Startdocument transitie jeugdzorg 2012



Vergelijkbare documenten
Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Informatienota voor de raad

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

De ondersteuning en zorg voor kinderen en hun opvoeders wordt in het huidige stelsel gefinancierd door meerdere partijen:

Transitie Jeugdzorg. Presentatie PMA Donderdag 24 november Monique te Wierik Beleidsadviseur Gemeente Apeldoorn

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Decentralisatie jeugdzorg Plan van aanpak (startnotitie)

Onderwerpen. Jeugdzorg Noordoost Brabant

lnformatiepaper Harderwijk maart 2O12

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

PS2011WMC03 Bijlage 1. Contourennota transitie Jeugdzorg

Voorstel voor de Raad

Bijlage: Projectplan Jeugdzorg

Wat is provinciale jeugdzorg?

Geachte voorzitter, van de minister van BZK aan de Tweede Kamer (TK , , nr.333)

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost. ( 13 oktober 2011)

Dit projectplan betreft een dynamisch document dat tussentijds ingegeven door ontwikkelingen kan worden bijgesteld.

Grote stelselwijzigingen (Transities/ Transformatie)

Informatienota voor de raad

3 Decentralisaties: Jeugdzorg, WMO en WnV in vogelvlucht. T.b.v. Gemeenteraad Oosterhout d.d. 3 april 2012 Anna Hooijenga,VNG

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Achtergrondinformatie. Projectopdracht transitie jeugdzorg. Barneveld, november 2011 OCJS

Financiën Sociaal Domein

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

Sturen in het sociale domein

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Advies aan de gemeenteraad

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

PS2011WMC03-1. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten

Presentatie bijeenkomst Transitiemanagers. 14 december 2012

Raadsmededeling - openbaar

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Bijlage 6 Wettelijke kaders, gemeentelijke taken en nieuwe ontwikkelingen

INLEIDING. Openingsfilm

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum

PROJECTFORMAT TRANSITIE JEUGDZORG 5 GEMEENTEN. AMELAND, DANTUMADIEL, DONGERADEEL, KOLLUMERLAND C.A. EN SCHIERMONNIKOOG

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Informele raadscommissie Sociaal

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

naar een nieuw Wmo-beleidsplan

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Plan van Aanpak "Samenwerken voor de jeugd in West Brabant Oost"

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

GEMEENTE ROERMOND. Aan de commissie Burgers en Samenleving. Commissienotitie (voor kennisgeving) Datum: 12 december 2011 Portefeuille: BS

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

STARTNOTITIE. Meerjarenbeleidsplan jeugdzorg

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Nieuwe taken komen boven op bestaand beleid

Relevante ontwikkelingen

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Veranderingen binnen het Sociale Domein. Een forse opgave voor Gouda!!

Jeugdhulp in Nissewaard

Transitie en transformatie Jeugdzorg. Themabijeenkomst 16 september 2013

Regiemodel Jeugdhulp 2015

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

J. Schouwerwou F. Veltman Zaaknummer : Voorstel: Instemmen met het "Transitiearrangement Regio Fryslân"

Transitie jeugdzorg: gevolgen voor de jeugdreclassering en bescherming. 31 januari 2013 Wim Kemp Wethouder gemeente Roermond

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Veelgestelde vragen over de decentralisatie van de jeugdzorg

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam

Raadsvoorstel. Vergadering : 20 november Agendapunt : 9 : Besluitvormend Programma : (6) Welzijn Portefeuillehouder : D. Fokkema. Aan de Raad.

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Verder treft u hieronder de integrale teksten van het regeerakkoord aan die van toepassing zijn op het werk van Wmo-raden:

Transcriptie:

Startdocument transitie jeugdzorg 2012 Regio Kop van Noord-Holland Den Helder Harenkarspel Hollands Kroon Schagen Texel Zijpe 12 april 2012

Inhoud 1. Inleiding 3 2. Aanleiding en doel 3 3. Waar staan we nu? 3 4. Beoogd resultaat en uitgangspunten transitie jeugdzorg 5 5. Inrichting transitieproces 7 6. Afbakening 9 7. Financiën transitie 9 8. Financiële risico s en knelpunten 10 9. Globale uitwerking transitieproces 10 10. Communicatie en participatie 11 11. Besluitvorming startdocument 12 Afkortingen: AMK AWBZ BOJOZ CJG GGZ IPO JGZ LVG MBO PO PGB RMC RvdK SHG VenJ VNG VO VV VWS Wajong WIJ Wmo Wsw WWI WWNV Zvw Algemeen meldpunt kindermishandeling Algemene wet bijzondere ziektekosten Bestuurlijk Overleg Jeugd, Onderwijs & Zorg Kop van Noord-Holland Centrum voor jeugd en gezin Geestelijke gezondheidszorg Interprovinciaal overleg Jeugdgezondheidszorg Licht verstandelijk gehandicapten Middelbaar beroepsonderwijs Primair onderwijs Persoonsgebonden budget Regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Raad v.d. Kinderbescherming Steunpunt Huiselijk Geweld Veiligheid en justitie (ministerie) Vereniging Nederlandse gemeenten Voortgezet onderwijs Voorschoolse voorziening Volksgezondheid, welzijn en sport (ministerie) Werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten Wet investeren in jongeren Wet maatschappelijke ondersteuning Wet sociale werkplaatsen Wet werk en inkomen) Wet Werken Naar Vermogen Zorgverzekeringswet 2

1. Inleiding Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle zorg rondom kinderen / ouders. Tegelijkertijd moet er bezuinigd worden. De jeugdzorg moet dan ook anders en beter worden georganiseerd. Naar verwachting zal de overheveling op 1 januari 2015 in één keer plaatsvinden inclusief de jeugdbescherming en de jeugdreclassering. Dit is besloten op 8 december 2011 1 in een bestuurlijk overleg tussen de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn & Sport en Veiligheid & Justitie met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg. 2. Aanleiding en doel Aanleiding en doelen transitie De evaluatie van de Wet op de jeugdzorg vormt de aanleiding voor een stelselwijziging. Op hoofdlijnen zijn de conclusies uit deze evaluatie: - we zien problemen te laat - we handelen niet snel genoeg o.a. door regeldruk - het speelveld is te vol en daardoor hebben we afstemmingsproblemen - er zijn te veel doorverwijzingen naar zwaardere zorg - jaarlijks is er een forse toename van gebruik en kosten van voorzieningen De jeugdzorg moet dus anders en beter worden georganiseerd. - De verwachting is dat de transitie van de jeugdzorg gemeenten de mogelijkheid biedt om zorg en ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen op een effectievere en goedkopere manier vorm te geven. - Door het samenvoegen van verschillende financieringsstromen verwacht het rijk dat gemeenten beter in staat zijn om een samenhangend aanbod van toegankelijke hulp en ondersteuning te organiseren en gespecialiseerde vormen van zorg efficiënter in te zetten. - Het recht op zorg vervalt, de ondersteuningsbehoefte en de mate van zelfredzaamheid zijn leidend voor de inzet van hulp. - De inhoudelijke kanteling moet bij de transitie nadrukkelijk als doelstelling worden meegenomen, omdat gemeenten extra risico lopen bij deze operatie als deze kanteling niet of onvoldoende tot stand komt. Deze kanteling sluit aan bij die van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Regeerakkoord In oktober 2010 is het regeerakkoord van het kabinet Rutte gesloten. Het kabinet maakt zich zorgen over het functioneren van de jeugdzorg en wil de effectiviteit verbeteren door middel van een stelselherziening. Deze wordt aangeduid als decentralisatie of transitie van de jeugdzorg en houdt de volgende maatregelen in: - Er moet één financieringssysteem komen voor het huidige preventieve beleid, de huidige provinciale jeugdzorg, de jeugd-lvg (licht verstandelijk gehandicapten) en de jeugd-ggz (geestelijke gezondheidszorg). - Gemeenten worden financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincies, de gemeenten, de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) en de Zvw (Zorgverzekeringswet) valt. - De CJG (Centra voor Jeugd en Gezin) gaan bij de overheveling van de jeugdzorg naar (samenwerkende) gemeenten dienen als frontoffices voor alle jeugdzorg. Deze maatregelen gaan gepaard met een bezuiniging in totaal 300 miljoen d.w.z. 10 % van het budget dat nu voor de jeugdzorg wordt ingezet. 3. Waar staan we nu? Ontwikkelingen vanuit het rijk Naar aanleiding van het Bestuursakkoord 2011-2015 2 tussen Rijk, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen is de stelselwijziging jeugdzorg in de loop van 2011 verder uitgewerkt. 1 Beantwoording schriftelijke vragen n.a.v. de beleidsbrief stelselwijziging jeugd Geen kind buiten spel dd. 14 december 2011, kenmerk DJ/PS-3096338 2 Bestuursakkoord 2011-2015 en Bestuursafspraken 2011-2015 3

Op 8 november 2011 verscheen de Beleidsbrief stelselwijziging jeugd Geen kind buiten spel 3 aan de Tweede Kamer. In deze beleidsbrief zijn de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel geschetst en is optimale beleidsvrijheid voor gemeenten aangekondigd. Ook wordt aangesloten bij de filosofie van de WMO. De hoofdlijnen worden nader uitgewerkt aan de hand van een werkagenda 4. Op 8 december 2011 is in een bestuurlijk overleg tussen de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg besloten dat de overheveling jeugdzorg in één keer per 1 januari 2015 zal plaatsvinden incl. jeugdbescherming en jeugdreclassering. De rijksoverheid komt begin 2012 met een transitieplan 5 dat de gemeenten moet helpen om de transitie op zorginhoudelijk, bestuurlijk en financieel gebied vorm te geven. De werkagenda van het rijk geeft aan dat in de loop van 2012 de uitwerking kan worden verwacht van: - wetgeving - harmonisatie van indicatoren zorg - positie cliënten - kwaliteitseisen zorgaanbieders - borging kwaliteit instrumenten, interventies en professionals - vormgeving toegangsfunctie CJG - samenhang / positionering functies AMK t.o.v. SHG, CJG en RvdK - certificering jeugdzorg plus - positionering gedwongen kader - financiering Ontwikkelingen provincie Tot 1 januari 2015 blijft de provincie verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De provincie wil tot de overgang van de jeugdzorg blijven zorgen voor een kwalitatief goede jeugdzorg in Noord-Holland. In het Uitvoeringsprogramma 2012 6 staat dat zij ten aanzien van de jeugdzorg kiest voor een aanpak die is gebaseerd op het bestaande beleid, het Afsprakenkader 2010/2011 7 en het Landelijk Beleidskader Jeugdzorg. Gemeenten moeten zich met elkaar en met hun partners in het jeugdbeleid voorbereiden op de overheveling van alle taken die nu nog bij de provincie Noord-Holland liggen. De provincie levert een bijdrage aan de transitie door het overdragen van kennis over de huidige wijze waarop de jeugdzorg is georganiseerd. Het beleidskader voor 2013 en volgende jaren wordt in 2012 in overleg met o.a. de gemeenten ontwikkeld. Ontwikkelingen regio Met de regiogemeenten en de partners in het jeugdbeleid is de afgelopen jaren in regionaal verband het Centrum voor Jeugd en Gezin ontwikkeld. In 2011 is in alle gemeenten van de Kop van Noord- Holland een lokaal CJG geopend. Het CJG is in de Kop van Noord-Holland opgezet als een netwerkorganisatie waarin professionals van verschillende instellingen in toenemende mate samenwerken. De CJG zitten nog in de start- en implementatiefase. Voor de doorontwikkeling moet blijvend aandacht zijn tijdens het transitieproces. De versterking van de rol en de functie van het CJG als mogelijke frontoffice voor de jeugdzorg maakt deel uit van de herinrichting van het stelsel. Huidig gebruik jeugdzorg De geïndiceerde jeugdzorg, ook wel tweede- en derdelijns jeugdzorg genoemd valt tot nu toe buiten de gemeentelijke verantwoordelijkheid. De financiering vindt plaats door de provincie, de AWBZ en de zorgverzekeraars. De uitgaven aan de geïndiceerde jeugdzorg nemen jaarlijks toe. Voor de toekomstige financiering van de jeugdzorg door de gemeente is meer beleidsinformatie nodig, zoals inzicht in de cijfers van de (individuele) regiogemeenten, waarbij niet alleen de doelgroepen en de aantallen gebruikers per aanbod in beeld moeten komen, maar ook welke instellingen er zijn en welk aanbod zij leveren, de duur en de kosten van de trajecten enz. 3 Beleidsbrief stelselwijziging jeugdzorg Geen kind buiten spel (dd. 8 november 2011, kenmerk DJ/PS-3088668) 4 Werkagenda (bijlage bij Beleidsbrief stelselwijziging jeugdzorg Geen kind buiten spel. 5 Landelijke transitieagenda jeugdzorg is gepubliceerd op 20 maart 2012 (Kamerstuk VWS) 6 Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2012; Provincie Noord-Holland (AI11.11888) 7 Afsprakenkader jeugdzorg 2010 t/m 2011 (Rijk & IPO) 4

4. Beoogd resultaat en uitgangspunten De opgave De stelselwijziging jeugdzorg is bepaald geen sinecure. De impact op de gemeenten en ook op de doelgroep zal groot zijn. Het gaat niet alleen om de ontvlechting van de huidige financieringstromen, maar ook om het loslaten van de aanspraken op zorg in tal van afzonderlijke wetten. De missie die de transitie jeugdzorg dient is: Ervoor zorgen dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien. De opgave is om lokaal, in regionale afstemming, nieuwe structuren, werkwijzen en sturingsinstrumenten te organiseren die leiden tot goede ondersteuning van jongeren en gezinnen die dit nodig hebben. Het groeiende beroep op gespecialiseerde zorg moet worden ingeperkt door te werken vanuit een andere benadering. Kortom er dient een kanteling plaats te vinden. Ofwel, zoals de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling dat noemt ontzorgen en normaliseren 8. Aan de stelselherziening moet een denkkader ten grondslag liggen dat gericht is op vermindering van de jeugdzorg en toename van de inzet van de pedagogische civil society. Een nieuw wettelijk kader zal deze koers moeten bevatten. Met de transitie van de jeugdzorg wil het rijk vanaf 2017 een bezuiniging van 300 miljoen realiseren. De eerste 80 miljoen is voor 2015 ingeboekt. Daarnaast voert het rijk een eigen bijdrage in, die door gemeenten geïnd moet worden en 250 miljoen moet opleveren. Op de ledenvergadering van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) in juni 2011 is geen overeenstemming bereikt over het bestuursakkoord. De meeste gemeenten kunnen zich wel vinden in de voorstellen omtrent de transitie van de jeugdzorg, maar maken zich zorgen of de beoogde bezuiniging realistisch is en in het bijzonder over de consequenties van de stapeling van bezuinigingsmaatregelen. Wat Soort zorg Huidige verantwoordelijkheidsverdeling Opvoed- en opgroeiondersteuning Jeugdgezondheidszorg Preventief Gemeente Licht ambulante zorg Verantwoordelijkheid na de transitie Ambulante jeugdzorg Dagbehandeling jeugdzorg Vrijwillige residentiële jeugdzorg Spoedeisende jeugdzorg Pleegzorg Gesloten jeugdzorg Jeugdbescherming Jeugdreclassering Curatief Provincie Gemeente Jeugd-LVG Jeugd-GGZ PGB (jeugd-lvg of jeugd-ggz) Curatief AWBZ Zorgverzekeraar AWBZ Naast de decentralisatie van de jeugdzorg heeft het rijk nog een aantal andere ontwikkelingen ingezet die in het kader van de transitie relevant zijn. - Decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar gemeenten. Waar deze wordt ingezet ten behoeve van jongeren, overlapt dit met de decentralisatie jeugdzorg. De decentralisatie van de AWBZ-begeleiding wordt al met ingang van 2013 gefaseerd ingevoerd. De mate van 8 Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Adviesbrief 2011 5

overlap in Den Helder en in de regio is nog niet duidelijk en moet in 2012 in beeld worden gebracht. - Invoeren Wet Werken Naar Vermogen als één integrale regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Het gaat om samenvoegen van de Wsw (Wet sociale werkvoorziening), Wet Wajong (werk en arbeidsondersteuning jong gehandicapten) en de WWB (Wet Werk en Bijstand). De uitvoering van de WWNV ligt bij de gemeenten, in te voeren per 2013. Ook hier is sprake van samenhang met jeugdzorg. Jongeren die een periode gebruik hebben gemaakt van residentiële zorg moeten daarna terug naar school of arbeid. En ook de jongeren die blijvend kwetsbaar zijn moeten een plek in het arbeidsproces krijgen. - Bezuinigingen op passend onderwijs per 2013. Dit betreft een bezuiniging van 300 miljoen op een budget van 3,7 miljard euro. De uitvoering van de Wet Passend Onderwijs ligt bij de schoolbesturen, maar er is wel een verplichting tot samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen op het gebied van zorg in en om de school. Door de bezuinigingen op passend onderwijs is er een toenemende behoefte aan het inzetten van (lichte vormen) van jeugdzorg binnen de school te verwachten. Dit pleit voor nauwe afstemming tussen onderwijs (Zorgadviesteams) en het CJG. - De zg. IQ-maatregel, waarmee de doelgroep van de zorg voor LVG wordt ingeperkt tot mensen met een intelligentiequotiënt lager dan 70, waar dit voorheen 85 was. Hiermee moeten de kosten voor deze groep met de helft worden teruggebracht. Deze maatregel zal naar verwachting per 1 januari 2013 ingaan en ook consequenties hebben voor jongeren uit de betreffende groep. Deze consequenties moeten in beeld worden gebracht. Uitgangspunten Als gemeenten de jeugdzorg daadwerkelijk efficiënter en effectiever willen inrichten, dan is daarvoor een nieuw stelsel en een andere werkwijze nodig. Er moet, net als bij de WMO, een kanteling plaatsvinden. Dat is een gecompliceerd, langdurig en intensief proces met grote risico s. Voor de stelselwijziging en de weg daar naar toe, formuleren we dan ook een aantal inhoudelijke en organisatorische uitgangspunten. Inhoudelijke uitgangspunten - Ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding - Focus op zelfredzaamheid en gebruik van het sociale netwerk (eigen kracht) - Ondersteuningsbehoefte van het gezin is leidend voor de inzet van hulp - Normaliseren in plaats van problematiseren - Meer preventieve en lichte vormen van hulpverlening inzetten om zware curatieve zorg te beperken - Hulp zoveel mogelijk organiseren in de directe omgeving van jeugdigen en gezinnen - Eén gezin, één (traject) plan, tevens beperken van het aantal professionals in en rond een gezin - Ontschotting van AWBZ- en jeugdzorgmiddelen Organisatorische uitgangspunten - Stevige gemeentelijke regierol - Adequate inrichting van de gemeentelijke organisatie - Lokaal maatwerk, regionaal waar nodig - Professionele kwaliteit en verantwoordelijkheid - Zo min mogelijk bureaucratie voor verwijzen naar en coördinatie van zorg - Netwerksamenwerking rond een casus - Voorkomen weglekken expertise Bureau Jeugdzorg - Nauwe afstemming met passend onderwijs en de andere decentralisaties - Samenwerking met zorgverzekeraars Uitgangspunten voor het proces - Kinderen / jongeren en hun ouders ondervinden geen nadelen van het transitieproces. - De veiligheid en de kwaliteit van de zorg voor kinderen / jongeren en hun ouders blijft tenminste op het huidige niveau en/of wordt verbeterd. - De visie op opgroeien en opvoeden in de regio Kop van Noord-Holland die we ontwikkelen, vormt een toetssteen voor veranderingen en innovaties. - We streven naar een goed beeld van de feiten als uitgangspunt voor het gesprek. - In het transitieproces is aandacht voor de mentaliteit- en cultuuromslag binnen instellingen. 6

- De tijdsplanning van het transitieproces beweegt zich binnen die van de landelijke planning. - In het proces wordt rekening gehouden met de decentralisaties op het terrein van de AWBZ, de Wet Werken Naar Vermogen en de Wet Passend Onderwijs. - Gemeenten en onderwijs trekken met elkaar op om de jeugdzorg in de toekomst vorm te geven en gaan niet afzonderlijk verplichtingen aan. - Er is beperkt ruimte voor verschillende snelheden van gemeenten binnen de regio, zij mogen elkaar niet afremmen. - Gemeenten en provincie voeden elkaar onderling met transitie-ervaringen en streven naar een samenhangende aanpak. - De provincie blijft verantwoordelijk voor de jeugdzorg zolang geen formele overdracht heeft plaatsgevonden. Zij trekt zich niet voortijdig terug en draagt onderdelen van de jeugdzorg pas over als dit vanuit het oogpunt van veiligheid en kwaliteit verantwoord is. - Nieuwe initiatieven en experimenten die rechtstreeks impact hebben op inzet en functioneren binnen het werkveld van de uitvoerende professionals worden in beperkte mate geïnitieerd en alleen als pilot. - De provincie overlegt met de gemeenten over besluiten waar we in de toekomst last van kunnen hebben. - De provincie spant zich samen met de gemeenten in om te voorkomen dat er bij de formele overdracht wachtlijsten (zonder financiering) overgaan Betrokken partijen Bij de transitie is een groot aantal stakeholders betrokken. In de Kop van Noord-Holland hebben we in 2012 te maken met zes gemeenten: Harenkarspel, Hollands Kroon, Schagen, Texel, Zijpe en centrumgemeente Den Helder. Daarnaast gaat het om: - Instellingen voor jeugdzorg, jeugd-ggz en jeugd-lvg (aanbieders van jeugdzorg) - Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en (school)maatschappelijk werk (aanbieders van advies en lichte hulpverlening, kernpartners CJG) - Bureau Jeugdzorg (huidige taak indicatiestelling / schakelfunctie CJG, uitvoering jeugdbescherming en meldpunt kindermishandeling) - Onderwijs (VV, PO,VO en MBO) - Leerplicht en RMC - Provincie, zorgverzekeraars, zorgkantoor (huidige financiers jeugdzorg) - Welzijnswerk en zelforganisaties Als we met de transitie daadwerkelijk een kanteling teweeg willen brengen, dan zijn de jongeren en hun ouders belangrijk als partij. Zij moeten als gebruikers nadrukkelijk betrokken worden. Regierol De transitie van de jeugdzorg is voor gemeenten een complexe opdracht die zij alleen kunnen uitvoeren in nauwe samenwerking met de stakeholders. Bovendien kan de preventieve en curatieve jeugdzorg alleen goed werken als er ook een nauwe samenwerking tussen de uitvoerende instellingen onderling bestaat. En daarnaast is er nog de aansluiting met de ontwikkelingen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals de kanteling van de Wmo, de AWBZ-begeleiding en de Wet Werken naar Vermogen. Op grond hiervan neemt de gemeente de regierol. In die rol ziet de gemeente het als haar taak om het stelsel (deels lokaal / deels regionaal) in te richten en af te stemmen met de aanpalende beleidsterreinen. Daarnaast richt zij zich op het creëren van draagvlak bij de stakeholders, aanjagen (op sturingsniveau) van de samenwerking tussen instellingen en het aanjagen van de veranderingen die binnen de instellingen nodig zijn om de jeugdzorg anders en beter te maken. 5. Inrichting transitieproces Er komt één wettelijk kader voor de jeugdzorg: de Wet zorg voor jeugd. Deze wet zal niet alleen de huidige Wet op de jeugdzorg vervangen, maar ook de verschillende andere onderdelen van zorg voor jeugd die nu nog onder de Zvw (jeugd-ggz) en de AWBZ (jeugd-lvg) vallen een plek bieden. Ook de jeugdbescherming en jeugdreclassering zullen onderdeel uitmaken van deze nieuwe wet. Het wetgevingstraject is gericht op het indienen van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer eind 2012. 7

Eind 2013 moeten gemeenten de samenwerking verplicht geregeld hebben. Gezien het belang en de complexiteit van de opdracht is het wenselijk de transitie van de jeugdzorg planmatig aan te pakken en daarbij de samenhang met andere (grote) operaties goed te borgen. Een optie zou zijn om de operaties transitie Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding en Werken naar vermogen samen te voegen tot één groot project. Een andere optie is om elke operatie afzonderlijk aan te pakken en de samenhang met AWBZ-begeleiding en Werken Naar Vermogen te verankeren door middel van linking pins op alle niveaus in de organisatie. Deze laatste optie verdient de voorkeur. Elke operatie op zich is niet alleen belangrijk, complex en risicovol, maar kent ook zijn eigen dynamiek, tijdpad en verschillende stakeholders. Voor elk van decentralisaties wordt een plan van aanpak opgesteld, zodat voldoende aandacht en capaciteit is voor organisatorische en inhoudelijke uitvoering. Voor de decentralisatie van de Jeugdzorg is de regio Kop van Noord-Holland de schaal voor samenwerking. Echter, gezien de omvang van het pakket en de noodzaak om bepaalde gespecialiseerde voorzieningen te kunnen blijven aanbieden zal in een aantal gevallen de schaal van de regio Noord-Holland Noord (Kop van Noord-Holland, Noord-Kennemerland en West-Friesland) het aangewezen organisatieniveau zijn. Daarover vindt afstemming plaats. Uitgangspunten inrichting regionale uitvoeringsorganisatie: - De aanpak van de transitie jeugdzorg is projectmatig - De reeds bestaande regionale structuur van afstemming, ontwikkeling, overleg en besluitvorming in het Bestuurlijk Overleg Jeugd, Onderwijs & Zorg (BOJOZ) wordt benut. - In overleg met het BOJOZ wordt een regionale klankbordgroep voor de transitie gevormd, waarin ook het onderwijs en de instellingen vertegenwoordigd zijn. - De gemeenten sturen in gezamenlijkheid het proces van transitie aan, de colleges van B&W zijn bestuurlijk opdrachtgever. - Het bestaande Portefeuillehoudersoverleg JOZ is het bestuurlijke platform voor afstemming. Binnen dit overleg vindt ook de bestuurlijke afstemming plaats met de provincie. - Bestuurlijke besluitvorming vindt plaats in de colleges en eventueel gemeenteraden van de afzonderlijke gemeenten. - De bestuurders binnen het portefeuillehoudersoverleg wijzen uit hun midden twee wethouders (een tandem) aan als het gezicht van de Kop voor het gezamenlijk transitieproces. - Er is een afstemmingsoverleg tussen de betrokken afdelingsmanagers van de gemeenten - Het Ambtelijk overleg JOZ fungeert als ambtelijk gremium voor de uitvoering van de transitie jeugdzorg. - In het bestuurlijk en ambtelijk H2A (Hoorn, Den Helder, Alkmaar) vindt afstemming plaats op de schaal Noord-Holland Noord. - De gemeente Den Helder is ambtelijk verantwoordelijk voor het transitieproces - Elke gemeente staat borg voor actieve bestuurlijke en ambtelijke deelname. Bestuurlijk gezicht van de Kop Van de beide wethouders die in het transitieproces samen het gezicht van de Kop zijn, wordt verwacht dat hij /zij gezamenlijk: - Het boegbeeld is bij communicatie van de gemeenten m.b.t. de transitie in de Kop - Directe lijnen met de provincie / gedeputeerde onderhoudt - De regionale vertegenwoordiger is in het bestuurlijk overleg H2A en evt. Noord-Holland Noord - Deelneemt aan landelijke en/of regionale bestuurlijke conferenties in het kader van de transitie jeugdzorg 8

Ureninzet procescoördinatie Inschatting van het benodigde aantal uren voor het regionale proces transitie jeugdzorg in 2012. Functie Aantal uren 2012 Procescoördinatie regionaal Administratieve ondersteuning transitieproces regionaal Communicatie regionaal Expertise (in- / extern) 32 uur per week 8 uur p.w. 120 uur op jaarbasis p.m. Een voorstel voor de inzet op coördinatie van transitieproces in de regio Kop van Noord-Holland volgt in het kader van uitwerking van dit startdocument. Ureninzet beleid per gemeente Voor de Kop van Noord-Holland gaan we uit van een inzet van minimaal 200 uur in 2012 per beleidsmedewerker jeugd die bij het transitieproces betrokken is. Deze uren zijn noodzakelijk voor: - kennisoverdracht vanuit de provincie m.b.t. beleid en uitvoering - betrokkenheid bij interactieve beleidsontwikkeling v.a. 2013 met de provincie - regionaal ambtelijk overleg transitieproces - afstemming binnen de eigen gemeentelijke organisatie - deelname aan werk- en/of projectgroepen - verkenning van het jeugdzorgveld Daarnaast moet rekening worden gehouden met ad-hoc inzet van communicatiemedewerkers en beleidsadviseurs van andere afdelingen (bijv. ICT, financiën). 6. Afbakening Het project transitie jeugdzorg beperkt zich tot de preventieve en curatieve zorg voor de jeugd. Buiten beschouwing blijven: sport en cultuur, openbare orde. 7. Financiën transitie Het rijk voegt met ingang van 2012 de middelen voor het nieuwe stelsel toe aan het gemeentefonds in een decentralisatie-uitkering. Decentralisatie uitkering invoeringskosten 2012: - In de decembercirculaire gemeentefonds 2011 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bekend gemaakt dat voor de invoeringskosten voor de decentralisatie jeugdzorg in 2012 via een decentralisatie-uitkering 10,5 miljoen over de gemeenten wordt verdeeld op basis van het aantal jongeren. De totale uitkering is 16 miljoen en het resterende bedrag is door het rijk bestemd voor de provincies, een transitiecommissie en ondersteunende activiteiten. (Ook in 2013 zal het rijk invoeringskosten aan de gemeenten toekennen. In totaal is voor 2013 48 miljoen beschikbaar). Provinciale subsidie - Van de provinciale subsidiemiddelen voor 2012 / 2013 9 kan op grond van het projectvoorstel 20.000 worden ingezet voor extra coördinatiekosten in het kader van regionaal jeugdbeleid. Beschikbare invoeringskosten regio Kop van Noord-Holland 2012. Voor de gezamenlijke inzet van de rijksmiddelen wordt in 2012 een voorstel gedaan. 9 PBOJ-middelen 2011 / 20.000 coördinatiekosten voor de regio Kop van Noord-Holland in te zetten tot uiterlijk 1 juli 2013. 9

Rijksbijdrage per gemeente Den Helder 30.318 Harenkarspel 16.320 Hollands Kroon 14.875 (AP)14.132 (N) 11.859 (W) 14.164 (Wm) 55.030 Schagen 15.947 Texel 14.172 Zijpe 13.362 Subtotaal 145.149 Provinciale bijdrage regio PBOJ-middelen 2012-2013 20.000 Totaal 165.140 8. Financiële risico s en knelpunten De financiële risico s in de voorbereidingsfase van de transitie zijn beperkt. De rijksoverheid stelt een decentralisatie-uitkering voor invoeringskosten aan de gemeenten beschikbaar. In deze fase zijn er voor de gemeenten geen uitvoeringskosten voor (geïndiceerde) jeugdzorg aan de orde. De opdracht is om met de transitie de groei in het gebruik van (dure) jeugdzorg een halt toe te roepen, een bezuiniging van ± 10% door te voeren en eigen bijdragen te gaan innen. Er zal dus vanaf het begin gestuurd moeten worden op financiële beheersbaarheid van de jeugdzorg. De omvang van de landelijke budgetten voor alle vormen van jeugdzorg samen zijn nog niet bekend. In het eerste kwartaal van 2012 wordt de rapportage verwacht van een onderzoek naar de behoefte en het huidige gebruik van zorg voor jeugdigen. Op basis daarvan wordt een verdeelmodel gemaakt, waarna de middelen per gemeente worden bepaald. Dit houdt in dat voorlopig nog geen zicht is op de middelen die vanaf 2015 per gemeente voor de jeugdzorg beschikbaar komen. Een knelpunt in de voorbereiding is het ontbreken van extra financiële middelen voor de uitvoering. Die zijn in de rijksbegroting niet eerder dan in 2014 opgenomen. We moeten als gemeenten flink investeren in de versterking van de Centra voor Jeugd & Gezin en in de aansluiting tussen preventief jeugdbeleid en jeugdzorg. De huidige beschikbare middelen van de Brede doeluitkering die gemeenten vanuit het rijk ontvangen, zijn daarvoor niet toereikend. Het rijk heeft nog geen zicht op de (cumulatieve) effecten van de verschillende operaties. Bovendien gaat het rijk ervan uit dat de 90 miljoen die de provincies uit eigen middelen in de jeugdzorg inzetten vanaf 2014 voor de gemeenten beschikbaar komen. Dit is echter niet zeker. De uitwerking van het wetgevingstraject kan nog tot maatregelen leiden die de sturingsmogelijkheden voor gemeenten beperken, zoals rechten op PGB s (Persoonsgebonden budgetten). Terwijl de kaders vanuit het rijk nog niet helder zijn, moet een complex proces worden voorbereid en opgestart. Dit kan tussentijdse bijstellingen noodzakelijk maken. Maar afwachten tot alles helder is, is geen optie omdat vanaf 2013 (AWBZ) aan wettelijke taken moet worden voldaan. 9. Globale uitwerking transitieproces De transitie is een massieve opdracht waarbij het gaat om het doorvoeren van veranderingen met een grote impact op de bestaande organisatie. Gemeenten hebben daarin de regie. Willen zij daaraan optimaal vorm kunnen geven, dan is een goede uitgangspositie van belang. Tijdens het transitieproces moeten dan ook onder andere de volgende vragen worden beantwoord: - Wat is het huidige gebruik van de jeugdzorg door de jeugd in de Kop van Noord-Holland. - Welke knelpunten zijn er in de huidige situatie en werkwijze van de jeugdzorg - Wat zijn de inhoudelijke en financiële consequenties van de stelselherziening voor de regio 10

- Welke invloed heeft de stelselherziening op de regierol van de gemeente en de (door)ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin in de regio - Welke visie en standpunten hebben de verschillende stakeholders t.a.v. de stelselherziening - Hoe kan de regio inspelen op het doel van de stelselherziening - Met welke schaalgrootte kan de jeugdzorg doelmatig bekostigd en uitgevoerd worden. Om de veranderingen te kunnen doorvoeren is er sprake van een aantal verschillende maar onderling samenhangende trajecten met veel onzekerheden en risico s. De transitieagenda van het rijk vormt de basis voor de uitwerking van het transitieproces in de regio Kop van Noord-Holland. Deze agenda is op 20 maart 2012 gepubliceerd. Het proces kent in hoofdlijnen drie fasen - de voorbereidingsfase - uitvoeringsfase - afbouwfase Fase (stap) 1 2012 Tijdens de voorbereidingsfase komt de inhoud van het proces vast te staan. - Procesorganisatie o Procesplan(ning) o Procesbemensing o Procesfinanciering - Onderzoek en analyse o Krachtenveldanalyse o Probleemanalyse o Vraaganalyse o Risicoanalyse - Programmaplan o Visieontwikkeling o Vaststellen van een beleidskader o Ontwerpen van een strategie o Instrumentontwikkeling o Inkoop en aanbesteding / subsidiëring o Organisatieontwikkeling o Primaire procesinrichting Resultaat eind 2012: De voorbereidingsfase sluit af met het vaststellen van een beleidskader en een procesplan. Het beleidskader wordt vastgesteld door de gemeenteraden. In het procesplan staat welke doelen op welke wijze bereikt gaan worden en wat daarvoor nodig is. Vanaf 2013: Uitvoeringsfase Tijdens de uitvoeringsfase vindt de uitvoering en bijstelling van het procesplan plaats. Zitten we op de goede weg, waar moeten we bijsturen. Tijdens de uitvoering bewaakt de procescoördinator onder meer de voortgang van het proces, de samenhang tussen de activiteiten en projecten, de risico s die kunnen optreden, de belangen van de stakeholders, de bijdrage van de activiteiten en projecten aan de doelen van het proces. Zodra de doelen van het programma in zicht komen begint de afbouwfase van het proces. 10. Communicatie en participatie Voor het slagen van het transitieproces is het van belang dat de communicatie met alle betrokkenen goed verloopt. Er moet dus steeds een zorgvuldige afweging plaatsvinden van wie in welke fase wordt geïnformeerd, wie benaderd wordt om mee te denken of mee te werken. Bij elke stap in het transitieproces wordt dan ook een communicatieplan opgesteld. Bij de verschillende projecten in het kader van het transitieproces wordt eveneens een communicatieparagraaf opgenomen. 11

Cliëntenparticipatie De mening van de cliënten over de geleverde jeugdzorg is belangrijk. Om het jeugdzorgstelsel echt te laten aansluiten bij de behoeften van jeugdigen en gezinnen is het noodzakelijk dat zij ook tijdens het transitieproces een duidelijke stem hebben. Daarvoor worden contacten gelegd en worden verbindingen gemaakt met de lokale Wmo- en cliëntenraden. 11. Besluitvorming startdocument Met dit stardocument wordt het gezamenlijke transitieproces van de gemeenten in de Kop van Noord- Holland ingezet. Voorgesteld wordt: 1) Het Startdocument transitie jeugdzorg voor de regio Kop van Noord-Holland vast te stellen op de volgende onderdelen: - Inhoudelijke en organisatorische uitgangspunten voor het nieuwe stelsel (pag. 6) - Uitgangspunten voor het proces (pag. 6-7) - Uitgangspunten inrichting regionale uitvoeringsorganisatie transitieproces (pag. 8) 2) Een tandem van twee portefeuillehouders aan te wijzen in de rol van het gezicht van de Kop ten aanzien van het transitieproces (pag. 8). 3) De rijksmiddelen voor de invoering van de decentralisatie jeugdzorg te oormerken voor het regionale transitieproces (pag. 10) 4) De gemeente Den Helder te verzoeken het startdocument verder uit te werken en over te gaan tot de uitvoering van de eerste stap in het proces (pag. 11) Het Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Onderwijs & Zorg (PHO-JOZ) heeft op 12 april 2012 met bovenstaande voorstellen ingestemd. Ad 2) De tandem bestaat uit de portefeuillehouder jeugd van Den Helder, mevrouw Wl Turnhout-van den Bosch (voorzitter van het het PHO-JOZ) en de portefeuillehouder jeugd van Zijpe, de heer B. Blonk. Het startdocument wordt / is ter vaststelling aangeboden aan de Colleges van b & w van de regiogemeenten Kop van Noord-Holland. 12