Samenvatting Economie H1 t/m H3
|
|
- Adriaan de Wilde
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting Economie H1 t/m H3 Samenvatting door J woorden 28 oktober ,8 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op Iedereen heeft wensen. Wensen zijn onze behoeften. Behoeften zijn onbegrensd, dat betekent dat meer altijd beter is. (behoeften = wens die men vervuld zou willen zien). Om behoeften te vervullen zijn middelen nodig. Een brood is bijvoorbeeld een middel. Middelen zijn niet onbeperkt beschikbaar. Bijv. een kledingwinkel heeft maar een bepaald aantal broeken in de winkel liggen. Hierdoor ontstaat er schaarste. De schaarste heeft niks te maken met zeldzaamheid, het betekent alleen dat er te weinig middelen zijn om alle behoeften van iedereen te bevredigen. (middelen = product of dienst die in je behoeften voorziet). (schaarste = spanningsveld tussen onbegrensde behoefden en beperkte middelen). Veel middelen kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. Anders gezegd: de middelen zijn alternatief aanwendbaar. Met een bakfiets kun je bijvoorbeeld boodschappen doen, maar ook je kinderen naar het dagverblijf brengen. Je moet dus kiezen hoe je het middel gaat gebruiken. (alternatief aanwendbaar = feit dat dezelfde middelen ingezet kunnen worden voor de bevrediging van verschillende behoeften). Pagina 1 van 6
2 Het gebruik van een middel levert iets op, dit zijn de opbrengsten (ook wel baten genoemd). Het gebruik van een middel (zoals de auto om boodschappen te doen) levert je het vervoer op naar de supermarkt. Maar het gebruik van de auto (het middel) brengt ook kosten met zich mee. Rijden kost benzine. Om te bepalen hoe het middel het beste gebruikt kan worden, moeten eerst alle aanwendingsrichting bekend zijn. Daarna moeten alle kosten en baten van alle aanwendingsrichting op een rijtje worden gezet. Het is dan logisch om te kiezen waarbij het verschil tussen opbrengsten en kosten het grootst is. (opbrengsten = baten). (baten = opbrengsten). (kosten = geldwaarde van het gebruik of verbruik van productiefactoren). (aanwendingsrichting = manier waarop middelen worden ingezet). De optelsom van alle middelen die iemand heeft, is zijn budget. Meestal is je budget een geldbedrag, maar het kunnen ook aantal uren zijn. Je budget beperkt de keuzes die je kunt maken. De budgetlijn geeft alle mogelijke productcombinaties die je maximaal kunt kopen met een bepaald budget. (budget = bestedingsruimte). (budgetlijn = lijn van alle mogelijke productcombinaties die maximaal kunnen worden gekocht met het gegeven budget). Budget = ( Prijs goed 1 x aantal goed 1 ) + ( Prijs goed 2 x aantal goed 2). Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 2 Van ruilen komt geen huilen. Iedereen gebruikt middelen om zijn behoeften zo goed mogelijk te bevredigen. Maar iemand anders kan een middel hebben dat jouw behoeften beter bevredigt dan je eigen middelen, en jou middelen misschien kunnen misschien beter voorzien in de behoeften van een ander. Dat kan een reden zijn om te ruilen. Een ruil komt tot stand wanneer beide partijen baat hebben bij de ruil. Zo ontstaat er wederzijds voordeel. (ruil = uitwisseling van middelen). Pagina 2 van 6
3 Als er niet geruild wordt, is iedereen zelfvoorzienend. Iedereen maakt dan alleen gebruik van zijn eigen middelen, je bouwt je eigen huis, verbouwt je voedsel en zo verder. Zo n economie noemen we een autarkie. In een economie in autarkie wordt niet geruild. In een economie waar geruild wordt, kunnen mensen hun behoeften beter bevredigen dan in een autarkische economie. (autarkie = situatie waarin er niet geruild wordt). Om te kunnen ruilen moet de ruilverhouding bekend zijn. De ruilverhouding is de waarde van het ene middel uitgedrukt in het aantal eenheden van het andere middel. (ruilverhouding = de waarde van het middel uitgedrukt in eenheden van een ander middel). Bij een ruil ontstaan transactiekosten. Dit zijn de kosten die gemaakt worden bij het vinden van een geschikte persoon om mee te ruilen. Transactiekosten kunnen zijn: advertentiekosten, tijd waarin een marktkoopman zijn producten uitstalt totdat er een koper langskomt, soms wordt er ook een contract opgesteld. (transactiekosten = kosten van het ruilverkeer, zoals onderhandelingskosten, informatiekosten en het vinden van een onderhandelingspartner). Transactiekosten zijn belangrijk, als de transactiekosten hoger zijn dan het wederzijdse voordeel van een ruil, gaat re ruil niet door. (= de baten zijn lager dan de kosten). Je kunt de transactiekosten ook verlagen door: standaardcontracten voor de verkoop van een huis te downloaden van het internet. Om te kunnen ruilen, moet je iets te bieden hebben. Het middel dat iedereen aan kan bieden is tijd. Jij biedt je tijd aan voor een dienst, de vrager zal verwachten dat het hem ook voordeel oplevert. Bv. Je kunt je tijd aanbieden aan de buurman om zijn auto te wassen, in ruil voor deze arbeid zul je door de buurman betaald worden. Met het verdiende geld kan je iets kopen wat jou voordeel oplevert zoals een nieuwe CD. Op deze manier ontstaat de situatie waarin productie en consumptie elkaar afwisselen. Eerst produceer je een gewassen auto, daarna consumeer je een nieuwe CD. Iedereen is zowel consument als producent. (arbeid = productiefactor die het menselijk handelen tijdens het productieproces omvat). (Productie = transformatie van inputs (arbeid, kapitaal, kennis, locatie) naar goederen en/of diensten). (consumptie = kopen van goederen en/of diensten met als doel het bevredigen van behoeften). (consument = iemand die goederen en/ of diensten koopt om daarmee in zijn behoeften te voorzien). (producent = persoon of organisatie die producten en/ of diensten produceert). Je werkt, maar wat is jou arbeid nu eigenlijk waard? De buurman betaald 7,50 voor een gewassen auto, hoeveel je per uur verdient is afhankelijk van je arbeidsproductiviteit, als je 2 uur hebt gedaan om de auto te wassen is jou arbeidsproductiviteit 7,50 / 2 = 3,75 per uur. Pagina 3 van 6
4 (arbeidsproductiviteit = productie per arbeidskracht per tijdseenheid (bv uur, dag, jaar). Arbeidsproductiviteit kun je verhogen door scholing. Een andere manier is specialisatie, een specialist is erg bedreven in een bepaald onderdeel van het productieproces. Door specialisatie wordt het productieproces verdeeld over meerdere mensen en ontstaat arbeidsdeling. (arbeidsdeling = opdelen van een productieproces in afzonderlijke deeltaken). Samenvatting Module 1 Hoofdstuk 1 t/m 3. Hoofdstuk 3 Geld, de smeerolie van ruil Om middelen te kunnen ruilen moet er een ruilverhouding ontstaan. Omdat er veel middelen bestaan, moeten er ook veel ruilverhoudingen worden vastgesteld. Dat is niet gemakkelijk. Het vaststellen van die ruilverhoudingen brengt hoge transactiekosten met zich mee. Daarom wordt er voor alle middelen de ruilverhouding bepaald ten opzichte van één en hetzelfde middel. Dit middel heet geld. Al die ruilverhoudingen tot geld hebben een speciale naam: prijs. (prijs = ruilverhouding tot middelen tot het middel geld). (geld = middel dat geruild kan worden tegen alle andere middelen). Middelen kun je ruilen tegen geld, en het geld weer tegen andere middelen. De transactiekosten worden hierdoor sterk verlaagd. Geld is heeft verschillende functies: Ruilmiddel = functie van geld die het gemakkelijker maakt goederen en diensten te ruilen. Oppotmiddel = functie van geld die het gemakkelijker maakt de aanwending van middelen uit de stellen = sparen. Rekenmiddel = functie van het geld die het gemakkelijker maakt de waarde van verschillende middelen met elkaar te vergelijken. Toch kan niet alles als geld worden gebruikt, geld moet aan 4 technische eisen voldoen: Geld moet deelbaar zijn. Verschillende munten Pagina 4 van 6
5 Geld moet handzaam zijn. Makkelijk mee te nemen Geld moet duurzaam zijn. Geld moet niet te snel slijten Geld mag niet gemakkelijk na te maken zijn. Als dat wel zo is, komt er steeds meer geld in omloop. Er ontstaat inflatie, je kan met dezelfde hoeveelheid geld minder kopen. Vroeger brachten particulieren hun gouden en zilveren munten naar de bank in ruil voor geldwissel. Dit is een officieel document waarop stond hoeveel gouden en zilveren munten je omgewisseld had. Steeds minder mensen haalde hun goud op bij de bank maar gebruikten de geldwissels als betaalmiddel. Er is nu sprake van fiduciair geld. Dat betekent dat het geld zijn waarde ontleent aan het vertrouwen dat mensen erin hebben, en niet aan de waarde van het materiaal waarvan het gemaakt is. (geldwissel = papier waarop staat hoeveel geld de houder aan de bank in beheer heeft gegeven). (fiduciair geld = geld dat zijn waarde uitsluitend ontleent aan het vertrouwen dat mensen erin hebben). Geld kan worden verdeeld in chartaal geld en giraal geld. Chartaal geld is het geld dat je aan kunt raken: de euromunten en biljetten n je portemonnee. Giraal geld kun je niet aanraken. Het zijn de opvraagbare banktegoeden. Chartaal geld heeft 2 waarden: de intrinsieke waarde en de extrinsieke waarde. Intrinsieke waarde = waarde van het materiaal waarvan het geld gemaakt is. Extrinsieke waarde = waarde die op het geld gedrukt staat. Ook wel nominale waarde genoemd. Chartaal geld blijft in omloop zolang de extrinsieke waarde hoger is dan de intrinsieke waarde. Bij bankbiljetten is dat altijd het geval, maar bij munten kan de intrinsieke waarde nog wel eens hoger zijn dan de extrinsieke waarde, en dan gaan mensen de munten omsmelten. De Wet van Gresham beschrijft dat de munten met hoge intrinsieke waarde uit omloop moeten en dat alleen de munten met een lage intrinsieke in omloop blijven. bad money drives out good money. Een belangrijk kenmerk van geld is dat de waarde ervan na verloop van tijd verandert. Één euro nu vertegenwoordigt een lagere waarde dan in Dit heet inflatie. Geld heeft nog een waarde : de interne waarde. De interne waarde geeft de koopkracht van het geld aan. Door inflatie daalt de interne waarde van de euro. Pagina 5 van 6
6 (interne waarde = koopkracht van het geld). Geld moet natuurlijk niet worden kunnen nagemaakt. Als dat wel kon zou er veel meer geld in omloop komen en zouden ondernemers steeds meer hun prijzen verhogen. Door de inflatie daalt ook de interne waarde van de euro snel en zouden mensen het vertrouwen in het geld verliezen. Het maken van geld (geldschepping) is wettelijk voorbehouden aan een onafhankelijke instantie: de centrale bank. Dit is geen bank waar bedrijven of particulieren een rekening hebben. De CB is de bank voor andere banken. De andere banken (rabobank, ing etc.) hebben een rekening bij de CB, de andere banken worden ook wel algemene banken of handelsbanken genoemd. De Nederlandse Bank is de centrale bank van Nederland. Er is ook een Europese Centrale bank. (Geldschepping = het maken van geld met als doel het in omloop te brengen). (De Nederlandse Bank = de centrale bank van Nederland). (Europese Centrale Bank = Centrale bank van alle eurolanden). De Centrale bank bepaalt hoeveel geld er in omloop wordt gebracht. De Centrale bank maakt de munten en biljetten. De Centrale bank bepaalt hoeveel geld de handelsbanken zelf mogen creëren. De optelsom van al het geld in omloop (chartaal + giraal) noemen we de maatschappelijke geldhoeveelheid. De Centrale Bank bepaalt hoeveel dit moet zijn. (maatschappelijke geldhoeveelheid = totale hoeveelheid chartaal + giraal geld in omloop). Pagina 6 van 6
Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.
Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie gaat in essentie over het maken van keuzes. De behoeften van mensen zijn onbegrensd, maar hun middelen zijn beperkt. Door dit spanningsveld
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatieSamenvatting Economie MODULE 1 (H1,H2,H3)
Samenvatting Economie MODULE 1 (H1,H2,H3) Samenvatting door M. 2718 woorden 25 maart 2013 6,2 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Module 1 Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 - Begrippen: behoeften,
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 1 + 2
Samenvatting Economie Module 1 + 2 Samenvatting door C. 3084 woorden 15 december 2017 10 1 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 voor niks gaat de zon op 1 kiezen is kostbaar
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 1 en 2
Samenvatting Economie Module 1 en 2 Samenvatting door J. 4726 woorden 2 november 2013 5,8 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie 4 havo samenvatting. Dingen die je wilt (wensen)
Nadere informatiep1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn.
1. Wat zijn behoeften? 2. Waarom is er sprake van schaarste bij behoeften? 3. Leg uit waarom netto-baten een beter begrip bij te keuzen maken dan baten. 4. Leg met een voorbeeld uit wat alternatief aanwendbaar
Nadere informatieVwo 4. Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste
Vwo 4 Module 1: Schaarste,geld en handel Domein: Ruil en schaarste De partij wil de bezuinigingen op kinderopvang (250 miljoen) en infrastructuur (ook 250 miljoen) terugdraaien. ''Die bezuinigingen zijn
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 138 woorden 17 december 2013 5 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 1.1 Schaarste à de spanning tussen de menselijke behoeften
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2
Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting door Martijn 1605 woorden 29 oktober 2015 6,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: kiezen en ruilen Schaarste is de spanning tussen de menselijke
Nadere informatieH2 Te veel geld maakt ongelukkig
Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieDe spanning tussen de beperkte middelen (tijd en geld) en de oneindige behoeften van de mens = keuzestress.
Samenvatting door Martijn 2576 woorden 3 maart 2018 9,5 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Samenvatting Economie H1 en H2 1. Keuzes maken Hoe maak je keuzes? De spanning tussen de beperkte
Nadere informatieBegrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping
Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld
Nadere informatieHet gevoel van welvaart neemt toe naarmate de schaarste wordt teruggedrongen
Samenvatting door A. 1641 woorden 27 januari 2013 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 Schaarste: de spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieWAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!
GELDZAKEN havo 4 WAT IS GELD? Een betaalmiddel Chartaal geld: alle bankbiljetten en munten Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel! Giraal geld: digitaal geld = onstoffelijk (niet tastbaar) Giraal
Nadere informatieModule 6: Geld; met klinkende munt
Module 6: Geld; met klinkende munt Experimenteel lesprogramma nieuwe economie havo UITWERKINGEN Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie
Nadere informatie2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieVervangende les 2 Wat is geld waard?
Vervangende les 2 Wat is geld waard? Leerdoelen Je leert wat het verschil tussen directe en indirecte ruil is. Je begrijpt waarom indirecte ruil handiger is dan directe ruil. Je kent de twee soorten geld.
Nadere informatie[MONEY, MONEY, MONEY,
PAV [MONEY, MONEY, MONEY, ] INLEIDING Geld maakt niet gelukkig, zegt het spreekwoord. Dat klopt, maar het helpt wel. En zeker in onze tijd. Want zonder geld kun je de spullen niet kopen die je elke dag
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatiehttp://www.economiepagina.com - Alle nuttige economielinks bij elkaar!
Opgave 1 Gulden (ƒ) wordt euro ( ) Geld is een (1) aanvaard ruilmiddel. De maatschappelijke geldhoeveelheid in Nederland bestaat uit munten, bankbiljetten en (2). De komende jaren worden de functies van
Nadere informatieEconomie. Boekje Crisis Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Crisis Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 samengevat 2 h2 samengevat 3/4 h3 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6/7 Links 7 Test je zelf 8 Antwoorden
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 2
Samenvatting Economie Module 2 Samenvatting door S. 1008 woorden 3 januari 2013 6,7 62 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Praktische economie Module 2 Economie Module 2 Eenmaal, andermaal,verkocht
Nadere informatieDe koopkracht van je inkomen bepaald hoeveel goederen of diensten je kunt kopen, de koopkracht hangt af van je inkomen en van de prijzen.
Boekverslag door Y. 2663 woorden 10 november 2014 3.2 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Crisis! Hoofdstuk 1 Kredietcrisis Kennen: Bestedingen: De uitgaven aan goederen en diensten Koopkracht:
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni 2012 5,7 25 keer beoordeeld Vak Economie KREDIETCRISIS Bankencrisis Omdat Amerikaanse banken op grote schaal hypotheekleningen verstrekken aan mensen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?
Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september 2004 7,1 10 keer beoordeeld Vak Economie MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie? Economie gaat over de behoeften (de wensen) van mensen. Behoeften
Nadere informatieHoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op
Hoofdstuk 1 Voor niks gaat de zon op Verkenning 1 Hij is snel en kan per uur goed verdienen (of: hij vindt het minder vervelend werk dan alternatieven). 2 Geld. 3 Een gewerkt uur kan hij niet aan zijn
Nadere informatieEen product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.
Samenvatting door G. 1151 woorden 21 januari 2015 7,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie voor jou Paragraaf 3: 3.1: Produceren: is het maken van goederen of het leveren van diensten. Een product
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 Samenvatting door S. 946 woorden 2 april 2017 8,1 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 De vraag naar producten Kernbegrippen 1) Individuele vraaglijn 2) Betalingsbereidheid
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieModule 4: docentenhandreiking. Experimenteel lesprogramma nieuwe economie
Module 4: docentenhandreiking Experimenteel lesprogramma nieuwe economie Verantwoording 2010, Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Het auteursrecht op de modules voor Economie berust bij SLO.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2: Sparen en Beleggen Samenvatting door Daphne 1906 woorden 3 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Europese Centrale bank (ECB) In de Eurolanden heeft maar één
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte
Nadere informatie9,6. Samenvatting door N woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1. Begrippen
Samenvatting door N. 1514 woorden 15 oktober 2016 9,6 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Begrippen bindende afspraak Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt/niet onderuit kunt. budget
Nadere informatieEconomie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 & h4 samengevat 3 h5 & h6 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6,7 & 8 Links
Nadere informatieHOOFDSTUK 17: OEFENINGEN
1 HOOFDSTUK 17: OEFENINGEN 1. Antwoord met juist of fout op elk van de onderstaande beweringen. Geef telkens een korte verklaring bij je antwoord. a) Door zijn liquiditeit is geld altijd een uitstekend
Nadere informatieH2 HET ONTSTAAN VAN GELD
Samenvatting door S. 2413 woorden 30 juli 2012 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 GELD Hoe meer geld er in omloop is, hoe groter de kans op inflatie (koopkracht neemt af en vermogen wordt
Nadere informatie7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december 2005 7,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie H5 Paragraaf 1 Geld = ongedifferentieerde koopkracht die door iedereen wordt geaccepteerd
Nadere informatie1.5 Consumeren of sparen. Bij hun afweging speelt een rol of ze het geld later nodig denken te hebben of niet.
Hoofdstuk 1 Kiezen 1.1 a. Een bedrijf bekijkt of het goedkoper kan produceren met arbeid of met robots. b. Remedial teacher, wachtlijstcoördinator, pretparkmedewerker, enz. 1.2 De werkloosheid is gestegen
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieWerkstuk Economie Geld
Werkstuk Economie Geld Werkstuk door een scholier 2341 woorden 4 december 2004 4,5 99 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding: Mijn werkstuk gaat over geld, en met dat geld gaan we het verleden in, we kijken
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1521 woorden 2 oktober 2003 7, keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Module 1 Hoofdstuk 1 Par. 1.1 Behoeften:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en g Samenvatting door een scholier 1227 woorden 13 februari 2005 6,9 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 6: Geld en g 6.1: De
Nadere informatieSamenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Module 1: hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1645 woorden 7 oktober 2004 7,1 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 1 Economie gaat
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3
Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid
Nadere informatieEconomie en handel (leerlijn Havo bovenbouw)
Auteurs Laatst gewijzigd Licentie Webadres Linda le Grand ; Linda le Grand 30 augustus 2013 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/33393 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs
Nadere informatie17. Geldbingo. (Afbeelding) Tijdsduur: 20-25 minuten (filmpje duurt 15 minuten) Soort opdracht: Spel
17. Geldbingo Het herkennen van begrippen in filmpjes kan helpen bij het leren van begrippen. Wat is dan nog leuker dan een ouderwets spelletje bingo? Om het wat moeilijker te maken is het ook mogelijk
Nadere informatieGeld en betalen vmbo12
banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 19 juni 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/62155 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van
Nadere informatieUIT geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieGastles: Hoe word ik rijk?
Gastles: Hoe word ik rijk? Hoe word je rijk? Dat willen we natuurlijk allemaal weten. In deze presentatie krijg je veel tips. Eerst een quiz om te kijken hoe veel jullie weten. Wie weet er veel? Pak je
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-I
4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord
Nadere informatieECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
ECONOMIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 1 t/m 8
Samenvatting Economie Module 1 t/m 8 Samenvatting door een scholier 11175 woorden 14 mei 2015 7,1 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Module 1 - HOOFDSTUK 1: Voor niks gaat de zon
Nadere informatie3.2 De omvang van de werkgelegenheid
3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal
Nadere informatieECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020
ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 2 april 2019 De vakinformatie is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens
Nadere informatieWat kun je verwachten?
Wat kun je verwachten? Urenverdeling V4: 3 uur per week V5: 3 uur per week V6: 3 uur per week Overhoringen Minimaal 2 overhoringen per periode (weging varieert) Weging Proefwerk: 3-4x (in april: 6x!) SO:
Nadere informatieIn economische termen is geld de voorraad bezittingen die direct voor handen is om transacties te doen. Geld heeft drie functies:
Hoofdstuk 4 Monetair beleid gaat over de nationale munt, valuta en bankieren. Monetair beleid wordt bepaald door de centrale bank. Fiscaal beleid gaat over overheidsuitgaven en belastingheffing. Samen
Nadere informatieIn Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken.
DE ZUIVELSECTOR > Inleiding In Nederland zijn het klimaat en het landschap zeer geschikt voor veeteelt. Logisch dat we veel koeien houden en melkproducten maken. De zuivelsector is belangrijk voor de Nederlandse
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland
Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen en groei
Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen
Nadere informatieSamenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen
Samenvatting Economie Arbeidsmarkt & inkomen Samenvatting door een scholier 1239 woorden 30 oktober 2003 6,6 81 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Arbeidsmarkt Hoofdstuk 1 Beroepsbevolking= werkgelegenheid
Nadere informatieECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
ECONOMIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieBASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo)
BASISVOORBEELD: Wet van de comparatieve kosten (D. Ricardo) A. Gegeven: Aantal uren om 1 eenheid te produceren Landen Wijn Stof Binnenlandse 60 u. u. 80 u. 100 u. ruilverhouding (W/S) Veronderstel: a.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2086 woorden 13 januari 2006 3,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 9: Betalen in binnen- en buitenland 9.1 Geld Algemeen aanvaard
Nadere informatieSamenvatting Economie Module1, H2 en H3
Samenvatting Economie Module1, H2 en H3 Samenvatting door een scholier 1851 woorden 28 maart 2006 2 2 keer beoordeeld Vak Economie Module 1, Hoofdstuk 2, Consumeren 1. Hoe consumenten in hun behoeften
Nadere informatieLezing prof. dr. W.W. Boonstra op 3 juni 2014: Geld speelt (g)een rol
1 Lezing prof. dr. W.W. Boonstra op 3 juni 2014: Geld speelt (g)een rol Zijn voordracht is gebaseerd op zijn inaugurale rede op 11 oktober 2013. Prof. Boonstra is bijzonder hoogleraar in de Economische
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieExamen aantekeningen 2014
Examen aantekeningen 2014 Basisbehoeften zijn behoeften die je nodig hebt om in leven te blijven. Bijvoorbeeld eten en drinken, kleding en een huis. Luxe behoeften heb je niet echt nodig bijvoorbeeld televisie
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieUIT VWO geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatieKatern 4 Waarde van de munt
Katern 4 Waarde van de munt Begrippen CPI = geeft aan hoe hoog de kosten voor het levensonderhoud zijn Deflatie = geld wordt meer waard Geldillusie = mensen denken dat ze rijker zijn dan in werkelijkheid
Nadere informatieExtra opgaven hoofdstuk 1
Extra opgaven hoofdstuk 1 Opgave 1 Er zijn economische problemen, omdat: a. de middelen en de behoeften beide onbeperkt zijn; b. de behoeften beperkt zijn in relatie tot de middelen; c. de middelen beperkt
Nadere informatieMonopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen, vuilophaaldiensten
Samenvatting door een scholier 1470 woorden 7 maart 2004 4,7 3 keer beoordeeld Vak Economie 10 Monopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen,
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 5. Opzoekspel 6
Inhoud Voorwoord 5 Opzoekspel 6 1 Handel draait om geld 11 1.1 Wat is handel? 11 1.2 Handel in de praktijk 16 1.3 Goederen- en geldstroom 20 1.4 Groot- en kleinhandel 24 1.5 Ketenbeheersing 28 1.6 Afsluiting
Nadere informatie2. wat nog belangrijker is welke wensen je bovenaan je lijstje zet. Je moet je wensen op volgorde zetten: wat het meest belangrijk is bovenaan.
Samenvatting door Romy 2193 woorden 8 december 2015 7 10 keer beoordeeld Vak Economie 2.1 In ons dagelijks leven maken wij voortdurend keuzes omdat we nu eenmaal niet alles tegelijk kunnen doen of ons
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieNaam :. Maart Met dank aan: bron:
Naam :. Klas :.. Datum: score Maart 2010 Met dank aan: bron: www.geldmoetrollen.org Vooraf Voor deze opdracht heb je informatie nodig van een website. Start dus een computer op, ga naar het internet en
Nadere informatieEco samenvatting; hs 2 + 5
Samenvatting door Inge 1413 woorden 12 januari 2014 7,5 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Eco samenvatting; hs 2 + 5 2.1 Hoe verkoop je een product? Martkaandeel is het aandeel van een product
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 5+6
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6 Samenvatting door Sanne 1542 woorden 11 april 2017 7,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 5 - Werkt dat zo? Paragraaf 5.1 - Aan de slag! Als je
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2005-I
4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 8 per kg 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieHoofdstuk 1: Schaarste
Hoofdstuk 1: Schaarste Economie HAVO 2011/2012 www.lyceo.nl H1: Schaarste Economie 1. Schaarste 2. Ruil 3. Markt 4. Ruilen over tijd 5. Samenwerken en onderhandelen 6. Risico en informatie 7. Welvaart
Nadere informatieHoofdstuk 1: Waar produceren
Hoofdstuk 1: Waar produceren Open economie - Een land handeld veel met het buitenland, importeert & exporteert veel Er is meer keuze aan goederen of diensten dan in een gesloten economie Concurrentiepositie
Nadere informatieUIT theorie ASAD
Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm
Nadere informatieBasic. Financië n Financieel
Wat is geld? Hoe is het ontstaan? Financië n Financieel Basic Wat is geld? Hoe is het ontstaan? Door: Henry Vervuurt Dit ebook is een uitgave van United Wealth. www.unitedwealth.com Dit ebook is alleen
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatie