4.3 Beleggen in aandelen Selectie van aandelen Selectie top-down : Economische analyse : macro-economisch Fundamentele analyse : meso-economisch (bedrijfstakken) Fundamentele analyse : micro-economisch (aandelen) 10
Selectie van aandelen vervolg Economische analyse : macro-economisch O.a.: conjunctuur, inflatie, rentevoeten, wisselkoersen. Fundamentele analyse : meso-economisch (bedrijfstakken, branches) O.a: levenscyclus (groeivooruitzichten), conjunctuurgevoeligheid (cyclische en defensief), valutagevoeligheid 11
Selectie van aandelen vervolg 12
Selectie van aandelen vervolg Begin PLC Vaak risicovoller, slaat het aan? Hogere winsten (wellicht). Investeringskosten moeten terugverdiend worden. Mid life cycle Minder risico. Geen investeringskosten meer. Winst maximalisatie (einde mid life cycle) End life cycle Verdwijnen product: is er vervanging? 13
14
Selectie van aandelen vervolg 15
Selectie van aandelen vervolg Fundamentele analyse: micro-economisch (aandelen) Financiële ratio s (boekhoudkundig) debt ratio (belangrijk voor risicoinschatting) en pay-outratio (div/ nettowinst), rentabiliteit eigen en totaal vermogen (hefboomeffect) ((Debt ratio hoog, rentabiliteit Tv > rente% vv) Indicatoren op basis van CAPM bèta onderneming (bedrijfsrisico) bèta eigen vermogen (bedrijfsrisico en financieel risico) 16
Selectie van aandelen vervolg Financiële ratio s (marktgegevens) koers-winstratio (koers aandeel / nettowinst per aandeel) Hoog = duur (hoge groeiverwachting), laag = goedkoop (underpriced?) koers-cashflowratio (beurswaarde / cashflow) Vaak een beter uitgangspunt omdat de afschrijvingen hier meegenomen worden) koers-boekwaarderatio (beurskoers / intrinsieke waarde per aandeel). Intrinsieke waarde per aandeel = (boekwaarde activa - VV) / aantal uitstaande aandelen dividendrendement (Dividend t.o.v. de beurskoers) 17
Aandelenwaardering en -selectie Stap 1: Bepaal theoretische waarde met dividendwaarderingsmodel 2 manieren: A: Op basis: constante groeivoet dividend Stel: Dividend = 0,80 Groei in de periode daarna (constante groeivoet) = 2% Rendementseis = 7% 0,80 / (0,07-0,02) = 16,- (Geeft een sterke simplificatie van de werkelijkheid) 18
Aandelenwaardering en -selectie Stap 1: Bepaal theoretische waarde met dividendwaarderingsmodel B: Op basis: waarderingshorizon en horizonwaarde Horizonwaarde bijvoorbeeld geschat via Verwachte koers-winstratio of koers-boekwaarderatio Constante groeivoet dividend vanaf waarderingshorizon Waardering à theoretische waarde aandeel (Betere methode, want er wordt rekening gehouden met de tijdswaarde) 19
Aandelenwaardering en selectie vervolg Stap 2: Vergelijk theoretische waarde met feitelijke waarde Juiste waardering Beurskoers= theoretische waarde Feitelijk rendement = theoretisch rendement Overwaardering Beurskoers > theoretische waarde Feitelijk rendement < theoretisch rendement Onderwaardering Beurskoers < theoretische waarde Feitelijk rendement > theoretisch rendement Selectie Ondergewaardeerde aandelen kopen Overgewaardeerde aandelen verkopen (buy low, sell high) 20
Spreiding Theorie (hoofdstuk 2): Uniek risico lager door diversificatie. Bijvoorbeeld spreiding naar: Conjunctuurgevoeligheid Groeifase Rentegevoeligheid Regio/land Marktrisico (maatstaf bèta) niet lager door diversificatie; wel door keuze van aandelen met lage bèta (theoretisch: lager rendement) 21
Strategieën Indexbeleggen Buy and hold Waardebeleggen Groeibeleggen Volgen van beleggingsadviezen Sell in May Illustratie waardebeleggen 22
Zes tips 23
Tentamen Hoofdstuk 3 en 4 Behandelde stof in college Multiple choice vragen. Toetsing op kennis en toepassing. Succes! 24