De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest"

Transcriptie

1 De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2018

2 Inhoudstafel Inleiding De vraag naar werk: de interne werkgelegenheid en de demografie van de ondernemingen De interne werkgelegenheid Wat kenmerkt de interne werkgelegenheid? De bezoldigde werkgelegenheid Hoe evolueert de bezoldigde werkgelegenheid in Brussel? Hoe ziet de bezoldigde werkgelegenheid er op gemeentelijk niveau uit? Zelfstandige arbeid Kwaliteit van de arbeid Deeltijdwerk Tijdelijk werk De tewerkstellingsmogelijkheden in het Brussels grootstedelijk gebied De demografie van de ondernemingen Jobcreatie en -destructie Het arbeidsaanbod: de Brusselse beroepsbevolking Demografische elementen De actieve beroepsbevolking De activiteitsgraad De werkzaamheidsgraad Het pendelverkeer Welk profiel hebben de pendelaars naar Brussel? Hoe evolueert het pendelverkeer van en naar Brussel? De niet-werkende beroepsbevolking Hoe evolueert de werkloosheidsgraad? Hoe evolueren de werkzoekenden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Welke overgangen zijn kenmerkend voor werklozen op de arbeidsmarkt? Conclusie Bijlage : Kerncijfers van de arbeidsmarkt in de drie gewesten... 50

3 Overzicht van de illustraties Figuur 1: Evolutie van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest ( , in aantal)... 3 Figuur 2: Verdeling van de werknemers in het Brussels Gewest volgens hun woonplaats (2017)... 4 Figuur 3: Sectorale specialisatiecoëfficiënt in het Brussels Gewest (2016)... 6 Figuur 4: Evolutie van de bezoldigde arbeid in de drie gewesten ( , index 2011 = 100 %)... 7 Figuur 5: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens leeftijdscategorie... in het Brussels Gewest ( ) Figuur 6: Vestigingen en bezoldigde werkgelegenheid volgens grootte van de onderneming... in het Brussels Gewest (2016, in %) Figuur 7: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid per gemeente ( ) Figuur 8: Verdeling van de zelfstandigen volgens geslacht en woonplaats (2017) Figuur 9: Verdeling van de zelfstandigen volgens leeftijdscategorie en woonplaats (2017) Figuur 10: Verdeling van de zelfstandigen in het Brussels Gewest volgens activiteitensector (2017) Figuur 11: Groeipercentage van de totale tewerkstelling volgens arbeidstijdregime en plaats van tewerkstelling ( ) Figuur 12: Percentage deeltijds werkenden op totaal van de werkenden volgens geslacht en woonplaats... (totaal van de werkenden jaar, 2017) Figuur 13: Aandeel deeltijds werkenden op totaal van de werkenden, volgens leeftijd en woonplaats... (totaal van de werkenden jaar, 2017) Figuur 14: Groeipercentage van de loontrekkende tewerkstelling volgens type arbeidsovereenkomst en plaats... van tewerkstelling ( ) Figuur 15: Aandeel tijdelijk werk in de bezoldigde arbeid volgens geslacht en woonplaats ( 15 jaar, 2017) Figuur 16: Aandeel tijdelijke arbeid in de bezoldigde arbeid volgens leeftijd en woonplaats ( 15 jaar, 2017) Figuur 17: Jaarlijkse evolutie van de bevolking van het Brussels Gewest ( , in aantal) Figuur 18: Tienjarige evolutie van de bevolking volgens het gewest ( , in %) Figuur 19: Evolutie in de componenten van de loop van de bevolking, per gewest en... in beide Brabantse provincies, tussen 2013 en Figuur 20: Vervangingsgraad van de beroepsactieven (18-29 jaar / jaar, in %) Figuur 21: Bevolking op beroepsactieve leeftijd (18 tot 64 jaar) volgens afkomst en per gewest (2016) Figuur 22: Voornaamste indicatoren van de Brusselse bevolking op beroepsactieve leeftijd (2017) Figuur 23: Leeftijdsstructuur van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2017, in %) Figuur 24: Opleidingsniveau van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2017, in %) Figuur 25: Tewerkstellingssector van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2017, in %)... 36

4 Figuur 26: Evolutie van de verdeling van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest... ( , in aantal) Figuur 27: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad per gewest ( , in %) Figuur 28: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens geslacht in het Brussels Gewest... ( , in %) Figuur 29: Werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad volgens afkomst en geslacht... in het Brussels Gewest (2016, in %) Figuur 30: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens leeftijdscategorie... in het Brussels Gewest ( , in %) Figuur 31: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren... in de voornaamste Belgische steden ( *, in %) Figuur 32: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren in het Brussels Gewest en... in de voornaamste Belgische steden ( *, in %) Figuur 33: Evolutie van het percentage NEET's onder de jongeren van 15 tot 24 jaar volgens gewest... ( , in %) Figuur 34: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest per gemeente... (2012; -2017, in %) Figuur 35: Instroom in en uitstroom uit de werkloosheid in de loop van 2017 (in aantal)... 45

5 Overzicht van de tabellen Tabel 1: Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest, in cijfers en percentage (2017)... 5 Tabel 2: Evolutie van het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen in het Brussels Gewest per sector ( )... 8 Tabel 3: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens statuut en plaats van tewerkstelling... ( )... 9 Tabel 4: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens geslacht en plaats van tewerkstelling... ( )... 9 Tabel 5: Aantal zelfstandigen en hun evolutie volgens het statuut en woonplaats ( ) Tabel 6: Evolutie van het aantal opgestarte en stopgezette activiteiten volgens woonplaats... van de zelfstandige (2017) Tabel 7: Structuur en evolutie van de bezoldigde arbeid in het Brussels Gewest... en in de twee provincies van Brabant ( ) Tabel 8: Sectorale verdeling van de bezoldigde werkgelegenheid in het Brussels Gewest... en in de twee provincies van Brabant (2016) Tabel 9: Evolutie van het aantal btw-plichtige ondernemingen volgens het Gewest ( ) Tabel 10: Evolutie van het percentage inzake oprichtingen en stopzettingen van ondernemingen... volgens het Gewest ( , in %) Tabel 11: Evolutie van het aantal faillissementen volgens de activiteitensector,... in het Brussels Gewest ( ) Tabel 12: Tewerkstellings- en werknemersdynamiek per gewest ( ) Tabel 13: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest... volgens verschillende kenmerken ( ) Tabel 14: Arbeidsreserve (AR) volgens verschillende kenmerken (2017) Tabel 15: Kerncijfers van de arbeidsmarkt in de drie gewesten... 50

6 Voorwoord Net zoals zijn vorige edities is ook deze jaarlijkse situatieschets van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontstaan vanuit de wens, maar ook de werkelijke behoefte, om de structuur en de recente evoluties van de werkgelegenheid en de werkloosheid in Brussel te analyseren. Deze publicatie is bestemd voor een divers publiek en streeft er dan ook naar om de kerngegevens die typisch zijn voor de gewestelijke werkgelegenheids- en werkloosheidsmateries uiteen te zetten. Dankzij de zesde staatshervorming en de overheveling van nieuwe bevoegdheden naar de gewestelijke openbare tewerkstellingsdiensten, beschikt Brussel over nieuwe belangrijke hefbomen om zijn eigen werkgelegenheidsbeleid te voeren. Al kan dit voor de Brusselaars mooie kansen creëren, er staan het gewest nog vele uitdagingen te wachten om de werkgelegenheid verder uit te bouwen en de werkloosheid terug te dringen. De statistieken die in deze stand van zaken voorgesteld en besproken worden, zijn het resultaat van berekeningen van view.brussels, het Brussels observatorium voor werk en opleiding, gebaseerd op verschillende bronnen. De cijfers steunen op de laatste beschikbare gegevens met, afhankelijk van de bronnen, 2016 of 2017 als referentieperiode en aangevuld met evolutiereeksen van vijf of tien jaar. Het eerste deel, gericht op de Brusselse vraag naar werk, behandelt de bijgewerkte gegevens over de interne werkgelegenheid, bezoldigde werkgelegenheid en zelfstandige arbeid (sociodemografische kenmerken van de actieve beroepsbevolking, kwaliteit van de arbeidsplaatsen, evolutie van het personeelsbestand...) en de ondernemersdynamiek in het gewest (aantal btw-plichtigen, oprichting en stopzetting van ondernemingen). Voorts worden de relatief gunstige tewerkstellingsvooruitzichten in Brussel en de Brusselse rand besproken. In het tweede deel worden de categorieën Brusselse arbeidsaanbod (werkende en niet-werkende beroepsbevolking) onder de loep genomen en werpen we een blik op de tendensen qua werknemersmobiliteit, zowel binnen als tussen de verschillende gewesten van het land. Grégor Chapelle Directeur-generaal Caroline Mancel Adjunct-directeur-generaal

7 Inleiding De internationale en Belgische economische context In 2017 bedroeg de economische groei op wereldniveau 3 %, wat een stijging vertegenwoordigt t.o.v (2,4 %) en is het hoogste niveau dat sinds 2011 werd geregistreerd. De indicatoren van de arbeidsmarkt blijven in een groot aantal landen verbeteren die een sterkere groei gekend hebben in 2017 dan het vorige jaar. De recente versnelling van het bruto wereldproduct is voornamelijk te danken aan de versterkte groei in meerdere ontwikkelde economieën, hoewel Oost- en Zuid-Azië de meest dynamische regio's in de wereld blijven. De verbeterde conjunctuur die we vaststellen bij de landen die uit een recessie komen, zoals Argentinië, Brazilië, Rusland en Nigeria, is ook de oorzaak van ongeveer een derde van de wereldwijde groei tussen 2016 en Deze economische vooruitgang blijft evenwel onevenwichtig verdeeld over de landen en regio's waarbij een groot deel nog niet een voldoende groei kent. Net als bij andere belangrijkste ontwikkelde economieën is de activiteit in de eurozone dynamischer geworden in De groei werd geschat op 2,5 %, wat het beste resultaat is sinds de laatste tien jaar. Deze positieve tendens was algemeen voelbaar, zowel in alle landen van de eurozone als in de verschillende activiteitensectoren. Parallel aan de economische groei is eveneens de creatie van tewerkstelling in de Europese Unie gestegen en houdt de werkloosheid dalen en bevindt ze zich op 9,1 %. De economische heropleving heeft zich in België versterkt, ook al blijkt de heropleving minder sterk dan in de eurozone (1,7 %). In 2017 hebben de commerciële activiteiten de grootste bijdrage geleverd aan de groei en de versterking van het bbp. De positieve evolutie was vooral merkbaar in de sectoren van informatie en communicatie en diensten aan bedrijven. Net als vorig jaar, is in 2017 de werkgelegenheid tevens gestegen (+1,4 % of een stijging van tewerkgestelde personen). Er is een duidelijk verband tussen dit resultaat en de maatregels die de laatste jaren werden getroffen om enerzijds de arbeidskosten te verminderen en om anderzijds de fiscale en parafiscale lasten op de lonen te verminderen. De eerste maatregelen hebben als doel de vraag naar werk bij de ondernemingen te stimuleren onder andere omdat zij nieuwe aanwervingen aantrekkelijker maken en de vervanging ervan door kapitaal vertragen. De tweede groep maatregelen versterkt het aanbod aan werk door de financiële incentives om een baan in te vullen te vermenigvuldigen. Naast deze maatregelen zijn er nog andere die de activering van werklozen en niet-actieve mensen ondersteunen. De Brusselse bedrijvigheid: bron van dynamiek en polarisatie Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft eveneens een gunstig 2017 gekend. De NBB heeft de economische groei hier op 1,2 % geschat. Dit was te danken aan de activiteiten van de financiële en verzekeringssector, alsook de overige commerciële activiteiten (met o.a. de diensten aan bedrijven). Toch zijn de goede economische prestaties van het Brussels Gewest, in de hand gewerkt door de sterke aanwezigheid van pendelaars die er wel werken, maar niet wonen, niet noodzakelijk een afspiegeling van de sociale situatie van de Brusselse bevolking. Terwijl de creatie van rijkdom blijft aanhouden, blijft ook de socioeconomische kloof, kwetsbaarheid en uitsluiting 1

8 bestaan. Er worden ook steeds hogere eisen gesteld aan het kwalificatieniveau van de arbeidskrachten in Brussel. Daarenboven lijdt het Brussels Gewest onder een dubbele ruimtelijke dualisering: tussen de verschillende wijken van de hoofdstad enerzijds en tussen Brussel en de rand anderzijds. Sinds 2015 wordt een daling van het inkomend pendelverkeer naar Brussel vastgesteld. Meer dan één arbeidsplaats op twee wordt door een Brusselaar ingenomen. De vergrijzing van de bevolking zorgt er voor een vraag naar tewerkstelling wat voor de actieve Brusselse bevolking een uitgelezen kans zou kunnen zijn. 2

9 1. De vraag naar werk: de interne werkgelegenheid en de demografie van de ondernemingen De gegevens omtrent tewerkstelling zijn afkomstig van administratieve statistiekbronnen (RSZ voor de arbeid in loondienst en RSVZ voor de zelfstandige arbeid) of van de enquête naar de arbeidskrachten (EAK), waarbij specifieke perimeters en methodologieën werden gebruikt. Dankzij deze bronnen kan de tewerkstelling worden geanalyseerd volgens verschillende relevante variabelen (geslacht, gemeente waarin men werkt of woont, kwalificatieniveau, activiteitstak enz.), dit in tegenstelling tot andere beschikbare bronnen die niet in dit kader worden gebruikt (zoals de NBB, de gewestelijke rekeningen of HERMREG). We baseren ons op de meest recente beschikbare gegevens. 1.1 De interne werkgelegenheid De Brusselse interne werkgelegenheid (aantal arbeidsplaatsen in het gewest, ingevuld door werknemers die er al dan niet wonen) bedraagt in 2017 meer dan arbeidsplaatsen, ofwel 16 % van de Belgische interne werkgelegenheid, terwijl slechts iets meer dan 10 % van de nationale bevolking in het gewest woont. Figuur 1: Evolutie van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest ( , in aantal) Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK) 1, berekeningen view.brussels. 1 Opgemerkt dient te worden dat er een breuk optreedt in de reeks die het geheel van de EAK-resultaten in het rijk aanbelangt. Deze breuk resulteert uit een diepgaande hervorming van de methode waarmee de Enquete voor de arbeidskrachten in België wordt gerealiseerd. In die zin wordt er vanaf 2017 een roterende panel gebruikt met diverse manieren van dataverzameling (een eerste bevraging ter plaatse, gevolgd door drie enquêtes die de geïnterviewden online of per telefoon kunnen invullen). De wegingsmethode is eveneens grondig herzien. 3

10 In de loop van het laatste decennium stellen we vast dat de interne werkgelegenheid in Brussel tussen 2007 en 2010 een gestage opmars kent (van naar arbeidsplaatsen), gevolgd door enkele jaren met ups en downs tot 2015 (met 2014 als piekjaar), om in 2016 opnieuw te stijgen (+ 1,4%) en wat zit verderzet in 2017 en die meer uitgesproken is dan in beide andere regio s (+ 1,7 % tegenover respectievelijk +0,6 % en +0,3 % in het Vlaams en Waals Gewest) Wat kenmerkt de interne werkgelegenheid? Net als in beide voorgaande jaren, werd in 2017 meer dan één van de twee arbeidsplaatsen in het Brussels gewest ingevuld door een Brusselaar. Ondanks de aantrekkingskracht van het Brussels Gewest, is het inkomende pendelverkeer van de beroepsbevolking de laatste vijf jaar met - 2,7 % gedaald tot 48,9 % in De pendelaars, die in Vlaanderen of Wallonië wonen en in Brussel werken, betrekken arbeidsplaatsen van de plaatsen die in het Brussels gewest beschikbaar zijn. Figuur 2: Verdeling van de werknemers in het Brussels Gewest volgens hun woonplaats (2017) Waals Gewest; 17,1% Brussels Gewest 51,1% Vlaams Gewest 31,8% Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Uit een vergelijking tussen de drie gewesten van het land blijkt dat de verdeling volgens geslacht redelijk gelijkaardig is in de verschillende gewesten: 53,7 % van de banen in Brussel, 53,9 % in Vlaanderen en 52,4 % in Wallonië wordt door mannen ingevuld. We stellen dezelfde verdeling vast bij de leeftijdscategorieën. Het aandeel jongeren onder de 25 jaar ligt evenwel lichtjes lager in Brussel, ten voordele van het aandeel 30- tot 39-jarigen en 40- tot 49-jarigen. Naar kwalificatieniveau ziet men dat in het Brussels gewest 60 % van de Brusselse interne werkgelegenheid ingevuld wordt door werknemers met een diploma van het hoger onderwijs ( arbeidsplaatsen). In de andere twee gewesten is dat 40 tot 45 %. Dit groter aandeel aan arbeidsplaatsen voor hoogopgeleiden in het gewest kan deels worden verklaard door de overgang naar een diensteneconomie, of een uitbreiding van de tertiaire sector (meer dan negen op de tien betrekkingen in Brussel, waarvan meer dan de helft in de commerciële dienstverlening), en door de focus op theoretische kennis in een post-industriële maatschappij, die evolueert naar kennisintensieve activiteiten. Bovendien wegen ook de hogere algemene kwalificaties van de 4

11 arbeidskrachten, de omvang van het rekruteringsbassin, dat ook een stuk Vlaanderen en Wallonië omvat, en de selectiviteit bij de aanwerving op het arbeidsaanbod, waardoor zich een positieve discriminatie van bepaalde categorieën van werknemers, zoals de hogergeschoolden, en een dekwalificatie van de arbeidskrachten ontwikkelen. Tabel 1: Eigenschappen van de interne werkgelegenheid per gewest, in cijfers en percentage (2017) Geslacht Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest Vlaams Gewest Aantal % Waals Gewest Mannen ,7 54,0 52,3 Vrouwen ,3 46,0 47,7 Kwalificatieniveau Laag ,0 15,3 17,6 Midden ,1 41,0 39,1 Hoog ,9 43,7 43,4 Classe d âge < 25 jaar ,9 7,2 5, jaar ,4 11,9 12, jaar ,3 25,1 25, jaar ,5 25,9 26,2 50 jaar ,0 29,8 30,3 Activiteitensector Landbouw ,0 1,3 1,5 Industrie ,6 24,2 20,0 Diensten ,4 74,4 78,5 Totaal ,0 100,0 100,0 Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels 1.2 De bezoldigde werkgelegenheid In 2016 werden er in het Brussels Gewest ongeveer bezoldigde arbeidsplaatsen geteld. Met meer dan negen arbeidsplaatsen op tien (94 % tegenover 81% in België) in de dienstensector en meer dan twee arbeidsplaatsen op vijf in de non-profitsector in de brede zin (ongeveer 40 %, tegenover 37%), kan het Brussels Gewest wel degelijk als een diensteneconomie worden beschouwd. Zes sectoren onderscheiden zich aangezien zij alleen al ongeveer twee derde van de gewestelijke arbeid in loondienst uitmaken. Dit zijn in dalende volgorde van belangrijkheid, met de eerste drie sectoren uit de non-profit: openbaar bestuur (17,3 %) gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (10,9 %), en onderwijs (10,4 %) enerzijds, gevolgd door drie sectoren uit de profit: administratieve en ondersteunende diensten (10,3 %), handel (9,3%) en financiën en verzekeringen (8,9%) anderzijds. De industrie neemt dan weer een steeds minder belangrijke plaats in. Elk jaar daalt het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen, en dit fenomeen zet zich al enkele jaren door. In 2006 telde de industrie nog arbeidsplaatsen, in 2016 waren er nog ongeveer , dat is 2,6 % van het totaal. 5

12 Onderstaande figuur geeft de sectorale specialisatie 2 weer voor de drie gewesten in het jaar We stellen onder andere de specialisatie in de dienstensector van het Brussels Gewest vast. Vergeleken met de rest van het land zijn bepaalde diensten sterk geconcentreerd in het Brussels Gewest, meer bepaald de financiën en verzekeringen (2,8), informatie en communicatie (2,0) en de overheid (1,8). Bovendien zijn de sectoren die tewerkstelling creëren voor laaggeschoolden, op de horeca na, relatief minder vertegenwoordigd op het grondgebied. Figuur 3 : Sectorale specialisatiecoëfficiënt in het Brussels Gewest (2016) 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 Financiën en verzekeringen 2,78 Informatie en communicatie 1,98 Overige diensten 1,88 Openbaar bestuur 1,78 Handel in onroerend goed 1,67 Wetenschappelijke en technische activiteiten 1,52 Elektriciteit en gas 1,37 Horeca 1,29 Kunst en recreatie 1,22 Administratieve en ondersteunende diensten 1,02 Onderwijs 0,97 Vervoer en opslag 0,85 Groot- en detailhandel 0,73 Water/afval 0,72 Gezondheidszorg en verzorging 0,72 Bouwnijverheid 0,43 Industrie en winning van delfstoffen 0,21 Landbouw, bosbouw en visserij 0,04 Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken). Berekeningen view.brussels. 2 Maat voor de verhouding tussen het aandeel van een bepaalde sector in het betreffende gewest ten opzichte van het aandeel van de sector in het hele land. Een sectorale specialisatiecoëfficiënt van 1, betekent dat het gewest in geen enkel opzicht afwijkt van wat voor het hele land werd waargenomen. Als hij echter hoger is dan 1, dan wijst dat op een sectorale overspecialisatie in het gewest, in vergelijking met het land in zijn geheel. Omgekeerd wijst een coëfficiënt lager dan 1 op een sector die op gewestelijk niveau minder is ontwikkeld dan in het gehele land. De specialisatiecoëfficiënt geeft bovendien geen beeld van het tewerkstellingsvolume dat door de sectoren wordt gegenereerd. De specialisatiecoëfficiënt voor het onderwijs, de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening en de handel ligt lager dan de eenheid, terwijl deze drie sectoren een groot volume aan tewerkstelling genereren. De vastgoedsector, met een specialisatiecoëfficiënt van 1,7, vertegenwoordigt dan weer slechts 1 % van de arbeid in loondienst. We moeten opmerken dat de tewerkstelling bij extraterritoriale organisaties die in het Brussels gewest zijn gevestigd (Europese Commissie, NAVO enz.) niet werd opgenomen aangezien de arbeidsplaatsen in deze instellingen niet zijn opgenomen in de cijfers van de RSZ (arbeid in loondienst). Het spreekt voor zich dat de concentratie van dergelijke arbeidsplaatsen in het Brussels gewest eveneens zeer hoog ligt. Uit een studie Internationale tewerkstelling: eindelijk aanwezig in de arbeidsmarktstatistieken (BISA, Focus nr. 24, mei 2018) blijken in 2016 meer dan internationale banen in het Brussels gewest te bestaan. Dit cijfer staat gelijk met een correctie van bijna in het rijksregister ingeschreven personen die op basis van de statistieken van de RSZ foutief als inactief werden gezien terwijl zij in werkelijkheid actief en niet-vrij zijn. 6

13 1.2.1 Hoe evolueert de bezoldigde werkgelegenheid in Brussel? Van 2011 tot 2016 is de arbeid in loondienst in het Brussels gewest met 1,9 % of plaatsen gedaald, terwijl deze in Vlaanderen en Wallonië respectievelijk is gestegen met 3,3 % ( plaatsen) en 1,5 % ( plaatsen). De heropleving na de crisis werd onderbroken in 2012 waarbij een teruggang van de arbeid in loondienst in de drie gewesten werd vastgesteld. Vanaf 2013 keert de tendens zich in Vlaanderen en Wallonië. In Brussel daarentegen, blijft de daling van de arbeid in loondienst aanhouden tot in 2014 om sindsdien te stagneren. Deze tendens zet zich in 2016 voort (+ 0,1 % in Brussel, + 1,4 % in Vlaanderen en + 1,4 % in Wallonië). Figuur 4 : Evolutie van de bezoldigde arbeid in de drie gewesten ( , index 2011 = 100 %) ,3 101,9 101, , Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels. Tussen 2011 en 2016 is voor het Brussels Gewest de creatie van banen gedragen door de sector van de administratieve en ondersteunende diensten ( arbeidsplaatsen), gevolgd door het sector gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening ( arbeidsplaatsen). We stellen daarentegen een negatieve evolutie vast in de financiële, bank- en verzekeringssector ( arbeidsplaatsen), die zwaar onder de financiële crisis te lijden heeft gehad. De gevolgen hiervan zijn nu trouwens nog steeds voelbaar. De actuele ontwikkelingen duiden evenwel ook op een bredere trend van digitalisering in het bank- en verzekeringswezen en bij de diensten in het algemeen. Talrijke handelingen die vroeger door werknemers werden uitgevoerd, gebeuren voortaan immers automatisch. De bezoldigde arbeid daalt ook voor de handelssector ( arbeidsplaatsen, hoewel de kleinhandel ongeveer 400 extra arbeidsplaatsen genereerde in dezelfde periode), de industrie ( plaatsen), het openbaar bestuur ( plaatsen), de bouwsector ( plaatsen) en bij de diensten voor informatie en communicatie ( plaatsen). 7

14 Tabel 2: Evolutie van het aantal bezoldigde arbeidsplaatsen in het Brussels Gewest per sector ( ) 2016 Variatie AW % in aantal % Winning van delfstoffen en industrie , ,6 Energie , ,5 Bouw , ,7 Handel , ,2 Vervoer en opslag , ,7 Verschaffen van accommodatie en maaltijden , ,3 Informatie en communicatie , ,0 Financiële activiteiten en verzekeringen , ,3 Vastgoedactiviteiten , ,5 Gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten , ,6 Administratieve en ondersteunende diensten , ,9 Openbaar bestuur , ,8 Onderwijs , ,0 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening , ,3 Kunst, amusement en recreatie , ,2 Overige , ,2 Totaal , ,9 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels. Tussen 2011 en 2016 is de werkgelegenheid voor arbeiders in het Brussels Gewest met 2,6 % gedaald ( arbeidsplaatsen). In Wallonië is de daling even groot (- 2,8 %), terwijl deze in Vlaanderen bescheidener is (- 0,4 %). De werkgelegenheid voor arbeiders was lange tijd beperkt tot de industrie, een sector die al verschillende decennia aan het achteruitgaan is, maar heeft zich verplaatst naar de tertiaire sector, en in het bijzonder naar de activiteiten van de dienstencheques. Door de ontwikkeling van die activiteiten is de werkgelegenheid voor arbeiders bovendien vervrouwelijkt. Over deze vijf jaar is de toename van het totale aantal arbeiders uitsluitend toe te schrijven aan vrouwen (stijging met arbeidsplaatsen, of + 4,5 %), terwijl het aantal arbeidsplaatsen voor mannelijke arbeiders gedaald is van in 2011 tot in 2016 (-4,4%), waardoor de kloof tussen beide groepen ietwat kleiner is geworden (het aandeel van vrouwen in de werkgelegenheid voor arbeiders gaat zo van 40,6% naar 41,8%). Tijdens diezelfde periode is in het Brussels gewest het totale aantal bedienden met 1,7 % teruggelopen. Het aantal arbeidsplaatsen werd in 2016 met verminderd om op uit te komen. Het aantal bedienden stijgt daarentegen in de overige twee gewesten (+ 5,7 % in Vlaanderen en + 4,0 % in Wallonië). De daling die in het Brussels Gewest wordt waargenomen, is voornamelijk te wijten aan de sector van financiële activiteiten en verzekeringen ( ), de handel ( ) en de verwerkende nijverheid ( ). 8

15 Tabel 3: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens statuut en plaats van tewerkstelling ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België 2016 Variatie Variatie Variatie Variatie AW % AW % AW % AW % Arbeiders , , , ,3 Bedienden en ambtenaren , , , ,8 Totaal , , , ,9 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels. Van 2011 tot 2016 daalt het aantal mannelijke loontrekkers met 4,1 %. Dat zijn bijna arbeidsplaatsen minder in het Brussels Gewest. Het aantal daalt ook in Wallonië, weliswaar minder sterk (- 1,3 %). Het aantal mannelijke loontrekkers in Vlaanderen is dan weer gestegen (+ 0,8 %). Hoewel de tewerkstelling van vrouwen in de drie gewesten in deze periode stijgt, was dit weliswaar bescheidener in Brussel (+ 0,3 % of banen, tegen + 6,0 % in Vlaanderen en + 4,5 % in Wallonië). In Brussel verbloemt deze bescheiden groei de vooruitgang in de tewerkstelling van vrouwen in het domein van dienstencheques, maar eveneens in het onderwijs ( ), alsook in de gezondheidszorg en de sociale dienstverlening ( ). Het aandeel vrouwen dat in het Brussels Gewest is tewerkgesteld, blijft dus toenemen, van 49,4 % van de totale bezoldigde werkgelegenheid in 2011 tot 50,6 % vijf jaar later. Tabel 4: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens geslacht en plaats van tewerkstelling ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest 2016 Variatie Variatie Variatie AW % AW % AW % Mannen , , ,3 Vrouwen , , ,5 Totaal , , ,5 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels. De gedetailleerde gegevens volgens leeftijdscategorie wijzen op een vergrijzing van de loontrekkende werknemers in het Brussels Gewest. Hoewel in het verleden de werkgelegenheid van de oudere werknemers met de leeftijd verminderde als gevolg van de vervroegde uitstap naar inactiviteit, stellen we vandaag het omgekeerde vast, nl. een sterkere toename van de werkgelegenheid voor de hogere leeftijdsklassen. Op vijf jaar tijd is het aantal loontrekkenden van 55 tot 64 jaar op de Brusselse arbeidsmarkt met bijna 20 % gestegen, maar zijn de min-25-jarigen er met 24,8 % op achteruitgegaan. Tussen 2011 en 2016 is het aandeel senioren ( 55 jaar) in de bezoldigde arbeid gestegen van 13% naar 16%. De demografische evolutie samen met de verschillende reglementaire hervormingen zorgen ervoor dat de beroepsactieve bevolking uitbreidt met de zogenaamd oudere werknemers. De verschillende hervormingsplannen die bedoeld zijn om het stelsel van vervroegd pensioen te wijzigen, de effectieve pensioenleeftijd op te 9

16 trekken of de toelatingsvoorwaarden voor een vrijstelling van het statuut van werkzoekende aan te passen, staan rechtstreeks in verband met de stijging van zowel de werkloosheid als de tewerkstelling van deze werknemers. De vergrijzing van de loontrekkende werknemers in het Brussels Gewest is ook een gevolg van de bredere bovenlaag van de leeftijdspiramide die we bij de Vlaamse en Waalse pendelaars zien, die sinds een tiental jaren een gestage toename van het aantal 45-plussers kennen. Figuur 5: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid volgens leeftijdscategorie in het Brussels Gewest ( ) ,7 % - 3,9 % - 3,0 % ,8 % + 19,7 % + 4,3 % 0 <25 jr jr jr jr jr 65 jr Bron: RSZ (excl. DIBISS), berekeningen view.brussels Hoewel de zeer kleine ondernemingen van minder dan vijf loontrekkenden in de meerderheid zijn (64,4 %), maken zij slechts een miniem deel uit van de bezoldigde arbeid in het Brussels gewest (6,6 %). De zeer grote ondernemingen (200 werknemers of meer) zorgen voor het grootste aandeel in de bezoldigde werkgelegenheid (48,0%). Dit percentage is bijzonder omvangrijk vergeleken met de andere gewesten (ongeveer 30 % in Vlaanderen en 25 % in Wallonië). Dit valt te verklaren door de aanwezigheid van heel wat administratieve zetels (nationaal, gewestelijk of Europees) en grote bedrijven in de hoofdstad, al hebben deze laatste hun aantal bezoldigde werknemers tussen 2011 en 2016 zien teruglopen (-2,1 %) ten gunste van de kleine ondernemingen (tot 20 werknemers ; + 2,9%). De sterkste daling van de bezoldigde arbeid tekenen we echter op voor de middelgrote ondernemingen: -5,6 % bij de ondernemingen met 20 tot 49 werknemers en kent een relatieve stabiliteit bij de ondernemingen met 50 tot 199 werknemers (+0,3%). 10

17 Figuur 6: Vestigingen en bezoldigde werkgelegenheid volgens grootte van de onderneming in het Brussels Gewest (2016, in %) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 64,4% 48,0% 30% 20% 10% 0% 23,7% 20,3% 12,8% 12,3% 6,6% 7,0% 3,6% 1,3% < 5 loontrekkers 5 tot 19 loontr. 20 tot 49 loontr. 50 tot 199 loontr. 200 loontrekkers Vestigingen Aantal bezoldigde werknemers Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels Hoe ziet de bezoldigde werkgelegenheid er op gemeentelijk niveau uit? De verdeling van de bezoldigde arbeidsplaatsen per gemeente verschilt van de verdeling van de inwoners van het Brussels Gewest. De belangrijkste afwijking is het feit dat één derde van de bezoldigde werkgelegenheid van het gewest (35,1 %) zich in Brussel-Stad bevindt, het belangrijkste centrum van tewerkstelling voor pendelaars, terwijl slechts 14,3 % van de bevolking daar woont. We merken op dat in de achttien andere gemeenten het aantal inwoners het aantal werknemers ruimschoots overtreft (Ganshoren en Koekelberg, die drie keer meer inwoners dan werknemers tellen, of nog Jette, Vorst en Ukkel). Tussen 2011 en 2016 tekenen we voor de Brusselse gemeenten sterk verschillende resultaten op. Hoewel voor het Brussels Gewest de totale bezoldigde werkgelegenheidsgraad in ,1 % lager ligt dan in 2011 ( arbeidsplaatsen in absolute waarde), is deze in dertien gemeenten gestegen. De grootste groei zien we in Sint-Joost ( arbeidsplaatsen), Sint-Agatha-Berchem ( arbeidsplaatsen) en Etterbeek ( arbeidsplaatsen), terwijl Sint-Pieters-Woluwe, Sint-Jans-Molenbeek en Schaarbeek alledrie een groei tussen de en arbeidsplaatsen laten optekenen. Niettegenstaande is de arbeid in loondienst in het Brussel Gewest van in 2011 naar plaatsen in 2016 gedaald. Ook in Oudergem werd een niet onaanzienlijke daling met arbeidsplaatsen genoteerd. 11

18 Figuur 7: Evolutie van de bezoldigde werkgelegenheid per gemeente ( ) -40% % 0% 20% 40% 9,7% 22,5% -26,3% -9,4% -11,3% -0,7% 6,8% -6,2% ,7% -0,6% -3,0% -2,8% 2,2% ,8% ,7% ,0% ,2% 11,9% 28,5% % ,9% % in %: linker as in aantal: rechter as Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels 1.3 Zelfstandige arbeid Op 31 december 2017, oefenden Brusselse werknemers 3 een activiteit als zelfstandige uit, waaronder 5,6 % meewerkende partners 4. 77,3 % onder hen, hetzij werknemers (incl. meewerkende partners), zijn zelfstandige in hoofdberoep, een hogere aandeel dan in beide andere gewesten. De zelfstandige arbeid is in het Brussels Gewest minder geconcentreerd dan de arbeid in loondienst. Het vertegenwoordigt een tiende van de zelfstandige arbeid op nationaal niveau (tegenover 16% van de bezoldigde arbeid). Tussen 2012 en 2017 is de zelfstandige arbeid (ongeacht het statuut, zowel in hoofd- als bijberoep) in het Brussels Gewest sneller toegenomen (+14,3 %) dan in de rest van het land (+ 9,5 % in Vlaanderen en + 9,3 % in Wallonië). Vooral het aantal helpers is in Brussel toegenomen (+16,6 %), terwijl dit aantal in de andere twee gewesten is gedaald (-13,1% in Vlaanderen en -5,1% in Wallonië). 3 Men gaat uit van het gewest waar de werknemer is gedomicilieerd, wetende dat voor de zelfstandigen dit in de meeste gevallen ook overeenkomt met het gewest waarin wordt gewerkt. 4 Wordt als meewerkende partner beschouwd, elke persoon die in België een zelfstandige helpt of vervangt bij de uitoefening van zijn beroep, zonder hiervoor door een arbeidsovereenkomst verbonden te zijn. De meewerkende partner is in principe onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandigen; 12

19 Tabel 5: Aantal zelfstandigen en hun evolutie volgens het statuut en woonplaats ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest 2017 Variatie (in aantal) % Zelfstandigen ,2 Meewerkende partners ,6 Totaal ,3 Zelfstandigen ,4 Meewerkende partners ,1 Totaal ,5 Zelfstandigen ,3 Meewerkende partners ,1 Totaal ,3 Totaal België ,9 Bron: RSVZ, berekeningen view.brussels. In 2017 hebben in Brussel meer dan personen een zelfstandige activiteit gestart, wat extra opgestarte activiteiten zijn ten opzichte van 2012 (of een stijging van 15 % wat minder uitgesproken is dan in beide andere gewesten). Tussen 2012 en 2017 blijft de creatie van tewerkstelling relatief stabiel en blijft het het hoogste van het land (17 % tegen ongeveer 10 % in de overige twee gewesten). Deze stijging is ten dele een gevolg van de massale komst van zelfstandigen uit Oost-Europa, voornamelijk uit Roemenië, terwijl Brussel vroeger meer Poolse zelfstandigen telde. Het aantal zelfstandigen dat hun activiteit stopzette, kende in Brussel bovendien de meest uitgesproken toename (meer dan stopzettingen tussen 2012 en 2017, of een stijging van 39,8 %, die deze keer meer uitgesproken is). Het percentage stopzettingen blijft het hoogst van het land (8 % tegenover ongeveer 5 % in Vlaanderen en Wallonië). Op het einde van de periode volgend op de crisis heeft men aldus een grotere ondernemersdynamiek kunnen vaststellen, zowel wat de start van ondernemingen als de stopzettingen betreft. Het aantal stopzettingen ligt evenwel lager dan het relatief hoge aantal opgestarte activiteiten, zodat we wel degelijk van een toename van het aantal zelfstandigen in het Brussels Gewest kunnen spreken. Tabel 6: Evolutie van het aantal opgestarte en stopgezette activiteiten volgens woonplaats van de zelfstandige ( ) 2017 Variatie In aantal In % Aantal nieuwe activiteiten in de loop der jaren Brussels Gewest ,0 Vlaams Gewest ,8 Waals Gewest ,2 België ,9 Aantal stopgezette activiteiten in de loop der jaren Brussels Gewest ,8 Vlaams Gewest ,7 Waals Gewest ,2 België ,3 Bron: RSVZ, berekeningen view.brussels. 13

20 Rekening houdend met wat er in Vlaanderen en Wallonië wordt vastgesteld en in tegenstelling tot de pariteit man-vrouw die merkbaar is bij de bezoldigde arbeid, is het aandeel zelfstandige vrouwen nog steeds het laagst in het Brussels Gewest (ongeveer 28 % tegenover 36 % in de twee andere gewesten). Dit geldt voor de meeste activiteitensectoren, en specifiek voor de industrie (waaronder ook de bouwsector valt) en de handel (respectievelijk 7 %, 27 % en 42 % van de vrije beroepen of de diensten). Figuur 8: Verdeling van de zelfstandigen volgens geslacht en woonplaats (2017) 100% 90% 80% 70% 60% 71,5% 64,5% 63,8% 50% 40% 30% 20% 10% 28,5% 35,5% 36,2% 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Mannen Vrouwen Bron: RSVZ, berekeningen view.brussels. Het Brussels Gewest onderscheidt zich door redelijk jonge zelfstandigen t.o.v. de overige twee gewesten, waar de leeftijdsgroepen tot 45 jaar het sterkst vertegenwoordigd zijn (55 % tegen ongeveer 45 % in Brussel). Meer nog dan de bezoldigde arbeid wordt de zelfstandige arbeid uitgedaagd door de vergrijzing (26 % van de zelfstandigen zijn senioren [ 55 jaar], voor sommige sectoren is dit nog meer uitgesproken; tegenover 16 % bij de loontrekkers), wat onder meer kan worden verklaard door een latere inschakeling van jongeren in deze vorm van arbeid en door een stijging van het aantal actieve personen na de pensioenleeftijd de laatste jaren (ongeveer eenheden of +30% tussen 2012 en 2017). Rekening houdend met de vergrijzing tekenen zich min of meer uitgesproken toekomstperspectieven af in de sectoren met een grote aanwezigheid van zelfstandigen en voor zover de aflossing plaatsvindt. 14

21 4,1% 3,3% 2,6% 7,3% 8,5% 10,1% 17,2% 16,8% 14,5% 19,3% 23,6% 23,1% 27,4% 24,1% 23,6% 20,3% 27,6% 26,6% Figuur 9: Verdeling van de zelfstandigen volgens leeftijdscategorie en woonplaats (2017) 50% 40% 30% 20% 10% 0% < 25 jr jr jr jr jr 65 jr Bron: RSVZ, berekeningen view.brussels. Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest In Brussel vormen de vrije beroepen (dokters, chirurgen, advocaten, paramedische functies enz.) met meer dan één zelfstandige op drie (36,4 %) de meest vertegenwoordigde sector, vóór de handel en de nijverheid (respectievelijk 29,2 % en 26 %). In de overige twee gewesten leveren de vrije beroepen en de handel ook het grootste deel aan zelfstandigen (respectievelijk 32,4 % en 29,9 % in Wallonië en 28,5 % en 31,1 % in Vlaanderen). Verbazend genoeg telt de industriële sector proportioneel de meeste zelfstandigen in het Brussels Gewest (29,2 %, tegen 22,2 % in Vlaanderen en 20,1 % in Wallonië). Deze bijzonderheid is te verklaren door het stijgend aantal zelfstandigen die actief zijn in de bouwsector (die in de industriële sector wordt onderverdeeld). Tussen 2012 en 2017 is nl. het aantal met 26 % gestegen in het Brussels Gewest (van tot ). De creatie van zelfstandige arbeid in de bouwsector is goed voor 30,4 % van het totaal aan zelfstandige arbeid dat in deze periode in het Brussels Gewest werd gecreëerd. Ondanks een beperkt tewerkstellingsvolume in Brussel (2 % tegen ongeveer 10 % in de overige twee gewesten) tegen het licht van de belangrijkste bovengenoemde sectoren, kent het aantal zelfstandigen in de landbouwsector niettemin een sterke groei (van 600 in 2012 naar in 2017). Deze vooruitgang is te danken aan de zelfstandige marktkramer-groenteteler waarvan het aantal sterker is gestegen in Brussel dan in de overige twee gewesten. 15

22 Figuur 10: Verdeling van de zelfstandigen in het Brussels Gewest volgens activiteitensector (2017) Diensten 5,5% Landbouw 2,0% Anderen 1,0% Handel; 26,0% Vrije beroepen; 36,4% Industrie; 29,2% Bron: RSVZ, berekeningen view.brussels. 1.4 Kwaliteit van de arbeid De kwaliteit van een betrekking wordt door verschillende aspecten beïnvloed. Zowel de kenmerken van het werk zelf als de context van de arbeidsmarkt hebben daarin hun aandeel. De werkorganisatie, loonelementen, zekerheid, flexibiliteit, competenties en persoonlijke ontplooiing op het werk zijn slechts enkele van de dimensies die de kwaliteit van een baan mee kunnen definiëren 5. Dit maakt dat de kwaliteit van het werk een complex gegeven is dat moeilijk in meetbare concepten kan worden uitgedrukt. In dit hoofdstuk zullen wij deze kwestie gedeeltelijk benaderen, vanuit een gemakkelijk kwantificeerbaar uitgangspunt, namelijk de contractuele dimensie van werk. Dit laatste perspectief kan evenwel nog in volgende rapporten verder worden uitgediept, aan de hand van indicatoren zoals het lageloonpercentage, de loonprogressie-index in functie van de leeftijd of de meting van de loonverschillen tussen verschillende sectoren Deeltijdwerk In Brussel werken minder bezoldigde werknemers deeltijds t.o.v. Vlaanderen en Wallonië (20,4 % in 2017 t.o.v. ongeveer 26 % in beide andere gewesten). Tussen 2012 en 2017 is het aandeel deeltijds werk in de drie gewesten relatief stabiel gebleven. Indien we echter de evolutie van het aantal deeltijdse jobs beschouwen t.o.v. de evolutie van het aantal voltijdse jobs, dan komen we tot de vaststelling dat in Brussel het aantal deeltijdse jobs op vijf jaar sterker stijgt dan het aantal voltijdse jobs (+ 3,3 % t.o.v. + 1,2 %). Dit in tegenstelling tot Vlaanderen en Wallonië, waar het aandeel voltijds werk sterker stijgt dan het deeltijds werk. 5 Vandenbrande T., Vandekerckhove S., Vendramin P., Valenduc G., Huys R., Van Hootegem G., Hansez I., Vanroelen C., Puig-Barrachina V., Bosmans K. & De Witte H., Quality of work and employment in Belgium, februari

23 Opgemerkt dient te worden dat sommige sectoren meer gebruik maken van deeltijds werk dan andere en dan vooral de administratieve en ondersteunende diensten, de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, de horeca, de handel en het onderwijs. Figuur 11: Groeipercentage van de totale tewerkstelling volgens arbeidstijdregime en plaats van tewerkstelling ( ) + 5,0 % + 4,0 % + 3,3 % + 3,0 % + 2,8 % + 2,6 % + 2,0 % + 2,0 % + 1,6 % + 1,0 % + 1,2 % + 1,1 % + 0,8 % + 0,0 % + 0,1 % Voltijds werk Deeltijds werk Totaal Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Net als op het niveau van de Brusselse tewerkstelling werd vastgesteld, bedraagt het aandeel Brusselse werknemers die deeltijds zijn tewerkgesteld 20 % in In Vlaanderen en Wallonië bedraagt dit aandeel ongeveer 25 %. In Brussel, in de helft van de gevallen, heeft de deeltijdse werknemer niet vrijwillig voor deze situatie gekozen. Ofwel heeft hij geen voltijdse baan kunnen vinden, ofwel wordt de gewenste job alleen deeltijds aangeboden, ofwel heeft ook de ongunstige economische situatie een invloed (57% van de Brusselse mannen en 36 % van de Brusselse vrouwen). Personen die voor deeltijds werk 'kiezen', doen dit om redenen die afhankelijk van het geslacht sterk kunnen verschillen. Mannen geven vaker aan deeltijds te werken als aanvulling op een andere deeltijdse tewerkstelling of om hun werk met een beroepsopleiding te kunnen combineren. Vrouwen kiezen vooral voor dit arbeidsregime om persoonlijke of familiale redenen, zoals de zorg voor de kinderen of voor hulpbehoevende personen. Twee specifieke groepen werknemers, de jongeren enerzijds en de vrouwen anderzijds, moeten het vaker met deeltijdse banen stellen. Gezien hun positie van nieuwelingen op de arbeidsmarkt komen jongeren onder de 25 jaar vaker dan oudere werknemers in onstabiele jobsituaties terecht. Zij hebben immers meer dan het gemiddelde voor alle werknemers samen een deeltijds werk, dit voor het gehele land. Deeltijds werk komt vaak voor bij jongeren (ongeveer één op drie jonge Brusselaars), maar deeltijds werk is ook aan het einde van de loopbaan wijdverbreid (bijna 25 % van de Brusselaars van 50 jaar en ouder in 2017). Deze trend ligt in de lijn van het beleid dat oudere werknemers aan het werk wil houden, maar ook de vervrouwelijking van de economische activiteit en de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen zijn 17

24 verklaringen 6. In de toekomst zou het tij evenwel wat kunnen keren aangezien de voorwaarden om recht te hebben op deeltijds werk aan het einde van de loopbaan sinds 2016 minder gunstig zijn 7. Figuur 12: Percentage deeltijds werkenden op totaal van de werkenden volgens geslacht en woonplaats (totaal van de werkenden jaar, 2017) 100% 80% 60% 40% 30,5% 42,9% 41,0% 20% 11,7% 10,1% 9,8% 0% Brussels gewest Vlaams gewest Waals gewest Mannen Vrouwen Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Vrouwen zijn op hun beurt vaker deeltijds tewerkgesteld dan mannen: in Brussel wordt 70 % van de deeltijdse banen ingevuld door vrouwen en 30 % van de Brusselse vrouwen werkt deeltijds, tegen 12 % van de mannen. In Vlaanderen en Wallonië is deze tendens nog veel treffender en ligt het vrouwelijke aandeel in deeltijdwerk boven de 40 %. Het aandeel deeltijdse arbeid bij mannen, daarentegen, verschilt weinig tussen de gewesten onderling (ongeveer 11 %). 6 Als gevolg van de pensioenhervorming van 1997 is de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen stilaan opgetrokken (één jaar extra elke drie jaar) om in 2009 uit te komen op 65 jaar, wat ook de pensioenleeftijd is voor mannen. 7 Wels J., 2015, Le crédit-temps en fin de carrière :la fin d un succès?, Chronique internationale de l IRES, n 151, 10/

25 Figuur 13: Aandeel deeltijds werkenden op totaal van de werkenden, volgens leeftijd en woonplaats (totaal van de werkenden jaar, 2017) 100% 80% 60% 40% 20% 41,4% 23,2% 17,8% 32,9% 34,9% 29,4% 26,9% 21,4% 22,2% 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Tijdelijk werk Tijdelijk werk 8 zit overal in het land in de stijgende lijn. Toch is deze stijging opnieuw meer uitgesproken in Vlaanderen (+40,4 % tussen 2012 en 2017) dan in Brussel (+26,2 %) of Wallonië (+19,4 %). Figuur 14: Groeipercentage van de loontrekkende tewerkstelling volgens type arbeidsovereenkomst en plaats van tewerkstelling ( ) +50,0,% +40,0,% +40,4% +30,0,% +20,0,% +26,2% +19,4% +10,0,% +,0,% -10,0% +1,9% +2,4% +1,2% -0,1% -0,4% -1,1% Vast werk Tijdelijk werk Totaal Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels 8 De definitie van tijdelijk werk in de Enquête naar de arbeidskrachten (EAK) omvat alle contracten voor uitzendarbeid, PWA, bepaalde duur, opleiding, studentenarbeid, gelegenheidswerk en andere vormen van tijdelijk werk. 19

26 In 2017 bedroeg het aandeel Brusselaars met een tijdelijke baan 14,9 %, hetzij 3 procentpunten meer dan in Dit percentage ligt hoger dan in Vlaanderen (0,9 %) en Wallonië (11,8 %). Het aandeel Brusselaars tewerkgesteld in een tijdelijke job is trouwens op hetzelfde niveau bij de mannen (15,1 %) als bij de vrouwen (14,8 %), wat een wijziging betekent ten opzichte van 2012, toen deze nog meer bij vrouwen aanwezig was (13,0 %) dan bij mannen (10,8 %). Dit fenomeen is echter eigen aan de regio, terwijl in beide andere regio s de kloof behouden blijft en dit bovenop de algemene groei bij tijdelijk werk. Figuur 15: Aandeel tijdelijk werk in de bezoldigde arbeid volgens geslacht en woonplaats (15 jaar en meer, 2017) 100% 80% 60% 40% 20% 15,1% 14,8% 8,3% 9,9% 10,9% 12,8% 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Mannen Vrouwen Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels In tegenstelling tot het aandeel vast werk, dat toeneemt met de leeftijd van de loontrekkenden, is het aandeel tijdelijk werk verhoudingsgewijs het hoogst bij de Brusselse jongeren als gevolg van hun positie als nieuwkomer op de arbeidsmarkt (56,5 % bij de min-25-jarigen, 15 % bij de jarigen en 6,3 % bij de 50-plussers). Bij -25-jarigen stellen we de sterkste groei in tijdelijke arbeid vast: 29 % van de Brusselse jongeren in 2012 naar 56,5 % in

27 Figuur 16: Aandeel tijdelijke arbeid in de bezoldigde arbeid volgens leeftijd en woonplaats (15 jaar en meer, 2017) 100% 80% 60% 56,5% 53,6% 44,1% 40% 20% 0% 15,0% 11,3% 6,3% 7,3% 3,5% 4,2% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels 1.5 De tewerkstellingsmogelijkheden in het Brussels grootstedelijk gebied De arbeidsmarkten van de drie gewesten van België vertonen grote onderlinge verschillen en hebben elk hun eigen kenmerken. Zo onderscheidt de Brusselse arbeidsmarkt zich wegens zijn stedelijk en meerlaags karakter en de hoge graad van segmentatie, maar ook vooral wegens de gevolgen van de demografische en economische evolutie, die de werkelijke prestaties van het gewest minimaliseren ten voordele van de rand. De administratieve grenzen van het Brussels Gewest zijn immers geen grenzen op economisch vlak. De Brusselse metropool spreidt zich uit over de 19 Brusselse gemeentes, de gemeentes uit Vlaams-Brabant en de gemeentes van Waals-Brabant. Zo'n 30 % van alle loontrekkenden in België worden tewerkgesteld in het Brussels grootstedelijk gebied (BGG). Tussen 2006 en 2016 is de bezoldigde werkgelegenheid er met 5,5 % gestegen. De bezoldigde werkgelegenheid is fors gegroeid in Waals-Brabant (+19,9 %) en iets trager in Vlaams-Brabant (+7,5 %). In het Brussels Gewest is de stijging met 1,9 % eerder beperkt gebleven. Ten opzichte van Brussel tellen Vlaanderen en Wallonië proportioneel gezien meer werknemers met een arbeidersstatuut (ongeveer 30 % in de twee Brabantse provincies tegenover iets minder dan 20 % in Brussel). Dit statuut is over het algemeen toegankelijker voor laaggeschoolden en middelmatig geschoolden. Nochtans kent het Brussels Gewest een positieve groei van het aantal arbeiders (bijna +5,0 % tussen 2006 en 2016). In 2016 is bijna één derde van de Brusselse arbeiders tewerkgesteld in een administratieve en ondersteunende dienstactiviteit (voornamelijk schoonmaakactiviteiten), in mindere mate en in volgorde van belang, gevolgd door de horecasector, de transport- en logistieke sector en de bouwsector. Wanneer we naar de bezoldigde arbeid volgens bedrijfsgrootte kijken, zien we dat 48 % van de arbeidsplaatsen in Brussel zich in ondernemingen met meer dan 200 werknemers bevinden. Dit kan onder meer worden verklaard door de aanwezigheid van de vele hoofdzetels op het Brussels grondgebied. Vergeleken met Brussel concentreert de arbeid in loondienst in Vlaams- en 21

28 Waals-Brabant zich vooral bij de kleine ondernemingen (hoogstens 50 werknemers): respectievelijk 38,2 % en 47,2 % in Vlaams- en Waals-Brabant (tegenover 31,7 % in Brussel). Deze vaststelling is eveneens van toepassing op de middelgrote ondernemingen ( werknemers) die voor meer dan een kwart van de arbeid in loondienst in beide Brabantse provincies instaan, tegenover 20,3 % in Brussel. Tabel 7: Structuur en evolutie van de bezoldigde arbeid in het Brussels Gewest en in de twee provincies van Brabant ( ) Totaal 2016 Var in % Tewerkstelling van arbeiders In % van het totaal Var In % Tewerkstelling volgens bedrijfsgrootte In % van het totaal < 50 werknemers werknemers 200 werknemers Brussels Gewest ,9 19,1 +4,8 31,7 20,3 48,0 Vlaanderen ,1 38,2 +0,9 42,2 28,5 29,3 Vlaams-Brabant ,5 29,1-0,2 38,2 27,1 34,7 Wallonië ,7 34,0 +4,0 46,7 28,1 25,2 Waals-Brabant ,9 29,8 +19,2 47,2 26,7 26,1 Totaal BGG ,5 23,7 +4,5 35,6 23,3 41,1 Totaal België ,9 34,1 +2,1 41,7 27,1 31,2 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels. De voornaamste activiteitensector in het Brussels Gewest is de sector van de overheidsadministratie, die meer dan 17 % van de werknemers tewerkstelt. Deze sector wordt gevolgd door de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (10,9 %), het onderwijs (10,4 %) en de administratieve en ondersteunende diensten (10,3 %). We zien overigens een hoge specialisatiecoëfficiënt in de dienstverleningssector en in het openbaar bestuur, twee sectoren die in Brussel sterk vertegenwoordigd zijn ten opzichte van België in zijn geheel, dat hier als referentiegebied fungeert (de specialisatie is groter naarmate de waarde van de coëfficiënt hoger is dan 1), alsook in de sector van culturele en recreatieve activiteiten. Eind 2016 telt de provincie Vlaams-Brabant zo'n arbeidsplaatsen voor loontrekkenden, of 16,6 % van de bezoldigde werkgelegenheid in Vlaanderen. De handelssector biedt met 19,4 % een belangrijk aandeel in de werkgelegenheid. Daarna volgen de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (13,4 %), het onderwijs (10,2 %), de administratieve en ondersteunende diensten (10,1 %), de transporten opslagsector (8,0 %), gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (7,8 %) en de industrie (7,7 %). Verder is de werkgelegenheid in de provincie gespecialiseerd in de informatie- en communicatiesector en de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten, maar eveneens in de transport- en opslagactiviteiten en de handel. De provincie Waals-Brabant telt in 2016 bijna arbeidsplaatsen, wat overeenkomt met 12,3 % van het totale aantal bezoldigde arbeidsplaatsen in het Waals Gewest. De activiteiten in de industrie zijn goed voor 16,1 % van de bezoldigde werkgelegenheid (met de farmaceutische industrie op kop), op de voet gevolgd door de handel met 15,2 %. Voorts volgen het onderwijs (11,7 %), de gezondheidszorg (11,7 %) en de administratieve en ondersteunende diensten (10,0 %). In vergelijking met de sectorale samenstelling van het land in zijn geheel, is de Waalse economie uitermate gespecialiseerd in de industriële bedrijfstakken. 22

29 Tabel 8: Sectorale verdeling van de bezoldigde werkgelegenheid in het Brussels Gewest en in de twee provincies van Brabant (2016) Activiteitensectoren Industrie en winning van delfstoffen Brussels Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Aantal % SC Aantal % SC Aantal % SC ,6 0, ,7 0, ,1 1,34 Bouwnijverheid ,2 0, ,1 0, ,2 0,81 Handel ,3 0, ,4 1, ,2 1,19 Transport en opslag ,6 0, ,0 1, ,6 0,65 Hotels en restaurants ,3 1, ,2 0, ,5 1,06 Informatie en communicatie ,1 1, ,6 1, ,9 1,12 Financiële activiteiten en verzekeringen ,9 2, ,4 0, ,0 0,94 Vastgoedactiviteiten ,9 1, ,4 0, ,6 1,05 Gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten Administratieve en ondersteunende diensten Openbaar bestuur en defensie ,1 1, ,8 1, ,9 1, ,3 1, ,1 0, ,0 0, ,3 1, ,2 0, ,5 0,88 Onderwijs ,4 0, ,2 0, ,7 1,09 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening Kunst, amusement en recreatie ,9 0, ,4 0, ,7 0, ,6 1, ,0 0, ,4 1,05 Overige diensten ,7 1, ,4 0, ,6 0,82 Overige ,7 0, ,2 0, ,2 0,66 Totaal ,0 1, ,0 1, ,0 1,00 SC = specialisatiecoëfficiënt 9 Bron: RSZ (gedecentraliseerde statistieken), berekeningen view.brussels. 1.6 De demografie van de ondernemingen De gegevens over de demografie van de ondernemingen maken het mogelijk om de economische vitaliteit van het Brussels Gewest te begrijpen. Ze geven aan dat de crisis de ondernemersdynamiek niet heeft aangetast aangezien het aantal btw-plichtige ondernemingen sinds 2012 in Brussel sterker is toegenomen dan in de andere twee gewesten (+19,9 % tegenover +15,6 % in Vlaanderen en +12,2 % in Wallonië). We merken op dat deze gegevens niet vergelijkbaar zijn met de gegevens van de zelfstandigen aangezien een aantal zelfstandige werknemers (in het bijzonder de vrije beroepen) niet in het btw-register zijn opgenomen. 9 Specialisatiecoëfficiënt van het gewest of de provincie t.o.v. dat van België 23

30 Tabel 9: Evolutie van het aantal btw-plichtige ondernemingen volgens het Gewest ( ) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Totaal Variatie in aantal Variatie in % +19,9 +15,6 +12,2 Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels. Brussel wordt gekenmerkt door een hoog aantal nieuwe ondernemingen (11,7 % in 2017), maar ook veel stopzettingen (7,6 %). Op basis van deze eerste cijfers is de afgelopen vijf jaar de oprichtingsgraad van ondernemingen in de drie gewesten van het land gestegen, al ligt dit cijfer in Brussel het hoogst. De sterkste stijging wordt evenwel in het Vlaams Gewest opgetekend. Het saldo van de netto oprichtingsgraad blijft het meest gunstig in het Brussels Gewest (4,1 %), evenwel relatief ten opzichte van Vlaanderen (4,0 %). Tabel 10: Evolutie van het percentage inzake oprichtingen en stopzettingen van ondernemingen volgens het Gewest ( , in %) Oprichtingsgraad 10 Stopzettingsgraad 11 Netto oprichtingsgraad Brussels Gewest 11,1 11,7 7,6 7,6 3,5 4,1 Vlaams Gewest 8,1 9,6 6,3 5,6 1,9 4,0 Waals Gewest 9,1 9,6 7,3 6,7 1,8 3,0 Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels. In de loop van 2017 heeft het Brussels Gewest ongeveer faillissementen genoteerd. Dit is iets meer dan een kwart van het totale aantal faillissementen in België. De tendensen die vorig jaar werden vastgesteld, worden voortgezet: de meest getroffen sectoren zijn de handel (27,9 % van het totale aantal faillissementen in Brussel), de horeca (19,7 %) en de bouw (15,7 %). Tot slot was voor 93,3 % van de Brusselse ondernemingen die in 2017 failliet zijn verklaard, het aantal loontrekkenden lager dan 5. In 2017 bedroeg het aandeel faillissementen in zeer kleine ondernemingen 2,6 %. 10 De oprichtingsgraad in termen van de actieve populatie ondernemingen is het quotiënt van het aantal nieuwe btw-plichtige en wederonderwerpingen van btw-plichtige ondernemingen ten opzichte van het gemiddelde aantal actieve btw-plichtige bedrijven in de beschouwde periode. 11 De stopzettingsgraad in termen van de actieve populatie ondernemingen is het quotiënt van het aantal stopzettingen van btw-plichtige ondernemingen ten opzichte van het gemiddelde aantal actieve btw-plichtige bedrijven in de beschouwde periode. 24

31 Tabel 11: Evolutie van het aantal faillissementen volgens de activiteitensector, in het Brussels Gewest ( ) 2017 Variatie In aantal In % Verwerkende industrie ,6 Bouwnijverheid ,3 Handel ,4 Vervoer en opslag ,9 Horeca ,1 Informatie en communicatie ,7 Financiële activiteiten en verzekeringen ,4 Vastgoedactiviteiten ,7 Gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten ,8 Administratieve en ondersteunende diensten ,9 Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening ,8 Kunst, amusement en recreatie ,8 Overige ,9 Totaal ,6 Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels. 1.7 Jobcreatie en -destructie De voorgaande gegevens over de nettotoename van de tewerkstelling in het Brussels Gewest verbergen de onderliggende dynamiek van deze gegevens. Deze cijfers houden geen rekening met de jobcreatie en -destructie in de ondernemingen, met de in- en uitstroom van de werknemers bij de ondernemingen in elk gewest en de bewegingen binnen de bedrijven die in meerdere gewesten werkzaam zijn 12. Sinds kort laten de Dynam Reg-statistieken, die op basis van gegevens van de RSZ buiten DIBISS 13 worden opgesteld, toe om een tip van de sluier te lichten voor Brussel. Voor de periode in Brussel werden er in feite ongeveer nieuwe arbeidsplaatsen 14 bijgekomen, wat overeenkomt met 5,6 % van het totale aantal arbeidsplaatsen, een aandeel gelijkaardig als deze in Vlaanderen (5,7 %) en Wallonië (5,8 %). In dezelfde periode zijn ongeveer plaatsen 15 in Brussel verdwenen: dit komt overeen met 5,5 % van de plaatsen, een percentage dat deze keer hoger ligt dan in de overige twee gewesten (4,3 %). Ondanks deze dynamiek en de verdwijning van tewerkstelling die relatief sterker is in Brussel, is het aantal arbeidsplaatsen, met een nettogroei van slechts 0,1 %, weliswaar stabiel (met 1,5 % ligt de groei hoger in Vlaanderen en Wallonië). Wat de werknemers betreft is de dynamiek nog sterker met de komst van ongeveer nieuwe loontrekkers in de ondernemingen (16,1 %) en het al dan niet vrijwillig vertrek van 12 Goesaert T., Struyven L., 2016/3, Decompositie van de regionale tewerkstellingsdynamiek 13 De loontrekkers in de provinciale en gemeentebesturen zijn in dit onderzoek niet in overweging genomen. 14 Ongeveer arbeidsplaatsen werden gecreëerd door werkgevers die enkel in het Brussels gewest aanwezig zijn en ongeveer arbeidsplaatsen werden gecreëerd door in Brussel aanwezige werkgevers die in meerdere gewesten opereren. 15 De schrapping van ongeveer banen in Brussel bij Brusselse werkgevers en van arbeidsplaatsen bij werkgevers die in meerdere gewesten actief zijn. 25

32 ongeveer loontrekkers (15,5 %). De interne bewegingen in de ondernemingen zorgen voor een verplaatsing van bijna werknemers in het voordeel van de twee andere gewesten 16, een fenomeen dat zich reeds meerdere jaren herhaalt. Naar aanleiding van deze verschuiving van banen van Brusselse vestigingen naar vestigingen in de overige twee gewesten is de arbeid in loondienst in Brussel slechts met 0,1 % gestegen. Indien we enkel rekening hielden met het gedrag van de ondernemingen wat betreft aanwervingen in het Brussels Gewest, zou het aantal banen er gestegen zijn met 0,6 %. Als we naar de sectoren kijken, stellen we een redelijk sterke nettoverschuiving vast vanuit de Brusselse vestigingen. Deze verschuiving is vooral voelbaar in de diensten in verband met gebouwen (1.100 banen zijn naar Vlaanderen en Wallonië verschoven). Het gaat dan voornamelijk om grote dienstverleners en dienstenschequebedrijven waarvoor het verband tussen het personeel en de werkplaats niet altijd eenduidig kan worden bepaald. Bovendien stellen we een nettoverschuiving vast vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de financiële sector, de overheidsdiensten (o.a. omwille van de overheveling van bevoegdheden naar de gewesten toe in het kader van de zesde staatshervorming) en de bouwsector. Omgekeerd stellen we, o.a. in de logistieke sector en de gezondsheidszorg, een verschuiving vast naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest toe. Tabel 12: Tewerkstellings- en werknemersdynamiek per gewest ( ) Tewerkstellingsdynamiek Werknemersdynamiek Gewest Nettoevolutie Toename Afname Instroom Interne verschuiving naar het gewest Uitstroom Interne verschuiving uit het gewest In aantal Brussels gewest Vlaams gewest Waals gewest Totaal In % Brussels gewest 0,1 5,6 5,5 16,1 0,9 15,5 1,3 Vlaams gewest 1,5 5,7 4,3 17,7 0,3 16,3 0,3 Waals gewest 1,5 5,8 4,3 15,5 0,4 14,2 0,2 Totaal 1,3 5,7 4,5 16,9 0,3 15,6 0,4 Bron: Dynam en Dynam-Reg, een samenwerking tussen RSZ - BISA - IWEPS - Departement WSE - HIVA-KU Leuven naar Brussel gemuteerde loontrekkers in Vlaanderen en in Wallonië binnen dezelfde onderneming, in Brussel waren er meer werknemers die de omgekeerde beweging hebben gemaakt (7.973 loontrekkenden). 26

33 2. Het arbeidsaanbod: de Brusselse beroepsbevolking 2.1 Demografische elementen In de loop van 2017 kreeg het Brussels Gewest er zo'n inwoners 17 bij. Dit is een stijging van 0,6 %. De bevolking in Brussel bedroeg op 1 januari 2018 bijgevolg inwoners. Figuur 17: Jaarlijkse evolutie van de bevolking van het Brussels Gewest ( , in aantal) Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels De demografische groei in het gewest is sinds de jaren 2000 bijzonder sterk. Tussen 2011 en 2016 bedraagt de groei zelfs systematisch meer dan 16 % op tienjarige basis. Hoewel het op een niveau blijft dat duidelijk hoger ligt dan in de overige twee gewesten, wordt de groei sinds twee jaar evenwel vertraagd. 17 De bevolking opgenomen in de demografische statistieken is de bevolking van rechtswege, wettelijk gedomicilieerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de personen die kandidaat zijn voor het vluchtelingenstatuut. Ze sluit dus een deel van de bevolking uit: kotstudenten of niet-gedomicilieerde vreemdelingen, diplomaten, daklozen, illegalen en asielzoekers. Cf. BISA, HERMIA J.-P., (2015), Demografische barometer 2015 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Focus van BISA nr. 11, december

34 -5,7-0,0 +0,9 +0,5 +0,4 +0,4 +1,6 +0,7 +0,4 +1,1 +0,6 +1,8 +2,4 +3,8 +3,8 +3,3 +3,2 +2,6 +1,7 +5,7 Figuur 18: Tienjarige evolutie van de bevolking volgens het gewest ( , in %) 18,0% 16,0% 14,0% Interpretatie : de tienjarige bevolkingsgroei was bijna nul in het Brussels Gewest van 1992 tot 2002; van 2003 tot 2013, bedroeg ze 16,4 %. 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Vlaams Brabant Waals Brabant Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels De bevolkingsevolutie is het resultaat van het gezamenlijke effect van de natuurlijke bewegingen (geboortes en overlijdens) en de migratiebewegingen (nieuwe en vertrekkende inwoners). De groei van de Brusselse bevolking wordt verklaard door de zeer hoge natuurlijke en internationale migratiesaldo's die het aanzienlijk negatief intern migratiesaldo duidelijk compenseren. Dit laatste getuigt van de sterke behoefte van de Brusselaars om hun gewest te verlaten en zich in de twee Brabantse provincies te vestigen. Figuur 19: Evolutie in de componenten van de loop van de bevolking, per gewest en in beide Brabantse provincies, tussen 2013 en ,0 +8,0 +6,0 +4,0 +2,0 +0,0-2,0-4,0-6,0-8,0-10,0 Brussels Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest Evolutie internationale migratie Evolutie natuurlijke aangroei Evolutie interne migratie Evolutie totale bevolking Bron: FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels 28

35 Hoewel de stijging van de Brusselse bevolking voornamelijk de jongste leeftijdscategorieën betreft, heeft ze ook een belangrijke impact op de bevolking op beroepsactieve leeftijd. De voorbije 10 jaar stellen we bijgevolg een stijging van 21,4 % vast van het aantal jongeren onder de 15 jaar en een stijging van 14,7 % bij de 15- tot 64- jarigen, terwijl het aantal personen van 65 jaar of ouder ongeveer stabiel is gebleven (+3,7 %). Wat de vervangingsgraad van de beroepsactieven betreft per regio toont de volgende grafiek, op basis van de demografische evoluties en de vooruitzichten tot 2030, de verhouding weer tussen het aantal jongeren van 18 tot 29 jaar die de arbeidsmarkt zouden kunnen betreden en het aantal personen van 55 tot 66 jaar 18 die de arbeidsmarkt gaan verlaten. Indien deze ratio hoger ligt dan 100 betekent dit dat meer jongeren toegang zullen hebben tot de arbeidsmarkt dan dat er mensen ouder dan 55 jaar zullen stoppen. Hoewel begin de jaren '90 de situatie in de drie gewesten vergelijkbaar was en de ratio schommelde tussen de 120 en 140 (i.e. voldoende vervanging), is dit nu niet meer het geval. Terwijl de vervangingsgraad van de beroepsactieven in Brussel boven de 150 is geëvolueerd en -volgens de demografische vooruitzichten- in de komende decennia zal blijven schommelen tussen 140 en 150, is deze ratio in Vlaanderen sinds 2010 onder de 100 gezakt en raakt het een dieptepunt op 82 in 2024; in Wallonië is de ratio sinds 2014 onder de 100 gezakt om een dieptepunt op 93 in 2023 te bereiken. Figuur 20: Vervangingsgraad van de beroepsactieven (18-29 jaar / jaar, in %) bevolkingsprojectie Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant België Bronnen: : waarnemingen FOD Economie -ADSEI; : perspectieven Federaal Planbureau en FOD Economie - ADSEI, berekeningen view.brussels Behalve een verjongingstendens zien we ook dat de Brusselse bevolking gekenmerkt wordt door de sterke aanwezigheid van vreemdelingen. Binnen de bevolking op beroepsactieve leeftijd (hier 18 Naar aanleiding van de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar in 2030, wordt de vervangingsgraad van de beroepsactieven in Brussel berekend door personen van 55 tot 66 jaar als noemer te gebruiken. 29

36 gedefinieerd als de personen van 18 tot 64 jaar) is zo n drie vierde van buitenlandse afkomst 19. Dit aandeel daalt tot één derde in het Waals Gewest en één vijfde in het Vlaams Gewest. Figuur 21: Bevolking op beroepsactieve leeftijd (18 tot 64 jaar) volgens afkomst en per gewest (2016) 100% 80% 4,0% 42,6% 7,9% 7,3% 6,9% 7,2% 6,7% 12,7% 11,1% 11,4% 11,2% 14,8% 11,8% 18,1% 10,1% 21,9% 16,2% 60% 40% 31,2% 67,6% 63,5% 71,6% 59,7% 62,3% 20% 22,2% 0% Brussels Gewest Vlaams-Brabant Waals-Brabant Vlaams Gewest Waals Gewest België Belgische origine Europese origine Niet-europese origine Origine onbepaald Bron: KSZ - Datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, berekeningen view.brussels 2.2 De actieve beroepsbevolking In 2017 woonden in het Brussels Gewest zo'n mensen tussen 15 en 64 jaar. Deze bevolking, die als de bevolking op beroepsactieve leeftijd wordt beschouwd, kende een belangrijke groei. De voorbije vijf jaren is deze bevolking met 5,1 % gestegen. Dit is een sterkere stijging dan de stijging waargenomen in de andere twee gewesten (+0,6 % in Vlaanderen en +0,3 % in Wallonië). 19 Onder buitenlandse afkomst wordt verstaan alle personen van buitenlandse nationaliteit en/of personen geboren met een buitenlandse nationaliteit en/of personen van wie één ouder geboren is met een buitenlandse nationaliteit. 30

37 Figuur 22: Voornaamste indicatoren van de Brusselse bevolking op beroepsactieve leeftijd (2017) Bevolking op beroepsactieve leeftijd (15-64) Activiteitsgraad 66,1 % Werkzaamheidsgraad 56,2 % Beroepsbevolking Actieve beroepsbevolking (werkenden) Actieve beroepsbevolking (werklozen) Werkloosheidsgraad 15,0 % Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Een gedeelte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd is aan het werk en wordt als tewerkgestelde beroepsbevolking beschouwd. Een ander deel wordt als werkloos geregistreerd. Dit deel vertegenwoordigt de niet-werkende beroepsbevolking (doorgaans de werklozen genoemd). De twee groepen samen vormen de beroepsbevolking, die personen telt, waarvan tewerkgestelde mensen, zowel loontrekkenden als zelfstandigen, en werkloze mensen. Een laatste deel tot slot, bevindt zich in de marge van de arbeidsmarkt. De personen die deze groep uitmaken zijn noch aan het werk, noch werkloos: het is de nietberoepsactieve bevolking ( personen) waaronder verschillende statuten vallen (studenten, huisvrouwen, uitgeslotenen van de werkloosheid die geen OCMW-steun genieten, arbeidsongeschikten, gepensioneerden enz.) De activiteitsgraad In 2017 bedraagt de activiteitsgraad 20 in het Brussels Gewest 66,1 % (een stijging van 0,7 procentpunten in vijf jaar), in het Vlaams Gewest 70,6 % en in het Waals Gewest 63,9 %. Op landelijk niveau is dit cijfer met 1,1 procentpunt gestegen ten opzichte van 2012 (68,0 % in 2017). De activiteitsgraad kan variëren naargelang een reeks individuele kenmerken. a) Volgens geslacht De activiteitsgraad ligt aanzienlijk hoger bij de mannen (72,9 %) dan bij de vrouwen (59,3 %), aangezien de vrouwen zich vaker in situaties bevinden die hen van de arbeidsmarkt weghouden. Dit is zeker zo in Brussel waar het verschil tussen de geslachten het grootst is in vergelijking met Vlaanderen en Wallonië. 20 Aandeel van de bevolking op beroepsactieve leeftijd dat actief is op de arbeidsmarkt. 31

38 b) Volgens leeftijd De min-25-jarigen kennen een vrij lage activiteitsgraad (22,6 %) omwille van het hoge aantal studenten dat het aandeel van actieven in deze leeftijdscategorie doet dalen 21. Het aandeel van de beroepsactieve jongeren is bovendien minder groot in Brussel dan in de twee andere gewesten. Ongeacht het gewest kent de activiteitsgraad van de jongeren de voorbije jaren een dalende tendens. In Brussel bedroeg deze in ,6 %. De activiteitsgraad van de 50-plussers gaat daarentegen sinds enkele jaren in stijgende lijn, van 57,4 % in 2012 tot 64,5 % in Deze stijging weerspiegelt de tendens van oudere werknemers die langer actief blijven, die voornamelijk voortvloeit uit wettelijke wijzigingen die de leeftijd voor vervroegd pensioen hebben opgetrokken alsook uit het activeringsbeleid gericht op deze doelgroep. c) Volgens kwalificatieniveau 22 Er is een groot verschil tussen de activiteitsgraad van de hooggeschoolden (84,5 % in 2017) en die van de laaggeschoolden (44,8 % voor datzelfde jaar). Dit verschil is nog groter in Vlaanderen en Wallonië De werkzaamheidsgraad De werkzaamheidsgraad geeft bijkomende duidelijkheid over activiteit, aangezien hij de verhouding uitdrukt tussen de personen die werkelijk tewerkgesteld zijn en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. In 2017 bedroeg dit percentage 56,2 % in het Brussels Gewest, 67,5 % in het Vlaams Gewest, 57,7 % in het Waals Gewest en 63,1 % voor het hele land. Deze indicator wordt tevens gebruikt in het kader van de Europa strategie als benchmark tussen de EU-landen voor prestaties op de arbeidsmarkt. Gemeten volgens de bevolking op arbeidsleeftijd van jarigen komt België in 2017 op 68,5 % en Brussel op 60,8% (t.o.v. 73 % in Vlaanderen en 63,2 % in Wallonië). Volgens de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid zou ons land haar oorspronkelijke streefcijfer van 73,2 % wellicht moeten losgelaten, gelet op de meest recente demografische vooruitzichten 23. Dat de Europese doelstellingen op lidstaatniveau worden bepaald, neemt niet weg dat de specifieke Belgische staatsstructuur met zich brengt dat er met de resultaten op gewestniveau rekening moeten worden gehouden. In dit verband merken we op dat de werkzaamheidsgraad op nationaal niveau als een indicator van het economische prestatievermogen kan worden beschouwd (m.a.w. het vermogen van de economie om banen te scheppen), terwijl het cijfer op gewestelijk niveau eerst en vooral de arbeidsmarktparticipatie van zijn inwoners weerspiegelt (zie verder). In het geval van Brussel, dat als een open arbeidsmarkt werkt, moet men, indien men de werkzaamheidsgraad als maatstaf voor het 21 Het aandeel -25 jarige Brusselaars dat een diploma hoger onderwijs behaald heeft is op 5 jaar tijd gestegen van 24 % in 2012 naar 27% in Het lage opleidingsniveau komt overeen met een niveau basisonderwijs of lager secundair onderwijs. Het middelmatige opleidingsniveau omvat het hoger secundair onderwijs en het leerlingwezen. De hoogste opleidingsniveaus zijn: 1/ Hoger niet-universitair onderwijs van het korte type, professionele bachelor - 2/ Hoger niet-universitair onderwijs van het lange type, universitair onderwijs, academische bachelor of master. 23 Hoge Raad voor de Werkgelegenheid Stand van zaken op de arbeidsmarkt in België en in de gewesten, synthese en aanbevelingen, juni 2018; Rekening houdende met deze vooruitzichten zouden tegen banen moeten gecreëerd worden (of een gemiddelde van per jaar, te rekenen vanaf 2018). Indien het beleid niet zou veranderen, liggen deze cijfers ver boven de voorspellingen van de FBP en de NBB. 32

39 vermogen van de Brusselse economie om werk te creëren wil gebruiken, tegelijk rekening houden met de wisselwerking tussen het stadscentrum en het Brusselse hinterland. Wanneer we, in dit opzicht, de performanties van Vlaams- en Waals- Brabant meetellen, stijgt de werkgelegenheidsgraad van het Brussels grootstedelijk gebied (62,2 % bij de 15- tot 64-jarigen). De werkzaamheidsgraad kan net zoals de activiteitsgraad ook volgens verschillende individuele kenmerken variëren. a) Volgens geslacht De werkzaamheidsgraad is hoger bij mannen dan bij vrouwen (61,9 % tegenover 50,5 %). Dit is echter geen typisch Brussels kenmerk aangezien we in beide andere gewesten ook een genderkloof zien, zij het minder groot (ongeveer 8 procentpunten, tegenover 11,4 procentpunten in Brussel). b) Volgens leeftijd De werkzaamheidsgraad bij jongeren van 15 tot 24 jaar (studenten uitgezonderd) bedroeg in ,9 %. Dit blijft duidelijk onder het cijfer dat we in Vlaanderen optekenen (77,2 %), maar komt al meer in de buurt van Wallonië vergeleken met de laatste jaren (56,1 %). c) Volgens kwalificatieniveau Zoals de activiteitsgraad doet vermoeden, is ook de werkzaamheidsgraad het hoogst bij de hooggeschoolden (77,5 %) en het laagst bij de laaggeschoolden (32,5 %). De werkzaamheidsgraad van de middengeschoolden, m.a.w. personen die het hoger secundair onderwijs hebben afgerond maar geen diploma van het hoger onderwijs hebben, is in Brussel zeer laag (51,9 %), vergeleken met Vlaanderen (69,5 %) en Wallonië (60,3 %). Op vijf jaar tijd ( ) is de werkende beroepsbevolking in het Brussels Gewest met 7,7 % toegenomen (of zowat bijkomende eenheden). Dat is een snellere groei dan in Vlaanderen en Wallonië (respectievelijk +2,6 % en +0,4 %). Dit vertaalt zich in een stijging van de werkzaamheidsgraad (een stijging van 54,0 % naar 56,2 % in de loop van dezelfde periode, of +2,2 procentpunten). 2.3 Het pendelverkeer In 2017 heeft het Brussels Gewest zo'n betrekkingen waarvan 48,9 % door Vlaamse of Waalse pendelaars wordt ingenomen (respectievelijk 31,8 % en 17,1 %), meestal afkomstig uit de twee Brabantse provincies en in mindere mate uit Oost-Vlaanderen en Henegouwen. De demografische perspectieven wijzen op vele opportuniteiten voor de Brusselse arbeidskrachten zowel in het centrum als in de rand. In 2017 wordt in de hoofdstad meer dan 1 arbeidsplaats op 2 door een Brusselaar ingenomen. Ondanks de aantrekkelijkheid van het grondgebied is het inkomend pendelverkeer van werknemers de voorbije 10 jaar met 0,9 % gedaald, met -2,7% tussen 2012 en 2017 en ligt sinds 2015 lager dan 50 %. Deze tendens zal zich waarschijnlijk voortzetten gelet op de relatieve vergrijzing van de Vlaamse en Waalse pendelaars. De vergrijzing van de bevolking woonachtig in de rand kan ook als gevolg hebben dat er jobs voor Brusselaars beschikbaar worden (de beschikbare arbeidsreserve is nog voldoende groot), aangezien in beide Brabantse provincies 33

40 4,7% 3,3% 2,6% 9,5% 8,8% 13,5% 25,0% 24,4% 29,7% 26,3% 25,9% 29,8% 32,3% 32,3% 31,9% de instroom op de arbeidsmarkt op termijn onvoldoende zal zijn om het totaal van de oudere werknemers die vertrekken te kunnen opvangen Welk profiel hebben de pendelaars naar Brussel? De Vlaamse en Waalse pendelaars die in Brussel werken zijn gemiddeld ouder dan de Vlamingen en Walen die in hun eigen gewest werken. Voor de Brusselaars die in Brussel werken geldt het omgekeerde. Dit feit wordt verduidelijkt door de vergelijking van de leeftijdspiramides voor deze bevolkingsgroepen: de jongeren zijn ondervertegenwoordigd en de personen ouder dan 40 jaar zijn oververtegenwoordigd wat betreft het inkomend pendelverkeer in Brussel: 30,7 % voor de klasse van 40 tot 49 jaar, 32,2 % is ouder dan 50 jaar (tegenover respectievelijk 26,3 % en 25,9 % van de Brusselse werknemers). Figuur 23: Leeftijdsstructuur van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2017, in %) 50% 40% 30% 20% 10% 0% < Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Het aandeel werknemers afkomstig van de twee andere gewesten varieert naargelang het studieniveau. 8,2 % van de pendelende werknemers die hoogstens in het bezit zijn van een diploma van het lager secundair onderwijs (of zonder diploma) zijn niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomicilieerd. Dit is 28,1 % voor de werknemers in het bezit van een diploma van het hoger secundair onderwijs of uit het leerlingwezen, en 63,7 % voor het hoger onderwijs. Wat het hoger onderwijs betreft, behalen de Brusselse werknemers een lager percentage dan de pendelaars (56,4 %). Omgekeerd is het aandeel werknemers woonachtig en tewerkgesteld in Brussel groter voor het laagste kwalificatieniveau (17,5 %). 34

41 Figuur 24: Opleidingsniveau van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2017, in %) 100% 90% 80% 70% 60% 64,2% 62,6% 56,4% 50% 40% 30% 20% 10% 17,5% 7,6% 9,4% 26,1% 28,2% 28,0% 0% Laag Midden Hoog Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels De Brusselse arbeidskrachten zijn geconcentreerd in een aantal activiteitensectoren. Hun sterke of geringere aanwezigheid wordt bepaald door de arbeidsvoorwaarden (aangepaste of onderbroken werktijden, flexibiliteit enz.) in de sector en de aard van de uitgeoefende activiteit. Sectoren met een grote concentratie lokale arbeidskrachten zijn onder meer de Horeca waar meer dan drie vierde van het personeel Brusselaars zijn (74,7 %), de extraterritoriale organisaties (71,9 %), de bouw (69,6 %), of nog van de administratieve en ondersteunende diensten of de gespecialiseerde, wetenschappelijke en technische activiteiten (60,9 % in beide gevallen). Omgekeerd werven andere sectoren meer mensen aan van buiten Brussel. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de sector van financiën en verzekeringen (74,8 % zijn pendelaars), het openbaar bestuur (68,2 %), vervoer- en opslag (60,3 %) of de informatie- en communicatiesector (57 %). 35

42 Figuur 25: Tewerkstellingssector van de werknemers in Brussel volgens woonplaats (2017, in %) Winning van delfstoffen en verwerkende nijverheid Energie 49,8 45,4 Bouw 69,6 Groot- en detailhandel 56,2 Vervoer en opslag 39,7 Horeca 74,7 Informatie en communicatie 43,0 Financiën en verzekeringen 25,2 Vastgoed Wetenschappelijke en technische activiteiten Administratieve en ondersteunende diensten Onderwijs Kunst, amusement en recreatie 59,2 60,9 60,9 54,5 55,4 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Hoe evolueert het pendelverkeer van en naar Brussel? Hoewel de werknemersstroom naar Brussel afkomstig van de andere twee gewesten aanzienlijk blijft, toont het onderzoek van het pendelverkeer over een lange periode aan dat het inkomend pendelpercentage in de loop der jaren geleidelijk is afgenomen. Terwijl het inkomend pendelverkeer tot het einde van de jaren 1990 in stijgende lijn ging, merken we sindsdien een continue relatieve daling op van het aantal inkomende pendelaars in Brussel. De reden hiervoor is de stijging van het aantal Brusselaars tewerkgesteld in Brussel : de stijging van de Brusselse interne werkgelegenheid (+6,8 % tussen 2007 en 2017) is dus vooral voor de bewoners van het gewest positief geweest (+15,4 % tegenover een vermindering met -0,9 % van het aantal pendelaars). 36

43 Figuur 26: Evolutie van de verdeling van de interne werkgelegenheid in het Brussels Gewest ( , in aantal) Brusselaars die in Brussel werken Vlamingen en Walen die in Brussel werken (binnenkomende pendelverkeer) Bron: FOD Economie - ADSEI (EAK), berekeningen view.brussels Tegelijkertijd heeft het uitgaand pendelverkeer een sterke stijging gekend, onder meer door het effect van maatregelen zoals de interregionale samenwerkingsakkoorden van 2005 met het oog op de versterking van de mobiliteit van de werknemers. Een toenemend aantal actieven woonachtig in Brussel werkt in één van de twee andere gewesten van het land, ofwel meer dan in In 2017 zijn bijna één vijfde van de werkende Brusselaars tewerkgesteld buiten de grenzen van het gewest (18,1 %, dit komt overeen met mensen). Dit betekent dat 11,3 % van de Brusselaars in Vlaanderen gaat werken ( werkenden) en 5,7 % in Wallonië ( werkenden). Het uitgaand pendelverkeer naar Vlaanderen ligt dus hoger en weerspiegelt de omvang van de migratiebewegingen naar dit gewest, in het bijzonder richting Vlaams-Brabant. 2.4 De niet-werkende beroepsbevolking Hoe evolueert de werkloosheidsgraad? Net zoals in andere grote Europese steden is de werkloosheidsgraad in Brussel de afgelopen jaren fel gestegen. Sinds de oprichting van het gewest in 1989 is de werkloosheidsgraad gegroeid van 12,4 % naar 16,8 % in 2017, terwijl deze in Vlaanderen en in Wallonië relatief stabiel is gebleven. In de drie gewesten is de werkloosheid in drie fases toegenomen: eerst tussen 1991 en 1997, vervolgens tussen 2002 en 2007 en ten slotte naar aanleiding van de crisis van Terwijl de werkloosheidsgraad in 2012 nog op 20,1 % stond en na de piek van 2013 (20,6 %) is deze de voorbije vier jaar continue gedaald in Brussel. In 2017 stond hij op hetzelfde niveau als deze die hij in 2001 heeft bereikt (16,8 %). Deze daling is de voorbije vijf jaar relatief meer uitgesproken dan in Wallonië (gaande van 15,3 % naar 13,5 %, een cijfer dat ter dat teruggaat tot 1990), terwijl de werkloosheid in Vlaanderen lijkt te stagneren na een betrekkelijke stijging als gevolg van de crisis in 2008 (6,8 %). 37

44 Figuur 27: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad per gewest ( , in %) 22% 20% 18% 16,6% 19,6% 20,1% 16,8% 16% 14% 13,4% 16,0% 16,4% 15,3% 13,5% 12% 10% 8% 12,4% 9,8% 10,3% 10,7% 10,8% 9,9% 6% 4% 7,5% 6,2% 6,2% 6,8% 6,8% 2% 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, VDAB, Forem RVA - Directie Statistiek, berekeningen view.brussels a) Volgens geslacht Hoewel de werkloosheidsgraad bij de vrouwen historisch hoger ligt dan bij de mannen, lijkt deze kloof gaandeweg te verkleinen. In 2017 stond de werkloosheidsgraad bij de vrouwen op 17,3 %, wat 1 procentpunt hoger is dan de werkloosheidsgraad bij de mannen (16,3%). Eén van de mogelijke verklaringen hiervoor is dat de tewerkstelling van de vrouwen de voorbije jaren een sterkere groei heeft gekend dan die van de mannen, meer bepaald sinds de crisis van 2008 die een sterkere weerslag op de mannen heeft gehad. De vrouwen hebben bovendien meer profijt getrokken van de nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen in de dienstensector, de distributiesector, het onderwijs en de gezondheidssector. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de systematische uitsluitingsgolven uit de werkloosheid na de verschillende hervormingen eerder vrouwen hebben getroffen. 38

45 8,5% 8,0% 8,3% 20,9% 21,8% 21,2% 33,2% 46,2% 39,8% 69,1% 67,2% 68,2% Figuur 28: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens geslacht in het Brussels Gewest ( , in %) 25% 20% 18,3% 21,1% 20,7% 17,3% 15% 15,0% 15,2% 18,3% 19,5% 16,3% 10% 10,5% 5% 0% Mannen Vrouwen Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, berekeningen view.brussels b) Volgens herkomst De werkloosheidsgraad volgens origine vertoont daarentegen de afgelopen jaren geen grote schommelingen. We blijven in het Brussels Gewest de hoogste werkloosheidsgraad registreren voor personen met een niet-europese nationaliteit (21,2 %), terwijl deze aanzienlijk lager is voor personen van Belgische afkomst (8,3 %). Dit bewijst dat de toegang tot werk bijzonder moeilijk blijft voor personen met een niet- Europese afkomst. De zeer lage werkzaamheidsgraad bij vrouwen van niet-europese afkomst (33,2 % tegenover 67,2 % voor vrouwen van Belgische nationaliteit) doet trouwens vermoeden dat velen onder hen zich niet meer in het actieve leven bevinden. Figuur 29: Werkloosheidsgraad en werkzaamheidsgraad volgens afkomst en geslacht in het Brussels Gewest (2016, in %) 100% 80% 60% 40% 20% 0% Belgische origine Niet-europese origine Belgische origine Niet-europese origine Werkloosheidsgraad Werkgelegenheidsgraad Mannen Vrouwen Totaal Bron: KSZ - Datawarehouse arbeidsmarkt en sociale bescherming, berekeningen view.brussels 39

46 c) Volgens leeftijdscategorie De administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren (min-25-jarigen) in het Brussels Gewest blijft structureel hoog liggen (25,2 %). Toch heeft dit percentage sinds 2012 een aanzienlijke daling gekend (- 6,6 procentpunt tussen 2012 en 2017). De leeftijdscategorie van 25 tot 49 jaar heeft de voorbije vijf jaar ook een daling van de werkloosheidsgraad gekend (-3,8 procentpunten). Bij oudere werkzoekenden ( 50 jaar) blijft de werkloosheidsgraad echter relatief stabiel (-0,5 pp.). Hoewel de werkloosheid bij de jongeren een verontrustende kwestie in Brussel blijft, mag dit de werkloosheidsevolutie die in de andere leeftijdscategorieën minder gunstig is, niet verhullen. Figuur 30: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad volgens leeftijdscategorie in het Brussels Gewest (2012; 2017, in %) 35% 31,8% 30% 25% 25,2% 20% 15% 19,4% 15,6% 17,7% 20,1% 17,2% 16,6% 10% 5% 0% < 25 jaar 25 tot 49 jaar 50 jaar Totaal Bronnen: NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, berekeningen view.brussels De daling van de jongerenwerkloosheid in het Brussels Gewest sinds 2012 kan in perspectief geplaatst worden met de evolutie van de jongerenwerkloosheid in de andere gewesten alsook in de voornaamste andere Belgische steden. We merken dan op dat de jongerenwerkloosheidsgraad meer is gedaald in Brussel (- 6,6 procentpunten) dan in Charleroi (- 3,5 procentpunten) of in het Waals Gewest (- 2,6 procentpunten), terwijl het percentage relatief gelijk gebleven is in Antwerpen, in Gent en in het Vlaams Gewest in het algemeen alsook in Luik. 40

47 15,8% 15,6% 25,2% 26,5% 26,3% 23,2% 23,6% 31,8% 33,9% 31,3% 45,8% 42,3% 43,5% 43,3% Figuur 31: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren in de voornaamste Belgische steden ( *, in %) 60% 40% 20% 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Antwerpen Gent Waals Gewest Charleroi Luik * Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris, NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen view.brussels *Totale beroepsactieve bevolking 2017 (voorlopige cijfers) Figuur 32: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad van de jongeren in het Brussels Gewest en in de voornaamste Belgische steden ( *, in %) 50% 45% 40% 35% 30% 45,8% 43,5% 31,8% 26,5% 43,3% 42,3% 25,2% 25% 20% 23,2% 23,6% 26,3% 15% 10% * 2017* Brussels Gewest Antwerpen Gent Charleroi Luik Bronnen: VDAB, Forem (uitgez. Duitstalige Gemeenschap), Actiris, NBB, FOD Economie - ADSEI (EAK), Steunpunt Werk, berekeningen view.brussels *Totale beroepsactieve bevolking 2017 (voorlopige cijfers) De daling van de jongerenwerkloosheid in het Brussels Gewest is deels te verklaren door de ontwikkeling van oplossingen voor de problematiek van deze werkloosheid toegepast in het kader van de Jongerengarantie ( Youth Guarantee ): de invoering van een individueel actieplan (IAP) draagt bij tot een verbetering van de tools bij de zoektocht naar werk en een betere oriëntering 41

48 van de jongeren naar de verschillende uitkomsten (werk, opleiding, stage enz.) op basis van hun profiel; de hervorming van het beheer van de werkaanbiedingen heeft tot een toename van de plaatsingen van jongeren geleid; de invoering van beroepsstages (First stages, internationale stages enz.) die de jongeren toelaten een eerste werkervaring op te doen; de versterking van de synergie tussen de polen opleiding en tewerkstelling laat toe de opleidingen voor jongeren te ontwikkelen; de opkomst van de taaltesten en van de uitreiking van taalcheques heeft vooral betrekking op de jongeren; dankzij de uitbreiding van de maatregel startbaanovereenkomst (SBO-ION en SBO- YG) kunnen meer jongeren aan een gesubsidieerde betrekking geholpen worden; de recente invoering van het inschakelingscontract biedt een tewerkstellingsoplossing aan jongeren die zich na hun studies hebben ingeschreven, als zij binnen de 18 maanden na hun inschrijving niet langer dan 90 dagen gewerkt hebben. Zoals uit de onderstaande grafiek blijkt, staat het percentage NEET's (Neither in employment nor in education and training, ofwel de jongeren van 15 tot 24 jaar zonder werk, die geen school lopen of opleiding volgen) in het Brussels Gewest op het laagste niveau in vijf jaar (13,3 % in 2017, tegenover 19,2 % in 2012). Figuur 33: Evolutie van het percentage NEET's onder de jongeren van 15 tot 24 jaar volgens gewest ( , in %) 20% 15% 10% 15,2% 12,2% 9,9% 13,3% 11,6% 9,3% 5% 7,5% 7,2% 0% Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest België Bron: Eurostat, berekeningen view.brussels d) Volgens de gemeenten Tussen 2012 en 2017 hebben alle Brusselse gemeenten een daling van de werkloosheidsgraad opgetekend. De grootste dalingen werden vastgesteld in de gemeenten Koekelberg, Etterbeek, Sint-Gillis en Sint-Joost-ten-Node. Algemeen zien we sinds meerdere jaren een gunstigere evolutie van de werkloosheid in de gemeenten van de eerste gordel. 42

49 23,9% 22,8% 19,6% 19,1% 18,9% 18,6% 17,4% 17,1% 16,8% 16,2% 15,2% 14,9% 14,8% 14,8% 14,0% 11,5% 11,4% 10,6% 10,5% 8,8% Figuur 34: Evolutie van de administratieve werkloosheidsgraad in het Brussels Gewest per gemeente ( , in %) 30% 25% 20% % 10% 5% 0% Bronnen: NBB, Actiris, berekeningen view.brussels Hoe evolueren de werkzoekenden in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? In 2017 bedroeg het jaargemiddelde in het Brussels Gewest niet-werkende werkzoekenden (NWWZ), ofwel minder dan in Dit is de negende daling van de werkloosheid op jaarbasis op rij sinds Tussen 2012 en 2017 is het aantal NWWZ in het Brussels Gewest met meer dan eenheden gedaald (-13,4 %). Sinds 2012 zien we een belangrijke daling van het aantal werkzoekenden die werkloosheidsuitkeringen ontvangen (WZUA: werkzoekenden die een uitkeringsaanvraag hebben ingediend). Parallel hiermee zien we een toename van de categorie andere NWWZ (nietvergoede werklozen of werklozen die op een beslissing van de RVA wachten), vrij of verplicht ingeschreven 24 bij Actiris (+9,9 % tussen 2012 en 2017). Tabel 13: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest volgens verschillende kenmerken ( ) 2017 variatie variatie aantal % aantal % aantal % WZUA , ,3% ,2 Categorie Jongeren in beroepsinschakelingstijd , ,0% ,0 Andere NWWZ , ,9% ,6 Geslacht Mannen , ,0% ,7 Vrouwen , ,7% ,3 24 Om recht te hebben op een financiële tussenkomst van de OCMW's, moeten de personen die de aanvraag indienen onder andere willen werken en bijgevolg voorafgaand bij Actiris zijn ingeschreven. 43

50 Tabel 13: Evolutie van het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) in het Brussels Gewest volgens verschillende kenmerken ( ) Vervolg 2017 variatie variatie aantal % aantal % aantal % < 25 jaar , ,5% , jaar , ,2% , jaar , ,6% ,6 Leeftijdsklasse jaar , ,5% , jaar , ,3% , jaar , ,1% , jaar , ,8% ,9 55 jaar > , ,2% ,3 Belg , ,7% ,2 Nationaliteit Buitenlanders EU , ,8% ,5 Buitenlanders niet-eu , ,8% ,9 Laag , ,6% ,4 Middelmatig , ,9% ,2 Hoog , ,4% ,3 Kwalificatieniveau Buitenlandse studies zonder equivalent , ,0% ,3 waarvan niveau: -laag , ,7% ,3 -midden , ,1% ,1 -hoog , ,4% ,8 -onbepaald 724 1, ,8% ,1 < 6 maanden , ,6% ,2 Inactiviteitsduur 6 tot 11 maanden , ,6% ,3 12 tot 23 maanden , ,8% ,5 = of > 24 maanden , ,6% ,4 Totaal NWWZ , ,4% ,5 Bron: Actiris, berekeningen view.brussels Van alle leeftijdscategorieën merken we dat enkel de 55+ers gestegen zijn, op één jaar met 5,3% en op 5 jaar met 31,2 %. Eén van de verklarende factoren voor deze spectaculaire groei is de wetswijziging van 1 januari 2013, die de leeftijd waarop een vrijstelling van inschrijving als werkzoekende mogelijk is, van 58 naar 60 jaar optrok. Wat de nationaliteit betreft, is het volume NWWZ van Europese origine tussen 2012 en 2017 aanzienlijk gestegen (+1,8%), terwijl het aantal niet-europese buitenlanders (-8,8 %) en ook het aantal Belgen (-17,7 %) is gedaald. De toename was naar verhouding het sterkst voor de Bulgaarse en Roemeense werkzoekenden, als een rechtstreeks gevolg van de toetreding van beide landen tot de Europese Unie. Voor wat de Poolse, Spaanse en Portugese werkzoekenden betreft, zien we dat hun aantal in 2017 in het algemeen lager ligt dan in Wat de niet- Europese werkzoekenden betreft, is de toename vooral zichtbaar bij de vluchtelingen en staatlozen. 44

51 Over het algemeen vertoont het aantal NWWZ een daling van variabele omvang ongeacht het kwalificatieniveau, al is de daling meer uitgesproken bij laaggeschoolden (-29,6%), eveneens merkbaar in het laatste jaar (-5,7%). Het aandeel werkzoekenden waarvan de buitenlandse studies in België niet erkend worden (m.a.w. de categorie overige studies ) is op vijf jaar tijd gedaald met 3,0 %. Niettemin blijft de problematiek van de gelijkwaardigheidserkenning van diploma s derhalve cruciaal, wetende dat een zesde van de buitenlandse studies zonder equivalent met een hoog kwalificatieniveau overeenstemt. De kwestie van de langdurige werkloosheid tenslotte blijft fundamenteel in Brussel met bijna twee NWWZ op drie die sinds minstens één jaar bij Actiris zijn ingeschreven en bijna de helft voor twee jaar of langer. Deze laatste groep nietwerkende werkzoekenden die sinds twee jaar is ingeschreven, is ondertussen wel met 8,6 % gedaald tussen 2012 en 2017 evenals op jaarbasis (daling met 4,4 % tussen 2016 en 2017). In zekere zin hebben de verschillende kenmerken van de werkloosheid de neiging om zich op te stapelen. Bij de langdurig werklozen vinden we meer laaggeschoolde NWWZ of personen die in het buitenland hebben gestudeerd en van wie het diploma in België niet wordt erkend, alsook meer oudere NWWZ Welke overgangen zijn kenmerkend voor werklozen op de arbeidsmarkt? De stock van Brusselse NWWZ bedroeg in 2017 gemiddeld ongeveer personen, maar uit de analyse van de gegevensstromen blijkt dat in werkelijkheid bijna verschillende personen op een bepaald moment in de loop van het jaar bij Actiris waren ingeschreven. Voor 2017 alleen telden we iets meer dan instromen in de werkloosheid en iets meer dan uitstromen uit de werkloosheid. Deze gegevens brengen een belangrijke dynamiek onder de werklozen aan het licht. Ze onthullen namelijk het bestaan van regelmatige bewegingen tussen werkloosheid, tewerkstelling en inactiviteit. Figuur 35: Instroom in en uitstroom uit de werkloosheid in de loop van 2017 (in aantal) Stock op 01/01/ Instroom in Arbeidsreserve in Stock op 31/12/ Uitstroom in Bron: Actiris, berekeningen view.brussels De arbeidsreserve (AR) omvat het aantal ingeschreven NWWZ op 1 januari van een bepaald jaar waarbij de volledige nieuwe instroom in de werkloosheid wordt geteld die tijdens het lopende jaar werd geregistreerd, of het nu gaat om herinschrijvingen van NWWZ die op 1 januari niet meer waren ingeschreven of om nieuwe inschrijvingen. De uitstroom betreft de NWWZ die op 31 december niet meer zijn ingeschreven, terwijl ze dit in het begin van het jaar wel nog waren. De volgende tabel analyseert de stroombewegingen, namelijk de instroom in en 45

52 uitstroom uit de werkloosheid, volgens verschillende individuele kenmerken. Uit deze tabel blijkt dat deze bewegingen het meest intens zijn bij de min-25-jarigen en dat deze geleidelijk met de leeftijd afnemen. In 2017 stonden er gemiddeld zo n NWWZ jonger dan 25 jaar ingeschreven 25, terwijl er dat jaar in totaal verschillende jongeren ingeschreven zijn geweest. Deze jongeren worden vaker geconfronteerd met opeenvolgende periodes van werkloosheid afgewisseld met korte periodes van werk (uitzendwerk, contract bepaalde duur enz.). Bovendien worden ze zwaarder getroffen door het gevoerde activeringsbeleid. Bijna 48 % van de jongeren bevindt zich in de categorie minder dan 6 maanden ingeschreven (voor alle leeftijden samen in die categorie is dit maar 24 %). Omgekeerd blijven de plus-50-jarigen het meest getroffen door de langdurige werkloosheid. Tabel 14: Arbeidsreserve (AR) volgens verschillende kenmerken (2017) Geslacht Leeftijds -klasse % uitstroom Studieniveau Stock 01/01/17 Instroom AR 2017 Uitstroom Stock 31/12/17 % instroom Mannen ,4 45,3 Vrouwen ,0 45,9-25 jaar ,6 57,9 25 tot 29 jaar ,2 56,8 30 tot 39 jaar ,6 47,5 40 tot 49 jaar ,4 39,5 50 jaar ,7 27,9 Laag ,9 43,2 Midden ,2 46,9 Hoog ,4 50,0 Buitenlandse studies zonder equivalent ,3 44,5 Laag ,0 41,0 Midden ,8 46,7 Hoog ,5 51,3 Totaal ,2 45,5 Bron: Actiris, berekeningen view.brussels 25 De stock van de -25-jarigen is in deze dynamische benadering hoger op het einde van het jaar dan in het begin, terwijl dit niet zo blijkt uit het jaargemiddelde (zie tabel 14). Het betreft hier de opvolging en uitkomst van NWWZ waarbij de leeftijd vastgesteld wordt bij het begin van het jaar of bij de inschrijving. Meer in het bijzonder zorgen de 24-jarigen voor een vertekening. Omgekeerd zal zich bij de 50-plussers het omgekeerde effect voordoen, nl dat de eind-stock lager uitkomt dan de begin-stock, hoewel dit niet uit het jaargemiddelde blijkt; in het bijzonder betreft het hier de NWWZ die in het begin van het jaar of bij hun inschrijving in jaar oud waren. 46

53 De verschillen zijn minder groot als men vergelijkt naar studieniveaus, maar toch merken we op dat de bewegingen van instroom en uitstroom uit de AR vooral de hooggeschoolde werkzoekenden betreffen, terwijl de laaggeschoolden langer werkloos blijven. Naar erkende diploma s tenslotte merken we dat de verschillen tussen werkzoekenden met of zonder een erkende diploma minder uitgesproken zijn dan de voorbije jaren (wanneer degenen zonder meer benadeeld waren) Een hoger in- en uitstroompercentage kan tevens te maken hebben met de voorwaarden verbonden aan de inschrijvingsvoorwaarden van een deel van die groep, zijnde de nieuwkomers. Laatstgenoemden zijn vaak vrij ngeschreven in afwachting van hun toelating tot de werkloosheid of omdat ze financiële steun van een OCMW genieten. Deze inschrijving moet om de drie maanden worden vernieuwd en deze personen stromen bijgevolg herhaaldelijk in en uit de werkloosheid. 47

54 Conclusie De evolutie van het economisch weefsel, alsook het nieuwe tewerkstellingsbeleid van het gewest, dragen bij tot een daling van de werkloosheid in de hoofdstad. Deze daling is vooral bij de jongeren bijzonder groot. Tegelijk zien we dat het aantal niet-werkende werkzoekenden op jaarbasis in dalende lijn evolueert. Het aantal werklozen in het Brussels Gewest ligt op het laagste niveau sinds De toenemende desindustrialisering die Brussel sinds meerdere decennia kent, heeft bovendien geleid tot een belangrijke daling van de loontrekkende tewerkstelling van arbeiders en laaggeschoolden, hoewel een groot deel van de regionale arbeidskrachten dit profiel blijft hebben. Daarnaast heeft de economische uitbreiding van de tertiaire sector geleid tot een algemene stijging van de kwalificatie-eisen voor Brusselse jobs en de concurrentie van werknemers uit verschillende gewesten van het land, aangezien de hoofdstad vele hooggeschoolde werknemers uit Vlaanderen en Wallonië aantrekt. Voornaamste cijfers voor Brussel In 2017 telden we in totaal zo'n arbeidsplaatsen in Brussel Meer dan één arbeidsplaats op twee wordt door een Brusselaar ingenomen (51 %) 60 % hooggeschoolden Eén arbeidsovereenkomst op vijf is voor deeltijdse arbeid 15% heeft betrekking op tijdelijke arbeid Meer dan bezoldigde arbeidsplaatsen in % tussen 2011 en 2016 ( arbeidsplaatsen) Terugloop bij de mannelijke werkgelegenheid (- 4,1%) terwijl dit bij de vrouwen stabiel bleef (+0,3%) Over dezelfde periode +20 % loontrekkenden tussen 55 en 64 jaar ( arbeidsplaatsen) tegenover -25% bij de -25 jarigen Ongeveer zelfstandigen in % tussen 2012 en 2017, of zo'n jobs Zwakke aandeel van zelfstandige vrouwen (28%) 12% van de zelfstandigen zijn 55 +ers ondernemingen actief in Brussel in % op vijf jaar Zowel in het centrum als in de rand ontstaan er echter tewerkstellingsmogelijkheden voor de Brusselse arbeidskrachten. Als enerzijds de dalende trend van het inkomende pendelverkeer zich verderzet, zal dit de Brusselse werknemers ten goede kunnen komen, onder meer door de relatieve vergrijzing van de Vlaamse en Waalse pendelaars. De vergrijzing van de bevolking in de rand anderzijds, kan ook leiden tot jobs voor de Brusselaars, aangezien in Vlaams- en Waals- Brabant het aantal nieuwkomers op de arbeidsmarkt niet voldoende zal zijn om op termijn het aantal oudere werkenden die de arbeidsmarkt zullen verlaten, op te vangen. Op economisch vlak vormt een sterke ondernemersdynamiek, gemeten op basis van het percentage van oprichtingen en stopzettingen van ondernemingen, de ruggengraat van een vraag naar arbeid die bestand is tegen conjunctuurveranderingen. Enerzijds worden weinig rendabele en verouderde bedrijven weggeconcurreerd, anderzijds komen er nieuwe innoverende ondernemingen bij die de basis van de toekomstige economische groei leggen. Brussel onderscheidt zich van het Vlaams en Waals Gewest door een vrij hoge oprichtings- en stopzettingsgraad, wat een typisch gevolg is van de diensteneconomie in dit gewest. Het Brussels Gewest heeft bovendien een zeer hoog aantal startende en stopgezette zelfstandige activiteiten, alsook een grotere toename van de zelfstandige arbeid. Voornaamste cijfers voor Brussel Tussen 2012 en 2017: De tewerkgestelde beroepsbevolking stijgt met 8 % ( werknemers) Stijging van 2 p.p. van de werkzaamheidsgraad De werkloosheidsgraad ligt op 17%, ofwel een daling van 3 p.p. in vijf jaar (-7 p.p. voor de werkloosheid bij min-25-jarigen) In 2017 zijn werkzoekenden bij Actiris ingeschreven, 13 % minder dan in

55 Dit gezegd zijnde, blijft de bevolkingsgroei een belangrijke uitdaging voor Brussel aangezien het aantal gecreëerde jobs voldoende moet zijn om de stroom van nieuwkomers op de regionale arbeidsmarkt te absorberen. In dat opzicht is de tewerkgestelde beroepsbevolking in het Brussels Gewest geleidelijk gestegen, een stijging die gepaard ging met een toename van de werkzaamheidsgraad. De verklaring hiervoor is dat de bevolking op beroepsactieve leeftijd een grotere stijging heeft gekend dan het aantal Brusselse werknemers. De specifieke kenmerken van de stedelijke werkloosheid, vooral in Brussel, zijn welbekend: laaggeschooldheid, langdurige werkloosheid, leeftijd, nationaliteit of herkomst en, algemeen, de sociale kwetsbaarheid (die hand in hand gaat met de stijging van het aantal eenoudergezinnen). Deze kenmerken kunnen samen voorkomen en de kansen op een snelle en duurzame toegang tot werk beperken. Als we ze apart beschouwen, kunnen ze echter niet de evolutie van de werkloosheid in Brussel verklaren aangezien het fenomeen resulteert uit een onevenwicht tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en het een veelheid aan variabelen doet ontstaan waaraan de werkloosheidsfluctuaties tijdelijk onderhevig zijn. De kwaliteit van de tewerkstelling, met als logisch gevolg de werkloosheidsvallen (financieel en andere), is eveneens cruciaal op de steeds flexibeler wordende arbeidsmarkt, en heeft tevens gevolgen voor de bezoldigingen en de mogelijkheden om het beroeps- en privéleven met elkaar te verzoenen. De oplossing voor het werkloosheidsprobleem is in deze context dan ook niet eenduidig. Daar het Brussels Gewest al hoge economische prestaties kent, lijkt het onvoldoende om zich uitsluitend te focussen op het economisch en sociaal ontwikkelingsbeleid van bovenuit. Het beleid inzake doelgroepen (jonge schoolverlaters, nieuwkomers, laaggeschoolden), groepen die oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheidscijfers van Brussel, moet gezamenlijke doelstellingen formuleren met aanbevelingen en specifieke maatregelen bedoeld voor de werkgevers (onder meer de strijd tegen de etnische discriminatie bij aanwerving, de verbetering van de kwaliteit van jobs en de promotie en ondersteuning van de lokale tewerkstelling) om efficiënt en coherent te reageren op de twee aspecten van de arbeidsmarkt. 49

56 Bijlage Tabel 15: Kerncijfers van de arbeidsmarkt in de drie gewesten Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest 1. Activiteitsgraad Totaal (15-64 jaar) 66,1% 70,6% 63,9% Jongeren (15-24 jaar) 22,6% 31,5% 24,1% jaar 79,6% 89,0% 82,3% >50 jaar 64,5% 63,2% 58,5% Mannen 72,9% 74,9% 68,9% Vrouwen 59,3% 66,3% 59,0% Laaggeschoold 44,8% 43,2% 38,4% Middengeschoold 63,3% 72,4% 67,6% Hooggeschoold 84,5% 86,9% 84,3% 2. Werkzaamheidsgraad Totaal (15-64 jaar) 56,2% 67,5% 57,7% jaar 60,8% 73,0% 63,2% Jongeren (15-24 jaar) 15,1% 27,5% 17,2% Jongeren (15-24 jaar) uitgezonderd studenten 65,7% 76,6% 67,1% jaar 68,1% 85,8% 74,8% >50 jaar 56,8% 60,8% 54,6% Mannen 61,9% 71,9% 61,7% Vrouwen 50,5% 63,1% 53,7% Laaggeschoold 32,5% 39,5% 31,0% Middengeschoold 51,9% 69,5% 60,3% Hooggeschoold 77,5% 84,0% 80,4% 3. Werkloosheidsgraad Administratieve werkloosheidsgraad 16,6% 6,8% 13,5% Mannen (administratief aandeel) 16,0% 6,8% 13,3% Vrouwen (administratief aandeel) 17,4% 6,8% 13,8% IAB werkloosheidsgraad 15,0% 4,4% 9,8% Jongeren (15-24 jaar) (IAB aandeel) 33,2% 12,8% 29,0% jaar (IAB aandeel) 14,5% 3,6% 9,1% >50 jaar (IAB aandeel) 12,0% 3,9% 6,7% 50

57 Tabel 16: Kerncijfers van de arbeidsmarkt in de drie gewesten (Vervolg) 4. Werkgelegenheid (vervolg) Brussels Gewest Vlaams Gewest Waals Gewest Actieve beroepsbevolking Interne werkgelegenheid Aantal bezoldigde arbeidsplaatsen Aantal zelfstandigen Aandeel tijdelijk werk (woonplaats) 14,9% 9,0% 11,8% Mannen 15,1% 8,3% 10,9% Vrouwen 14,8% 9,9% 12,8% Jongeren (15-24 jaar) 56,5% 44,1% 53,6% Aandeel deeltijdwerk (woonplaats) 20,2% 25,3% 24,3% Mannen 11,7% 10,1% 9,8% Vrouwen 30,5% 42,9% 41,0% Jongeren (15-24 jaar) 41,4% 29,4% 34,9% 5. Pendel Aandeel inkomnde pendel 48,9% 3,50% 4,0% Aandeel uitgaande pendel 17,0% 8,9% 12,2% 6. Vestigingen Aantal vestigingen Minder dan 5 werknemers à 19 werknemers à 49 werknemers à 199 werknemers Meer dan 200 werknemers Ondernemingen Oprichtingsgraad 11,7% 9,6% 9,6% Stopzettingsgraad 7,6% 5,6% 6,7% Aantal faillissementen Bronnen: FOD Economie - ADSEI (EAK), Actiris, RSVZ, RSZ (gedecentraliseerde statistieken), VDAB, Forem, NBB - berekeningen view.brussels 51

58 Directrice Diensthoofd Cathy VAN REMOORTERE (NL) 02/ Directeur Stéphane THYS (FR) 02/ Adjunct van de directeur Amandine BERTRAND (FR) 02/ Medewerkers Mourad DE VILLERS (FR) 02/ Sara DEL MOLINO TALAVERA (FR) 02/ Marie DOZIN (FR) 02/ Jérôme FRANÇOIS (FR) 02/ Alessandro GRUMELLI (FR) 02/ Guillaume JACOMET (FR) 02/ The Man LAÏ (FR) 02/ Nicolas MUYLLE (NL) 02/ Marleen SENDERS (NL) 02/ Bénédicte VAN EGEREN (FR) 02/ Sandy VAN RECHEM (NL) 02/ Secretariaat Nikita BARANYANKA (FR) 02/ Xavier BERCKMANS (FR) 02/ Sterrenkundelaan Brussel ( view@actiris.be website view.brussels: Verantwoordelijke uitgever: Grégor CHAPELLE, Directeur-generaal van Actiris

59 De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2018 D/2019/57.47/15 Verantwoordelijke uitgever: Grégor Chapelle, Sterrenkundelaan 14, 1210 Brussel

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied

FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied Brussels Observatorium voor de Oktober 2013 FOCUS Werkgelegengheid in het Brussels Grootstedelijk Gebied De arbeidsmarkten van de 3 gewesten in België zijn erg verschillend en hebben elk hun eigen specificiteit,

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2017 Verantwoordelijke uitgever Grégor Chapelle Directeur-generaal van Actiris, Gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling Directrice-diensthoofd

Nadere informatie

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013)

Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1 Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) Trends op de Belgische arbeidsmarkt (1983-2013) 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder in 1983 en 2013 De Belgische bevolking van

Nadere informatie

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten -

Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 14 mei 2008 Heel gunstige arbeidsmarktevolutie in 2007 - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten - In 2007 Zijn 4,38 miljoen in

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2016 Verantwoordelijke uitgever Grégor Chapelle Directeur-generaal van Actiris, Gewestelijke dienst voor Arbeidsbemiddeling Directrice Diensthoofd:

Nadere informatie

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid

B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid B. Werkende beroepsbevolking en interne werkgelegenheid Deze gegevens zijn afkomstig van de Federale Overheidsdienst Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (ADSEI), meer bepaald

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag Juni 2013 Inhoudsopgave, editoriaal en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt INHOUDSOPGAVE Maandverslag November 2013 Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE. 0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013 Licht herstel van de arbeidsmarkt? Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2013 67,5% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage stijgt met 0,8 procentpunten

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt FEBRUARI 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Mei 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013 Meer 55-plussers aan het werk Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2013 66,7% van de 20- tot 64-jarigen is aan het werk. Dat percentage daalt licht in vergelijking met

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Februari 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag December 2014 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis Oktober 2009 De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis De werkloosheid: moet het ergste nog komen? De uitzendarbeid en het aantal openstaande betrekkingen lopen weer terug Het

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November 2017 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag November INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014 Geen heropleving van de arbeidsmarkt in 2013 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten 4.530.000 in België wonende personen zijn aan het werk in 2013. Hun aantal

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag September INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers...1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau...2 Door de RVA vergoede werklozen...3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Januari 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten Hoeveel personen verrichten betaalde arbeid? Hoeveel mensen zijn werkloos? Hoeveel inactieve

Nadere informatie

Barometer. het vrouwelijk. ondernemerschap. voor. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Barometer. het vrouwelijk. ondernemerschap. voor. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2 0 1 7 Barometer voor het vrouwelijk ondernemerschap in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest TEWERKSTELLING Vergelijking van de tewerkstellingsgraad voor vrouwen met de andere gewesten De tewerkstellingsgraad

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag juni 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2019 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt SEPTEMBER 2012 INHOUD Blz 1. Bevolking 2 1.1 Totale bevolking 2 1.2 Doorstromingscoëfficiënt 2 1.3 Bevolking op beroepsactieve leeftijd naar socio-economische

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Maart 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015 Positieve arbeidsmarktevoluties in het derde kwartaal van 2015 De werkgelegenheidsgraad bij de 20- tot 64-jarigen bedroeg in het derde kwartaal van 2015 67,4% en steeg

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag April 2018 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015 Lichte daling werkloosheid Arbeidsmarktcijfers tweede kwartaal 2015 De werkloosheidgraad gemeten volgens de definities van het Internationaal Arbeidsbureau daalde

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juni 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie

Spotlight. Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht. 1 Inleiding. 3 Resultaten. 3.1 Gewest en jaar. 2 Methodologie Lange duur werkfractie / werkfractie Werkfractie Spotlight Een onderwerp telkens beknopt uitgelicht Deze keer: De evoluties van de overgangen naar werk van de werklozen volgens hun profiel. 1 Inleiding

Nadere informatie

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt

FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid April 2014 FOCUS De situatie van oudere werknemers op de Brusselse arbeidsmarkt 1. Inleiding: context en algemene tendens Sinds tien stellen we elk een stijging

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Een terugblik op vijf decennia

Een terugblik op vijf decennia Een terugblik op vijf decennia Inleiding Het RSVZ bezit een uitgebreide verzameling statistische gegevens over de verzekeringsplichtige zelfstandigen en vennootschappen. Op basis van deze rijke informatiebron

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid. Zelfstandige arbeid De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Zelfstandige arbeid Zelfstandige arbeid Deze gegevens zijn afkomstig van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ), meer

Nadere informatie

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht

Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht Gedifferentieerde evolutie van de langdurige werkloosheid volgens geslacht Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 VERGELIJKENDE EVOLUTIE VAN DE BEVOLKING VAN 15 T.E.M. 49 JAAR VOLGENS

Nadere informatie

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE

BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE BIJLAGE DERDE EDITIE ECONOMISCH GEWICHT VAN DE IZW S IN BELGIE Bijdrage tot de welvaart België telt tienduizenden vzw s, stichtingen, sociale economiebedrijven en feitelijke verenigingen. 18.847 daarvan

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Juli 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens

De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid heeft als missie om de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid in het Brusselse Gewest in

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006

Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 april 2007 Trends op de arbeidsmarkt tussen 1986 en 2006 De laatste 20 jaar zijn er 740.000 werkende personen bijgekomen. Dat is een

Nadere informatie

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015

Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015 Evolutie van de Brusselse arbeidsmarkt Maandverslag Oktober 2015 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave en kerncijfers... 1 Geharmoniseerde cijfers op Europees niveau... 2 Door de RVA vergoede werklozen... 3 Overzicht

Nadere informatie

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4 Seppe Van Gils In vergelijking met Europa (EU-15) wordt Vlaanderen gekenmerkt door een gemiddeld aandeel werkenden (63,4%). Ten opzichte van het gemiddelde

Nadere informatie

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 5 februari 2009 Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal 2008 - Het hoeft geen

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013

Geslacht, leeftijdsklasse en dichtheid 2014 Nationaliteit 2013 De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest December 2015 F. Kenmerken van de gemeenten van het Brussels Gewest Dit bestand verstrekt verschillende

Nadere informatie

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE? Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale ASBL Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest VZW GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd Steunpunt WAV en VIONA SSA De arbeidsmarkt in Vlaanderen, Jaarreeks 2000, Deel III: De Sociale Balans, een aal-regionale analyse. In de sociale balansen brengen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheidgraad blijft hoog Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2014 67% van de 20- tot 64-jarigen was aan het werk. Dat percentage blijft nagenoeg

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015 Jeugdwerkloosheid gedaald in het eerste kwartaal van 2015 Arbeidsmarktcijfers eerste kwartaal 2015 In het eerste kwartaal van 2015 was 67,4% van de 20- tot 64-jarigen

Nadere informatie

De Belgische arbeidsmarkt in 2012

De Belgische arbeidsmarkt in 2012 1 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 De Belgische arbeidsmarkt in 2012 1. Arbeidsmarktstatus van de bevolking van 15 jaar en ouder Iets minder dan de helft van de bevolking van 15 jaar en ouder is aan het

Nadere informatie

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau. Een aantal arbeidsgehandicapten uit onze onderzoekspopulatie waren tijdens de referteperiode ingeschreven bij zowel RVA als RSZ. Deze (relatief kleine) groep van mensen bespreken we in dit deel van het

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

Socio-economische blik op de Kempen

Socio-economische blik op de Kempen Socio-economische blik op de Kempen AAN : CC : AUTEUR : Streekplatform Kempen Kim Nevelsteen, Dominique Van Dijck DATUM : 6 maart 2017 BETREFT : Socio-economische analyse van de Kempen 517.884 inwoners

Nadere informatie

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog De Brusselse arbeidsmarkt: statistische gegevens - Activiteitsgraad, werkzaamheidsgraad en werkloosheidsgraad Oktober 2015 A. Activiteitsgraad, werkgelegenheidsgraad en werkloosheidsgraad Deze kerncijfers

Nadere informatie

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Kerncijfers Vergrijzing en Werkzaamheid Versie 20 juni 2013 1 De arbeidsmarkt wordt krapper: alle talent is nodig Evolutie van de vervangingsgraad (verhouding 15-24-jarigen

Nadere informatie

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN Statistisch verslag van de arbeidsongevallen van 2015 - privésector 1. Aangiften : In 2015 werden 157.242 aangiften genoteerd. Het betreft een verdere daling (-6,5% t.o.v.

Nadere informatie

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt 2.2 Uitdagingen op het vlak van werkgelegenheid 2.2.1 Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt Het wordt steeds belangrijker om met voldoende kwalificaties naar de arbeidsmarkt te kunnen gaan. In Europees

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

De dienstenchequewerknemers sinds 2004

De dienstenchequewerknemers sinds 2004 De dienstenchequewerknemers sinds 2004 25 oktober 2012 Virginie Vaes Attaché FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg 1 Inhoud Loopbaan van de werknemers In-en uitstroom van werknemers uit het stelsel,

Nadere informatie

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk

67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 28 oktober 67,3% van de 20-64-jarigen aan het werk Tegen 2020 moet 75% van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar aan het werk zijn.

Nadere informatie

Inhoudstafel A. EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID EN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST Evolutie van de beroepsbevolking...

Inhoudstafel A. EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID EN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST Evolutie van de beroepsbevolking... Inhoudstafel VOORWOORD INLEIDING A. EVOLUTIE VAN DE BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID EN DE BEROEPSBEVOLKING PER GEWEST...3 1. Evolutie van binnenlandse werkgelegenheid... 3 a. Evolutie van de aandelen binnenlandse

Nadere informatie

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar

Stijging van het aantal werkzoekende uitkeringsgerechtigde volledig werklozen maar eerste daling bij de jongeren onder 25 jaar Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Directie Interne en Externe Communicatie Keizerslaan, 7-9 - 1000 Brussel Tel. 02 515 42 81 www.rva.be Brussel, 8 mei Persmededeling Stijging van de volledige werkloosheid,

Nadere informatie

Sectorrapport: Social Profit

Sectorrapport: Social Profit Sectorrapport: Social Profit Een analyse van de RSZ-tewerkstelling op basis van de paritaire comités voor de social profit Wouter Vanderbiesen Opgenomen paritaire comités PC 152: arbeiders in het gesubsidieerd

Nadere informatie

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België

Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Maandelijkse tewerkstellingsbarometer in België RSZ juni 2019 Barometer van de loontrekkende tewerkstelling in België Deze barometer is een maandelijkse publicatie van gegevens over de bezoldigde arbeid

Nadere informatie

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996

Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Meeruitgaven in 2005 t.o.v. 1996 voor vrouwelijke 60-plussers als gevolg van de pensioenhervorming in 1996 Inleiding Bij de pensioenhervorming van 1996 werd besloten de pensioenleeftijd van vrouwen in

Nadere informatie

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014)

Brusselse bevolking per nationaliteitsgroep - alle leeftijden (2014) Dat onze samenleving steeds diverser wordt is een open deur intrappen. Opeenvolgende migratiestromen brachten mensen uit alle hoeken van de wereld naar Brussel: werknemers uit Italië, Spanje, Marokko,

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE ARBEIDSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

EVOLUTIE VAN DE ARBEIDSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST EVOLUTIE VAN DE ARBEIDSMARKT IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST KENMERKEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE TERRITORIALE WERKGELEGENHEIDSPACTEN BGDA STUDIEDIENST MAART 1998 Inhoudstafel VOORWOORD...1

Nadere informatie

Fiche 3: tewerkstelling

Fiche 3: tewerkstelling ECONOMISCHE POSITIONERING VAN DE FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Fiche 3: tewerkstelling In de sector werken meer dan 29.400 personen; het volume van de tewerkstelling stijgt met een constant ritme van 3,7 %,

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017 07/03/2017 SYNTHESE: Er is een opmerkelijke versnelling van de omzetgroei in het derde kwartaal bij restaurants en drinkgelegenheden. Hotels en catering kennen nog steeds een dalende omzet. De horecaprijzen

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016 DECEMBER 2016 01/12/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca blijft positief, maar zwakt af. Dit is een gevolg van een dalende omzet bij de logies. Ook het prijsverloop in de horeca

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK)

Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Statistisch Product Werkgelegenheid en werkloosheid (EAK) Algemene informatie De enquête naar de arbeidskrachten (EAK) is een sociaal-economische steekproefenquête

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie