Boek: De Kern van de Economie deel 1 VWO Les 1 Introductie economie 4 VWO
Economie 2
http://www.youtube.com/watch?v=2xr-malvju 3
De wetenschap Kennis verwerven Wat gebeurde er in de zomervakantie? 4
Wat betekent dit voor het vak economie in 4 VWO? Heel veel kennis verwerven! Economie is de wetenschap die de mensheid bestudeert in zijn streven naar welvaart Experimenten in de klas Het ruime welvaartsbegrip 5
Wat kun je verwachten? Urenverdeling V4: 3 uur per week V5: 3 uur per week V6: 3 uur per week Overhoringen Minimaal 2 overhoringen per periode (weging varieert) Weging Proefwerk: 3-4x (in april: 6x!) SO: 1-2x SE V5: 1x SE in april V6: 2x SE 6
Drie regels! 1 2 3 Boek meenemen Ik verwacht dat je je boek meeneemt Met schrift, mapje, collegeblok, etc! 2 e keer vergeten = melden Mobiele telefoon NIET! Innemen = 16:30 ophalen bij de administratie Huiswerk maken We maken veel opdrachten in de les Af en toe zul je huiswerk moeten maken Huiswerk wordt gecontroleerd 2 e keer niet gemaakt = melden bij afdelingsleider 7
10.000 uur 8
9
Wat moest Theo Maassen op school leren? Kennis verwerven Economie is de wetenschap die de mensheid bestudeert in zijn streven naar welvaart Menselijk gedrag... moeilijk te voorspellen! Geld? 10
De mensheid Vier grote groepen (of: spelers in het 1. Consumenten rollenspel!) 2. Producenten 3. Overheid 4. Buitenland 11
De welvaart Meer dan geld... 12
De welvaart Meer dan geld... Photoshop? Bruto Nationaal Geluk Het is tijd voor een andere kijk op welvaart. Cijferfetisjisme vertroebelt de blik op de toekomst. Van alles meer produceren levert voor korte tijd mooie groeicijfers op, maar op termijn een uitgeputte aarde. Nobelprijswinnaars en regeringen werken daarom aan een bredere definitie van welvaart, die welzijn, gezonde levensjaren en milieubehoud meeweegt: het Bruto Nationaal Geluk in plaats van het Bruto Nationaal Product Bron: verkiezingsprogramma 2010, GroenLinks 13
De welvaart Meer dan geld... Welvaart in enge zin Welvaart in ruime zin Materiële welvaart Beperkte blik op de wereld: geld Veel gebruikte maatstaf Inkomen Bruto Binnenlands Product (BBP) Materiële en niet-materiële zaken Kwantiteit en kwaliteit van de behoeftebevrediging Kwaliteit, bijvoorbeeld Van onderwijs en gezondheidszorg Vrije tijd Veiligheid Milieu Niet (altijd) te meten 14
In het streven naar welvaart, moeten we keuzes maken vanwege schaarste Behoeften (wensen) Gezinnen Middelen 1.950,- netto in de maand
Keuzes maken leidt tot opofferingskosten Engels: opportunity cost Keuzes maken is moeilijk Opofferingskosten 16
Bespreken meegebrachte artikelen Economie?
For dummies: de economie van een land Consumenten Producenten De markt Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmarkt Overheid 18
Drie niveaus in de economie 1 Micro economie 1 gezin of 1 bedrijf. Jan Jansen uit Utrecht Keuzes van een gezin of bedrijf Gezin: een nieuwe TV of op wintersport? Meer of minder gaan werken? Bedrijf: een nieuw product lanceren? De verkoopprijs verhogen? 2 Meso economie Een bedrijfstak........ Alle slagers in Nederland Keuzes van een bedrijfstak Landelijke reclame maken voor kip? ( Kip, het meest veelzijdige stukje vlees ) Lobbyen in Den Haag of Brussel 19 (EU) voor subsidie? 3 Macro economie Nationaal of internationaal Nederland Keuzes van de overheid Belastingtarieven verhogen of verlagen om werkloosheid te bestrijden? Moeten we subsidies geven voor zuinige auto s?
Macro-economie Groei van het bruto binnenland product (BBP) 20
21
22
Jan Modaal Otto Normalverbraucher Average Joe 23
1. Consumenten Een paar kenmerken van Jan Modaal... Na belasting: 1.950,- per maand Wat verdient Jan Modaal gemiddeld per jaar? 33.000,- ( 2.750,- per maand) Jan Modaal heeft een hypotheek. Hoe groot is zijn hypotheekschuld gemiddeld? 170.000,- Hoeveel spaart Jan Modaal gemiddeld per maand? 24 216,-
1. Consumenten consumeren Economie = keuzes maken vanwege schaarste Behoeften (wensen) Consumenten consumeren Consumenten kopen goederen en diensten waar ze behoefte aan hebben In enge zin = kopen In ruime zin = kopen en gebruiken Middelen 1.950,- netto in de maand
1. Consumenten consumeren Drie manieren om consumptiegoederen in te delen Stoffelijk en onstoffelijk Primair en secundair Duurzaam en niet-duurzaam Stoffelijk = tastbaar Onstoffelijk = niet tastbaar, voornamelijk diensten Stoffelijk Primair = eerste levensbehoeften of basisbehoeften Secundair = luxe goederen Primair Duurzaam = geen nadelige gevolgen voor het milieu Duurzaam = goederen die vele jaren meegaan Duurzaam of Onstoffelijk Secundair Nietduurzaam of 26
Consumptie en de rol van de overheid Drie soort goederen Bemoeigoederen Merit-goederen Goederen waarvan het gebruik volgens de overheid moet worden gestimuleerd Voorbeelden: bibliotheken, musea Ontmoedigingsgoederen Demerit-goederen Goederen waarvan het gebruik volgens de overheid moet worden ontmoedigd Voorbeelden: tabak en alcohol Collectieve goederen Goederen waarvoor de overheid moet zorgen Voorbeelden: wegen, dijken, rechtspraak, politie 27
Vraag: merit of demerit? 28
Vraag: duurzaam of niet-duurzaam? 29
Vraag: primair of secundair? Drinkwater Fillico Jewelry Water Het meest exclusieve bronwater ooit uit een bron aan de voet van de berg Rokko in Kobe Japan 30
Vraag: stoffelijk of onstoffelijk? 31
Opdrachten Vragen en opdrachten 1 t/m 5 op blz. 18 en 19 32
Boek: De Kern van de Economie deel 1 VWO Les 3 Produceren
588.000.000.000,- Bruto Binnenlands Product (BBP) Nederland in 2010 De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten 34
Vandaag: productie Consumenten Producenten De markt Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmarkt Overheid 35
2. Producenten produceren Productie: het geschikter maken van goederen voor gebruik Grondstof 200.000,- Omzet Hulpstof Elektriciteit Water 50.000,- 1.000.000,- Toegevoegde waarde: 750.000,- Arbeid Loon Lening Rente Gebouw Huur Grond Pacht Ondernemerscha p Winst Gezinnen Banken Eigenaar van de gebouwen Grondbezitter De eigenaar 36
2. Producenten produceren Vier productiefactoren Grondsto f Omzet Hulpstof Elektriciteit Water Arbeid (Geld) (Reëel) + Natuur kapitaal + + + kapitaal Ondernemersch ap Gezinnen Banken Eigenaar van de gebouwen Grondbezitt er De eigenaar 37
2. Producenten produceren De beloning voor de Grondsto f productiefactoren Omzet Hulpstof Elektriciteit Water Loon Rente Huur Pacht Winst Gezinnen Banken Eigenaar van de gebouwen Grondbezitt er De eigenaar 38
Raar maar waar: consumenten kunnen ook produceren Productie in enge zin Productie in ruime zin Productie bij ondernemingen of de overheid Productie bij ondernemingen, de overheid en gezinnen Voorbeelden van productie bij gezinnen Eten koken Schoonmaken 39
Let op: verschillende betekenissen van kapitaal Reëel kapitaal Tastbare kapitaalgoederen: bijvoorbeeld machines Niet-tastbare kapitaal-goederen: bijvoorbeeld software, merknamen Geldkapitaal Geld Bijvoorbeeld Lening Spaartegoed Menselijk kapitaal Human capital Ontstaat en wordt bevorderd door scholing 40
Opdrachten 41
Volgende les: de rol van geld als smeermiddel van de economie Consumenten Producenten De markt Bijvoorbeeld Goederenmarkt Arbeidsmarkt Vermogensmarkt Overheid 42
43
De historie van geld Arbeidsverdeling Zelfvoorziening Arbeidsverdeling (Super-) specialisatie Mensen produceren zelf om in hun eigen behoeften te voorzien Geld bestaat nog niet Behoeften nemen toe en het wordt onmogelijk om alles zelf te maken Er ontstaat arbeidsverdeling: het maken van producten wordt verdeeld over verschillende mensen Bakker, slager, etc. Er ontstaat 44 ruilhandel De arbeidsverdeling blijft doorgaan Er is sprake van extreme specialisatie Bijvoorbeeld: het vastlijmen van het scherm van een iphone is een beroep
De historie van geld Arbeidsverdeling leidt tot ruilhandel Directe ruil Indirecte ruil Ruilen in natura Een ruil waar geen geld aan te pas komt Goederen worden geruild tegen goederen Problemen Ik wil een biefstuk maar heb geen brood Ik wil volgende week biefstuk maar heb vandaag een brood 45 Een ruil waarbij een algemeen aanvaard ruilmiddel gebruikt wordt (nu: geld!)
De historie van geld Ruilhandel: van schelpen naar giraal Schelpen Edelmetaal geld Chartaal geld Giraal geld Gebruikt als één van de eerste ruilmiddelen Ander voorbeeld: zout Goud als bekendste voorbeeld Waardevast Niet na te maken 46 Stoffelijk geld: munten en bankbiljetten Uitgegeven door de Europese Centrale Bank (ECB) en De Nederlandse Bank (DNB) Gouden standaard: geld direct inwisselbaar voor goud Onstoffelijk geld: bankrekening Verschillende manieren om elektronisch te betalen Pinnen Chippen Internet en telefoon Creditcard
Drie functies van geld 1. Ruilmiddel Directe ruil = ruilen in natura Indirecte ruil = een ruil waarbij een algemeen aanvaard ruilmiddel gebruikt wordt (nu: geld!) 2. Rekeneenheid Ruilen wordt eenvoudiger als prijzen van goederen zijn uitgedrukt in geld Makkelijk: Deze schoenen kosten 50,- 3. Oppotmiddel Als je geld ontvangt, hoef je dit niet meteen uit te geven Je kunt het sparen (=oppotten) Moeilijk: Deze schoenen kosten 25 broden Deze auto kost 200 paar schoenen 47
Herhaling vorig jaar: hoe werkt een bank? Spaarders Leners Lage rente Hoge rente Spaargeld Lening Winst voor de bank 48
Opdrachten: 27.2, 27.3, en 27.4 10 minuten 49
Filmpje geschiedenis van het geld
Boek: De Kern van de Economie deel 1 VWO Les 5 Overheid en andere economische instellingen
De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 52
Drie belangrijke ministeries voor de Nederlandse economie Ministerie van Financiën Minister de Jager Opstellen van de begroting van de overheid (inkomsten en uitgaven) Binnen de EMU-normen Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Minister Verhagen Zorgen voor een goed ondernemersklimaat en eerlijke concurrentie Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Minister Kamp Sociale zekerheidsstelsel Loononderhandelingen tussen werkgevers en werknemers 53
Ministeries worden ondersteund door het CPB, CBS en de SER Centraal Planbureau (CPB) Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Sociaal-Economische Raad (SER) Kijkt vooruit Maakt voorspellingen van de Nederlandse economie Zorgt voor de financiële onderbouwing van het te voeren beleid Bijvoorbeeld: wat gebeurt er met ontvangsten en uitgaven als de BTW verhoogt wordt van 19% naar 25%? Kijkt terug Verzamelt historische cijfers over de Nederlandse economie (en vele andere zaken) Kijkt terug en vooruit Adviseur van de overheid over sociaaleconomische problemen Bestaat uit werkgevers, werknemers en andere benoemde leden 54
Rijksbegroting 2011 Uit de Miljoenennota op Prinsjesdag 2010 55
Miljoenennota 2012 staat al online!
Nog een keer... Rijksbegroting Overzicht van verwachte ontvangsten en uitgaven Voorstel van regering aan parlement Miljoenennota Samenvatting van de Rijksbegroting Toelichting op het begrotingsbeleid Prinsjesdag Derde dinsdag in september 58
Begrotingstekort: maximaal 3% van het nationaal inkomen Rijksbegroting moet binnen de EMU-norm gemaakt worden Verwachte situatie 2011 (volgens Europese Commissie) 12 10 8 6 4 2 0 0 20 40 60 80 100 120 140 160 Spanj e NL Frankrijk Portugal Ierland Belgi ë Italië Griekenland 12 10 8 6 4 2 0 Luxemburg Finlan d Duitslan d 0 20 40 60 80 100 120 140 160 Staatsschuld: maximaal 60% van het nationaal inkomen
Het kan altijd nog erger... de staatsschuld van de VS 60
Voor alle duidelijkheid: EU en EMU Europese Unie (EU) Samenwerking van 27 Europese lidstaten (politiek, economisch en juridisch) Voorbeelden van Europees beleid Vrij verkeer van mensen, goederen en diensten Mededinging Milieu Economische en Monetaire Unie (EMU) Alle 17 landen met de euro Stap verder dan de EU Hoofddoel: een Europese markt met een gemeenschappelijke munt en een centrale bank (ECB) 61
Polderen ik jij hij / zij polder poldert poldert wij jullie zij polderen polderen polderen 62
Poldermodel Het poldermodel is de naam die gegeven wordt aan het Nederlandse consensusmodel waarin werkgevers, vakbonden en overheid met elkaar aan tafel gaan zitten om te onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en lonen. 63
Recent voorbeeld: pensioenakkoord Drie kijkvragen Wat gebeurt er met de AOW? Wie is Agnes Jongerius? Wie is Henk Kamp? 64
Het heeft lang geduurd maar er is een akkoord! Of toch niet? 65
Consensusmodel: overheid overlegt met sociale partners Overheid Sociale partners Overleg over sociaaleconomische problemen (b.v. pensioenen) Sociale partners Werknemersorganisaties Werkgeversorganisaties 66
1 vakcentrale Vakcentrale en vakbonden Voorbeeld: FNV 19 vakbonden 1.400.000 leden Cassiere Albert Heijn Financieel adviseur ABN-AMRO Inkoopmedewerker Heineken Docent middelbare school Lerares basisschool Concierge 67
Opdrachten vragen en opdrachten 1 t/m 7 blz 30 en 31 68
Pensioenakkoord? FNV akkoord met pensioenplan, positie Jongerius ter discussie..' De gemoederen over het pensioenakkoord liepen afgelopen zomer steeds hoger op... FNV-gebouw beklad door boze leden Op het gebouw werd de kreet 'verraders' geschilderd en werd de naam van FNV Bouw veranderd in FNV Sloop, meldt NRC. FNV Bouw stemde na aanvankelijk verzet tegen het pensioenakkoord uiteindelijk wel... FNV verdeeld
De miljoenennota minister Kamp en de Miljoenennota
Top-20 wereldeconomieën Bron: CIA factbook 2010 BBP 71 (in miljard $)
Nederland handelsland Een open economie Waarde import en export in mln euro Bron: CBS 72
Export Nederland Uitvoer (2008) $537 mld Belangrijkste partners (2009) Duitsland 24,1%, België 11%, Frankrijk 8,9%, Verenigd Koninkrijk 8,5%, Italië 5,2%, Verenigde Staten, 4,5%
Import Invoer (2008) $485 mld Belangrijkste partners (2009) Duitsland 19,8%, België 9,9%, Frankrijk 5%, Verenigde Staten 8,5%, China 7,9%, Verenigd Koninkrijk 6%
Belangrijk voor Nederland: vrije handel Vrijhandel Protectie Geen belemmeringen bij de in- en uitvoer van goederen en diensten Beschermende maatregelen die de vrijhandel beperken Voorbeelden Invoerbelasting Extra douanecontrole Extra hoge kwaliteitseisen 75
Wisselkoersen spelen een belangrijke rol in de internationale Koers euro - USD 1,60 1,50 1,40 1,30 1,20 1,10 1,00 0,90 0,80 Voor 1 euro krijg je $ 1,25 handel Voor 1 euro krijg je $ 1,50 1/1/2000 1/1/2002 1/1/2004 1/1/2006 1/1/2008 1/1/2010 Spijkerbroek bij Levi s New York $ 100 $ 100 $ 100 100 80 67 76
Opdrachten Vragen en opdrachten blz. 39 opgaven 1 t/m 5 77