkzaamheidsgraad Mannen Vrouwen Totaal Bron: KSZ - Datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De gunstige evolutie van de jongerenwerkloosheid in het Brussels Gewest sinds 2011 kan in perspectief geplaatst worden met de evolutie van de jongerenwerkloosheid in de andere gewesten alsook in de voornaamste andere Belgische steden. We merken dan op dat de jongerenwerkloosheidsgraad meer is gedaald in Brussel dan in Charleroi of in het Waals Gewest, terwijl het percentage gestegen is in Antwerpen en in Gent alsook in het Vlaams Gewest. 37

42 Figuur 31: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren in de voornaamste Belgische steden ( , in %) ,4 26,9 16,6 14,2 27,5 24,0 25,5 20,9 32,5 32,3 44,7 43,2 40,9 42, Brussels Gewest Vlaams Gewest Antwerpen (Stad) Gent Waals Gewest Charleroi Liège * Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding *Totale beroepsactieve bevolking 2016 (provisoire cijfers) Figuur 32 : Evolutie van de administratieve jongerenwerkloosheidsgraad in het Brussels Gewest en Antwerpen ( , in %) ,5 31,4 31,8 32,0 27,9 26,5 24,0 29,4 26,0 25,8 26,9 27, * Brussels Gewest Antwerpen (Stad) Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding *Totale beroepsactieve bevolking 2016 (provisoire cijfers) 38

43 Figuur 33 : Evolutie van de administratieve jongerenwerkloosheidsgraad in het Brussels Gewest en Gent ( , in %) ,5 31,4 31,8 32,0 29,4 26,9 25,5 25,0 24,4 25,5 23,2 20, * Brussels Gewest Gent Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding * Totale beroepsactieve bevolking 2016 (provisoire cijfers) Figuur 34 : Evolutie van de administratieve jongerenwerkloosheidsgraad in het Brussels Gewest en Charleroi ( , in %) ,0 47,6 44,7 45,8 46,3 43,2 33,5 31,4 31,8 32,0 29,4 26, * Brussels Gewest Charleroi Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding * Totale beroepsactieve bevolking 2016 (provisoire cijfers) 39

44 Figuur 35 : Evolutie van de administratieve jongerenwerkloosheidsgraad in het Brussels Gewest en Luik ( , in %) ,5 45,5 43,5 44,1 42,5 40,9 33,5 31,4 31,8 32,0 29,4 26, * Brussels Gewest Liège Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding * Totale beroepsactieve bevolking 2016 (provisoire cijfers) De daling van de jongerenwerkloosheid in het Brussels Gewest is deels te verklaren door de ontwikkeling van oplossingen voor de problematiek van deze werkloosheid toegepast in het kader van de Jongerengarantie ( Youth Guarantee ): - de invoering van een individueel actieplan (IAP) draagt bij tot een verbetering van de tools bij de zoektocht naar werk en een betere oriëntering van de jongeren naar de verschillende uitkomsten (werk, opleiding, stage enz.) op basis van hun profiel; - de hervorming van het beheer van de werkaanbiedingen heeft tot een toename van de plaatsingen van jongeren geleid; - de invoering van beroepsstages (IS, internationale stages enz.) die de jongeren toelaten een eerste werkervaring op te doen; - de versterking van de synergie tussen de polen opleiding en tewerkstelling laat toe de opleidingen voor jongeren te ontwikkelen; - de opkomst van de taaltesten en van de uitreiking van taalcheques heeft vooral betrekking op de jongeren; - dankzij de uitbreiding van de maatregel startbaanovereenkomst (SBO-ION en SBO-YG) kunnen meer jongeren aan een gesubsidieerde betrekking geholpen worden; - de recente invoering van het inschakelingscontract biedt een tewerkstellingsoplossing aan jongeren die zich na hun studies hebben ingeschreven, als zij binnen de 18 maanden na hun inschrijving niet langer dan 90 dagen gewerkt hebben. Zoals uit de onderstaande grafiek blijkt, staat het percentage NEET's (Neither in employment nor in education and training, ofwel de jongeren zonder werk, die geen school lopen of opleiding volgen) in het Brussels Gewest op het laagste niveau in vijf jaar (15,2 % in 2016). 40

45 Figuur 36: Evolutie van het percentage NEET's (Neither in employment nor in education and training) onder de jongeren van 15 tot 24 jaar volgens gewest ( , in %) 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 15,2 12,2 9,9 7,5 0, Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Bron: Eurostat, berekeningen Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Tussen 2010 en 2016 hebben alle Brusselse gemeenten een daling van de werkloosheidsgraad opgetekend. De grootste dalingen werden vastgesteld in de gemeenten Sint-Joost-ten-Node, Sint-Jans- Molenbeek, Sint-Gillis en Schaarbeek. Algemeen zien we sinds meerdere jaren een gunstigere evolutie van de werkloosheid in de gemeenten van de tweede gordel. Figuur 37: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest per gemeente ( , in %) ,9 22,8 19,6 19,1 18,9 18,6 17,4 17,1 16,8 16,2 15,2 14,9 14,8 14,8 14, ,5 10,6 11,4 11,5 8,8 Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Hoe evolueren de werkzoekenden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? In 2016 bedroeg het jaargemiddelde in het Brussels Gewest niet-werkende werkzoekenden (NWWZ), ofwel minder dan in Dit is de tweede daling van de werkloosheid op jaarbasis op rij sinds

46 Tussen 2010 en 2016 is het aantal NWWZ in het Brussels Gewest met meer dan eenheden (- 8,1 %) gedaald. De periode van 1996 tot 2001 toonde immers de laatste daling van het aantal NWWZ ( eenheden), die zelf volgde op een zeer sterke stijging tussen 1990 en 1995 ( eenheden). Van 2001 tot 2006 steeg het aantal NWWZ opnieuw ( eenheden) vooraleer het tussen 2006 en 2008 daalde ( eenheden). De economische en financiële crisis van 2008, die vooral het Brussels Gewest trof, bracht een einde aan deze daling. Tussen 2008 en 2013 steeg het aantal NWWZ met meer dan eenheden. Sinds 2010 zien we een belangrijke daling van het aantal werkzoekenden die werkloosheidsuitkeringen ontvangen (WZUA: werkzoekenden die een uitkeringsaanvraag hebben ingediend). Parallel hiermee zien we een toename van de categorie andere NWWZ (niet-vergoede werklozen of werklozen die op een beslissing van de RVA wachten), vrij of verplicht ingeschreven 9 bij Actiris (+29,3 % tussen 2010 en 2016). Verschillende factoren kunnen deze grote stijging verklaren, voornamelijk de proportionele toename van de werkzoekenden van buitenlandse nationaliteit die nog niet aan de voorwaarden voldoen om werkloosheidsuitkeringen te ontvangen (onder meer de personen afkomstig uit de nieuwe landen die tot de Europese Unie zijn toegetreden, zoals Bulgarije en Roemenië, alsook de personen met een vluchtelingenstatuut) en de stijging van de begunstigden van het OCMW die gedeeltelijk voortvloeit uit de activering van het tewerkstellingsbeleid. 9 Om recht te hebben op een financiële tussenkomst van de OCMW's, moeten de personen die de aanvraag indienen onder andere willen werken en bijgevolg voorafgaand bij Actiris zijn ingeschreven. 42

47 Tabel 13: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest volgens verschillende kenmerken ( ) 2016 Variatie Variatie Aantal % Aantal % Aantal % WZUA , , ,2-6,8 Categorie Jongeren na studies , ,4-343,8-6,0 Andere NWWZ , ,3-304,6-1,1 Geslacht Mannen , , ,2-5,8 Vrouwen , , ,5-4,6-25 jaar , , ,5-9,2 25 tot 29 jaar , , ,0-8,3 30 tot 34 jaar , , ,4-7,5 Leeftijdscategorie 35 tot 39 jaar , ,5-746,4-5,2 40 tot 44 jaar , ,3-652,3-5,1 45 tot 49 jaar , ,8-164,3-1,5 50 jaar , ,5-364,8-1,6 Belg , , ,2-6,4 Buitenlanders EU- Nationaliteit , ,7-893,1-5,5 Buitenlanders niet- EU , ,2-200,4-1,0 Laag , , ,3-8,1 Midden , , ,7-5,0 Hoog , ,7-812,5-5,7 Studies in het buitenland zonder , , ,2-3,6 gelijkwaardigheid Studieniveau Basis en lager sec , ,4-837,3-3,7 Hoger secundair Hoger onderwijs , ,5-236,9-1, , ,9-165,7-2,2 Onbepaald 853 0, ,7-318,4-27,2-6 maanden , ,1-67,7-0,3 6 tot 11 maanden , ,0-745,6-5,6 Inactiviteitsduur 12 tot 23 maanden , , ,8-11,9 24 maanden ,5 47, , ,6-5,2 Totaal NWWZ , , ,7-5,2 Bron: Actiris, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding Het aantal werkzoekenden van 50 jaar en ouder blijft maar toenemen en is sinds 2010 met bijna 23 % gestegen. Eén van de verklarende factoren voor deze spectaculaire groei is de wetswijziging van 1 januari 2013, die de leeftijd waarop een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende mogelijk is, van 58 naar 60 jaar optrok. Wat de nationaliteit betreft, is het volume NWWZ van Europese origine tussen 2010 en 2016 aanzienlijk gestegen (+16,7 %), terwijl het aantal niet-europese buitenlanders (-4,2 %) en vooral het aantal Belgen (-13,6 %) is gedaald. De toename was naar verhouding het sterkst voor de Bulgaarse en Roemeense werkzoekenden, als een rechtstreeks gevolg van de toetreding van beide landen tot de Europese Unie. Ook bij de Poolse, Spaanse en Portugese werkzoekenden zien we een relatief hoge toename. Wat de niet-europese werkzoekenden betreft, is de toename vooral zichtbaar bij de vluchtelingen en staatlozen. 43

48 Over het algemeen vertoont het aantal NWWZ een daling van variabele omvang ongeacht het studieniveau, al is de daling meer uitgesproken bij laag- of middelmatig geschoolden. De hogere leeftijdscategorieën (50 jaar en ouder) worden globaal gezien harder getroffen door de stijgende werkloosheid. De categorie "andere studies", die de werkzoekenden groepeert die een diploma behaald hebben in het buitenland die niet in België erkend wordt, blijft toenemen. De problematiek van de gelijkwaardigheidserkenning van diploma s blijft derhalve cruciaal wetende dat een zesde van deze andere studies met een hoog kwalificatieniveau overeenstemt. De kwestie van de langdurige werkloosheid blijft fundamenteel in Brussel met ongeveer twee NWWZ op drie die sinds minstens één jaar bij Actiris zijn ingeschreven. De groep niet-werkende werkzoekenden die sinds twee jaar is ingeschreven, is tussen 2010 en 2016 met 4,6 % gestegen, hoewel ook deze groep op jaarbasis is gedaald (-5,2 % tussen 2015 en 2016). In zekere zin hebben de verschillende kenmerken van de werkloosheid de neiging om zich op te stapelen. Bij de langdurig werklozen vinden we meer laaggeschoolde NWWZ of personen die in het buitenland hebben gestudeerd en van wie het diploma in België niet wordt erkend, alsook meer oudere NWWZ. Welke overgangen zijn kenmerkend voor werklozen op de arbeidsmarkt? De stock van Brusselse NWWZ bedroeg in 2016 gemiddeld ongeveer personen, maar uit de analyse van de gegevensstromen blijkt dat in werkelijkheid meer dan verschillende personen op een bepaald moment in de loop van het jaar bij Actiris waren ingeschreven. Voor 2016 alleen telden we iets meer dan instromen in de werkloosheid en bijna uitstromen uit de werkloosheid. Deze gegevens brengen een belangrijke dynamiek onder de werklozen aan het licht. Ze onthullen namelijk het bestaan van regelmatige bewegingen tussen werkloosheid, tewerkstelling en inactiviteit. Figuur 38: Instroom in en uitstroom uit de werkloosheid in de loop van 2016 (in aantal) Stock op 1 januari Instroom in Arbeidsreserve in Stock op 31 december Uitstroom in Bron: Actiris, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De arbeidsreserve (AR) omvat het aantal ingeschreven NWWZ op 1 januari van een bepaald jaar waarbij de volledige nieuwe instroom in de werkloosheid wordt geteld die tijdens het lopende jaar werd geregistreerd, of het nu gaat om herinschrijvingen van NWWZ die op 1 januari niet meer waren 44

49 Tabel 14: Arbeidsreserve (AR) in het Brussels Gewest volgens verschillende kenmerken (2016) Stock Stock % % Uitstro 01/01/20 Instroom AR /12/2 instro uitstroo om om m Geslacht Mannen ,8 43,4 Vrouwen ,7 44,6 Leeftijds categorie ingeschreven of om nieuwe inschrijvingen. De uitstroom betreft de NWWZ die op 31 december niet meer zijn ingeschreven, terwijl ze dit in het begin van het jaar wel nog waren. De volgende tabel analyseert de stroombewegingen, namelijk de instroom in en uitstroom uit de werkloosheid, volgens verschillende individuele kenmerken. Uit deze tabel blijkt dat deze bewegingen het meest intens zijn bij de min-25-jarigen en dat deze geleidelijk met de leeftijd afnemen. In 2016 stonden er gemiddeld zo n NWWZ jonger dan 25 jaar ingeschreven, terwijl er dat jaar in totaal verschillende jongeren ingeschreven zijn geweest. Deze jongeren worden vaker geconfronteerd met opeenvolgende periodes van werkloosheid afgewisseld met korte periodes van werk (uitzendwerk, ABD enz.). Bovendien worden ze zwaarder getroffen door het gevoerde activeringsbeleid. 48 % van de jongeren bevindt zich in de categorie minder dan 6 maanden ingeschreven (voor alle leeftijden samen in die categorie is dit maar 24 %). Omgekeerd zijn de plus-50- jarigen het meest getroffen door de langdurige werkloosheid. Studieniveau -25 jaar ,4 55,6 25 tot 29 jaar ,8 53,6 30 tot 39 jaar ,9 45,9 40 tot 49 jaar ,7 37,8 50 jaar ,1 27,5 Laag ,0 42,6 Midden ,2 46,2 Hoog ,3 50,4 Studies in het ,1 42,4 buitenland zonder gelijkwaardigheid Basisonderwijs ,4 38,7 Secundair ,8 44,4 onderwijs Hoger onderwijs ,0 49,8 Totaal ,7 44,0 Bron: Actiris, berekeningen van het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid en Opleiding De verschillen zijn minder groot als men vergelijkt naar studieniveaus, maar toch merken we op dat de bewegingen van instroom en uitstroom uit de AR vooral de hooggeschoolde werkzoekenden betreffen, terwijl de laaggeschoolden langer werkloos blijven. 45

50 Deze verschillen tussen studieniveaus worden versterkt voor de werkzoekenden die hun studies in het buitenland hebben gevolgd en van wie het diploma in België niet erkend is. Hun instroompercentage in de werkloosheid is hoger dan het percentage van hun tegenhangers die wel over erkende diploma's beschikken 10, terwijl de verschillen tussen hun uitstroom- en instroompercentage beperkt zijn. Dit toont aan dat ze weinig geprofiteerd hebben van de werkloosheidsdaling in Dit kan worden verklaard door het feit dat een groot aantal nieuwkomers zich misschien in deze categorie zal bevinden. Laatstgenoemden zijn vaak vrij ingeschreven in afwachting van hun toelating tot de werkloosheid of omdat ze financiële steun van een OCMW genieten. Deze inschrijving moet om de drie maanden worden vernieuwd en deze personen stromen bijgevolg herhaaldelijk in en uit de werkloosheid. 46

51 Conclusie De evolutie van het economisch weefsel, alsook het nieuwe tewerkstellingsbeleid van het gewest, dragen bij tot een daling van de werkloosheid in de hoofdstad. Deze daling is vooral bij de jongeren bijzonder groot. Tegelijk zien we dat het aantal niet-werkende werkzoekenden op jaarbasis in dalende lijn evolueert. Het aantal werklozen in het Brussels Gewest ligt op het laagste niveau sinds De toenemende desïndustrialisering die Brussel sinds meerdere decennia kent, heeft bovendien geleid tot een belangrijke daling van de loontrekkende tewerkstelling van arbeiders en laaggeschoolden, hoewel een groot deel van de regionale arbeidskrachten dit profiel blijft hebben. Daarnaast heeft de economische uitbreiding van de tertiaire sector geleid tot een algemene stijging van de kwalificatie-eisen voor Brusselse jobs en de concurrentie van werknemers uit verschillende gewesten van het land, aangezien de hoofdstad vele hooggeschoolde werknemers uit Vlaanderen en Wallonië aantrekt. Zowel in het centrum als in de rand ontstaan er echter tewerkstellingsmogelijkheden voor de Brusselse arbeidskrachten. Als enerzijds de dalende trend van het inkomende pendelverkeer zich verderzet, zal dit de Brusselse werknemers ten goede kunnen komen, onder meer door de relatieve vergrijzing van de Vlaamse en Waalse pendelaars. De vergrijzing van de bevolking in de rand anderzijds, kan ook Voornaamste cijfers voor Brussel In 2016 telden we in totaal zo'n arbeidsplaatsen in Brussel Meer dan één arbeidsplaats op twee wordt door een Brusselaar ingenomen (52 %) 58 % hooggeschoolden Bijna bezoldigde arbeidsplaatsen in 2015 Eén arbeidsovereenkomst op vijf is voor deeltijdse arbeid 13 % heeft betrekking op tijdelijke arbeid -0,2 % tussen 2010 en 2015 ( arbeidsplaatsen) Over de hele periode +15 % loontrekkenden tussen 55 en 64 jaar ( arbeidsplaatsen) Ongeveer zelfstandigen +17 % tussen 2011 en 2016, of zo'n arbeidsplaatsen ondernemingen actief in Brussel in ,9 % op vijf jaar leiden tot jobs voor de Brusselaars, aangezien in Vlaams- en Waals-Brabant het aantal nieuwkomers op de arbeidsmarkt niet voldoende zal zijn om op termijn het tekort van de personen die de arbeidsmarkt verlaten, op te vangen. Op economisch vlak vormt een sterke ondernemersdynamiek, gemeten op basis van het percentage van oprichtingen en stopzettingen van ondernemingen, de ruggengraat van een vraag naar arbeid die bestand is tegen conjunctuurveranderingen. Enerzijds worden weinig rendabele en verouderde bedrijven weggeconcurreerd, anderzijds komen er nieuwe innoverende ondernemingen bij die de basis van de toekomstige economische groei leggen. Brussel onderscheidt zich van het Vlaams en Waals Gewest door een vrij hoge oprichtings- en stopzettingsgraad, wat een typisch gevolg is van de diensteneconomie in dit gewest. Het Brussels Gewest heeft bovendien een zeer hoog aantal startende en stopgezette zelfstandige activiteiten, alsook een grotere toename van de zelfstandige arbeid. Bovendien kan de zelfstandige arbeid, waar de gemiddelde leeftijd in het 47

52 Brussels Gewest over het algemeen minder hoog is dan elders op het grondgebied, vandaag voor een deel van de jonge arbeidskrachten een degelijk alternatief zijn voor de klassieke loontrekkende tewerkstelling. Dit gezegd zijnde, blijft de bevolkingsgroei een belangrijke uitdaging voor Brussel aangezien het aantal gecreëerde jobs voldoende moet zijn om de stroom van nieuwkomers op de regionale arbeidsmarkt te absorberen. In dat opzicht is de tewerkgestelde beroepsbevolking in het Brussels Gewest geleidelijk gestegen, een stijging die gepaard ging met een toename van de werkzaamheidsgraad. De verklaring hiervoor is dat de bevolking op beroepsactieve leeftijd een grotere stijging heeft gekend dan het aantal Brusselse werknemers. De specifieke kenmerken van de stedelijke werkloosheid, vooral in Brussel, zijn welbekend: laaggeschooldheid, langdurige werkloosheid, leeftijd, nationaliteit of herkomst en, algemeen, de sociale kwetsbaarheid (die hand in hand gaat met de stijging van het aantal eenoudergezinnen). Deze kenmerken Voornaamste cijfers voor Brussel Tussen 2011 en 2016: De tewerkgestelde beroepsbevolking stijgt met 8 % ( werknemers) Stijging van 2 % van de tewerkstellingsgraad De werkloosheidsgraad kent een daling van 3 p.p. (-4,5 p.p. voor de werkloosheid bij min-25-jarigen) In 2016 zijn werkzoekenden bij Actiris ingeschreven, 8 % minder dan in 2010 kunnen samen voorkomen en de kansen op een snelle en duurzame toegang tot werk beperken. Als we ze apart beschouwen, kunnen ze echter niet de evolutie van de werkloosheid in Brussel verklaren aangezien het fenomeen resulteert uit een onevenwicht tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het een veelheid aan variabelen doet ontstaan waaraan de werkloosheidsfluctuaties tijdelijk onderhevig zijn. De kwaliteit van de tewerkstelling, met als logisch gevolg de werkloosheidsvallen (financieel en andere), is eveneens cruciaal op de steeds flexibeler wordende arbeidsmarkt, en heeft tevens gevolgen voor de bezoldigingen en de mogelijkheden om het beroeps- en privéleven met elkaar te verzoenen. De oplossing voor het werkloosheidsprobleem is in deze context dan ook niet eenduidig. Daar het Brussels Gewest al hoge economische prestaties kent, lijkt het onvoldoende om zich uitsluitend te focussen op het economisch en sociaal ontwikkelingsbeleid van bovenuit. Het beleid inzake doelgroepen (jonge schoolverlaters, nieuwkomers, laaggeschoolden), groepen die oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheidscijfers van Brussel, moet gezamenlijke doelstellingen formuleren met aanbevelingen en specifieke maatregelen bedoeld voor de werkgevers (onder meer de strijd tegen de etnische discriminatie bij aanwerving, de verbetering van de kwaliteit van jobs en de promotie en ondersteuning van de lokale tewerkstelling) om efficiënt en coherent te reageren op de twee aspecten van de arbeidsmarkt. 48

53 De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2017 D/2018/57.47/2 Verantwoordelijke uitgever: Grégor Chapelle, Sterrenkundelaan 14, 1210 Brussel

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2016 Verantwoordelijke uitgever Grégor Chapelle Directeur-generaal van Actiris, Gewestelijke dienst voor Arbeidsbemiddeling Directrice Diensthoofd:

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2018 Inhoudstafel Inleiding... 1 1. De vraag naar werk: de interne werkgelegenheid en de demografie van de ondernemingen... 3 1.1 De interne werkgelegenheid...

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag Juni 2013 Inhoudsopgave, editoriaal en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag November 2013 Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013 De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest December 2015 F. Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest Dit bestand verstrekt verschillende

Nadere informatie

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE. 0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600

Nadere informatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1 Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder in 1983 en 2013 De Belgische bevolking van

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest SITUATIE 2014 Met de steun van het Europees sociaal fonds Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, een dienst binnen Actiris, is opgericht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid April 2014 FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt 1. Inleiding: context en algemene tendens Sinds tien stellen we elk een stijging

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

Barometer. het vrouwelijk. ondernemerschap. voor. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Barometer. het vrouwelijk. ondernemerschap. voor. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2 0 1 7 Barometer voor het vrouwelijk ondernemerschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest TEWERKSTELLING Vergelijking van de tewerkstellingsgraad voor vrouwen met de andere gewesten De tewerkstellingsgraad

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 april 2007 Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 De laatste 20 jaar zijn er 740.000 werkende personen bijgekomen. Dat is een

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Een terugblik op vijf decennia

Een terugblik op vijf decennia Een terugblik op vijf decennia Inleiding Het RSVZ bezit een uitgebreide verzameling statistische gegevens over de verzekeringsplichtige zelfstandigen en vennootschappen. Op basis van deze rijke informatiebron

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende

Juni 2018: van de jonge Brusselaars zijn nu minder dan werkzoekende Brusselse werkloosheid blijft dalen Juni 2018: van de 102 000 jonge Brusselaars zijn nu minder dan 8 000 werkzoekende Er wonen 102.460 jongeren (18-24 jaar) in Brussel. Van hen zijn er vandaag minder dan

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid heeft als missie om de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brusselse Gewest in

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid Zelfstandige arbeid Deze gegevens zijn afkomstig van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), meer

Nadere informatie

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden

34,0 31,9 % 32,0 30,0 28,0 26,7 % 26,0 26,5 % 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -992 eenheden 20 000 Brusselse werkzoekenden minder op 4 jaar tijd Brussel telt 91.877 werkzoekenden, voor een werkloosheidsgraad van 16,5%. Daarmee daalt de werkloosheid voor de 39 e maand op rij: in vergelijking met

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -534 eenheden Mei 2018: De jeugdwerkloosheid daalt 5 jaar ononderbroken De daling van de werkloosheid zet zich verder in Brussel. Eind mei telt het Brussels Gewest 87.912 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni 2019 Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Deze barometer is een maandelijkse publicatie van gegevens over de bezoldigde arbeid

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017 07/03/2017 SYNTHESE: Er is een opmerkelijke versnelling van de omzetgroei in het derde kwartaal bij restaurants en drinkgelegenheden. Hotels en catering kennen nog steeds een dalende omzet. De horecaprijzen

Nadere informatie

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990

Augustus 2018: aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990 Augustus : aantal jonge werkzoekenden op laagste niveau sinds 1990 Eind augustus telt het Brussels Gewest 8.605 jonge werkzoekenden. Voor de maand augustus is dat het laagste aantal in 28 jaar. Er zijn

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden

34,0 32,0 30,0 28,0 26,0 24,0 22,0 20,0. Jaarlijkse evolutie. Jeugdwerkloosheid -291 eenheden Juli 2018: opnieuw daling van Brusselse werkloosheid Eind juli telt het Brussels Gewest 90.673 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad van 16,2%. Het is geleden van het jaar 2000 dat

Nadere informatie

De Belgische arbeidsmarkt in 2012

De Belgische arbeidsmarkt in 2012 1 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder Iets minder dan de helft van de bevolking van 15 jaar en ouder is aan het

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE? Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale ASBL Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest VZW GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2015 - privésector 1. Aangiften : In 2015 werden 157.242 aangiften genoteerd. Het betreft een verdere daling (-6,5% t.o.v.

Nadere informatie

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar

April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar April 2018: Brusselse werkloosheidsgraad op laagste niveau in 25 jaar Brussel, 3 mei 2018 Eind april telt het Brussels Gewest 89.367 werkzoekenden, wat overeenkomt met een werkloosheidsgraad van 15,9%.

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd

De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd De jongerenwerkloosheid blijft verder dalen in Brussel: -9,3% in één jaar tijd Brussel, 1 oktober Eind september bedraagt de jongerenwerkloosheidsgraad, na een 64 e daling op rij, 24,7%. Brussel telt 9.477

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Sectorrapport: Social Profit

Sectorrapport: Social Profit Sectorrapport: Social Profit Een analyse van de RSZ-tewerkstelling op basis van de paritaire comités voor de social profit Wouter Vanderbiesen Opgenomen paritaire comités PC 152: arbeiders in het gesubsidieerd

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 januari 2012

PERSBERICHT Brussel, 25 januari 2012 PERSBERICHT Brussel, 25 januari 2012 2011 : MEER FAILLISSEMENTEN, MINDER JOBVERLIES In 2011 gingen in België in totaal 10.224 bedrijven failliet, een stijging van 6,8% in vergelijking met 2010. Het aantal

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek APRIL 2012 INHOUD Blz 1. Loontrekkende werkgelegenheid 2 1.1 Algemeen 2 1.2 Hoofdsectoren 2 1.3 Logistiek 3 1.3.1 Algemeen 3 1.3.2 Limburgse

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Situatie 2013

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Situatie 2013 De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Situatie 2013 Met de steun van het Europees sociaal fonds Redactie Khadija Senhadji 02/505.77.17 ksenhadji@actiris.be September 2014 Verantwoordelijke

Nadere informatie

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE BEVOLKING VAN 15 T.E.M. 49 JAAR VOLGENS

Nadere informatie

FOCUS Welke tewerkstellingsperspectieven hebben hooggeschoolden in Brussel?

FOCUS Welke tewerkstellingsperspectieven hebben hooggeschoolden in Brussel? Maart 2015 FOCUS Welke tewerkstellingsperspectieven hebben hooggeschoolden in Brussel? Voorwoord Ondanks het feit dat het aantal arbeidsplaatsen voor hooggeschoolden de laatste jaren is toegenomen, ook

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese: FEBRUARI 2016 16/02/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca zet door en is het sterkst in restaurants en logies. De horeca inflatie blijft op een hoog niveau. Het aantal arbeidsplaatsen

Nadere informatie

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad en werkloosheidsgraad Oktober 2015 A. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad Deze kerncijfers

Nadere informatie

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Een regionale opsplitsing van de sociale balansen Nationale Bank van België (2004). De sociale balans 2003, Economisch Tijdschrift 4-2004. Voor het eerst heeft de Nationale Bank van België de sociale balansen

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie