INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land"

Transcriptie

1 INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een welbepaalde periode (meestal 1 jaar). Om vergelijkingen met andere landen mogelijk te maken wordt het BBP meestal uitgedrukt per capita. 2. Berekening van de toegevoegde waarde Omzet - Aankopen grondstoffen, hulpstoffen, handelsgoederen - Diensten en diverse goederen Bruto toegevoegde waarde - Afschrijvingen Netto toegevoegde waarde - Loon - Intrest - Pacht Resultaat (winst of verlies) 3. Wat is economische groei? De toename van het reële 1 BBP per capita (per hoofd van de bevolking). 1 Rekening houdend met de waarde van het geld (prijsveranderingen).

2 4. Reële groei versus nominale groei van het BBP per capita We illustreren het onderscheid aan de hand van een eenvoudig cijfervoorbeeld. Nominaal BBP: 50 miljard EUR 54 miljard EUR Bevolking: personen personen Prijzen: 10 EUR 8 EUR Gevraagd: a. Bereken de procentuele verandering van het nominale BBP. b. Bereken de procentuele verandering van de bevolking. c. Bereken de procentuele verandering van de prijzen. d. Bereken de procentuele verandering van het nominale BBP per capita. e. Bereken de procentuele verandering van het reële BBP per capita.

3 B. Berekeningswijzen van het BBP a. Relaties tussen de gezinnen en de bedrijven Opgave: Y 300 mld EUR bg Cg 240 mld EUR I 60 mld EUR b Schema: (1) Gezinnen gaan werken bij de bedrijven. (2) Bedrijven geven een inkomen aan de gezinnen. (3) De gezinnen consumeren een deel van hun inkomen. (4) Bedrijven verkopen en leveren consumptiegoederen aan de gezinnen. (5) De gezinnen sparen een deel van hun inkomen en via de financiële instellingen komen deze spaargelden terecht bij de bedrijven die willen investeren. (6) Bedrijven die investeringsgoederen produceren, verkopen deze aan andere bedrijven die gaan investeren.

4 Nationale rekeningen: Formules: Bruto binnenlands product: de waarde van de geproduceerde goederen en diensten Bruto binnenlands inkomen: de som van de verdeelde inkomens Bruto binnenlandse bestedingen: de som van alle bestedingen

5 b. Relaties tussen de gezinnen, de bedrijven en de overheid Opgave: Factordiensten van de gezinnen aan de bedrijven 300 mld EUR (1) en aan de overheid 70 mld EUR (2). De gezinnen betalen 50 mld EUR directe belastingen (3) aan de overheid en de bedrijven betalen 25 mld EUR indirecte belastingen (4). De bedrijven verkopen consumptiegoederen aan de gezinnen voor 260 mld EUR (5), investeringsgoederen aan andere bedrijven voor 70 mld EUR (6) en aan de overheid voor 10 mld EUR (7). Schema:

6 Nationale rekeningen: Formules: Bruto binnenlands product: Bruto binnenlands inkomen: Bruto binnenlandse bestedingen:

7 c. Relaties tussen de gezinnen, de bedrijven, de overheid en het buitenland Opgave: Ybg 420 mld EUR (1) Td 60 mld EUR (3) Yog 100 mld EUR (2) Ti 45 mld EUR (4) Cg 410 mld EUR (5) Io 15 mld EUR (6) Ib 70 mld EUR (7) Export = X = 85 mld EUR (8) Import = M = 105 mld EUR (9) Schema:

8 Nationale rekeningen: Formules: Bruto binnenlands product: Bruto binnenlands inkomen: Bruto binnenlandse bestedingen:

9 Wat is buitenlands sparen? Het verschil tussen de inkomsten die voortvloeien uit de export van goederen en diensten en de uitgaven die het gevolg zijn van de import van goederen en diensten. M > X: sparen van het buitenland S W > 0 M < X: ontsparen van het buitenland S W < 0 Opmerkingen: 1. Belastingen en transferten: De gezinnen en de bedrijven ontvangen transferten van de overheid. Netto directe belastingen: directe belastingen toelagen Netto indirecte belastingen: indirecte belastingen subsidies 2. Bruto en netto binnenlands product: Netto binnenlands product = bruto binnenlands product - afschrijvingen 3. Binnenlands product tegen marktprijzen en factorkosten: Om alle goederen en diensten te kunnen optellen drukken we ze uit in eenzelfde waardemeter (geld). We vertrekken van de prijzen die de goederen op de markt hebben en bekomen het binnenlands product tegen marktprijzen. Waaruit bestaat de marktprijs? De verkoopprijs van een pakje sigaretten bedraagt 5 EUR, het werd geproduceerd (beloning van de productiefactoren) voor 1,2 EUR. Het verschil (3,8 EUR) zijn indirecte belastingen. De verkoopprijs van een busticket bedraagt 1,5 EUR; beloning van de productiefactoren = 2 EUR. Het verschil (0,50 EUR) zijn subsidies. Binnenlands product tegen factorprijzen = binnenlands product tegen marktprijzen indirecte belastingen + subsidies Y Y T F Y T F Y T bf bm i b bm i b bm in Ynf Ybm Tin A

10 Synthese Bruto binnenlands product tegen marktprijzen: Y C C I I X M (1) bm g o b o Bruto binnenlands inkomen tegen marktprijzen: Ybm Ybg Yog Tin Sb Ybg Yog Tin Ab R (2) Bruto binnenlandse bestedingen tegen marktprijzen: Ybm Cg Co Sg So Sb Cg Co S n (3) Bruto binnenlands product/inkomen/bestedingen tegen factorkosten: Ybf Ybm Tin Ybg Yog S b Uit (1) en (3) volgt: I I X M S S S S b o g b o n Sw I I S S S S S S b o g b o w n w

11 C. OEFENINGEN Oefening 1: De gezinnen leveren factordiensten aan de bedrijven voor 150 mld EUR en aan de overheid voor 38 mld EUR. De bedrijven verkopen consumptiegoederen aan de gezinnen voor 110 mld EUR en investeringsgoederen aan andere bedrijven voor 60 mld EUR en aan de overheid voor 10 mld EUR. De overheid heft voor 40 mld EUR directe belastingen en voor 15 mld indirecte belastingen. Ze verleent voor 10 mld EUR subsidies aan de bedrijven en voor 5 mld EUR toelagen aan de gezinnen. De export bedraagt 22 mld EUR en de import 20 mld EUR. De bedrijven schrijven af voor 5 mld EUR en de overheid voor 2 mld EUR. a. Stel de relaties tussen de gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland schematisch voor (zoals afgesproken). b. Stel de nationale rekeningen op. c. Bereken Y bm op 3 manieren. d. Bereken de reserves van de bedrijven. Oefening 2: De gezinnen verstrekken factordiensten aan de bedrijven voor 246 mld EUR en aan de overheid voor 90 mld EUR. De bedrijven verkopen consumptiegoederen aan de gezinnen voor 220 mld EUR. Ze produceren investeringsgoederen die aan andere bedrijven worden verkocht voor 80 mld EUR en aan de overheid voor 10 mld EUR. De overheid heft voor 80 mld EUR directe belastingen en voor 30 mld EUR indirecte belastingen. De overheid verleent subsidies aan de bedrijven voor 6 mld EUR en transferinkomens aan de gezinnen voor 14 mld EUR.

12 De export bedraagt 100 mld EUR en de import 110 mld EUR. De bedrijven reserveren voor 20 mld EUR en schrijven af voor 10 mld EUR. a. Stel de relaties tussen de gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland schematisch voor (zoals afgesproken). b. Stel de nationale rekeningen op. c. Bereken Y bm op 3 manieren. d. Bereken Y bf. Oefening 3: Van een open economie zijn met betrekking tot een bepaalde periode de volgende gegevens bekend (alle bedragen zijn in mld EUR): - door gezinnen ontvangen inkomens van het bedrijfsleven: 105; - door gezinnen ontvangen inkomens van de overheid: 15; - verkopen van consumptiegoederen door bedrijven aan de gezinnen: 85; - verkopen van consumptiegoederen door bedrijven aan de overheid: 9; - verkopen van kapitaalgoederen door bedrijven aan bedrijven: 35; - door gezinnen betaalde directe belastingen aan de overheid: 15; - door bedrijven betaalde indirecte belastingen aan de overheid: 10; - in de sector bedrijven werden aan afschrijvingen genoteerd: 12; - de uitvoer bedroeg: 73; - de invoer bedroeg: 75. a. Stel de relaties tussen de gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland schematisch voor (zoals afgesproken). b. Stel de nationale rekeningen op. c. Bereken Y bm op 3 manieren. Oefening 4: Gegeven: (alle bedragen zijn in mld EUR). Y bg = 360 F g = 30 Y og = 240 M = 110 S w = -10 I b =? F b = 20 I o = 60 T i = 46 T d = 58 R = 40 C o = 270 A b = 20 C g = 300 A o = 30

13 Gevraagd: a. Bereken X. b. Bereken S b. c. Bereken I b. d. Volstaat het binnenlands sparen om de totale investeringen te financieren? (Een ja of een neen volstaat niet! Bereken alle componenten van het binnenlands sparen en alle componenten van de totale investeringen!) e. Bereken Y bm op 3 manieren. f. Bereken Y nf. Oefening 5 : Aankoop van consumptiegoederen door de gezinnen voor 220 mld EUR en door de overheid voor 12 mld EUR. Levering van factordiensten door de gezinnen aan de bedrijven voor 205 mld EUR en aan de overheid voor 78 mld EUR. De directe belastingen bedragen 32 mld EUR en de indirecte belastingen 79 mld EUR. De bedrijven investeren voor 42 mld EUR en de overheid voor 23 mld EUR. Transferinkomens van de overheid aan de gezinnen voor 20 mld EUR en aan de bedrijven voor 10 mld EUR. De bedrijven schrijven af voor 8 mld EUR. De invoer bedraagt 61 mld EUR en de uitvoer 80 mld EUR. a. Stel de nationale rekeningen op. b. Bereken Y bm op 3 manieren. c. Bereken Y nf. d. Bereken het bedrag dat de bedrijven reserveren. Oefening 6: Gegeven: (alle bedragen zijn in mld EUR). Y bg = 310 R = 50 Y og = 140 S g = 60 I b = 70 I o = 40 T in = 50 T dn = 70 A b = 15 X = 90 M = 95 Bereken: a. C g

14 b. Y bm c. S n d. Sparen de bedrijven voldoende om hun investeringen te financieren? e. Volstaan de binnenlandse besparingen om de investeringen te financieren? Oefening 7: Aankopen van consumptiegoederen Totale afschrijvingen: 110 door gezinnen:? Export: 120 door de overheid: 20 Import:? Levering van factordiensten door gezinnen Reserves aangelegd door bedrijven: 100 aan bedrijven: 250 Er wordt gespaard aan de overheid: 120 door de gezinnen: 20 Belastingen door de overheid: -80 Directe: 80 door de bedrijven: 190 Indirecte: 50 door het buitenland: -20 Investeringen Transferinkomens van de overheid door de bedrijven: 70 aan gezinnen:? door de overheid: 40 aan bedrijven : 40 a. Bereken de import. b. Bereken de transferinkomens van de overheid aan de gezinnen. c. Bereken het bedrag van de consumptiegoederen dat aangekocht werd door de gezinnen. d. Bereken het bedrag dat afgeschreven wordt door de overheid. e. Bereken Y nf. Oefening 8: a. De bevolking heeft schrik dat de banken failliet zullen gaan. Zij trekken hun spaargelden terug van bij de banken en kopen er staatsobligaties mee. De vergoeding op beide beleggingsvormen mag gelijk beschouwd worden. Hoe zal dit het nationaal inkomen beïnvloeden? b. Veronderstel dat alle ondernemingen door een wet verplicht worden een groter deel van hun winst als dividend uit te keren, nl. 50 mld EUR. Hiermee gaan de gezinnen voor 30

15 mld EUR meer consumeren, voor 10 mld EUR meer sparen en tenslotte moeten ze hierdoor 10 mld EUR extra aan directe belastingen betalen. Zal Y bm hierdoor in waarde veranderen? Bereken deze (eventuele) wijziging en toon dit nauwkeurig aan, aan de hand van de 3 berekeningswijzen. Oefening 9: Het inkomen uitgekeerd door de overheid aan de gezinnen neemt met 50 mld EUR toe. Hiermee gaan de gezinnen voor 20 mld EUR meer consumeren, voor 20 mld EUR meer sparen en tenslotte moeten ze hierdoor 10 mld EUR extra aan directe belastingen betalen. Zal Y bm hierdoor in waarde veranderen? Bereken deze (eventuele) wijziging en toon dit nauwkeurig aan de hand van de 3 berekeningswijzen.

1 De economische kringloop

1 De economische kringloop 1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie

Nadere informatie

Bruto binnenlands product

Bruto binnenlands product Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Economische relaties

Hoofdstuk 15 Economische relaties Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft

Nadere informatie

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie

Nadere informatie

5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context

5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg

Nadere informatie

1ste bach PSW. Economie. 2de semester. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR

1ste bach PSW. Economie. 2de semester. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR 1ste bach PSW Economie 2de semester Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Zie vorig semester Werkcolleges,

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

H2: Economisch denken

H2: Economisch denken H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen

Nadere informatie

bruto inkomen (per persoon)

bruto inkomen (per persoon) Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen

Nadere informatie

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30-13.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden? 1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5

Nadere informatie

Vlaamse Landmaatschappij

Vlaamse Landmaatschappij Vlaamse Landmaatschappij BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 16.347.207 15.392.369 Immateriële vaste activa (+) 1.025.490 1.383.158 Materiële vaste activa 15.316.536 14.004.030 Terreinen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 34.132.531 32.724.128 Immateriële vaste activa (+) 1.025.732 1.103.982 Materiële vaste activa 28.706.568 27.209.152

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.254.964.595 1.232.965.536 Immateriële vaste activa (+) 4.172.139 5.133.990 Materiële vaste activa 1.250.765.343

Nadere informatie

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 9 MAART 2016 08.45-10.15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle

Nadere informatie

VRT NV van publiek recht

VRT NV van publiek recht VRT NV van publiek recht BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 115.029.587 119.788.996 Immateriële vaste activa 3.445.950 3.098.335 Materiële vaste activa 97.938.462 103.045.486 Terreinen en

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag. Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

4. Bruto/netto toegevoegde waarde en resultaat

4. Bruto/netto toegevoegde waarde en resultaat 4. Bruto/netto toegevoegde waarde en resultaat Wanneer een beeldhouwer van een blok marmer een kunstwerk maakt, creëert hij toegevoegde waarde door middel van zijn arbeid en creativiteit. Veronderstel

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.300.921.490 1.252.025.212 Oprichtingskosten (+) 0 931.131 Immateriële vaste activa (+) 3.178.727 753.035 Materiële

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW)

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.358.350.586 1.262.170.071 Immateriële vaste activa (+) 9.983.612 8.275.185 Materiële vaste activa 1.348.350.351

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht

Nadere informatie

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse

Nadere informatie

ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+)

ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+) EV ILVO BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 2.517.101 1.973.626 Immateriële vaste activa (+) 33.855 35.200 Materiële vaste activa 2.477.321 1.932.501 Terreinen en gebouwen (+) 934.814 958.611

Nadere informatie

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 12 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle

Nadere informatie

Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek EV ILVO

Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek EV ILVO Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek EV ILVO BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.973.626 3.241.431 Immateriële vaste activa (+) 35.200 7.591 Materiële vaste

Nadere informatie

Waterwegen en Zeekanaal nv

Waterwegen en Zeekanaal nv Waterwegen en Zeekanaal nv BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.009.891.264 928.792.246 Immateriële vaste activa (+) 325.650 760.515 Materiële vaste activa 1.008.931.587 927.578.329 Terreinen

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.734.686 32.984.388 Immateriële vaste activa (+) 1.150.385 1.437.882 Materiële vaste activa 25.293.956 25.256.129

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 15:30-17:00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd. De onderneming JetFun bvba produceert één type jetski, de JetStar. De JetStar bestaat uit een motor die de jetski aandrijft. De motor is een Kawasaki 23 pk die wordt aangekocht. De JetStar bestaat uit

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

bestaande 4-schijvenstelsel, 'het oude stelsel' schijf lengte van de schijf belastingtarief % % 3 40.

bestaande 4-schijvenstelsel, 'het oude stelsel' schijf lengte van de schijf belastingtarief % % 3 40. Een oefentoets is niet de echte toets in een andere verpakking. Opgave 1 De regerende coalitie in een land wil de inkomstenbelasting (IB) vereenvoudigen door de 4e belastingschijf te laten vervallen en

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.673.182.287 1.383.516.053 Immateriële vaste activa (+) 6.581.818 8.060.492 Materiële vaste activa 1.656.072.040

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 32.724.128 32.734.686 Immateriële vaste activa (+) 1.103.982 1.150.385 Materiële vaste activa 27.209.152 25.293.956

Nadere informatie

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken

Indexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken Wat is een? Binnen de economie vergelijken we vaak procentuele ontwikkelingen. Die ontwikkelingen zijn in geld uitgedrukt soms lastig te doorzien. Zo wordt de economische groei van een land uitgedrukt

Nadere informatie

Vlaamse Milieumaatschappij

Vlaamse Milieumaatschappij Vlaamse Milieumaatschappij BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 378.684.380 399.430.157 Immateriële vaste activa (+) 3.698.514 1.721.540 Materiële vaste activa 374.922.627 397.645.230 Terreinen

Nadere informatie

VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+)

VASTE ACTIVA Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+) nv De Scheepvaart BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 267.589.984 227.429.048 Oprichtingskosten (+) 1.204 6.671 Immateriële vaste activa (+) 109.219 125.975 Materiële vaste activa 267.479.561

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.164.780.320 1.109.967.407 Oprichtingskosten (+) 1.342.246 1.494.226 Immateriële vaste activa (+) 1.949.407 2.703.884

Nadere informatie

Planner hoofdstuk 1 invullen en kies voor leerroute A, B of C.. (minimaal paragraaf 1 t/m 4 maken) Geplande activiteiten van les 1 en 2 uitvoeren.

Planner hoofdstuk 1 invullen en kies voor leerroute A, B of C.. (minimaal paragraaf 1 t/m 4 maken) Geplande activiteiten van les 1 en 2 uitvoeren. Studieplanner 2019-2020 Klas: M2 Vak: Economie week vanaf leerdoelen docentactiviteiten leertaken Verbreden/ verrijken/ verdiepen* laatste week vakantie 34 19/08/2019 start perio de 1 Hoofdstuk 1.1 wat

Nadere informatie

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Er is al heel wat gezegd en geschreven over het onderwerp Cash Flows. Wat ons blijft verbazen is hoe onvolledig deze publicaties

Nadere informatie

ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+)

ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+) Kind en Gezin BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 13.409.234 12.996.862 Immateriële vaste activa (+) 426.175 251.716 Materiële vaste activa 12.972.845 12.734.932 Terreinen en gebouwen (+)

Nadere informatie

Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen / Flanders Investment And Trade - VLAIO

Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen / Flanders Investment And Trade - VLAIO Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen / Flanders Investment And Trade - VLAIO BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 1.695.299 1.899.754 Immateriële vaste activa (+) 317.154 342.178

Nadere informatie

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek nv

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek nv Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek nv BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 87.030.208 76.438.607 Immateriële vaste activa (+) 31.303.323 20.907.614 Materiële vaste activa 46.687.016

Nadere informatie

Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek

Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Peter H. C. Hintzen Zetwerk: Fritschy opmaak & redactie, Leiden isbn 978 90 3723 452 7 2016 Uitgeverij Edu Actief

Nadere informatie

Handleiding budgettering

Handleiding budgettering Handleiding budgettering A. Algemene opmerkingen Bij het budgetteren komen zeer veel berekeningen voor, wat dus een grote kans op rekenfouten met zich meebrengt. Bovendien bestaat de kans dat die rekenfouten

Nadere informatie

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM)

Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 360.410.604 378.684.380 Immateriële vaste activa (+) 6.503.921 3.698.514 Materiële vaste activa 353.843.208 374.922.627

Nadere informatie

VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+)

VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+) Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.600.071 1.554.573 Immateriële vaste activa (+) 8.985 21.277 Materiële vaste activa 1.586.054 1.528.264

Nadere informatie

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal

Nadere informatie

VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+)

VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa (+) Toerisme Vlaanderen BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 73.320.902 70.705.719 Immateriële vaste activa (+) 1.732.313 1.894.633 Materiële vaste activa 71.221.717 67.607.264 Terreinen en gebouwen

Nadere informatie

VASTE ACTIVA 161.111.494 155.599.360. Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+) 2.474.305 3.645.766

VASTE ACTIVA 161.111.494 155.599.360. Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+) 2.474.305 3.645.766 VDAB BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 161.111.494 155.599.360 Oprichtingskosten (+) Immateriële vaste activa (+) 2.474.305 3.645.766 Materiële vaste activa 158.630.744 151.947.149 Terreinen

Nadere informatie

Modellen. Hoofdstuk 3

Modellen. Hoofdstuk 3 Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Vlaamse Landmaatschappij

Vlaamse Landmaatschappij Vlaamse Landmaatschappij BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 15.423.055 15.680.651 Immateriële vaste activa (+) 1.481.373 1.607.665 Materiële vaste activa 13.936.501 14.067.805 Terreinen

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016 1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland - 1-3 mei 2016 1.1 Balans per 31 december 2015 (Na resultaatbestemming) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn

Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM) De Lijn BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 1.173.822.917 1.164.780.320 Oprichtingskosten 1.199.870 1.342.246 Immateriële vaste activa 1.369.555 1.949.407

Nadere informatie

Extra uitleg bij berekeningen budgettering

Extra uitleg bij berekeningen budgettering Extra uitleg bij berekeningen budgettering A. Algemene opmerkingen Bij het budgetteren komen zeer veel berekeningen voor, wat dus een grote kans op rekenfouten met zich meebrengt. Bovendien bestaat de

Nadere informatie

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017 1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland - 1-22 mei 2017 1.1 Balans per 31 december 2016 (Na resultaatbestemming) 31 december 2016 31 december 2015 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste

Nadere informatie

Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek

Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Elementaire kennis Bedrijfseconomie Peter H. C. Hintzen Omslagontwerp: Proforma, Barcelona Zetwerk: Fritschy opmaak & redactie, Leiden isbn 978 90 5752 281

Nadere informatie

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:

4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot: Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt

Nadere informatie

Waterwegen en Zeekanaal NV

Waterwegen en Zeekanaal NV Waterwegen en Zeekanaal NV BALANS ACTIVA huidig jaar vorig jaar VASTE ACTIVA 928.792.246 811.407.973 Immateriële vaste activa (+) 760.515 1.254.525 Materiële vaste activa 927.578.329 809.700.046 Terreinen

Nadere informatie

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) BALANS huidig jaar vorig jaar ACTIVA VASTE ACTIVA 32.984.388 32.741.818 Immateriële vaste activa (+) 1.437.882 809.387 Materiële vaste activa 25.256.129 25.642.116

Nadere informatie