gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer 07. R2 0 27. 00I Inboeknummer oybstoos4a Beslisdatum B%W ta maart 2007 Dossiernummer yrr.4sr OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van de Kaders "Voort gezette regeling gesubsidieerde arbeid voor ID-werknemers vanaf 2oos" 1 Samenvatting Medio 2004 is de afbouw van ID-banen in gang gezet. De raad heeft daarvoor de kaders aangegeven en een afbouwregeling, inclusief een "eigen" stimuleringsregeling voor het omzetten van ID-banen naar reguliere banen vastgesteld. Daarnaast heeft de raad voor 200 arbeidsplaatsen middelen ter beschikking gesteld om ID-banen regulier te maken. De afbouwregeling loopt op 1 januari 2008 ten einde. In een motie heeft de raad verzocht een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden om de deelnemers, die in 2008 nog geen reguliere baan hebben buiten de bijstand te houden en het resultaat van deze verkenning te presenteren bij de Voorjaarsnota 2007. In de raadsinformatiebrief "Rapportage voortgang afbouw ID-banen" van februari 2007 is aangegeven, dat voor de werknemers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en/of maar beperkte mogelijkheden regulier werk te vinden, een voortgezette regeling een oplossing kan bieden de arbeidsplaats te behouden. Hierbij geldt niet de beperking dat algemene middelen moeten worden aangewend. Bekostiging kan uit de reguliere werkdeelmiddelen van de WWB plaatsvinden. Er van uitgaande dat op grond van de ingediende motie de raad instemt met het belang van een voortgezette regeling, kan zij hiervoor de kaders vastst e I I en. Wij stellen voor de volgende kaders vast te stellen: 1 voortzetting van de huidige subsidievoorwaarden voor organisaties voor personen die op peildatum 1 januari 2008 55 jaar of ouder zijn; 2 voortzetting van de huidige subsidievoorwaarden voor organisaties voor personen, die voor 1 januari 2008 een sw-indicatie hebben en waarvan de werkgever bereid is het dienstverband voort te zetten onder de condities van begeleid werken; 3 voortzetting van de subsidie voor de organisatie bij wie de deelnemer jonger dan 55 jaar in dienst is en die op 1 januari 2008 is ingedeeld in de categorie C1.
Raadsnummer 07.R2027.00I De subsidie wordt verstrekt voor bepaalde tijd en kan, afhankelijk van de ontwikkeling van de deelnemer, verlengd worden voor een nieuw vast te stellen periode of kan worden beeindigd. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van een periodiek vast te stellen loonwaarde en onder de voorwaarde dat de deelnemer via een persoonlijk ontwikkelingsplan gevolgd wordt met als doel uitstroom naar een reguliere arbeidsplaats. 2 Bijlage(n) Geen.
gemeente Eindhouen Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer 07. R2 027. OOI Inboeknummer opbstooa4a Beslisdatum B%W ta maart 2007 Dossiernummer yrr.4sr Raadsvoorstel tot het uaststellen uan de Kaders "Voortgezette regeling gesubsidieerde arbeid uoor ID-werknemers vanaf 2008" 1 Inleiding Aanleiding. Medio 2004 is de afbouw van ID-banen in gang gezet. De raad heeft daarvoor de kaders aangegeven en een afbouwregeling, inclusief een "eigen" stimuleringsregeling voor het omzetten van ID-banen naar reguliere banen vastgesteld. Daarnaast heeft de raad voor 200 arbeidsplaatsen middelen ter beschikking gesteld om ID-banen regulier te maken. De afbouwregeling loopt op 1 januari 2008 ten einde. In een motie heeft de raad verzocht een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden om de deelnemers, die in 2008 nog geen reguliere baan hebben buiten de bijstand te houden en het resultaat van deze verkenning te presenteren bij de Voorjaarsnota 2007. In de raadsinformatiebrief inzake voortgang afbouw ID-banen van 13 maart 2007 is de stand van zaken gegeven van de uitstroom en een prognose van de samenstelling van het bestand ID-werknemers per januari 2008, als de huidige afbouwregeling afloopt. Samengevat zijn de cijfers over de periode 2004-2007: beginstand per 1 januari 2004: 847 werknemers uitstroom naar reguliere arbeid: 383 werknemers overige uitstroom(pensioen, wsw, WW/WAO, etc.: 195 werknemers zittend bestand per 1 januari 2007: 278 werknemers Prognose: per 1 januari 2008 werknemers ingedeeld in A-en 8-categorie : werknemers in C-categorie : 30 personen 240 personen Werknemers ui t de A-en 8-categori e worden geacht plaatsbaar te zijn op een reguliere arbei dsplaats; werknemers ui t de C-categori e hebben om uiteenlopende redenen verminderde ui tstroommogelij kb eden. 0e definities zijn i n de eerdergenoemde raadsi nformati ebri ef aangegeven.
Raadsnummer 07.R2027.OOI Voor A en B-categorie deelnemers werkzaam in de welzijn, culturele of kunstsector is er geen of nauwelijks perspectief elders en ook niet bij de eigen werkgever als er geen reguliere structurele middelen worden ingezet. Conclusie is dat bij het ontbreken daarvan ontslag volgt, de deelnemer werkloos wordt of zal moeten omzien naar een geheel andere baan. Tevens zullen de activiteiten van de instelling geheel of gedeeltelijk wegvallen. 1 Er is hier geen sprake is van een re-integratieprobleem, maar een werkgelegenheidsprobleem. Dat betekent dat de inzet van loonkostensubsidie als re-integratiemiddel niet langer aan de orde is. Voor het behoud van de betreffende arbeidsplaatsen en daarmee de baan voor de betreffende werknemer zullen in principe andere middelen beschikbaar moeten zijn. Het college heeft in lijn met het coalitieakkoord Eindhoven Een en de eerder genoemde motie besloten: de wenselijkheid en mogelijkheden onderzoeken in welke mate de gemeente wil en kan bijdragen in het behoud van dergelijke arbeidsplaatsen na 2008; daartoe wordt een inventarisatie gemaakt van de situatie van deze categorie deelnemers, werkzaam in de welzijn, kunst of cultuursector en de organisaties, waar de arbeidsplaatsen zijn ingevuld; een "arbeidspool" ten behoeve van ondersteuning aan kleinere organisaties in genoemde sectoren te vormen, waardoor deze organisaties via detachering vanuit deze arbeidspool de mogelijkheid kan worden geboden van belang zijnde activiteiten te kunnen voortzetten; daarbij zal worden bezien op welke wijze huidige ID-medewerkers hierin kunnen participeren; de dossiers op deze onderwerpen voor 1 juli 2007 aan te leveren. Voor de C-categorie deelnemers is sprake van een situatie van andere aard, namelijk de geringe of verminderde uitstroomkansen naar de arbeidsmarkt. Hier is dus wel sprake van een re-integratieprobleem. De samenstelling van deze groep is als volgt: 55+ers: 110 personen weinig tot geen uitstroomkansen, bij voortzetting dienstverbanden en daarmee subsidie laatste uitstroom in 2017. Er is sprake van een glijdende schaal. De aantallen zullen wellicht sterker dalen door het gebruik van vervroegde uittredingsregelingen. Sw-geindiceerden: ca. 30 zullen versneld omgezet worden naar dienstverbanden begeleid werken in kader sw (rijksbijdragen). Overige C1-categorie (niet volledig loonvormend) uitstroom van mogelijk nog 40 personen, blijft groep van 100 personen, die feitelijk is aangewezen op subsidieverstrekking ter compensatie van geringere productiviteit. Het niet voortzetten van de subsidierelatie leidt tot ontslag. Maar in een enkel geval zal een alternatieve werkkring kunnen worden gevonden.
Raadsnummer 07.R2027.OOI Voorstel voor een voortgezette regeling. In de raadsinformatiebrief wordt aangegeven dat voor de werknemers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en/of maar beperkte mogelijkheden elders een reguliere werkkring te vinden, een voortgezette regeling een oplossing kan bieden de arbeidsplaats te behouden of in sommige gevallen toch elders een arbeidsplaats te bezetten. Hierbij geldt niet de beperking dat algemene middelen moeten worden aangewend. Bekostiging kan uit de reguliere werkdeelmiddelen van de WWB plaatsvinden. Er van uitgaande dat op grond van de ingediende motie de raad instemt met het belang van een voortgezette regeling, kan zij hiervoor de kaders vastst e I I en. Daarna kan aan de raad de verordening, waarin deze kaders zijn verwerkt, worden voorgelegd. Voor de uitvoering is van belang dat zo spoedig mogelijk de kaders van een voortgezette regeling bekend zijn. De betreffende werkgevers en werknemers kunnen vervolgens door de medewerkers zo spoedig mogelijk worden ingelicht en kunnen afspraken worden gemaakt over de wijze van voortzetting van het dienstverband. Voortijdig ongewenst gedwongen ontslag kan dan worden voorkomen. Werkgevers moeten namelijk, als gevolg van de lange aanvraagprocedure, vroegtijdig een ontslagprocedure inzetten om tijdig tot ontslag te kunnen overgaan indien de subsidie mocht worden beeindigd per 1 januari 2008, zoals thans nog het geval is. Daarom bieden wij u nu reeds een raadsvoorstel aan voor de vaststelling van de kaders van een voortgezette regeling. Kaders voor de voortgezette regeling. Zoals is aangegeven zijn op peildatum 1 januari 2008 ca. 120 werknemers 55 jaar of ouder. Mocht het dienstverband onder de huidige condities worden voortgezet, eindigt (zonder andere vorm van uitstroom) het dienstverband van de laatste deelnemer in 2017. Voor de deelnemers jonger dan 55 jaar zal kunnen worden bezien of op basis van een periodieke productiviteitsbepaling met de werkgever een bijdrage in de loonkosten worden afgesproken. Daarbij dient via een persoonlijk ontwi kkeli ngsplan permanent te worden beoordeeld of en zo ja op welke wijze uitstroom naar reguliere arbeid bij de eigen werkgever of elders mogelijk is. De subsidieverstrekking is daarom altijd van tijdelijke aard, evenals de hoogte daarvan. Eenzelfde methodiek als voor ontwikkelingsgericht werken, zoals thans wordt toegepast bij sw-dienstverbanden, kan daarmee worden geintroduceerd. Hiermee wordt de dynamiek van re-integratie in stand gehouden. Mocht de betrokken werkgever niet bereid zijn onder de voorgestelde condities het dienstverband in stand te houden, wordt de deelnemer de mogelijkheid van een participatiebaan (thans voor maximaal 2 jaar) aangeboden, voor zover een passende werkplek kan worden gevonden.
Raadsnummer 07.R2027.00I De argumentatie voor de gekozen kaders is: 55+ ers niet volledig loonvormend: er zijn geen alternatieven, upgrading is nagenoeg niet meer aan de orde. Werknemers hebben veelal een langdurig dienstverband. Mits de werkgever bereid is mee te financieren kan de loonkostensubsidie op basis van het huidige subsidieniveau worden voortgezet. Men kan altijd en beroep doen op re-integratiediensten. Svv-geindiceerden: zijn in afwachting van structurele plaatsing binnen een tijdsbestek van uiterlijk ca. twee jaar maximaal. Indien de werkcyclus zou worden onderbroken, leidt dit tot problemen. Jonger dan 55jaar: er moet dynamiek in de re-integratie blijven, zoveel mogelijk de potenties benutten, voorgesteld wordt feitelijk een vorm van begeleide semi-permanent gesubsidieerde arbeid naar een zo hoog mogelijke plaats op de re-integratieladder (zo groot mogelijke productiviteit en flexibiliteit, met permanente aandacht voor uitstroom). Zowel werkgever als werknemer worden scherp gehouden door telkens een subsidie voor bepaalde tijd te verstrekken, afhankelijk van de geldende situatie (mate van productiviteit en uitstroomkansen) en de uitvoering van het persoonlijk ontwikkelingsplan. Bekeken alternatieven: Arbeidspool detacheringconstructie: in het kader van de flexwet is deze optie niet mogelijk anders dan bij plaatsing op een andere werkplek. Voor ouderen en swgeindiceerden niet wenselijk (uitzonderingen daargelaten). Voor jonger dan 55 jaar: wellicht in de toekomst in individuele gevallen wenselijk, doch als totaal optie niet uitvoerbaar (beschikbaarheid geschikte plaatsingsmogelijkheden). Voor werknemers jonger dan 55 is eveneens bekeken of een eenmalige vaste subsidieperiode (b.v. maximaal twee of drie jaar) een optie zou zijn. Nadeel daarvan is dat daarmee de dynamiek niet aanwezig is en dat daarmee de eindsituatie "alsnog permanente werkloosheid" alleen maar vooruitgeschoven wordt. Mede gezien ook de landelijk politieke tendens is een vorm van semi-permanent gesubsidieerde arbeid via overheidssteun bespreekbaar, mits niet in de valkuil van de oude subsidieregelingen vervallen wordt. Met het voorstel wordt beoogd een vergelijkbaar middel met de daarbij horende methodiek in te zetten als in het kader van de modernisering van de sw plaatsvindt. Dit betekent een arbeidsontwikkeling naar een zo hoog mogelijk niveau, juist voor diegenen die dicht tegen de sw-indicering aanzitten. Wij stellen voor daarom, voor in de daarvoor van toepassing zijnde, een regeling te ontwerpen, waarin is opgenomen:
Raadsnummer 07.R2027.OOI 1 voortzetting van de huidige subsidievoorwaarden voor organisatie voor personen die op peildatum 1 januari 2008 55 jaar of ouder zijn; 2 voortzetting van de huidige subsidievoorwaarden voor organisaties voor personen, die voor 1 januari 2008 een sw-indicatie hebben en waarvan de werkgever bereid is het dienstverband voort te zetten onder de condities van begeleid werken; 3 voortzetting van de subsidie voor de organisatie bij wie de deelnemer jonger dan 55 jaar in dienst is en die op 1 januari 2008 is ingedeeld in de categorie C1. De subsidie wordt verstrekt voor bepaalde tijd en kan afhankelijk van de ontwikkeling van de deelnemer verlengd worden voor een nieuwe vast te stellen periode of kan worden beeindigd. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van een periodiek vast te stellen loonwaarde en onder de voorwaarde dat de deelnemer via een persoonlijk ontwikkelingsplan gevolgd wordt met als doel uitstroom naar een reguliere arbeidsplaats. 2 Wat willen we bereiken Voor werknemers in een ID-baan, die op grond van beperkingen, niet in staat zijn een reguliere arbeidsplaats te verwerven en aangewezen zijn op permanente of semi-permanente gesubsidieerde arbeid kan de huidige arbeidsplaats worden behouden. Dit betekent voor 55+ers een subsidiegarantie op het behoud van hun arbeidsplaats. Voor personen aangewezen op een dienstverband in sw-verband, wordt continuering van het dienstverband mogelijk gemaakt totdat de omzetting in een dienstverband in een sw-dienstverband kan worden gerealiseerd. Voor de overige werknemers blijven gerichte mogelijkheden bestaan om vanuit een bestaande werkplek een verdere ontwikkeling door te maken, voor zover mogelijk. Daarmee worden de capaciteiten van ca. 240 personen maximaal benut en blijft maatschappelijke participatie door werk in stand. Ook wordt op termijn een uitzichtloos langdurig verblijf in een uitkeringssituatie voorkomen. 3 Wat gaan we daarvoor doen Met het vaststellen van de kaders kunnen door de medewerkers van de dienst Werk, Zorg en Inkomen met werkgevers en werknemers concrete afspraken gemaakt worden over de verdere invulling van het dienstverband en de in te zetten reintegratietrajecten. In de van toepassing zijnde verordening zullen de kaders in regels worden vastgelegd en aan de raad worden aangeboden. 4 Wat kost het De kosten voor de uitvoering van de "Voortgezette regeling gesubsidieerde arbeid voor ID-werknemers vanaf 2008", zijnde de kosten voor subsidieverstrekking en de uitvoeringskosten (personele- en administratieve kosten) kunnen volledig worden
Raadsnummer 07.R2027.OOI bekostigd uit het door het Rijk beschikbare werkdeelbudget van de Wet Werk en Bijstand. Het financiele plaatje is als volgt: Financieel plaatje: ten laste van werkdeel. Voortzetting subsidie 55+ ers: geschatte kosten op basis van gemiddelde subsidie van 6 22.000,ÃćâĆňâĂİ p.p.): in 2008: gemiddeld 100 personen E 2,2 miljoen. Jaarlijks aflopend met gemiddeld 10 personen naar 0 in 2017, dus vermindering kosten met ca. E 200.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar gedurende 10 jaar. Sw-geindiceerden: ca. 50 personen gemiddelde kosten idem In 2008 : gemiddeld 30 personen E 660.000,ÃćâĆňâĂİ In 2009 : gemiddeld 20 personen 6 440.000,ÃćâĆňâĂİ 55 en jonger: uiterste termijn einde traject 2042; de meeste trajecten lopen af via natuurlijk verloop in de periode tussen 2015 en 2030; dan is het aantal deelnemers, bij ongewijzigde situatie teruggebracht tot ca. 30 deelnemers. De eerste 10 jaar blijft het aantal staan op ca. 100 personen. De gemiddelde subsidieverstrekking gebaseerd op een productiviteit van 30e/o is ca. < 18.000,ÃćâĆňâĂİ op jaarbasis. Dat betekent gedurende een periode van ca. 10 jaar een bijdrage uit het werkdeel van E 1,8 miljoen. Daarnaast is een inzet van 2,5 formatieplaatsen begeleidingscapaciteit nodig om uitvoering te geven; kosten ca. E 100.000,ÃćâĆňâĂİ. Voor administratieve verwerking etc. zal ca. 6 50.000,ÃćâĆňâĂİ op jaarbasis nodig zijn. In totaal E 150.000,ÃćâĆňâĂİ. Globaal berekend betekent de uitvoering voor de komende 10 jaar, met een afname van ca. 10a/o jaarlijks een beslag op de werkdeelmiddelen van: In 2008: ca.c 5 miljoen aflopend naar 2017 en verder: ca. 4 2 miljoen. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris.
Raadsnummer 07.R2027.00I Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart en 12 april 2007; gelet op het aangenomen amendement A1; besluit: de kaders voor een "Voortgezette regeling voor gesubsidieerde arbeid voor IDwerknemers vanaf 2008 vast te stellen. Deze kaders zijn: 1 voortzetting van de huidige subsidievoorwaarden voor organisatie voor personen die op peildatum 1 januari 2008 55 jaar of ouder zijn; 2 voortzetting van de huidige subsidievoorwaarden voor organisaties voor personen, die voor 1 januari 2008 een sw-indicatie hebben en waarvan de werkgever bereid is het dienstverband voort te zetten onder de condities van begeleid werken; 3 voortzetting van de subsidie voor de organisatie bij wie de deelnemer jonger dan 55 jaar in dienst is en die op 1 januari 2008 is ingedeeld in de categorie C1. De subsidie wordt verstrekt voor bepaalde tijd en kan afhankelijk van de ontwikkeling van de deelnemer verlengd worden voor een nieuw vast te stellen periode of kan worden beeindigd. De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van een periodiek vast te stellen loonwaarde en onder de voorwaarde dat de deelnemer via een persoonlijk ontwikkelingsplan gevolgd wordt met als doel uitstroom naar een reguliere arbeidsplaats; 4 in iedere raadsperiode zal een evaluatie worden gehouden over de stand van zaken van de ID-werknemers, die op dat moment deelnemen aan de "voortgezette regeling". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 mei 2007. A. Sakkers, voorzitter. J. Verheugt, griffier.
KB07001479 Raadsnummer 07.R2027.OOI
gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat &7. R2027.002 Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven. Commissie advies Betreft cie MZFPO: Raadsvoorstel inzake kaders voortgezette regeling gesubsidieerde arbeid voor ID-werknemers vanaf 2008. De commissie Maatschappelijke Zorg, Financien, Personeel en Organisatie heeft in haar vergadering van 27 maart 2007 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd: PvdA: akkoord; CDA: stemvoorbehoud, bepaalt standpunt na bespreking in de SP: VVD: GroenLinks: leefbaar eindhoven : OuderenAppel: D66: De Stadspartij: Lijst Pim Fortuyn: ChristenUnie: akkoord; akkoord; akkoord; niet akkoord akkoord; stemvoorbehoud, fractie; wil hier een politieke streep trekken; met een positieve grondhouding maar overwegen een amendement om een beslispunt 4 toe te voegen nl. kijken naar de maatschappelijke relevantie van de banen voor de A, B en C-categorie; akkoord; stemvoorbehoud, overwegen een amendement; akkoord. Toezeggingen wethouder H-M. Don: in het besluit zal worden opgenomen dat bij elke start van een nieuwe raadsperiode een monitoring zal worden gehouden over de stand van zaken bij de ID-ba n ers; neemt in het kader van de tekst over de arbeidspool de opmerkingen over de zorg en het onderwijs mee; kijkt nog eens naar het jaartal 2042 in de tekst over de 55-jarigen en jonger.
griffie De secretaris van de commissie, W. van Diepen/M. Honing Bijlage(n) : 0
gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer 07. R2 0 27. Oog Inboeknummer ozbstoo8oo Beslisdatum B%W ts april 2007 Dossiernummer y.goss Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft tot het vaststellen van de kaders "Voortgezette regeling gesubsidieerde arbeid voor ID-werknemers vanaf 2008". Naar aanleiding van de in de vergadering van de commissie maatschappelijke zorg, financien en personeel en organisatie van 27 maart 2007 gemaakte opmerkingen bijgaand een nadere toelichting op de navolgende aandachtspunten: 1 de vorming van een "arbeidspool" ten behoeve van ondersteuning aan kleinere organisaties, zoals genoemd onder de besluiten die het college heeft genomen, onder het tweede bolletje: De inzet van medewerkers, werkzaam in deze arbeidspool kan zich ook uitbreiden naar onderwijs- en zorginstellingen, voor zover de inzet van deze medewerkers noodzakelijk is om van belang zijnde activiteiten te kunnen uitvoeren; 2 financieel plaatje: het betreft de vermelding van het jaartal van de uiterste termijn die bij ongewijzigd beleid van toepassing zou zijn 2042. Het is uiteraard niet de verwachting en ook niet de bedoeling, dat de regeling een dergelijk lange termijn zal voortduren. De aanpak gericht op re-integratie naar reguliere arbeid en veranderende omstandigheden bij werknemer, werkgever en maatschappelijke omgeving zullen ertoe leiden dat een veel kortere periode nog van de regeling gebruik gemaakt zal worden. De passage in de tekst was uitsluitend bedoeld als een zeer globale prognose en niet normatief voor de regeling en kan in dat opzicht vervallen; 3 in het raadsvoorstel is aangegeven dat het college de positie wil onderzoeken van de organisaties, die mogelijk getroffen worden door het vervallen van IDbanen voor personen uit de A- en B-categorie. Vanuit de commissie is er op aangedrongen dat het college dit onderzoek uitbreidt naar de positie van organisaties, waar momenteel ook deelnemers uit de C-categorie werkzaam zijn. Het college zal ook de positie van deze organisaties betrekken in het onderzoek; 4 kaders voor de voortgezette regeling punt 3: "Persoonlijk Ontwikkelingsplan". Over de bedoeling hiervan en de wijze van uitvoering volgt hieronder een nadere toelichting.
Raadsnummer 07.R2027.00$ Voor deelnemers jonger dan 55 jaar in de C1-categorie wordt periodiek een ontwikkelingsplan opgesteld. Aan de hand daarvan kan worden beoordeeld of en zo ja op welke wijze eventuele uitstroom naar een (andere) reguliere werkkring tot de mogelijkheden behoort. Een dergelijk Persoonlijk Ontwikkelingsplan zal worden gemaakt op een op de deelnemer afgestemde redelijke termijn, met de bedoeling dat als er uitzicht is op een (andere) reguliere arbeidsplaats, deze kans kan worden benut. Als blijkt dat uitstroom naar een reguliere werkkring niet mogelijk is, zullen de dan geldende subsidievoorwaarden kunnen worden gecontinueerd. Dit uiteraard onder de voorwaarde dat ook de werkgever meewerkt aan de continuering van het dienstverband. Daarmee eindigt in principe de ID-plaats eerst als er perspectief is op een voor de persoon en voor de samenleving een zinvolle reguliere arbeidsplaats is; 5 aan het ontwerp raadsbesluit zal worden toegevoegd: punt 4: Bij elke start van een nieuwe raadsperiode zal een monitoring worden gehouden over de stand van zaken van de ID-werknemers, die op dat moment deelnemen aan de "voortgezette regeling". Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris
KB07003682 Raadsnummer 07.R2027.00$