Montaigne Lyceum, Afdeling vmbo-t en vwo

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Montaigne Lyceum, Afdeling vmbo-t en vwo Plaats: Den Haag BRIN-nummer: 21GU-7 Arrangementsnummers: / Onderzoek uitgevoerd op: 12 oktober 2010 Conceptrapport verzonden op: 4 februari 2011 Rapport vastgesteld te Utrecht op 4 april 2011 Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.

2 H /6 Pagina 2 van 8

3 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 oktober 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek uitgevoerd op het Montaigne Lyceum, afdeling vmbo-t en vwo. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende: De inspectie heeft voor het Montaigne Lyceum, afdeling vmbo-t en vwo, in 2009 een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten op deze afdelingen onvoldoende zijn. Om mogelijke tekortkomingen in het onderwijsproces vast te stellen heeft de inspectie op 6 oktober 2009 een kwaliteitsonderzoek op het Montaigne Lyceum uitgevoerd. Op grond van dit onderzoek concludeerde de inspectie dat de kwaliteit van het onderwijs op de afdelingen vmbo-t en vwo zwak was. Daarna volgde een periode van intensief toezicht. De voortgang van het verbetertraject werd door de inspectie gevolgd. Op afgesproken tijdstippen ontving de inspectie van het bevoegd gezag evaluatiedocumenten. In 2010 heeft de inspectie opnieuw een risico-analyse uitgevoerd en daarbij vastgesteld dat de opbrengsten van de afdelingen vmbo-t en vwo nog onvoldoende zijn. Op 12 mei 2010 heeft de inspectie de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bevoegd gezag besproken. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat in het najaar van 2010 een tussentijds kwaliteitsonderzoek wordt uitgevoerd om na te gaan in welke mate de verbeteractiviteiten van de school effect hebben gehad. In dit onderzoek wordt tevens voor enkele wettelijke voorschriften nagegaan of de school daaraan voldoet. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten opbrengsten, kwaliteitszorg. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: - Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. - Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. - De inspectie heeft over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management en de leraren. - Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader vo In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. H /6 Pagina 3 van 8

4 2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De indicatoren met een asterisk zijn de normindicatoren; zij spelen een beslissende rol bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ja of nee. Resultaten 1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-g/t. 1.2 * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vwo. 1.3 * De leerlingen van de opleiding vmbo-g/t behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.3 * De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. 1.4 * Bij de opleiding vmbo-g/t zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau. 1.4 * Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau H /6 Pagina 4 van 8

5 Kwaliteitszorg De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten. 9.7 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 9.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving. Wet- en regelgeving N1 N2 N3 N4 N5 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24a en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 24 en 24c). Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art. 10h). Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en beide voldoen inhoudelijk aan de wettelijke vereisten (Eindexamenbesluit art. 31). De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2; 10f, lid 3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). nee ja H /6 Pagina 5 van 8

6 2.2 Beoordeling Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-t en vwo van het Montaigne Lyceum in Den Haag als zwak. Dit oordeel is gebaseerd op de volgende overwegingen: - De opbrengsten zijn, afgemeten aan de prestaties van de leerlingen over de afgelopen drie jaar, onvoldoende. - De kwaliteit van de processen is voldoende (zie RVB d.d. 6 oktober 2009). De school werkt in haar kwaliteitszorg systematisch en planmatig, maar de borging van de kwaliteit van onderwijs en leren heeft de inspectie als onvoldoende beoordeeld. - De school leeft de onderzochte elementen van wet- en regelgeving na. Toelichting Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen voor zover van toepassing achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg en de wet- en regelgeving. Opbrengsten De inspectie beoordeelt de opbrengsten als onvoldoende op basis van het opbrengstenoordeel Bij het opbrengstenoordeel 2010 is voor de vier indicatoren voor de opbrengsten het driejarig gemiddelde vastgesteld. Twee van de vier indicatoren worden voor het vmbo-t en vwo als onvoldoende beoordeeld. Het gemiddelde cijfer voor het centraal schriftelijk examen (CSE) is onvoldoende. Ook de discrepanties tussen het gemiddelde schoolexamencijfer (SE) en het gemiddelde centraal schriftelijk examencijfer zijn onvoldoende. Het rendement van de onder- en bovenbouw is voldoende. Toelichting: Vmbo-t - Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen is voor het vmbo-t onvoldoende. De cijfers vertonen een dalende lijn. Op twee van de achterliggende opbrengstenkaarten 2010 en 2009, valt de afdeling vmbo-t binnen de categorie van 10% landelijk slechtst scorende scholen. De meeste vakken zijn in meer of mindere mate verantwoordelijk voor dit lage resultaat. - De discrepanties tussen de cijfers van het schoolexamen en het centraal schriftelijk examen beoordeelt de inspectie als te groot. Het verschil tussen het gemiddelde SE-cijfer en het gemiddelde CSE-cijfer neemt de laatste jaren toe. De inspectie hanteert als norm een toegestaan verschil van maximaal 0,5 punt. De laatste jaren wisselen de vakken elkaar af bij deze discrepanties. Bij het examen van 2010 is het verschil SE-CE tussen de toegestane bandbreedte gebleven. - Het rendement van de onderbouw scoort op de laatste twee opbrengstenkaarten onvoldoende, waar dit rendement in 2008 nog voldoende was. - Het rendement van de bovenbouw is voldoende en stabiel. Toelichting: Vwo - Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen is voor het vwo onvoldoende. Op drie van de achterliggende opbrengstenkaarten 2010, 2009 en 2008, valt de afdeling vwo binnen de categorie van 10% landelijk slechtst scorende scholen. De meeste vakken zijn in meer of mindere mate verantwoordelijk voor dit lage resultaat. Tussen 2008 en 2010 is het gemiddelde cijfer met 0,5 punt gestegen. - De discrepanties tussen de cijfers van het schoolexamen en het centraal examen beoordeelt de inspectie als zeer groot. De inspectie hanteert als norm een toegestaan verschil van maximaal 0,5 punt. De meeste vakken zijn in meer of mindere mate verantwoordelijk voor deze discrepanties. - Het rendement van de onderbouw scoort op de laatste twee opbrengstenkaarten onvoldoende, waar dit rendement in 2008 nog voldoende was. - Het rendement van de bovenbouw is voldoende en stabiel. H /6 Pagina 6 van 8

7 Over het geheel genomen waren de opbrengsten, gemeten over de laatste drie jaren weinig stabiel. De school heeft de opbrengsten geanalyseerd en op grond daarvan verbeteracties geinitieerd, zoals Cito-Wolf, analyse van de kwaliteit van en een protocol voor de SE s. Kijkend naar de volgende opbrengstenkaart moet worden vastgesteld dat de opbrengsten van het vwo in 2011 nog onvoldoende zullen zijn. Voor vmbo-t behoren voldoende opbrengsten wel tot de mogelijkheden mits het rendement onderbouw dan niet onvoldoende is. De school heeft een analyse gemaakt van het onderbouwrendement, dat toegeschreven wordt aan het lage rendement van de afdeling vmbo-t. Bij de voorinzage van het opbrengstenoordeel 2011 is gebleken dat de opbrengsten onvoldoende zijn, maar dat deze wel een duidelijke stijgende lijn vertonen. Kwaliteitszorg De school heeft de afgelopen tijd intensief aandacht besteed aan de versterking van de kwaliteitszorg. De grote betrokkenheid van de schoolleiding en de toegenomen rol van de secties hebben daaraan bijgedragen. Het beleidskader wordt gevormd door het actuele schoolplan. Bij de totstandkoming ervan is het personeel nadrukkelijk betrokken. Er liggen teamontwikkelplannen voor de verschillende afdelingen. Deze plannen bevatten herkenbare prioriteiten gericht op de verbetering van opbrengsten. Er is aandacht voor verbetering van de determinatie en de examenproblematiek en de leskwaliteit. De uitval van leerlingen wordt tegengegaan. De voortgang van de activiteiten, die opgenomen zijn in deze plannen wordt door het management bewaakt. De school heeft deelgenomen aan een externe visitatie van een bevriend schoolbestuur. Er wordt samengewerkt met een andere school van het eigen bestuur om de kwaliteit van de secties te versterken. Belangrijk is dat de partnerschool voldoende opbrengsten heeft. De inspectie heeft de verantwoording van de gerealiseerde onderwijskwaliteit aan belanghebbenden als voldoende beoordeeld. De informatie over de opbrengsten in de schoolgids is verbeterd. De inspectie beoordeelt de borging van de kwaliteit van het onderwijsproces als onvoldoende. De school heeft weliswaar een veelheid aan verbetermaatregelen genomen, maar deze hebben nog onvoldoende werking naar het onderwijsproces. Conclusie De inspectie is positief over de ruime aandacht voor kwaliteitszorg en de daarmee verbonden ingezette verbeteracties. Deze zijn gerelateerd aan de tekortkomingen en zijn specifiek en meetbaar geformuleerd. Er is aandacht voor evaluatie. Blijft de vraag waarom de kwaliteit van de opbrengsten achter blijft. In het team bestaat herkenning en erkenning van de noodzaak om tot betere resultaten te komen. Maar ook is vastgesteld dat de bovenbouw en de onderbouw nog beter kunnen samenwerken om tot voldoende resultaten te komen. Scherpere follow-up van de verbetermaatregelen kan het proces van verbetering versnellen. Wet- en regelgeving Schoolgids, het schoolplan, het Examenreglement, het PTA en het zorgplan zijn naar de inspectie gestuurd en bevatten de verplichte onderdelen. H /6 Pagina 7 van 8

8 3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs in de afdeling vmbo-t en vwo vertoont belangrijke tekortkomingen in de opbrengsten en zijn daarom als zwak beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan de afdeling vmbo-t en vwo een aangepast arrangement zwakke kwaliteit toe. Het Montaigne Lyceum, afdeling vmbo-t en vwo valt onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in 2012 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in maart 2011 een bestuursgesprek/voortgangsgesprek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. De weken voorafgaande aan het inspectieonderzoek ontvangt de inspectie een actuele voortgangsrapportage met daarin speciaal aandacht voor de borging van de onderwijskwaliteit en een analyse van de meest recente opbrengsten. Verder vraagt de inspectie de school zich te verantwoorden over de volgende zaken: - samenwerking onder- bovenbouw; - PTA voor de onderbouw; - borging van het aftekenen van leerlingtaken door de docenten. H /6 Pagina 8 van 8