1 De economische kringloop
|
|
- Dennis Bauwens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie Betalingsbalans Etc. Hoe komen de macro-econonomische grootheden tot stand en welk economisch gegeven is het belangrijkste? Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland BBP of nationaal inkomen : Indicatie voor de omvang vd economische activiteit van een Land Belangrijkste Hoe onderzoekt men de onderlinge verbondenheid tussen de verschillende huishoudingen? Door het kringloopschema Wie houd er in werkelijkheid de verschillende huishoudingen bij? (niet echt kennen maar kunnen) INR = Instituut voor de Nationale Rekeningen NBB = Nationale Bank van België FOD = Federale overheidsdienst financiën Federaal Planbureau
2 Teken me nu een vereenvoudigde economische kringloop, indien er alleen gezinnen en bedrijven zouden zijn en leg me ook uit. (1)= De gezinnen verstrekken productieve diensten aan de bedrijven. Hier enkel aan via de arbeidsmarkt. (2)= De bedrijven voegen de productiefactoren (=arbeid, kapitaal en natuur) samen tot productie van consumptiegoederen & diensten Deze goederen bieden zij de gezinnen aan via de markt voor de (1) + (2) :Vormen de goederenstroom in de economie. Deze geeft aanleiding tot een2de stroom in tegengestelde richting: de geldstroom (3) + (4) (3)= Gezinnen krijgen inkomen van de bedrijven (vergoeding arbeid en kapitaal) (4)= De gezinnen besteden hun inkomen aan de aankoop van consumptiegoederen. Welke soorten economie hebben we? Gesloten economie zonder overheid Productie van consumptiegoederen 2 partijen: GEZINNEN & BEDRIJVEN Productie van consumptie- en investeringsgoederen partijen: GEZINNEN & BEDRIJVEN + sparen/lenen Gesloten economie met overheid 3 partijen: GEZINNEN, BEDRIJVEN & OVERHEID Open economie 4 partijen: GEZINNEN, BEDRIJVEN, OVERHEID & BUITENLAND
3 Geef het schema voor een gesloten economie zonder overheid Productie van consumptiegoederen: 2 De berekening van de economische activiteit Hoe kan men de economische activiteit berekenen? Productieoptiek Product: de totale waarde van de goederen & diensten die gedurende 1 jaar zijn geproduceerd. Bestedingsoptiek De totale uitgaven die gedurende 1 jaar naar de producenten vloeien. Inkomensoptiek Bedrag gedurende 1 jaar verdiend voor productieve prestaties Wat is de waarde van het product? = Som van de bestedingen, gelijk aan de vergoedingen betaald aan de productie factoren Dit geld ex post(= na verloop van tijd) Wat houdt de kringloopgedachte in? Men produceert met het oog op bestedingen en dat men bij de productie inkomen verdient dat deze bestedingen weer mogelijk maakt.
4 2.1 Bruto en Netto Uit wat bestaat de bruto- investering? Vervangingsinvesteringen Netto-investeringen Uitbreidingsinvesteringen Voorraadwijzigingen Waarom voert men vervangingsinvesteringen in? Om bestaande kapitaalgoederen te vervangen niet om bestaande productiecapaciteit te vergroten Waarom vervangen? Economische slijtage = veroudering Technologisch slijtage= gebruiking Vb. oude lift (4pers) nieuwe lift (4 pers) Hoe gefinancierd? Intern, om deze langzame waardedaling van de productie op te vangen Uit wat bestaan de netto investeringen? Uitbreidingsinvesteringen Toename of afname van de voorraden(= voorraadwijziging) Waarom voert men uitbreidingsinvesteringen in? Productiecapaciteit vergroot WEL Vb. oude lift (4pers) nieuwe lift (8 pers) Hoe gefinancierd? Onderneming zelf
5 Winst reserves Zelffinanciering Spaargeld gezinnen Oppotten Bank (rente) AD in bedrijf (dividend) Wat zijn de investeringen in de voorraad? Voorraden bij de bedrijven ontstaan omdat in werkelijkheid de gezinnen een deel van de voortgebracht consumptiegoederen niet aankopen. Deze niet verkochte consumptiegoederen beschouwt men als investeringsgoederen (= vlottende investering) Als de voorraden afnemen, zijn de investeringen in voorraden negatief( = desinvesteringen) Wat is autofinanciering? Als het bedrijf winst maakt, hou je de winst in het bedrijf zelf. (= reserveren) en gebruiken om netto investeringen te financieren = Interne financiering Beoordeel onderstaande bewering als juist of fout Antwoord a Afschrijving is een uitgave voor vervanging van versleten kapitaalgoederen b Afschrijving is een kost verbonden aan het gebruik van kapitaalgoederen c Afschrijvingen vormen de interne bron die de vervangingsinvesteringen financiert d Toename van voorraden eindproduct binnen een bedrijf wordt niet gerekend tot de nettoinvesteringen. e Voorraden eindproduct binnen een bedrijf worden gerekend tot de netto-investeringen. f Afname voorraden eindproduct binnen een bedrijf wordt gerekend tot de nettoinvesteringen. a fout c fout e fout b juist d fout f juist
6 Geef de economische kringloop met sparen & investeren & leg uit. 1. Leveren van productieve diensten (arbeid & vermogen & onroerende goederen) 2. Productie van consumptiegoederen aan de gezinnen via markt 3. Gezinnen krijgen inkomen (loon, rentevergoeding) 4. Consumptieve bestedingen van de gezinnen 6. Financiering van bruto investeringen (via afschrijvingen, spaargelden & auto-financiering) 7. spaargelden naar geld- en kapitaalmarkt 8. Bedrijven nemen spaargelden op. Geef de schematische voorstelling: productie en investering?
7 Geef me het onderscheid tussen het brutoproduct en het nettoproduct? Brutoproduct = waarde van verkochte consumptiegoederen + de waarde van de bruto- investeringen. Nettoproduct = De waarde van de verkochte consumptiegoederen + de waarde van de nettoinvesteringen. Bruto product vervangingsinvesteringen = netto product Bij het bepalen van de waarde van het bruto product bestaat gevaar voor dubbeltellingen. Uit wat bestaat het bruto product? Som van de toegevoegde waarde = Marktprijs van de geproduceerde goederen en diensten de waarde van de ingekochte grond- en hulpstoffen en diensten van derden Hoe bereken men de bruto toegevoegde waarde en wanneer gebruikt men deze formule? Bruto toegevoegde waarde = marktprijs aankoopprijs (grondstoffen & diensten van derden) Men gebruikt de bruto toegevoegde waarde voor De beloning van de productiefactor arbeid (=loon) De beloning van de productiefactor kapitaal (= rente, huur en pacht) De beloning voor het combineren vande productiefactoren kapitaal (= winst) Versleten kapitaalgoederen te vervangen(= afschrijvingen) Hoe berekent men dan de netto toegevoegde waarde? Netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarden afschrijvingen = De beloning van de productiefactoren arbeid en kapitaal of m.a.w. de som van de netto toegevoegde waarde vormt het netto product
8 Van de onderneming Astro is het volgende gegeven (bedragen x EUR): - marktwaarde van de productie ; - verbruik grond- en hulpstoffen ; - diensten van derden ; - afschrijvingen De bruto toegevoegde waarde bedraagt: a b c d Antwoord B (geen rekening houden met afschrijvingen) 7. In een volkshuishouding wordt er voor EUR aan consumptiegoederen verkocht. De brutoen netto investeringen bedragen resp mln EUR & mln EUR. Welke netto-inkomen wordt er in deze volkshuishouding gerealiseerd = Wat is een gesloten economie met overheid? Gezinnen + Bedrijven Overheid Voorzien van collectieve goederen en diensten Waarde collectieve g&d? = overheidsconsumptie Lonen en wedden overheidspersoneel Afschrijvingen vd overheid Netto toegevoegde waarde = Lonen en wedden overheidspersoneel Bruto toegevoegde waarde= Afschrijvingen vd overheid + lonen/wedden
9 Wat is de overheidsconsumptie? Overheidsuitgaven Lonen en wedden overheidspersoneel G&d geleverd aan overheid (Afschrijvingen vd overheid) Overheidsinkomsten Directe belastingen Indirecte belastingen Parafiscale ontvangsten Hoe worden de belastingen berekend? (netto loon) Brutoloon 2 000,00 - RSZ-bijdrage RSZ - 261,40 Belastbaar loon 1 738,60 - Bedrijfsvoorheffing* overheid - 542,96 Nettoloon 1 195,64 *Lijst met cijfers, afhankelijk van aantal inkomens en kinderen ten last Waaruit bestaat RSZ?
10 Hoe ziet de economische kringloop eruit in een gesloten economie met de overheid? 2.2 Tegen marktprijzen en factorprijzen Wat is het brutoproduct? Prijs x hoeveelheid Uit wat bestaat die prijs? Marktprijs Factorprijs = Marktprijs - indirecte belasting + subsidies Welke soorten producten hebben we dan? Brutoproduct tegen marktprijs Brutoproduct tegen factorprijs Nettoproduct tegen factorprijs Wat is nettoproduct tegen factorprijs? Brutoproduct tegen factorprijs - afschrijvingen Hoe kunnen we dit schematisch voorstellen?
11 Wat verstaan we onder een open economie? GEZINNEN & BEDRIJVEN & OVERHEID BUITENLAND Export :Goederen en diensten /Productieve prestaties Import: Goederen en diensten /Productieve prestaties Hoe ziet de economische kringloop eruit in een open economie? Welke economische activiteiten verricht de overheid? Zij brengen goederen & diensten vort voor de gemeenschap, zoals onderwijs, defensie, bejaardenhulp. De gemeenschap krijgt deze goederen & diensten meestal gratis aangeboden of tegen een prijs onafhankelijk van de marktprijs. Men noemt ze dan ook collectieve goederen & diensten. waarde van deze goederen schat men in tegen kostprijs. Hoe berekent men de bruto toegevoegde waarde van de overheid? Netto toegevoegde waarde van de overheid + afschrijvingen van de overheid Welke financiering via belastingen zijn er? Directe belastingen ( personen & vennootschappen) Indirecte belastingen ( tank, accysen, sigaretten, btw) Para-fiscaliteit Begrotingsevenwicht Subsidies = negatieve belastingen
12 Waarom vormt de bepaling van de toegevoegde waarde van de overheid een probleem? En hoe kan men dit probleem oplossen? Er is geen marktconforme prijzen bv: nmbs. Men kan dit probleem oplossen door te gebruiken. factorprijzen De overheid betaalt mln EUR aan lonen & wedden uit. Ze schrijft voor mln EUR af. De collectieve goederen & diensten worden op mln EUR gewaardeerd. Welke waarde aan consumptiegoederen & diensten wordt door de bedrijven aan de overheid geleverd? waardering: lonen & wedden: afschrijvingen: = Wat beïnvloed onze marktprijs? De belastingen Geef me het verband tussen de verschillende macro-economische begrippen 2.3 Nationaal en binnenlands Wat is het verschil tussen Nationaal en bruto product? Bruto binnenlandsproduct tegen marktprijzen = bbpm = de bruto toegevoegde waarde gecreëerd op Belgisch grondgebied Vb. Polen werken in België Bruto nationaal product tegen marktprijzen = bnpm = de bruto toegevoegde waarde gecreëerd door arbeid en kapitaal, eigendom van Belgische i ngezetenen Vb. Belgen werken in Frankrijk
13 Wat is het verband tussen bbpm en bnpm? Bruto nationaal product tegen marktprijzen + Primaire inkomens betaald aan buitenland - Primaire inkomens ontvangen van buitenland Bruto binnenlands product tegen marktprijzen BBPM = de som van de bruto toegevoegde waarde op het nationaal grondgebied van Bedrijven: de waarde van de geproduceerde goederen- de ingevoerde goederen Overheid: Som van de lonen en wedden en de afschrijvingen van de overheid Wat is de samenstelling van het bbpm? We kunnen dit schrijven als Verkochte consumptiegoederen aan gezinnen: Cg + Overheidsconsumptie: Co + bruto investering: Br + Uitvoer van goederen en diensten X - Invoer van goederen en diensten M BBPM= Cg+ Co+ Br + X + M Hoe bekomen we het BNPM? BBPM + primaire Y ontvangen door Belgen in het buitenland - primaire Y betaald aan het buitenland
14 Schematische voorstelling van BNPM? Wat is het nationaal inkomen? =Nationaal inkomen (=Y) Inkomen gezinnen ontvangen van: Bedrijven Overheid Buitenland Inkomen bedrijven Niet-uitgekeerde winsten (reserves & directe belastingen) Nationaal inkomen= som van alle vergoedingen voor arbeid en kapitaal die eigendom zijn van eigen Ingezetenen Y = Cg + Sg + Tdg + Sb + Tdb
15 Wat is het verschil tussen exporteren en importeren? Exporteren = dat bedrijven goederen & diensten leveren aan het buitenland Importeren = dat bedrijven goederen & diensten aan een bedrijf levert om tot het eindproduct te komen. Geef me het verschil tussen primaire inkomens ontvangen van het buitenland & primaire inkomen betaald aan het buitenland. Primaire inkomen ontvangen van het buitenland = een vergoeding dat ze ontvangen in ruil voor het verder leveren van eigen ingezetenen ook productieve prestaties aan het buitenland. Primaire inkomen betaald aan het buitenland = een inkomen dat ze ontvangen bij het leveren van buitenlandse huishoudingen productieve prestaties aan Belgische ondernemingen en/of overheid. Wanneer is het nettopositie positief of negatief? De netto positie = positief als er een nettolening is van het buitenland aan België. De netto positie = negatief als er een nettolening van België aan het buitenland. Wat is het verschil tussen een bruto binnenlands product of een bruto nationaal product? Bruto binnenlands product tegen marktprijzen = registreert de bruto toegevoegde waarde die ontstaat op het Belgisch grondgebied. door ingezetenen & niet-ingezetenen Formule : bruto nationaal product tegen marktprijzen - primaire inkomens ontvangen van het buitenland + primaire inkomens betaald aan het buitenland = bruto binnenlands product tegen marktprijzen of verkochte consumptiegoederen aan gezinnen + overheidsconsumptie + bruto-investeringen + uitvoer van goederen & diensten - invoer van goederen & diensten = bruto binnenlands product tegen marktprijzen (= bruto binnenlands bestedingen tegen marktprijzen) Bruto nationaal product tegen marktprijzen = meet de bruto toegevoegde waarde die ontstaat door de productiefactoren arbeid & kapitaal die eigendom zijn van Belgische ingezetenen ( al dan niet in België tewerkgesteld)
16 Wat is het nationaal inkomen? Is het inkomen dat de gezinnen ontvangen van de bedrijven + niet-uitgekeerde winsten van ondernemingen (reserves & directe belastingen) Nationaal inkomen = de som van alle vergoedingen aan de productiefactoren arbeid & kapitaal die eigendom zijn van eigen ingezetenen. Tenzij anders vermeld betreft het netto tegen factorprijzen. Wat zijn de netto-investeringen? De som van de besparingen van de gezinnen, de bedrijven, de overheid & het buitenland. Wat is zijn vervangingsinvesteringen? Afschrijvingen 3 Het reële &n het nominale BBP Wat is het bbp? Een indicator om de economische activiteit te meten Wat is het gevolg van een prijs/ productiestijging? Stijging bbp Hoe kan het bbp groeien? Groei door prijzen Groei door activiteit Koopkracht= wat kan ik kopen, met een bepaald bedrag bbp per capita (per hoofd van de bevolking) Welke 2 soorten bbp hebben we? 1. Nominaal bbp= bbp tegen lopende prijzen= in geldwaarde 2. Reële bbp= bbp in volume (hvh) Hoe bereken we bbp per hoofd van de bevolking? bbp / aantal inwoners Wat is defleren + geef een voorbeeld? Moeilijk gezegd: het omzetten van nominale in reële grootheden. Uitleg: Inkomen is een voorbeeld van een nominale grootheid. Stel dat je inkomen met 5% stijgt, zodat het lijkt alsof je dus 5% meer koopkracht hebt. Dat geeft een vaak een vertekend beeld!!
17 Waarom? Stel dat de prijzen in dezelfde tijd met 6% zijn toegenomen, dan betekent het dat je inkomen zelfs achteruit is gegaan. Je kunt nu met je gestegen inkomen minder kopen dan daarvoor. Om precies te zijn kun je (105/106 * 100) = 0,94% minder kopen dan voor jouw inkomensstijging. Deze berekening is een voorbeeld van defleren, dus: je nominale inkomensstijging omzetten in je reële inkomen.
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land
INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een
Nadere informatieSamenvatting Economie Nationale Rekeningen
Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatie1ste bach PSW. Economie. 2de semester. uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR
1ste bach PSW Economie 2de semester Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B14 6.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Zie vorig semester Werkcolleges,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen
Nadere informatieWelvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?
1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieNetto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden
Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Modellen
Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieModellen. Hoofdstuk 3
Modellen Hoofdstuk 3 Keynes in model Vereenvoudigde weergave van de economische werkelijkheid met geaggregeerde grootheden. Economische modellen worden gebruikt voor voorspellingen en daarop wordt overheidsbeleid
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen
Nadere informatieHoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid
Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht
Nadere informatieInleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.
Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieDe optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.
Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom
Nadere informatieGezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland
Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg
Nadere informatie4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.
Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieH2: Economisch denken
H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-II
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit
Nadere informatieHoofdstuk 15 Economische relaties
Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft
Nadere informatieDumpjehuiswerk.nl 2009
Algemene Economie hoofdstuk 2 Vraag Bij de analyse van het consumentengedrag zijn ondernemingen op zoek naar de oorzaken die ten grondslag liggen aan de vraag naar hun producten. Deze oorzaken worden ook
Nadere informatieInkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014
Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieUitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatieAntwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten
Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieHoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?
vbo-analyse Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid? September 2014 I Raf Van Bulck 39,2% II Aandeel van de netto toegevoegde waarde gegenereerd door bedrijven dat naar
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieHOOFDSTUK 14: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte a) Indien een Amerikaans toerist op de Grote Markt van Brussel een Deens bier drinkt,
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatieGroei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2
Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur
Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieOverzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig
Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd
Nadere informatie1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?
1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieDoor arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel.
LESBRIEF INKOMEN EN GROEI Hst. 1 De vorming van inkomen Door arbeidsverdeling werd ruil noodzakelijk en daarmee het hebben van een ruilmiddel. Directe ruil: Indirecte ruil: ruil van goed tegen goed. ruil
Nadere informatieAntwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2
Antwoorden Economie index hoofdstuk 1 & 2 Antwoorden door een scholier 4442 woorden 8 november 2010 5 29 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE INDEX HAVO 4 Hoofdstuk 1 1.2 Productie en inkomen in Nederland
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieWaarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.
www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen
Nadere informatieConsumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4.
Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1
Nadere informatieCoöperatieve Burgerbank
Coöperatieve Burgerbank Probleem Private banken en de rijkste 1% teveel macht en eigenbelang Structureel veel te hoge rente Structureel teveel (speculatieve) misbruik van het geldsysteem Oplossing Invoeren
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatie4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst
4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst De arbeidsvoorwaarden van veel werknemers zijn vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die per bedrijf of bedrijfstak wordt afgesloten
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat
Nadere informatieHOOFDSTUK 21: DE VRAAGZIJDE DE REELE SFEER
1 HOOFDSTUK 21: DE VRGZIJDE DE REELE SFEER Uitgangspunt: J. M. Keynes Bestaan van werkloosheid en niet benutte productiecapaciteit productie kan stijgen zonder dat de prijzen van de productiefactoren stijgen
Nadere informatieDe economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017
Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016
Nadere informatieHet verbruik : Het totaal van ingekochte grondstoffen, energie, halffabrikaten en diensten van derden.
Samenvatting door een scholier 2670 woorden 7 oktober 2003 7,2 44 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Module 4 hoofdstuk 1 1 Produceren: Het maken van goederen en diensten met behulp
Nadere informatieElementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek
Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Elementaire kennis Bedrijfseconomie Werkboek Peter H. C. Hintzen Zetwerk: Fritschy opmaak & redactie, Leiden isbn 978 90 3723 452 7 2016 Uitgeverij Edu Actief
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieUIT groei en conjunctuur
Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieDomein E: Concept Ruilen over de tijd
1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Jong en Oud
Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 2 en 3 boek 2 Samenvatting door een scholier 2565 woorden 29 januari 2005 7,3 45 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 1 1.1 Macro-economie
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2696 woorden 8 januari 20 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Economie inkomen en groei Luna H5A HOOFDSTUK. Vroeger waren de mensen zelfvoorzienend.
Nadere informatie4,1. Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober keer beoordeeld. Eco H5. Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd
Samenvatting door een scholier 539 woorden 11 oktober 2016 4,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco H5 Paragraaf 1; Gezinnen ruilen over de tijd Ruilen over de tijd Prijs = rente Financiële
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag
Nadere informatieExamencursus. economie. Voorbereidende opgaven VWO. Korte redeneervragen BBP. Schoenenwinkels. Participatie
Voorbereidende opgaven VWO Examencursus economie Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatieTENTAMEN. HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE
TENTAMEN HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE 2012- H2 Onderwijseenheid : AECVS2FE01-1 & AECVS2FS01-1 Opleiding FRE & FSM 2 e jaars Datum : 5 juli 2012 Tijd : 17.15 19.15 uur VRJ NB Opgave 1, 2 en 3 moet door iedereen
Nadere informatieExamen HAVO en VHBO. Economie
Economie Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 2 VHBO Tijdvak 3 Dinsdag 22 juni 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 37 vragen.
Nadere informatieIndexcijfers. - We rekenen volumes van allerlei zaken om naar procenten - We vergelijken vervolgens die cijfers om conclusies te trekken
Wat is een? Binnen de economie vergelijken we vaak procentuele ontwikkelingen. Die ontwikkelingen zijn in geld uitgedrukt soms lastig te doorzien. Zo wordt de economische groei van een land uitgedrukt
Nadere informatieEconomie Samenvatting H11
Paragraaf 1 Inkomens- en productiebegrippen Economie Samenvatting H11 Toegevoegde waarde = de waarde die tijdens het productieproces met behulp van productiefactoren aan gebruikte grond- en hulpstoffen
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieBIJLAGE A bij het. voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 COM(2010) 774 definitief Bijlage A/Hoofdstuk 14 BIJLAGE A bij het voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het Europees
Nadere informatieSamenvatting Economie Rekonomie
Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook
Nadere informatie