PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

Transcriptie

1 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. Dat percentage daalde met 0,2 procentpunt in vergelijking met het vierde kwartaal van 2014 maar nam met 0,4 procentpunt toe in vergelijking met vorig jaar; De EU2020-doelstelling van 73,2% werkenden binnen de bevolking van 20 tot en met 64 jaar blijft nog veraf; De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau bedroeg in het eerste kwartaal van ,8%, een lichte toename ten opzichte van het vorige kwartaal en een stabilisatie in vergelijking met vorig jaar; De jongerenwerkloosheidsgraad daalde ten opzichte van het vierde kwartaal van 2014 en nog sterker ten opzichte van het eerste kwartaal van De werkloosheidsgraad van 15- tot 24-jarigen bedroeg 20,4%. Bij de andere leeftijdsgroepen werd deze positieve tendens niet vastgesteld. Dat blijkt uit de cijfers van het eerste kwartaal van 2015 van de Enquête naar de Arbeidskrachten (Labour Force Survey) van de Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium. De enquête peilt naar de voornaamste evoluties op vlak van werkgelegenheid en werkloosheid volgens internationale definities. Op basis daarvan worden er een aantal belangrijke arbeidsmarktindicatoren opgesteld zoals de werkgelegenheids-, de werkloosheids- en de activiteitsgraad. Om de werkloosheidscijfers internationaal vergelijkbaar te houden, worden ze berekend volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau (zie bijlage op pagina 6).

2 Werkgelegenheidsgraad stijgt licht ten opzichte van vorig jaar, maar nog ver verwijderd van de EU2020-doelstelling De Europa 2020-strategie legt vast dat tegen % van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk moet zijn. Onze nationale doelstelling bedraagt 73,2%. In het eerste kwartaal van 2015 was in België 67,4% van de 20- tot 64-jarigen aan het werk. Daarmee lag de werkgelegenheidsgraad iets lager dan in het vorige kwartaal (vierde kwartaal 2014: 67,6%). In vergelijking met hetzelfde kwartaal van vorig jaar daarentegen namen we een positieve evolutie van de werkgelegenheidsgraad waar (eerste kwartaal 2014: 67,0%). De doelstelling van 73,2% lijkt echter nog niet in zicht. Terwijl de werkgelegenheidsgraad van de oudere populatie (55-64 jaar) de voorbije jaren in stijgende lijn ging, noteerden we in het eerste kwartaal van 2015 een lichte terugval. Het cijfer daalde licht, van 43,6% in het vierde kwartaal van 2014 tot 42,9% in het eerste kwartaal van In vergelijking met vorig jaar waren er wel meer 55- tot 64-jarigen aan het werk. Het percentage bedroeg toen 41,0%. De werkgelegenheidsgraad bij mannen daalde licht naar 71,5% in het eerste kwartaal van De werkgelegenheidsgraad bij vrouwen bedroeg 63,2% en stabiliseerde ten opzichte van het vorig kwartaal (63,1%), maar steeg dan weer in vergelijking met het eerste kwartaal van 2014 (62,2%). Wat de gewesten betreft, zien we een daling van de werkgelegenheidsgraad in Brussel en Wallonië en een lichte toename in Vlaanderen. In Vlaanderen bedroeg de werkgelegenheidsgraad bij 20- tot 64-jarigen 72,7%, in Wallonië 61,1% en in Brussel 57,8%. 2/6 Grafiek 1: Werkgelegenheidsgraad van jarigen naar geslacht en naar regio van woonplaats (vierde kwartaal 2014 eerste kwartaal 2015)

3 3/6 Jeugdwerkloosheid daalde in het eerste kwartaal van 2015 De algemene werkloosheidsgraad - het aantal werklozen van 15 tot en met 64 jaar in procent van de beroepsbevolking - bedroeg 8,8% in het eerste kwartaal van In vergelijking met het vierde kwartaal van 2014 steeg de werkloosheidsgraad met 0,2 procentpunt. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014 stabiliseerde de werkloosheidsgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau zich. Enkel de werkloosheidsgraad bij mannen is gestegen, van 9,0% in het vierde kwartaal van 2014 naar 9,5% in het eerste kwartaal van De werkloosheidsgraad bij vrouwen bevond zich een stuk onder het niveau van de werkloosheidsgraad bij mannen en bedroeg 8,1%. Dat betekent een stabilisatie tot lichte daling ten opzichte van het vorige kwartaal (8,2%). Het positieve aan de werkloosheidsevolutie is dat de werkloosheidsgraad van jongeren daalde. De werkloosheidsgraad van 15- tot 24-jarigen nam tussen het vierde kwartaal van 2014 en het eerste kwartaal van 2015 af van 22,2% tot 20,4%. De daling ten opzichte van het eerste kwartaal van 2014 is nog meer uitgesproken; toen bedroeg de jeugdwerkloosheidsgraad nog 26,3%. De werkloosheidsgraad van de andere leeftijdsgroepen volgde die positieve tendens voorlopig nog niet, al ligt de werkloosheidsgraad er een stuk lager dan bij de jongeren. De werkloosheidsgraad van 25- tot 49-jarigen en 50- tot 64-jarigen bedroeg in het eerste kwartaal van 2015 respectievelijk 8,4% en 6,3%. Wat de gewesten ten slotte betreft, zien we dat de werkloosheid stabiliseerde in Brussel (17,8% in het eerste kwartaal van 2015 ten opzichte van 17,7% in het vierde kwartaal van 2014). In Vlaanderen bedroeg het cijfer in het eerste kwartaal van ,5% ten opzichte van 5,3% in het vorige kwartaal. Ook in Wallonië zien we een stijging, namelijk van 11,8% naar 12,3%. Grafiek 2: Werkloosheidsgraad van jarigen naar geslacht en regio van woonplaats (vierde kwartaal 2014 eerste kwartaal 2015)

4 4/6 Bijkomende inlichtingen Voor meer inlichtingen kan u terecht bij Stephan Moens: 02/ statpress@economie.fgov.be Bronvermelding Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium. Aanvullende cijfergegevens Tabellen met gedetailleerde gegevens zijn terug te vinden: Meer arbeidsmarktgegevens vindt u op de website van de Algemene Directie Statistiek Statistics Belgium ( De kwartaalcijfers vanaf het 1ste kwartaal 1999 tot en met het 1ste kwartaal 2015 zijn terug te vinden in onze dynamische toepassing be.stat of als downloadbare Excel-tabel op U vindt tevens bijkomende informatie (methodologie, statistieken, ) over de Enquête naar de Arbeidskrachten op

5 5/6 Bijlage 1: Kernindicatoren over de arbeidsmarkt voor het eerste kwartaal van 2015 Percentage kwartaal 2015 eerste Evolutie tov het vierde kwartaal van 2014 in procentpunten Evolutie tov het eerste kwartaal van 2014 in procentpunten Werkgelegenheidsgraad jaar Totaal 61,9% -0,2% 0,4% Mannen 65,7% -0,5% -0,1% Vrouwen 58,1% 0,0% 1,0% Werkgelegenheidsgraad jaar Totaal 67,4% -0,3% 0,4% Mannen 71,5% -0,6% -0,2% Vrouwen 63,2% 0,1% 1,0% Werkgelegenheidsgraad jaar Totaal 42,9% -0,6% 2,0% Mannen 47,9% -1,7% 0,7% Vrouwen 38,1% 0,4% 3,3% Werkloosheidsgraad jaar Totaal 8,8% 0,2% 0,0% Mannen 9,5% 0,5% 0,1% Vrouwen 8,1% -0,1% 0,0% Werkloosheidsgraad jaar Totaal 20,4% -1,7% -5,8% Mannen 20,7% -3,3% -5,3% Vrouwen 20,1% 0,1% -6,5% Activiteitsgraad jaar Totaal 67,9% -0,1% 0,5% Mannen 72,6% -0,1% 0,0% Vrouwen 63,2% 0,0% 1,0%

6 6/6 Bijlage 2: Definities over werkgelegenheid en werkloosheid De steekproefenquête naar de arbeidskrachten is een enquête bij particuliere huishoudens, die over het hele jaar wordt gehouden. Ze is gebaseerd op een effectieve steekproef van huishoudens in het eerste kwartaal van 2015, namelijk personen (respondenten) op actieve leeftijd (15 jaar en ouder). De definities over werkgelegenheid en werkloosheid die hierna worden gehanteerd, zijn die van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB), waardoor een vergelijkbaarheid van de resultaten op internationaal vlak wordt gewaarborgd. Personen met een betrekking zijn personen die gedurende de referentieweek minstens één uur werk verrichtten voor loon of salaris of voor winst, of die een baan hadden maar tijdelijk afwezig waren. Daar worden ook de meewerkende familieleden meegerekend. Werklozen zijn alle personen die: a) tijdens de referentieweek geen werk hadden, d.w.z. niet in loondienst of als zelfstandige werkten; b) voor werk beschikbaar waren, d.w.z. voor werk in loondienst of als zelfstandige beschikbaar waren binnen twee weken na de referentieweek; c) actief werk zochten, d.w.z. gedurende de laatste vier weken met inbegrip van de referentieweek gerichte stappen hadden ondernomen om werk in loondienst of als zelfstandige te zoeken, of die werk hadden gevonden en binnen ten hoogste drie maanden zouden beginnen te werken. Opgelet! De IAB werkloosheidscijfers staan los van een eventuele inschrijving bij VDAB, Actiris, FOREM of ADG, evenals van het ontvangen van een uitkering van de RVA, en zijn dus niet vergelijkbaar met de administratieve werkloosheidscijfers. Niet actieven zijn alle personen die niet beschouwd worden als personen met een betrekking of als werklozen. De werkgelegenheidsgraad geeft het percentage werkende personen in de bevolking van 15 tot 64 jaar weer. De werkgelegenheidsgraad in het kader van de Europa 2020 strategie geeft het percentage werkende personen in de bevolking van 20 tot 64 jaar weer. De werkloosheidsgraad geeft het percentage werklozen in de beroepsbevolking (werkende personen + werklozen) van 15 tot 64 jaar weer. De activiteitsgraad geeft het percentage beroepsbevolking (werkende personen + werklozen) in de bevolking van 15 tot 64 jaar weer. Bovenstaande indicatoren (werkgelegenheidsgraad, werkloosheidsgraad en activiteitsgraad) zijn de belangrijkste indicatoren om de arbeidsmarktevolutie op internationaal niveau te vergelijken.