6 Het atoommodel van Bohr. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/51935

Vergelijkbare documenten
13 H11 Logische schakelingen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

7 Emissie en Absorptiespectra. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

04 h2 verzamelingen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

A. Wat is een dynamisch model? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

9 afsluiting. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3 Het Foto Elektrisch Effect. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

02 H2 Stoffen om je heen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

08 Praktische opdrachten. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

5 H5. Een kind. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

11 H9 Syllogismen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

1 H1 De dierenwinkel (1): Biotische en abiotische factoren

12 H10 Logische puzzels. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H. DNA-vingerafdrukken. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

03 H3 Onderzoek stroomgeleiding. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

8 Extra. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3 h3. geslachtscellen maken? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

E3 H3 Elektromagneten. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Het atoom. banner. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het atoom. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

09 H7 Dubbele implicaties. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

05 H5 Aantrekking tussen moleculen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Grafieken aflezen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

5 H4 Het ontwerpproces: de ontwerpfase

H1 Werken met hoeveelheden. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Diagnostische toets module 1-2. Udens College h/v. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Som- en verschilgrafiek

Kwadratisch verband vmbo-kgt34

5 Les 4 De Eulerkarakteristiek. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

02. Les 2 Affiene versleuteling. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Theorie Bayes. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rebus maken. Marjolijn Feddema. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Diagnostische toets module 3. Udens College h/v. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Cirkel vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Cirkels vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte. Esther van Meurs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Exponentieel verband vmbo-kgt34

Olympisch stadion vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Verzet tegen kinderarbeid hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Les bij artikel Pro-krant: Meteorieten stenen uit de ruimte

Oppervlakte vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Olympisch stadion vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Lijn, lijnstuk en punt vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oefenen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Een logo voor de OS vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dagtoerisme vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Theorie bayes. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Door de eeuwen heen vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte cirkel vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Een logo voor de OS vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H7 A Big Mac. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3 H3. Geslachtscellen maken? CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Stelling van Pythagoras vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oplossen van vergelijkingen

Romeinen wonen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Eenheden lengtematen. Miranda de Haan. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Olympische Spelen - Olympische sporter

Reis door Europa vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Voetafdruk vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenwerking hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Voetafdruk hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Breuken som en verschil

Trade not aid hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Lineair verband vmbo-kgt34

Ruimte voor de rivier vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Gouden eeuw hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Grensvlakken en ribben vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34

Levensfasen vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Opgaven Beeld- en staafdiagram

Extra: Brandwonden hv12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De grachtengordel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oplossing zoeken kwadratisch verband vmbo-kgt34

Olympische sporter vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Voorbereiding 6.2. Peter van de Minkelis. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Normen en waarden vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

11. Les 11 Vermenigvuldigen met 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Polen in Nederland vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Koopkracht en inflatie vmbo12

Schrijven - Activerende tekst vmbo-kgt34

Koopgedrag vmbo-kgt34

De klassieke OS hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Buurtvoorzieningen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Klimaatzones - HV 2 - kopie 1

Rekenen met procenten - VMBO TL 1

Thema 08: Hoeken vmbo-b12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kijken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

4 H4.Het puberende brein. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Fictie - Songteksten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Deelonderwerpen vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Schrijven - Controleren en verbeteren vmbo-kgt34

Thema: Machten en wortels vmbo-kgt12

Wiskunde/rekenen. Quintie Beerens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Arm en rijk in China hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Eetproblemen. banner. Green Science CITAVERDE. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Erfelijke eigenschappen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Determineren vmbo-kgt12

Schrijven - formulier invullen vmbo-b34

Transcriptie:

banner Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Its Academy 08 mei 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/51935 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

Inhoudsopgave 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 Over dit lesmateriaal Pagina 1

Een emissienevel is een reusachtig grote, ijle wolk atomair waterstof met in het centrum een jonge ster. Als een sterrenkundige zijn telescoop richt op een emissienevel, dan is die nevel opvallend rood. De golflengte van dat rode licht is nauwkeurig vastgesteld op 656,281 nm. Waar komt die kenmerkende rode kleur vandaan? Meer dan duizend jaar lang veranderde er niets aan onze ideeën over materie. Maar daar kwam in de 19 e eeuw verandering in. Er ontstonden nieuwe theorieën. J. J. Thomson bijvoorbeeld, dacht dat atomen min of meer massieve bolletjes zijn die uit een positief geladen substantie bestaan. In die positieve substantie bevinden zich kleine negatief geladen deeltjes. Helaas konden deze modellen lang niet alle verschijnselen verklaren die werden waargenomen. Er was dus nog ruimte voor verbetering. En die verbetering kwam er: in 1913 kwam de Deense natuurkundige Niels Bohr met een nieuw atoommodel. Dat model bleek zo waardevol te zijn, dat we er tot op de dag van vandaag nog gebruik van maken. Hoewel het model van Bohr niet de perfecte omschrijving van het atoom is, is het wel uitstekend geschikt om de verschijnselen die we in deze module tegenkomen te verklaren. Daarom gaan we dat model eens nader bekijken. Voor een nog betere beschrijving van het atoom gebruiken natuurkundigen het zogenaamde 'quantummechanisch model' van het atoom. Dit is echter een stuk ingewikkelder en je hoeft het bij deze module niet te kennen. Pagina 2

6.2 In het atoommodel van Bohr is er sprake van een kleine kern: ongeveer 10-14 m. Deze bestaat uit protonen en neutronen. Elektronen bewegen in vaste banen op relatief grote afstand van deze kern in zogenaamde 'schillen'. De straal van de dichtstbijzijnde schil is meer dan 10-11 m, dus meer dan duizend keer zo groot als de straal van de kern. Het aantal elektronen dat in een schil zit, is aan een maximum gebonden en is per schil verschillend. Iedere volgende schil kan meer elektronen bevatten dan de vorige. We halen eerst in drie stappen onze basiskennis op over de bouw van atomen. Beantwoord steeds eerst de vragen voor je naar de volgende stap gaat. Stap 1 Hieronder zie je het 'Periodiek Systeem der Elementen'. In het periodiek systeem zijn de elementen op een hele slimme manier gerangschikt. Helemaal rechtsboven zit het element Helium. Pagina 3

Vul de vragen in maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/861433 Vul in In welke periode zit het element Helium? In welke groep zit het element Helium? Wat zegt het atoomnummer over het element? Klik het juiste antwoord aan. a. Het atoomnummer is gelijk aan het aantal neutronen in de kern. b. Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protenen in de kern. c. Het atoomnummer is gelijk vaan het aantal elektronen in de kern. d. Het atoomnummer is gelijk aan het totale aantal deeltjes in de kern. Pagina 4

6.3 Stap 2 Het element helium heeft dus 2 protonen in de kern. Die worden bij elkaar gehouden door 2 neutronen, die voor een sterke aantrekkende kracht zorgen: de kernkracht. Daaromheen cirkelen twee elektronen. We bekijken een iets groter atoom: nummer 4 uit het periodiek systeem, beryllium. Pagina 5

Beryllium heeft 4 protonen in de kern (want het atoomnummer is 4). Die worden bijelkaar gehouden door 5 neutronen. In de onderstaande afbeelding zien we iets opvallends: Pagina 6

De elektronen cirkelen niet allevier in dezelfde baan, aangezien de binnenste schil slechts 2 elektronen kan bevatten. Hoeveel elektronen kunnen de 2e en 3e schil bevatten? Klik het juiste aantwoord aan. a. De tweede schil 2 en de derde schil 4. b. De tweede schil 4 en de derde schil 8. c. De tweede schil 8 en de derde schil 18. d. De tweede schil 18 en de derde schil 32. Pagina 7

6.4 Stap 3 We gaan naar een nog groter atoom. We nemen nu het eerste element uit de vijfde periode van het Periodiek Systeem: rubidium. Rubidium zit in periode 5. Wat zegt dat over rubidium? Klik hieronder het juiste antwoord aan. a. De elektronen van rubidium zijn verdeeld over 5 schillen. b. Er zitten 5 neutronen in de kern om de protonen bij elkaar te houden. c. Er zitten 5 keer zoveel neutronen als protenen in de kern. d. Het atoom is (ongeveer) 5 keer groter dan een atoom uit de eerste periode. De schillen waarin de elektronen zich bevinden, zijn 'genummerd' vanaf K. De nummering loopt voor de grootste atomen door t/m Q: Pagina 8

Aan de bovenstaande afbeelding kun je zien dat de schillen niet per sé vol hoeven te zitten. Een bijzondere eigenschap van de elektronen in de schillen is (klik hieronder het juiste antwoord aan): a. De elektronen bewegen allemaal met dezelfde snelheid rond de atoomkern. b. De elektronenschillen zitten allemaal even ver uit elkaar. c. De elektronen in de oneven schillen bewegen in tegengestelde richting. d. Elektronen kunnen zich alleen in de schillen bevinden en niet daar tussenin. Pagina 9

6.5 We gaan nog eens naar de schillen kijken. Voor het gemak nemen we het eenvoudigste atoom dat er is: waterstof. Het elektron van waterstof zit onder normale omstandigheden op de kleinst mogelijke afstand van de kern. De energie van het atoom is dan zo laag mogelijk en we spreken dan van een atoom in de 'grondtoestand'. Nu kan het weleens gebeuren dat het elektron in een schil terecht komt die wat verder van de kern vandaan ligt. Dat gebeurt niet zomaar. Daar moet een aanleiding voor zijn. Dat kan bijvoorbeeld een botsing zijn met een ander atoom, of doordat er straling op het atoom valt. Kortom: wanneer het energie absorbeert. We spreken dan van een "aangeslagen" toestand van het atoom. Een atoom in een aangeslagen toestand valt meestal binnen zeer korte tijd naar een lagere aangeslagen toestand en uiteindelijk naar de grondtoestand terug. En als een elektron naar een lagere baan springt gebeurt er iets heel merkwaardigs: Er ontstaat een gloednieuw deeltje: een foton. De energie van dit foton is exact gelijk aan het verschil tussen de energie van de aangeslagen toestand en de grondtoestand. Pagina 10

Het kan echter ook voorkomen dat de tik die het elektron gehad heeft in zijn grondtoestand zo groot was, dat het elektron niet één, maar meerdere schillen is opgeschoven. In dit geval zijn er meerdere mogelijkheden: het elektron springt in één keer helemaal terug, of het elektron springt in stapjes terug. Pagina 11

Mogelijkheid 1: Het elektron gaat in één keer terug naar de grondtoestand. Pagina 12

Mogelijkheid 2: Het elektron gaat in stapjes terug naar de grondtoestand. In de bovenstaande figuur is te zien dat als een elektron in stapjes terug springt er per stapje een foton ontstaat! Eén terugvallend elektron kan dus meerdere fotonen laten ontstaan! Pagina 13

6.6 Energieniveaus We zetten vaak de verschillende energietoestanden van een atoom in een eenvoudig en overzichtelijk energieniveau-schema. Hieronder als voorbeeld een overzicht van enkele energieniveaus van neon. Met zo'n schema kunnen we eenvoudig achterhalen wat de energie is van de fotonen die (kunnen) ontstaan bij het terugvallen van de elektronen naar de grondtoestand. Pagina 14

Kijk in het schema wat het verschil in energiewaarde is tussen het begin van de pijl en het eind van de pijl. Met behulp van de formule uit de vorige les kunnen we dan uitrekenen welke frequentie of welke golflengte het gevormde foton heeft. Bekijk de voorbeeldopgaven om te zien hoe je die formule uit de vorige les toepast bij energieniveaus. Voorbeeldopgave 7 Voorbeeldopgave 8 Pagina 15

6.7 Opgave 19 - Het energieniveau-schema van helium In het energieniveau-schema van het eenmaal geïoniseerde heliumatoom He + komen o.a. de volgende energieniveau's voor: 0,0 ev, 40,9 ev, 48,4 ev, 51,0 ev, 52,2 ev. a Teken het energieniveau-schema met gebruikmaking van bovengenoemde waarden. b Hoeveel golflengtes kan het He + -ion volgens dit schema uitzenden? Teken de overgangen in het schema. c Bereken de golflengte(s) van de fotonen die in het zichtbare gebied tussen 400 en 800 nm kan of kunnen optreden. Je hoeft alleen rekening te houden met de gegeven energieniveaus. Opgave 20 - Golflengtes van waterstof Er valt elektromagnetische straling op een bol met waterstofgas, waarvan de atomen zich in de grondtoestand bevinden. Door straling van 95 nm worden de atomen aangeslagen. a Hoe heet straling van 95 nm? b In welke toestand bevindt het atoom zich na absorptie van deze straling? c Wat gebeurt er in een atoom als het van de grondtoestand naar de vierde aangeslagen toestand overgaat? d Waarom kan waterstof in de grondtoestand geen zichtbaar licht absorberen? Opgave 21 - Het waterstofspectrum Er valt zichtbaar licht op een bol met waterstofgas waarvan de atomen zich niet uitsluitend in de grondtoestand bevinden. Je ontwerpt van het doorvallende licht een spectrum. a Waarom zijn in de praktijk niet alle atomen in de grondtoestand? b Bij welke golflengtes treden in het spectrum donkere lijnen op? Licht je antwoord toe. Peter redeneert: een gas zendt precies die golflengtes uit die het zelf absorbeert. Je kunt dus helemaal geen donkere lijnen zien! c Welke fout maakt Peter? Pagina 16

Opgave 22 - Stralingsemissie Een neon-laser zendt monochromatisch licht uit met een golflengte van 6,3 10-7 m. a Wat is monochromatisch licht? b Bereken de energie van de fotonen van deze straling in J en ev. c Ga door berekening na met welke overgang in de figuur hiernaast deze straling correspondeert. d Bereken de grootste golflengte die neongas kan uitzenden. Hoe heet straling van deze golflengte? Opgave 23 - Emissienevel Geef antwoord op de startvraag van deze les met behulp van deze en deze website. Pagina 17

Antwoorden Antwoorden: Vul de vragen in Vul in In welke periode zit het element Helium? In welke groep zit het element Helium? Juist antwoord: Vul in In welke periode zit het element Helium? 1 In welke groep zit het element Helium?18 Aantal punten juist antwoord: 2 Wat zegt het atoomnummer over het element? Klik het juiste antwoord aan. 1. Het atoomnummer is gelijk aan het aantal neutronen in de kern. 2. Het atoomnummer is gelijk aan het aantal protenen in de kern. 3. Het atoomnummer is gelijk vaan het aantal elektronen in de kern. Niet goed. Daarbij komt nog dat elektronen niet in de kern van een atoom zitten. 4. Het atoomnummer is gelijk aan het totale aantal deeltjes in de kern. Aantal punten juist antwoord: 1 Hoeveel elektronen kunnen de 2e en 3e schil bevatten? Klik het juiste aantwoord aan. 1. De tweede schil 2 en de derde schil 4. 2. De tweede schil 4 en de derde schil 8. 3. De tweede schil 8 en de derde schil 18. 4. De tweede schil 18 en de derde schil 32. Rubidium zit in periode 5. Wat zegt dat over rubidium? Klik hieronder het juiste antwoord aan. 1. De elektronen van rubidium zijn verdeeld over 5 schillen. 2. Er zitten 5 neutronen in de kern om de protonen bij elkaar te houden. 3. Er zitten 5 keer zoveel neutronen als protenen in de kern. 4. Het atoom is (ongeveer) 5 keer groter dan een atoom uit de eerste periode. Een bijzondere eigenschap van de elektronen in de schillen is (klik hieronder het juiste antwoord aan): Pagina 18

1. De elektronen bewegen allemaal met dezelfde snelheid rond de atoomkern. 2. De elektronenschillen zitten allemaal even ver uit elkaar. 3. De elektronen in de oneven schillen bewegen in tegengestelde richting. 4. Elektronen kunnen zich alleen in de schillen bevinden en niet daar tussenin. Pagina 19

Over dit lesmateriaal Colofon Dit materiaal is achtereenvolgens ontwikkeld en getest in een SURF-project (2008-2011: e-klassen als voertuig voor aansluiting VO-HO) en een IIO-project (2011-2015: e-klassen&pal-student). In het SURF project zijn in samenwerking met vakdocenten van VO-scholen, universiteiten en hogescholen e-modules ontwikkeld voor Informatica, Wiskunde D en NLT. In het IIO-project (Innovatie Impuls Onderwijs) zijn in zo n samenwerking modules ontwikkeld voor de vakken Biologie, Natuurkunde en Scheikunde (bovenbouw havo/vwo). Meer dan 40 scholen waren bij deze ontwikkeling betrokken. Organisatie en begeleiding van uitvoering en ontwikkeling is gecoördineerd vanuit Bètapartners/Its Academy, een samenwerkingsverband tussen scholen en vervolgopleidingen. Zie ook www.itsacademy.nl De auteurs hebben bij de ontwikkeling van de module gebruik gemaakt van materiaal van derden en daarvoor toestemming verkregen. Bij het achterhalen en voldoen van de rechten op teksten, illustraties, en andere gegevens is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Mochten er desondanks personen of instanties zijn die rechten menen te kunnen doen gelden op tekstgedeeltes, illustraties, enz. van een module, dan worden zij verzocht zich in verbinding te stellen met de programmamanager van de Its Academy (zie website). Gebruiksvoorwaarden: creative commons cc-by sa 3.0 Handleidingen, toetsen en achtergrondmateriaal zijn voor docenten verkrijgbaar via de bètasteunpunten. Auteur Its Academy Laatst gewijzigd 08 mei 2015 om 14:25 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VWO 6; Leerinhoud en Materie; Licht; EM-straling (niet zichtbaar); Natuurkunde; Licht, geluid en doelen straling; Eindgebruiker leerling/student Pagina 20

Moeilijkheidsgraad Trefwoorden gemiddeld e-klassen rearrangeerbaar Pagina 21