OPBRENGSTENKAART FUNDEREND, VOORTGEZET EN SECUNDAIR BEROEPSONDERWIJS

Transcriptie

1 OPBRENGSTENKAART FUNDEREND, VOORTGEZET EN SECUNDAIR BEROEPSONDERWIJS

2 Inhoudsopgave 1 Werkwijze bij beoordeling opbrengsten Uitgangspunten van het toezichtkader Werkproces toezicht Belang van opbrengsten Het Funderend Onderwijs (FO) Uitgangspunten beoordeling opbrengsten in het FO Opbrengstenoordeel FO Opbrengsten FO EFO-schoolrapportage EFO-procedure 18 3 Het Voortgezet Onderwijs (VO) Uitgangspunten beoordeling opbrengsten in het VO Opbrengstenoordeel Opbrengsten VO Resultaten VSBO, afdeling AGO Het gemiddeld cijfer van het centraal examen Het verschil tussen het gemiddelde van het centraal examen en het schoolexamen (verschil se-ce) Het Secundair Beroepsonderwijs (SBO) Uitgangspunt beoordeling opbrengsten in het SBO Opbrengstenoordeel SBO Opbrengsten SBO... 79

3 Voorwoord De Inspectie Onderwijs is voornemens om jaarlijks, vanuit de risicoanalyse in het kader van het risicogericht toezicht, de opbrengsten van scholen en instellingen van het voorafgaande cursusjaar te bepalen. Vanaf het kalenderjaar 2014 worden de opbrengsten gepubliceerd in de vorm van een Opbrengstenkaart. Een Opbrengstenkaart is een overzicht van de resultaten hoe een school of instelling in een bepaald jaar (over één jaar) presteert ten opzichte van andere scholen en instellingen en in vergelijking met landelijke gemiddeldes. Naar gelang opbrengstgegevens worden aangeleverd bij de inspectie, tekent zich een meerjarig beeld af, op grond waarvan de inspectie op den duur een Opbrengstenoverzicht (over meerdere jaren) kan publiceren. Het opbrengstenoordeel van de school is namelijk openbaar. In tegenstelling tot het jaarlijks door de inspectie gepubliceerde Onderwijsverslag, over de staat van het Curaçaose onderwijs, zijn de gegevens in deze Opbrengstenkaart niet geanonimiseerd, zodat scholen en instellingen zelf kunnen zien waar ze staan ten opzichte van scholen en instellingen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie en zodat ze gestimuleerd worden om de eigen interne kwaliteitszorg verder te verbeteren. De opbrengsten van het Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs die in deze Opbrengstenkaart worden gepresenteerd betreffen de door de school, instellingen, (gezamenlijke) schoolbesturen en/of toetsleverancier aangeleverde eindresultaten en niet de oordelen van de inspectie op basis van deze resultaten. De eindresultaten houden dan ook geen rekening met bijzondere omstandigheden die bij de beoordeling van de opbrengsten van een school of instelling eventueel betrokken zouden moeten worden. Eindresultaten aangeleverd bij de inspectie, ten behoeve van de risicoanalyse en die in de Opbrengstenkaart worden gepubliceerd, leiden nooit rechtstreeks tot een aangepast toezichtarrangement. De werkwijze voor en de manier waarop het toekennen van een toezichtarrangement plaats vindt wordt in deze Opbrengstenkaart nader toegelicht. De Inspecteur-Generaal, Drs. R.L. Bitorina Willemstad, 12 december 2014

4 Inleiding De Inspectie Onderwijs is het overheidsorgaan dat belast is met het toezicht op het onderwijs in de vorm van het beoordelen van de kwaliteit van onderwijs en de naleving van wettelijke voorschriften. De werkwijze voor het uitoefenen van dit toezicht is vastgelegd in zogenoemde toezichtkaders, die in overleg met vertegenwoordigers van het onderwijsveld tot stand zijn gekomen. In het Toezichtkader Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs en Educatie staan zowel de wettelijke grondslagen waarop het toezicht berust, evenals de uitgangspunten van het toezicht op genoemde onderwijstypen, de werkwijze en het te hanteren waarderingskader van het toezicht. Met ingang van dit kalenderjaar wordt vanuit de inspectie met dit toezichtkader gewerkt. Dit toezichtkader is per Ministeriele Beschikking bekrachtigd en dient als uitgangspunt voor deze Opbrengstenkaart. Het toezichtkader, op basis waarvan de inspectie van het onderwijs de kwaliteit van het onderwijs beoordeelt, bevat een aantal indicatoren voor de beoordeling van de resultaten van scholen, de zogenoemde opbrengstindicatoren. Opbrengsten zijn een belangrijk onderdeel van de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. Voorts zijn de opbrengsten voor de inspectie een belangrijke risicoindicator. Deze Opbrengstenkaart bevat een praktische uitwerking van de wijze waarop de inspectie deze opbrengstindicatoren beoordeelt. Let wel: voordat de inspectie het definitieve oordeel bepaalt, heeft zij een risicoanalyse (dit is een inschatting van het risico dat een school of onderwijssoort onvoldoende kwaliteit levert) uitgevoerd. Het voornemen van de inspectie is om jaarlijks voor alle scholen en instellingen een risicoanalyse te verrichten. Deze Opbrengstenkaart is als volgt opgebouwd. Het eerste hoofdstuk licht de werkwijze van de inspectie bij de beoordeling van de opbrengsten toe. De manier waarop de inspectie de opbrengsten bepaald en hoe deze opbrengsten worden beoordeeld wordt beschreven. Er wordt ingegaan op het belang van de opbrengsten. Hoofdstukken 2, 3 en 4 bevatten allen achtergrondinformatie over de uitgangspunten bij het beoordelen van de opbrengsten, het opbrengstenoordeel en de grafische weergave van de opbrengsten in het Funderend Onderwijs, respectievelijk het Voortgezet Onderwijs, respectievelijk het Secundair Beroepsonderwijs.

5 1 Werkwijze bij beoordeling opbrengsten Dit hoofdstuk beschrijft achtereenvolgens de uitgangspunten van het toezichtkader (werkwijze) en de fasering van het werkproces (risicoanalyse). Tenslotte wordt aandacht besteed aan het belang van opbrengsten. 1.1 Uitgangspunten van het toezichtkader De inspectie oefent het toezicht uit, met inachtneming van de vrijheid van onderwijs, op alle instellingen waar onderwijs wordt gegeven. De werkwijze voor het uitoefenen van dit toezicht is vastgelegd in het toezichtkader dat bestaat uit de volgende belangrijke uitgangspunten: Bestuursgerichte benadering In deze werkwijze spreekt de inspectie schoolbesturen rechtstreeks aan op hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en voor de naleving van wet- en regelgeving. Het bevoegd gezag wordt daarom als eerstverantwoordelijke betrokken bij het toezicht op zijn onderwijsinstellingen en bij de uitkomsten daarvan. Risicogericht en op maat Uitgangspunt bij deze werkwijze is het vertrouwen in instellingen. Indien dit vertrouwen wordt beschaamd, dient de toezichthouder snel en effectief op te treden. Tegelijkertijd moeten leerlingen en hun ouders erop kunnen vertrouwen dat hun school ten minste een maatschappelijk aanvaardbaar kwaliteitsniveau realiseert en daar niet onder zakt. Om deze vorm van toezicht te kunnen realiseren richt de inspectie haar toezicht risicogericht en op maat in. Om de mate van intensiteit van het toezicht te kunnen bepalen, vindt jaarlijks voor alle onderwijsinstellingen een risicoanalyse plaats van opbrengsten, jaarstukken en signalen. Preventiegericht Met deze werkwijze beoogt de inspectie het bevoegd gezag (het bestuur) te stimuleren zelf tijdig preventieve maatregelen te nemen ter verbetering van de kwaliteit. Zodra de inspectie waarneemt dat de leerresultaten van een school of afdeling één jaar onder de norm liggen, zal zij het betreffende bestuur hiervan op de hoogte stellen. Wanneer de leerresultaten voor een tweede achtereenvolgende jaar onder de ondergrens liggen, geeft de inspectie als tweede stap een waarschuwing af aan het bestuur, waarin wordt aangedrongen op het opstellen en uitvoeren van een verbeterplan. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 1

6 Programmatisch handhavend Vanuit deze werkwijze wordt er een onderbouwd plan gemaakt voor de toezichtactiviteiten met betrekking tot het nalevingstoezicht. Net als voor het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs, wordt er uitgegaan van een interventiesystematiek bestaande uit een aantal zogeheten escalatiestappen. 1.2 Werkproces toezicht In het werkproces van het toezicht worden verschillende fasen onderscheiden, namelijk het uitvoeren van een risicoanalyse, het uitvoeren van een kwaliteitsonderzoek naar mogelijke tekortkomingen en het uitvoeren van een interventietraject. De analyse van de opbrengsten vindt in de fase van het uitvoeren van de risicoanalyse plaats, vandaar dat de risicoanalyse nader wordt toegelicht. Risicoanalyse De risicoanalyse is een essentieel onderdeel van het voornoemde risicogericht toezicht. Een risicoanalyse is een inschatting van een risico. Voor de inspectie gaat het om het risico dat een school of onderwijssoort onvoldoende kwaliteit levert. Met de risicoanalyse bepaalt de inspectie hoe groot het risico op onvoldoende kwaliteit is. Dit kan bij een school of instelling minimaal zijn, maar er kan ook sprake zijn van een groter risico. De risicoanalyse gebruikt de inspectie dus om gerichter toezicht te kunnen uitvoeren op risicovolle scholen en instellingen, waar de kans op onvoldoende onderwijskwaliteit namelijk het grootst is, verbetering het hardst nodig is en toezicht het meest effectief is. De risicoanalyse stelt de inspectie in staat om scholen en instellingen die risico lopen tijdig in beeld te krijgen. Op deze scholen en instellingen wil de inspectie snel onderzoek doen om zo mogelijk verder kwaliteitsdaling te voorkomen. De risicoanalyse levert verder bespreekpunten op voor het gesprek met het bestuur en het bepaalt ook in belangrijke mate de omvang en inrichting van het onderzoek op scholen. Het doel van de risicoanalyse is dus om de mate van intensiteit van het toezicht te bepalen op grond van de inschatting van het risiconiveau. De inspectie is voornemens om jaarlijks voor alle scholen en instellingen een risicoanalyse uit te voeren (bij het secundair beroepsonderwijs valt de risicoanalyse onder de instellingsanalyse). De risicoanalyse is nadrukkelijk geen beoordeling van scholen of instellingen. Naast de jaarlijkse risicoanalyse kan op elk moment gedurende het jaar een risicoanalyse worden uitgevoerd, bijvoorbeeld naar aanleiding van een (urgent) signaal. Inhoud risicoanalyse Met behulp van een risicoanalyse bekijkt de inspectie of er aanwijzingen zijn dat een school of instelling onvoldoende kwaliteit levert. Dit doet de inspectie aan de hand van verschillende belangrijke bronnen, waaronder opbrengsten van de leerlingen (het gaat hier om de resultaten van de leerlingen en hun voortgang in ontwikkeling), jaarstukken en signalen. Met name signalen uit de samenleving (klachten, Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 2

7 krantenartikelen en berichtgevingen in de media) komen bij de inspectie doorlopend binnen. Al deze bronnen leveren zeer diverse indicaties van risico s op, waaruit naar voren kan komen dat de kwaliteit van een school mogelijk risico loopt. De risicoanalyse vindt permanent plaats. Ten minste eenmaal per jaar, wanneer gegevens over de leerresultaten beschikbaar zijn, wordt het risiconiveau voor alle scholen en instellingen opnieuw bepaald. Dit leidt tot het opstellen van een risicoprofiel, dat wil zeggen een inschatting van het risiconiveau. Veel scholen en instellingen merken niets van de risicoanalyse. De inspectie analyseert en bespreekt de scholen en instellingen namelijk intern. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van reeds beschikbare en de meest recente gegevens. Alleen wanneer sprake is van een verhoogd risiconiveau, merkt een school of instelling dit. In deze gevallen vraagt de inspectie extra informatie op of vindt er een kwaliteitsonderzoek (volgende fase van het werkproces van het toezicht) op de school of instelling plaats. Het gaat hier om scholen of instellingen waar de eindresultaten risico s laten zien of onbekend zijn. De resultaten van de risicoanalyse worden besproken met het bevoegd gezag. Als bij een school of instelling geen risico is, wordt basistoezicht toegekend. Als er wel tot een risico wordt geconcludeerd, vindt er nader kwaliteitsonderzoek plaats om te bepalen of een aangepast toezichtarrangement alsnog nodig is. Uitkomst risicoanalyse De beslissing voor het toekennen van een toezichtarrangement is een belangrijke uitkomst van de risicoanalyse. De beslisregels die worden toegepast verschillen per onderwijssoort. Op basis van het voornoemde risicoprofiel, wordt de mate van intensiteit van het toezicht bepaald. Er zijn drie mogelijke toezichtarrangementen die aan scholen of instellingen toegekend kunnen worden: Basistoezicht: een school of instelling heeft voldoende kwaliteit als uit de risicoanalyse blijkt dat de opbrengsten minimaal op het niveau zijn dat verwacht mag worden van die school of instelling. Ook zijn er geen signalen dat er andere tekortkomingen zouden kunnen zijn. De school of instelling krijgt basistoezicht en daarmee het vertrouwen van de inspectie. Dit geldt zolang de jaarlijkse analyse uitwijst dat er geen risico s zijn. Aangepast toezicht zwakke kwaliteit: een school of instelling krijgt het oordeel zwak als de kwaliteit van het onderwijs op die school of instelling belangrijke tekortkomingen vertoont. Bij een zwakke school of instelling intensiveert de inspectie het toezicht. Zwakke scholen of instellingen moeten zo snel mogelijk verbeteren. De inspectie wil bovendien voorkomen dat de kwaliteit van het onderwijs op een zwakke school of instelling verslechtert en zeer zwak wordt. Aangepast toezicht zeer zwakke kwaliteit: een school of instelling krijgt het oordeel zeer zwak als de kwaliteit van het onderwijs op die school of instelling belangrijke tekortkomingen vertoont. De school of instelling haalt niet uit de leerlingen/studenten wat er in zit en bereidt ze onvoldoende voor op hun leven na de schoolperiode/studieperiode. De inspectie plaatst een zeer zwakke school of Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 3

8 instelling onder sterk geïntensiveerd toezicht. Deze moet dan binnen een afgesproken termijn verbeteren. In die gevallen waarin sprake is van een aangepast toezichtarrangement volgen altijd interventies van de inspectie of de Minister, die er op gericht zijn zo snel mogelijk tot de noodzakelijke verbetering te komen. 1.3 Belang van opbrengsten Zoals in het voorgaande naar voren is gekomen, spelen de opbrengsten van scholen en instellingen in het toezicht van de inspectie een belangrijke rol. Immers, opbrengsten zijn een belangrijke risico indicator voor de kwaliteit van het onderwijs. De beslissing over het toekennen van een toezichtarrangement is voor een deel gebaseerd op de opbrengsten. Bij de beslisregels voor het toezichtarrangement per onderwijssoort spelen de opbrengsten dan ook een belangrijke rol. Onvoldoende tussenresultaten voorspellen onvoldoende opbrengsten op termijn. Het opbrengstenoordeel verschilt per onderwijssector en wordt in deze Opbrengstenkaart bij elke onderwijssoort nader toegelicht. Hoewel de opbrengsten een belangrijke rol spelen in iedere risicoanalyse, onderschrijft de inspectie nadrukkelijk het feit dat opbrengsten niet enkel bestaan uit leerresultaten en prestaties, maar dat daarbij ook de sociale competenties van leerlingen een essentiële rol spelen. De inspectie verwacht dan ook van scholen en instellingen dat zij aandacht besteden aan sociale competenties van hun leerlingen. Hieronder wordt verstaan: sociaal-emotionele ontwikkeling (zelfbeeld, zelfstandigheid, regulering van emotie, etc.), sociale vaardigheden (samenwerken, zelfredzaamheid, omgaan met conflicten, etc.) en houdingen/attitude en vaardigheden om in uiteenlopende situaties succesvol te functioneren (zelfsturing, omgaan met verschillen, democratisch handelen, sociale en maatschappelijke verantwoordelijkheid, moreel kunnen oordelen, etc). Deze sociale competenties blijven vooralsnog in deze Opbrengstenkaart buiten beschouwing. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 4

9 2 Het Funderend Onderwijs (FO) Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten voor de beoordeling van de opbrengsten in het funderend onderwijs (FO), het opbrengstenoordeel en de grafische weergave van de eindresultaten van het FO. De Landsverordening funderend onderwijs (P.B. 2008, no. 84) is hierbij van toepassing. 2.1 Uitgangspunten beoordeling opbrengsten in het FO Funderend onderwijs (FO) is het onderwijs bestemd voor kinderen vanaf 4 jaar tot en met 12 jaar dat wordt verzorgd door de scholen voor funderend onderwijs. Het legt mede de grondslag voor het volgen van voortgezet onderwijs. Het FO wordt afgesloten met een Eindtoets Funderend Onderwijs (EFO). De EFO-resultaten kunnen leiden tot doorstroom naar het hoger algemeen voorbereidend onderwijs (HAVO), voorbereidend secundair beroepsonderwijs (VSBO), arbeidsgericht onderwijs (AGO) of niet toelaatbaar/terug naar FO (NT/TFO). De inspectie verstaat onder leerresultaten in het FO de prestaties van leerlingen op bijvoorbeeld een toets of observatie-instrument. De inspectie beoordeelt niet de leerresultaten van individuele leerlingen, maar van een groep leerlingen en van de school als geheel. Onder opbrengsten in het FO verstaat de inspectie niet alleen de cognitieve prestaties van leerlingen, maar ook de sociale competenties van leerlingen en het vermogen van een school om leerlingen vast te houden en zonder vertraging of schooluitval door hun schoolloopbaan te leiden. Het kernkader funderend onderwijs onderscheidt zeven indicatoren behorende tot het kwaliteitsaspect opbrengsten, ook wel opbrengstindicatoren genoemd. KERNKADER FUNDERENDONDERWIJS a. OPBRENGSTEN Kwaliteitsaspect 1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De taalresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. De rekenresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van kenmerken van de leerlingen mag worden verwacht. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 5

10 1.2* De resultaten van de leerlingen voor Papiamentu, Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. Een deelverzameling binnen het kernkader wordt gevormd door de normindicatoren, die met een asterisk (*) aangegeven staan in bovenstaande tabel. Zowel de resultaten van de EFO-procedure (normindicator 1.1), als de resultaten van de leerlingen voor Papiamentu, Nederlandsen Rekenen (normindicator 1.2) worden gepubliceerd in deze Opbrengstenkaart. De prestaties van leerlingen voor de basisvaardigheden Papiamentu, Nederlands en Rekenen bepalen in belangrijke mate de schoolloopbaan van leerlingen. Daarom hebben deze basisvaardigheden een centrale plaats in het toezicht van de inspectie. 2.2 Opbrengstenoordeel FO De inspectie is voornemens om jaarlijks een risicoanalyse voor alle scholen uit te voeren. De opbrengsten spelen hierbij een belangrijke rol. Om een zo stabiel mogelijk oordeel uit te kunnen spreken, worden de opbrengsten over meerdere schooljaren beoordeeld. De inspectie kijkt bij de beoordeling van de eindresultaten naar ten minste drie jaargroepen (leerling cohorten), om geen vertekend beeld te geven van de opbrengsten van een school. Het opbrengstenoordeel is onvoldoende als één van de normindicatoren binnen het kwaliteitsaspect opbrengsten onvoldoende is. Een school scoort onvoldoende op de opbrengsten als één van de normindicatoren binnen het kwaliteitsaspect opbrengsten gemiddeld over drie jaren onvoldoende is. In het kernkader FO zijn de normindicatoren binnen het kwaliteitsaspect opbrengsten aangegeven die een doorslaggevende rol spelen bij de beoordeling of een school zwak of zeer zwak is. Een zwakke school (dit is een school die gedurende drie achtereenvolgende jaren onvoldoende eindresultaten heeft geleverd, terwijl het onderwijsproces verder geen belangrijke tekortkomingen vertoont) krijgt in het toezicht een aangepast arrangement. Een zeer zwakke school (dit is een school die gedurende drie achtereenvolgende jaren onvoldoende eindresultaten levert en Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 6

11 daarnaast op belangrijke punten faalt in het onderwijsleerproces en/of de zorg en begeleiding) krijgt in het toezicht een aangepast arrangement zeer zwakke school. De normindicatoren zijn voor de opbrengsten in het FO: (1.1) De resultaten van de leerlingen aan het einde van de FO school liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht; (1.2) De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Beslisregel toezichtarrangement FO De hoofdlijn van de beslisregel die de inspectie toepast is als volgt: een school is altijd een zeer zwakke school als zij onvoldoende opbrengsten heeft EN twee of meer normindicatoren van het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg onvoldoende zijn. Indien de opbrengsten niet te beoordelen zijn, wordt een school altijd als zeer zwak gekwalificeerd als meer dan de helft van de (beoordeelde) indicatoren over kwaliteitszorg onvoldoende is EN twee of meer normindicatoren van het onderwijsleerproces en de leerlingenzorg onvoldoende zijn. Bij deze beslisregel voor zeer zwakke scholen spelen de opbrengsten een belangrijke rol. De tussenopbrengsten zijn vooral van belang voor het detecteren van (zwakke) scholen waarbij de vinger aan de pols moet worden gehouden. Onvoldoende tussenopbrengsten voorspellen veelal onvoldoende opbrengsten op termijn. Naast bovenstaande normering geldt onverkort dat de inspectie altijd de kwalificatie zeer zwak kan toekennen indien zij grote risico s signaleert aangaande de kwaliteit van de school. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een combinatie van factoren als tussentijdse leerprestaties van leerlingen die niet voldoen aan de norm en/of drie of meer normindicatoren voor het onderwijsleerproces onvoldoende terwijl de opbrengsten desondanks voldoende zijn en/of problematisch spijbelen en/of een groot verloop onder leraren en leerlingen en/of een grote uitval van onderwijsactiviteiten. Uiteraard zal de inspectie zich in dergelijke gevallen altijd voor haar oordeel verantwoorden. Voor alle duidelijkheid: Een onvoldoende op de leerresultaten leidt niet automatisch tot het oordeel zwak of zeer zwak. Wel voert de inspectie een nader kwaliteitsonderzoek uit op de school, waarbij onder andere ook de procesindicatoren worden onderzocht. Pas na dat onderzoek beoordeelt de inspectie of de school zwak of zeer zwak is. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 7

12 2.3 Opbrengsten FO De inspectie benadrukt dat de opbrengsten FO de door de school, gezamenlijke schoolbesturen en/of toetsleverancier aangeleverde eindresultaten betreffen en niet de oordelen van de inspectie op basis van deze resultaten. In paragraaf worden de resultaten van de leerlingen voor Papiamentu, Nederlands en Rekenen weer gegeven per school en per schoolbestuur. De uitslag van de EFO-procedure 2013/2014 wordt in paragraaf gepresenteerd, eerst als totaaloverzicht, vervolgens voor alle schoolbesturen en tenslotte per schoolbestuur, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een overzicht van elk van de afzonderlijke schoolbesturen DOS, RKCS en de kleine schoolbesturen VPCO, SOZDA en overige EFO-schoolrapportage De resultaten van de leerlingen voor Papiamentu, Nederlands en Rekenen worden middels schoolrapportages verkregen. Het Gemiddeld Percentage Goed (GPG) op het onderdeel, afgeleid uit de schoolrapportages, wordt weer gegeven in de tabellen. Dit is het percentage van het totale aantal opgaven in het desbetreffende onderdeel dat de leerlingen goed hebben beantwoord. EFO-schoolrapportage ALLE schoolbesturen Schoolbestuur Papiamentu Nederlands Rekenen Totaal Aantal leerlingen Fundashon Skol Humanista na Papiamentu Stichting Klein College Stichting Nederlandse Taal en Cultuur Pipita Basisschool Stichting Christelijk Onderwijs der Evangelische Broedergemeente Stichting Christelijk Onderwijs New Song Vereniging Protestant Christelijk Onderwijs Stichting Onderwijs Zeven Daags Adventisten Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur Dienst Openbare Scholen Totaal Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 8

13 EFO-schoolrapportage ALLE Schoolbesturen Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 9

14 EFO-schoolrapportage DOS EFO schoolrapportage DOS School Papiamentu Nederlands Rekenen Totaal Aantal leerlingen Oranje A.Jesurun Pr.Bernhard Ellis Juliana Pr.Margriet J.v.Walbeeck C.J.Krijt Joan Maurits A.E.Goilo C.M.L.Maduro P.L.Brion J.Schotborgh M.M.Römer Cola Debrot Laura Hart Myrna Dovale LOM Dr. Nelly Winkel LOM Totaal Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 10

15 EFO-schoolrapportage DOS Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 11

16 EFO schoolrapportage RKCS School Papiamentu Nederlands Rekenen Totaal Aantal leerlingen Annie Koennraad San Dominico Don Sarto Mgr. Niewindt St. Albertus St. Franciscus St. Antonius San Martin de Porres St. Paulus St. Joris Glorieux Mgr.Julio Henriquez Sta. Clara San Hose Wim Ellis Chaya Willems Bellefaas Martis Dodo Palm St. Margaretha St. Rosa de Lima Iris Bruyning Maria Auxiliadora Nechi Pieters Berg Carmel Coromoto Fatima V.J.Mensing G.O.G Kennedy LOM St. Famia Totaal Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 12

17 EFO-schoolrapportage RKCS Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 13

18 EFO-schoolrapportage KLEINE Schoolbesturen VPCO School Papiamentu Nederlands Rekenen Totaal Aantal leerlingen Marnix Dr. Albert Schweitzer Dividivi LOM Totaal SOZDA School Papiamentu Nederlands Rekenen Totaal Aantal leerlingen Advent Buena Vista Advent Koraal Specht Totaal Overig Schoolbestuur School Papiamentu Nederlands Rekenen Totaal Aantal leerlingen FSHP Skol Erasmo SKC Klein College SNTC Pipita Basisschool SCOEBG Emmy Berthold SCONS Skol Immanuel Totaal Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 14

19 EFO-schoolrapportage KLEINE Schoolbesturen: VPCO, SOZDA, Overig Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 15

20 EFO-schoolrapportage KLEINE Schoolbesturen: VPCO, SOZDA, Overig Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 16

21 EFO-schoolrapportage KLEINE Schoolbesturen: VPCO, SOZDA, Overig Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 17

22 2.3.2 EFO-procedure Uitslag EFO procedure Naam Afkorting Percentage Aantal leerlingen Arbeid Gericht Onderwijs AGO 5.6% 116 Hoger Algemeen Voorbereidend Onderwijs HAVO 21.8% 449 Niet Toelaatbaar/Terug Funderend Onderwijs NT/TFO 4.2% 87 Voorbereidend Secundair Beroeps Onderwijs VSBO 68.4% 1412 Totaal 100.0% 2064 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 18

23 EFO-procedure ALLE schoolbesturen Uitslag EFO procedure ALLE schoolbesturen Afkorting %HAVO %VSBO %AGO %NT/TFO Aantal leerlingen DOS 20.8% 66.3% 5.3% 7.7% 549 FSHP 8.7% 78.3% 4.3% 8.7% 23 SKC 12.0% 80.0% 0.0% 8.0% 25 SNTC 50.0% 50.0% 0.0% 0.0% 10 RKCS 18.7% 71.6% 6.4% 3.2% 1117 SCOEBG 0.0% 86.7% 10.0% 3.3% 30 SCONS 4.8% 88.1% 7.1% 0.0% 42 SOZDA 15.1% 73.6% 7.5% 3.8% 53 VPCO 49.3% 47.9% 1.9% 0.9% 215 TOTAAL 2064 DOS: FSHP: SKC: SNTC: RKCS: SCOEBG: SCONS: SOZDA: VPCO : Dienst Openbare Scholen Fundashon Skol Humanista na Papiamentu Stichting Klein College Stichting Nederlandse Taal en Cultuur Pipita Basisschool Rooms Katholiek Centraal Schoolbestuur Stichting Christelijk Onderwijs der Evangelische Broedergemeente Stichting Christelijk Onderwijs New Song Stichting Onderwijs Der Zevendaags Adventisten Vereniging Protestants Christelijk Onderwijs Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 19

24 EFO-procedure ALLE schoolbesturen Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 20

25 EFO-procedure per schoolbestuur: DOS Uitslag EFO procedure DOS School %HAVO %VSBO %AGO %NT_TFO Aantal leerlingen Oranje 0.0% 64.7% 29.4% 5.9% 17 A.Jesurun 0.0% 92.9% 0.0% 7.1% 14 Pr.Bernhard 7.5% 75.5% 9.4% 7.5% 53 Ellis Juliana 0.0% 100.0% 0.0% 0.0% 19 Pr.Margriet 0.0% 86.4% 4.5% 9.1% 22 J.v.Walbeeck 51.9% 46.3% 0.0% 1.9% 54 C.J.Krijt 25.0% 71.2% 3.8% 0.0% 52 Joan Maurits 33.3% 63.9% 2.8% 0.0% 36 A.E.Goilo 28.0% 69.3% 1.3% 1.3% 75 C.M.L.Maduro 10.0% 85.0% 5.0% 0.0% 20 P.L.Brion 7.1% 83.3% 2.4% 7.1% 42 J.Schotborgh 0.0% 90.5% 9.5% 0.0% 21 M.M.Römer 49.1% 50.9% 0.0% 0.0% 55 Cola Debrot 18.2% 63.6% 0.0% 18.2% 22 Laura Hart 0.0% 100.0% 0.0% 0.0% 5 Myrna Dovale LOM 0.0% 18.2% 18.2% 63.6% 11 Dr. Nelly Winkel LOM 0.0% 16.1% 25.8% 58.1% 31 Totaal 267 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 21

26 EFO-procedure per schoolbestuur: DOS Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 22

27 EFO-procedure per schoolbestuur: DOS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 23

28 EFO-procedure per schoolbestuur: DOS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 24

29 EFO-procedure per schoolbestuur: DOS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 25

30 Uitslag EFO procedure RKCS School %HAVO %VSBO %AGO %NT_TFO Aantal leerlingen Annie Koennraad 7.1% 81.0% 7.1% 4.8% 42 San Dominico 0.0% 78.9% 10.5% 10.5% 19 Don Sarto 5.3% 89.5% 5.3% 0.0% 19 Mgr. Niewindt 5.7% 71.4% 2.9% 20.0% 35 St. Albertus 22.0% 75.6% 0.0% 2.4% 41 St. Franciscus 38.3% 56.7% 3.3% 1.7% 60 St. Antonius 6.4% 87.2% 6.4% 0.0% 47 San Martin de Porres 15.0% 85.0% 0.0% 0.0% 40 St. Paulus 25.7% 67.1% 7.1% 0.0% 70 St. Joris 9.4% 79.2% 3.8% 7.5% 53 Glorieux 5.3% 57.9% 36.8% 0.0% 19 Mgr. Julio Henriquez 0.0% 60.0% 20.0% 20.0% 15 Sta. Clara 0.0% 72.7% 22.7% 4.5% 22 San Hose 2.9% 82.4% 11.8% 2.9% 34 Wim Ellis 0.0% 76.9% 10.3% 12.8% 39 Chaya Willems 25.9% 72.4% 1.7% 0.0% 58 Bellefaas Martis 14.3% 82.1% 3.6% 0.0% 28 Dodo Palm 10.5% 84.2% 5.3% 0.0% 19 St. Margaretha 47.9% 52.1% 0.0% 0.0% 48 St. Rosa de Lima 0.0% 90.9% 9.1% 0.0% 22 Iris Bruyning 11.6% 76.7% 9.3% 2.3% 43 Maria Auxiliadora 3.4% 93.1% 3.4% 0.0% 29 Nechi Pieters 10.5% 73.7% 10.5% 5.3% 19 Berg Carmel 49.1% 49.1% 1.9% 0.0% 53 Coromoto 24.1% 74.1% 1.9% 0.0% 54 Fatima 4.1% 82.4% 8.1% 5.4% 74 V.J.Mensing 66.7% 33.3% 0.0% 0.0% 60 G.O.G. 0.0% 50.0% 50.0% 0.0% 4 Kennedy LOM 0.0% 56.3% 43.8% 0.0% 16 St. Famia 8.6% 80.0% 2.9% 8.6% 35 Totaal 1117 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 26

31 EFO-procedure per schoolbestuur: RKCS Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 27

32 EFO-procedure per schoolbestuur: RKCS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 28

33 EFO-procedure per schoolbestuur: RKCS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 29

34 EFO-procedure per schoolbestuur: RKCS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 30

35 EFO-procedure per schoolbestuur: RKCS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 31

36 EFO-procedure per schoolbestuur: RKCS (vervolg) Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 32

37 EFO-procedure KLEINE schoolbesturen: VPCO, SOZDA, Overig Uitslag EFO procedure Kleine Schoolbesturen VPCO School %HAVO %VSBO %AGO %NT_TFO Aantal leerlingen Marnix 57.0% 43.0% 0.0% 0.0% 86 Dr. Albert Schweitzer 58.8% 41.2% 0.0% 0.0% 97 Dividivi LOM 0.0% 81.3% 12.5% 6.3% 32 Totaal 215 SOZDA School %HAVO %VSBO %AGO %NT_TFO Aantal leerlingen Advent Buena Vista 12.2% 75.6% 9.8% 2.4% 41 Advent Koraal Specht 25.0% 66.7% 0.0% 8.3% 12 Totaal 53 Overig Schoolbestuur School %HAVO %VSBO %AGO %NT/TFO Aantal leerlingen FSHP Erasmo 8.7% 78.3% 4.3% 8.7% 23 SKC Klein College 12.0% 80.0% 0.0% 8.0% 25 SNTC Pipita Basisschool 50.0% 50.0% 0.0% 0.0% 10 SCOEBG Emmy Berthold 0.0% 86.7% 10.0% 3.3% 30 SCONS Immanuel 4.8% 88.1% 7.1% 0.0% 42 Totaal 130 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 33

38 EFO-procedure KLEINE schoolbesturen: VPCO Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 34

39 EFO-procedure KLEINE schoolbesturen: SOZDA Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 35

40 EFO-procedure KLEINE schoolbesturen: Overig Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 36

41 3 Het Voortgezet Onderwijs (VO) Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten voor de beoordeling van de opbrengsten in het voortgezet onderwijs (VO), het opbrengstenoordeel en de grafische weergave van de opbrengsten van het VO. De Landsverordening voortgezet onderwijs (P.B. 1979, no. 29) met de bijbehorende wijzigingen is hierbij van toepassing. 3.1 Uitgangspunten beoordeling opbrengsten in het VO Onder voortgezet onderwijs (VO), wordt verstaan het onderwijs dat volgt op het funderend onderwijs, dat bestaat uit het VSBO, HAVO en VWO. De inspectie verstaat onder leerresultaten in het VO de prestaties van leerlingen op bijvoorbeeld een toets, een profielwerkstuk, een praktische opdracht of een centraal examen. Hierbij gaat het niet alleen om cognitieve prestaties van leerlingen, maar ook om praktische vaardigheden zoals bij de beroepsvoorbereidende vakken in het praktijkexamen in het vsbo. De inspectie beoordeelt niet de leerresultaten van individuele leerlingen, maar van groepen leerlingen en van de school als geheel. Onder opbrengsten in het VO verstaat de inspectie de mate waarin de school erin slaagt om leerlingen op het niveau te brengen dat van de leerlingen mag worden verwacht en om deze leerlingen zonder vertraging of schooluitval door hun schoolloopbaan te leiden. De inspectie beoordeelt de opbrengsten van scholen voor voortgezet onderwijs per onderwijssoort, dus afzonderlijk voor de verschillende afdelingen havo, vwo en vsbo per leerweg. De opbrengsten van de verschillende onderwijssoorten worden beoordeeld door te kijken naar de vier indicatoren uit het kwaliteitsaspect opbrengsten uit het kernkader van het voortgezet onderwijs. KERNKADER VOORTGEZET ONDERWIJS a. OPBRENGSTEN Kwaliteitsaspect 1 De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. 1.1* De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2* De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding. 1.3* De leerlingen van de opleiding behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4* Bij de opleiding zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 37

42 Deze normindicatoren binnen het kwaliteitsaspect opbrengsten worden opbrengstindicatoren genoemd en zijn onder te verdelen in twee categorieën: rendementsindicatoren (1.1 rendement onderbouw en1.2 rendement bovenbouw) en examenindicatoren (1.3 het gemiddeld cijfer voor het centraal examen en1.4 het gemiddelde verschil/discrepantie tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen). Het is de bedoeling dat de inspectie uiteindelijk alle opbrengstindicatoren beoordeeld. Aangezien de implementatie van het Toezicht- en waarderingskader momenteel gefaseerd geschied, beperkt deze Opbrengstenkaart zich in dit stadium tot de examenindicatoren die nader worden toegelicht. Examenindicatoren: Het gemiddeld cijfer van het centraal examen Het gaat bij deze indicator om het gemiddeld cijfer voor het centraal examen van alle leerlingen van alle vakken, exclusief de beroepsgerichte vakken. Van elk examenvak is bekend hoeveel leerlingen examen hebben gedaan en wat het gemiddelde van hun cijfers voor het centraal examen is. Zoals reeds bekend, is de zogenaamde slaag- en zakregeling aangescherpt. Deze aanscherping houdt in dat examenkandidaten havo en vwo in aanvulling op de reeds bestaande wettelijke criteria, bovendien een gemiddeld cijfer 5,50 moeten behalen voor het centraal examen. Voor het vsbo is deze aanscherping (nog) niet van toepassing. Het verschil tussen het gemiddelde van het centraal examen en het schoolexamen (verschil se-ce) Het gaat bij deze indicator om het gemiddelde verschil tussen het cijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen. Dit gemiddelde wordt genomen van alle leerlingen van alle vakken die met een centraal examen worden afgesloten, inclusief beroepsgerichte vakken. In het kader van het stimuleringstoezicht op de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen verricht de Inspectie Onderwijs jaarlijks onderzoek naar de discrepantie tussen de schoolexamencijfers en de centrale examencijfers. Deze berekening van de cijfers vindt plaats na het tweede tijdvak. Om de opbrengsten van een school te beoordelen is de discrepantie SE-CE slechts één aspect. Andere indicatoren worden in deze Opbrengstenkaart buiten beschouwing gelaten. De norm voor een acceptabele discrepantie is een keuze. In Nederland is de norm 0,50, wat betekent dat daar een discrepantie >0,50 reden tot zorg is. De discrepanties weergegeven in de tabel onder eindresultaten VO geven de scholen aan hoe ze ervoor staan ten opzichte van anderen en hoe de vakken binnen de eigen school ervoor zouden staan als ook hier de norm 0,5 zou zijn. Als dit verschil >0,50 (rood gedrukt) is, betekent het dat het SE beter is gemaakt dan het CE. Als dit verschil <-0.50 (blauw gedrukt) is, betekent het dat het ce beter is gemaakt dan het se. Zwart gedrukt is het verschil: -0.5 discrepantie-waarde 0.5. Deze informatie is belangrijk in het kader van de interne kwaliteitszorg. Scholen zouden aan de hand van deze resultaten een verbeterplan kunnen opstellen. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 38

43 3.2 Opbrengstenoordeel De inspectie is voornemens om de opbrengstindicatoren te beoordelen op basis van de resultaten van de drie meest recente jaren. Dit om beoordeling op eenmalig goede of slechte resultaten te vermijden. Uiteindelijk spreekt de inspectie een oordeel uit over de opbrengsten van elke afdeling van een school. Het opbrengstenoordeel is onvoldoende als meer dan één opbrengstindicator onvoldoende is. Een afdeling van een school scoort onvoldoende op de opbrengsten als meer dan één van de vier indicatoren gemiddeld over drie jaren onvoldoende zijn. In het kernkader VO zijn de normindicatoren aangegeven die een doorslaggevende rol spelen bij de beoordeling of een school of afdeling voor voortgezet onderwijs een aangepast arrangement zwakke onderwijskwaliteit krijgt. De beslisregel of een school het arrangement zwak of zeer zwak moet krijgen, baseert de inspectie op de beoordeling van de opbrengsten van de betreffende afdelingen van de school (vsbo, havo, vwo), aangevuld met de beoordeling van de normindicatoren voor het onderwijsproces. De normindicatoren voor het onderwijsleerproces in het voortgezet onderwijs zijn via berekening geselecteerd op grond van hun voorspellende waarde voor de kwaliteit van de opbrengsten. De normindicatoren voor de opbrengsten van een afdeling van een school 1 in het VO zijn: De leerlingen van de afdeling behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de afdeling. De leerlingen van de afdeling behalen voor hun centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. Bij de afdeling zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. Per afdeling (schoolsoort/leerweg) wordt een categorisering gemaakt op basis van deze vier indicatoren. De indicator 'rendement onderbouw' (momenteel buiten beschouwing gelaten) geldt voor de hele vestiging; deze wordt daarom voor elke schoolsoort/leerweg op de vestiging meegenomen in de bepaling van de categorie. De afdelingen worden ingedeeld in twee categorieën: (1) onvoldoende en (2) voldoende. 1 Bij het beoordelen van de opbrengsten wordt niet in de eerste plaats op het niveau van de school gekeken, maar naar de opbrengsten per afdeling (vsbo, havo en vwo). Op die manier kan een afdeling van een school als (zeer) zwak worden beoordeeld. Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 39

44 Beslisregel toezichtarrangement VO: Een school/afdeling krijgt altijd het arrangement zwak als zij onvoldoendeopbrengsten heeft. Een school/afdeling krijgt het arrangement zeer zwak als zij onvoldoendeopbrengsten heeft EN het onderwijsproces van onvoldoende kwaliteit is. Indien de opbrengsten niet te beoordelen zijn, krijgt een school het arrangement zeer zwak als ten minste 50% van de indicatoren over kwaliteitszorg onvoldoend eis EN het onderwijsproces van onvoldoende kwaliteit is. 3.3 Opbrengsten VO De inspectie benadrukt dat de navolgende opbrengsten VO de door de school en/of toetsleverancier aangeleverde eindresultaten betreffen en niet de oordelen van de inspectie op basis van deze resultaten. De resultaten van het VSBO, afdeling AGO worden gepresenteerd in paragraaf Het gemiddeld cijfer van het centraal examen na het eerste tijdvak over het schooljaar 2013/2014 weergegeven in paragraaf wordt en vervolgens wordt in paragraaf het verschil van het gemiddelde van het centraal examen en het schoolexamen (verschil se-ce) na het tweede tijdvak gepresenteerd per afdeling HAVO, VWO en VSBO per leerweg Resultaten VSBO, afdeling AGO Leerlingen die een afdeling voor AGO van een school voor VSBO verlaten, krijgen een getuigschrift AGO. Deze resultaten van het VSBO, afdeling AGO gaan over het aantal leerlingen dat in het laatste jaar de school verlaten hetzij met een getuigschrift, certificaat of geen getuigschrift of certificaat. Het resultaat Getuigschrift houdt in dat de leerlingen alle onderdelen van het programma hebben afgerond. Certificaat houdt in dat de leerlingen een aantal onderdelen van het programma hebben afgerond. Geen houdt in dat de leerlingen zonder getuigschrift of certificaat de school hebben verlaten. Aantal leerlingen dat na het laatste jaar de VSBO-AGO afdeling heeft verlaten VSB-AGO-afdeling Getuigschrift Certificaat Geen Totaal St Paulus (N=44) JPD Buena Vista (N=61) JPD Montaña (N=30) JPD Gr. Kwartier (N=47) Joseph Civilis (N=25) SKAIH (N=15) TotaalAGO Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 40

45 Aantal leerlingen dat na het laatste jaar de VSBO-AGO afdeling heeft verlaten Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 41

46 3.3.2 Het gemiddeld cijfer van het centraal examen 2014 Uitslag centraal examen 2014 Uitslag centraal eindexamens Curaçao 2014 Naam Aantal leerlingen geslaagd gezakt geslaagd gezakt P8L-Cur % 36% PKL-Cur % 36% TKL-Cur % 31% HAVO-Cur % 35% VWO-Cur % 11% Totaal Curaçao % 32% Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 42

47 VSBO PBL Uitslag centraal eindexamens PBL 2014 Naam afkorting Eiland Aantal leerlingen geslaagd gezakt geslaagd gezakt Ancilla Domini AD Cur % 50% Dr Albert Schweitzer Parera AS Cur % 11% Juan Pablo Duarte VSBO JPD Cur % 17% lvlaris Stella VSBO MS Cur % 61% Marnix College Cas Cora MC Cur % 3% Regina Pacis VSBO RP Cur % 32% SGO Jacques Ferrandi JF Cur % 51% Skol Avansa Amador Nita SAAN Cur % 39% St. Paulus VSBO St. P Cur % 36% St. Jozef VSBO St. J Cur % 41% Land Cur Curaçao % 36% Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 43

48 VSBO PKL Uitslag centraal eindexamens PKL 2014 Naam afkorting Eiland Aantal leerlingen geslaagd gezakt % geslaagd % gezakt Ancilla Domini AD Cur % 35% Dr Albert Schweitzer Parera AS Cur % 41% Juan Pablo Duarte VSBO JPD Cur % 25% Maris Stella VSBO MS Cur % 57% Marnix College Cas Cora MC Cur % 19% Regina Pacis VSBO RP Cur % 38% SGO (Jacques Ferrandi) JF Cur % 46% Skol Avansa Amador Nita SAAN Cur % 52% Skaih SKAIH Cur % 38% St. Paulus VSBO St. P Cur % 44% St. Jozef VSBO St. J Cur % 31% Land Cur Curaçao % 36% Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 44

49 VSBO TKL Uitslag centraal eindexamens TKL 2014 Naam afkorting Eiland Aantal leerlingen geslaagd gezakt geslaagd gezakt Curacaos Avondlyceum CAL Curaçao % 63% Ancilla Domini AD Curaçao % 45% Albert Schweitzer College AS Curaçao % 25% Juan Pablo Duarte VSBO JPD Curaçao % 29% Marnix College MC Curaçao % 25% Regina Pacis VSBO RP Curaçao % 40% Skol Avansa Amador Nita SAAN Curaçao % 17% SKAIH SKAIH Curaçao % 67% St. Paulus VSBO St. P Curaçao % 44% St. Jozef VSBO St. J Curaçao % 45% Abel Tasman College AT Curaçao % 0% Omega College OC Curaçao % 73% SGO Jacques Ferrandi SGO Curaçao % 33% Land Cur Curaçao % 39% Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 45

50 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 46

51 HAVO Uitslag centraal eindexamens Havo 2014 Naam afkorting Eiland Aantal leerlingen geslaagd gezakt %geslaagd %gezakt Curacaos Avondlyceum CAL Cur % 60% Maria Immaculata Lyceum MIL Cur % 41% Radulphus College RC Cur % 27% Kolegio Alelandro Paula KAP Cur % 52% Abel Tasman AT Cur % 33% Dr Albert Scheweitzer HAVO ASH Cur % 57% Omega College OC Cur % 93% Land Cur. Curaçao % 48% Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 47

52 VWO Uitslag centraal eindexamens Vwo 2014 Naam afkorting Eiland Aantal leerlingen geslaagd gezakt geslaagd % gezakt Maria Immaculata Lyceum MIL Cur % 38% Radulphus College RC Cur % 18% Kolegio Alejandro Paula KAP Cur % 25% Abel Tasman AT Cur % 25% Di. Albert Schweitzer VWO ASV Cur % 57% Omega College OM Cur % 50% Land Cur. Curaçao % 27% Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 48

53 3.3.3Het verschil tussen het gemiddelde van het centraal examen en het schoolexamen (verschil se-ce) 2014 VSBO TKL 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP AS (N=81) AD (N=26) PAULUS (N=59) SE CSE V SE CSE V SE CSE V ALGEMENE TECHNIEK BIOLOGIE ECONOMIE ENGELS NEDERLANDS PAPIAMENTU SPAANS WISKUNDE MENS EN MAATSCHAPPIJ NATUUR & SCHEIKUNDE NATUUR & SCHEIKUNDE ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL ICT HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN GEMIDDELDE STANDAARDDEVIATIE Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 49

54 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP SGO J.F. (N=39) ST. J (N=220) OMEGA (N=14) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V ALGEMENE TECHNIEK BIOLOGIE ECONOMIE ENGELS NEDERLANDS PAPIAMENTU SPAANS WISKUNDE MENS EN MAATSCHAPPIJ NATUUR & SCHEIKUNDE NATUUR & SCHEIKUNDE ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL ICT HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN GEMIDDELDE ,18 5,12 1, STANDAARDDEVIATIE ,53 0,92 0, Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 50

55 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP REGINA P. ABEL (N=1) C.A.L. (N=49) ) (N=23) SE SE SE SE CSE V SE CSE V ,80 5,99-0,19 2 ALGEMENE TECHNIEK ,25 5,83 0,42 3 BIOLOGIE ,40 8,50-0,10 5,96 3,61 2,35 6,07 3,46 2,61 4 ECONOMIE ,81 4,03 0,78 5 ENGELS ,80 6,90-0,10 5,67 5,84-0,17 5,65 5,43 0,22 6 NEDERLANDS ,30 8,20 0,10 5,75 5,49 0,26 5,63 5,48 0,15 7 PAPIAMENTU ,90 4,60 2,30 6,58 5,83 0,75 6,45 6,06 0,39 8 SPAANS ,18 6,44 0,74 6,05 5,92 0,13 9 WISKUNDE ,00 5,90 1,10 5,62 4,21 1,41 4,08 2,39 1,69 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ ,86 5,93-0,07 5,99 5,66 0,33 12 NATUUR & SCHEIKUNDE ,33 4,38 0,95 13 NATUUR & SCHEIKUNDE ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL ,10 7,20 1,90 5,91 5,02 0,89 6,14 4,87 1,27 15 ICT HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN GEMIDDELDE 7,75 6,88 0,87 5,89 5,22 0,68 5,76 4,91 0,85 STANDAARDDEVIATIE 0,89 1,33 0,97 0,57 0,89 0,69 0,68 1,22 0,86 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 51

56 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP SAAN (N=18) MARNIX (N=120) J.P.D.(N=68)) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V ,09 6,94-0,85 6,71 6,85-0,14 6,33 7,43-1,10 2 ALGEMENE TECHNIEK ,67 6,25 0,42 6,13 5,63 0,50 3 BIOLOGIE ,04 4,42 2,62 5,83 5,69 0,14 6,11 4,23 1,88 4 ECONOMIE ,68 4,74 0,94 5,41 4,38 1,03 5,66 5,27 0,39 5 ENGELS ,45 5,59 0,86 7,08 6,54 0,54 6,50 6,00 0,50 6 NEDERLANDS ,45 5,92 0,53 6,10 6,02 0,08 6,17 5,87 0,30 7 PAPIAMENTU ,35 5,91 0,44 6,01 6,07-0,06 6,49 6,50-0,01 8 SPAANS ,78 6,33 0,45 6,43 6,16 0,27 6,66 6,73-0,07 9 WISKUNDE ,75 4,78 0,97 5,59 5,28 0,31 5,99 4,60 1,39 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ ,36 6,52-0,16 7,14 6,75 0,39 7,43 7,15 0,28 12 NATUUR & SCHEIKUNDE ,23 5,69 0,54 5,93 5,79 0,14 13 NATUUR & SCHEIKUNDE ,40 5,15 1,25 5,98 4,51 1,47 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL ,16 4,54 1,62 6,52 5,78 0,74 5,61 4,97 0,64 15 ICT ,99 5,53 0, HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN ,55 5,54 2,01 GEMIDDELDE 6,31 5,57 0,74 6,41 5,87 0,54 6,21 5,73 0,48 STANDAARDDEVIATIE 0,40 0,85 0,89 0,58 0,64 0,55 0,45 0,94 0,71 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 52

57 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP ,83 6,59 0,24 2 ALGEMENE TECHNIEK ,42 5,30 0,12 3 BIOLOGIE ,68 2,48 3,20 4 ECONOMIE ,16 3,63 2,53 5 ENGELS ,81 5,40 0,41 6 NEDERLANDS ,03 5,24 0,79 7 PAPIAMENTU ,76 6,15 0,61 8 SPAANS ,93 5,77 1,16 9 WISKUNDE ,86 3,27 2,59 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ ,61 6,84-0,23 12 NATUUR & SCHEIKUNDE ,21 3,49 2,72 13 NATUUR & SCHEIKUNDE ,58 3,62 2,96 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL ,13 4,37 2,76 15 ICT ,63 5,50 1, HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN SKAIH (N=24) ) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V GEMIDDELDE 6,33 4,83 1,50 STANDAARDDEVIATIE 0,50 1,30 1,18 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 53

58 GEMIDDELDE SE EN SCE PER SCHOOL T.O.V. GEMIDDELDE ALLE SCHOLEN VSBO TKL SCHOOL GEM SE GEM SCE GEM VERSCHIL Albert Schweitzer (N=81) 6,52 5,78 0,74 Ancilla Domini (N=26) 6,4 4,83 1,57 St. Paulus (N=59) 6,33 5,63 0,7 SGO. J.F.(N=39) 6,29 5,52 0,77 St. Jozef (N=220) 6,18 5,12 1,06 Omega (N=14) 5,85 4,12 1,73 Abel Tasman (N=1) 7,75 6,88 0,87 C.A.L.(N=49) 5,89 5,22 0,67 Regina Pacis (N=23) 5,76 4,91 0,85 S.A.A.N. (N=18) 6,31 5,57 0,74 Marnix (N=120) 6,41 5,37 1,04 Juan Pablo Duarte (N=68) 6,21 5,73 0,48 S. K. A. I. H. (N =24) 6,33 4,83 1,5 GEM. alle scholen 6,33 5,39 0,94 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 54

59 Gemiddelde SE en CE per school t.o.v. gemiddelde ALLE scholen: VSBO TKL Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 55

60 VSBO PKL 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP AS (N=56) AD (N=37) PAULUS (N=65) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 6,67 0,39 6,33 0,36 0,34 0,45 7,00 6,00 1,00 6,64 6,17 0,47 6,56 6,21 0,35 3 BIOLOGIE 5,59 0,31 5,43 0,57 0,17 0,58 5,02 5,68-0,66 6,10 5,58 0,52 4 ECONOMIE 5,92 0,71 5,69 0,42 0,23 0,68 5,55 4,95 0,60 5,44 5,39 0,05 5,82 6,02-0,20 5 ENGELS 6,62 0,44 6,10 0,56 0,52 0,29 6,81 6,35 0,46 5,79 5,65 0,14 6,67 6,16 0,51 6 NEDERLANDS 6,17 0,44 5,79 0,42 0,38 0,53 5,99 5,87 0,12 6,67 5,83 0,84 5,69 5,48 0,21 7 PAPIAMENTU 6,49 0,33 6,06 0,38 0,43 0,36 6,62 5,98 0,64 6,63 5,43 1,20 6,28 5,90 0,38 8 SPAANS 6,38 0,49 6,02 0,53 0,36 0,76 6,51 5,66 0,85 9 WISKUNDE 5,56 0,37 4,89 0,68 0,67 0,94 5,42 5,07 0,35 5,87 4,36 1,51 5,50 4,98 0,52 10 INSTALELECTRO 6,65 0,43 6,44 0,21 0,21 0,30 6,46 6,34 0,12 5,97 6,31-0,34 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,22 0,41 6,14 0,95 0,09 0,91 5,89 6,14-0,25 6,30 5,80 0,50 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 5,88 0,34 5,47 0,69 0,41 0,82 6,46 5,36 1,10 5,89 4,31 1,58 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,26 0,42 6,25 0,54 0,01 0,52 6,51 5,84 0,67 5,87 6,51-0,64 15 ICT 6,70 0,44 6,93 0,21-0,23 0,23 16 METAAL 5,49 0,00 5,84 0,00-0,35 0,00 5,49 5,84-0,35 17 BOUW 6,24 0,19 5,92 0,21 0,37 0,30 6,51 5,72 0,79 18 HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 7,21 0,63 6,98 0,53 0,23 0,65 19 UITERLIJKE VERZORGING 6,50 0,00 7,00 0,00-0,50 0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,39 0,00 7,12 0,00-0,73 0,00 GEMIDDELDE 6,19 5,77 0,42 6,15 5,64 0,51 6,04 5,69 0,35 STANDAARDDEVIATIE 0,58 0,43 0,49 0,42 0,56 0,60 0,42 0,59 0,55 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 56

61 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP MARIS SGO J.F.(N=52) ST. JOZEF(N=66) ) STELLA(N=2) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 6,67 0,39 6,33 0,36 0,34 0,45 7,01 6,49 0,52 7,08 6,68 0,40 3 BIOLOGIE 5,59 0,31 5,43 0,57 0,17 0,58 5,60 5,17 0,43 5,20 4,30 0,90 4 ECONOMIE 5,92 0,71 5,69 0,42 0,23 0,68 5,71 5,20 0,51 6,33 6,07 0,26 8,00 5,90 2,10 5 ENGELS 6,62 0,44 6,10 0,56 0,52 0,29 6,20 5,71 0,49 6,75 6,08 0,67 7,30 7,00 0,30 6 NEDERLANDS 6,17 0,44 5,79 0,42 0,38 0,53 6,08 5,63 0,45 5,84 5,91-0,07 6,60 6,60 0,00 7 PAPIAMENTU 6,49 0,33 6,06 0,38 0,43 0,36 6,14 5,89 0,25 6,33 6,23 0,10 7,30 6,85 0,45 8 SPAANS 6,38 0,49 6,02 0,53 0,36 0,76 5,44 6,04-0,60 6,09 5,81 0,28 9 WISKUNDE 5,56 0,37 4,89 0,68 0,67 0,94 5,13 5,23-0,10 5,87 4,77 1,10 5,70 3,80 1,90 10 INSTALELECTRO 6,65 0,43 6,44 0,21 0,21 0,30 7,27 6,84 0,43 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,22 0,41 6,14 0,95 0,09 0,91 6,24 6,39-0,15 6,00 4,30 1,70 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 5,88 0,34 5,47 0,69 0,41 0,82 5,70 5,41 0,29 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,26 0,42 6,25 0,54 0,01 0,52 6,62 6,50 0,12 15 ICT 6,70 0,44 6,93 0,21-0,23 0,23 16 METAAL 5,49 0,00 5,84 0,00-0,35 0,00 17 BOUW 6,24 0,19 5,92 0,21 0,37 0,30 6,12 6,21 0,09 18 HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 7,21 0,63 6,98 0,53 0,23 0,65 6,69 6,24 0,45 8,10 7,20 0,90 19 UITERLIJKE VERZORGING 6,50 0,00 7,00 0,00-0,50 0,00 6,50 7,00-0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,39 0,00 7,12 0,00-0,73 0,00 GEMIDDELDE 6,08 5,86 0,22 6,34 6,00 0,36 6,74 5,88 0,86 STANDAARDDEVIATIE 0,54 0,49 0,35 0,51 0,56 0,32 0,95 1,29 0,84 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 57

62 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP REGINA SAAN (N=21) MARNIX (N=56) P.(N=50) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 6,67 0,39 6,33 0,36 0,34 0,45 5,80 6,30-0,50 6,22 6,15 0,07 7,03 6,50 0,53 3 BIOLOGIE 5,59 0,31 5,43 0,57 0,17 0,58 5,69 4,74 0,95 5,62 5,78-0,16 5,66 6,29-0,63 4 ECONOMIE 5,92 0,71 5,69 0,42 0,23 0,68 5,30 5,37-0,07 5,65 5,35 0,30 5,70 5,99-0,29 5 ENGELS 6,62 0,44 6,10 0,56 0,52 0,29 6,58 5,70 0,88 6,57 6,22 0,35 7,38 6,96 0,42 6 NEDERLANDS 6,17 0,44 5,79 0,42 0,38 0,53 5,70 5,60 0,10 5,91 5,82 0,09 7,01 6,21 0,80 7 PAPIAMENTU 6,49 0,33 6,06 0,38 0,43 0,36 6,41 5,77 0,64 6,55 5,92 0,63 6,07 5,88 0,19 8 SPAANS 6,38 0,49 6,02 0,53 0,36 0,76 6,18 6,00 0,18 6,27 5,87 0,40 6,55 6,66-0,11 9 WISKUNDE 5,56 0,37 4,89 0,68 0,67 0,94 5,74 3,82 1,92 5,33 5,23 0,10 4,74 6,16-1,42 10 INSTALELECTRO 6,65 0,43 6,44 0,21 0,21 0,30 6,90 6,45 0,45 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,22 0,41 6,14 0,95 0,09 0,91 5,47 5,56-0,09 6,82 5,86 0,96 6,50 6,03 0,47 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 5,88 0,34 5,47 0,69 0,41 0,82 5,94 6,40-0,46 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,26 0,42 6,25 0,54 0,01 0,52 6,13 6,02 0,11 6,32 6,03 0,29 6,83 7,48-0,65 15 ICT 6,70 0,44 6,93 0,21-0,23 0,23 16 METAAL 5,49 0,00 5,84 0,00-0,35 0,00 17 BOUW 6,24 0,19 5,92 0,21 0,37 0,30 18 HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 7,21 0,63 6,98 0,53 0,23 0,65 6,84 7,49-0,65 19 UITERLIJKE VERZORGING 6,50 0,00 7,00 0,00-0,50 0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,39 0,00 7,12 0,00-0,73 0,00 6,39 7,12-0,73 GEMIDDELDE 5,90 5,49 0,41 6,13 5,82 0,30 6,40 6,54-0,15 STANDAARDDEVIATIE 0,39 0,69 0,66 0,46 0,30 0,30 0,68 0,51 0,62 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 58

63 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP J.P.D.(N=52) SKAIH (N=8) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 6,67 0,39 6,33 0,36 0,34 0,45 6,78 7,09-0,31 6,60 5,74 0,86 3 BIOLOGIE 5,59 0,31 5,43 0,57 0,17 0,58 5,94 5,49 0,45 5,50 5,80-0,30 4 ECONOMIE 5,92 0,71 5,69 0,42 0,23 0,68 5,98 6,08-0,10 5,64 6,26-0,62 5 ENGELS 6,62 0,44 6,10 0,56 0,52 0,29 6,59 6,27 0,32 6,18 4,95 1,23 6 NEDERLANDS 6,17 0,44 5,79 0,42 0,38 0,53 5,82 5,89-0,07 6,57 4,82 1,75 7 PAPIAMENTU 6,49 0,33 6,06 0,38 0,43 0,36 6,75 6,23 0,52 6,32 6,62-0,30 8 SPAANS 6,38 0,49 6,02 0,53 0,36 0,76 6,76 6,95-0,19 7,22 5,16 2,06 9 WISKUNDE 5,56 0,37 4,89 0,68 0,67 0,94 5,95 5,66 0,29 5,95 4,75 1,20 10 INSTALELECTRO 6,65 0,43 6,44 0,21 0,21 0,30 6,64 6,24 0,40 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,22 0,41 6,14 0,95 0,09 0,91 6,00 7,56-1,56 6,78 7,58-0,80 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 5,88 0,34 5,47 0,69 0,41 0,82 5,41 5,85-0,44 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,26 0,42 6,25 0,54 0,01 0,52 5,41 5,91-0,50 6,40 5,70 0,70 15 ICT 6,70 0,44 6,93 0,21-0,23 0,23 6,26 6,72-0,46 7,13 7,13 0,00 16 METAAL 5,49 0,00 5,84 0,00-0,35 0,00 17 BOUW 6,24 0,19 5,92 0,21 0,37 0,30 6,08 5,84 0,24 18 HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 7,21 0,63 6,98 0,53 0,23 0,65 19 UITERLIJKE VERZORGING 6,50 0,00 7,00 0,00-0,50 0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,39 0,00 7,12 0,00-0,73 0,00 GEMIDDELDE 6,17 6,27-0,10 6,39 5,86 0,53 STANDAARDDEVIATIE 0,46 0,58 0,53 0,53 0,90 0,94 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 59

64 GEMIDDELDE SE EN SCE PER SCHOOL T.O.V. GEMIDDELDE ALLE SCHOLEN VSBO PKL GEM SCE GEM VERSCHIL SCHOOL GEM SE Albert Schweitzer (N=56) 6,19 5,77 0,42 Ancilla Domini (N=37) 6,15 5,64 0,51 St. Paulus (N=65) 6,04 5,69 0,35 SGO. J.F. (N=52) 6,08 5,86 0,22 St. Jozef (N=66) 6,34 6 0,34 Maris Stella (N=2) 6,74 5,88 0,86 Regina Pacis (N=50) 5,9 5,49 0,41 S.A.A.N. (N=21) 6,13 5,82 0,31 Marnix (N=56) 6,4 6,54-0,14 Juan Pablo Duarte (N=52) 6,17 6,27-0,10 S.K.A.I. H. (N=8) 6,39 5,86 0,53 GEM. alle scholen 6,23 5,39 0,84 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 60

65 Gemiddelde SE en CE per school t.o.v. gemiddelde ALLE scholen: VSBO PKL Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 61

66 VSBO PBL 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP AS (N=18)) AD (N=58) PAULUS (N=46) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 6,40 0,32 6,16 0,33 0,24 0,47 5,80 6,40-0,60 6,52 5,79 0,73 3 BIOLOGIE 5,64 0,37 5,55 0,59 0,09 0,61 5,09 6,07-0,98 5,64 5,22 0,42 4 ECONOMIE 5,58 0,65 5,34 0,49 0,24 0,68 4,60 5,20-0,60 6,42 5,22 1,20 5 ENGELS 6,32 0,47 5,59 0,45 0,74 0,27 6,64 5,86 0,78 5,52 4,78 0,74 6,89 6,02 0,87 6 NEDERLANDS 5,94 0,40 5,51 0,33 0,42 0,26 6,58 6,34 0,24 5,91 5,33 0,58 5,75 5,53 0,22 7 PAPIAMENTU 6,38 0,26 6,16 0,22 0,22 0,31 6,74 6,07 0,67 6,21 6,00 0,21 6,57 6,09 0,48 8 SPAANS 6,31 0,80 6,87 0,50-0,56 0,88 9 WISKUNDE 5,94 0,46 5,74 0,45 0,20 0,77 6,91 5,49 1,42 6,14 5,66 0,48 6,06 6,04 0,02 10 INSTALELECTRO 6,19 0,38 6,20 0,57-0,01 0,56 5,63 6,20-0,57 6,23 6,85-0,62 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,03 0,59 6,02 0,57 0,01 0,38 6,60 6,27 0,33 5,30 5,46-0,16 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 6,01 0,38 5,59 0,53 0,41 0,71 5,50 5,57-0,07 6,48 4,87 1,61 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,22 0,24 6,65 0,37-0,43 0,48 6,37 6,49-0,12 6,49 6,55-0,06 15 ICT 6,22 0,00 7,23 0,00-1,01 0,00 16 METAAL 6,75 0,00 5,85 0,00 0,90 0,00 6,75 5,85 0,90 17 BOUW 6,03 0,08 5,31 0,07 0,72 0,13 5,93 5,31 0, HOSPITALITY BROOD EN BANKET HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 6,08 0,36 6,57 0,75-0,49 0,74 20 UITERLIJKE VERZORGING 6,33 0,00 6,55 0,00-0,22 0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K ADMINISTRATIE & COMMERCIE 6,04 0,00 7,90 0,00-1,57 0,00 6,40 0,32 6,16 0,33 0,24 0,47 GEMIDDELDE 6,04 6,00 0,05 6,02 5,56 0,46 6,33 5,82 0,51 STANDAARDDEVIATIE 0,73 0,40 0,69 0,42 0,49 0,40 0,38 0,56 0,62 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 62

67 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP 6,40 0,32 6,16 0,33 0,24 0,47 6,58 6,43 0,15 MARIS STELLA SGO J.F.(N=45) ST. JOZEf (N=66) ) (N=31) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 3 BIOLOGIE 5,64 0,37 5,55 0,59 0,09 0,61 5,39 5,49-0,10 5,13 4,69 0,44 4 ECONOMIE 5,58 0,65 5,34 0,49 0,24 0,68 4,48 5,17-0,69 5,48 4,26 1,22 5 ENGELS 6,32 0,47 5,59 0,45 0,74 0,27 6,03 5,12 0,91 6,57 5,30 1,27 5,76 5,44 0,32 6 NEDERLANDS 5,94 0,40 5,51 0,33 0,42 0,26 6,28 5,34 0,94 5,51 5,35 0,16 5,38 5,33 0,05 7 PAPIAMENTU 6,38 0,26 6,16 0,22 0,22 0,31 6,19 6,16 0,03 6,59 5,79 0,80 5,84 5,92-0,08 8 SPAANS 6,31 0,80 6,87 0,50-0,56 0,88 4,93 7,37-2,44 5,57 5,83-0,26 9 WISKUNDE 5,94 0,46 5,74 0,45 0,20 0,77 5,23 5,65-0,42 5,76 6,01-0,25 5,35 6,80-1,45 10 INSTALELECTRO 6,19 0,38 6,20 0,57-0,01 0,56 6,77 6,82-0,05 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,03 0,59 6,02 0,57 0,01 0,38 6,05 6,21-0,16 5,70 4,95 0,75 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 6,01 0,38 5,59 0,53 0,41 0,71 5,97 5,18 0,79 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,22 0,24 6,65 0,37-0,43 0,48 6,03 6,82-0,79 15 ICT 6,22 0,00 7,23 0,00-1,01 0,00 16 METAAL 6,75 0,00 5,85 0,00 0,90 0,00 17 BOUW 6,03 0,08 5,31 0,07 0,72 0,13 6,13 5,23 0, HOSPITALITY BROOD EN BANKET HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 6,08 0,36 6,57 0,75-0,49 0,74 6,49 6,18 0,31 5,61 5,91-0,30 20 UITERLIJKE VERZORGING 6,33 0,00 6,55 0,00-0,22 0,00 6,33 6,55-0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,04 0,00 7,90 0,00-1,57 0,00 GEMIDDELDE 5,79 5,99-0,21 6,19 5,67 0,52 5,62 5,57 0,05 STANDAARDDEVIATIE 0,65 0,68 0,89 0,44 0,55 0,52 0,31 0,76 0,68 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 63

68 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP REGINA P. SAAN (N=28) MARNIX (N=22) (N=49) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 6,40 0,32 6,16 0,33 0,24 0,47 6,21 5,76 0,45 6,26 5,99 0,27 6,90 6,04 0,86 3 BIOLOGIE 5,64 0,37 5,55 0,59 0,09 0,61 5,94 5,25 0,69 5,80 5,72 0,08 6,06 6,76-0,70 4 ECONOMIE 5,58 0,65 5,34 0,49 0,24 0,68 5,78 5,84-0,06 5,99 5,45 0,54 6,00 5,83 0,17 5 ENGELS 6,32 0,47 5,59 0,45 0,74 0,27 6,25 5,64 0,61 5,89 5,45 0,44 6,89 6,41 0,48 6 NEDERLANDS 5,94 0,40 5,51 0,33 0,42 0,26 5,73 5,24 0,49 5,70 5,23 0,47 6,59 5,88 0,71 7 PAPIAMENTU 6,38 0,26 6,16 0,22 0,22 0,31 6,43 6,26 0,17 6,37 6,32 0,05 6,21 6,45-0,24 8 SPAANS 6,31 0,80 6,87 0,50-0,56 0,88 6,70 7,20-0,50 7,17 7,00 0,17 6,50 7,00-0,50 9 WISKUNDE 5,94 0,46 5,74 0,45 0,20 0,77 5,74 5,08 0,66 5,75 5,68 0,07 6,35 5,29 1,06 10 INSTALELECTRO 6,19 0,38 6,20 0,57-0,01 0,56 6,35 5,50 0,85 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,03 0,59 6,02 0,57 0,01 0,38 5,48 5,89-0,41 5,70 6,20-0,50 7,20 7,00 0,20 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 6,01 0,38 5,59 0,53 0,41 0,71 6,40 6,30 0,10 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,22 0,24 6,65 0,37-0,43 0,48 5,86 6,86-1,00 5,98 6,48-0,50 6,39 7,31-0,92 15 ICT 6,22 0,00 7,23 0,00-1,01 0,00 16 METAAL 6,75 0,00 5,85 0,00 0,90 0,00 17 BOUW 6,03 0,08 5,31 0,07 0,72 0, HOSPITALITY BROOD EN BANKET HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 6,08 0,36 6,57 0,75-0,49 0,74 6,14 7,62-1,48 20 UITERLIJKE VERZORGING 6,33 0,00 6,55 0,00-0,22 0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,04 0,00 7,90 0,00-1,57 0,00 6,33 7,90-1,57 GEMIDDELDE 6,01 5,90 0,11 6,06 5,95 0,11 6,45 6,52-0,07 STANDAARDDEVIATIE 0,36 0,66 0,55 0,43 0,52 0,35 0,33 0,76 0,83 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 64

69 1 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS ADMINISTRATIE & COMMERCIE x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP 6,40 0,32 6,16 0,33 0,24 0,47 6,54 6,72-0,18 3 BIOLOGIE 5,64 0,37 5,55 0,59 0,09 0,61 6,08 5,21 0,87 4 ECONOMIE 5,58 0,65 5,34 0,49 0,24 0,68 5,87 5,76 0,11 5 ENGELS 6,32 0,47 5,59 0,45 0,74 0,27 6,76 5,83 0,93 6 NEDERLANDS 5,94 0,40 5,51 0,33 0,42 0,26 5,92 5,57 0,35 7 PAPIAMENTU 6,38 0,26 6,16 0,22 0,22 0,31 6,69 6,55 0,14 8 SPAANS 6,31 0,80 6,87 0,50-0,56 0,88 7,00 6,84 0,16 9 WISKUNDE 5,94 0,46 5,74 0,45 0,20 0,77 6,12 5,73 0,39 10 INSTALELECTRO 6,19 0,38 6,20 0,57-0,01 0,56 5,98 5,65 0,33 11 MENS EN MAATSCHAPPIJ 6,03 0,59 6,02 0,57 0,01 0,38 6,23 6,18 0,05 12 NATUUR & SCHEIKUNDE 1 6,01 0,38 5,59 0,53 0,41 0,71 5,69 6,05-0,36 14 ZORG & WELZIJN INTRASECTORAAL 6,22 0,24 6,65 0,37-0,43 0,48 6,42 6,02 0,40 15 ICT 6,22 0,00 7,23 0,00-1,01 0,00 6,22 7,23-1,01 16 METAAL 6,75 0,00 5,85 0,00 0,90 0,00 17 BOUW 6,03 0,08 5,31 0,07 0,72 0,13 6,03 5,40 0, HOSPITALITY BROOD EN BANKET HOSPITALITY KOKEN EN SERVEREN 6,08 0,36 6,57 0,75-0,49 0,74 20 UITERLIJKE VERZORGING 6,33 0,00 6,55 0,00-0,22 0, MOTOVOERTUIGENTECHNIE K 6,04 0,00 7,90 0,00-1,57 0,00 J.P.D. (N=52) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V GEMIDDELDE 6,25 6,05 0,20 STANDAARDDEVIATIE 0,36 0,57 0,48 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 65

70 GEMIDDELDE SE EN SCE PER SCHOOL T.O.V. GEMIDDELDE ALLE SCHOLEN VSBO PBL SCHOOL GEM SE GEM SCE GEM VERSCHIL Albert Schweitzer (N=18) 6,04 6,00 0,04 Ancilla Domini (N=58) 6,02 5,56 0,46 St. Paulus (N=46) 6,33 5,82 0,51 SGO. J.F. (N=45) 5,79 5,99-0,20 St. Jozef (N=66) 6,19 5,67 0,52 Maris Stella (N=31) 5,62 5,57 0,05 Regina Pacis (N=49) 6,01 5,90 0,11 S.A.A.N. (N=28) 6,06 5,95 0,11 Marnix (N=22) 6,54 6,52 0,02 Juan Pablo Duarte (N=52) 6,25 6,05 0,20 GEM. alle scholen 6,09 5,90 0,19 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 66

71 Gemiddelde SE en CE per school t.o.v. gemiddelde ALLE scholen: VSBO PBL Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 67

72 HAVO GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP M.I.L. (N=133) RC (N=119) K.A.P.(N=196) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 1 AARDRIJKSKUNDE 6,08 0,55 4,94 0,77 1,13 0,37 6,49 5,63 0,86 6,49 5,66 0,83 4,95 3,84 1,11 2 BIOLOGIE 6,08 0,12 5,33 0,64 0,75 0,64 6,26 5,25 1,01 6,11 5,89 0,22 6,03 5,52 0,51 3 ECONOMIE 5,47 0,45 5,46 0,34 0,01 0,42 5,12 5,83-0,71 6,10 5,68 0,42 5,68 5,20 0,48 4 ENGELS 6,48 0,28 6,26 0,59 0,22 0,60 6,31 6,34-0,03 6,72 7,01-0,29 6,76 6,37 0,39 5 FRANS 5,93 1,09 5,39 1,07 0,54 0,55 5,93 5,02 0,91 6,54 6,74-0,20 7,28 6,53 0,75 6 GESCHIEDENIS 5,73 0,27 5,43 0,63 0,31 0,52 5,87 6,01-0,14 5,82 6,22-0,40 6,21 5,53 0,68 7 INFORMATICA 5,85 0,59 5,55 0,60 0,30 0,72 6,50 5,05 1,45 6,16 6,29-0,13 6,16 5,43 0,73 8 MANAGEMENT & ORGANISATIE 5,48 0,38 4,58 0,55 0,90 0,41 5,79 5,10 0,69 5,04 4,86 0,18 5,13 4,00 1,13 9 NATUURKUNDE 5,74 0,34 4,83 0,86 0,91 0,63 5,95 5,53 0,42 5,81 4,86 0,95 5,63 5,01 0,62 10 NEDERLANDS 5,77 0,22 5,43 0,39 0,34 0,34 5,94 5,64 0,30 5,91 5,77 0,14 5,74 5,43 0,31 11 PAPIAMENTU 6,63 0,17 5,86 0,35 0,76 0,38 6,91 6,35 0,56 6,53 5,74 0,79 6,64 6,00 0,64 12 SCHEIKUNDE 5,78 0,42 5,52 0,79 0,27 0,90 5,60 5,55 0,05 5,73 6,62-0,89 6,19 5,74 0,45 13 SPAANS 6,66 0,18 6,18 0,51 0,48 0,42 6,98 6,79 0,19 6,48 6,35 0,13 6,80 6,44 0,36 14 WISKUNDE A 5,69 0,55 5,03 0,84 0,66 0,79 5,65 5,60 0,05 5,78 6,06-0,28 6,39 5,13 1,26 15 WISKUNDE B 5,72 0,87 5,06 0,80 0,66 1,17 5,52 5,39 0,13 5,81 6,36-0,55 5,23 4,91 0,32 17 DUITS 6,52 0,12 5,67 0,04 0,85 0,15 6,63 5,63 1,00 19 GEMIDDELDE 6,05 5,67 0,38 6,07 6,01 0,06 6,09 5,42 0,67 STANDAARDDEVIATIE 0,50 0,50 0,52 0,42 0,59 0,51 0,64 0,74 0,30 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 68

73 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP ABEL (N=37) C.A.L.(N=100) OMEGA (N=38) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 1 AARDRIJKSKUNDE 6,08 0,55 4,94 0,77 1,13 0,37 6,53 5,76 0,77 6,03 4,56 1,47 5,96 4,20 1,76 2 BIOLOGIE 6,08 0,12 5,33 0,64 0,75 0,64 6,18 5,84 0,34 5,87 5,52 0,35 6,04 3,98 2,06 3 ECONOMIE 5,47 0,45 5,46 0,34 0,01 0,42 5,71 5,82-0,11 5,52 5,28 0,24 4,71 4,95-0,24 4 ENGELS 6,48 0,28 6,26 0,59 0,22 0,60 6,37 6,82-0,45 6,00 5,66 0,34 6,71 5,33 1,38 5 FRANS 5,93 1,09 5,39 1,07 0,54 0,55 5,90 4,64 1,26 4,00 4,00 0,00 6 GESCHIEDENIS 5,73 0,27 5,43 0,63 0,31 0,52 5,59 5,21 0,38 5,48 5,33 0,15 5,43 4,27 1,16 7 INFORMATICA 5,85 0,59 5,55 0,60 0,30 0,72 5,60 6,20-0,60 4,83 4,78 0,05 8 MANAGEMENT & ORGANISATIE 5,48 0,38 4,58 0,55 0,90 0,41 6,13 5,38 0,75 5,49 4,08 1,41 5,32 4,06 1,26 9 NATUURKUNDE 5,74 0,34 4,83 0,86 0,91 0,63 6,31 5,93 0,38 5,25 4,41 0,84 5,50 3,25 2,25 10 NEDERLANDS 5,77 0,22 5,43 0,39 0,34 0,34 5,98 5,78 0,20 5,34 5,31 0,03 5,72 4,65 1,07 11 PAPIAMENTU 6,63 0,17 5,86 0,35 0,76 0,38 6,43 5,97 0,46 6,46 5,92 0,54 6,78 5,19 1,59 12 SCHEIKUNDE 5,78 0,42 5,52 0,79 0,27 0,90 5,98 6,05-0,07 4,99 4,98 0,01 6,21 4,15 2,06 13 SPAANS 6,66 0,18 6,18 0,51 0,48 0,42 6,64 6,17 0,47 6,54 6,21 0,33 6,50 5,13 1,37 14 WISKUNDE A 5,69 0,55 5,03 0,84 0,66 0,79 6,02 5,55 0,47 4,58 4,20 0,38 5,73 3,65 2,08 15 WISKUNDE B 5,72 0,87 5,06 0,80 0,66 1,17 5,87 5,47 0,40 4,50 3,97 0,53 7,38 4,23 3,15 17 DUITS 6,52 0,12 5,67 0,04 0,85 0,15 6,40 5,70 0,70 19 GEMIDDELDE 6,12 5,84 0,27 5,52 4,99 0,53 5,86 4,36 1,50 STANDAARDDEVIATIE 0,32 0,38 0,40 0,60 0,66 0,48 0,84 0,59 0,84 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 69

74 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP 1 AARDRIJKSKUNDE 6,08 0,55 4,94 0,77 1,13 0,37 5,03 5,93-0,90 2 BIOLOGIE 6,08 0,12 5,33 0,64 0,75 0,64 6,03 5,52 0,51 3 ECONOMIE 5,47 0,45 5,46 0,34 0,01 0,42 5,33 5,60-0,27 4 ENGELS 6,48 0,28 6,26 0,59 0,22 0,60 6,10 6,64-0,54 5 FRANS 5,93 1,09 5,39 1,07 0,54 0,55 6 GESCHIEDENIS 5,73 0,27 5,43 0,63 0,31 0,52 6,06 5,98 0,08 7 INFORMATICA 5,85 0,59 5,55 0,60 0,30 0,72 6,41 6,23 0,18 8 MANAGEMENT & ORGANISATIE 5,48 0,38 4,58 0,55 0,90 0,41 5,16 4,49 0,67 9 NATUURKUNDE 5,74 0,34 4,83 0,86 0,91 0,63 5,80 5,44 0,36 10 NEDERLANDS 5,77 0,22 5,43 0,39 0,34 0,34 5,54 5,95-0,41 11 PAPIAMENTU 6,63 0,17 5,86 0,35 0,76 0,38 6,87 6,29 0,58 12 SCHEIKUNDE 5,78 0,42 5,52 0,79 0,27 0,90 5,07 6,28-1,21 13 SPAANS 6,66 0,18 6,18 0,51 0,48 0,42 6,18 6,39-0,21 14 WISKUNDE A 5,69 0,55 5,03 0,84 0,66 0,79 5,87 4,64 1,23 15 WISKUNDE B 5,72 0,87 5,06 0,80 0,66 1,17 5,65 5,50 0,15 17 DUITS 6,52 0,12 5,67 0,04 0,85 0,15 19 AS (N=29) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V GEMIDDELDE 5,79 5,78 0,02 STANDAARDDEVIATIE 0,52 0,61 0,63 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 70

75 GEMIDDELDE SE EN SCE PER SCHOOL T.O.V. GEMIDDELDE ALLE SCHOLEN HAVO SCHOOL GEM SE GEM SCE GEM VERSCHIL M.I.L. (N=133) 6,05 6,57-0,52 Raclulphus College (N=119) 6,07 6,01 0,06 KAP (N=196) 6,09 5,42 0,67 Abel Tasman College (N=37) 6,12 5,84 0,28 CAL (N=100) 5,52 4,99 0,53 Omega College (N=38) 5,86 4,36 1,50 Albert Schweitzer (N=29) 5,79 5,78 0,01 GEM. alle scholen 5,93 5,57 0,36 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 71

76 Gemiddelde SE en CE per school t.o.v. gemiddelde ALLE scholen: HAVO Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 72

77 VWO GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP M.I.L. (N=29) RC (N=66) K.AP. (N=58) ) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 1 AARDRIJKSKUNDE 6,63 0,28 5,74 0,46 0,88 0,51 6,60 5,30 1,30 6,18 5,94 0,24 6,79 5,33 1,46 2 BIOLOGIE 6,55 0,43 5,56 0,53 0,99 0,71 6,46 5,72 0,74 6,09 5,93 0,16 6,06 5,61 0,45 3 ECONOMIE 6,27 0,36 6,12 0,26 0,15 0,28 6,19 6,31-0,12 6,37 6,34 0,03 6,76 6,15 0,61 4 ENGELS 6,90 0,71 6,07 0,61 0,83 1,19 6,43 6,36 0,07 6,68 6,56 0,12 7,52 6,46 1,06 5 FRANS 6,93 0,58 5,26 0,42 1,68 0,28 6,35 5,15 1,20 7,29 5,44 1,85 7,69 5,79 1,90 7 GESCHIEDENIS 6,99 0,38 5,47 0,44 1,52 0,54 7,07 6,13 0,94 6,78 5,81 0,97 7,69 5,28 2,41 8 INFORMATICA 6,81 0,08 5,88 0,52 0,93 0,50 6,75 5,17 1,58 6,71 6,23 0,48 6,87 5,61 1,26 9 MANAGEMENT & ORGANISATIE 6,76 0,39 5,97 0,71 0,79 0,38 6,57 6,03 0,54 6,70 5,50 1,20 6,35 5,25 1,10 10 NATUURKUNDE 6,36 0,39 4,95 0,78 1,41 0,63 6,39 5,58 0,81 6,62 5,61 1,01 7,00 4,91 2,09 11 NEDERLANDS 6,29 0,24 5,12 0,40 1,17 0,58 5,90 5,34 0,56 6,40 5,22 1,18 6,14 5,37 0,77 12 PAPIAMENTU 7,12 0,28 6,01 0,28 1,11 0,25 7,05 6,17 0,88 7,06 6,14 0,92 6,84 5,75 1,09 13 SCHEIKUNDE 6,33 0,42 5,45 0,74 0,89 0,89 5,85 4,99 0,86 6,50 6,42 0,08 6,58 6,28 0,30 14 SPAANS 6,88 0,74 6,14 0,24 0,74 0,63 7,39 6,15 1,24 7,38 6,54 0,84 7,66 6,10 1,56 16 WISKUNDE A 6,78 0,92 5,62 0,62 1,16 1,49 6,77 5,89 0,88 6,17 6,31-0,14 6,19 6,10 0,09 17 WISKUNDE B 6,76 0,65 5,47 0,97 1,28 1,38 6,21 5,64 0,57 6,23 5,90 0,33 7,39 6,74 0,65 18 WISKUNDE C 5,74 0,29 5,26 0,19 0,48 0,48 5,45 5,45 0,00 6,02 5,07 0,95 19 DUITS 7,35 0,00 6,15 0,00 1,20 0,00 7,35 6,15 1,20 GEMIDDELDE 6,46 5,71 0,75 6,61 5,99 0,62 6,88 5,76 1,11 STANDAARDDEVIATIE 0,48 0,43 0,46 0,38 0,40 0,55 0,58 0,50 0,61 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 73

78 GEMIDDELDE SE EN CSE CIJFERS x. SE SE x. CSE CSE x. DCP DCP 1 AARDRIJKSKUNDE 6,63 0,28 5,74 0,46 0,88 0,51 6,93 6,40 0,53 ABEL (N=15) OMEGA (N=4) AS (N=7) SE SE SE SE CSE V SE CSE V 2 BIOLOGIE 6,55 0,43 5,56 0,53 0,99 0,71 7,20 6,29 0,91 7,03 4,67 2,36 6,44 5,13 1,31 3 ECONOMIE 6,27 0,36 6,12 0,26 0,15 0,28 5,76 5,68 0,08 4 ENGELS 6,90 0,71 6,07 0,61 0,83 1,19 6,26 5,88 0,38 8,17 4,80 3,37 6,31 6,34-0,03 5 FRANS 6,93 0,58 5,26 0,42 1,68 0,28 6,40 4,65 1,75 7 GESCHIEDENIS 6,99 0,38 5,47 0,44 1,52 0,54 6,82 5,22 1,60 6,60 4,90 1,70 8 INFORMATICA 6,81 0,08 5,88 0,52 0,93 0,50 6,90 6,50 0,40 9 MANAGEMENT & ORGANISATIE 6,76 0,39 5,97 0,71 0,79 0,38 7,40 7,10 0,30 10 NATUURKUNDE 6,36 0,39 4,95 0,78 1,41 0,63 5,98 4,58 1,40 5,83 3,43 2,40 6,31 5,57 0,74 11 NEDERLANDS 6,29 0,24 5,12 0,40 1,17 0,58 6,51 5,31 1,20 6,60 4,23 2,37 6,19 5,23 0,96 12 PAPIAMENTU 7,12 0,28 6,01 0,28 1,11 0,25 6,80 5,57 1,23 7,60 6,00 1,60 7,36 6,40 0,96 13 SCHEIKUNDE 6,33 0,42 5,45 0,74 0,89 0,89 6,51 4,74 1,77 6,87 4,53 2,34 5,69 5,73-0,04 14 SPAANS 6,88 0,74 6,14 0,24 0,74 0,63 6,00 5,80 0,20 5,97 6,10-0,13 16 WISKUNDE A 6,78 0,92 5,62 0,62 1,16 1,49 6,10 5,37 0,73 8,75 4,40 4,35 6,70 5,65 1,05 17 WISKUNDE B 6,76 0,65 5,47 0,97 1,28 1,38 6,33 5,10 1,23 7,90 3,60 4,30 6,48 5,86 0,62 18 WISKUNDE C 5,74 0,29 5,26 0,19 0,48 0,48 19 DUITS 7,35 0,00 6,15 0,00 1,20 0,00 GEMIDDELDE 6,50 5,55 0,95 7,34 4,46 2,89 6,45 5,76 0,69 STANDAARDDEVIATIE 0,46 0,69 0,56 0,88 0,74 0,94 0,43 0,51 0,56 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 74

79 GEMIDDELDE SE EN SCE PER SCHOOL T.O.V. GEMIDDELDE ALLE SCHOLEN VWO SCHOOL GEM SE GEM SCE GEM VERSCHIL M.I.L. (N=29) 6,46 5,71 0,75 RaclulphusCollege (N=66) 6,61 5,99 0,62 K.A.P. (N=58) 6,88 5,76 1,12 Abel Tasman College (N=15) 6,50 5,55 0,95 Omega College (N=4) 7,34 4,46 2,88 Albert Schweitzer (N=7) 6,45 5,76 0,69 GEM. alle scholen 6,71 5,54 1,17 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 75

80 Gemiddelde SE en CE per school t.o.v. gemiddelde ALLE scholen: VWO Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 76

81 4 Het Secundair Beroepsonderwijs (SBO) Dit hoofdstuk beschrijft de uitgangspunten voor de beoordeling van de opbrengsten in het secundair beroepsonderwijs (SBO), het opbrengstenoordeel en de grafische weergave van de opbrengsten van het SBO. De Landsverordening secundair beroepsonderwijs en educatie (P.B. 2008, no. 37) met de bijbehorende wijziging is hierbij van toepassing. 4.1 Uitgangspunt beoordeling opbrengsten in het SBO Secundair beroepsonderwijs (SBO)sluit aan op en mag gevolgd worden na het behalen van een vsbo-diploma of hoger. In het SBO worden de opbrengsten van een opleiding ook wel rendement genoemd. Het gaat hierbij om de verhouding tussen gediplomeerde uitstroom en de totale uitstroom van studenten uit de instelling. Voor het begrip opbrengsten wil de inspectie in de onderwijssector sbo op termijn toe naar een brede invulling. Zij verstaat hieronder zowel de maatschappelijke opbrengsten, het interne en externe rendement als de leeropbrengsten van het sbo. In tegenstelling tot andere sectoren is het bepalen van de leeropbrengsten bij afgestudeerde studenten in de sbo-sector tot nu toe niet goed mogelijk. De inspectie volstaat in deze Opbrengstenkaart met de publicatie van de resultaten per sector economie, techniek en zorg & welzijn. Onder onderwijskwaliteit verstaat de inspectie de gezamenlijke kwaliteit van het onderwijsproces, de examinering en de opbrengsten. Het kernkader SBO is het geheel van onderwerpen die de inspectie bij haar beoordeling betrekt plus de normering om tot een oordeel te komen. Deze zijn geordend in kwaliteitsgebieden, aspecten en indicatoren. De rendementssystematiek van zowel bekostigde als niet bekostigde instellingen en de wijze van openbaarheid en vergelijkbaarheid van de gegevens moet nog nader uitgewerkt worden. Voorts moet de normering van de opbrengsten(uitgaande van nog te maken afspraken over de indicatoren en de norm) nog apart worden opgenomen, als aanvulling op het Toezichtkader. De inspectie beoordeelt de opbrengsten sbo behalve op opleidingsniveau ook op instellingsniveau. De inspectie is voornemens om, aan de hand van een zelfevaluatie van de instelling, van elke sbo-instelling een instellingsanalyse te maken die antwoord moet geven op twee kernvragen: a. Wat zijn de resultaten van de instelling op de indicatoren en zijn er mogelijke risico s voor de onderwijskwaliteit, en zo ja waar zitten die? b. Wat is de stand van de kwaliteitsborging van de instelling? Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 77

82 4.2 Opbrengstenoordeel SBO De inspectie is voornemens een instellingsanalyse te maken voor elke sbo-instelling, waarin de opbrengsten geanalyseerd worden. Elke opbrengstenanalyse start met een analyse van de informatie waarover de inspectie reeds beschikt.opbrengsten zijn een belangrijk onderdeel van de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. Bij bekostigde instellingen is het namelijk een weergave van het voldoen aan de maatschappelijke opdracht en daarnaast is het, zowel voor het bekostigd als nietbekostigd onderwijs, een belangrijke indicator voor het succes van de opleiding. Voorts zijn de opbrengsten voor de inspectie een belangrijke risicoindicator. Bij lage opbrengsten bestaat het risico op tekortkomingen in het onderwijsleerproces. Beslisregel toezichtarrangement SBO Een positieve beoordeling van een kwaliteitsgebied leidt tot basistoezicht voor dat gebied. Indien alle gebieden positief beoordeeld zijn, valt de opleiding onder het basistoezicht. Een negatief oordeel bij een van de gebieden leidt tot aangepast (= geïntensiveerd) toezicht en wel als volgt: Beoordeling Kwaliteit onderwijsproces of niveau opbrengsten is onvoldoende: Kwaliteit onderwijsproces en niveau opbrengsten is onvoldoende: Toezichtvorm Aangepast toezicht vanwege zwak onderwijs of onvoldoende opbrengsten. Aangepast toezicht vanwege zeer zwak onderwijs. Zeer zwak onderwijs wordt beschouwd als onderwijs van onvoldoende kwaliteit. Bij de beoordeling van opbrengsten hanteert de inspectie een set samenhangende en onderscheidende indicatoren, waarin in elk geval is opgenomen een indicator voor de toegevoegde waarde, een indicator voor het percentage VSV(vroegtijdige schoolverlaters) en een nog te bepalen vervolg op de huidige indicatoren jaarresultaat en diplomaresultaat. Dit moet leiden tot een beperkte set, elkaar aanvullende indicatoren, waarmee verschillende elementen van rendement gehonoreerd kunnen worden en waarbinnen instellingen verschillende accenten kunnen leggen. Dit draagt bij aan een meer robuuste rendementsbepaling dan met een enkele indicator mogelijk is. Daarbij wordt tevens bepaald welke indicatoren op instellingsniveau bepaald en beoordeeld zullen worden en welke op opleidingsniveau. Ook wil de inspectie op termijn toe naar een meer stabiele rendementsbepaling door gebruik te maken van meerjaren reeksen. Gezien de instabiliteit in zowel indicatoren als in objecten van onderzoek (crebo s en clusters daarvan), zullen vooralsnog Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 78

83 gegevens over meerdere jaren alleen bij de risicoanalyse ter signalering gebruikt worden en niet bij de beoordeling. 4.3 Opbrengsten SBO De inspectie benadrukt dat de navolgende opbrengsten SBO de door de instelling en/of toetsleverancier aangeleverde eindresultaten betreffen en niet de oordelen van de inspectie op basis van deze resultaten. Er wordt eerst een totaaloverzicht van de eindresultaten gegeven, vervolgens worden de resultaten gepresenteerd per sector: economie, techniek en zorg en welzijn. Het resultaat van 100% geslaagden kan een vertekend beeld opleveren, maar de inspectie gaat uit van de meest recent aangeleverde resultaten. Totaaloverzicht eindresultaten SBO Examenresultaten SBO Naam afkorting % geslaagd % gezakt Aantal leerlingen College of the Dutch Caribbean CDC 65,4% 34,6% 182 Eligia Martier EM 79,3% 20,7% 217 Fundashon Edukashon i Formashon di Fishi i Kapasitashon FEFFIK 100,0% 0,0% 37 Frater Aurelio FA 64,8% 35,2% 321 lnstituto pa Formashon den Enfermeria IFE 84,1% 15,9% 82 Maris Stelia MS 69,9% 30,1% 163 Middelbare Technische School MTS 66,3% 33,7% 187 Nilda Pinto NP 60,0% 39,5% 220 New Horizons NH 86.8% 13.2% 68 Openbaar Secundair Beroeps Onderwijs Deeltijdopleidingen OSBOD 40.7% 59.3% 167 Sentro di Informashon i Formashon na bienestar di Mucha SIFMA 73,7% 26,3% 11 Totaal 1663 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 79

84 Totaaloverzicht eindresultaten SBO Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 80

85 Eindresultaten SBO per sector: Economie Examenresultaten SBO Economie % geslaagd % gezakt Aantal leerlingen Naam afkorting College of the Dutch Caribbean CDC 58,8% 41,2% 131 Fundashon Edukashon i Formashon di Fishi i Kapasitashon FEFFIK 100,0% 0,0% 3 Frater Aurelio FA 64,7% 35,3% 232 Maris Stella MS 69,9% 30,1% 163 Nilda Pinto NP 54,1% 45,9% 148 New Horizons NH 62,5% 37,5% 16 Openbaar Secundair Beroeps Onderwijs Deeltijdopleidingen OSBOD 50,0% 50,0% 34 Totaal 727 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 81

86 Eindresultaten SBO per sector: Economie Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 82

87 Eindresultaten SBO per sector: Techniek Examenresultaten SBO Techniek Naam afkorting % geslaagd % gezakt Aantal leerlingen College of the Dutch Caribbean CDC 86,4% 13,6% 44 Fundashon Edukashon i Formashon di Fishi i Kapasitashon FEFFIK 100,0% 0,0% 34 Frater Aurelio FA 65,2% 34,8% 89 Middelbare Technische School MTS 66,3% 33,7% 187 Nilda Pinto NP 80,6% 16,7% 36 Openbaar Secundair Beroeps Onderwijs Deeltijdopleidingen OSBOD 23,1% 76,9% 13 Totaal 403 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 83

88 Eindresultaten SBO per sector: Techniek Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 84

89 Eindresultaten SBO per sector: Zorg & Welzijn Examenresultaten SBO Zorg & Welzijn Naam afkorting % geslaagd % gezakt Aantal leerlingen College of the Dutch Caribbean CDC 57,1% 42,9% 7 Eligia Martier EM 79,3% 20,7% 217 Instituto pa Formashon den Enfermeria IFE 84,1% 15,9% 82 Nilda Pinto NP 63,9% 36,1% 36 New Horizons NH 94,2% 5,8% 52 Openbaar Secundair Beroeps Onderwijs Deeltijdopleidingen OSBOD 40,0% 60,0% 120 Sentro di Informashon i Formashon na bienestar di Mucha SIFMA 73,7% 26,3% 19 Totaal 533 Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 85

90 Eindresultaten SBO per sector: Zorg & Welzijn Opbrengstenkaart Funderend, Voortgezet en Secundair Beroepsonderwijs Pagina 86