Inhoud leereenheid 2. Methoden en technieken van kwaliteitszorg. Introductie. Leerkern. Terugkoppeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud leereenheid 2. Methoden en technieken van kwaliteitszorg. Introductie. Leerkern. Terugkoppeling"

Transcriptie

1 Inhoud leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg Introductie Leerkern 1 Controlespecificatie 2 Productcontrole 3 Procescontrole 3.1 Storingstypen Niveauverschuiving Trend Foutencluster Uitschieters Periodiciteit Heterogeniteit 3.2 Regelkaarten 4 Een tweetal methoden voor (fouten)analyse 4.1 Pareto-analyse 4.2 Het visgraatdiagram 5 Kwaliteitskosten 6 Samenvatting Terugkoppeling 1 Uitwerking van de opgaven

2 Kwaliteitszorg Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg I N T R O D U C T I E In de vorige leereenheid is de nadruk gelegd op kwaliteitszorg als georganiseerde zorgvuldigheid van werken en de taak die eenieder daarvoor op zich moet nemen. We hebben gezien dat kwaliteitszorg uit vier deelgebieden bestaat: normstelling, controle, beheersing en borging. In deze leereenheid zullen we een aantal methoden en technieken van kwaliteitszorg bespreken. Hierbij zal het accent liggen op het deelgebied controle. We zullen aandacht schenken aan product- en procescontrole en daarbij de begrippen attributieve meting en variabele meting introduceren. Hierbij zal een aantal statistische termen en kansverdelingen worden gehanteerd, waarvan we aannemen dat ze u bekend zijn (de door ons veronderstelde voorkennis is wiskunde- en statistiekkennis op havo-niveau). Tot slot komt een tweetal vaak toegepaste methoden ten behoeve van (fouten)analyse en een model voor kwaliteitskosten aan de orde. LEERDOELEN Na het bestuderen van deze leereenheid wordt van u verwacht dat u weet wat onder product- en procescontrole wordt verstaan de begrippen attributieve meting en variabele meting kent een keuringskarakteristiek kunt hanteren de begrippen procesinherente variatie en incidentele variatie kent een aantal storingstypen kunt herkennen en omschrijven de principes en toepassingen van regelkaarten kunt beschrijven en een gegeven regelkaart kunt interpreteren de Pareto-analyse kunt toepassen de principes en toepassingen van visgraatdiagrammen kunt beschrijven en een gegeven visgraatdiagram kunt interpreteren weet in welke groepen kwaliteitskosten kunnen worden verdeeld, van elke hoofdgroep voorbeelden kunt geven en het verloop van de kwaliteitskosten bij toenemende kwaliteit kunt schetsen een omschrijving kunt geven van de volgende begrippen: belangrijkheidsclassificatie, ontvangstcontrole, eindcontrole, partij, steekproefkeuring, keuringsschema, fout van de eerste soort, fout van de tweede soort, keuringskarakteristiek, kwaliteitskring.

3 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg L E E R K E R N 1 Controlespecificatie In de vorige leereenheid is gesteld dat kwaliteitszorg vier deelgebieden omvat: normstelling, controle, beheersing en borging. In deze paragraaf gaat het over controle (inspecteren): het meten van één (of meer) kenmerken en het vergelijken van de gevonden meetuitkomsten met de daarvoor geldende normen. Aan de hand van vragen die beantwoord moeten worden bij het specificeren van een controle zullen een aantal begrippen worden geïntroduceerd. Deze begrippen komen terug in de volgende paragrafen van deze leereenheid waarin een aantal methoden en technieken zullen worden behandeld. De doeltreffendheid van controle wordt grotendeels bepaald door een goede specificatie en uitvoering ervan. Bij de controlespecificatie kunt u uitgaan van het beantwoorden van de volgende vragen: a welke eigenschappen van het product of onderdeel worden b waar c door wie d waarmee en e hoe vaak gecontroleerd? In deze paragraaf gaan we nader in op deze vragen. Productcontrole Belangrijkheidsclassificatie De controlespecificatie begint met het bepalen van de eigenschappen die gecontroleerd dienen te worden. De beantwoording van deze vraag hangt af van het doel van de controle. Een eerste doelstelling kan zijn het beoordelen of producten goed genoeg zijn voor gebruik. Controle met een dergelijk doel noemen we productcontrole. Een voorbeeld is de eindcontrole. Bij eindcontroles worden producten voor levering geïnspecteerd om te voorkomen dat klanten slechte producten ontvangen. Als er sprake is van productcontrole, kan een belangrijkheidsclassificatie gebruikt worden als hulpmiddel bij het bepalen van te controleren eigenschappen. Een belangrijkheidsclassificatie houdt in dat eigenschappen worden ingedeeld in klassen: kritisch, zeer belangrijk, van ondergeschikt belang. Het indelen in die klassen vindt plaats op grond van de gevolgen van afwijkingen (fouten) van eigenschappen voor veiligheid, gebruik, verwisselbaarheid en uiterlijk. In figuur 2.1 ziet u een voorbeeld van een belangrijkheidsclassificatie. 3

4 Kwaliteitszorg FIGUUR 2.1 Een voorbeeld van belangrijkheidsclassificatie Bron: S. Wiegersma, 1973 Procescontrole Ontvangstcontrole Eindcontrole Een tweede doelstelling van controle kan zijn het beheersen van processen. Men wil erachter komen wat de toestand van het proces is. Dergelijke controles noemen we procescontroles. Door procescontrole verkregen informatie wordt gebruikt om, indien nodig, processen zodanig in of bij te stellen dat de producten aan de normen (blijven) voldoen. Bij procescontrole is het belangrijk dat díe eigenschappen worden gemeten die informatie verschaffen over het proces. De plaats waar bepaalde eigenschappen gecontroleerd worden, ligt bij voorkeur zo dicht mogelijk bij het (deel)proces waar die eigenschappen worden gerealiseerd of voor het eerst goed beoordeelbaar zijn. Dit in verband met de mogelijke invloed van afwijkingen op het verdere verloop van het proces. Naast controles tijdens het productieproces zien we de ingangs- of ontvangstcontrole en de eindcontrole. De functie van de ontvangstcontrole is tweeledig: ten eerste het verifiëren of conform de specificaties is geleverd (door leveranciers), ten tweede het voorkomen dat afwijkende materialen het proces kunnen verstoren c.q. dat bijtijds maatregelen kunnen worden genomen om het proces adequaat in te stellen (stuurinformatie). Eigenlijk zou eindcontrole (dat wil zeggen: controle op de output van het proces) bij een optimaal functionerend kwaliteitszorgsysteem overbodig moeten zijn. Controles zullen veelal echter worden uitgevoerd om de effectiviteit van het kwaliteitssysteem te bewaken en de afnemer alsmede de eigen organisatie hierover te informeren. De keuze wie controleert (bijvoorbeeld productiemedewerkers of kwaliteitsfunctionaris) is afhankelijk van overwegingen als: de noodzakelijke specifieke kennis en vaardigheid de mate waarin de beoordelingsmaatstaven objectief en duidelijk zijn vastgelegd

5 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg de tijd die productiemedewerkers voor controles beschikbaar hebben, gezien het productietempo en de eisen aan de nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de meting en de registratie van de meetuitkomsten de mate waarin productiemedewerkers betrokken zijn bij de regeling c.q. beheersing van het betreffende (deel)proces. Attributieve meting Variabele meting Het antwoord op de vraag waarmee wordt gecontroleerd, wordt bepaald door: de kosten van aanschaf, gebruik en onderhoud van de meetinstrumenten de vereiste kennis en vaardigheid alsmede het gebruik dat van de meetinformatie wordt gemaakt. de aard van de te meten eigenschappen. Het onderscheid tussen attributieve en variabele metingen is hierbij van belang. Bij attributieve metingen wordt er alleen op gelet of een product aan de eisen voldoet of niet. Een product is óf goed óf fout. Een geheugenchip werkt wel of niet, een pak suiker voldoet aan de minimale gewichtseis of niet. Bij variabele metingen wordt erop gelet hoever de gemeten waarde afligt van een bepaalde normwaarde. Hoeveel wijkt het gewicht van een pak suiker af van de nominale waarde. Veel producteigenschappen kunnen niet of zeer moeilijk met behulp van een instrument worden gemeten. In die gevallen fungeert de mens als meetinstrument. De frequentie van de controle ofwel: hoe vaak wordt gecontroleerd, is sterk afhankelijk van: gewenste nauwkeurigheid, toegestane risico s de productiewijze: bijvoorbeeld stuk-, serie- of massaproductie. Bij stuk-/kleinserieproductie zal vaak elk product gecontroleerd worden (100%-controle). Bij serie- en massaproductie wordt meestal steekproefsgewijs gecontroleerd. Op basis van metingen van een steekproef wil men zich een oordeel vormen over de kwaliteit van een partij producten. In de volgende paragraaf zal verder ingegaan worden op het keuren van partijen aan de hand van steekproeven. 2 Productcontrole Steekproefkeuring Als we te maken hebben met grote aantallen producten is 100%-controle (controle van alle producten) vrij kostbaar. We zien dan ook dat deze vorm van controle, behalve in die gevallen waar geen fouten zijn toegestaan, zelden wordt toegepast. Het alternatief voor 100%-controle is het keuren van een beperkt aantal producten uit een partij en op basis van deze metingen een uitspraak proberen te doen over de kwaliteit van de hele partij. We spreken dan over steekproefkeuring. De principes van steekproefkeuring kunnen zowel gebruikt worden bij attributieve metingen als bij variabele metingen. In deze leereenheid zullen we ons beperken tot de attributieve metingen. OPGAVE 2.1 Als er sprake is van grote aantallen gelijksoortige producten, wordt meestal op basis van kostenoverwegingen gekozen voor steekproefkeuring in plaats van 100%-keuring. 5

6 Kwaliteitszorg Welke reden, behalve lagere kosten, kan een bedrijf nog meer hebben om steekproefkeuring toe te passen? Partij Keuringsschema Uitgangspunt bij steekproefkeuring is dat de kwaliteit van de producten in de steekproef, representatief is voor de kwaliteit van de gehele partij. In een representatieve steekproef uit een partij moeten de kenmerken of eigenschappen in de zelfde verhouding voorkomen als in de gehele partij. Daarom is het bij steekproefkeuring noodzakelijk om producten samen te voegen tot partijen die gemaakt zijn bij eenzelfde bron onder dezelfde omstandigheden. Bijvoorbeeld exemplaren die afkomstig zijn van dezelfde machine en/of productiemedewerker, en gemaakt zijn van dezelfde grondstof. Met een partij bedoelen we dan ook een verzameling gelijksoortige producten van dezelfde afkomst, die onder dezelfde omstandigheden zijn vervaardigd. Steekproefkeuring kan om verschillende redenen en op verschillende manieren worden uitgevoerd. In paragraaf 3 zullen we steekproefkeuring ten behoeve van procescontrole tegenkomen. De steekproefkeuring die we in deze paragraaf bespreken, is een vorm van productcontrole, het is een beslissingsmethode om onderscheid te maken tussen partijen die wel aan de eisen voldoen en partijen die niet aan de eisen voldoen. De eisen die gesteld worden aan een partij, moeten hiertoe worden vertaald in eisen aan de uitkomsten van de steekproef. Bijvoorbeeld: Een fabrikant van suiker heeft met zijn afnemers afgesproken dat een partij suiker van 1000 pakken maximaal 50 pakken mag bevatten met een gewicht lager dan de nominale waarde van 1 kg. Om te controleren of een partij voldoet aan deze norm, keurt hij een steekproef van 20 pakken suiker. De eis aan de partij kan vertaald worden in de volgende eis aan de steekproef: maximaal 1 pak in de steekproef mag een gewicht lager dan 1 kg hebben. Vinden we in de steekproef (20 stuks) geen of één enkel pak dat niet voldoet, dan wordt de partij goedgekeurd. Zijn er twee of meer pakken met een te laag gewicht dan wordt de partij afgekeurd. Wordt op basis van een steekproef geconcludeerd dat een partij niet aan de eisen voldoet dan zijn de volgende acties mogelijk: de partij wordt vernietigd de partij wordt hersteld/gerepareerd: een gedeelte van het productieproces wordt opnieuw uitgevoerd de partij wordt gesorteerd. Alle producten uit de partij worden gekeurd en de foutieve verwijderd/gerepareerd. De eisen waaraan een steekproef moet voldoen, wordt vastgelegd in een keuringsschema. In een keuringsschema wordt in ieder geval vastgelegd: hoe groot de steekproefomvang (n) is wat het goedkeuringscriterium (c) is. Dit betekent dat een partij wordt goedgekeurd als het aantal foutieve producten in de steekproef c is. Voor bovenstaand voorbeeld over de suikerfabrikant geldt het volgende keuringschema: Neem een steekproef van 20 exemplaren uit een partij (n = 20). Keur de partij goed indien in de steekproef hoogstens 1 fout exemplaar wordt gevonden (c = 1). Keur de partij af indien er meer dan 1 fout exemplaar in de steekproef voorkomt.

7 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg Fout van de eerste soort Fout van de tweede soort Leveranciersrisico Afnemersrisico Omdat men bij steekproefkeuring niet alle producten controleert, is de betrouwbaarheid van de keuring beperkt. Men loopt het risico dat de uitkomst van de steekproef niet gelijk is aan de werkelijke kwaliteit van een partij. De steekproef kan procentueel minder of meer fouten bevatten dan de totale partij. Bij keuring op basis van steekproeven zijn er twee soorten foutieve conclusies mogelijk: Wordt een partij ten onrechte afgekeurd dan spreken we van een fout van de eerste soort. In ons suiker -voorbeeld: als een steekproef 2 of meer foute exemplaren bevat, maar de totale partij 50 of minder. Wordt een partij ten onrechte goedgekeurd dan spreken we van een fout van de tweede soort. De steekproef bevat minder dan 2 foute pakken suiker, maar de totale partij meer dan 50. Leveranciers/producenten willen onterechte afkeur tot een minimum beperken. Het afkeuren van een relatief goede partij betekent immers extra kosten/nadeel voor de leverancier. De kans op een fout van de eerste soort wordt ook wel leveranciersrisico genoemd. De afnemers daarentegen willen een zo laag mogelijke kans op een fout van de tweede soort. Het goedkeuren van relatief slechte partijen is nadelig voor afnemers. De kans op onterechte goedkeur wordt afnemersrisico genoemd. De grootte van de risico s voor leverancier/producent en afnemer kunnen beïnvloed worden door de manier waarop de keuring plaatsvindt. Van belang zijn in dit verband de omvang van de steekproef en het zogenaamde goedkeuringscriterium. Hoe groter de steekproef, hoe betrouwbaarder de keuring. De kans op foutieve conclusies (zowel fouten van de eerste soort als fouten van de tweede soort) wordt lager. Het goedkeuringscriterium geeft aan waaraan de uitkomst van de steekproef moet voldoen, wil men overgaan tot goedkeuring van de partij. In ons voorbeeld is het goedkeurcriterium (c) 1. Bij (maximaal) 1 foutief exemplaar in de steekproef vindt goedkeuring plaats. Door strengere eisen te stellen met betrekking tot de uitkomst van de steekproef, worden minder partijen goedgekeurd. De kans op onterechte goedkeuring wordt kleiner. Het leveranciersrisico wordt echter groter. Merk op dat de eisen die gesteld worden aan een steekproef, niet in overeenstemming hoeven te zijn met de eisen die gelden voor de werkelijke partij. In het suikervoorbeeld wordt aan partijen de eis gesteld dat maximaal 5% van de exemplaren een gewicht lager dan 1 kg mag hebben. De overeenkomstige eis aan de steekproef is maximaal 1 foutief exemplaar (5% van 20). We kunnen echter ook een strengere eis kiezen voor de steekproef. Bijvoorbeeld alleen goedkeuren als het gewicht van alle pakken boven de 1 kg ligt (goedkeuringscriterium = 0). Het afnemersrisico wordt hierdoor lager. Het leveranciersrisico wordt echter groter. Keuringskarakteristiek Een hulpmiddel om de afnemers- en leveranciersrisico s bij een bepaald keuringsschema zichtbaar te maken, is de zogenoemde keuringskarakteristiek. De keuringskarakteristiek geeft op grafische wijze de kans op goedkeuring als functie van de werkelijke kwaliteit weer. 7

8 Kwaliteitszorg De hier genoemde kansverdelingen worden niet verder uitgelegd. We gaan ervan uit dat u statistiekkennis op havo-niveau bezit. De grafiek wordt berekend voor een bepaalde steekproefgrootte (n) en goedkeuringscriterium (c). Deze berekening is gebaseerd op kansrekening. Voor een attributieve meting wordt gebruik gemaakt van discrete kansverdelingen als de Poisson-verdeling en de binomiale verdeling. Bij een variabele meting wordt meestal de normale verdeling toegepast. De normale verdeling is een continue verdeling. Op de precieze wijze waarop een keuringskarakteristiek wordt berekend gaan we hier niet in. Wel moet u een gegeven karakteristiek kunnen interpreteren (zie de opgaven 2.2, 2.3 en 2.4). Als voorbeeld vindt u in figuur 2.2 een keuringskarakteristiek van een attributieve meting: producten zijn óf goed óf fout. bij een steekproefgrootte van 50: n = 50 en een goedkeuringscriterium van 1: c = 1. Bij maximaal 1 foutief exemplaar in de steekproef wordt de partij goedgekeurd. FIGUUR 2.2 De keuringskarakteristiek voor n = 50 en c = 1 Langs de X-as ziet u het werkelijke percentage fouten in de partij. Dit percentage is gelijk aan 100p, waarin p de fractie fouten weergeeft. Langs de Y-as vindt u de goedkeuringskans P G bij n = 50 en c = 1. OPGAVE 2.2 Gegeven is de keuringskarakteristiek in figuur 2.2. a Als het foutenpercentage 3 bedraagt, hoe groot is dan de goedkeuringskans? b Welk foutenpercentage hoort bij een goedkeuringskans van 95%? c Als de goedkeuringskans 10% is, welk percentage fouten hoort daar dan bij? OPGAVE 2.3 Gegeven is de keuringskarakteristiek in figuur 2.2. De betreffende leverancier heeft, op basis van marktonderzoek, besloten dat het maximaal acceptabele foutenpercentage in een partij 2% is. a Wat is de kans op een fout van de eerste soort bij een werkelijke partijkwaliteit van 2% foutieve producten?

9 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg b Wat is de kans op een fout van de eerste soort bij een werkelijke partijkwaliteit van 1% foutieve producten? c Wat is de kans op een fout van de tweede soort bij een werkelijke partijkwaliteit van 3% foutieve producten? d Wat is de kans op een fout van de tweede soort bij een werkelijke partijkwaliteit van 6% foutieve producten? OPGAVE 2.4 Gegeven: De eis aan die aan partijen wordt gesteld, is maximaal 6% foutieve producten. In de nu volgende tabel vindt u de goedkeuringskansen bij attributieve partijkeuring met n = 50, c = 3, resp. n = 50, c = 2. Gevraagd: a Teken de keuringskarakteristiek bij n = 50 en c = 3. Wat is de kans op een fout van de eerste soort als het werkelijke foutenpercentage 6% is? Wat is de kans op een fout van de tweede soort als het werkelijke foutenpercentage 6% is? b Teken de keuringskarakteristiek bij n = 50 en c = 2. c Teken de keuringskarakteristiek bij 100%-controle. d In welke situatie n = 50 en c = 3, n = 50 en c = 2 of 100%-keuring zijn de leveranciersrisico s resp. de afnemersrisico s het kleinst? e In welke situatie n = 50 en c = 3, n = 50 en c = 2 of 100%-keuring zijn de leveranciersrisico s resp. de afnemersrisico s het grootst? 3 Procescontrole In het nu volgende komt het gebruik van steekproefkeuring ten behoeve van procescontrole aan de orde. Het doel van de keuring is nu niet het beoordelen of een partij voldoet aan de eisen, maar het beoordelen of het proces verstoord is en ingrijpen al dan niet noodzakelijk is. Soms zal het mogelijk zijn procescontrole (gedeeltelijk) te baseren op metingen van de procesinstellingen. Hier zullen we verder niet op ingaan. We concentreren ons op metingen aan de output van het proces, de producten. Dergelijke metingen kunnen zowel attributief of variabel zijn. Bij attributieve meting is de uitkomst van de steekproef het aantal foutieve producten of percentage foutieve producten in de steekproef. Bij variabele meting wordt de waarde van een bepaalde producteigenschap gemeten. Als steekproefuitkomst wordt dan het gemiddelde, range en/of spreiding van de gemeten waarden genomen. 9

10 Kwaliteitszorg Procesinherente variatie Incidentele variatie De kwaliteit van producten wordt door een groot aantal factoren beïnvloed. Denk aan de kwaliteit van grondstoffen en onderdelen, nauwkeurigheid van machines, vergissingen door productiemedewerkers, slijtage aan machine, enzovoorts. De kwaliteit van producten is hierdoor nooit precies hetzelfde, er is sprake van variatie in het foutenpercentage of waarde van een producteigenschap. Een onderneming zal altijd een zekere variatie in de kwaliteit van producten accepteren en als normaal beschouwen. Het betreft procesinherente variatie die het gevolg is van de wijze waarop het proces wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld variatie ten gevolge van de nauwkeurigheid van machines of vrijheid van handelen binnen een procedure. Ter beperking van deze vorm van variatie zijn structurele maatregelen nodig: er moet een andere machine komen, de procedures moeten worden veranderd. Dit type variatie kan dan ook alleen worden gereduceerd door ingrijpen van het management. Behalve procesinherente variatie kunnen ook incidentele variaties plaatsvinden, als gevolg van verstoringen op het proces. Bijvoorbeeld een overgang op grondstoffen van een andere leverancier of een bedieningsfout. Met procescontrole wil men achterhalen wanneer er sprake is van een dergelijke verstoring van het proces en een ingreep noodzakelijk is om de variatie te beperken. Voor het reduceren van incidentele variatie zijn geen structurele procesveranderingen nodig. Vaak kan ter plekke direct actie worden ondernomen door de operators. Een hulpmiddel bij het ontdekken van verstoringen (incidentele variaties) is het grafisch uitzetten van steekproefuitkomsten. In paragraaf 3.1 wordt een aantal typische storingspatronen in opeenvolgende steekproefuitkomsten genoemd. Paragraaf 3.2 gaat over het gebruik van zogenaamde regelkaarten. 3.1 STORINGSTYPEN We hebben hierboven gezien dat er een groot aantal verschillende verstoringen kunnen optreden, bijvoorbeeld bedieningsfouten, andere grondstoffen, enzovoorts. De aard van een optredende verstoring kan in bepaalde gevallen worden afgeleid uit de wijze waarop steekproefuitkomsten zich in de tijd gedragen. De diverse verstoringen zullen het verloop van de kwaliteit van producten op verschillende manieren beïnvloeden. Er treden verschillende storingspatronen op. Daarom is het vaak nuttig de uitkomsten van een reeks opeenvolgende steekproeven in een grafiek uit te zetten. Hieronder worden zes typen verstoringen beschreven en grafisch weergegeven. Het gaat hierbij veelal om een variabele meting: bijvoorbeeld de diameter van asjes Niveauverschuiving Niveauverschuiving Dit type verstoring wordt gekenmerkt door een plotselinge wijziging van een producteigenschap als gevolg van bijvoorbeeld de overgang op andere grondstoffen of

11 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg materialen, of de wijziging van een procesinstelling (ploegwisseling!). FIGUUR 2.3 Niveauverschuiving Trend Trend Een trend is een geleidelijke verandering van de waarde van een producteigenschap. Dit wordt vaak veroorzaakt door slijtage van gereedschappen, van hulpwerktuigen of van meetgereedschappen, waardoor de afwijking steeds groter wordt. Een trend treedt veelal ook op bij het opstarten van processen of het opwarmen van ovens. FIGUUR 2.4 Trend Foutencluster Foutencluster Als er plotseling en tijdelijk sprake is van een (relatief groot) aantal extreme waarden, spreekt men van een foutencluster. FIGUUR 2.5 Foutencluster Uitschieters Uitschieters Een uitschieter is een uitkomst die sterk van de normwaarde afwijkt. Uitschieters zijn vaak het gevolg van een incidentele 11

12 Kwaliteitszorg onoplettendheid of fout bij de bediening van het proces, van een meetfout of van een plotseling optredend (en snel ontdekt) technisch mankement. FIGUUR 2.6 Uitschieters Periodiciteit Periodiciteit Periodiciteit wordt gekenmerkt door een regelmatig optredende fluctuatie in de waarde van producteigenschappen. Periodiciteit kan diverse oorzaken hebben, zoals excentriciteit of andere afwijkingen aan cilinders en walsen, pulswerking van pompen en traagheid in een regelkring. FIGUUR 2.7 Periodiciteit Heterogeniteit Heterogeniteit Dit verschijnsel treedt op als partijen worden beschouwd, waarvan niet ieder product afkomstig is van hetzelfde proces. Een dergelijke situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen bij parallel werkende processen, zoals bij meerkoppige vulmachines en meerassige boormachines. Ook kan een heterogeniteit optreden bij processen die parallel worden gevoed, zoals bij een slijpbank waar producten van meerdere draaibanken bewerkt worden.

13 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg FIGUUR 2.8 Heterogeniteit Het grafisch uitzetten van steekproefuitkomsten kan worden gestandaardiseerd met een regelkaart waarvan de toepassing in de volgende paragraaf wordt behandeld. 3.2 REGELKAARTEN Regelkaart Een regelkaart is een grafisch hulpmiddel, waarmee op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld of een steekproefuitkomst aanleiding geeft om een procesverstoring te veronderstellen. In figuur 2.9 is een voorbeeld van een regelkaart opgenomen. FIGUUR 2.9 Een regelkaart Regelgrenzen Centrale lijn Waarschuwingsgrenzen Op een regelkaart zijn meestal een centrale lijn en een of twee regelgrenzen aangegeven. De centrale lijn geeft de normwaarde aan voor de controlegrootheid. Ligt een steekproefuitkomst binnen de regelgrenzen, dan nemen we aan dat het proces niet verstoord is. Bij overschrijding is dat wel het geval en zal men het proces moeten corrigeren. De regelgrenzen worden daarom ook wel actiegrenzen genoemd. Een regelkaart kan worden uitgebreid door toevoeging van waarschuwingsgrenzen. Zie figuur Bij een dergelijke, uitgebreide regelkaart wordt een procesverstoring niet alleen verondersteld als één steekproefuitkomst buiten de regelgrenzen ligt, maar óók als een aantal opeenvolgende steekproefuitkomsten dezelfde regelgrens overschrijdt. Een overschrijding van een waarschuwingsgrens attendeert degene die het proces moet regelen, op een mogelijke verandering. Hij/zij kan daarover zekerheid krijgen door bijvoorbeeld direct daarop nog een steekproef te nemen. Valt het gemiddelde daarvan weer buiten de waarschuwingsgrenzen, dan kan met een bepaalde (berekenbare) zekerheid worden aangenomen dat het proces inderdaad is verstoord. 13

14 Kwaliteitszorg FIGUUR 2.10 Een regelkaart met bovenste en onderste regelgrenzen (BRG en ORG) en waarschuwingsgrenzen (BWG en OWG) Het concept van regelkaarten is gebaseerd op de veronderstelling dat, als een proces niet verstoord is, de procesuitkomsten beschreven kunnen worden door een stabiele kansverdeling. Deze kansverdeling beschrijft dan de variatie rond de gewenste waarde van een producteigenschap die als normaal wordt beschouwd (procesinherente variatie). Een regelkaart is dan een hulpmiddel om te controleren of een procesuitkomst binnen de geponeerde kansverdeling verklaard kan worden (en dus als normaal moet worden beschouwd), of dat een verstoring verondersteld moet worden (en ingrijpen dus noodzakelijk is). Hiertoe worden de regelgrenzen bij een zodanig waarde van de producteigenschap gelegd, dat het optreden van een dergelijke waarde volgens de geponeerde verdeling zeer onwaarschijnlijk is. Het vorenstaande wordt hieronder toegelicht aan de hand van een voorbeeld. Het is niet noodzakelijk dat u statistische berekeningen zoals in het voorbeeld worden genoemd, kunt maken. Wel dient u de gedachtengang te kunnen volgen. Als voorbeeld nemen we de controle van de diameter van asjes. Ten gevolge van procesinherente variaties is de diameter niet constant, maar fluctueert deze enigzins rond de gewenste waarde van 10mm. Bekijken we een groot aantal steekproefuitkomsten (gemiddelde diameter van 5 asjes) dan lijkt de variatie van deze uitkomst beschreven te kunnen worden door een zogenaamde normale verdeling met gemiddelde (µ) van 10,0 mm en een standaarddeviatie (σ) van 0,5 mm. De standaarddeviatie is een maat voor de variatie rond de gemiddelde waarde. De normale verdeling is grafisch weergegeven in figuur 2.11.

15 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg FIGUUR 2.11 De normale verdeling Waarden rond het gemiddelde hebben een grote kans van optreden. Hoe meer de steekproefuitkomsten afwijken van het gemiddelde, hoe lager de kans van optreden. De kans op optreden van een uitkomst kleiner, resp. groter dan een bepaalde waarde kan berekend worden uitgaande van tabellen van de standaardnormale verdeling (deze tabellen zijn te vinden in statistische handboeken). In tabel 2.1 zijn enkele kansen opgenomen voor ons voorbeeld van de diameter van asjes. TABEL 2.1 De kans op een waarde kleiner dan 9.0 mm of groter dan 11.0 mm is bij een normale verdeling met µ = 10 mm en σ = 0.5 mm, onwaarschijnlijk klein. We leggen dan ook de regelgrenzen bij 9,0 en 11,0 mm. Dat wil zeggen dat we het proces als verstoord beschouwen als we een steekproefuitkomst kleiner dan 9.0 mm of groter dan 11.0 mm tegenkomen. Vaak worden regelgrenzen gekozen van µ ± 2σ. Ook in het voorbeeld van de diameter van de asjes: 10 mm ± 1 mm. Bij de gekozen regelgrenzen is de kans op onterecht ingrijpen (uitkomst valt door procesinherente variatie buiten de regelgrenzen) klein. Uitkomsten die binnen de grenzen vallen geven echter geen garantie dat het proces niet verstoord is. Om de kans op het signaleren van verstoringen te vergroten, gaan we bij de regelkaart voor de diameter van asjes naast de regelgrenzen gebruik maken van waarschuwingsgrenzen. Deze waarschuwingsgrenzen leggen we bij 9.5 mm en 10.5 mm. Dit komt overeen met µ ± σ. Bij een onverstoord proces is de kans dat twee opeenvolgende steekproefuitkomsten buiten de(zelfde) waarschuwingsgrens vallen, klein (± 2.5%) We nemen dan ook aan dat er in dat geval sprak is van een verstoring. Hoewel een regelkaart een zeer eenvoudig hulpmiddel is voor de uitvoerende productiemedewerkers, is het ontwerpen van een dergelijk controlesysteem een complexe zaak. Er zal een afweging gemaakt moeten worden tussen: de kosten van het opsporen van procesverstoringen de kosten/gevolgen van het niet tijdig signaleren van procesverstoringen. Deze kosten kunnen worden beïnvloed door de grootte van de steekproeven, de frequentie waarmee steekproeven worden uitgevoerd en de ligging van de regelgrenzen/waarschuwingsgrenzen. 15

16 Kwaliteitszorg De beste procescontrole, vanuit het oogpunt van tijdig signaleren van verstoringen, is het frequent keuren van grote steekproeven. Dit leidt echter tot hoge controlekosten. Ook bij de keuze van de regelgrenzen hebben we te maken met tegenstrijdige eisen. Aan de ene kant willen we krappe regelgrenzen zodat we snel, alle verstoringen kunnen signaleren en kunnen corrigeren. Aan de andere kant is bij krappe regelgrenzen de kans op onjuiste actie groter. Het zal dan immers vaker voorkomen dat een steekproefuitkomst buiten de regelgrenzen valt als gevolg van procesinherente variaties, en onterecht een verstoring wordt verondersteld. Het minimaliseren van de kans op onterechte acties leidt tot ruime regelgrenzen, terwijl het minimaliseren van de kans dat een verstoring niet ontdekt wordt, leidt tot krappe regelgrenzen. Bij de keuze van de regelgrenzen, steekproefgrootte en frequentie zal een inschatting van en afweging tussen de relevante kosten uiteindelijk de doorslag moeten geven. Voor we nader in zullen gaan op de kosten van kwaliteitszorg (paragraaf 5), zullen eerst in paragraaf 4 twee methoden worden besproken voor het analyseren van fouten. 4 Een tweetal methoden voor (fouten)analyse Voordat op basis van gesignaleerde fouten acties kunnen worden ondernomen, is vaak nadere analyse en onderzoek noodzakelijk. De Pareto-analyse en het visgraatdiagram zijn eenvoudige en inzichtelijke hulpmiddelen in dit verband. Beide methoden blijken zeer succesvol te zijn en worden onder andere veel gebruikt door zogenaamde kwaliteitskringen. Kwaliteitskring Een kwaliteitskring is een op vrijwillige basis gevormde groep van 5 à 15 productiemedewerkers onder leiding van een baas of voorman. Zo n kring komt eens per een of twee weken gedurende korte tijd (1 à uur) bijeen om een door henzelf gekozen probleem nader te onderzoeken. De groep wordt betrokken bij het analyseren van productiegegevens, bij het zoeken naar oorzaken van verstoringen en het bedenken en invoeren van technische en organisatorische verbeteringen. Door opleiding en training wordt hen geleerd hun eigen werksituatie kritisch te beoordelen en te analyseren, onder andere door het gebruik van processchema s, histogrammen (of kolommendiagrammen), regelkaarten en de hieronder behandelde Pareto-analyse en het visgraatdiagram. 4.1 PARETO-ANALYSE Pareto-analyse (20-80-regel) Zowel voor het vaststellen van de noodzakelijke controleactiviteiten, als voor het stellen van prioriteiten bij onderzoek en preventieve maatregelen, is inzicht nodig in de frequentie waarmee bepaalde (typen) fouten optreden, en in de relatieve ernst van de fouten. Een eenvoudig hulpmiddel hierbij is de zogenaamde Pareto-analyse, vaak ook ABC-analyse of regel genoemd. Laatstgenoemde benaming duidt op het verschijnsel dat zeer dikwijls het overgrote deel van bepaalde gebeurtenissen door een

17 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg betrekkelijk gering aantal oorzaken wordt veroorzaakt. Hierna vindt u een voorbeeld van toepassing van de Pareto-analyse in de kwaliteitszorg. Het betreft een onderzoek naar de frequentie waarmee bepaalde fouten voorkomen in printpanelen. Bij de controle van een groot aantal printpanelen is een tiental (typen) fouten vastgesteld, die elk tot afkeuring leiden. Tabel 2.2 geeft hiervan een overzicht. TABEL 2.2 Fouten in printpanelen In deze tabel zijn de waargenomen fouten gerangschikt naar frequentie van voorkomen. Per type fout is het procentuele aandeel in het totaal vermeld. In de laatste kolom zijn deze percentages opgeteld, dit steeds tot en met die van het betrokken type. Deze cumulatieve percentages zijn in figuur 2.12 uitgezet tegen de desbetreffende foutentypen. FIGUUR 2.12 Pareto-diagram van fouten in printpanelen Ook in dit geval blijkt dat slechts een gering aantal typen fouten verantwoordelijk is voor een groot deel van de afkeuringen. De fouten 1, 2 en 3 veroorzaken in dit geval samen 78% van de totale afkeuringen. Het lijkt dus van belang de aandacht primair te richten op het verminderen van deze fouten. 17

18 Kwaliteitszorg Afhankelijk van het beoogde doel kan men de fouten, in plaats van naar frequentie, ook rangschikken naar hun aandeel in de kosten, in de reparatietijd, enzovoorts. Bij het zoeken naar oplossingen voor fouten moet men inzicht zien te verkrijgen in de mogelijke oorzaken. Om die op een gestructureerde manier te inventariseren kan met vrucht gebruik worden gemaakt van het zogenaamde visgraatdiagram. 4.2 HET VISGRAATDIAGRAM Ishikawadiagram Oorzaak-gevolgdiagram Het visgraatdiagram is een eenvoudig en handig hulpmiddel om (kwalitatief) inzicht te krijgen in de samenhang van factoren die fouten kunnen veroorzaken. Het wordt ook wel een ishikawadiagram genoemd, naar de Japanse propagandist van deze methode, of oorzaak-gevolgdiagram. FIGUUR 2.13 Visgraatdiagram Het diagram is opgebouwd uit een aantal gerichte pijlen. Figuur 2.13 geeft een voorbeeld van een van de vele uitvoeringsvormen. Dit voorbeeld heeft betrekking op de mogelijke oorzaken van de meest voorkomende fout uit het voorbeeld van printpanelen in paragraaf 4.1, namelijk kortsluiting. De grote horizontale pijl is gericht op het object van onderzoek. De belangrijkste invloedfactoren zijn vermeld in de hokken aan de uiteinden van de diagonale pijlen. Elk daarvan is verder ontleed naar

19 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg mogelijke directe of indirecte oorzaken van afwijkingen. Die ontleding wordt doorgezet, totdat alle relevante aspecten in beeld zijn gebracht. Zo zien we in dit voorbeeld dat fouten ten gevolge van het etsen veroorzaakt kunnen worden door een te lage etssnelheid, die op haar beurt veroorzaakt kan zijn door een verkeerde instelling van de machine of door een verkeerde samenstelling van het etsmiddel. Het uitwerken van een dergelijk diagram blijkt in de praktijk een goed middel bij de inventarisatie van mogelijke verstorende invloeden. Het geeft een aangrijpingspunt om invloeden in relatie tot elkaar te bestuderen. Dit zowel als basis voor verder onderzoek, als om alvast die maatregelen te nemen, die direct mogelijk en nuttig zijn. Het is overigens een nuttige methode bij elke vorm van probleemanalyse. OPGAVE 2.5 Wat is het wezenlijke verschil tussen een Pareto-analyse en een visgraatdiagram? OPGAVE 2.6 Geef commentaar op de stelling: Men dient eerst een visgraatdiagram uit te werken alvorens een Pareto-analyse uit te voeren. 5 Kwaliteitskosten Kwaliteitskosten Preventiekosten Beoordelingskosten Foutenkosten Onder de verzamelnaam kwaliteitskosten verstaan we de kosten van het voorkómen van kwaliteitsafwijkingen, de kosten van het vaststellen van kwaliteitsafwijkingen en de kosten als gevolg van kwaliteitsafwijkingen. De meest gebruikelijke benamingen voor deze hoofdgroepen van kwaliteitskosten zijn: preventiekosten, beoordelingskosten en foutenkosten. Deze laatste groep wordt vaak opgesplitst in interne en externe foutenkosten. De preventiekosten worden gemaakt om de kans op kwaliteitsafwijkingen te verkleinen, bijvoorbeeld proces- en foutenanalyses, leveranciersselectie, opleiding en training. Deze kosten zijn vooral van belang omdat de mate van preventie bepalend is voor de omvang van de overige kwaliteitskosten. De beoordelingskosten houden verband met inspecties, controles, beproeving en andere beoordelingsactiviteiten van materialen, processen en producten. De foutenkosten zijn de kosten en de gederfde opbrengsten als gevolg van kwaliteitsafwijkingen. De interne foutenkosten ontstaan als gevolg van afwijkingen die tijdens het voortbrengingsproces worden geconstateerd (bijvoorbeeld afval, uitval, herbewerking, productieverlies e.d.) dus nog voor de levering aan de afnemer. De externe foutenkosten ontstaan als gevolg van het optreden of ontdekken van kwaliteitsafwijkingen bij de gebruikers, bijvoorbeeld retourzendingen, schade- en garantieclaims. In figuur 2.14 wordt het zogenaamde kwaliteitskostenmodel weergegeven. Uitgangspunt bij dit model is dat door meer te investeren in preventieve maatregelen het aantal fouten/afwijkingen en de daarmee 19

20 Kwaliteitszorg samenhangende kosten aanzienlijk afnemen en (op den duur) een minder intensieve controle noodzakelijk zal zijn. De totale kwaliteitskosten zullen afnemen. FIGUUR 2.14 Het verloop van kwaliteitskosten U interpreteert figuur 2.14 als volgt. De verticale as geeft de kosten als percentage van de omzet. Langs de horizontale as is de kwaliteit afgezet. Aanvankelijk zullen bij een toenemende kwaliteit de totale kwaliteitskosten dalen. Helemaal rechts is de kwaliteit volmaakt. In dat geval zijn de beoordelings- en foutenkosten nihil, doch de preventiekosten stijgen tot astronomische hoogte. De totale kosten doen dat eveneens. Bij een bepaalde kwaliteit, tussen lage kwaliteit en volmaakte kwaliteit, zijn de totale kosten optimaal. In figuur 2.14 zijn de optimale kwaliteitskosten gelijk aan 6% van de omzet. Die 6% bestaan uit: 1% beoordelingskosten, 2% foutenkosten en 3% preventiekosten. Deze percentages zijn niet algemeen geldend, ze zijn bedoeld als illustratie. Het is niet mogelijk een norm te geven voor de kwaliteitskosten bij een doelmatig kwaliteitssysteem. De hoogte van de optimale kwaliteitskosten is namelijk sterk afhankelijk van situationele factoren als soort product, eisen die aan het product gesteld worden, productiehoeveelheden, enzovoorts. Door de invloed van situationele factoren is bij het vergelijken van de kwaliteitskosten van verschillende organisaties grote verzichtigheid geboden. Dit geldt ook voor het beoordelen van de kwaliteitskosten van opeenvolgende perioden. De effecten van maatregelen op het gebied van kwaliteit zullen namelijk vaak pas met enige vertraging zichtbaar worden. Zo zullen de kosten van preventiemaatregelen vaak voor de baten (verlaging van beoordelings- en foutenkosten) uitgaan. Ondanks deze bezwaren kan het kwantificeren van kwaliteitskosten grote voordelen bieden bij het verkrijgen van inzicht in en het vestigen van aandacht op kwaliteitsproblemen, bij het uitstippelen van

21 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg kwaliteitsbeleid en het stellen van prioriteiten en doelen ten aanzien van verbeteringsprojecten en bij het beoordelen van resultaten van verbeteringen. We willen u erop attenderen dat van het kwaliteitskostenmodel zoals weergegeven in figuur 2.14 nog een andere variant bestaat. In die variant wordt ervan uitgegaan dat ook de preventiekosten zullen dalen bij toenemende kwaliteitsverbeteringen en kwaliteitsbewustzijn. Er is geen optimale kwaliteit waarbij de totale kosten minimaal zijn. Bij toenemende kwaliteit zullen de kosten steeds verder afnemen. In figuur 2.15 is dit weergegeven. FIGUUR 2.15 Variant van het kwaliteitskostenmodel 6 Samenvatting In deze leereenheid hebben we aandacht besteed aan product- en procescontrole. Hierbij is het van belang om onderscheid te maken tussen attributieve en variabele meting en moet men bedacht zijn op de risico s die inherent zijn aan steekproefcontrole. Deze risico s zijn het ten onrechte afkeuren c.q. ingrijpen (fout van de eerste soort) en het ten onrechte goedkeuren c.q. niet-ingrijpen (fout van de tweede soort). Bij de productcontrole hebben we aandacht besteed aan attributieve steekproefkeuring. Het hanteren van een keuringsschema en keuringskarakteristiek spelen daarbij een belangrijke rol. Bij de procescontrole hebben we aandacht besteed aan typen procesverstoringen zoals niveauverschuiving, trend, foutencluster, uitschieters, periodiciteit en heterogeniteit en aan regelkaarten. We zien bij een regelkaart één centrale lijn en één of twee regelgrenzen. Met als mogelijke uitbreiding waarschuwingsgrenzen. Als hulpmiddelen bij de (fouten)analyse hebben we kennisgemaakt met de Pareto-analyse en het visgraat- ofwel ishikawadiagram. Ten slotte hebben we aangegeven dat een drietal kostencategorieën, te weten preventie-, beoordelings- en foutenkosten de totale kwaliteitskosten vormen. Om die totale kosten te verlagen, verdient het aanbeveling om veel aandacht te schenken aan preventie en daardoor de beoordelingsen foutenkosten te reduceren. 21

22 Kwaliteitszorg T E R U G K O P P E L I N G 1 Uitwerking van de opgaven 2.1 Een reden om niet elk product te keuren kan zijn dat de keuring destructief is of de kwaliteit van de producten vermindert door de keuring. Als voorbeeld kunt u denken aan het testen van de kreukelzone van een auto door middel van een proefbotsing. Steekproefkeuring is ook noodzakelijk als geen afzonderlijke producten zijn te onderscheiden, bijvoorbeeld bij vloeistoffen. 2.2 a Bij een foutenpercentage van 3% bedraagt de goedkeuringskans ongeveer 54%. Zie figuur b Bij een goedkeuringskans van 95% hoort een foutenpercentage van 0.8%. Zie figuur c Bij een goedkeuringskans van 10% hoort een foutenpercentage van ongeveer 7.5%. Zie figuur FIGUUR a De kans op een fout van de eerste soort bij een partij met 2% foutieve producten is ongeveer 30% (100 de kans op goedkeuring). Zie figuur b De kans op een fout van de eerste soort bij een partij met 1% foutieve producten is ongeveer 9% (100 91). Zie figuur c De kans op een fout van de tweede soort bij een partij met 3% foutieve producten is ongeveer 53%. Zie figuur d De kans op een fout van de tweede soort bij een partij met 6% foutieve producten is ongeveer 20%. Zie figuur 2.17.

23 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg FIGUUR a De kans op een fout van de eerste soort bij 6% foutieve producten is 35.3% (100%-goedkeuringskans). Van een fout van de tweede soort kan men in dit geval niet spreken. Een fout van de tweede soort treedt immers op als een slechte partij wordt goedgekeurd. Een partij met 6% foutieve producten is niet slecht. FIGUUR

24 Kwaliteitszorg b FIGUUR 2.19 c FIGUUR 2.20 d Bij 100%-keuring zijn er geen risico s voor leverancier en afnemer. De kans op een onjuiste beslissing is 0. e Het afnemersrisico, d.w.z. de kans op goedkeuring van partijen met meer dan 6% foutieve producten is het grootst voor keuring met n = 50, c = 3. Zie figuur Het leveranciersrisico, d.w.z. de kans op afkeuring van partijen met 6% of minder foutieve producten, is het groots bij keuring met n = 50, c = 2. Zie figuur 2.21.

25 Leereenheid 2 Methoden en technieken van kwaliteitszorg FIGUUR De Pareto-analyse is een kwantitatieve analyse, gericht op het ordenen van fouten naar belangrijkheid. Bij het visgraatdiagram gaat het om het inventariseren van mogelijke oorzaak-gevolg-relaties. Een visgraatdiagram is een kwalitatief hulpmiddel. 2.6 Via de Pareto-analyse krijgt men inzicht in de omvang van het type afwijking (in frequentie van voorkomen, kosten, productieverlies e.d.). Een logische stap is om na een dergelijke analyse in eerste instantie die aspecten nader te onderzoeken die de hoogste score hebben gehaald. Het is dus beter om eerst een Pareto-analyse uit te voeren en daarna pas een visgraatdiagram op te stellen. 25

Zelftoets. bij leereenheid 2: Methoden en technieken van kwaliteitszorg

Zelftoets. bij leereenheid 2: Methoden en technieken van kwaliteitszorg Zelftoets bij leereenheid 2: Methoden en technieken van kwaliteitszorg 1 Procescontrole onderscheidt zich van productcontrole omdat men bij procescontrole a een onderscheid kan maken tussen partijen van

Nadere informatie

Opgaven hoofdstuk 14 Methoden voor kwaliteitsverbetering

Opgaven hoofdstuk 14 Methoden voor kwaliteitsverbetering Opgaven hoofdstuk 14 Methoden voor kwaliteitsverbetering 14.1 Waaraan moet de variatie van een proces voldoen voordat een x -regelkaart wordt gebruikt om de uitvoer van het proces te registreren? Waarom?

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetertechnieken

Kwaliteitsverbetertechnieken pag.: 1 van 6 Kwaliteitsverbetertechnieken In dit artikel behandelen we een aantal relatief eenvoudige technieken. Deze kunnen we gebruiken bij het beoordelen en/of gezamenlijk met de leverancier opzetten

Nadere informatie

Statistische variabelen. formuleblad

Statistische variabelen. formuleblad Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 13 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring Inez M. Zwetsloot Samenvatting EWMA Regelkaarten in Statistische Procesmonitoring

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek 1 Doel Beheersen van elementaire statistische technieken Toepassen van deze technieken op aardwetenschappelijke data 2 1 Leerstof Boek: : Introductory Statistics, door

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1 1 Onderwerpen van de lessenserie: De Normale Verdeling Nul- en Alternatieve-hypothese ( - en -fout) Steekproeven Statistisch toetsen Grafisch

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Toetsen van Hypothesen. Het vaststellen van de hypothese

Toetsen van Hypothesen. Het vaststellen van de hypothese Toetsen van Hypothesen Wisnet-hbo update maart 2008 1. en Het vaststellen van de hypothese De nulhypothese en de Alternatieve hypothese. Het gaat in deze paragraaf puur alleen om de formulering. Er wordt

Nadere informatie

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: 5.0 Voorkennis Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram: De lengte van de staven komt overeen met de hoeveelheid; De staven staan meestal los van

Nadere informatie

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten

Break-even analyse C2020 1. Ir. drs. M. M. J. Latten Break-even analyse C2020 1 Break-even analyse Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2020 3 2. Principe C2020 3 2.1. Analytisch C2020 3 2.2. Grafisch C2020 4 3. Realiteitsgehalte C2020 6 3.1. Aannames

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2005-I Meer neerslag De laatste tijd komen er steeds meer aanwijzingen dat het klimaat op aarde verandert. Dit heeft onder andere gevolgen voor de jaarlijkse hoeveelheid neerslag in Nederland. Om een indruk te

Nadere informatie

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages.

Figuur 1: Voorbeelden van 95%-betrouwbaarheidsmarges van gemeten percentages. MARGES EN SIGNIFICANTIE BIJ STEEKPROEFRESULTATEN. De marges van percentages Metingen via een steekproef leveren een schatting van de werkelijkheid. Het toevalskarakter van de steekproef heeft als consequentie,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2

Examen VWO. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 86 punten te behalen; het examen bestaat uit 21 vragen. Voor

Nadere informatie

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht? 2.1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset GEGEVENS154LEERLINGEN. a. Hoe lang is het grootste meisje? En de grootste jongen? b. Welke lengtes komen het meeste voor? c. Is het berekenen van gemiddelden

Nadere informatie

6. Project management

6. Project management 6. Project management Studentenversie Inleiding 1. Het proces van project management 2. Risico management "Project management gaat over het stellen van duidelijke doelen en het managen van tijd, materiaal,

Nadere informatie

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette Statistiek I Samenvatting Prof. dr. Carette Opleiding: bachelor of science in de Handelswetenschappen Academiejaar 2016 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Statistiek, gegevens en statistisch denken... 3 De

Nadere informatie

6.1 Beschouw de populatie die beschreven wordt door onderstaande kansverdeling.

6.1 Beschouw de populatie die beschreven wordt door onderstaande kansverdeling. Opgaven hoofdstuk 6 I Basistechnieken 6.1 Beschouw de populatie die beschreven wordt door onderstaande kansverdeling. x 0 2 4 6 p(x) ¼ ¼ ¼ ¼ a. Schrijf alle mogelijke verschillende steekproeven van n =

Nadere informatie

FMEA in 10 stappen. Een beknopte handleiding inclusief formulieren. Heron Technologies bv Postbus 2 7550 AA Hengelo Nederland

FMEA in 10 stappen. Een beknopte handleiding inclusief formulieren. Heron Technologies bv Postbus 2 7550 AA Hengelo Nederland FMEA in 10 stappen Een beknopte handleiding inclusief formulieren Heron Technologies bv Postbus 2 7550 AA Hengelo Nederland Tel: 074 250 00 55 Fax: 074 250 15 51 E-mail: sales@heron-technologies.com Web-site:

Nadere informatie

Docentenhandleiding Tabellen en grafieken

Docentenhandleiding Tabellen en grafieken Docentenhandleiding Tabellen en grafieken Havo A, leerjaar 4 Dit hoofdstuk is onderdeel van het domein Formules en grafieken. Havo 4: Tabellen en grafieken Havo 4: Formules Havo 4: Lineaire verbanden Havo

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A, (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak Inzenden scores Uiterlijk op 5 juni de scores van de alfabetisch eerste vijf kandidaten per school

Nadere informatie

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. 3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625. Absolute verandering = Aantal 2004 Aantal 1994 = 1625 3070 = -1445 Relatieve verandering = Nieuw Oud Aantal

Nadere informatie

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken 1 Data presenteren 1.4 Oefenen In opdracht van: Commissie Toekomst Wiskunde Onderwijs 1.4 Oefenen Opgave 9 Bekijk de genoemde dataset

Nadere informatie

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling.

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling. Opgaven hoofdstuk 6 I Learning the Mechanics 6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling. De random variabele x wordt tweemaal waargenomen. Ga na dat, indien de waarnemingen

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. De omvang van een steekproef bepalen

Hoofdstuk 13. De omvang van een steekproef bepalen Hoofdstuk 13 De omvang van een steekproef bepalen Steekproefnauwkeurigheid Steekproefnauwkeurigheid: verwijst naar hoe dicht een steekproefgrootheid (bijvoorbeeld het gemiddelde van de antwoorden op een

Nadere informatie

Les 1 Kwaliteitsbeheersing. Les 2 Kwaliteitsgegevens. Les 3 Introductie Statistiek. Les 4 Normale verdeling. Kwaliteit

Les 1 Kwaliteitsbeheersing. Les 2 Kwaliteitsgegevens. Les 3 Introductie Statistiek. Les 4 Normale verdeling. Kwaliteit Kwaliteit Les 1 Kwaliteitsbeheersing Introductie & Begrippen Monstername Les 2 Kwaliteitsgegevens Gegevens Verzamelen Gegevens Weergeven Les 3 Introductie Statistiek Statistische begrippen Statistische

Nadere informatie

Toetsen van hypothesen

Toetsen van hypothesen Toetsen van hypothesen 1 Het probleem 25 maart 2003 De busmaatschappij De Lijn heeft gemiddeld per dag 20000 reizigers in de stad Antwerpen. Tegenwoordig zijn er heel wat reizigers die proberen met de

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics. Beschrijvende Statistiek Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een klein kapitaaltje

Nadere informatie

Simon Voorbeeld VERTROUWELIJK. 360 Feedback Competentietest

Simon Voorbeeld VERTROUWELIJK. 360 Feedback Competentietest Simon Voorbeeld 360 Feedback Competentietest 2015 Testcentrum Groei De Algemene Voorwaarden van Testcentrum Groei B.V., die zijn na te lezen op www.testcentrumgroei.nl zijn van toepassing op het gebruik

Nadere informatie

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN

VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN VEILIGHEIDSVOORRADEN BEREKENEN 4 Soorten berekeningen 12 AUGUSTUS 2013 IR. PAUL DURLINGER Durlinger Consultancy Management Summary In dit paper worden vier methoden behandeld om veiligheidsvoorraden te

Nadere informatie

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO Leerlingmateriaal 1. Doel van de praktische opdracht Het doel van deze praktische opdracht is om de theorie uit je boek te verbinden met de data

Nadere informatie

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur

Wiskunde A. Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur Wiskunde A Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 17 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8 Samenvatting door N. 1410 woorden 6 januari 2013 5,4 13 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde Getal en Ruimte 7.1 toenamediagrammen Interval

Nadere informatie

Aspecten van integrale kwaliteitszorg. Bij de verklaring van integrale kwaliteitszorg worden vijf aspecten onderscheiden:

Aspecten van integrale kwaliteitszorg. Bij de verklaring van integrale kwaliteitszorg worden vijf aspecten onderscheiden: Modellenoverzicht kwaliteit H3 Wat is kwaliteit? De kwaliteit van een product of dienst, zowel intern als extern geleverd, is de mate, waarin het geheel van eigenschappen voldoet aan de gebruiksverwachtingen

Nadere informatie

en-splitsingen: een aantal alternatieven worden parallel toegepast, of-splitsingen: van een aantal alternatieven wordt er één toegepast,

en-splitsingen: een aantal alternatieven worden parallel toegepast, of-splitsingen: van een aantal alternatieven wordt er één toegepast, Kansrekening voor Informatiekunde, 25 Les 8 Proces analyse Veel processen laten zich door netwerken beschrijven, waarin knopen acties aangeven en opdrachten langs verbindingen tussen de knopen verwerkt

Nadere informatie

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 1: Kansrekening Inleveren: 12 januari 2011, VOOR het college Afspraken Serie 1 mag gemaakt en ingeleverd worden in tweetallen. Schrijf duidelijk je naam, e-mail

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Domein A: Vaardigheden

Domein A: Vaardigheden Examenprogramma Wiskunde A havo Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Algebra en tellen

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Kwaliteitskosten onderzoek. Aanpak. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

Kwaliteitskosten onderzoek. Aanpak. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Kwaliteitskosten onderzoek Aanpak Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 8 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER... 3 2 KWALITEITSKOSTEN...

Nadere informatie

De normale verdeling

De normale verdeling De normale verdeling Les 2 De klokvorm en de normale verdeling (Deze les sluit aan bij paragraaf 8 en 9 van Binomiale en normale verdelingen van de Wageningse Methode) De grafische rekenmachine Vooraf

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A (oude stijl)

Examen VWO. Wiskunde A (oude stijl) Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 27 mei 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal 9 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen.

Nadere informatie

PVT-WERKBOEK CLUSTER: Pagina 1

PVT-WERKBOEK CLUSTER: Pagina 1 PVT-WERKBOEK NAAM : TEAM : CLUSTER: Pagina 1 Voorwoord Met verbeterteams zult u de theorie in praktijk kunnen brengen. Dit programma laat u zien hoe u kwaliteitsverbetering tot een integraal onderdeel

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 1 tot en met 11. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 1 tot en met 11. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Examen VWO 2009 tijdvak 1 maandag 25 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1 Compex Vragen 1 tot en met 11 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij dit deel

Nadere informatie

Medewerker administratieve processen en systemen

Medewerker administratieve processen en systemen processen en systemen Doel Voorbereiden, analyseren, ontwerpen, ontwikkelen, beheren en evalueren van procedures en inrichting van het administratieve proces en interne controles, rekening houdend met

Nadere informatie

Mailbox HIGHLIGHT uitleg bij de resultaten

Mailbox HIGHLIGHT uitleg bij de resultaten Mailbox HIGHLIGHT uitleg bij de resultaten 1. Algemeen: Absolute resultaten en relatieve scores Het rapport over Mailbox HIGHLIGHT bevat 10 bladzijden met informatie. In dit document krijgt u hulp bij

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. wiskunde A1 (nieuwe stijl) wiskunde A1 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 23 juni 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO 2015. wiskunde C. tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics

Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Inleiding Applicatie Software - Statgraphics Beschrijvende Statistiek /k 1/35 OPDRACHT OVER BESCHRIJVENDE STATISTIEK Beleggen Door een erfenis heeft een vriend van u onverwacht de beschikking over een

Nadere informatie

Controleprotocol. voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen. opgave van pgb-beschikkingen over 2015

Controleprotocol. voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen. opgave van pgb-beschikkingen over 2015 Controleprotocol voor Wlz-uitvoerders die als zorgkantoor zijn aangewezen opgave van pgb-beschikkingen over 2015 Versie 1, juli 2016 2 Controleprotocol opgave van pgb-bschikkingen over 2015 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?!

De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?! De nieuwe ISO norm 2015 Wat nu?! Stichting QualityMasters Nieuwland Parc 157 3351 LJ Papendrecht 078-3030060 info@qualitymasters.com www.qualitymasters.com 02-2015 Inhoud Inleiding pagina 3 Van Oud naar

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7228 14 maart 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 februari 2014, nr. VO/599178,

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

Statistische Proces Controle

Statistische Proces Controle Statistische Proces Controle Katrien Descamps Studente KU-Leuven Inhoud Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Gegevens verzamelen en ordenen Hoofdstuk 3: Verwerken van de gegevens $1. Tolerantiegrenzen $2.

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 2

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 2 Paragraaf 8 De klokvorm Opgave 1 a De top van de grafiek van de PvdA ligt bij 30 %. Dus voor de PvdA wordt 30% voorspeld. b De grafiek loopt van ongeveer 27 tot 33, dus het percentage ligt met grote waarschijnlijkheid

Nadere informatie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie Samenvatting Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie In dit proefschrift wordt een aantal studies gepresenteerd waarin tijdreeksanalyse wordt toegepast

Nadere informatie

Vendorrating: statistische presentatiemiddelen

Vendorrating: statistische presentatiemiddelen pag.: 1 van 6 Vendorrating: statistische presentatiemiddelen Hieronder bespreken we in het kort een aantal verschillende presentatievormen waarmee we vendorratingresultaten op een duidelijke manier kunnen

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Regeling accountantsprotocol subsidies Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet op artikel 22, vijfde lid, van de Algemene

Nadere informatie

houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen

houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen 4. 11. 78 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 311/21 RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE van 28 september 1978 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG

Nadere informatie

Inhoud introductie. Introductie tot de cursus

Inhoud introductie. Introductie tot de cursus Inhoud introductie Introductie tot de cursus 1 Functie en plaats van de cursus 7 1.1 Voorkennis 7 1.2 Leerdoelen 7 2 Opbouw van de cursus 8 2.1 Cursusbestanddelen 8 2.2 Nummering en studielast van de leereenheden

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1

Examen VWO. wiskunde B1 wiskunde B Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Dinsdag 3 mei 3.3 6.3 uur 5 Voor dit eamen zijn maimaal 87 punten te behalen; het eamen bestaat uit vragen. Voor elk vraagnummer is

Nadere informatie

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps Piet van Blokland Begrijpen van statistiek door simulaties en visualisaties Hoe kun je deze apps gebruiken bij het statistiek onderwijs? De apps van VUSTAT zijn

Nadere informatie

Wijzigingen van VSR-KMS 3 ten opzichte van VSR-KMS 2

Wijzigingen van VSR-KMS 3 ten opzichte van VSR-KMS 2 Wijzigingen van VSR-KMS 3 ten opzichte van VSR-KMS 2 VSR - PUBLICATIE Resultaatgespecificeerde schoonmaak In maart 2012 is er een aanvulling op de beoordelingshandleiding opgesteld en uitgebracht teneinde

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-II

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-II APK Auto s moeten elk jaar gekeurd worden. Deze wettelijk verplichte keuring wordt APK, Algemene Periodieke Keuring, genoemd en wordt uitgevoerd door garagebedrijven. Om na te gaan of de garagebedrijven

Nadere informatie

FMEA - Failure Mode and Effect Analysis

FMEA - Failure Mode and Effect Analysis Product / Proces: Verlengen van de spuileiding met een mechanische Terugslagklep en een mechanische Afsluiting. Kenmerk: 5 december 2013 FMEA team Product Process omschrijving 1 Nr Naam Functie Code* 1

Nadere informatie

In het voorgaande artikel werd aangegeven hoe de vaste verdeling van cijfers in getallen, zoals deze voortvloeit

In het voorgaande artikel werd aangegeven hoe de vaste verdeling van cijfers in getallen, zoals deze voortvloeit ADMINISTRATIE Cijferanalyse met behulp van Benford s Law (2) HET LIJKT INGEWIKKELDER DAN HET IS In het voorgaande artikel werd aangegeven hoe de vaste verdeling van cijfers in getallen, zoals deze voortvloeit

Nadere informatie

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers Inleiding Deze rapportage beschrijft de resultaten en conclusies van de uitgevoerde inspecties van de elektrotechnische installatie bij een groep

Nadere informatie

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter Voorbereidende opgaven HAVO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk

Nadere informatie

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Doorlopend inzicht in de klanttevredenheid

Doorlopend inzicht in de klanttevredenheid drs. D. van 't Zelfde NEA Transportonderzoek en opleiding B.V. Inhoudsopgave 1 INLEIDING 3 2 VOORDELEN FREQUENTER KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK 4 2.1 Doorlopend inzicht in de klanttevredenheid 4 2.2 Bijsturen

Nadere informatie

Accountantsverslag 2012

Accountantsverslag 2012 pwc I Accountantsverslag 2012 Permar Energiek B.V. 24 mei 2013 pwc Permar Energiek B.V. T.a.v. de Raad van Commissarissen en de Directie Horaplantsoen 2 6717LT Ede 24 mei 2013 Referentie: 31024B74/DvB/e0291532/zm

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Biljart Bond Archimedesbaan ME Nieuwegein

Koninklijke Nederlandse Biljart Bond Archimedesbaan ME Nieuwegein Koninklijke Nederlandse Biljart Bond Archimedesbaan 7 3439 ME Nieuwegein 030 6008400 info@knbb.nl Aan: de leden van de Algemene Ledenvergadering van de secties Betreft: Notitie inzake verdeelsleutels Indirecte

Nadere informatie

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode

Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode Stop met het gebruik van de methode van Kinney als kwantitatieve risicoevaluatiemethode : De methode van Kinney is geen kwantitatieve doch een kwalitatieve risicoevaluatiemethode Hierbij wil ik aantonen

Nadere informatie

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind Opleidingsgebied ICT Kwalificatiedossier en kerntaak ICT- en mediabeheer 2012-2013 Kerntaak 3: Beheren van (onderdelen van) informatie- of mediasystemen Kwalificatie en crebocode ICT-beheerder 95321 Leeromgeving

Nadere informatie

beoordelingskader zorgvraagzwaarte

beoordelingskader zorgvraagzwaarte 1 beoordelingskader zorgvraagzwaarte In dit document geven we een beoordelingskader voor de beoordeling van de zorgvraagzwaarte-indicator. Dit beoordelingskader is gebaseerd op de resultaten van de besprekingen

Nadere informatie

Onderhoud van kwaliteitszorg

Onderhoud van kwaliteitszorg (versie 1.0, 21 maart 2001) Onderhoud van kwaliteitszorg Frans Bank, Pink Elephant Business Online Services Maikel Mardjan, TSM Business School In dit artikel wordt beschreven hoe in een praktijk situatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies 7.1 Het gemiddelde van een populatie Standaarddeviatie van de populatie en de steekproef In het vorige deel is bij de significantietoets uitgegaan

Nadere informatie

Het begrip controle-informatie: algemene principes

Het begrip controle-informatie: algemene principes Het begrip controle-informatie: algemene principes 24.11.2008 Daniel KROES, Bedrijfsrevisor 1 Inleiding De bedrijfsrevisor moet de schriftelijke bevestigingen die vereist zijn (bewijskrachtig materiaal)

Nadere informatie

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK CLIËNTERVARINGSONDERZOEK Huishoudelijke Hulp Gemeente Loppersum Wmo Support Datum: 15 maart 2017 Versie: Definitief 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 2.1 Waarom huisbezoeken?... 3 2.2 Leeswijzer... 3 3

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling

TI83-werkblad. Vergelijkingen bij de normale verdeling TI83-werkblad Vergelijkingen bij de normale verdeling 1. Inleiding Een normale verdeling wordt bepaald door de constanten µ en σ. Dit blijkt uit het voorschrift van de verdelingsfunctie van de normale

Nadere informatie

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014

Controleprotocol Jaarrekening Gemeente De Bilt 2014 Behoort bij raadsbesluit d.d. 29 januari 2015 tot vaststelling van het 'Controleprotocol 2014'. Controleprotocol Jaarrekening 2014 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 3 2.1 Doelstelling...

Nadere informatie

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap

Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...

Nadere informatie

Examenprogramma wiskunde A vwo

Examenprogramma wiskunde A vwo Examenprogramma wiskunde A vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein Bg Functies

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit

PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN. Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit PRAKTISCHE INVULLING VOOR OPTIMALISATIEMODEL PLAATSING GEURSENSOREN Door: Bertus van der Weijst Stagiair Wageningen Universiteit Onder begeleiding van: Angela van der Sanden en Monique van der Gaag Contact:

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

wiskunde A vwo 2016-II

wiskunde A vwo 2016-II OVERZICHT FORMULES Kansrekening Voor toevalsvariabelen X en Y geldt: E( X + Y) = E( X) + E( Y) Voor onafhankelijke toevalsvariabelen X en Y geldt: 2 2 σ ( X + Y) = σ ( X) +σ ( Y) n -wet: bij een serie

Nadere informatie

Maximize Your Profit!

Maximize Your Profit! Maximize Your Profit! In 5 stappen naar winstgevender klantrelaties Deel 1: hoe klanten hun geld Een werkboek door Deel 1: hoe klanten hun geld bij je besteden Inhoudsopgave Inleiding. 3 Klantbestedingen.

Nadere informatie

Kwaliteitszorg. cursistmateriaal. PRAGMA Zwolle augustus 1995

Kwaliteitszorg. cursistmateriaal. PRAGMA Zwolle augustus 1995 Q Kwaliteitszorg cursistmateriaal PRAGMA Zwolle augustus 1995 Deel 1 : Kwaliteit 1 Inleiding 3 2 Kwaliteit 4 3 Meting van kwaliteit 20 4 Probleemoplossen 39 Deel 2 : Arbeidsomstandigheden Deel 3 : Milieu

Nadere informatie

Beoordelingsprotocol objectkenmerken

Beoordelingsprotocol objectkenmerken WAARDERINGSKAMER NOTITIE Betreft: Beoordelingsprotocol objectkenmerken Datum: 7 augustus 2018 Bijlage(n): - BEOORDELINGSPROTOCOL OBJECTKENMERKEN Inleiding De juiste registratie van alle gegevens over een

Nadere informatie

Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A

Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A Notatieafspraken bovenbouw, wiskunde A Bewaar dit document zorgvuldig Het wordt slechts éénmaal verstrekt Dit document bevat afspraken voor de correcte notatie volgens de gehele sectie wiskunde van het

Nadere informatie